GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De temperatuurafhankelijkheid neemt af, naarmate de nominale viscositeit afneemt.<br />
Die afname is zelfs zo spectaculair dat men kan stellen, dat tot een nominale viscositeit<br />
van ongeveer 10- 3 m 2 /s siliconenvloeistoffen zich in een breed temperatuurgebied<br />
als newtonvloeistoffen gedragen (afb. 2.12). Daarboven krijgen zij structuurvisceuze,<br />
thixotropische eigenschappen en bij zeer hoge molecuulmassa's zelfs pseudo-plastische<br />
eigenschappen (afb. 2.13).<br />
Siliconen kunnen niet tot de smeermiddelen worden gerekend: vooral tussen stalen<br />
componenten hechten zij zich nauwelijks aan de oppervlakken. Het geringe draagvermogen<br />
van een siliconen film wordt verklaard uit de geringe aantrekkingskracht<br />
tussen de moleculen. Door dit verschijnsel kan bij een bepaalde druk gemengde wrijving<br />
optreden, waarvan in de viscokoppeling gebruik wordt gemaakt voor de opwekking<br />
van het zogenaamde 'humpkoppel', een kortstondige wrijvingskrachtverhoging<br />
ten gevolge van het metaal-op-metaal-contact van de koppelingslamellen.<br />
Een andere eigenschap waarvan in de viscokoppeling gebruik wordt gemaakt is de<br />
sterke uitzetting bij hogere temperatuur. De uitzettingscoëfficiënt van methylsiloxanen<br />
ligt tussen 25 en 175 oe bij 95 ... 100.10- 3 per oe.<br />
Ten slotte blijkt bij stromingsproeven in zeer nauwe spleten, dat de kengrootheid van<br />
Reynolds zeer laag ligt. Zij is zelfs zo laag, dat noch van laminaire, noch van turbulente<br />
stroming sprake is. Men kan het stromingsgedrag van dergelijke dunne siliconenfilms<br />
het beste als 'kruipbeweging' omschrijven: in een viscokoppeling blijkt de<br />
spleetbreedte tussen de lamellen veel kleiner dan de ongestoorde grenslaag.<br />
Elektrovisceuze vloeistoffen<br />
Zeer recent is de ontwikkeling in het laboratorium van zogenaamde elektrovisceuze<br />
vloeistoffen (EV F, electroviscous fluids, ook wel elektroreologische vloeistoffen<br />
(ERF) of elektroreostatische vloeistoffen genoemd), dat zijn vloeistoffen waarvan de<br />
viscositeit onder invloed van een elektrisch veld verandert (afb. 2.14).<br />
Ontwikkeld in Amerika, bieden deze vloeistoffen een interessante toepassingsmogelijkheid<br />
in viscokoppelingen, remsystemen, verstelinrichtingen, hydraulische kleppensystemen<br />
en schokdempers. Door de combinatie met een elektronisch regelsysteem<br />
ontstaat voor het eerst in de geschiedenis van de autotechniek de mogelijkheid )<br />
van betrekkelijk goedkope, actieve regelsystemen, dat zijn systemen die op de te regelen<br />
toestand vooruitlopen en hun regelgrootheden al hebben aangepast op het moment<br />
dat de toestandsverandering zich voordoet.<br />
Afb. 2.14. De dynamische<br />
viscositeit als functie van de<br />
elektrische veldsterkte bij een<br />
elektrovisceuze vloeistof (Bayer)<br />
10000 •. mPa.s<br />
VI<br />
0<br />
u<br />
VI<br />
><br />
8000<br />
6000<br />
4000<br />
2000<br />
o<br />
o 0.4 0.8 1.2 1.6 2,0<br />
kV/mm<br />
- elektrische veldsterkte E<br />
103