GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lur' ~, " cc<br />
schuine of schroefvertanding en wordt gekenmerkt door een puntcontact tussen de<br />
tanden. Maximaal is een overbrengingsgetal mogelijk van ongeveer 5.<br />
Hoewel het schroeftandwielstelsel in de autotechniek weinig toepassing vindt (zie<br />
voor een enkel voorbeeld het Torsen-differentieel in hoofdstuk 7), treft men des te<br />
meer een tweetal varianten op het tandwielstelsel met kruisende ashartlijnen aan.<br />
De eerste variant is de wormoverbrenging (afb. 2.16e). Hier heeft het kleine tandwiel,<br />
de worm, de vorm van een schroef, terwijl het grote tandwiel, het wormwiel, hierop<br />
zodanig is aangepast dat een lijncontact tussen de tanden ontstaat. Door de schroefvorm<br />
is het mogelijk dat de worm voorzien is van slechts één 'tand', zodat men in dit<br />
geval naar analogie van de bout-moerverbinding liever spreekt van een, twee, drie of<br />
meer gangen. De worm overbrenging heeft meestal een minimaaloverbrengingsgetal<br />
van ongeveer 5 en een maximaaloverbrengingsgetal van ongeveer 60, maar in sommige<br />
gevallen komen ook maximale waarden van 100 en meer voor.<br />
De tweede variant van het tandwielstelsel met kruisende ashartlijnen is de tandheugeloverbrenging<br />
(afb. 2. 16j). Deze ontstaat uit het stelsel met evenwijdige ashartlijnen,<br />
door namelijk de diameter van het grote tandwiel zodanig te vergroten, dat een<br />
getande staaf of tandheugel ontstaat; ten gevolge hiervan kruisen nu de tandheugelhartlijn<br />
en de hartlijn van de rondselas elkaar, meestal onder een hoek van 90°. Deze<br />
variant wordt overwegend toegepast als stuurreductie (zie deel 4 van de Steinbuchserie,<br />
waar ook gedetailleerd op de bepaling van de overbrengingsverhouding van<br />
deze bijzondere overbrenging wordt ingegaan). Deze overbrenging is bovendien een<br />
buitenbeentje in het hier behandelde overzicht, omdat hier sprake is van een R-Toverbrenging:<br />
de rotatie van het rondsel resulteert in een translatie van de tandheugel<br />
en omgekeerd.<br />
Bij de vierde groep van tandwielstelsels liggen de assen in elkaars verlengde ofzijn zij<br />
concentrisch ten opzichte van elkaar opgesteld. Dat is mogelijk door meer dan twee<br />
tandwielen samen te voegen tot een zogenaamd planetair tandwielstelsel. Zowel cilindrische<br />
als kegeltandwielen kunnen voor dit doel worden gebruikt. Bij een variant<br />
van het cilindrische stelsel, het gesloten planetaire stelsel, komt bovendien de enige<br />
versie van het tandwiel met inwendige vertanding voor (afb. 2.16g). Dergelijke tandwielstelsels<br />
gehoorzamen aan aparte wetten, zodat hun werking in band Buiteengezet<br />
wordt, omdat zij in de aandrijflijn voornamelijk voorkomen in de automatische transmissie.<br />
In deze paragraaf worden eerst de wetten en begrippen behandeld die voor alle tandwielen<br />
gelden (2.3.2). Dat gebeurt aan de hand van het cilindrische tandwielpaar met<br />
rechte vertanding. Vervolgens worden deze wetten en begrippen uitgewerkt naar de<br />
overige uitvoeringsvormen: het cilindrische tandwiel met schuine vertanding (2.3.3),<br />
het kegeltandwiel (2.3.4), en de worm en het wormwiel (2.3.5). Ten slotte komen de<br />
slijtage en het rendement van de tandwieloverbrenging aan de orde (2.3.6). Uit ruimte-overwegingen<br />
is afgezien van een behandeling van het krachtenspel en de sterkteberekening<br />
van de tandwieloverbrenging.<br />
2.3.2 Basisbegrippen in de tandwieltechniek<br />
Cirkelbeweging<br />
Beweegt een punt op de omtrek van een cirkel, dan kan men de afgelegde weg s in de<br />
doorlopen hoek cp (de Griekse kleine letter 'fi') van de (voer)straal ruitdrukken.<br />
107