Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ... Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

natuurwetenschappen.diligentia.nl
from natuurwetenschappen.diligentia.nl More from this publisher
22.09.2013 Views

78 Diligentia herkenningreceptoren (pattern recognition receptors) die essentieel zijn voor de herkenning van micro-organismen. De Toll-receptoren zijn genoemd naar het eiwit Toll van de fruitvlieg, Drosophila melanogaster. Toll speelt een essentiële rol speelt bij de patroonvorming van de Drosophila-larve. Later werd ontdekt dat Toll tevens betrokken is bij de afweer van volwassen fruitvliegen tegen schimmelinfecties. Bovendien werd ontdekt dat zogenaamde C3H HeJ muizen een mutatie hebben in een gen dat sterk homoloog is met de Toll-receptor van Drosophila. Dit gen bleek te coderen voor een receptor die het lipo-polysaccharide (LPS) herkent, dat een belangrijke component is van de celwand van gram-negatieve bacteriën. De mutatie in deze receptor leidt aan de ene kant tot een grotere gevoeligheid van C3H HeJ muizen voor infecties met gram-negatieve bacteriën, maar aan de andere kant beschermt het deze muizen tegen sepsis, de overreactie van het immuunsysteem die optreedt wanneer LPS direct in de bloedbaan komt. De ontdekking in 1998 van de LPS-receptor, later TLR4 genoemd, bracht een hernieuwde interesse in het aangeboren immuunsysteem met zich mee, met name toen duidelijk werd dat het adaptieve immuunsysteem niet kan functioneren zonder eerst geactiveerd te worden via de Toll-signaalroute [15]. De mens bezit negen functionele Toll-receptoren die elk een verschillende specificiteit hebben voor bepaalde structurele componenten van micro-organismen [16]. Zoals genoemd herkent TLR4 LPS uit de celwand van gram-negatieve bacteriën. TLR2 vormt complexen met TLR1 en met TLR6, die lipopeptiden en andere componenten uit de celwand van gram-positieve bacteriën herkennen. TLR 5 herkent het eiwit flagelline uit de zweepstaart van motiele bacteriesoorten. Andere Toll-receptoren, waaronder TLR3, TLR7 en TLR8, herkennen enkel- of dubbelstrengsvormen van viraal RNA. Tenslotte, TLR9 herkent ongemethyleerde regio’s van CG-rijk DNA die kenmerkend zijn voor virale en bacteriële genomen. De herkenning van deze microbiële componenten door Toll-receptoren zet een signaalroute in werking die leidt tot de activering van verschillende processen die betrokken zijn bij de immuunrespons, waaronder de productie van bacteriedodende, reactieve zuurstofmoleculen en de transcriptie van genen die coderen voor cytokinen die ontstekingsreacties opwekken en het adaptieve immuunsysteem activeren. Een fylogenie-reconstructie van de familie van de Toll-receptoren laat zien dat deze familie sterk geconserveerd is tussen de mens en de zebravis (figuur 3). De zebravis heeft minstens 17 Toll-receptoren, dus bijna twee keer zoveel als de mens [17]. Dit is het gevolg van een genoomduplicatie die heeft plaatsgevonden tijdens de evolutie van de vissen. Hierdoor heeft de zebravis bijvoorbeeld twee tegenhangers van TLR4, die Tlr4a en b zijn genoemd. In andere gevallen is er na de genoomduplicatie vermoedelijk weer één van de gedupliceerde genen verdwenen, zodat er bijvoorbeeld maar één tegenhanger van TLR3 in het zebravisgenoom is overgebleven. Wij hebben laten zien dat alle TLRs van Zebravissen bij het ontrafelen van het immuunsysteem Figuur 3. Fylogenetische reconstructie van de Toll-receptoren (TLR’s) van de zebravis (Z), de koffervis (F), de mens (H) en de Toll-9-receptor van fruitvlieg.

Diligentia 79 de zebravis al tijdens de embryogenese tot expressie komen [18]. Bovendien blijkt de expressie van sommige TLRs induceerbaar te zijn door bacteriële infecties [17]. Om aan te tonen dat de TLR-signaalroute al in het zebravisembryo actief is hebben wij gebruik gemaakt van de hierboven beschreven morpholino-knockdown-techniek. Allereerst hebben wij een morpholino gericht tegen MyD88. Dit is een essentieel adaptermolecuul in de signaaltransductie van bijna alle TLRs. In tegenstelling tot de controlegroep, waren embryo’s die geïnjecteerd waren met de MyD88-morpholino niet meer in staat om een niet-pathogene bacteriële infectie op te ruimen. Dit experiment toont dus aan dat MyD88 noodzakelijk is voor de immuunrespons van zebravisembryo’s. Recente morpholino-knockdown-studies in zebravisembryo’s (ongepubliceerde data) hebben tevens laten zien dat de zebravishomologen van TLR5 (Tlr5a en b) betrokken zijn bij de herkenning van bacterieel flagelline, evenals TLR5 van de mens. Deze resultaten onderstrepen de bruikbaarheid van het zebravisembryomodel voor onderzoek naar de signaalroutes van het aangeboren immuunsysteem. Transgene zebravislijnen voor immunologisch onderzoek De transparantie van zebravisembryo’s maakt het mogelijk om de ontwikkeling en het gedrag van immuuncellen zichtbaar te maken in een levend organisme, zonder gebruik van invasieve technieken [11]. Dit kan met behulp van contrastmicroscopie of met behulp van fluorescentiemicroscopie wanneer gebruik wordt gemaakt van transgene zebravissen (figuur 4). In de laatste jaren zijn verschillende zebravislijnen met fluorescent-gemarkeerde immuuncellen ontwikkeld. Bijvoorbeeld de PU.1-GFP-lijn vertoont specifieke fluorescentie in de vroege precursors van de macrofagen en neutrofielen in 1-dag oude embryo’s [19]. Daarnaast zijn er transgene lijnen waarin de neutrofielen of een subpopulatie daarvan fluorescent gemarkeerd zijn [20-22]. Met behulp van deze lijnen kan het proces van acute inflammatie dat optreedt als reactie op een weefseltrauma in detail worden gevolgd, evenals de resolutiefase waarin de ontstekingsreactie weer wordt opgeheven. Onderzoek van verschillende groepen heeft aangetoond dat de inflammatie van een verwond embryoweefsel na 12 tot 24 uur weer is opgelost en dat bij de resolutiefase twee processen een rol spelen: de geprogrammeerde celdood (apoptose) van neutrofielen en de migratie van neutrofielen terug naar het bloedvatstelsel van het embryo [20,21]. Een macrofaag-specifieke transgene lijn bestaat nog niet, maar wij hebben recent nieuwe macrofaag-specifieke genen gekarakteriseerd, waarvan de promotors nu gebruikt kunnen worden voor koppeling aan GFP en het genereren van een transgene lijn. Zolang een dergelijke lijn nog niet beschikbaar is, kunnen macrofagen wel eenvoudig zichtbaar gemaakt worden door injectie van fluorescente bacteriën of fluorescente micro-beads. Omdat macrofagen efficiënte fagocyten zijn, raken ze hierdoor snel fluorescent gelabeld, terwijl de neutrofielen in zebravisembryo’s slechts een geringe fagocytose-activiteit hebben [22, 23]. Figuur 4. Visualisatie van immuuncellen in zebravisembryo’s door middel van contrastmicroscopie (A) of fluorescentiemicroscopie (B). (A) Macrofaag (links) en drie rode bloedcellen in een bloedvat dat over de dooierzak van een 1-dag-oud embryo loopt. (B) Transgene zebravis met GFP-expressie in het oog en in neutrofielen in de staart van een 3-dagen-oud embryo [22]. De inzet in B toont een detail van de GFP-gelabelde neutrofielen. De lengtemaat is 10 micrometer. Zebravissen bij het ontrafelen van het immuunsysteem

78 Diligentia<br />

herkenningreceptoren (pattern recognition receptors) die essentieel zijn <strong>voor</strong> de herkenning<br />

van micro-organismen. De Toll-receptoren zijn ge<strong>no</strong>emd naar het eiwit Toll van de fruitvlieg,<br />

Drosophila mela<strong>no</strong>gaster. Toll speelt een essentiële rol speelt bij de patroonvorming<br />

van de Drosophila-larve. Later werd ontdekt dat Toll tevens betrokken is bij de afweer van<br />

volwassen fruitvliegen tegen schimmelinfecties. Bovendien werd ontdekt dat zogenaamde<br />

C3H HeJ muizen een mutatie hebben in een gen dat sterk homoloog is met de Toll-receptor<br />

van Drosophila. Dit gen bleek te coderen <strong>voor</strong> een receptor die het lipo-polysaccharide<br />

(LPS) herkent, dat een belangrijke component is van de celwand van gram-negatieve bacteriën.<br />

De mutatie in deze receptor leidt aan de ene kant tot een grotere gevoeligheid van<br />

C3H HeJ muizen <strong>voor</strong> infecties met gram-negatieve bacteriën, maar aan de andere kant beschermt<br />

het deze muizen tegen sepsis, de overreactie van het immuunsysteem die optreedt<br />

wanneer LPS direct in de bloedbaan komt. De ontdekking in 1998 van de LPS-receptor,<br />

later TLR4 ge<strong>no</strong>emd, bracht een hernieuwde interesse in het aangeboren immuunsysteem<br />

met zich mee, met name toen duidelijk werd dat het adaptieve immuunsysteem niet kan<br />

functioneren zonder eerst geactiveerd te worden via de Toll-signaalroute [15].<br />

De mens bezit negen functionele Toll-receptoren die elk een verschillende specificiteit hebben<br />

<strong>voor</strong> bepaalde structurele componenten van micro-organismen [16]. Zoals ge<strong>no</strong>emd<br />

herkent TLR4 LPS uit de celwand van gram-negatieve bacteriën. TLR2 vormt complexen<br />

met TLR1 en met TLR6, die lipopeptiden en andere componenten uit de celwand van<br />

gram-positieve bacteriën herkennen. TLR 5 herkent het eiwit flagelline uit de zweepstaart<br />

van motiele bacteriesoorten. Andere Toll-receptoren, waaronder TLR3, TLR7 en TLR8, herkennen<br />

enkel- of dubbelstrengsvormen van viraal RNA. Tenslotte, TLR9 herkent ongemethyleerde<br />

regio’s van CG-rijk DNA die kenmerkend zijn <strong>voor</strong> virale en bacteriële ge<strong>no</strong>men.<br />

De herkenning van deze microbiële componenten door Toll-receptoren zet een signaalroute<br />

in werking die leidt tot de activering van verschillende processen die betrokken zijn<br />

bij de immuunrespons, waaronder de productie van bacteriedodende, reactieve zuurstofmoleculen<br />

en de transcriptie van genen die coderen <strong>voor</strong> cytokinen die ontstekingsreacties<br />

opwekken en het adaptieve immuunsysteem<br />

activeren.<br />

Een fylogenie-reconstructie van de familie<br />

van de Toll-receptoren laat zien<br />

dat deze familie sterk geconserveerd<br />

is tussen de mens en de zebravis (figuur<br />

3). De zebravis heeft minstens 17<br />

Toll-receptoren, dus bijna twee keer<br />

zoveel als de mens [17]. Dit is het gevolg<br />

van een ge<strong>no</strong>omduplicatie die<br />

heeft plaatsgevonden tijdens de evolutie<br />

van de vissen. Hierdoor heeft de<br />

zebravis bij<strong>voor</strong>beeld twee tegenhangers<br />

van TLR4, die Tlr4a en b zijn ge<strong>no</strong>emd.<br />

In andere gevallen is er na de<br />

ge<strong>no</strong>omduplicatie vermoedelijk weer<br />

één van de gedupliceerde genen verdwenen,<br />

zodat er bij<strong>voor</strong>beeld maar<br />

één tegenhanger van TLR3 in het<br />

zebravisge<strong>no</strong>om is overgebleven. Wij<br />

hebben laten zien dat alle TLRs van<br />

Zebravissen bij het ontrafelen van het immuunsysteem<br />

Figuur 3. Fylogenetische reconstructie<br />

van de Toll-receptoren (TLR’s) van de<br />

zebravis (Z), de koffervis (F), de mens<br />

(H) en de Toll-9-receptor van fruitvlieg.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!