Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Diligentia 45<br />
oppervlak in het specimen. Voor deze<br />
experimenten is het <strong>no</strong>odzakelijk dat<br />
de elektronen zonder verstrooiing hun<br />
cyclotronbaan kunnen voltooien, d.w.z.:<br />
w c t > 1 met w c de cyclotronfrequentie<br />
eB/m en t de tijd tussen botsingen en m<br />
de elektronmassa. Deze <strong>voor</strong>waarde hangt<br />
af van de kwaliteit van materialen. Bij zeer<br />
zuivere kristallen kan deze tijd zo lang<br />
zijn dat deze conditie al bij lage magneetvelden<br />
vervuld is. Nieuwe materialen of<br />
mengkristallen zijn veelal minder zuiver<br />
en dit soort experimenten kan dan alleen<br />
bij hoge magneetvelden worden gedaan,<br />
omdat dan w c t > 1 vanwege de grotere<br />
cyclotronenergie. Veel toepassingen van<br />
magneetvelden zoals cyclotronresonantie<br />
(effectieve massa van materialen),<br />
elektronspin resonantie (spintoestanden<br />
en directe omgeving van magnetische<br />
ionen), kernspinresonantie (directe omgeving<br />
resonante kernspins) e.d., dienen<br />
er dan ook <strong>voor</strong> om met behulp van metingen<br />
in magneetvelden meer te weten<br />
te komen over de eigenschappen van materie<br />
bij nul veld. Hoge velden zijn veelal<br />
<strong>no</strong>odzakelijk om voldoende gevoeligheid<br />
en resolutie te krijgen en globaal geldt,<br />
hoe hoger hoe beter.<br />
BOX 1<br />
De SI eenheid <strong>voor</strong> magnetische inductie, ‘’het<br />
magneetveld’’, is de Tesla [T], genaamd naar de<br />
Servische geleerde Nicola Tesla. Deze eenheid<br />
is Wb/m 2 =N/Am<br />
en is gerelateerd aan de standaard SI eenheden<br />
via de Lorentzkracht F=q v x B.<br />
Derhalve geeft één Coulomb lading q, met een<br />
snelheid v van één meter per seconde in een<br />
veld B van 1 Tesla een kracht van één Newton.<br />
Een veel gebruikte niet-SI eenheid is de Gauss<br />
(of ook wel Oersted) gelijk aan 10 -4 T. Relevante<br />
waardes van magneetvelden liggen ongeveer<br />
tussen 10 -8 T (het veld opgewekt door hersenactiviteit)<br />
en 10 8 T (het veld op sommige neutronensterren).<br />
In het dagelijkse leven zijn de meest<br />
bekende magneten de permanente magneten<br />
in luidsprekers, motoren e.d. en die liggen alle<br />
tussen 0.01 en 2 T. Velden boven 2-3 T kunnen<br />
alleen met elektromagneten en supergeleidende<br />
magneten (gemaakt van weerstandloze supergeleiders)<br />
opgewekt worden. Boven 20-23 T bestaat<br />
geen supergeleidend draad van voldoende<br />
lengte om een spoel van te maken en is de enige<br />
manier om continue velden te maken met een<br />
groot elektrisch vermogen, zoals in gespecialiseerde<br />
magnetenlaboratoria het geval is.<br />
Naast elektronische eigenschappen worden magneetvelden uiteraard veel gebruikt op het<br />
gebied van het magnetisme. De magnetisatie van veel magnetische materialen toont als<br />
functie van het magneetveld een gedrag (paramagnetisch en diamagnetisch), dat karakteristiek<br />
is <strong>voor</strong> deze materialen. Sommige vertonen magnetische faseovergangen, wanneer de<br />
energie als gevolg van het externe veld vergelijkbaar wordt met de energieën als gevolg van<br />
de interne magnetische wisselwerking (bij<strong>voor</strong>beeld exchange) en op die manier worden dit<br />
soort interne energieën dan ook bepaald. De hier<strong>voor</strong> be<strong>no</strong>digde magnetische velden kunnen<br />
soms wel enkele honderden Tesla bedragen. Dit soort onderzoek is <strong>voor</strong>al belangrijk<br />
bij zogenaamde harde magnetische materialen.<br />
In het geval van geïnduceerd magnetisme of magnetische faseovergangen ontstaat een<br />
nieuwe toestand van de materie, een toestand die slechts indirect van doen heeft met de<br />
eigenschappen bij nul magneetveld. Iets analoogs gebeurt ook wanneer bij<strong>voor</strong>beeld supergeleiders<br />
in hoge velden naar de <strong>no</strong>rmale toestand overgaan. Dit soort ‘nieuwe’ toestanden<br />
van de materie leveren vaak de meest interessante nieuwe fysica op. Het perspectief dat<br />
zulk soort effecten kunnen optreden is dan ook vaak een van de belangrijkste drijfveren om<br />
experimenten bij de hoogst mogelijke magneetvelden te willen doen. Vaak komen dit soort<br />
ontdekkingen dan ook onverwacht en zijn het resultaat van enerzijds een goede intuïtie<br />
van de onderzoeker en anderzijds het feit dat ergens ter wereld zulke hoge velden <strong>voor</strong> de<br />
onderzoeker ter beschikking staan. Hoge magneetvelden vervullen hier een pioniersrol.<br />
De meest spectaculaire recente <strong>voor</strong>beelden van dit soort nieuwe fysica zijn natuurlijk de<br />
ontdekking van het Quantum Hall Effect (QHE, Nobelprijs <strong>voor</strong> K. von Klitzing, 1985) en<br />
het Fractionele Quantum Hall Effect (FQHE, Nobelprijs <strong>voor</strong> D. Tsui, H. Stormer en R.<br />
Laughlin, 1998).<br />
Zeer hoge magneetvelden: hoe en waarom?