22.09.2013 Views

Cardiologie F3 - St. Elisabeth Ziekenhuis

Cardiologie F3 - St. Elisabeth Ziekenhuis

Cardiologie F3 - St. Elisabeth Ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Leerplaatsprofiel<br />

<strong>Cardiologie</strong><br />

Afdeling <strong>F3</strong><br />

Hilvarenbeekseweg 60<br />

5022 GC Tilburg<br />

1


Inhoudsopgave<br />

Verpleegafdeling <strong>Cardiologie</strong> <strong>F3</strong> 3<br />

Doelstelling afdeling 3<br />

Visie op verplegen 3<br />

Verpleegsystemen 4<br />

Zorgvragers 4<br />

Opbouw van het team 5<br />

Samenwerken met verschillende disciplines 5<br />

Medische discipline 5<br />

Ziekmelden 6<br />

<strong>St</strong>age lopen op <strong>F3</strong> 7<br />

Kader stagewerkplan, bijlage 1 8<br />

Tips voor leerdoelen 11<br />

Afspraken betreffende je leerproces 12<br />

Afspraken werken in de praktijk 13<br />

Voorbereidingsopdracht, bijlage 2 14<br />

2


Beste leerling, stagaire,<br />

Om je een eerste indruk van afdeling <strong>F3</strong> te geven hebben we een verkort leerplaatsprofiel opgesteld voor<br />

internet. Hier vind je informatie over de afdeling, het specialisme, een voorbereidende opdracht en het<br />

kader waarin je de richtlijnen vindt voor het opstellen van je stagewerkplan.<br />

De voorbereidende opdracht en je concept stagewerkplan wordt besproken bij het introductiegesprek.<br />

Op intranet van het <strong>Elisabeth</strong>ziekenhuis vind je het volledige leerplaatsprofiel en de inwerkchecklist met<br />

praktische informatie over <strong>F3</strong> en een aftekenlijst voor je introductieperiode.<br />

Verpleegafdeling <strong>Cardiologie</strong> <strong>F3</strong><br />

Informatie over je stageplek<br />

Verpleegafdeling cardiologie <strong>F3</strong> is onderdeel van de zorgeenheid cardiologie. Onder deze zorgeenheid valt<br />

ook F2 CCU (coronairy care unit) met catheterisatiekamer, observatorium en dagbehandeling, de polikliniek<br />

en de functieafdeling. <strong>F3</strong> heeft in het totaal 28 bedden, waarvan 2 isolatiekamers met sluis voor M.R.S.A.<br />

patiënten. Op <strong>F3</strong> worden patiënten verpleegd die opgenomen zijn voor onderzoek en/of behandeling met<br />

aandoeningen aan het hart.<br />

Een groot deel van de patiënten wordt overgenomen van F2 of vanuit de Spoed Eisende Eerste Hulp (SEH),<br />

een kleine groep komt via de polikliniek. Voor actieve interventies zoals dotteren en open hartchirurgie<br />

wordt nauw samengewerkt met externe cardiologische centra zoals bijvoorbeeld het Twee <strong>St</strong>eden in<br />

Tilburg, het <strong>St</strong>. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein. het Catharina <strong>Ziekenhuis</strong> Eindhoven of het Amphia<br />

ziekenhuis in Breda.<br />

Doelstelling afdeling<br />

Zoals alle verpleegafdelingen in het <strong>Elisabeth</strong> ziekenhuis voldoet de cardiologische afdeling aan de primaire<br />

doelstelling van de organisatie te weten: hulpverlening aan de patiënt. Deze hulpverlening vindt gestalte in<br />

onderzoek, behandeling, begeleiding, verpleging en verzorging.<br />

De doelstellingen van de afdeling zijn:<br />

Verplegen van patiënten met een cardiologische aandoening, waarbij handhaving c.q. het verbeteren<br />

van de kwaliteit van leven een belangrijke plaats inneemt.<br />

<strong>St</strong>imuleren van de zelfstandigheid van de patiënt in de lichamelijke verzorging.<br />

Het verplegen van patiënten vanuit de holistische mensvisie, waarbij het handhaven c.q. verbeteren<br />

van de kwaliteit van zorg een belangrijke plaats inneemt.<br />

Het scheppen van voorwaarden zodat er een goed werkklimaat voor de medewerkers ontstaat<br />

waarbinnen er mogelijkheden zijn om zichzelf te ontplooien en te ontwikkelen tot professionele<br />

hulpverleners.<br />

Het bieden van een goed leer- en werkklimaat voor leerlingen en stagiaires.<br />

Visie op verplegen<br />

Verplegen op afdeling <strong>F3</strong> betekent zich richten op zelfzorgtekorten van individuele patiënten. Voor de<br />

afdeling bestaat “de cardiologische patiënt” niet; het zijn steeds individuele mensen. De aandoening kan<br />

dan hetzelfde zijn, maar de betekenis en beleving hiervan is voor ieder mens anders. Dit betekent dat er<br />

naast de lichamelijke zorg aandacht besteed wordt aan de psycho/sociale aspecten van patiënten. Dit<br />

gebeurt door het informeren, adviseren en begeleiden van patiënten en familie.<br />

Op afdeling <strong>F3</strong> is verplegen professioneel bezig zijn. Dit betekent dat een verpleegkundige van deze<br />

afdeling:<br />

Basiskennis bezit van cardiologische aandoeningen, zodat zij doelgericht kan observeren en<br />

interpreteren en op basis daarvan verantwoord kan handelen.<br />

Haar werkwijze kan motiveren en zichzelf regelmatig de “waarom” vraag stelt.<br />

3


Haar eigen verantwoordelijkheid kent, dit geldt voor samenwerken, overleggen maar ook voor<br />

probleemoplossend en flexibel handelen.<br />

Werkt volgens de volgende 5 competenties: kwaliteitsgerichtheid, klantgerichtheid, integriteit, inzet, en<br />

samenwerking.<br />

Verpleegsystemen<br />

Op de afdeling wordt er methodisch gewerkt met een patiëntgeoriënteerd systeem. Dit betekent dat<br />

binnen het team één verpleegkundige een groep patiënten krijgt toegewezen. Deze verpleegkundige is<br />

verantwoordelijk voor de coördinatie, uitvoering en continuïteit van zorg. De verpleegkundige verleent zorg<br />

op basis van het beleid van de cardiologen, protocollen en richtlijnen waarbij ieder vanuit zijn eigen<br />

professie zijn bijdrage levert.<br />

Zorgvragers<br />

Er is bij cardiologische patiënten niet alleen sprake van een verstoord evenwicht in de gezondheidssituatie,<br />

maar ook van een dreigende verstoring. Goede diagnostiek en preventief handelen kan bij een cardiale<br />

patiënt letterlijk van levensbelang zijn.<br />

Er is een onderscheid te maken tussen ischemische hartaandoeningen (kransslagadervernauwing, infarct)<br />

en non-ischemische, decompensatio cordis, ritme geleidingsstoornissen). Alle groepen hebben hun eigen<br />

specifieke wijze van diagnostiek, interventie en behandeling.<br />

Om je alvast een indruk te geven van opname indicaties op zorgeenheid cardiologie volgt hieronder een<br />

overzicht met de meest voorkomende indicaties op de CCU en de verpleegafdeling:<br />

Meest voorkomende Cardiale aandoeningen:<br />

Decompensatio cordis, het vasthouden van vocht ten gevolge van verminderde pompfunctie van<br />

het hart.<br />

ACS, pijn op de borst ten gevolge van cardiaal disfunctioneren.<br />

Cardiomyopathie, disfunctioneren van het hart ten gevolge van meerdere mogelijke oorzaken.<br />

Hartritmestoornissen, disfunctioneren van het prikkelgeleidingsysteem.<br />

Kleplijden<br />

Pericarditis, ontsteking van het hartzakje<br />

Endocarditis, ontsteking van het endotheel van het hart<br />

Myocardinfarct, acute verstoring van de circulatie in de kransslagaders.<br />

Astma cardiale, levensbedreigende situatie ten gevolge van vocht in de longen op basis van<br />

hartfalen.<br />

Overige indicaties:<br />

Wachten op interventie: zoals bypass (CABG), dotteren( PCI), hartklepoperatie of voor een<br />

inwendige pacemaker of defibrillator( ICD).<br />

Revalidatie na bypass, dotteren, hartklepoperatie.<br />

MRSA verdachte of besmette patiënten van alle specialismen, deze worden behandeld in twee<br />

isoleersluizen.<br />

Duur van de zorg<br />

De zorg is kortdurend, gemiddelde opnameduur voor een cardiale patiënt is rondom de 5 dagen.<br />

Indien mensen na het stellen van de diagnose moeten wachten op interventie, is de opnameduur verlengd.<br />

Sommige patiënten verplegen wij een langere periode omdat zij langer moeten wachten op een interventie<br />

of niet meer (meteen) terug kunnen naar de thuissituatie en daardoor wachten op een plaatsing in een<br />

verpleeghuis of een revalidatiecentrum.<br />

Leeftijdscategorie<br />

Er worden patiënten vanaf 18 jaar verpleegd maar veruit de meeste patiënten zijn ouder dan 60 jaar.<br />

4


Opbouw van het team<br />

Het team op <strong>F3</strong> bestaat uit:<br />

Hoofd zorgeenheid cardiologie<br />

Teamleider Twan Verhoeven t.verhoeven@elisabeth.nl<br />

Verpleegkundigen<br />

Helpenden, verzorging en voeding<br />

Medewerkers facilitaire dienst, voeding en algemeen ondersteunende taken<br />

Opleidingsfunctionaris Mieke Kroese m.kroese@elisabeth.nl<br />

Secretaresses.<br />

Leerlingen/stagiaires.<br />

Alle verpleegkundigen hebben een bij- of vervolgscholing gevolgd in hartritme en ECG-leer. Ook volgt<br />

iedere verpleegkundige skillslab trainingen via het OOC. Binnen het verpleegkundig team hebben een aantal<br />

verpleegkundigen een aandachtsgebied zoals bijvoorbeeld; wond- en decubituszorg, ergonomisch werken,<br />

patiëntenvoorlichting etc.<br />

Samenwerken met verschillende disciplines<br />

Om een optimale zorgverlening te realiseren werken we samen met verschillende disciplines:<br />

Transferverpleegkundigen, nurse-practitioners en physician -assistants<br />

Fysiotherapie<br />

Diëtiste<br />

Maatschappelijk werk<br />

Geestelijk verzorging<br />

Gespecialiseerd verpleegkundigen (wond/decubitisverpleegkundige, delierteam)<br />

Röntgenlaboranten, medewerkers apotheek, klinische laboratoria en poli klinieken<br />

Medische disciplines<br />

Externe disciplines werkzaam in andere instellingen of gezondheidsdiensten<br />

Overige interne en externe disciplines<br />

Medisch discipline<br />

De medische discipline verbonden aan deze afdeling bestaat uit de maatschap van cardiologen, een Chef<br />

de Clinique en een vaste zaalarts. Deze worden ondersteund door nurse-practitioners, physician assistants<br />

en (wisselende) arts-assistenten. We werken nauw samen met externe cardiologische centra. Zonodig<br />

worden patiënten doorverwezen naar academische ziekenhuizen. Elk ziekenhuis heeft zijn eigen<br />

cardiologische focuspunten of specialisatie zodat samen een volledig pakket van diagnostiek en<br />

interventiemogelijkheden wordt aangeboden. Behalve met cardiologische disciplines is er ook een continue<br />

samenspraak met andere specialisaties zoals bijvoorbeeld de interne, neurologie of de revalidatie.<br />

De verpleegkundige is de verbindende schakel tussen de patiënt en de medische disciplines en heeft hierin<br />

een belangrijke coördinerende, adviserende en uitvoerende rol.<br />

Algemene informatie en praktische zaken<br />

Als je voor het eerst in het <strong>Elisabeth</strong> komt werken kun je op verschillende wijze informatie verkrijgen over<br />

werktijden, dienstkleding, pasjes etc. Een deel loopt via school, bijvoorbeeld via introductiebijeenkomsten<br />

georganiseerd waar je groepsgewijs veel informatie krijgt. En op de afdeling zelf ligt een inwerkprogramma<br />

‘inwerkchecklist <strong>F3</strong>’ klaar wat je met een werkbegeleider doorneemt. In dit inwerkprogramma staan<br />

puntsgewijs de meest voorkomende zaken vermeld. Je kunt dit inwerkprogramma ook vinden onder het<br />

leerplaatsprofiel op intranet. Hier worden alvast enkele zaken uitgelicht:<br />

Dienstrooster<br />

De planning van de diensten gebeurt in overleg met de teamleider. Hou bij aanvragen rekening met de<br />

afdelingsafspraken, de eisen die school je stelt en probeer zelf zoveel mogelijk diensten aan te vragen<br />

5


samen met je vaste werkbegeleiders. Vakantieaanvragen lopen ook via de teamleider, let hierbij op dat je<br />

ook verplichtingen hebt naar je opleiding.<br />

Zorg dat je vakantie-uren kloppen in Harmony!<br />

Zorg dat je niet te veel vakantie-uren overhebt bij het beëindigen van de stage!<br />

Ziekmelden<br />

Bij ziekte dien je dit te melden op alle onderstaande adressen:<br />

Bij het OOC via de e-mail: ooc@elisabeth.nl<br />

Na overleg met de onderwijscoördinator bij de salarisadministratie tel: 013-5392228.<br />

Bij de leidinggevende van de afdeling, dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor 09.30 uur. Bij ziekte<br />

in het weekend voor 09.30 uur ziekmelden en direct na het weekend contact opnemen met de<br />

leidinggevende. Geef, zo mogelijk, aan hoelang de ziekte kan / zal duren, dit in verband met het regelen<br />

van de opengevallen diensten.<br />

Buiten kantooruren via de portier: 013-5391313.<br />

De opleiding informeren volgens de daar geldende afspraken.<br />

Bij herstel:<br />

Minimaal 1 dag voor werkhervatting OOC en de leiding bellen, s.v.p. in de ochtend.<br />

Bij salarisadministratie en opleiding je weer beter melden.<br />

Dienstkleding en hygiëne<br />

Dienstkleding is verplicht en wordt kosteloos ter beschikking gesteld door het ziekenhuis. De dienstkleding<br />

kun je voor elke dienst in een van de kledinguitgifte ruimtes halen. Het wassen van de kleding wordt door<br />

het ziekenhuis verzorgd. Er is een aparte mannen en vrouwengarderobe.<br />

Het belangrijk om goed verzorgd en hygiënisch op de werkvloer te zijn, wat neerkomt op o.a.<br />

Geen ringen, horloges, armbanden, etc. dragen tijdens het uitvoeren van werkzaamheden<br />

Lange haren bij voorkeur omhoog of in een staart dragen. Geen loshangende sieraden<br />

Handen schoon en verzorgd, dus tijdig wassen en nagels tijdig knippen (niet te lang) het liefst ook geen<br />

nagellak<br />

Gesloten schoenen<br />

Verdere richtlijnen ten aanzien van hygiëne en infectiepreventie vind je op de afdeling.<br />

Voor meer specifieke informatie, zie ‘inwerkchecklist <strong>F3</strong>’.<br />

6


<strong>St</strong>age lopen op <strong>F3</strong><br />

Verwachtingen<br />

De afdeling verwacht van jou een actieve voorbereiding, o.a. door het lezen van dit leerplaatsprofiel, het<br />

opstellen van een concept stagewerkplan en het maken van de bijgevoegde voorbereidingsopdracht.<br />

!!! De voorbereidende opdracht en de rekenopdracht<br />

hoeven NIET gemaakt te worden als je 1 e jaars VOZ leerling bent !!!<br />

Je persoonlijke leerpunten, de richtlijnen van de afdeling en de eindtermen van de opleiding vormen samen<br />

met het leerplaatsprofiel de noodzakelijke basis die je nodig hebt om je individuele stagwerkplan op te<br />

stellen. Gedurende de hele BPV is dit werkplan een hulpmiddel om je leerproces actief te sturen en te<br />

reflecteren op je handelen.<br />

Wanneer je vragen hebt over afdelingszaken, personele vragen of werktijden kun je contact opnemen met:<br />

Twan Verhoeven Teamleider <strong>F3</strong> 013 – 5393033<br />

Sein 6619<br />

t.verhoeven@elisabeth.nl<br />

Voor vragen met betrekking tot de opleiding en je stage kun je contact opnemen met:<br />

Mieke Kroese Opleidingsfunctionaris<br />

013-5393033<br />

013-3593521<br />

m.kroese@elisabeth.nl<br />

Aanwezig op donderdag<br />

7


Kader stagewerkplan; Bijlage 1<br />

Dit kader stagewerkplan is bedoeld voor alle lerenden die binnen het <strong>St</strong>. <strong>Elisabeth</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>(EZ) een stage<br />

volgen. Het kader geeft aan op welke manier je een volledig stagewerkplan dient te maken. Het<br />

stagewerkplan is voor lerenden en voor de werkbegeleider(s) een houvast in het leerproces. Een goed<br />

stagewerkplan helpt bij het lopen van een succesvolle stage. Je werkbegeleider zal je plan beoordelen op<br />

haalbaarheid binnen de stageplaats.<br />

Het EZ verwacht van alle lerenden dat ze volgens dit kader hun BPV plan opstellen. Met de diverse<br />

opleidingsinstituten zijn hierover afspraken gemaakt.<br />

Doelstelling stagewerkplan<br />

Het stagewerkplan is een hulpmiddel voor de lerende om middels zelfsturing en zelfdiagnose inzicht te<br />

bieden in zijn leerproces aan werkbegeleider en team. Met deze leidraad voor het leren laat hij zijn eigen<br />

verantwoordelijkheid voor zijn leerproces zien, maakt zijn leerproces inzichtelijk en vergaart bewijslast.<br />

Kader stagewerkplan<br />

Het kader geeft aan welke gegevens er minimaal in het stagewerkplan vermeld moeten worden.<br />

Je begint met de vermelding van onderstaande gegevens:<br />

Algemene gegevens<br />

naam<br />

opleiding<br />

groep/ leerjaar/ welke stage/ cohort/ klasnummer<br />

datum stageperiode (begin- en einddata)<br />

mentor EZ<br />

werkbegeleiders<br />

opleidingsfunctionaris<br />

zorgeenheid/ afdeling<br />

Gevolgd door:<br />

Inhoudelijke gegevens<br />

beginsituatie<br />

vorige afdeling (voor BBL-ers / VOZ-ers de beoordelingen van de vorige stage)/ stage/ werkervaring<br />

aandachtspunten<br />

behaalde scores<br />

(indien van toepassing certificaten van behaalde ELO modules/ Zo plein)<br />

bijzonderheden (sterktezwakte analyse)<br />

score theorie op school/ herkansingen/ opdrachten vanuit school<br />

hoe maak jij je leerproces inzichtelijk (hulpmiddelen)<br />

verwachtingen naar je stageafdeling<br />

wat kan de stageafdeling van jou verwachten<br />

welke eindscore wil je behalen?<br />

Dan volgen je leerdoelen:<br />

Leerdoelen<br />

Bij voorkeur werk je één leerdoel op maximaal 1 tot 1,5 A4 uit.<br />

8


Leerdoelen<br />

Een leerdoel is een eenduidig te interpreteren formulering, in concreet waarneembaar en toetsbaar gedrag,<br />

van datgene wat je na een bepaalde tijdsperiode en met behulp van bepaalde leeractiviteiten (of onder<br />

bepaalde voorwaarden) bereikt wilt hebben.<br />

De omschrijving van het concrete leerdoel dient te voldoen aan de SMART eisen. Deze zijn:<br />

Specifiek<br />

Meetbaar<br />

Acceptabel<br />

Realistisch<br />

Tijd gebonden<br />

De volgende punten moeten aanwezig zijn binnen het geformuleerde leerdoel:<br />

Aandachtspunt:<br />

Ik wil deze praktijkleerperiode aandacht besteden aan…<br />

Concreet leerdoel:<br />

Pas de SMART-eisen toe in de omschrijving van je leerdoel<br />

Verduidelijking van elementen uit het leerdoel:<br />

Begripsverheldering. Geef hier aan wat de onduidelijke elementen uit je leerdoel betekenen of inhouden. Je<br />

hoeft niets te vermelden als alles duidelijk en dus eenduidig te interpreteren is.<br />

Mijn beginsituatie:<br />

Tot nu toe heb hier aan gewerkt door…<br />

Leeractiviteiten:<br />

Om dit leerdoel te bereiken ga ik…<br />

Geef hier alle leeractiviteiten aan die je nodig hebt om je doel te bereiken. Let erop dat je ze in een logische<br />

volgorde aangeeft.<br />

Vraag om begeleiding:<br />

Van mijn begeleid(st)er verwacht ik…<br />

Toets:<br />

Mijn verantwoording zal bestaan uit:<br />

Vermeld hier de toetsmethode, wie beoordeelt en de normering.<br />

Niveau 4 lerenden geven onder het leerdoel aan welke kernta(a)k(en) en werkproces(sen) bij het leerdoel<br />

horen. Niveau 5 en SVVO lerenden geven hun competenties aan. Alles wordt voluit geschreven.<br />

Voorbeeld leerdoel<br />

Leerdoel 1 Meest voorkomende ziektebeelden<br />

Aandachtspunt:<br />

Ik wil deze BPV aandacht besteden aan het opdoen van kennis over ziektebeelden. Naast medische en<br />

verpleegkundige kennis gaat het mij ook om de ervaringen van de patiënt.<br />

Concreet leerdoel:<br />

Ik kan voor 15 mei van 5 veel voorkomende ziektebeelden op afdeling X de belangrijkste aspecten<br />

beschrijven op complex niveau en kan de samenhang tussen de uitgewerkte onderdelen toelichten.<br />

9


Verduidelijking van elementen in mijn leerdoel:<br />

In overleg met mijn werkbegeleider ga ik de 5 onderstaande ziektebeelden uitwerken:<br />

-<br />

-<br />

Met complex niveau bedoel ik…..<br />

De belangrijkste aspecten zijn:<br />

-<br />

In een later leerdoel wil ik een koppeling van theorie naar de praktijk maken.<br />

Mijn beginsituatie:<br />

De gehele anatomie is op school behandeld. Pathologie deels. Ik heb op de vorige afdelingen en<br />

zorginstellingen verschillende ziektebeelden uitgewerkt. Deze zijn met een goed beoordeeld.<br />

Leeractiviteiten:<br />

• Een literatuurstudie naar de ziektebeelden;<br />

• Een literatuurstudie naar de medicatie bij dit ziektebeeld;<br />

• Het zorgpad in beeld brengen bij de patiënt;<br />

• Verpleegkundige interventies onderzoeken;<br />

• Ervaringen van patiënten inventariseren door het houden van gesprekken;<br />

• Bovenstaande informatie samenbundelen in een verslag per ziektebeeld;<br />

• Feedback vragen aan wb-ers gedurende de uitwerking.<br />

Vraag om begeleiding:<br />

Van de begeleider verwacht ik dat hij mee wil kijken naar de uitwerking. Ook vind ik het fijn dat, als ik<br />

vragen heb, ik bij haar terecht kan. Ook zou ik graag feedback willen op wat ik doe. Ik zal de begeleider<br />

laten zien hoe ver ik ben en tussentijds zelf om feedback vragen.<br />

Toets:<br />

De 5 verslagen worden door mijn werkbegeleidster beoordeeld op complex niveau zoals beschreven in de<br />

verduidelijking. Mijn werkbegeleidster stelt mij vragen over de uitwerking die ik kan beantwoorden<br />

waardoor mijn inzicht in het ziektebeeld blijkt.<br />

Niv4 Kerntaak… Werkproces...( schrijf deze voluit)<br />

Niv 5 Dit leerdoel hoort bij de competentie: 1 ...( schrijf deze voluit)<br />

Adviserende hulpmiddelen bij leerdoelen<br />

Tijdspad<br />

Je tijdspad kun je inzichtelijk maken door in een grafiek de tijd tegen je leerdoelen te plaatsen.<br />

Tijd in weken →<br />

Leerdoel ↓<br />

1 2 3 4<br />

Basiszorg X X X<br />

Informatie geven X X<br />

Kennis ziektebeelden X X X<br />

Een dergelijke grafiek kun je ook maken voor je competenties of werkprocessen.<br />

10


Portfolio ( stagemap)<br />

In je portfolio bewaar je naast je BPV plan ook:<br />

Tips:<br />

- Beoordelingen van alle stages met de toen geformuleerde aandachtspunten.<br />

- Eventuele verbetertrajecten.<br />

- Beoordeling- en evaluatieformulieren EZ m.b.t. huidige stage.<br />

- Overzicht ziektedagen.<br />

- Achter elk leerdoel apart de bijbehorende bewijslast :<strong>St</strong>arr verslagen, een logboek (logboek<br />

is niet verplicht), checklijsten, werkstukken of literatuurstudies etcetera.<br />

- Alle bewijslast dient gedateerd en ondertekend te zijn door een (vaste) werkbegeleider, zonodig<br />

aangevuld door schriftelijke feedback.<br />

- Een werkbegeleider kan ook ongevraagd advies of feedback toevoegen aan je portfolio indien dit<br />

wenselijk is.<br />

Het is handig voor jezelf en je werkbegeleiders dat je portfolio goed is ingedeeld en overzichtelijk is. Maak dus gebruik van<br />

een inhoudsopgave en tabbladen (advies: deel je portfolio in per leerdoel.) Je portfolio dient altijd op de afdeling aanwezig<br />

te zijn. Neem je het mee om aan te werken overleg dit dan met je begeleiders.<br />

Tips voor leerdoelen tijdens je stage op <strong>F3</strong><br />

Om je te helpen je leerproces vorm te geven en een succesvolle stage te lopen hebben we binnen<br />

zorgeenheid cardiologie een aantal voorbeelden/onderwerpen samengesteld waarover je leerdoelen kunt<br />

maken. Deze hebben betrekking op een deel van de competenties waarin jij je ook vanuit school dient te<br />

bekwamen. Let wel, het zijn voorbeelden, het is geen verplichte lijst.<br />

Voorbeelden/onderwerpen basis:<br />

- Oriëntatie op de afdeling: dagindeling, aanwezige disciplines, kennis maken, en werkafspraken.<br />

- Het verlenen van basiszorg.<br />

- Het helpen bij uitscheiding<br />

- Het verzorgen van de voeding.<br />

- Het verzorgen van een veilige, prettige leefomgeving.<br />

- Contacten aangaan, onderhouden en afbouwen met een zorgvrager.<br />

- Het geven van emotionele ondersteuning en begeleiding.<br />

- Het begeleiden bij mobiliteit en transfers.<br />

- Kennis van vitale functies.<br />

- Werkzaamheden kunnen plannen en evalueren.<br />

- Het kunnen ontvangen en geven van feedback.<br />

- Het bevorderen van je eigen deskundigheid als verpleegkundige.<br />

- Het verkrijgen van een passende beroeps-en studiehouding.<br />

Zorg ervoor dat je in je leerplan een koppeling maakt tussen de beroepsproducten, werkprocessen en competenties die je voor je<br />

school moet behalen! Onder je leerdoel geef je deze aan. Als alles vermeld is behaal je met je leerdoelen dus ook al je werkprocessen<br />

en competenties. Voor de uitwerking van de leerdoelen volg je het kader stagewerkplan.<br />

11


Voorbeelden/onderwerpen gevorderd:<br />

- Items van basis.<br />

- Oriëntatie op de afdeling: dagindeling, aanwezige disciplines, kennis maken, protocollen en<br />

werkafspraken. Daarnaast ook ruimte voor een kennismaking met de CCU (coronairy care unit,<br />

observatorium en catheterisatiekamer)<br />

- Kennis hebben van ziektebeelden,inclusief de verpleegkundige observaties, vitale<br />

functies,mogelijke complicaties, diagnostiek, preventies en behandeling (zie pagina 10)<br />

- Kennis van cardiologische onderzoeken, behandelingen en medicatie.<br />

- Verpleegproblemen uitwerken met daarbij beschreven de verpleegkundige observaties, mogelijke<br />

complicaties, interventies en gewenste zorgresultaten per verpleegprobleem.<br />

- Algemene en specifieke cardiologische medicatie en hun relatie tot de vitale functies (pols,<br />

bloeddruk) en de vochtregulatie.<br />

- Samenwerken, intra,- en multidisciplinair.<br />

- Kennis van de structurele aanpak van patiëntenvoorlichting rondom de cardiologische zorgvrager.<br />

- Het geven van GVO (gezondheidsvoorlichting) aan de cardiologische zorgvrager.<br />

- Coördinatie van zorg voor een groep cardiologische zorgvragers op een dag.<br />

- Coördinatie van zorg voor een zorgvrager van opname tot ontslag. (het gehele zorgtraject).<br />

- Verpleegtechnische vaardigheden/zorg rondom onderzoek/behandeling.<br />

- Kennis hebben van/of een bijdrage leveren aan kwaliteitsbevordering.<br />

- Ontwikkelen van professionalisering/deskundigheidsbevordering van jezelf of je beroepsgroep.<br />

Zorg ervoor dat je in je leerplan een koppeling maakt tussen de beroepsproducten, werkprocessen en competenties die je voor je<br />

school moet behalen!<br />

Onder je leerdoel geef je deze aan. Als alles vermeld is behaal je met je leerdoelen dus ook al je werkprocessen en competenties. Voor<br />

de uitwerking van de leerdoelen volg je het kader stagewerkplan.<br />

Tips:<br />

Het zijn en blijven voorbeelden, let vooral op je individuele leertraject!<br />

- Geef dagelijks aan, aan welk leerdoel je werkt.<br />

- Veel werkbegeleiders vinden het prettig als je vragen stelt. Zo laat je zien dat je interesse hebt en merkt je<br />

werkbegeleider waar je mee bezig bent.<br />

- Onder iedere <strong>St</strong>arr, logboekreflectie en/of verslag kun je aangeven aan wie en wanneer je om feedback hebt<br />

gevraagd. Er ligt een gezamelijke feedbackmap op de afdeling.(de sterretjesmap). Hier mag je gebruik van<br />

maken, je kunt ook individuele afspreken maken met je werkbegeleider. Een herinneringsbriefje of mail kan<br />

zonodig onbeperkt worden ingezet.<br />

Afspraken betreffende je leerproces:<br />

Afspraken maken we om je leerproces en de begeleiding vlot te laten verlopen. Daarom onderstaand een<br />

aantal afspraken die de basis vormen voor onze samenwerking.<br />

We bespreken deze in het introductiegesprek.<br />

- Je bent zelf verantwoordelijk voor je leerproces.<br />

- Je portfolio bewaar je op de afdeling.<br />

- Je leerproces houd je goed inzichtelijk<br />

- Als reflectiemiddel gebruiken we de STARR methode. Boven iedere <strong>St</strong>arr die je schrijft<br />

geef je aan de datum en bij welk leerdoel de <strong>St</strong>arr hoort. Alle bewijslast bewaar je<br />

achter het respectievelijke leerdoel in je portfolio<br />

- Indien de situatie hier om vraagt kan elke werkbegeleider op eigen initiatief feedback op<br />

je handelen geven en deze aan je portfolio toevoegen.<br />

- Bij mondelinge- of praktijktoetsing van leerdoelen maak je nadien een kort verslagje over<br />

deze toetsing. Dit dateer je en laat je ondertekenen door je werkbegeleider(s) en je stopt<br />

het eveneens achter je leerdoel.<br />

12


- Elke verpleegkundige kan je begeleiden. Je vast werkbegeleiders zorgen voor de grote<br />

lijn. Zelf initiatief tonen door diensten samen met je vast werkbegeleiders aan te vragen<br />

op de dienstlijst vergroot het aantal contactmomenten aanzienlijk.<br />

- Via de mail kun je altijd contact houden met je (vaste) werkbegeleiders.<br />

- Je levert binnen 1 week na de praktijksituatie waarop je wilt reflecteren de<br />

bewijslast/ <strong>St</strong>arr aan. De werkbegeleider geeft binnen 2 weken na ontvangst feedback<br />

op de aangeleverde bewijslast / <strong>St</strong>arr<br />

- Gespreksplanning doe je in overleg met je werkbegeleiders en de opleidingsfunctionaris.<br />

- Beoordelingsformulieren wissel je nadat ze ingevuld zijn uit met je werkbegeleiders en<br />

lever je 3 werkdagen voor het gesprek in bij de opleidingsfunctionaris (formulieren staan<br />

op intranet).<br />

- Je conceptwerkplan stuur je naar je werkbegeleiders en naar de opleidingsfunctionaris<br />

per mail.<br />

Afspraken werken in de praktijk op <strong>F3</strong>:<br />

- Zelfstandig de artsenvisite lopen is pas mogelijk indien dit door een werkbegeleider<br />

tijdens een beoordelingsgesprek is vastgelegd.<br />

- Zelfstandig werken op kamers of met begeleiding op afstand is pas mogelijk indien dit<br />

door een werkbegeleider tijdens een voortgangsgesprek is vastgelegd.<br />

- De standaardcontroles worden iedere dag rond 8:00 uur gedaan. Deze controles<br />

houden in dat de bloeddruk gemeten, pols geteld, temperatuur gemeten en eventueel<br />

gewogen wordt. Hoewel er een Dyna-map aanwezig is, is het een afspraak dat<br />

leerlingen in eerste instantie controles handmatig uitvoeren tenzij je daar met je<br />

werkbegeleider andere afspraken over maakt.<br />

- In overleg met de werkbegeleider mag je leren een ECG aan te sluiten. Het<br />

daadwerkelijke maken wordt altijd gedaan door een gediplomeerd verpleegkundige.<br />

- Met de telemetrie heb je op zich geen bemoeienis. Er kan alleen aan je gevraag worden<br />

om de batterijen te wisselen. Neemt niet weg dat je wel degelijk jezelf in ritmes kunt<br />

verdiepen.<br />

- In het ziekenhuis is een patiëntentransport. Op f3 worden een aantal patiënten<br />

telemetrisch bewaakt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen bewaking en<br />

monitoring. De patiënten die vallen onder bewaking mogen alleen onder begeleiding van<br />

een verpleegkundige met een life-pack naar beneden. De verpleegkundige bepaalt ook<br />

in andere situaties of het verantwoord is of de patiënt met het patiëntentransport<br />

weggebracht wordt.<br />

- In principe mogen zorgvragers niet van de etage af tenzij dit is afgesproken met de arts.<br />

- <strong>St</strong>agiaires en leerlingen zonder een inlogcode voor Theriak kunnen niet zelfstandig<br />

medicatie delen, onder begeleiding van een verpleegkundige kun je wel een leersituatie<br />

aangaan.<br />

- Roosterplanning en vakantieaanvragen, lopen via de teamleider, zorg dat je niet teveel<br />

vakantieuren op het einde van je stage over hebt!<br />

Het stagewerkplan kan altijd bijgesteld worden.<br />

Het is een dynamisch hulpmiddel!<br />

13


Voorbereidingsopdracht, Bijlage 2<br />

Het spreekwoord zegt: een goede voorbereiding is het halve werk. Dat vinden wij ook, daarom verwachten<br />

wij van jou een goede voorbereiding.<br />

Omdat goed voorbereiden vaag is, hebben wij een opdracht gemaakt waarvan je op je eerste stagedag de<br />

uitwerking meebrengt. De uitwerking van deze opdracht kan je weer gebruiken bij de leerdoelen van je<br />

werkplan. De voorbereidende opdracht bestaat uit een algemeen onderdeel over het hart en twee<br />

casussen.<br />

Het hart: Anatomie en fysiologie<br />

!!! De voorbereidende opdracht en de rekenopdracht<br />

hoeven NIET gemaakt te worden als je 1 e -jaars VOZ-leerling bent!!!<br />

Vragen<br />

1 Hoeveel boezems en hoeveel kamers heeft een hart?<br />

2 Wat is het belangrijkste gedeelte van het hart, de boezems of de kamers en waarom?<br />

3 Beschrijf in het kort hoe de kleine bloedsomloop verloopt.<br />

4 Beschrijf in het kort hoe de grote bloedsomloop verloopt.<br />

5 Beschrijft in het kort hoe de “ prikkelgeleiding” van het hart verloopt.<br />

6 Noem 3 coronair arteriën en de functie van de coronair arteriën.<br />

Casus 1 Mevr. de Jong<br />

Mw. de Jong is een vrouw van 88 jaar die nog zelfstandig woont. Mw de Jong klaagt al een aantal dagen<br />

over toenemende benauwdheid, ook is ze snel moe na inspanning. Vanochtend werd mw. de Jong door<br />

haar dochter thuis aangetroffen in een zeer kortademige toestand. Mw zat rechtop in de stoel en kon bijna<br />

niet lopen omdat haar benen ook zo zwaar waren. Volgens de dochter is mw. de afgelopen tijd ook wat<br />

boller eruit gaan zien, vooral haar benen zijn zo dik. De dochter vond de situatie van haar moeder zo<br />

beangstigend dat ze meteen 112 gebeld heeft.<br />

Mw is naar de SEH gebracht waar ze gezien werd door een cardioloog. Ze werd even later opgenomen op<br />

afdeling <strong>F3</strong> met de diagnose Decompensatio Cordis oftewel hartfalen. Mw werd hier behandeld met<br />

diuretica (furosemide) via het infuus.<br />

7 Wat is Decompensatio Cordis en welke symptomen kun je zien?<br />

8 Benoem 2 potentiële verpleegproblemen bij deze patiënt met doelen en acties.<br />

9 Wat is furosemide.<br />

10 Waar moet je absoluut rekening mee houden als een patiënt furosemide iv toegediend krijgt?<br />

Casus 2 dhr. de Vries<br />

Dhr. de Vries is een jonge man van 45 jaar. Het beroep van dhr. de Vries is internationaal<br />

vrachtwagenchauffeur. Door het drukke schema heeft hij weinig tijd om aan beweging te doen. Hij eet vrij<br />

onregelmatig bij wegrestaurants. Hij klaagt al twee weken over een aanhoudend “strak bandgevoel”<br />

boven aan zijn torso bij inspanning. Dit gevoel zakt als hij zich minder inspant of stopt met de inspanning.<br />

Dhr. zelf denkt zelf dat het een spier is die hij overbelast heeft.<br />

De wordt ingestuurd naar de Spoed Eisende Hulp voor diagnose en cardiologisch consult.<br />

11 Wat wordt in de volksmond bedoeld met “pijn op de borst”<br />

12 Wat zijn hier de symptomen van? Beschrijf er minimaal 3<br />

13 Wat zijn volgens de literatuur “risicofactoren” voor hart- en vaatziekten. Noem er drie.<br />

14 Wat doet cholesterol met hartvaten, en waarom is het gevaarlijk?<br />

14


De cardioloog wil bij dhr. nog tijdens de opname een fietsergometrie laten doen. Na dit onderzoek is<br />

besloten om dhr. te katheteriseren een zogenaamde CAG.<br />

Uit de uitslag van de CAG blijkt dat bij dhr. meerdere coronair arteriën bijna voor 95% dicht zitten. Dhr.<br />

wordt per ambulance naar Breda gebracht voor een PCI ofwel dotterbehandeling. Tijdens het dotteren<br />

blijken niet alle coronair arteriën open te kunnen, waarvoor hij een CABG krijgt. Na een week keert dhr.<br />

terug naar <strong>F3</strong> om verder te revalideren.<br />

15 Dhr. Kreeg ook een fietsergometrie, waarom krijgen cardiologische patiënten dit onderzoek?<br />

16 Wat is een PCI en wat houdt deze ingreep in?<br />

17 Wat is een CABG en waarom wordt voor die behandeling gekozen?<br />

Rekenopdracht<br />

Indien je nog geen ziekenhuiservaring hebt, kunnen deze opdrachten vrij lastig zijn, kijk gewoon welke je<br />

weet.<br />

Deze opdrachten zijn ook bedoeld om te zien hoever je hierin staat, een soort nulmeeting.<br />

Leerlingen die een leerarbeidsovereenkomst hebben met het <strong>St</strong>. <strong>Elisabeth</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> dienen de ELO<br />

training rekenen zorg jaarlijks met goed resultaat te volgen.<br />

Een voldoende voor de ELO training verpleegkundige rekenen is een voorwaarde om medicijnen te mogen<br />

delen.<br />

A. Je hebt in voorraad infuuszakken Nacl 0,9% van 500 ml.<br />

Zorgvrager moet per dag 1500 ml infusie krijgen<br />

Je gaat deze infuuszakken over een infuuspomp zetten.<br />

Op hoeveel ml per uur zet je deze pomp?<br />

Antwoord: per uur<br />

B. Wat is de inlooptijd per infuuszak?<br />

Antwoord: uur<br />

C. Een insulinespuit voor een infuuspomp bevat 50 Eh/50 ml.<br />

Zorgvrager moet 16 EH per uur hebben.<br />

Op welke stand (=ml/per uur) stel je de pomp in?<br />

Antwoord:<br />

D. Dhr. Jansen wordt tijdens de opname erg onrustig ten gevolge van een delier.<br />

De arts geeft je de opdracht om dhr. 4 mg. Haldol toe te dienen. Op het flesje Haldol staat het<br />

volgende: 20 druppels = 1 ml = 2 mg.<br />

Hoeveel druppels Haldol geef je aan dhr?<br />

Antwoord: druppels<br />

Succes met je stage op <strong>F3</strong><br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!