CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven

CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven

22.09.2013 Views

• Inspectie : • cyanose : van licht tot extreem, volgens ernst; • trommelstokvingers en -tenen (clubbing, Hippocratisme); • dikwijls dystrofische lichaamsbouw. • palpatie : • rustig precordium; • geen of slechts zwakke thrill. • auscultatie: • ejectiegeruis aan 2 L of 3 L, met vroeg- of mesosystolisch maximum, van matig tot zwakke intensiteit, in elk geval zwakker dan bij zuivere PS wegens beperkt debiet over de klep. De luidheid van het geruis is omgekeerd evenredig met de ernst: hoe luider, hoe minder cyanose/spells, hoe zwakker het geruis, hoe meer cyanose. • P2 is zeer laattijdig, zwak en zelden hoorbaar; de aortacomponent daarentegen kan opvallend sterk zijn (de klep is groter en meer anterior dan normaal). E.C.G. Rechter asafwijking van QRS. Rechterkamerhypertrofie in de precordialen, gekenmerkt door hoge R - potentialen rechts en diepe S-golven links. RÖNTGEN Relatief kenmerkend beeld : • hart niet vergroot, soms bepaald klein; • afwezigheid van conus pulmonalis; • opgelichte apex door rechterkamerhypertrofie (klomphart, coeur en sabot); bij atresie "coup de hache"; • heldere longvelden door hypoperfusie. PROGNOSE Levensgevaar bij kinderen die langdurige anoxemische crises krijgen; frequente verwikkelingen zijn hersentrombose, hersenabces en bacteriële endocarditis. DIAGNOSE Bij de differentiële diagnose worden de meeste andere cyanogene hartafwijkingen in overweging genomen: • transpositie van de grote vaten TGA onderscheidt zich vooral van tetralogie door : 50

• cyanose, reeds vanaf de eerste levensdagen, veel vroeger dan klassiek bij TF; • zelden opvallend geruis bij auscultatie, "quiet heart"; • vaak combinatie cyanose + hartsdecompensatie (in tegenstelling met tetralogie die niet decompenseert); • op röntgen groot eivormig hart, gestuwde longhili. • tricuspiedklepatresie TA: • gelijkt qua auscultatie en rontgenbeeld opvallend op tetralogie; • onderscheidt zich vooral door het typische elektrocardiogram : Li as + LVH; Cyanose + linkerasafwijking en linkerkamerhypertrofie = tricuspiedatresie. • Truncus arteriosus: 1 groot vat van waaruit zowel AP als aorta ontspringen. Verschilt van TF : • presentatie: decompensatie op 4 - 6 weken; • longovervulling op röntgenbeeld; • dikwijls biventrikulaire hypertrofie. • Totaal abnormaal pulmonale veneuze retour TAPVU: alle venae pulmonales draineren naar een vena cava, zodat alle veneus bloed, zowel uit de grote als kleine circulatie, in het rechter atrium gemengd wordt. Vandaar gaat het grootste deel van de circulatie via de tricuspidklep en de rechterventrikel naar de longen, een kleiner deel, via een obligaat aanwezig ASD, naar linker atrium, linkerventrikel en aorta. Dit vitium wordt gekenmerkt door: • slechts weinig uitgesproken of nauwelijks merkbare cyanose (omdat er een groot longdebiet is); • auscultatie sterk gelijkend op deze van het ASD; • op röntgen: cardiomegalie, longovervulling en vaak een kenmerkend "cijfer 8"-beeld of "sneeuwman" bij de supra-cardiale vorm van TAPVU. De bovenste lus van dit "cijfer 8" ontstaat door de abnormale drainage van de longvenen in de vena cava superior. Echocardiografie laat in de overgrote meerderheid toe een zeer nauwkeurige diagnose te stellen. Hartcatheterisatie en selectieve angiocardiografie zijn soms noodzakelijk ter aanvulling van de diagnose van cyanogene vitia, vooral betreffende longperfusie (arteries + venes). De klinische diagnose van cyanotische hartafwijkingen is inderdaad veel moeilijker dan in de niet-cyanotische groep. BEHANDELING De standaardbehandeling tegenwoordig is electieve repair in de eerste levensmaanden vooraleer enige complicaties optreden. Volledigheidshalve worden andere aspecten in A& B vermeld. A/ Medicamenteus • Algemeen • geen vochtrestrictie bij TF, eerder volume-zout belasting ! • neonatale cyanose: heropen ductus met prostaglandine IV 51

• cyanose, reeds vanaf de eerste levensdagen, veel vroeger dan klassiek bij TF;<br />

• zelden opvallend geruis bij auscultatie, "quiet heart";<br />

• vaak combinatie cyanose + hartsdecompensatie (in tegenstelling met tetralogie die niet<br />

decompenseert);<br />

• op röntgen groot eivormig hart, gestuwde longhili.<br />

• tricuspiedklepatresie TA:<br />

• gelijkt qua auscultatie en rontgenbeeld opvallend op tetralogie;<br />

• onderscheidt zich vooral door het typische elektrocardiogram : Li as + LVH; Cyanose +<br />

linkerasafwijking en linkerkamerhypertrofie = tricuspiedatresie.<br />

• Truncus arteriosus: 1 groot vat van waaruit zowel AP als aorta ontspringen. Verschilt van TF :<br />

• presentatie: decompensatie op 4 - 6 weken;<br />

• longovervulling op röntgenbeeld;<br />

• dikwijls biventrikulaire hypertrofie.<br />

• Totaal abnormaal pulmonale veneuze retour TAPVU: alle venae pulmonales draineren naar een<br />

vena cava, zodat alle veneus bloed, zowel uit de grote als kleine circulatie, in het rechter atrium<br />

gemengd wordt. Vandaar gaat het grootste deel van de circulatie via de tricuspidklep en de<br />

rechterventrikel naar de longen, een kleiner deel, via een obligaat aanwezig ASD, naar linker atrium,<br />

linkerventrikel en aorta. Dit vitium wordt gekenmerkt door:<br />

• slechts weinig uitgesproken of nauwelijks merkbare cyanose (omdat er een groot longdebiet is);<br />

• auscultatie sterk gelijkend op deze van het ASD;<br />

• op röntgen: cardiomegalie, longovervulling en vaak een kenmerkend "cijfer 8"-beeld of<br />

"sneeuwman" bij de supra-cardiale vorm van TAPVU. De bovenste lus van dit "cijfer 8" ontstaat<br />

door de abnormale drainage van de longvenen in de vena cava superior.<br />

Echocardiografie laat in de overgrote meerderheid toe een zeer nauwkeurige diagnose te stellen.<br />

Hartcatheterisatie en selectieve angiocardiografie zijn soms noodzakelijk ter aanvulling van de diagnose<br />

van cyanogene vitia, vooral betreffende longperfusie (arteries + venes). De klinische diagnose van<br />

cyanotische hartafwijkingen is inderdaad veel moeilijker dan in de niet-cyanotische groep.<br />

BEHANDELING<br />

De standaardbehandeling tegenwoordig is electieve repair in de eerste levensmaanden vooraleer enige<br />

complicaties optreden. Volledigheidshalve worden andere aspecten in A& B vermeld.<br />

A/ Medicamenteus<br />

• Algemeen<br />

• geen vochtrestrictie bij TF, eerder volume-zout belasting !<br />

• neonatale cyanose: heropen ductus met prostaglandine IV<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!