Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ... Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

natuurwetenschappen.diligentia.nl
from natuurwetenschappen.diligentia.nl More from this publisher
22.09.2013 Views

24 Diligentia Zij bestaan dus eigenlijk uit een verzameling van kleinere wolken die allemaal door elkaar bewegen. Als nu de wolk als geheel gaat samentrekken waarbij de dichtheid toeneemt, dan gaan ook die sub-wolken zelf samentrekken. En het zijn die subwolken die uiteindelijk zo compact en heet worden dat ze sterren worden. Zo ontstaat uit een kosmische reuzenwolk niet een ster maar honderden tot honderdduizenden sterren, die allemaal kriskras door elkaar bewegen om het oorspronkelijke zwaartepunt van de reuzenwolk. Dat is geschetst in figuur 1. Dit proces van stervorming is prachtig in beeld gebracht door de HST. Figuur 2a toont een plaatje van een bekend stervormingsgebied: de Adelaar-nevel op een afstand van ca 5000 lichtjaar (lj). De wolk heeft een diameter van ruwweg 20 lj en bevat voldoende materie Figuur 1. De geboorte van een sterhoop uit een grote wolk, die samentrekt door zijn eigen zwaartekracht. Bij het samentrekken fragmenteert de wolk in kleinere klonten die elk op hun beurt samentrekken en uiteindelijk sterren vormen. Zo ontstaat uit een wolk niet één ster maar een hele sterhoop. Figuur. 2. Boven: het middendeel van de Adelaar-nevel. Afstand 5000 lj., diameter 20 lj., ca. 1000 x zon. Links: drie gas- en stofkolommen die naar het centrum gericht zijn. Zij zijn ontstaan door ‘kosmische erosie’. Het nieuwe heelal: ontdekkingen van de Hubble Ruimte Telescoop

Diligentia 25 om duizenden sterren van te maken. (De opname toont alleen de binnenste helft van de totale wolk). De buitendelen van de wolk zijn koud. Een deel van het koude gas, van ca. 10 à 100 K = -263 à -173 C, is daar gecondenseerd tot minuscule stofkorreltjes, voornamelijk koolstofrijke (roet) of siliciumrijke (zand) korrels. Die zenden geen zichtbaar licht uit en daarom zijn de buitendelen van de wolk donker op de foto. De binnendelen zijn helder. Daar hebben zich reeds de eerste sterren gevormd en hun intense straling heeft de stofdeeltjes daar afgebroken tot atomen en die tot lichten gebracht. In het midden zien we nog een paar donkere ‘stoffige’ kolommen die naar het centrum gericht zijn. In figuur 2b zijn die uitvergroot. (Dit is misschien wel de bekendste HST opname!) De linker kolom is ca. 3 lj lang en 1 lj breed. Er zit genoeg gas en stof in om een honderdtal sterren van te maken. De top van de kolom is helder: die wordt beschenen door de heldere sterren die in het midden al gevormd zijn. Waarom wijzen de kolommen naar het centrum? Dat is geen toeval maar het gevolg van ‘kosmische erosie’. Toen de eerste sterren gevormd waren was de rest van de wolk nog koud en stoffig. De straling van de sterren verhitte het stof tot een temperatuur van boven de 1000 graden, waarbij stof gaat verdampen en overgaat in gas. Zo ontstaat er in de grotendeels koude wolk eerst een holte van heet gas. Dat is het lichte diffuse gas in het midden van de Adelaar-nevel. Maar de stofwolk is niet overal homogeen en bevat ‘klonters’. Het afbreken van die klonters gaat langzamer dan de afbraak van het stof eromheen. Zo is na een tijd het meeste stof afgebroken en omgezet tot gas behalve de klonters en het stof achter de klonters omdat het sterlicht daar niet kan komen. Gevolg: klonterige stofgebieden resulteren in kolommen die wijzen naar het centrum van het gebied waar de meeste sterren zitten! Figuur 3. Monument Valley. Kolommen van gesteente zijn het gevolg van erosie van afwisselende harde en zachte lagen. We kunnen het vergelijken met erosie kolommen op aarde, bijv. in Monument Valley in de V.S. (zie figuur 3). Daar heeft de aarde in het verre verleden lagen van verschillende hardheid gevormd. Wat gebeurt er als een harde laag boven op een zachte ligt? Door erosie ten gevolge van wind, water en zonnestraling wordt de harde bovenlaag langzaam afgebroken. Als die laag overal even dik zou zijn, dan wordt hij in zijn geheel langzaam weg geërodeerd. Als hij weg is wordt de zachte laag daaronder in hoog tempo afgebroken door erosie tot op de volgende harde laag. Maar als de harde bovenlaag plekken bevat waar het gesteente wat dikker of harder is, dan is die harde plek nog niet afgebroken terwijl eromheen de zachtere lagen al weg zijn. Zo ontstaan zuilen met bovenop een restant van een harde laag. De geboorte van planetenstelsels: Proplyds! De aarde is een van de negen planeten in ons zonnestelsel. Die planeten draaien allemaal rondjes om de zon in ongeveer hetzelfde platte vlak. Men vermoedde al dat zo’n planetenstelsel het gevolg is van de snelle draaiing van de subwolk waaruit de zon ontstond. Door de centrifugale kracht komt bij het samentrekken van de wolk niet al het gas in de ster terecht, maar blijft een deel daarvan rondom de ster draaien. Zo was de zon in zijn vroege jeugd dus omgeven door een roterende gasschijf. Het gas in die schijf is langzamerhand ook gaan klonteren en die klonters hebben zich samengetrokken door hun eigen zwaartekracht. Dat zijn dan de planeten geworden. Omdat ze uit een roterende schijf ontstonden, Het nieuwe heelal: ontdekkingen van de Hubble Ruimte Telescoop

24 Diligentia<br />

Zij bestaan dus eigenlijk uit een verzameling van kleinere wolken die allemaal door elkaar<br />

bewegen. Als nu de wolk als geheel gaat samentrekken waarbij de dichtheid toeneemt, dan<br />

gaan ook die sub-wolken zelf samentrekken. En het zijn die subwolken die uiteindelijk zo<br />

compact en heet worden dat ze sterren worden. Zo ontstaat uit een kosmische reuzenwolk<br />

niet een ster maar honderden tot honderdduizenden sterren, die allemaal kriskras door<br />

elkaar bewegen om het oorspronkelijke zwaartepunt van de reuzenwolk. Dat is geschetst<br />

in figuur 1.<br />

Dit proces van stervorming is prachtig in beeld gebracht door de HST. Figuur 2a toont een<br />

plaatje van een bekend stervormingsgebied: de Adelaar-nevel op een afstand van ca 5000<br />

lichtjaar (lj). De wolk heeft een diameter van ruwweg 20 lj en bevat voldoende materie<br />

Figuur 1. De geboorte van<br />

een sterhoop uit een grote<br />

wolk, die samentrekt door zijn<br />

eigen zwaartekracht. Bij het<br />

samentrekken fragmenteert de<br />

wolk in kleinere klonten die elk<br />

op hun beurt samentrekken en<br />

uiteindelijk sterren vormen. Zo<br />

ontstaat uit een wolk niet één<br />

ster maar een hele sterhoop.<br />

Figuur. 2. Boven: het middendeel van de<br />

Adelaar-nevel. Afstand 5000 lj., diameter<br />

20 lj., ca. 1000 x zon.<br />

Links: drie gas- en<br />

stofkolommen die naar<br />

het centrum gericht<br />

zijn. Zij zijn ontstaan<br />

door ‘kosmische erosie’.<br />

Het nieuwe heelal: ontdekkingen van de Hubble Ruimte Telescoop

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!