22.09.2013 Views

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

GRONDBEGINSELEN VANDE TRANSMISSIELEER - ECMD

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.2.2 Smering<br />

Smering is het scheiden en het gescheiden houden van twee contactvlakken door een<br />

smeermiddel. Dat smeermiddel kan een vaste stof zijn, een vloeistof, of een gas. Het<br />

doel van het aanbrengen van het smeermiddel is het verlagen van de wrijvingscoëfficiënt<br />

11, dat is een evenredigheidsfactor die aangeeft in welke mate een loodrecht op de<br />

wrijvingsvlakken aangebrachte kracht F n wordt omgezet in een wrijvingskracht Fw die<br />

in het vlak van de contactvlakken ligt: Fw = Jl' Fn•<br />

Men maakt een principeel onderscheid tussen droge en natte wrijving. Bij droge wrijving<br />

is de wrijvingscoëfficiënt p hoog. Onderdelen die onder droge-wrijvingscondities<br />

over elkaar glijden slijten dan ook snel en worden snel onbruikbaar vanwege het<br />

'vreten': door de adhesie krachten (die ontstaan ten gevolge van de moleculaire bindingen<br />

tussen beide oppervlakken) worden delen van de glijvlakken kortstondig aan<br />

elkaar gelast, waardoor grote schade kan ontstaan. Er bestaan echter vaste smeermiddelen<br />

zoals grafiet en molybdeendisulfide, die voor een bijzondere vorm van droge<br />

wrijving zorgen: de wrijving tussen oppervlaktelaagjes. Door deze vorm van droge<br />

smering blijven de oppervlakken van de componenten van elkaar gescheiden, zodat<br />

hun slijtage verminderd wordt.<br />

De wrijvingscoëfficiënt wordt aanzienlijk verlaagd, zodra er sprake is van vloeibare of<br />

pasteuze stoffen tussen de wrijvingsvlakken. Dat komt omdat het wrijvingsmechanisme<br />

dan verplaatst wordt uit het contactvlak van twee vaste stoffen naar een grenslaag<br />

in de vloeistof of pasta.<br />

Bij vloeistojsmering is het nodig dat een smeerfilm tussen de te smeren componenten<br />

tot stand komt waarin een voldoende druk heerst om de uitwendige krachten te kunnen<br />

weerstaan en de te smeren vlakken gescheiden te houden. Die druk kan op twee<br />

principieel verschillende wijzen worden opgewekt.<br />

Gebeurt dat uitwendig door een pomp, dan is sprake van hydrostatische smering.<br />

Deze smeerwijze komt voor in een hydrostatisch lager en wordt toegepast als de componenten<br />

niet of nauwelijks ten opzichte van elkaar bewegen, terwijl er toch grote<br />

krachten werken. Ook smering door een gaslaag komt voor; men spreekt dan van een<br />

aerostatisch lager. Deze wijze van lagering komt in de autotechniek niet voor.<br />

Wordt de vloeistofdruk inwendig, door de eigen pompwerking van het lager opgewekt,<br />

dan is sprake van hydrodynamische smering. Een pomp wordt dan eventueel<br />

alleen gebruikt om voldoende vloeistof aan te voeren, de smeerdruk wordt echter in<br />

het lager zelf opgewekt. In zo'n hydrodynamisch lager wordt gebruik gemaakt van de<br />

inwendige wrijving van de vloeistof. Behalve de aanwezigheid van een visceuze vloei-<br />

Istof zijn er echter nog drie andere voorwaarden waaraan een lager moet voldoen wil<br />

er hydrodynamische smering mogelijk zijn: de te smeren vlakken moeten een relatie-<br />

92<br />

//7<br />

Pmax<br />

Afb. 2.7. Het ontstaan van<br />

hydrodynamische smering in een<br />

wigvormige sp/eet

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!