22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Immers: bij drie overbrengingen bij voorbeeld is i, = n/n4 en deze uitkomst verkrijgt<br />

men ook, als men n/nz, n/n 3 en n/n 4 met elkaar vermenigvuldigt.<br />

Is de cirkelbeweging eenparig veranderlijk, dat wil zeggen: verandert de tangentiële<br />

snelheid langs de cirkelbaan met een constante waarde per seconde, dan is de tangentiële<br />

versnelling a l •n op elk moment even groot en geldt:<br />

I'<br />

atan =t (2,17)<br />

Ook bij de eenparig veranderlijke cirkelbeweging geeft men er echter de voorkeur<br />

aan, vanuit de doorlopen hoek cp te redeneren. Omdat v = w.r (formule 2.14) kan<br />

men formule 2, 17 ook schrijven als: a l •n = (w'r/t), oftewel: al.n/r = wit. De laatste term<br />

is kennelijk een versnelling (een snelheid per tijd), zodat men voor deze term een<br />

nieuwe grootheid, de hoekversnelling a (de Griekse kleine letter 'alfa') heeft ingevoerd:<br />

atan<br />

'1.=- r [r:ZdJ (2.18)<br />

Gaat men uit van de tanden tallen Z van het tandwiel op de aandrijvende as 1 en op de<br />

aangedreven as 2, dan zal, als de aangedreven as eenmaal roteert, het verplaatste<br />

aantal tanden Zz zijn. Het verplaatste aantal tanden op het aandrijvende wiel is dan<br />

ook Zz. Het aantal omwentelingen van de aandrijvende as is dan Z/ZI' zodat men ook<br />

kan schrijven: i = Z/ZI' Op basis van de formules 2.16 en 2.16a geldt dan dus:<br />

. W1 nl<br />

1= - = - = constant<br />

Wz nz<br />

[-J (2.19)<br />

Deze formule geldt ook voor de riem- en de kettingoverbrenging (zie 2.4), Ook de<br />

berekening van het overbrengingsgetal van het planetaire stelsel gebeurt op basis van<br />

de tanden tallen (zie band B).<br />

De vertandingsregel<br />

Een tandwielstelsel moet zodanig uitgevoerd zijn dat het roteren van het aangedreven<br />

deel ten opzichte van het aandrijven de deel zonder schokken of stoten plaatsvindt.<br />

Bij zo'n eenparige aandrijving is de verhouding tussen de hoeksnelheden van het aandrijvende<br />

en het aangedreven tandwiel op elk moment gelijk (afb. 2,19b):<br />

. nl WI =z dz rz Tz<br />

1=-=-=-=-=-=nz<br />

Wz =1 dl rl TI<br />

(2. 19a)<br />

Volgens de wetten van de kinematica kunnen uit deze voorwaarde gedetailleerde<br />

eisen aan de vorm van de tanden, het tandprofiel, worden afgeleid.<br />

Om te begrijpen hoe een tandwielpaar aan deze voorwaarde kan voldoen, kan men<br />

zich het beste voorstellen, dat de tandwieloverbrenging oorspronkelijk ontstaan is uit<br />

een stel wrijvingswielen, Deze wielen vormen een slippende overbrenging, waarbij de<br />

krachten, bezien in één vlak, worden overgebracht in het gemeenschappelijke raakpunt<br />

van de rolcirkels. De overbrenging kan slipvrij worden gemaakt door het aanbrengen<br />

van verhogingen en verdiepingen: de rolcirkels worden steekcirkels, genoemd<br />

naar de produktiewijze van de tandwielen door het 'steken' van de tanden.<br />

In afbeelding 2.19a raken de tandfianken elkaar in het raakpunt R. Er is overigens nog<br />

110

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!