Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
38 Diligentia<br />
Het onderzoek naar hersenpotentialen en taalverwerking kwam op gang na een publikatie<br />
uit 1980 in Science van de hand van Marta Kutas en Steven Hillyard, beiden verbonden<br />
aan de University of California, San Diego. Deze onderzoekers lieten proefpersonen<br />
zinnen lezen waarvan het laatste woord qua betekenis wel of niet in de zinscontext<br />
paste. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘De man eet een broodje met boter en jam', versus ‘De man eet een<br />
broodje met boter en sokken'. In het ERP-patroon dat opgeroepen werd door sokken<br />
was een component zichtbaar met een negatieve polariteit en met een maximale amplitude<br />
ongeveer 400 ms (N400-amplitude) na presentatie van het laatste woord in de zin.<br />
Eenzelfde negatieve component werd ook <strong>voor</strong> jam geobserveerd, maar in dit geval was<br />
de amplitude aanmerkelijk gereduceerd in vergelijking met de negatieve component<br />
<strong>voor</strong> sokken.<br />
Figuur 4. Het verschil in N400-amplitude <strong>voor</strong> het semantisch best passende woord mond en<br />
het iets moeilijker te integreren zak. De woorden verschenen een <strong>voor</strong> een op de monitor, met<br />
elke 600 ms een volgend woord.<br />
Uit het <strong>voor</strong>gaande zou de indruk kunnen ontstaan dat modulaties van de N400-amplitude<br />
alleen optreden wanneer er sprake is van een schendingssituatie. Dit is echter<br />
niet het geval. Het is gebleken dat ieder betekenisdragend woord (zoals zelfstandige<br />
en bijvoeglijke naamwoorden) op zichzelf reeds een N400 oproept. De grootte van de<br />
N400-amplitude varieert daarbij als een functie van de mate waarin het betreffende<br />
woord qua betekenis past in de <strong>voor</strong>afgaande context. In mijn eigen onderzoek vond ik<br />
dat subtiele verschillen in het gemak waarmee de betekenis van een woord in de context<br />
geïntegreerd kan worden, reeds duidelijk meetbare verschillen in N400-amplitude<br />
bewerkstelligt. Bij<strong>voor</strong>beeld in de zinscontext ‘Het meisje stopte het s<strong>no</strong>epje in haar ...'<br />
zien we een kleinere N400 wanneer daarop het woord mond volgt dan het woord zak.<br />
Beide continueringen zijn semantisch geheel acceptabel, maar de ene woordbetekenis<br />
laat zich wat makkelijker met het <strong>voor</strong>afgaande combineren dan de andere (zie figuur<br />
4). Dat zien we terug in de N400. Op basis van dit onderzoek en dat van collega’s elders,<br />
Dwalen in de taaltuin