Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ... Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

natuurwetenschappen.diligentia.nl
from natuurwetenschappen.diligentia.nl More from this publisher
22.09.2013 Views

28 Diligentia Een van de meest bijzondere nevels is wel de Kattenoog- nevel. Het centrale deel toont een soort dubbele helix (links). Maar een langere opname laat zien dat daaromheen een serie concentrische gasbollen zitten. Een opname in het infrarood tenslotte laat zien dat het geheel omgeven is door een veel grotere grillige nevel. Als we bedenken dat het gas dat het verste weg is van de ster het eerste is uitgestoten, dan moeten we concluderen dat de ster heel lang geleden al veel gas heeft uitgestoten dat nu de grillige nevel vormt. Daarna was er een periode waarbij de ster keurig ronde gasbollen uitstootte en tenslotte is er iets merkwaardigs gebeurd waardoor de laatste uitgestoten gassen een soort dubbele helix vormde. De oorzaak van al deze opeenvolgende fasen is niet bekend. Men vermoedt dat de ster misschien een dubbelster is waarbij de begeleider de richting van de gasstromen beïnvloedde. Of heeft de ster misschien een sterk magneetveld dat een rol speelde? Botsende melkwegstelsels Melkwegstelsels zijn enorme verzamelingen van sterren en van gas wolken. Ze hebben vaak de vorm van een platte pannenkoek waarin de sterren en de gaswolken in spiraalarmen geconcentreerd zijn. Ons eigen melkwegstelsel is zo’n ‘spiraalstelsel’. Het heeft een diameter van ongeveer 100 000 lichtjaar en een dikte van slechts 3000 lichtjaar. Het bevat ongeveer 100 miljard sterren. De zon, een van die sterren, bevindt zich een beetje aan de buitenkant van de schijf, zo’n 25 000 lichtjaar uit het centrum. Behalve sterren bevatten melkwegstelsels ook veel reuzen gaswolken die sterren kunnen vormen (zie de eerste paragraaf van dit artikel: De geboorte van sterren). Niet alle melkwegstelsels zijn spiraalstelsels. Er zijn veel soorten: platte stelsels met spiralen, platte stelsels met de sterren geconcentreerd in een soort rechte balk die door het midden loopt, min of meer ronde, d.w.z. niet afgeplatte stelsels, en dan zijn er nog de kleinere stelsels met een onregelmatige structuur. Zie figuur 7. Fig. 7. Links: verschillende typen melkwegstelsels. Rechts: een cluster van melkwegstelsels Melkwegstelsels (of sterrenstelsels) komen vaak in groepen voor: zgn. clusters van honderden tot vele duizenden stelsels, die met snelheden van een paar honderd km/s door elkaar krioelen. Daarom ondergaan ze vaak botsingen of bijna-botsingen. Soms komen ze zo dicht bij elkaar dat ze door hun onderlinge zwaartekrachtsaantrekking aan elkaar verbonden blijven en uiteindelijk samensmelten. De HST heeft fantastisch mooie opnames gemaakt van botsende melkwegstelsels. Figuur 8 toont de ‘muizenstelsels’ die 40 miljoen jaar geleden een bijna-botsing hadden. Figuur 8 toont rechts de ‘Vogelkop’-nevel. Hier gaat het om twee stelsels, de een midden op de foto en de ander nog net met een deel in het rechteronderhoekje te zien. De stelsels zijn Het nieuwe heelal: ontdekkingen van de Hubble Ruimte Telescoop

Diligentia 29 Figuur 8. Boven: bijna-botsing tussen de twee ‘muizenstelsels’. Boven: het resultaat van twee stelsels die door elkaar heen vlogen: de Vogelkopstelsels. door elkaar heen gevlogen. Terwijl de sterren van de twee stelsels helemaal niet botsen (het zijn heel kleine puntjes in een grote bijna lege ruimte), botsen de gaswolken van de twee stelsels wel, want die zijn veel groter in omvang. De gaswolken zijn bij die botsing ineen gedrukt, ze zijn compacter geworden. Als dat gebeurt met een gaswolk, dan gaat hij verder samentrekken door zijn eigen zwaartekracht en dan komt de stervorming op gang, zoals we in de eerste paragraaf besproken hebben. Dus botsingen of bijna-botsingen van melkwegstelsels veroorzaken een enorme geboortegolf van sterren door alle wolken die werden samengedrukt! Dat zien we heel mooi in de HST opname van de Vogelkop-stelsels als lichte vlekjes. Een van de mooiste voorbeelden van bijna-botsingen van melkwegstelsels is de ‘Draaikolknevel’ (figuur 9). De begeleider passeerde ongeveer 300 miljoen jaren geleden op korte afstand, en heeft een sliert sterren naar zich toe getrokken. Ik heb dit stelsel in Utrecht met een paar promovendi en studenten onderzocht. We vonden dat er helemaal in het centrum van de Draaikolk een heldere lichte plek zat. Uit de studie van het licht van die lichte plek vonden we dat het gaat om een enorme grote sterhoop van 20 miljoen sterren met een leeftijd van ongeveer 300 miljoen jaar. Die sterrenhoop is dus gevormd toen het andere stelsel vlak langs kwam scheren. Kennelijk heeft die passage het Draaikolkstelsel zo verstoord dat een heleboel gaswolken in dat stelsel naar het centrum zijn gevallen, daar op elkaar botsten en toen een enorm aantal sterren vormden. In die sterhoop moeten binnen ongeveer 40 miljoen jaar na de geboorte ongeveer 400.000 zware sterren zijn ontploft als supernova. De groei van melkwegstelsels Met de HST zijn twee opnamen gemaakt van de zwakst mogelijke objecten in het heelal. Dat zijn de Hubble Deep Field en de Hubble Ultra Deep Field opnamen. De laatste is te zien in figuur 10, links. Het gebied beslaat een oppervlak aan de hemel van slechts 1% Het nieuwe heelal: ontdekkingen van de Hubble Ruimte Telescoop

Diligentia 29<br />

Figuur 8. Boven: bijna-botsing<br />

tussen de twee ‘muizenstelsels’.<br />

Boven: het resultaat van twee<br />

stelsels die door elkaar heen<br />

vlogen: de Vogelkopstelsels.<br />

door elkaar heen gevlogen. Terwijl de sterren van de twee stelsels helemaal niet botsen<br />

(het zijn heel kleine puntjes in een grote bijna lege ruimte), botsen de gaswolken van de<br />

twee stelsels wel, want die zijn veel groter in omvang. De gaswolken zijn bij die botsing<br />

ineen gedrukt, ze zijn compacter geworden. Als dat gebeurt met een gaswolk, dan gaat<br />

hij verder samentrekken door zijn eigen zwaartekracht en dan komt de stervorming op<br />

gang, zoals we in de eerste paragraaf besproken hebben. Dus botsingen of bijna-botsingen<br />

van melkwegstelsels veroorzaken een e<strong>no</strong>rme geboortegolf van sterren door alle wolken die<br />

werden samengedrukt! Dat zien we heel mooi in de HST opname van de Vogelkop-stelsels<br />

als lichte vlekjes. Een van de mooiste <strong>voor</strong>beelden van bijna-botsingen van melkwegstelsels<br />

is de ‘Draaikolknevel’ (figuur 9). De begeleider passeerde ongeveer 300 miljoen jaren<br />

geleden op korte afstand, en heeft een sliert sterren naar zich toe getrokken. Ik heb dit<br />

stelsel in Utrecht met een paar promovendi en studenten onderzocht. We vonden dat er<br />

helemaal in het centrum van de Draaikolk een heldere lichte plek zat. Uit de studie van<br />

het licht van die lichte plek vonden we dat het gaat om een e<strong>no</strong>rme grote sterhoop van<br />

20 miljoen sterren met een leeftijd van ongeveer 300 miljoen jaar. Die sterrenhoop is dus<br />

gevormd toen het andere stelsel vlak langs kwam scheren. Kennelijk heeft die passage het<br />

Draaikolkstelsel zo verstoord dat een heleboel gaswolken in dat stelsel naar het centrum<br />

zijn gevallen, daar op elkaar botsten en toen een e<strong>no</strong>rm aantal sterren vormden. In die<br />

sterhoop moeten binnen ongeveer 40 miljoen jaar na de geboorte ongeveer 400.000 zware<br />

sterren zijn ontploft als super<strong>no</strong>va.<br />

De groei van melkwegstelsels<br />

Met de HST zijn twee opnamen gemaakt van de zwakst mogelijke objecten in het heelal.<br />

Dat zijn de Hubble Deep Field en de Hubble Ultra Deep Field opnamen. De laatste is<br />

te zien in figuur 10, links. Het gebied beslaat een oppervlak aan de hemel van slechts 1%<br />

Het nieuwe heelal: ontdekkingen van de Hubble Ruimte Telescoop

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!