Informatiemap voor de voertuigbranche pdf, 581kb - Rdw

5 Aanmelden Bedrijfsvoorraad
Hoe voertuigen aangemeld kunnen worden in uw bedrijfsvoorraad beschrijft dit hoofdstuk. De
voorwaarden voor aanmelden staan in paragraaf 5.1. Wat u moet wanneer delen van het kentekenbewijs
zijn vermist staat in paragraaf 5.2 beschreven. In paragraaf 5.3 staat hoe u moet handelen wanneer het een
schadevoertuig betreft. De blauwe taxiplaten komen in paragraaf 5.4 aan bod. De verschillende manieren
van aanmelden worden daarna beschreven (paragraaf 5.5). Hoe u moet aanmelden via ORB beschrijft
paragraaf 5.6 en via het postkantoor of PostNL kantoor aanmelden (tot 1 januari 2012) staat in de daarop
volgende paragraaf (5.7). Paragraaf 5.8 beschrijft wat u moet doen wanneer de registratiebevestiging
uitblijft. Wanneer de registratie van opname in bedrijfsvoorraad uitblijft staat in paragraaf 5.9. Wat u moet
doen na aanmelding in bedrijfsvoorraad beschrijft paragraaf 5.10. Wat u moet doen wanneer u een
voertuig niet correct heeft aangemeld staat in paragraaf 5.11. Hoe u uw administratie moet uitvoeren staat
in paragraaf 5.12.
5.1 Voorwaarden aanmelden
De zuiverheid van het kentekenregister van de RDW is van groot belang voor de controle op de voertuigverplichtingen
zoals de motorrijtuigenbelasting, verzekering en APK. Daarom is het aanmelden in
bedrijfsvoorraad aan strenge regels gebonden.
Voordat u een voertuig wilt aanmelden moet er aan enkele voorwaarden zijn voldaan:
- een voertuig mag u alleen in de bedrijfsvoorraad aanmelden als u eigenaar bent geworden van
het voertuig en u het voertuig heeft ingekocht met als doel wederverkoop of demontage. Dit moet u bij
een controle aan kunnen tonen, bijvoorbeeld door middel van een aankoopnota.
- u mag een voertuig ook pas aanmelden in bedrijfsvoorraad wanneer de juiste delen van het
kentekenbewijs (het tenaamstellingsbewijs (bedrijfsvoorraadbewijs) en het overschrijvingsbewijs) in
uw bezit zijn. U dient tevens te controleren of de verkoper in het bezit is van het juiste voertuigbewijs
en dat het voertuig voorzien is van de bijbehorende kentekenplaat/platen.
- bij aanmelding moeten de bijbehorende kentekenplaten aanwezig zijn, volgens de modellen 18.2A tot
en met 18.2C, met uitzondering van kentekenplaten met een donkerblauwe achtergrond, 27.1A tot en
met 27.10C, 27.30A tot en met 27.31C en 30.1A tot en met 30.4D van de bijlage bij de Regeling
kentekens en kentekenplaten. Het aantal in ontvangst te nemen kentekenplaten bedraagt één bij
voertuigen op twee of drie wielen, bromfietsen of aanhangwagens, respectievelijk twee bij voertuigen
op meer dan drie wielen. Het voorgaande is niet van toepassing indien het voertuigen betreft waarbij
alleen bijbehorende donkerblauwe kentekenplaten in ontvangst genomen zijn.
Met de duplicaatcode en controleletter kan worden gecontroleerd of het kentekenbewijs actueel is. Als een
deel van het kentekenbewijs verloren is gegaan of is gestolen, krijgt het vervangende kentekenbewijs een
andere duplicaatcode en controleletter. Wanneer bij de aanmelding van bedrijfsvoorraad het oude
document wordt gebruikt, kloppen de duplicaatcode en de controleletter op het kentekenbewijs niet met de
registratie bij de RDW. Het voertuig kan en mag dan niet in bedrijfsvoorraad worden opgenomen. De
controleletter komt alleen voor op overschrijvingsbewijzen die na 1 januari 1995 zijn afgegeven. Ook op
de kentekenpla(a)t(en) kan een duplicaatcode voorkomen.
Op kentekenbewijzen die na 16 juli 1991 zijn afgegeven, staat de duplicaatcode apart op het overschrijvingsbewijs
vermeld. De duplicaatcode kan een letter of een streepje (-) zijn. Is het kentekenbewijs
afgegeven na 1 februari 1994, dan bestaat de duplicaatcode uit twee cijfers. Staat er geen duplicaatcode op
het overschrijvingsbewijs, dan kunt u deze uit de voertuigcode overnemen. In dit geval vindt u de
duplicaatcode altijd op de zevende positie van de voertuigcode (code vermeld op kopie deel III).
3 B 0842w
RDW - Informatiemap voor de voertuigbranche
Laatst gewijzigd: 11 juli 2013
26