22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ingrijpweg is belangrijk: om een eenparige overbrenging te behouden, is het noodzakelijk<br />

dat als de ingrijping van een tanden paar eindigt (in afb. 2.27: in punt B), het<br />

volgende tandenpaar reeds met de ingrijping is begonnen (punt C). Over de afstand<br />

AC en DB zijn dan dus twee tandparen in ingrijping. Er is dan sprake van een soort<br />

overlapping van de ingrijping. Deze overlapping kan, onafhankelijk van de grootte ~<br />

van de tandwielen, in een getal worden uitgedrukt: het ingrijpquotiënt c (de Griekse<br />

kleine letter 'epsilon'), dat is de verhouding tussen de ingrijpweg en de afstand tussen<br />

twee opeenvolgende tandflanken, gemeten langs de ingrijplijn: c = x/y. Het ingrijpquotiënt<br />

wordt ook wel uitgedrukt in de verhouding tussen de ingrijpboog en de steek,<br />

zodat:<br />

x ingrijpboog<br />

£=-=---y<br />

steek<br />

[-J<br />

(2.26)<br />

De ingrijpboog is de afstand, gemeten op de steekcirkel, gedurende welke een tandenpaar<br />

in ingrijping is. In afbeelding 2.27 is dit boog EF. Uit deze afbeelding volgt<br />

verder dat TB = boog TS en AB = boog A'S. Ook geldt: boog A'S/boog EF = rb/r.<br />

Aangezien rjr = cosa is dus ook boog A'S/boog EF = cosa. Daaruit volgt dat boog<br />

EF = AB/cosa, in woorden: ingrijpboog = ingrijpweg gedeeld door cosa. Met de<br />

steek p = Jt.m (formule 2.21) wordt formule 2.26 dus:<br />

ingrijpweg AB<br />

1:=------<br />

1t "m" cos Ct<br />

[-J (2.26a) ,<br />

De ingrijpweg kan ook grafisch worden bepaald door de beide topcirkels op schaal te<br />

tekenen en de afstand op te meten.<br />

Om een eenparige aandrijving te waarborgen, mag het quotiënt niet beneden I, I<br />

uitkomen. Hoe hoger het quotiënt, des te beter is het stelsel bestand tegen hoge<br />

belastingen. Het grootste ingrijpquotiënt wordt verkregen bij de samenwerking tussen<br />

twee grote tandwielen. Theoretisch zouden er twee tandheugels kunnen 'samenwerken'<br />

(afb. 2.28). In dat geval wordt (met de kophoogte ha = m) formule 2.26a:<br />

AB 2m 2<br />

£ = --- - ----- - ---- [ - J (2.26b)<br />

1t . lil "cos Ct 1t . lil . sm Ct " cos Ct 1t "sin Ct " cos !J.<br />

Bij een drukhoek van 20° bedraagt het maximale ingrijpquotiënt dan cmax = 1,98.<br />

Aan de hand van afbeelding 2.27 kan ook het werkzame deel van een tandtlank worden<br />

bepaald. Het contactpunt verplaatst zich over de tandflank, bij het aandrijvende<br />

tandwiel van de voet naar de top en bij het aangedreven tandwiel van de top naar voet,<br />

van A naar B. Dit traject wordt ook wel de ingrijpjlank genoemd.<br />

Afb. 2.28. Het bepalen van het<br />

grootst mogelijke<br />

ingrijpquotiënt uit de grootst<br />

mogelijke ingrijp weg<br />

I!)eo~<br />

ma eliSC!)<br />

r1elij~ gro<br />

e in OISI<br />

r1l)ip", eg<br />

119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!