CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven
CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven
6.10 TRANSPOSITIE VAN DE GROTE ARTERIES TGA Tijdens de eerste levensdagen het meest frequent voorkomend cyanogeen vitium. ANATOMIE EN PATHOFYSIOLOGIE Aorta ingeplant op RV, AP ingeplant op LV. Bijgevolg zijn systeem- en longcirculatie volkomen gescheiden en niet, zoals normaal, in serie geschakeld. De door de longen opgenomen O2 geraakt niet in de systeemcirculatie, C02 kan vanuit de periferie niet naar de longen gevoerd worden. Overleving is alleen mogelijk dankzij shunts via ASD, VSD, ODB of doorheen arteriae bronchiales. KLINISCH BEELD • cyanose vanaf de eerste levensdagen bij sluiten ODB • snelle verslechtering tijdens eerste levensweken, 90 % mortaliteit < 1 jaar FYSISCH ONDERZOEK • Inspectie : • cyanose : matig (bv. wanneer de transpositie gepaard gaat met een groot V.S.D.) tot extreem 53
(wanneer er weinig shuntmogelijkheden zijn) • vaak decompensatieverschijnselen; • dystrofie, nu minder frequent wegens vroegtijdige behandeling; • auscultatie : weinig opvallende geruisen. Bij jonge, zeer cyanotische baby's, meestal geen geruis. RÖNTGEN Vrij kenmerkend door 3 elementen : • groot eivormig hart; • smalle mediastinale vaatsteel, omdat de grote bloedvaten achter elkaar en niet naast elkaar liggen; • longovervulling of longstuwing. E.C.G. Helpt weinig in de diagnose. Toont RVH doch deze is bij zeer jonge kinderen moeilijk te onderscheiden van de op deze leeftijd fysiologisch voorkomende rechterkamerhypertrofie. DIAGNOSE Echocardiografie is in ervaren handen 100% diagnostisch. BEHANDELING A/ Palliatief: verbeteren oxygenatie: • prostaglandines: belangrijke cyanose onmiddellijk na de geboorte is zeer zelden daar de ductus dan steeds breed open staat (shunt Ao>AP) en er ± steeds een incompetente fossa ovalis is (ASD met LA>RA shunt); de ductus is evenwel gepreprogrammeerd om te sluiten dag 2 à 3 met belangrijke cyanose voor gevolg; bij heropenen met prostaglandines opnieuw behoorlijke saturatie. • ballon-septostomie volgens Rashkind: geïndiceerd bij onvoldoende effect van PG en persisterende cyanose. Tijdens hartcatheterisatie via umbulicus of vena femoralis wordt een speciale balloncatheter via de vena cava inferior, het rechter atrium en het foramen ovale tot in het linker atrium geschoven. Daar wordt de ballon met een zekere hoeveelheid contraststof (I tot 3 ml) opgeblazen. Vervolgens wordt de ballon met een ruk door het foramen ovale getrokken met de bedoeling het te scheuren. Het procedure kan herhaald worden tot een voldoende grote scheur in het atriumseptum ontstaat. De gehele procedure gebeurt onder radioscopische of echografische controle. Aldus kan de repair electief ondernomen worden. 2) Correctieve repair : 54
- Page 5 and 6: Diast. -2 - 2 0-5 7-12 5-10 60 > 90
- Page 7 and 8: druk in L.A. gemiddeld 7 mmHg longd
- Page 9 and 10: Hoofdstuk II - FREQUENTIE VAN CONGE
- Page 11 and 12: progressie naar obstructieve pulmon
- Page 13 and 14: • Coenzyme Q reductase deficienti
- Page 15 and 16: Ao: • geeft eerst Li + Re coronai
- Page 17 and 18: Tabel 5.1: Cardiovasculaire verande
- Page 19 and 20: zich in enkele seconden te ontplooi
- Page 21 and 22: • bronchitis krachtdadig bestrijd
- Page 23 and 24: decompenseren. 5.3.4 Decompensatie
- Page 25 and 26: enerzijds, en de relatieve weerstan
- Page 27 and 28: Hoofdstuk VI - BONDIG OVERZICHT VAN
- Page 29 and 30: E.C.G. • zuigeling: RVH : door re
- Page 31 and 32: 6.2 AORTASTENOSE AS ANATOMIE Kan op
- Page 33 and 34: 6.3 PULMONALISSTENOSE PS ANATOMIE 3
- Page 35 and 36: • Bij een DCRV wordt de musculair
- Page 37 and 38: RÖNTGEN Niet specifiek, vaak groot
- Page 39 and 40: Wegens hogere druk in linker atrium
- Page 41 and 42: 6.6 VENTRIKEL SEPTUM DEFECT VSD Mee
- Page 43 and 44: • Eisenmenger: klein hart, gedila
- Page 45 and 46: VSD.xls VSD : klinisch spectrum + m
- Page 47 and 48: 6.8 OPEN DUCTUS BOTALLI ODB ANATOMI
- Page 49 and 50: ODB ODB : klinisch spectrum + manag
- Page 51 and 52: door de graad van PS: • licht PS:
- Page 53 and 54: • cyanose, reeds vanaf de eerste
- Page 55: TF.xls Tetralogie van Fallot : klin
- Page 59 and 60: 6.11 UNIVENTRICULAIR HART UH Pathof
- Page 61 and 62: Na de geboorte kunnen de lichaams-
- Page 63 and 64: • oedeem, pericardiale, pleurale
- Page 65 and 66: Hoofdstuk VII - INFLAMMATOIRE ZIEKT
- Page 67 and 68: verdikkingen van de klepranden. Dez
- Page 69 and 70: 3) chorea; 4) subcutane noduli; 5)
- Page 71 and 72: Hoelang ? • zolang het kind naar
- Page 73 and 74: • gamma-globulines-IV 400 mg/kg g
- Page 75 and 76: onderhouden dient het circuit te be
- Page 77 and 78: • duikreflex: aangewezen bij zuig
- Page 79: 3/ zeldzaam evolutie naar “plotse
(wanneer er weinig shuntmogelijkheden zijn)<br />
• vaak decompensatieverschijnselen;<br />
• dystrofie, nu minder frequent wegens vroegtijdige behandeling;<br />
• auscultatie : weinig opvallende geruisen. Bij jonge, zeer cyanotische baby's, meestal geen geruis.<br />
RÖNTG<strong>EN</strong><br />
Vrij kenmerkend door 3 elementen :<br />
• groot eivormig hart;<br />
• smalle mediastinale vaatsteel, omdat de grote bloedvaten achter elkaar en niet naast elkaar liggen;<br />
• longovervulling of longstuwing.<br />
E.C.G.<br />
Helpt weinig in de diagnose. Toont RVH doch deze is bij zeer jonge kinderen moeilijk te onderscheiden<br />
van de op deze leeftijd fysiologisch voorkomende rechterkamerhypertrofie.<br />
DIAGNOSE<br />
Echocardiografie is in ervaren handen 100% diagnostisch.<br />
BEHANDELING<br />
A/ Palliatief: verbeteren oxygenatie:<br />
• prostaglandines: belangrijke cyanose onmiddellijk na de geboorte is zeer zelden daar de ductus dan<br />
steeds breed open staat (shunt Ao>AP) en er ± steeds een incompetente fossa ovalis is (ASD met<br />
LA>RA shunt); de ductus is evenwel gepreprogrammeerd om te sluiten dag 2 à 3 met belangrijke<br />
cyanose voor gevolg; bij heropenen met prostaglandines opnieuw behoorlijke saturatie.<br />
• ballon-septostomie volgens Rashkind: geïndiceerd bij onvoldoende effect van PG en persisterende<br />
cyanose. Tijdens hartcatheterisatie via umbulicus of vena femoralis wordt een speciale balloncatheter<br />
via de vena cava inferior, het rechter atrium en het foramen ovale tot in het linker atrium geschoven.<br />
Daar wordt de ballon met een zekere hoeveelheid contraststof (I tot 3 ml) opgeblazen. Vervolgens<br />
wordt de ballon met een ruk door het foramen ovale getrokken met de bedoeling het te scheuren. Het<br />
procedure kan herhaald worden tot een voldoende grote scheur in het atriumseptum ontstaat. De<br />
gehele procedure gebeurt onder radioscopische of echografische controle. Aldus kan de repair<br />
electief ondernomen worden.<br />
2) Correctieve repair :<br />
54