Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ... Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

natuurwetenschappen.diligentia.nl
from natuurwetenschappen.diligentia.nl More from this publisher
22.09.2013 Views

120 Diligentia die niet te verklaren is volgens een ‘logische’ theorie. Einstein noemde deze voorspelling van de quantumtheorie “spookachtige wisselwerking op afstand”. De theoretische voorspelling van John Bell zette een experimentele jacht in naar het produceren van verstrengelde toestanden van quantumdeeltjes, en in de jaren 1980 werd het experiment dat John Bell voorstelde voor het eerst gerealiseerd in Parijs. De metingen demonstreerden dat de quantumtheorie, hoe bizar dan ook, de juiste voorspellingen doet. Het leek alsof met deze experimenten een lang hoofdstuk in de natuurkunde was afgerond. Echter tot grote verbazing van velen bleek dit slechts het begin te zijn van een dramatische ontwikkeling in de natuurkunde. Quantumverstrengeling bleek niet alleen van belang voor het testen van de grondslagen van de natuurkunde, maar opende tegelijkertijd de deur voor geheime informatieoverdracht: het zogenaamde quantumgeheimschrift. De ‘spookachtige wisselwerking op afstand’ loste hiermee een praktisch probleem op dat eeuwenlang intensief is bestudeerd. Niet lang na de ontdekking van deze eerste concrete toepassing van quantumverstrengeling werd de voorspelling van quantumteleportatie gedaan. Quantumteleportatie maakt het mogelijk om de precieze quantumtoestand van een voorwerp van één plaats naar een andere plaats te brengen met de snelheid van het licht. De quantumtoestand van het origineel wordt daarbij vernietigd. In de volgende secties beschrijf ik quantumverstrengeling, quantumgeheimschrift en quantumteleportatie. Quantumverstrengeling Figuur 1. Albert Einstein en Niels Bohr wandelend en filosoferend over de geldigheid van de quantumtheorie. Einstein had grote problemen met het feit dat toeval en kansen een belangrijke rol spelen in de quantumtheorie. Het leek hem tegen het gezonde verstand in te gaan dat op een fundamenteel niveau niets absoluut bepaald is. Hij uitte zijn verontrusting met uitspraken zoals “God speelt niet met dobbelstenen” of “God is subtiel maar niet gemeen”. Bohr echter was zeer ingenomen met de eenvoud en kracht van de quantumtheorie en vond het niet zo bezwaarlijk dat de theorie ons verstand te boven lijkt te gaan. Hij antwoordde nadat Einstein een van zijn bekende uitspraken mompelde: “Alstublieft Albert, stop ermee God te vertellen wat te doen!” Quantumgolven Ik begin met een paar algemene eigenschappen van de quantumtheorie. Zoals vermeld in de introductie beschrijft de quantumtheorie elk voorwerp, denk in eerste instantie aan een atoom, een lichtdeeltje of een elektron, met een golf. Voor watergolven is het welbekend dat mooie interferentiepatronen kunnen ontstaan wanneer bijvoorbeeld twee steentjes Quantumsuperpositie en quantumteleportatie

Diligentia 121 Figuur 2. Interferentiepatroon van watergolven. Figuur 3. Een vlakke golf komt van links in op een afscherming met twee openingen, A en B. Achter de afscherming ontstaan twee golven die samen interfereren. in het water worden gegooid (zie figuur 2). Het interferentiepatroon houdt in dat op bepaalde plaatsen de golven elkaar versterken en op andere plaatsen elkaar uitdoven. In plaats van twee steentjes kunnen we ook een vlakke golf, inkomend op een afscherming met twee openingen A en B, gebruiken om een interferentiepatroon te maken (zie figuur 3). Het interferentiepatroon is de som van de golven die ontstaat wanneer of opening A of B wordt afgesloten (zie ook figuur 3). In de quantumtheorie worden golven gebruikt die net zo interfereren als watergolven. Bij elk deeltje hoort een speciale golf. Het verbluffende van deze quantumgolven is dat ze niet uit materie bestaan maar slechts een wiskundig middel zijn om te berekenen wat de waarschijnlijkheid is om een deeltje ergens waar te nemen. Plaatsen waar golven elkaar uitdoven zijn onbereikbaar voor het deeltje en op plaatsen waar golven elkaar versterken is de kans groot het deeltje aan te treffen. Op een scherm, zoals aangegeven in figuur 3, kunnen we de aangekomen deeltjes detecteren en het interferentiepatroon zichtbaar maken. Figuur 4 laat het patroon zien dat verkregen is door metingen aan neutronen (een elementair deeltje). Het mysterieuze is dat zelfs als er slechts één deeltje tegelijkertijd wordt gebruikt om de metingen te verrichten, nog steeds het interferentiepatroon zichtbaar wordt. De quantumtheorie laat daarom toe dat een enkel deeltje verschillende wegen tegelijkertijd bewandelt. Wanneer we een meting doen, zullen we echter het deeltje op één bepaalde plaats waarnemen. De meting veroorzaakt als het ware het instorten van de quantumgolf. Zolang geen meting wordt verricht, bevindt het quantumvoorwerp zich in een superpositietoestand. Voor een quantumvoorwerp is het tevens mogelijk om naast plaats ook in een superpositie te zijn van andere eigenschappen zoals snelheid, kleur of rotatierichting. Fotonen Wij zijn met name geïnteresseerd in de quantumtoestand van fotonen. Licht is opgebouwd uit ‘samengevlochten’ elektrische en magnetische golven. De richting waarin het elektri- Quantumsuperpositie en quantumteleportatie

Diligentia 121<br />

Figuur 2.<br />

Interferentiepatroon<br />

van watergolven.<br />

Figuur 3. Een vlakke golf<br />

komt van links in op een<br />

afscherming met twee<br />

openingen, A en B. Achter<br />

de afscherming ontstaan<br />

twee golven die samen<br />

interfereren.<br />

in het water worden gegooid (zie figuur 2). Het interferentiepatroon houdt in dat op bepaalde<br />

plaatsen de golven elkaar versterken en op andere plaatsen elkaar uitdoven.<br />

In plaats van twee steentjes kunnen we ook een vlakke golf, inkomend op een afscherming<br />

met twee openingen A en B, gebruiken om een interferentiepatroon te maken (zie figuur<br />

3). Het interferentiepatroon is de som van de golven die ontstaat wanneer of opening A of<br />

B wordt afgesloten (zie ook figuur 3).<br />

In de quantumtheorie worden golven gebruikt die net zo interfereren als watergolven. Bij<br />

elk deeltje hoort een speciale golf. Het verbluffende van deze quantumgolven is dat ze niet<br />

uit materie bestaan maar slechts een wiskundig middel zijn om te berekenen wat de waarschijnlijkheid<br />

is om een deeltje ergens waar te nemen. Plaatsen waar golven elkaar uitdoven<br />

zijn onbereikbaar <strong>voor</strong> het deeltje en op plaatsen waar golven elkaar versterken is de kans<br />

groot het deeltje aan te treffen. Op een scherm, zoals aangegeven in figuur 3, kunnen we de<br />

aangekomen deeltjes detecteren en het interferentiepatroon zichtbaar maken. Figuur 4 laat<br />

het patroon zien dat verkregen is door metingen aan neutronen (een elementair deeltje).<br />

Het mysterieuze is dat zelfs als er slechts één deeltje tegelijkertijd wordt gebruikt om de metingen<br />

te verrichten, <strong>no</strong>g steeds het interferentiepatroon zichtbaar wordt. De quantumtheorie<br />

laat daarom toe dat een enkel deeltje verschillende wegen tegelijkertijd bewandelt. Wanneer<br />

we een meting doen, zullen we echter het deeltje op één bepaalde plaats waarnemen.<br />

De meting veroorzaakt als het ware het instorten van de quantumgolf. Zolang geen meting<br />

wordt verricht, bevindt het quantum<strong>voor</strong>werp zich in een superpositietoestand. Voor een<br />

quantum<strong>voor</strong>werp is het tevens mogelijk om naast plaats ook in een superpositie te zijn van<br />

andere eigenschappen zoals snelheid, kleur of rotatierichting.<br />

Fotonen<br />

Wij zijn met name geïnteresseerd in de quantumtoestand van fotonen. Licht is opgebouwd<br />

uit ‘samengevlochten’ elektrische en magnetische golven. De richting waarin het elektri-<br />

Quantumsuperpositie en quantumteleportatie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!