CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven
CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven
• Inspectie : hoge a-toppen in halsvenen; • Palpatie : krachtige RV impuls, thrill 2L of suprasternaal • Auscultatie : • ruw ejectiegeruis aan het ostuim pulmonale; • ejectieclick; • brede splijting van 2de toon met late en zwakke P2. Hoe nauwer de stenose, hoe breder A2 - P2 RONTGEN • zelden cardiomegalie • bij valvulair type: poststenotische dilatatie van AP stam vooral bij lichte vormen • bij ernstige stenose RV- en RA-dilatatie. E.C.G. • rechter asafwijking van QRS-as; • rechterkamerhypertrofie RVH type "systolische - drukoverbelasting"; • rechtervoorkamerhypertrofie RAH. DIAGNOSE Wordt bevestigd en anatomisch en kwantitatief gepreciseerd door echocardiografie, Doppler onderzoek. BEHANDELING • Lichte gevallen worden niet behandeld: hun prognose is uitstekend en niet verschillend van de standaardpopulatie. Tijdens de groei kan de gradient toenemen, zodat follow-up dan zeker geboden is. Eenmaal volgroeid is de graad van stenose voor jaren stabiel. • Bij een gradiënt van 40 à 50 mmHg of meer is de voorkeursbehandeling ballondilatatie: percutaan wordt via de lies over een geleidingsdraad een balloncatheter opgeschoven. De klep wordt opengerokken: er rest meestal een lichte gradient met een hemodynamisch onbelangrijke insufficientie. Een begeleidende infundibulaire gradient door secundaire hypertrofie regresseert veelal tijdens de daaropvolgende weken. • Enkel bij zeer dysplastische kleppen of een zeer nauwe klepring is heelkunde nodig: bij zuigelingen dient dan veelal een valvectomie te gebeuren met een patch over de hypoplastische-hypertrofische rechter ventrikel outflow. Vanaf de leeftijd van ± 4 jaar kan een volwassen maat van homogreffe worden geimplanteerd. 34
• Bij een DCRV wordt de musculaire band best gereseceerd vanaf een gradient van 40 à 50 mmHg. 35
- Page 1 and 2: Katholieke Universiteit te Leuven F
- Page 3 and 4: Hoofdstuk I - HEMODYNAMISCHE BEGRIP
- Page 5 and 6: Diast. -2 - 2 0-5 7-12 5-10 60 > 90
- Page 7 and 8: druk in L.A. gemiddeld 7 mmHg longd
- Page 9 and 10: Hoofdstuk II - FREQUENTIE VAN CONGE
- Page 11 and 12: progressie naar obstructieve pulmon
- Page 13 and 14: • Coenzyme Q reductase deficienti
- Page 15 and 16: Ao: • geeft eerst Li + Re coronai
- Page 17 and 18: Tabel 5.1: Cardiovasculaire verande
- Page 19 and 20: zich in enkele seconden te ontplooi
- Page 21 and 22: • bronchitis krachtdadig bestrijd
- Page 23 and 24: decompenseren. 5.3.4 Decompensatie
- Page 25 and 26: enerzijds, en de relatieve weerstan
- Page 27 and 28: Hoofdstuk VI - BONDIG OVERZICHT VAN
- Page 29 and 30: E.C.G. • zuigeling: RVH : door re
- Page 31 and 32: 6.2 AORTASTENOSE AS ANATOMIE Kan op
- Page 33: 6.3 PULMONALISSTENOSE PS ANATOMIE 3
- Page 37 and 38: RÖNTGEN Niet specifiek, vaak groot
- Page 39 and 40: Wegens hogere druk in linker atrium
- Page 41 and 42: 6.6 VENTRIKEL SEPTUM DEFECT VSD Mee
- Page 43 and 44: • Eisenmenger: klein hart, gedila
- Page 45 and 46: VSD.xls VSD : klinisch spectrum + m
- Page 47 and 48: 6.8 OPEN DUCTUS BOTALLI ODB ANATOMI
- Page 49 and 50: ODB ODB : klinisch spectrum + manag
- Page 51 and 52: door de graad van PS: • licht PS:
- Page 53 and 54: • cyanose, reeds vanaf de eerste
- Page 55 and 56: TF.xls Tetralogie van Fallot : klin
- Page 57 and 58: (wanneer er weinig shuntmogelijkhed
- Page 59 and 60: 6.11 UNIVENTRICULAIR HART UH Pathof
- Page 61 and 62: Na de geboorte kunnen de lichaams-
- Page 63 and 64: • oedeem, pericardiale, pleurale
- Page 65 and 66: Hoofdstuk VII - INFLAMMATOIRE ZIEKT
- Page 67 and 68: verdikkingen van de klepranden. Dez
- Page 69 and 70: 3) chorea; 4) subcutane noduli; 5)
- Page 71 and 72: Hoelang ? • zolang het kind naar
- Page 73 and 74: • gamma-globulines-IV 400 mg/kg g
- Page 75 and 76: onderhouden dient het circuit te be
- Page 77 and 78: • duikreflex: aangewezen bij zuig
- Page 79: 3/ zeldzaam evolutie naar “plotse
• Inspectie : hoge a-toppen in halsvenen;<br />
• Palpatie : krachtige RV impuls, thrill 2L of suprasternaal<br />
• Auscultatie :<br />
• ruw ejectiegeruis aan het ostuim pulmonale;<br />
• ejectieclick;<br />
• brede splijting van 2de toon met late en zwakke P2. Hoe nauwer de stenose, hoe breder A2 -<br />
P2<br />
RONTG<strong>EN</strong><br />
• zelden cardiomegalie<br />
• bij valvulair type: poststenotische dilatatie van AP stam vooral bij lichte vormen<br />
• bij ernstige stenose RV- en RA-dilatatie.<br />
E.C.G.<br />
• rechter asafwijking van QRS-as;<br />
• rechterkamerhypertrofie RVH type "systolische - drukoverbelasting";<br />
• rechtervoorkamerhypertrofie RAH.<br />
DIAGNOSE<br />
Wordt bevestigd en anatomisch en kwantitatief gepreciseerd door echocardiografie, Doppler onderzoek.<br />
BEHANDELING<br />
• Lichte gevallen worden niet behandeld: hun prognose is uitstekend en niet verschillend van de<br />
standaardpopulatie. Tijdens de groei kan de gradient toenemen, zodat follow-up dan zeker geboden<br />
is. Eenmaal volgroeid is de graad van stenose voor jaren stabiel.<br />
• Bij een gradiënt van 40 à 50 mmHg of meer is de voorkeursbehandeling ballondilatatie: percutaan<br />
wordt via de lies over een geleidingsdraad een balloncatheter opgeschoven. De klep wordt<br />
opengerokken: er rest meestal een lichte gradient met een hemodynamisch onbelangrijke<br />
insufficientie. Een begeleidende infundibulaire gradient door secundaire hypertrofie regresseert<br />
veelal tijdens de daaropvolgende weken.<br />
• Enkel bij zeer dysplastische kleppen of een zeer nauwe klepring is heelkunde nodig: bij zuigelingen<br />
dient dan veelal een valvectomie te gebeuren met een patch over de hypoplastische-hypertrofische<br />
rechter ventrikel outflow. Vanaf de leeftijd van ± 4 jaar kan een volwassen maat van homogreffe<br />
worden geimplanteerd.<br />
34