22.09.2013 Views

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

Jaarboek no. 87. 2008/2009 - Koninklijke Maatschappij voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Diligentia 103<br />

te herkennen. Er is maar 1 E1 <strong>voor</strong> ubiquitine, maar er zijn wel 35 E2’s in onze cellen en<br />

het aantal E3’s is <strong>no</strong>g onbekend, maar zou wel eens in de honderden kunnen lopen. Veel<br />

van deze E3’s bestaan zelf uit complexen van meerdere eiwitten. De chemische reactie<br />

waarmee de ubiquitine aan zijn targeteiwit wordt geconjugeerd, verloopt steeds hetzelfde<br />

en hoewel SUMO zijn eigen set enzymen kent is de chemische reactie identiek. Wij zijn<br />

geïnteresseerd in de specificiteit die bepaalt welk eiwit wordt gemodificeerd en hoe snel,<br />

waar en met welk type ketens. Wij proberen te begrijpen hoe dit geregeld wordt door de<br />

structuren van de eiwitten te bepalen, individueel, maar <strong>voor</strong>al als complex. Daarnaast<br />

kijken we ook naar de snelheid van de reacties, om te begrijpen wat hier<strong>voor</strong> belangrijk is.<br />

Zo heeft Puck Knipscheer in een serie analyses laten zien hoe de E2 <strong>voor</strong> SUMO, het<br />

eiwit Ubc9, zelf door SUMO gereguleerd kan worden (zie fig. 3) (Knipscheer et al., <strong>2008</strong>;<br />

Knipscheer et al., 2007). We wisten natuurlijk dat de E2 met SUMO moest reageren, de<br />

zogeheten thioester moet maken. Deze plaatst hij op het ‘target’eiwit. Zij kon aantonen dat<br />

Ubc9 zelf ook een target <strong>voor</strong> SUMO kan zijn en dat dit van belang is <strong>voor</strong> de efficiëntie<br />

van sumoylering van verschillende targets: sommige worden sneller herkend door het<br />

gesumoyleerde Ubc9, andere juist langzamer. Daarnaast heeft zij ook een kristalstructuur<br />

kunnen bepalen met een niet-covalent gebonden SUMO. Dit bleek weer op een andere<br />

plaats te binden. Door de structuur goed te bestuderen kon zij specifieke mutaties <strong>voor</strong>spellen<br />

die alleen een effect op deze binding hadden. Hiermee kon zij laten zien dat deze<br />

niet-covalente binding van belang is <strong>voor</strong> SUMO-ketenvorming op verschillende targeteiwitten.<br />

Met deze structuren (figuur 4) kon zij dus laten zien hoe de functie van het SUMO<br />

E2 op diverse wijzen door SUMO zelf aangepast en gemoduleerd kan worden.<br />

Figuur 4. Ubc9 (zwart) met drie<br />

SUMO-moleculen (grijs). Model<br />

opgebouwd vanuit verschillende<br />

kristalstructuren. Twee SUMOmoleculen<br />

reguleren het proces van<br />

sumoylering van een targeteiwit<br />

(Knipscheer et al., <strong>2008</strong>; Knipscheer<br />

et al., 2007) met een 3 de SUMO<br />

(onderaan, model op basis van<br />

Eddins et al., 2006).<br />

Acetylcholine-bindend eiwit (AChBP)<br />

Structuren hebben ook een andere belangrijke functie: ze geven aan hoe de atomaire<br />

interactie van de eiwitten is met kleine chemische moleculen die mogelijk als medicijn<br />

kunnen dienen. Ze leggen uit welke interacties <strong>voor</strong> de binding van belang zijn en waar<br />

de kleine moleculen veranderd kunnen worden om tot een betere binding of een meer<br />

medicijnachtig gedrag te komen. De moleculaire medicijnen, ontwikkeld tegen subtypes<br />

van eiwitten bieden belangrijke perspectieven. In het volgende <strong>voor</strong>beeld is ons onderzoek<br />

met name van belang <strong>voor</strong> de zoektocht naar nieuwe geneesmiddelen.<br />

Eiwitten: structuur een functie geven

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!