Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ... Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

natuurwetenschappen.diligentia.nl
from natuurwetenschappen.diligentia.nl More from this publisher
22.09.2013 Views

54 Diligentia en chloor-acetaat. We volgen de protonoverdrachtsreactie die volgt op excitatie van het fotozuur met behulp van femtoseconde infrarood pulsen. Hierbij maken we gebruik van het feit dat het fotozuur, het proton in water én het proton gebonden aan de base allemaal zeer karakteristieke vibratieresonanties bezitten (figuur 6). Met infraroodpulsen van de juiste frequenties kan dus de hele protonoverdrachtsreactie van het begin tot het eind worden gevolgd. Fig. 6. Transiënte infraroodspectra op zes verschillende vertragingen na excitatie van een oplossing van 10 millimolair HPTS en 1 M chloor-acetaat in D 2 O. Figuur a toont de vibratiebanden van het geëxciteerde HPTS* (1480 cm -1 ) en de geconjugeerde fotobase PTS* - (1503 cm -1 ). Figuur b toont de brede infrarood absorptie van het zwakgebonden deuteron en het gehydrateerde deuteron (>1800 cm -1 , en de absorptieband van de C=O strekvibratie van chloorazijnzuur (1720 cm -1 ). Proton-estafette in water

Diligentia 55 Figuur 7 toont het signaal van het vrije proton als functie van de tijd voor oplossingen met verschillende acetaatconcentraties. Het verval van het signaal geeft weer hoe snel het proton door het acetaat wordt opgenomen. De data zijn geplot op een logaritmische schaal. Het niet-lineaire verval op deze schaal laat zien dat de protonoverdrachtsreactie sterk niet-exponentieel verloopt. Op korte (100 ps). Figuur 7 laat ook zien dat de snelheid van protonoverdracht sterk toeneemt met de acetaatconcentratie. Tot slot volgt uit de vergelijking van figuur 7a en figuur 7b dat de reactiesnelheid in D 2 O beduidend lager is dan in H 2 O. In alle tijdsintervallen is de protonoverdracht in H 2 O ca. 1.5 keer sneller dan de deuteronoverdracht in D 2 O. Dit is een verrassend resultaat omdat tot dusver altijd werd aangenomen dat de snelheid van de reactie bepaald werd door de diffusie van de reactanten, in dit geval het fotozuur en de acetaatbase. Echter als diffusie bepalend zou zijn geweest voor de reactiesnelheid, zou de snelheid van deuterontransfer slechts 10% kleiner zijn geweest dan de snelheid van protontransfer, omdat D 2 O een 10% hogere viscositeit heeft dan H 2 O. Uit het waargenomen isotoopeffect van 1.5 volgt dus direct dat diffusie van het fotozuur en de base geen belangrijke rol speelt in de reactie. Het isotoopeffect van 1.5 is ongeveer gelijk aan de verhouding van proton en deuteron mobiliteiten in puur H 2 O/D 2 O. Dit wijst erop dat de overdracht van het proton/deuteron plaatsvindt via een soortgelijk geleidingsmechanisme wat verantwoordelijk is voor het transport van vrije protonen in water. Vervolgens is dan een belangrijke vraag hoeveel water- moleculen er betrokken zijn bij de geleiding van het proton van het fotozuur naar de base. We nemen waar dat voor een acetaatconcentratie van 2 M het signaal voor meer dan 50% vervalt in de eerste 10 picoseconden. Dit verval is veel groter dan de statistische fractie van HPTS-acetaat complexen waarin het zuur en de base door slechts één watermolecuul van elkaar gescheiden zijn. Hieruit volgt dat een belangrijk deel van de protonoverdrachtsreacties plaatsvindt in HPTS-acetaat paren die door twee of meer watermoleculen van elkaar gescheiden zijn. Fig. 7. Absorptie van het proton als functie van de tijd voor oplossingen van 10 mM HPTS en 1, 2, and 4 M acetaat in H 2 O (a) en D 2 O (b). De inset toont het signaal in eerste 20 picoseconden en illustreert het sterk niet-exponentiële karakter van de protonoverdracht. Proton-estafette in water

Diligentia 55<br />

Figuur 7 toont het signaal van het vrije proton als functie van de tijd <strong>voor</strong> oplossingen met<br />

verschillende acetaatconcentraties. Het verval van het signaal geeft weer hoe snel het proton<br />

door het acetaat wordt opge<strong>no</strong>men. De data zijn geplot op een logaritmische schaal.<br />

Het niet-lineaire verval op deze schaal laat zien dat de proto<strong>no</strong>verdrachtsreactie sterk<br />

niet-exponentieel verloopt. Op korte (100 ps). Figuur<br />

7 laat ook zien dat de snelheid van proto<strong>no</strong>verdracht sterk toeneemt met de acetaatconcentratie.<br />

Tot slot volgt uit de vergelijking van figuur 7a en figuur 7b dat de reactiesnelheid<br />

in D 2 O beduidend lager is dan in H 2 O. In alle tijdsintervallen is de proto<strong>no</strong>verdracht in<br />

H 2 O ca. 1.5 keer sneller dan de deutero<strong>no</strong>verdracht in D 2 O. Dit is een verrassend resultaat<br />

omdat tot dusver altijd werd aange<strong>no</strong>men dat de snelheid van de reactie bepaald werd<br />

door de diffusie van de reactanten, in dit geval het fotozuur en de acetaatbase. Echter als<br />

diffusie bepalend zou zijn geweest <strong>voor</strong> de reactiesnelheid, zou de snelheid van deuterontransfer<br />

slechts 10% kleiner zijn geweest dan de snelheid van protontransfer, omdat D 2 O<br />

een 10% hogere viscositeit heeft dan H 2 O. Uit het waarge<strong>no</strong>men isotoopeffect van 1.5 volgt<br />

dus direct dat diffusie van het fotozuur en de base geen belangrijke rol speelt in de reactie.<br />

Het isotoopeffect van 1.5 is ongeveer gelijk aan de verhouding van proton en deuteron<br />

mobiliteiten in puur H 2 O/D 2 O. Dit wijst erop dat de overdracht van het proton/deuteron<br />

plaatsvindt via een soortgelijk geleidingsmechanisme wat verantwoordelijk is <strong>voor</strong> het<br />

transport van vrije protonen in water. Vervolgens is dan een belangrijke vraag hoeveel water-<br />

moleculen er betrokken zijn bij de geleiding van het proton van het fotozuur naar de<br />

base. We nemen waar dat <strong>voor</strong> een acetaatconcentratie van 2 M het signaal <strong>voor</strong> meer dan<br />

50% vervalt in de eerste 10 picoseconden. Dit verval is veel groter dan de statistische fractie<br />

van HPTS-acetaat complexen waarin het zuur en de base door slechts één watermolecuul<br />

van elkaar gescheiden zijn. Hieruit volgt dat een belangrijk deel van de proto<strong>no</strong>verdrachtsreacties<br />

plaatsvindt in HPTS-acetaat paren die door twee of meer watermoleculen van<br />

elkaar gescheiden zijn.<br />

Fig. 7. Absorptie van het proton als functie van de tijd <strong>voor</strong> oplossingen van 10 mM HPTS<br />

en 1, 2, and 4 M acetaat in H 2 O (a) en D 2 O (b). De inset toont het signaal in eerste 20<br />

picoseconden en illustreert het sterk niet-exponentiële karakter van de proto<strong>no</strong>verdracht.<br />

Proton-estafette in water

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!