CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven

CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven CONGENITALE EN PEDIATRISCHE CARDIOLOGIE - UZ Leuven

22.09.2013 Views

In elk van deze situaties zal in afnemende mate het linker hart de systeemcirculatie kunnen overnemen, met een totale onmogelijkheid van enige activiteit bij het hypoplastisch linker hart. De systeemcirculatie valt weg, met zeer snel optreden van acidose en cardiogene shock. Dit is een extreme urgentiesituatie: de ductus is gepreprogrammeerd om te sluiten en de decompensatie zal snel progressief zijn. Bij het klinisch vermoeden van cardiale decompensatie dient de patiënt bij hoogdringendheid te worden geëvalueerd. Het klinisch beeld van “neonatale hartsdecompensatie” kan evenwel gesimuleerd worden door belangrijke respiratoire of centrale neurologische problemen, door anemie of polyglobulie, belangrijke hypoglycemie, persisterende pulmonale hypertensie of sepsis. Een zeldzame keer kan cardiogene decompensatie te wijten zijn aan andere afwijkingen, zoals TAPVU met restrictief ASD en belangrijke cyanose, of een arterioveneuze malformatie. 5.3.3 Decompensatie na de leeftijd van 14 /60 dagen : De meest belangrijke verandering welke zich rond deze periode afspeelt is de daling van de pulmonaal vasculaire weerstand. Indien op ventrikulair of arterieel niveau nog belangrijke verbindingen bestaan tussen de systeem- en de longcirculatie, zal deze daling van de longweerstand gepaard gaan met het ontwikkelen van een belangrijke links-rechts shunt. De links-rechts shunt zal op haar beurt aanleiding geven tot hartsdecompensatie. Voorbeelden van dergelijke hartafwijkingen zijn: • niet cyanogene hartvitia: • ventrikelseptumdefekt VSD • open ductus van Botalli ODB • atrio-ventrikulair septumdefekt AVSD • cyanogene hartvitia • totaal abnormaal veneuze uitmonding TAPVU • truncus arteriosus • dubbel outlet rechter ventrikel DORV • transpositie van de grote vaten + ventrikel septum defect TGA-VSD • univentrikulair hart UH zonder pulmonalisstenose PS. Minder frequente oorzaken zijn het ALCAPA-syndroom (Abnormale Linker Coronair Arterie van Pulmonale Arterie), arterioveneuze fistel of longsequester. Een zuigeling met matige coarctatio of ernstige aortastenose, tachycardie, myocarditis of cardiomyopathie kan in deze periode eveneens 22

decompenseren. 5.3.4 Decompensatie op latere leeftijd is weinig frequent : Meestal betreft het hier dan een aritmie, cardiomyopathie CMP, endocardiale fibro-elastose EFE, myocarditis, pericarditis of primaire pulmonale hypertensie PPHT. 5.3.5 Klinisch beleid bij cyanose/decompensatie in de materniteit : Zoals gesteld is de belangrijkste verandering welke zich in deze periode voordoet het sluiten van de ductus. Bij een belangrijke hartafwijking kan dit dan aanleiding geven tot ofwel cyanose ofwel hartsdecompensatie. De neonatus wordt meestal klinisch gecontroleerd de dag van de bevalling en de dag van ontslag uit de materniteit (ongeveer dag 5). Bij een eerste controle de dag van de bevalling kan een belangrijke hartafwijking gemist worden daar de klinische tekens dan dikwijls zeer subtiel zijn. Hartsdecompensatie bij de neonatus presenteert zich als volgt: onfrisse indruk, kreunen, slechte perifere circulatie, grauwe “zure” kleur, gemarbreerd aspect, polypnee, verminderde respons bij stimulatie, hepatomegalie, zeer zwakke tot afwezige arteriae femorales, krachtige tot afwezige arteriae brachiales. Vooral het verschil van pulsaties in de bovenste en onderste lichaamshelft is een zeer belangrijk alarmerend teken. Vermits de problemen van cyanose en decompensatie zich voordoen door sluiting van de ductus, kan het klinisch probleem in een eerste stap zeer efficiënt worden behandeld door het toedienen van prostaglandines intraveneus waarbij de ductus wordt heropend. Prostaglandines bestaan in België op de markt onder de naam Prostine VR. Prostaglandines worden zeer snel afgebroken in de circulatie en worden daarom best in een continu infuus toegediend. Het is een effectief geneesmiddel doch heeft zeer belangrijke nevenwerkingen: • arteriële hypotensie; • apnee; • hyperpyrexie; • convulsies; • cutane vasodilatatie met oedeem; • diarree; • thrombocytopenie; • immuundepressie; • na enkele weken periostale hyperactiviteit met corticale hyperostosis Daarom zal steeds gepoogd worden na stabilisatie van de patiënt deze te behandelen voor korte tijd met een minimale dosis prostaglandines. Zo er zich toch neveneffecten voordoen, dienen deze symptomatisch te worden behandeld. Er dient ook binnen de eerste dagen een meer definitieve vorm van therapie uitgevoerd: vb coarctectomie, shunt operatie, ballondilatatie van kritisch AS of PS. Decompensatie na de materniteit : Hartsdecompensatie bij de zuigeling zal zich voornamelijk voordoen als een voedingsprobleem en 23

decompenseren.<br />

5.3.4 Decompensatie op latere leeftijd is weinig frequent :<br />

Meestal betreft het hier dan een aritmie, cardiomyopathie CMP, endocardiale fibro-elastose EFE,<br />

myocarditis, pericarditis of primaire pulmonale hypertensie PPHT.<br />

5.3.5 Klinisch beleid bij cyanose/decompensatie in de materniteit :<br />

Zoals gesteld is de belangrijkste verandering welke zich in deze periode voordoet het sluiten van de<br />

ductus. Bij een belangrijke hartafwijking kan dit dan aanleiding geven tot ofwel cyanose ofwel<br />

hartsdecompensatie. De neonatus wordt meestal klinisch gecontroleerd de dag van de bevalling en de<br />

dag van ontslag uit de materniteit (ongeveer dag 5). Bij een eerste controle de dag van de bevalling kan<br />

een belangrijke hartafwijking gemist worden daar de klinische tekens dan dikwijls zeer subtiel zijn.<br />

Hartsdecompensatie bij de neonatus presenteert zich als volgt: onfrisse indruk, kreunen, slechte perifere<br />

circulatie, grauwe “zure” kleur, gemarbreerd aspect, polypnee, verminderde respons bij stimulatie,<br />

hepatomegalie, zeer zwakke tot afwezige arteriae femorales, krachtige tot afwezige arteriae brachiales.<br />

Vooral het verschil van pulsaties in de bovenste en onderste lichaamshelft is een zeer belangrijk<br />

alarmerend teken.<br />

Vermits de problemen van cyanose en decompensatie zich voordoen door sluiting van de ductus, kan het<br />

klinisch probleem in een eerste stap zeer efficiënt worden behandeld door het toedienen van<br />

prostaglandines intraveneus waarbij de ductus wordt heropend. Prostaglandines bestaan in België op de<br />

markt onder de naam Prostine VR. Prostaglandines worden zeer snel afgebroken in de circulatie en<br />

worden daarom best in een continu infuus toegediend. Het is een effectief geneesmiddel doch heeft zeer<br />

belangrijke nevenwerkingen:<br />

• arteriële hypotensie;<br />

• apnee;<br />

• hyperpyrexie;<br />

• convulsies;<br />

• cutane vasodilatatie met oedeem;<br />

• diarree;<br />

• thrombocytopenie;<br />

• immuundepressie;<br />

• na enkele weken periostale hyperactiviteit met corticale hyperostosis<br />

Daarom zal steeds gepoogd worden na stabilisatie van de patiënt deze te behandelen voor korte tijd met<br />

een minimale dosis prostaglandines. Zo er zich toch neveneffecten voordoen, dienen deze<br />

symptomatisch te worden behandeld. Er dient ook binnen de eerste dagen een meer definitieve vorm van<br />

therapie uitgevoerd: vb coarctectomie, shunt operatie, ballondilatatie van kritisch AS of PS.<br />

Decompensatie na de materniteit :<br />

Hartsdecompensatie bij de zuigeling zal zich voornamelijk voordoen als een voedingsprobleem en<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!