Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Diligentia 87<br />
Legeren<br />
van metalen<br />
Figuur 1. Basis van het Miedema-model <strong>voor</strong> het legeren van metalen.<br />
Een tweede bijdrage aan de vormingswarmte vindt zijn oorsprong in de discontinuïteit<br />
van de dichtheid van de elektronen, n WS , aan het grensvlak tussen ongelijksoortige atomen.<br />
Dit verschil in dichtheid D n WS leidt tot een positieve bijdrage in de legeringswarmte. Immers,<br />
de oorspronkelijke dichtheid in de metalen A en B was zo gekozen dat een energieminimum<br />
werd bereikt: elke verandering zal dus tot een energievergroting leiden. In<br />
wiskundige termen uitgedrukt zijn de bijdragen te schrijven als kwadratische termen. In<br />
zijn oervorm ziet de formule die de vormingswarmte DH van een legering A-B beschrijft er<br />
als volgt uit, met P en Q empirische constanten:<br />
D H = -P(D F *) 2 + Q(D n WS ) 2<br />
Veel werk is gestopt in het verzamelen van thermodynamische gegevens over legeringen en<br />
in het vinden van de beste waarden <strong>voor</strong> de parameters F * en n WS <strong>voor</strong> de zuivere metalen.<br />
De beste waarden <strong>voor</strong> de empirische constanten P en Q zijn bepaald aan de hand van<br />
experimentele waarden <strong>voor</strong> de legeringswarmte.<br />
Met behulp van de oerformule is een heldere scheiding te maken tussen A-B systemen die<br />
wel of niet met elkaar willen legeren. Als D H negatief is dan zal er een legering bestaan, is<br />
D H positief dan lukt het legeren niet.<br />
Aanvankelijk ontmoette het Miedema-model veel scepsis: vakge<strong>no</strong>ten konden niet accepteren<br />
dat steeds kleinere brokjes metaal, tot op atomaire schaal, <strong>no</strong>g steeds de eigenschappen<br />
van het macroscopische metaal zouden vertonen. An<strong>no</strong> <strong>2008</strong> zouden zij verwijzen<br />
naar de afwijkende materiaaleigenschappen op na<strong>no</strong>-schaal die de fysica telkens weer verbazen.<br />
Weldra bleek echter de <strong>voor</strong>spellende kracht van het model ‘verbluffend groot’ [1].<br />
Het model was in staat tot kwantitatieve <strong>voor</strong>spellingen van warmte-effecten bij legeren,<br />
zoals de oploswarmte van metaal A in metaal B, de mengwarmte van A en B, oppervlakteenergie<br />
effecten bij legeren en van de energie van lege plaatsen in het kristalrooster van<br />
een legering (zogenaamde vacatures). Ook bleek het mogelijk amorfe structuren na legeren<br />
te <strong>voor</strong>spellen. De houding van de vakge<strong>no</strong>ten veranderde langzaam maar zeker. In<br />
1980 ontvingt Miedema de Hewlett Packard Europhysics Prize, gevolgd door de Hume<br />
Rothery Gold Medal in 1981. Het verschijnen van het boek Cohesion in Metals: Transition<br />
Metals in 1989 [2] was een doorbraak.<br />
Productie van metalen<br />
De productie van metalen op wereldschaal is samengevat in tabel 1. Het is duidelijk dat<br />
de productie van ijzer en staal in tonnen gemeten (ruim 1,4 miljard ton in 2007) de totale<br />
IJzer, meester der metalen?