4102 Dyade magazine mei 2011 v3a:v3
4102 Dyade magazine mei 2011 v3a:v3
4102 Dyade magazine mei 2011 v3a:v3
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> | maandelijkse uitgave van <strong>Dyade</strong> Dienstverlening Onderwijs<br />
<strong>magazine</strong><br />
Exclusief <strong>Dyade</strong>-interview met OCW-minister Marja van Bijsterveldt over<br />
bezuinigingen, leiderschap, opbrengstgericht werken en opheffingsnorm<br />
> De rol van het toezichtkader in het spel tussen bestuur en intern toezicht<br />
> Mogelijk grote risico’s en hoge kosten voor schoolbesturen<br />
> Breng asbest in schoolgebouwen in kaart!
Bel direct<br />
Advertenties 023 564 96 90<br />
voor open dagen en personeels -<br />
advertenties plaatsen met hoge<br />
korting?<br />
Mogen wij uw voordeel berekenen? Dit kan namelijk<br />
oplopen tot wel 30% op lokale en landelijke media!<br />
Wij plaatsen uw advertentie, maken eventueel de<br />
advertentie op en plaatsen in alle media (ook lokale<br />
kranten en tijdschriften).<br />
Neem voor meer informatie contact op met Heleen<br />
Geerlings (023) 564 96 90/06 220 944 89,<br />
via advertenties@dyade.nl of kijk op www.dyade.nl.
C O L O F O N<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> is een uitgave van<br />
<strong>Dyade</strong>. <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> verschijnt<br />
elf maal per jaar.<br />
Redactie<br />
Wilma Antonisse<br />
Clemens Geenen<br />
Linda Gommans<br />
Marianne Groen<br />
Joop de Jager<br />
Annelien van Leusden<br />
Rinus Welleman<br />
Herman de Wild (hoofdredacteur)<br />
Aad van der Wilt<br />
Met medewerking van<br />
Aart Berkhout,<br />
Peter van Engeldorp Gastelaars<br />
en Jos Kalkhoven.<br />
Redactie-adres<br />
Postbus 611<br />
3430 AP Nieuwegein<br />
redactiedyade@dyade.nl<br />
Abonnementen<br />
Klanten van <strong>Dyade</strong> ontvangen een<br />
exemplaar van het <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong><br />
per bevoegd gezag plus een exemplaar<br />
per school. Voor niet- klanten<br />
en extra abonnementen kost het<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> €39,95 per jaar,<br />
exclusief btw. Voor opgave van abonnementen<br />
en adreswijzigingen kunt u<br />
contact op nemen met uw <strong>Dyade</strong> -<br />
vestiging.<br />
Advertentie-informatie<br />
Herman de Wild<br />
Tel. (030) 630 56 26<br />
Hoewel aan de productie van<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> veel zorg wordt<br />
besteed, kan het voorkomen dat<br />
iets aan onze aandacht ontsnapt.<br />
De Stichting <strong>Dyade</strong> Dienstverlening<br />
aanvaardt geen aansprakelijkheid<br />
voor de eventuele gevolgen van<br />
drukfouten, onjuist heden of<br />
onvolledigheden in de gepu bli ceerde<br />
informatie.<br />
Vormgeving<br />
designGenerator, Arnhem<br />
Eindredactie<br />
TextArt, Heerhugowaard<br />
Foto’s pag. 12-13, 21, 23, 27<br />
Marco van Hal<br />
Illustraties<br />
Mieke de Haan, Gouda<br />
Drukkerij<br />
Nivo, Delfgauw<br />
4<br />
8<br />
12<br />
14<br />
18<br />
20<br />
24<br />
27<br />
28<br />
32<br />
33<br />
34<br />
35<br />
5 9<br />
21<br />
In dit nummer:<br />
d e r a c e n d e r e c h t e r<br />
Rollebollend door de school (deel 5 - slot)<br />
Exclusief <strong>Dyade</strong>-interview met minister Marja van Bijsterveldt<br />
Mogelijk grote risico’s en hoge kosten voor schoolbesturen<br />
<strong>Dyade</strong> Interim-Professionals: nadere kennismaking<br />
Breng asbest in school-gebouwen in kaart!<br />
‘Niet loslaten, maar anders vasthouden’<br />
CBS Jaarboek Onderwijs in cijfers 2010 (deel 1)<br />
c o l u m n<br />
A-social media<br />
in the spotlight<br />
Passend onderwijs, passende huisvesting<br />
<strong>Dyade</strong> Academy<br />
Voordeelservice van de zaak<br />
Waar vindt u ons?<br />
Kalender<br />
Foto voorpagina: basisschool de Grebbe in Bergen op Zoom.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
3<br />
r<br />
c<br />
s
d<br />
4 <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
e r a c e n d e r e c h t e r<br />
‘Rollebollend’ door de school...<br />
Bezwarencommissie functiewaardering<br />
In dit laatste artikel over geschillencommissies in het onderwijs<br />
wordt ingegaan op de werkzaamheden van de bezwarencommissie<br />
functiewaardering (PO, VO en WEC) en bezwarencommissie<br />
functieordenen (hbo).Veel onderwijsinstellingen willen voor een<br />
dubbeltje op de eerste rang zitten door werknemers op een laag<br />
salaris in te schalen, maar werkzaamheden te laten uitvoeren die<br />
op een hoger niveau zijn ingeschaald.<br />
door Aart Berkhout<br />
Vroeger was duidelijk wat er van werknemers in het<br />
onderwijs werd verwacht. De leerkracht gaf les, de<br />
directeur gaf leiding aan de school, de conciërge<br />
kopieerde en de schoonmaker maakte schoon.<br />
Doordat er in de loop der jaren meer taken binnen<br />
een onderwijsinstelling kwamen, waar vaak meer<br />
verantwoordelijkheden bij hoorden, werd de vraag<br />
om een duidelijke omschrijving van de taken groter.<br />
Daarnaast moest duidelijk worden of bepaalde<br />
werkzaamheden nu een taak waren, waar geen hoger<br />
salaris tegenover staat, of een functie, waar wel een<br />
financiële tegemoetkoming tegenover staat.<br />
Evenwicht en structuur Eigenlijk is de term<br />
‘functie waarderen’ ongelukkig gekozen. Bij waarderen<br />
denkt men eigenlijk meestal aan persoonlijke<br />
appreciatie, een schouderklopje of juist een individuele<br />
erkenning. Het gaat dan om de vraag of men wel<br />
of niet wordt gewaardeerd als mens en als collega.<br />
Functie waarderen geeft een andere betekenis aan<br />
het werkwoord ‘waarderen’. Het is een methode om<br />
op grond van objectieve criteria op een systematische<br />
manier functies te wegen en er ordening in aan<br />
te brengen. Dat gebeurt met behulp van een<br />
wegings- of meetinstrument. Het doel van functiewaardering<br />
is evenwicht te brengen tussen bezoldigingsverhoudingen<br />
volgens het principe ‘gelijkwaardig<br />
werk, dus gelijke beloning’. Maar ook om<br />
structuur aan te brengen in de organisatie en te<br />
komen tot rechtvaardig beleid. Door middel van<br />
functiewaardering kan een bepaalde (maximum)<br />
salarisschaal worden gekoppeld aan een vastgestelde<br />
functie. Om een functie te kunnen waarderen is<br />
dus een specifieke omschrijving van de functie<br />
noodzakelijk.<br />
Functiewaardering is dus niet een oordeel vellen over<br />
een personeelslid: het zegt niets over het functione-<br />
(deel 5, slot)<br />
ren zelf. Het gaat om de activiteiten, taken, verantwoordelijkheden<br />
en bevoegdheden die bij een functie<br />
horen en niet om de wijze waarop die taken worden<br />
uitgevoerd. Functiewaardering gaat ook niet over de<br />
vraag of het personeelslid veel verschillende taken te<br />
vervullen heeft. Heel veel (eenvoudige) taken leiden<br />
niet tot een hoge(re) waardering van de functie en<br />
dus ook niet tot een hoger salaris.<br />
Passende beloningen In augustus 2006 werd<br />
ook in het primair onderwijs een eigen functiewaarderingssysteem<br />
geïntroduceerd, de FUWA PO.<br />
De FUWA PO is gemaakt om functiedifferentiatie<br />
mogelijk te maken in het primair onderwijs.<br />
De school kan binnen de kaders van de FUWA PO,<br />
zelf passende functies en functies op maat beschrijven<br />
en waarderen in een bepaalde salarisschaal.<br />
Voor 2006 vormden de normfuncties het fundament<br />
van het functiegebouw in het primair onderwijs.<br />
Deze normfuncties waren opgenomen in het<br />
Rechtspositiebesluit WPO/WEC en deze zijn na<br />
het afschaffen van dit besluit in 2006, overgegaan<br />
in de CAO PO. De normfuncties bevatten een korte<br />
taakkarakteristiek en zijn voorzien van een salarisschaal.<br />
De salarisschaal en de functieomschrijving<br />
van de normfuncties zijn in de CAO PO vastgelegd<br />
en de onderwijsinstelling mag daar dus niet<br />
van afwijken.<br />
Met de komst van de FUWA PO is het mogelijk functies<br />
zelf passend te maken om die dan in te voeren<br />
binnen de schoolorganisatie. Deze niet-normfuncties<br />
wijken dus af van de bestaande normfuncties en<br />
daarom is het bij de waardering van deze functies<br />
een cao-verplichting gebruik te maken van de FUWA<br />
PO. Onderwijsinstellingen kunnen door deze functiebeschrijving<br />
en functiewaardering op maat de personele<br />
inrichting van hun school afstemmen op hun
‘Het doel van functiewaardering is evenwicht<br />
te brengen tussen bezoldigingsverhoudingen<br />
volgens het principe ‘gelijkwaardig werk,<br />
dus gelijke beloning’. ’<br />
onderwijskundige visie en doelstellingen. Ook kan<br />
de school hierdoor beter inspelen op diverse ontwikkelingen<br />
en zorgen voor een passende beloning voor<br />
de medewerkers.<br />
Functies omschrijven FUWA PO is een geautomatiseerd<br />
functiewaarderingssysteem dat bestaat uit<br />
een meetsysteem en ongeveer 25 voorbeeldfuncties<br />
die mogelijk zijn in het primair onderwijs.<br />
Geautomatiseerd wil overigens beslist niet zeggen<br />
dat men te maken heeft met een automaat waarmee<br />
men door op een paar juiste knoppen te drukken<br />
het gewenste resultaat krijgt. Het systeem vraagt een<br />
gedegen deskundigheid van de gebruiker.<br />
Het meetsysteem bestaat uit 14 kenmerken waarop<br />
een functie wordt gemeten. Ieder kenmerk is uitgewerkt<br />
naar 5 niveaus van oplopende zwaarte<br />
(1 = eenvoudig, licht, 5 = moeilijk, zwaar). Door een<br />
specifieke functie op alle veertien kenmerken te<br />
scoren, wordt de zwaarte van de functie gemeten.<br />
Het systeem komt op basis van de toegekende<br />
scores met een bij die functie passende (maximum)<br />
salarisschaal. In de CAO PO 2009 is de regel opgenomen<br />
dat het bevoegd gezag en de (G)MR jaarlijks<br />
voor de datum van 1 augustus zorgdragen voor de<br />
omschrijvingen van de functies op zowel school- als<br />
bestuursniveau. Kort gezegd: welke functies zijn er<br />
binnen de schoolorganisatie aanwezig en op welk<br />
niveau?<br />
Als het mis gaat… De bezwarencommissie functiewaardering<br />
stelt zich tot taak te bepalen of een<br />
functiebeschrijving passend is en of de functiewaardering<br />
passend is. Kortom, kloppen de daadwerkelijke<br />
werkzaamheden van de werknemer met de<br />
omschrijving van de functie en wordt het juiste, bij<br />
de werkzaamheden behorende salaris, uitbetaald?<br />
Daar gaat het dan regelmatig mis. Sinds de invoering<br />
van de functiemix in het primair en voortgezet<br />
onderwijs moet de bezwarencommissie regelmatig<br />
uitspraken doen die te maken hebben met de invulling<br />
en uitvoering van bepaalde functies en natuurlijk<br />
de bijbehorende (maximum) salarisschaal.<br />
Voorbeeld 1: voortgezet onderwijs<br />
In het voortgezet onderwijs gaan de bezwaren regelmatig<br />
over de inschaling op niveau leraar B terwijl<br />
de leerkracht volgens de FUWA VO meent recht te<br />
hebben op een inschaling op het niveau leraar C.<br />
De meeste bezwaren van deze categorie worden<br />
ongegrond verklaard, omdat het bevoegd gezag de<br />
verantwoordelijkheden van de leerkracht juist heeft<br />
bepaald. Een recent voorbeeld bij de uitspraken van<br />
de bezwarencommissie functiewaardering, waarbij >><br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
5
6<br />
>><br />
het bezwaar gegrond is verklaard, is de volgende<br />
casus die al speelt vanaf oktober 2008. Pas begin<br />
<strong>2011</strong> is hierover een uitspraak gedaan.<br />
De situatie<br />
Een leraar geschiedenis is het niet eens met zijn<br />
inschaling als leraar B (LB), omdat hij op de peildatum<br />
wel de verantwoordelijkheden had die<br />
vanuit de FUWA VO bij een inschaling op LC<br />
aanwezig moesten zijn. De werkgever heeft op 1<br />
augustus 2008 de docentenfuncties herzien volgens<br />
de FUWA VO. Daarbij is meer dan voorheen<br />
de nadruk gelegd op de lesgevende taken van de<br />
docenten en minder op de organiserende en<br />
coördinerende taken. Op 1 augustus 2009 wordt<br />
de leraar door de werkgever ingeschaald op LB,<br />
omdat hij volgens de werkgever alleen lesgevende<br />
taken en mentortaken heeft. De leraar heeft echter<br />
op het moment van de peiling wel een ontwikkeltaak<br />
bij het ontwerpen van een nieuwe<br />
leergang voor 4 vwo. Hij heeft hiervoor tien lesuren<br />
per week vrijstelling van lesgeven gekregen.<br />
Het ‘functietoedelingsformulier’, ingevuld door<br />
zijn direct leidinggevende bevatte tot tweemaal<br />
toe wel deze taak, maar bij een wijziging door<br />
de personeelsfunctionaris is, zonder overleg met<br />
de leraar, deze ontwikkeltaak uit de ‘functietoewijzingsbeslissing’<br />
gehaald en is de leraar op<br />
LB ingeschaald.<br />
De interne bezwarencommissie functiewaardering<br />
van de onderwijsinstelling verwierp hierna<br />
tot twee keer toe het bezwaar van de leerkracht.<br />
Hierna besloot de leerkracht zijn bezwaar in te<br />
dienen bij de externe bezwarencommissie functiewaardering.<br />
Verwijt en oordeel<br />
De externe bezwarencommissie functiewaardering<br />
verwijt in haar uitspraak de werkgever van<br />
onzorgvuldig handelen en bepaalt dat de leraar<br />
op LC dient te worden ingeschaald.<br />
Overzicht artikelen ‘Rollebollend door de school…’<br />
De afgelopen maanden zijn in <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> vijf artikelen gepubliceerd die<br />
betrekking hadden op de verschillende geschillencommissies in het onderwijs.<br />
Wellicht dat u de artikelen nog eens wilt nalezen. Daarom hier een overzicht:<br />
Januari <strong>2011</strong>: Geschillencommissies in het algemeen<br />
Februari <strong>2011</strong>: Klachtencommissie onderwijs<br />
(met casussen en jurisprudentie)<br />
Maart <strong>2011</strong>: Geschillencommissie medezeggenschap met<br />
vormen van klachten en tips<br />
April <strong>2011</strong>: Uitspraken van de Commissie van Beroep en casussen<br />
Mei <strong>2011</strong>: Geschillencommissie functiewaardering<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
Voorbeeld 2: speciaal onderwijs<br />
Bij de bezwarencommissie functiewaardering worden<br />
regelmatig bezwaren aanhangig gemaakt die te<br />
maken hebben met de inschaling in de functie van<br />
klassenassistent, onderwijsassistent of lerarenondersteuner.<br />
Deze functies variëren in de financiële beloning<br />
tussen schaal 3 en 8, met een verschil in de<br />
maximumschaal van bruto bijna € 900,- per maand.<br />
Voor de onderwijsinstelling is het dus erg winstgevend<br />
iemand in te schalen als klassenassistent en<br />
werkzaamheden te laten verrichten op het niveau van<br />
een lerarenondersteuner. Als voorbeeld een uitspraak<br />
van de bezwarencommissie functiewaardering die<br />
aanhangig werd gemaakt door zes onderwijsassistenten<br />
van een school voor speciaal onderwijs.<br />
De situatie<br />
De functie van onderwijsassistent was in het verleden<br />
op de school een praktische, ondersteunende<br />
en verzorgende functie. In de loop der<br />
jaren heeft de functie op deze school een ontwikkeling<br />
doorgemaakt naar een functie waarbij ook<br />
ondersteunende pedagogisch-didactische werkzaamheden<br />
worden verricht. Daarnaast geven de<br />
onderwijsassistenten in niveaugroepen instructie<br />
en bepalen zij daarbij zelf, binnen de gebruikte<br />
lesmethodes, welke lessen en materialen zij<br />
gebruiken. Dit alles komt overeen met een deel<br />
van de werkzaamheden die behoren bij de functie<br />
van lerarenondersteuner schaal 7, terwijl de<br />
onderwijsassistenten werden uitbetaald volgens<br />
schaal 4.<br />
Verwijt en advies<br />
In de functiewaardering van onderwijsassistent<br />
staat niet beschreven dat er pedagogisch-didactische<br />
werkzaamheden worden verricht en de<br />
bezwarencommissie functiewaardering adviseert<br />
dan ook dat betrokkenen in de functie van lerarenondersteuner<br />
worden geplaatst.<br />
Voor onderwijsinstellingen is het dus raadzaam zich<br />
te houden aan de specifieke functieomschrijving die<br />
voor de betreffende functie geldt. Dit vooral om<br />
medewerkers op de juiste manier te belonen en om<br />
achteraf niet voor een financieel probleem geplaatst<br />
te worden.
Preventie<br />
Re-integratie<br />
Outplacement<br />
Agens biedt particulieren en diverse<br />
branches diensten en programma's aan op<br />
het gebied van re-integratie, re-socialisatie,<br />
preventie, outplacement en coaching.<br />
De medewerkers van Agens kennen onder<br />
andere de wensen en behoeften van het<br />
onderwijs. Het zijn professionals die vanwege<br />
hun expertise in staat zijn klanten<br />
te activeren en te (re-)integreren naar werk.<br />
Agens werkt klantgericht, levert maatwerk<br />
en weet wat er speelt in de onderwijswereld.<br />
• Deskundige en persoonlijke begeleiding<br />
• Kennis van de lokale markt<br />
• Maatwerk, zowel individueel,<br />
als collectief<br />
• Resultaatgericht<br />
• Ervaren adviseurs<br />
Neem voor meer<br />
informatie gerust<br />
contact met ons op,<br />
tel 088 424 10 10<br />
of mail info@agens.nl<br />
Wij helpen<br />
u graag verder!
8<br />
“Goed onderwijskundig<br />
leiderschap is de sleutel<br />
tot goed onderwijs”<br />
Exclusief <strong>Dyade</strong>-interview met OCW-minister<br />
Marja van Bijsterveldt<br />
Er gaat vrijwel geen dag voorbij of Marja van Bijsterveldt<br />
is in het nieuws. Bijvoorbeeld voor de uitreiking van de<br />
Nationale Onderwijsprijs aan De Grebbe in Bergen Op<br />
Zoom, maar ook in het kader van de ombuigingen en de<br />
vitaliteit in het onderwijs. Reden te meer voor de redactie<br />
van het <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> voor een exclusief interview met<br />
de minister.<br />
door Herman de Wild en Wilma Antonisse<br />
Wat zijn naast uw formele verantwoordelijkheden,<br />
voor u gevoelsmatig de belangrijkste<br />
verschillen tussen uw functie als staatssecretaris<br />
en minister? “Even heel ‘down to earth’;<br />
de werkdruk! Als staatsecretaris dacht ik altijd:<br />
ik ben burgemeester en partijvoorzitter van het CDA<br />
geweest, staatssecretaris is vele malen drukker dan<br />
de vorige banen. Ik had het idee: veel drukker kan<br />
het niet, maar blijkbaar kan dat wel. Een werkweek<br />
van tachtig uur is nu heel normaal. Dat komt ook<br />
omdat mijn portefeuille als minister veel groter is<br />
dan die van mij als staatsecretaris. Naast middelbaar<br />
beroepsonderwijs en voortgezet onderwijs<br />
heb ik nu ook primair onderwijs, passend onderwijs<br />
maar ook media en emancipatie erbij. Daarnaast<br />
“Als excellente leerlingen niet<br />
worden uitgedaagd, kunnen ze<br />
zomaar ‘wegzakken’ terwijl ze veel<br />
hoger hadden kunnen scoren’’<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
vraagt de uitwerking van het regeerakkoord (vooral<br />
passend onderwijs) veel aandacht, want alles moet<br />
natuurlijk zorgvuldig worden uitgevoerd. Dat kost<br />
tijd. Bovendien spreek ik veel mensen uit het onderwijs<br />
en bezoek ik graag scholen. Ook daar gaat tijd<br />
in zitten. Tevens is er voor ministers elke vrijdag de<br />
ministerraad. Begrijp me goed, dat is een voorrecht.<br />
Maar vroeger was dat voor mij altijd een dag om<br />
medewerkers op het ministerie of iemand uit het<br />
onderwijswerkveld te spreken. Op die dagen konden<br />
we eens rustig praten over een bepaald onderwerp.<br />
Een dergelijke dag mis je nu gewoon.<br />
Een belangrijk tweede verschil is dat de impact van<br />
je woorden veel groter is. Soms had ik als staatssecretaris<br />
het idee: je moet wel heel hard roepen<br />
om in de krant te komen, maar als je als minister<br />
iets fluistert, staat het bij wijze van spreken al in<br />
de kranten. Dus de impact is veel groter. Maar ik<br />
moet zeggen, het ministerschap is natuurlijk een<br />
voorrecht, omdat je ‘bemoeienis’ mag hebben met<br />
alle beleidsterreinen op nationaal niveau. We hebben<br />
een bevlogen premier die aangeeft het belangrijk<br />
te vinden dat je weet wat er echt speelt bij de<br />
portefeuilles van jouw collega-ministers. Dat maakt<br />
het ministerschap heel boeiend.”<br />
Wat zijn belangrijke winstpunten in het<br />
nieuwe regeringsbeleid voor onderwijsorganisaties?<br />
“Dit kabinet wil scholen meer ruimte<br />
geven. Als ik kijk naar passend onderwijs, daar is<br />
nu heel veel zorg en ook kritiek op. Ik begrijp die<br />
zorg. Maar wat we voor scholen doen, is het niet<br />
‘dichtregelen’, dat ben ik echt niet voornemens te<br />
doen en dat wil het kabinet ook niet. We willen veel<br />
ruimte geven aan onderwijsorganisaties om verantwoordelijkheid<br />
‘op te pakken’. En wat we nu zien is<br />
dat eigenlijk alles dichtgeregeld is en scholen heel<br />
weinig beleidsruimte hebben. Dit regeerakkoord zet<br />
in op opbrengstgerichtheid. Prestaties mag je<br />
waarderen en die worden ook gewaardeerd. We<br />
gaan dus weer het excellente scholen-predicaat<br />
invoeren. Excellentie mag gewoon weer en zal ook<br />
>>
Marja van Bijsterveldt<br />
Marja van Bijsterveldt (1961) is sinds 14 oktober 2010<br />
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.<br />
Van 22 februari 2007 tot 14 oktober 2010 was zij staatssecretaris<br />
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.<br />
Mevrouw Van Bijsterveldt was van november 2002 tot<br />
februari 2007 voorzitter van het CDA. Eerder was zij actief<br />
in het CDJA en voorzitter van het CDA-vrouwenberaad.<br />
Daarna was zij wethouder van Almere en in de periode<br />
1994-2003 burgemeester van Schipluiden.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
9
10<br />
>><br />
weer worden gewaardeerd. Dat heeft Nederland ook<br />
hard nodig. Dat zullen we dan ook stimuleren. De<br />
hoofdlijn voor mij als minister is dan ook opbrengstgericht<br />
werken op de scholen. Ik heb veel scholen<br />
bezocht die daar heel enthousiast over zijn en goede<br />
resultaten boeken.<br />
Verder investeert dit kabinet heel gericht in het<br />
onderwijs, naast de ombuigingen die zeker hier en<br />
daar pijnlijk zijn. Zo gaan we investeren in voorschoolse<br />
educatie, schakelklassen, leerlingvolgsystemen,<br />
toetsen, leraren, hoogbegaafden, en een echte<br />
impuls voor het schoolleiderschap en het professionaliseren<br />
daarvan. Alles vanuit de optiek dat prestaties<br />
en ambities gewaardeerd worden. Uit het kind<br />
halen wat mogelijk is en maatwerk leveren. We willen<br />
scholingsgelden beperkt inzetten op de ondersteuning<br />
van niet alleen kwetsbare kinderen aan de<br />
onderkant van de prestatiecurve, maar ook hoogbegaafde<br />
kinderen, die soms ook heel kwetsbaar kunnen<br />
zijn. Als excellente leerlingen niet worden uitgedaagd,<br />
kunnen ze zomaar ‘wegzakken’ terwijl ze veel<br />
hoger hadden kunnen scoren’.”<br />
U komt als minister veel op scholen en<br />
spreekt veel mensen uit het onderwijswerkveld;<br />
wat is u daarbij het meeste opgevallen?<br />
Wat heeft u het meeste verrast? “Het mooiste,<br />
maar dat vond ik ook al als staatssecretaris, is de<br />
vitaliteit van scholen en van de mensen die er werken.<br />
Als staatssecretaris had ik te maken met problemen<br />
die ik nu als minister ook tegenkom. Ik denk na<br />
over hoe we zaken kunnen oplossen en hoe het beter<br />
en anders kan. Als je dan in ‘Den Haag’ werkt, zou<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
er een soort beeld kunnen ontstaan dat er alleen<br />
maar veel zorgen zijn. Maar als ik op de scholen<br />
kom, zie ik gewoon heel veel vrolijke en inspirerende<br />
leerkrachten, mensen die ‘full swing’ bezig zijn en die<br />
er dag in dag uit samen met de leerlingen iets moois<br />
van maken. Met heel veel creativiteit elke dag weer<br />
werken aan ‘opbrengstgericht werken’. Scholen hebben<br />
ook een missie; ik kom net van een school die<br />
concreet aan de slag is gegaan met meervoudige<br />
intelligentie. En onlangs sprak ik met directeuren<br />
over opbrengstgericht werken in Groningen en<br />
Drenthe. Daar was achterstandsproblematiek qua<br />
prestaties, maar de directeuren geven aan hoe geweldig<br />
het is met opbrengstgericht werken aan de slag<br />
te zijn en de cultuurveranderingen die dat teweegbrengt.<br />
Dat zijn heel positieve zaken.”<br />
Graag willen wij u een aantal korte vragen<br />
voorleggen. In principe is alléén ‘ja’ of ‘nee’<br />
als antwoord mogelijk. Daarna kunt u op de<br />
vragen nader toelichting geven.<br />
> Bezuinigingen op het onderwijs?<br />
“Nee, per saldo nauwelijks.”<br />
> Opheffingsnorm omlaag? “Nee.”<br />
> Verdienvermogen van kinderen verbeteren? “Ja.”<br />
> Zeer zwakke scholen sluiten? “Ja.”<br />
> Slecht functionerende leraren ontslaan?<br />
“Zo nodig, ja.”<br />
> Goed functionerende leraren belonen? “Ja.”<br />
> Bestuurlijke krachtenbundeling bevorderen? “Nee.”<br />
> Versterken financiële deskundigheid schoolleiders?<br />
“Ja.”<br />
> Versterken financiële deskundigheid bovenschools<br />
management? “Ja.”<br />
U heeft aangegeven bestuurlijke krachtenbundeling:<br />
“Nee”. Zou u dat kunnen verduidelijken?<br />
“Ik wil dat natuurlijk niet stimuleren. We hebben de<br />
wettelijke fusietoets nu geregeld. Soms is schaalvergroting<br />
nodig, kijk naar de krimpgebieden, maar er<br />
is de afgelopen jaren toch heel veel schaalvergroting<br />
geweest waarvan we achteraf vonden dat het niet<br />
noodzakelijk was en waarvan de schaal toch heel ver<br />
weg van leerlingen is komen te staan. Aan de andere<br />
kant zie ik ook wel dat scholen die klein zijn toch
‘Als ik scholen bezoek, zie ik heel veel vrolijke en inspirerende<br />
meer moeite hebben aan alle eisen te voldoen.<br />
Bijvoorbeeld qua financiële deskundigheid, maar<br />
ook onderwijskundig. De heel kleine scholen zijn<br />
vaker dan gemiddeld zwak en zeer zwak. Het is dus<br />
genuanceerd, maar we moeten de verantwoordelijkheid<br />
niet te ver bij de leerlingen vandaan organiseren.<br />
Daar is brede consensus over.<br />
Graag wil ik nog een toelichting geven op een<br />
aantal andere ‘ja/nee’-vragen.<br />
> Bezuinigingen op het onderwijs? Nee, per saldo<br />
nauwelijks. Verreweg het grootste gedeelte van de<br />
ombuigingen wordt geherinvesteerd.<br />
> Opheffingsnorm omlaag? Nee. Dat wil ik niet,<br />
maar ik wil wel uitzonderingen maken. Dat heb ik<br />
de afgelopen periode voor drie scholen ook<br />
gedaan. Maar dan moeten die scholen écht aan<br />
heel strenge eisen voldoen. De kwaliteit moet op<br />
orde zijn en er moet uitzicht zijn op groei. Dan<br />
probeer ik toch tegemoet te komen, ondanks dat<br />
het generieke regelgeving is. Maar we moeten in<br />
Nederland voorkomen dat er veel kleine zwakke<br />
scholen komen.<br />
> Verdienvermogen van kinderen verbeteren? Ja. Dat<br />
is natuurlijk erg belangrijk. Een goede leeromgeving<br />
bevordert het leervermogen. Dat is goed voor<br />
de kinderen, maar ook voor de samenleving, het<br />
levert uiteindelijk ook meer belasting op. Goed<br />
voor onze welvaart en ons welzijn.<br />
> Zeer zwakke scholen sluiten? Ja, als scholen té<br />
lang zeer zwak zijn wel. De wetgeving ga ik daarvoor<br />
veranderen.<br />
> Slecht functionerende leraren ontslaan? Zo nodig,<br />
ja. Ik ga daar natuurlijk niet over. Het is aan de<br />
besturen. Maar ik denk wel dat we in het onderwijs<br />
scherper moeten zijn op het beoordelen van<br />
mensen. We moeten ook heel systematisch, stelselmatig<br />
bezig zijn met functioneringsgesprekken<br />
en als het nodig is dossier opbouwen. Want een<br />
school, leerlingen en uiteindelijk ook de leraar<br />
zelf help je niet als een leraar niet geschikt is<br />
voor zijn vak.”<br />
Heeft u nieuws, een primeur voor het<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong>? “Jazeker! We willen een ‘agenda’<br />
hebben voor het leiderschap in het onderwijs.<br />
leerkrachten, mensen die ‘full swing’ bezig zijn en die er dag<br />
in dag uit samen met de leerlingen iets moois van maken.’<br />
Goed onderwijskundig leiderschap is eigenlijk de<br />
sleutel tot goed onderwijs. Een goede en opbrengstgerichte<br />
leider in de school zal óók die leraar die<br />
niet goed functioneert meenemen in de kwaliteitsontwikkeling<br />
van de school en daarmee wordt het<br />
schoolteam ook sterker. Ik geloof heel erg in leiderschap<br />
op de scholen en daarom ben ik 0,0 van ‘het<br />
pesten’ van management. Daar heb ik nooit van<br />
gehouden, omdat ik de mening ben toegedaan dat<br />
goede managers ongelooflijk belangrijk zijn voor het<br />
onderwijs. Daarom gaan staatssecretaris Halbe<br />
Zijlstra en ik ook investeren in schoolleiderschap de<br />
komende jaren. Daar hebben we nog niet veel over<br />
gecommuniceerd.”<br />
Eén van de aanbevelingen uit het rapport<br />
van de Commissie Don is het versterken van<br />
de financiële deskundigheid in het onderwijsmanagement.<br />
Welke ondersteuning zal<br />
hieraan in de komende regeerperiode worden<br />
gegeven? “Het verbeteren van de financiële<br />
deskundigheid is één van de componenten om te<br />
komen tot een verdere versterking van het<br />
opbrengstgericht werken. Immers wanneer scholen<br />
vooraf hun doelen stellen en achteraf meten wat is<br />
gerealiseerd, komt het opbrengstgericht werken<br />
dichterbij. Er zijn al grote stappen gezet, maar ik<br />
heb geconstateerd dat het goed kunnen afwegen<br />
van financiële consequenties van beleidskeuzes op<br />
schoolniveau nog niet voldoende is ontwikkeld.<br />
Daar gaan we scholen bij ondersteunen. Ik heb<br />
de PO-Raad gevraagd met een plan van aanpak te<br />
komen met daarin acties om de financiële deskundigheid<br />
te bevorderen. Daarnaast zou het goed zijn<br />
als kennis over financieel management onderdeel<br />
wordt van de competentieprofielen van bestuurders,<br />
schoolleiders en medezeggenschap. Financiële<br />
kennis is op dit moment nog teveel beperkt tot een<br />
klein aantal mensen binnen de school. Dat is kwetsbaar.<br />
Van mijn zijde zal ik ervoor zorgen dat bekostigingsinformatie<br />
voor scholen tijdiger beschikbaar<br />
komt en beter toegankelijk wordt gemaakt. Ook<br />
komt er een centraal informatiepunt waar besturen<br />
terecht kunnen met vragen over de jaarrekening.<br />
Dat is een greep uit de maatregelen die genomen<br />
zullen worden.”<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
11
12<br />
Ernst & Young presenteert rapport over insourcen<br />
Mogelijk grote risico’s en hoge<br />
kosten voor schoolbesturen<br />
Kleine en middelgrote schoolbesturen kunnen niet of slechts<br />
tegen onevenredig hoge kosten en zeer hoge risico’s hun<br />
administratie insourcen (in eigen beheer doen). Grote besturen<br />
kunnen mogelijk tegen aanvaardbare kosten aan de kwalitatieve<br />
minimu<strong>mei</strong>sen voldoen. Ze lopen daarbij een lager,<br />
maar nog steeds substantieel risico. Dat is de conclusie uit het<br />
rapport ‘Onderzoek kostprijsmodel insourcing AK-diensten’<br />
dat Ernst & Young op 29 maart <strong>2011</strong> presenteerde. Het onderzoek<br />
spitste zich toe op de vraag wanneer insourcen van administraties<br />
door onderwijsinstellingen interessant kan zijn.<br />
Voorheen was het uitbesteden van de administratie<br />
haast een automatisme, verklaren de opstellers van<br />
het rapport, dat in opdracht van branchevereniging<br />
BRAVO (zie kader 1) is uitgevoerd. De toenemende<br />
schaalgrootte in het onderwijs heeft er echter voor<br />
gezorgd dat besturen steeds vaker de administraties<br />
zelf gaan doen. Volgens de onderzoekers gebeurt dit<br />
zonder een goede afweging van de voor- en nadelen<br />
en met een te optimistische kijk op de voordelen. De<br />
besluitvorming lijkt meer te worden gestuurd vanuit<br />
het sentiment dingen zelf te willen doen, dan vanuit<br />
rationele argumenten.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
door Herman de Wild<br />
Afwegingen De omvang van de organisatie is de<br />
belangrijkste factor bij insourcing. Administratiekantoren<br />
realiseren door hun omvang een schaalgrootte<br />
die hen vaak veel kostenefficiënter (lees:<br />
goedkoper) maakt dan eigen administraties. Dit is<br />
blijkens het onderzoek niet alleen het gevolg van<br />
schaalvoordelen op het administratieve proces, maar<br />
ook het gevolg van een beter kader (met staffuncties<br />
en dergelijke) dat zij door hun omvang kunnen realiseren.<br />
Hierdoor hoeft een administrateur een minder<br />
hoog niveau te hebben, aangezien zwaardere vragen<br />
door een hogere functionaris kunnen worden beantwoord.<br />
Bij een eigen administratie ontbreekt dit<br />
kader: de administrateur staat er grotendeels alleen<br />
voor en zal daarom zelf een hoger niveau en daarmee<br />
hogere inschaling moeten hebben. De functieverdeling<br />
die administratiekantoren kunnen toepassen<br />
door hun omvang ontbreekt dus vaak bij eigen<br />
administraties. Naast de omvang hebben de onderzoekers<br />
ook zaken als het noodzakelijke kwaliteitsniveau<br />
in hun afwegingen meegenomen.<br />
Vier soorten besturen Het rapport bevat een<br />
kostprijsmodel dat Ernst & Young heeft vastgesteld<br />
op basis van eigen expertise, deskresearch en interviews.<br />
De onderzoekers onderscheiden vier categorieën<br />
besturen:<br />
1. (Zeer) kleine besturen (tot en met 2.000 leerlingen):<br />
voor deze besturen is insourcing kwalitatief<br />
en financieel onverantwoord.<br />
2. Middelgrote besturen (2.250 tot en met 3.750<br />
leerlingen): deze besturen kunnen volgens de<br />
onderzoekers ‘slechts insourcen tegen onevenredig<br />
hoge kosten en met zeer grote risico’s’.<br />
3. Grote besturen (4.000 tot en met 7.250 leerlingen):<br />
grote besturen zijn mogelijk in staat tegen<br />
aanvaardbare (maar wel hogere) kosten aan de<br />
kwalitatieve minimu<strong>mei</strong>sen te voldoen, maar hebben<br />
bij insourcing nog steeds te maken met een<br />
substantieel risico. Zij zullen wel back-up van een<br />
administratiekantoor nodig hebben.<br />
4. Zeer grote besturen (meer dan 7.500 leerlingen):<br />
bij deze omvang kunnen de risico’s van insourcing<br />
beter worden gemanaged.
Kwaliteitsconcessies Eén van de aanvullende<br />
beïnvloedende factoren die de onderzoekers aan het<br />
eind van hun rapport nog noemen, is de cultuur<br />
binnen het onderwijs. Zij achten het reëel dat een<br />
eigen administratie kwalitatief onder druk zal komen<br />
te staan, doordat veel besturen een weerstand hebben<br />
om op onderwijs te bezuinigen en hierdoor eerder<br />
voor een bezuiniging op administratieve processen<br />
zullen kiezen. Concessies aan de kwaliteit van de<br />
administratie kunnen echter de gehele bedrijfsvoering<br />
(en daarmee ook het onderwijsproces) aanzienlijk<br />
onder druk zetten. Dat hebben meerdere grote<br />
besturen die onverwacht met grote tekorten werden<br />
geconfronteerd in de afgelopen tijd gemerkt. Het is<br />
dan ook niet vreemd dat de vier casestudies van zeer<br />
grote besturen die in het rapport zijn opgenomen,<br />
laten zien dat het merendeel van hen, na een aantal<br />
jaar met een administratie in eigen beheer te hebben<br />
gewerkt, een hernieuwde outsourcing van (een<br />
gedeelte van) de administratie overweegt.<br />
Voordeel behalen Het rapport focust zich op de<br />
administratieve kant van de bedrijfsvoering. Dat wat<br />
nodig is voor een goede beleidsmatige invulling van<br />
de planning en controlcyclus is buiten beschouwing<br />
gelaten. Het voordeel dat besturen kunnen behalen<br />
door ook dit te outsourcen, bijvoorbeeld door een<br />
externe controller in te huren, is nog groter dan dat<br />
op het administratieve proces. Dat komt omdat dit<br />
minder frequent gebruikte, maar duurdere taken<br />
zijn, waardoor omvang nog meer gaat meespelen in<br />
de in-/outsourcingsdiscussie.<br />
Op www.dyade.nl kunt u het gehele rapport<br />
downloaden.<br />
BRAVO<br />
Veertien onderwijsdienstverleners hebben zich<br />
in <strong>mei</strong> 2008 verenigd en de krachten gebundeld<br />
door middel van de oprichting van een<br />
brancheorganisatie BRAVO; BRanche-vereniging<br />
Administratie Voor Onderwijsdienstverlening.<br />
De leden verzorgen gezamenlijk 95<br />
procent van de administratie van schoolbesturen<br />
in het primair onderwijs en ongeveer<br />
50 procent van de administratie in het voortgezet<br />
onderwijs.<br />
Bij de leden werken 1.800 medewerkers. Zij<br />
verwerken de salarissen van ruim 120.000<br />
personeelsleden in het primair onderwijs en<br />
van ruim 50.000 personeelsleden in het<br />
voortgezet onderwijs. Daarnaast voeren de<br />
leden de financiële administratie voor ruim<br />
5.300 scholen in het PO, 400 scholen in het<br />
speciaal onderwijs en 330 scholen in het VO.<br />
Deze scholen beschikken gezamenlijk jaarlijks<br />
over een budget van ongeveer € 8 miljard.<br />
N. Mol<br />
K. Vos<br />
H. Pirovano<br />
F. Hüsken<br />
R. Bagchus<br />
R. van Harten<br />
H. van Gansewinkel<br />
W. Fincken<br />
Rondetafelgesprek<br />
Na de presentatie van het rapport door<br />
Ernst & Young organiseerde branchevereniging<br />
BRAVO een rondetafelgesprek.<br />
Aan het gesprek hebben de volgende<br />
heren deelgenomen: N. Mol (Commissie<br />
Don), R. Bagchus (directeur PO, min.<br />
OCW), K. Vos (Nivra), R. van Harten<br />
(Bestuurder PO-Raad), H. Pirovano<br />
(manager Jaarverslaglegging min. OCW),<br />
H. van Gansewinkel (Ernst & Young),<br />
F. Hüsken (voorzitter rondetafelgesprek)<br />
en W. Fincken (BRAVO). Op basis van<br />
de inbreng van de deelnemers kan worden<br />
gesteld dat het samenspel tussen<br />
bestuurders in het onderwijs en administratiekantoren<br />
belangrijk is bij de verdere<br />
professionalisering van bedrijfsvoering<br />
in het onderwijs. Daarbij blijft het gevoel<br />
van bestuurders (de meer ‘zachtere’<br />
factoren) nog steeds van belang.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
13
14<br />
<strong>Dyade</strong> Interim-Professionals<br />
Nadere kennismaking met<br />
Pieter Haverkamp en Peter<br />
van Engeldorp Gastelaars<br />
Sinds 1 januari <strong>2011</strong> is Peter van Engeldorp<br />
Gastelaars voor een deel van de week verbonden aan<br />
<strong>Dyade</strong> als clusterdirecteur Interim-Professionals.<br />
Samen met Pieter Haverkamp, coördinator <strong>Dyade</strong><br />
Ede afdeling Advies en betrokken bij de<br />
Directeurenpool, zorgt hij voor een professioneel<br />
aanbod van <strong>Dyade</strong>-specialisten die al dan niet<br />
tijdelijk een schoolorganisatie of -bestuur met hun<br />
expertise ondersteunen.<br />
We treffen Pieter en Peter tijdens een lunch.<br />
Kunnen jullie iets over jullie achtergrond vertellen?<br />
Pieter: “Hoe heet dat ook al weer? ‘Gepokt en<br />
gemazeld’ in het onderwijs? Zoals velen ben ik begonnen<br />
als leerkracht, in het basisonderwijs. Daarna volgde de<br />
stap als directeur van een basisschool en dat heb ik<br />
zeventien jaar mogen doen. In de regio waar ik werkzaam<br />
was, ontstond allerlei werk op bovenschools niveau en<br />
ook dat heb ik met veel plezier gedaan. Zo was ik coördinator<br />
van het WSNS-verband en ben ik betrokken<br />
geweest bij de voorbereiding van een interzuilaire besturenfusie<br />
(pc, rk en openbaar). Het bood mij de mogelijkheid<br />
in de vele facetten van het primair onderwijs brede<br />
ervaring op te doen. De afsluiting van het fusieproces<br />
vormde voor mij de aanleiding rond te kijken naar een<br />
nieuwe functie en mijn blik viel op <strong>Dyade</strong>, waar ik vanaf<br />
2001 als senior adviseur werkzaam ben. Ik kijk terug op<br />
een intensieve, veelzijdige periode met opdrachten in het<br />
kader van bestuursondersteuning, advisering van directies<br />
en besturen in het brede spectrum van beleidsontwikkeling<br />
en management en dat ook nog in verschillende<br />
onderwijssectoren (PO, SBO, SO). Op dit moment houd<br />
ik me met name bezig met WSNS als interim-coördinator.<br />
Daarnaast coördineer ik binnen de vestiging <strong>Dyade</strong><br />
Ede de afdeling Advies en de Directeurenpool.”<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
door Marianne Groen<br />
Peter: “Voor mij geldt ook dat ik ben gestart als<br />
onderwijzer en op jonge leeftijd voldoende ambitie<br />
had om directeur te worden. Leiding geven aan een<br />
basisschool in de jaren 80-90 betekende enerzijds<br />
veel voor de klas en weinig tijd voor management en<br />
anderzijds werken met beperkte budgetten.<br />
Vervolgens raakte ik betrokken bij het bestuurlijk<br />
circuit en heb ik in 1998 gekozen als zelfstandig<br />
adviseur en interim-manager in het onderwijs aan de<br />
slag te gaan. Het ondernemen zit toch in mijn bloed.<br />
Verdere professionalisering op het gebied van strategisch<br />
personeelsbeleid vanuit het gedachtegoed van<br />
Investors in People (IiP) bracht mij ook in werkomgevingen<br />
buiten het onderwijs, de publieke sector,<br />
maar ook in het MKB. Van daaruit heb ik gekozen<br />
voor het daadwerkelijk ondernemerschap met een<br />
productiebedrijf. Ik heb geparticipeerd in verschillende<br />
bedrijven en bedrijfjes, maar ben tegelijk verbonden<br />
gebleven met het onderwijsveld. Dat vergemakkelijkte<br />
in 2007 de door mijzelf gewenste terugkeer<br />
naar het onderwijs in de positie van bestuurder van<br />
een middelgrote stichting voor openbaar onderwijs<br />
(ruim 3.000 leerlingen). Na beëindiging van de<br />
contractueel afgesproken periode, ben ik bij <strong>Dyade</strong><br />
betrokken geraakt, hetgeen per 1 januari jongstleden<br />
heeft geresulteerd in een contract voor drie dagen
per week. Daarnaast ben ik voor opdrachten<br />
beschikbaar als interim-manager en (organisatie)adviseur.”<br />
Waardoor raakten jullie bekend met <strong>Dyade</strong>?<br />
Pieter: “Ik kende <strong>Dyade</strong> en zijn rechtsvoorgangers al,<br />
omdat ik directeur was aan een school die klant was<br />
van <strong>Dyade</strong> (vroeger SDCO Ede). Ik heb destijds zelf<br />
regelmatig gebruikgemaakt van de kennis en ondersteuning<br />
van <strong>Dyade</strong>. Ook in die tijd merkte ik dat<br />
<strong>Dyade</strong> een administratiekantoor was dat ‘meedacht’<br />
met de klant en passende ondersteuning verleende.<br />
Ik heb in die periode ervaren hoe belangrijk het is als<br />
een administratiekantoor toegankelijk en klantgericht<br />
is. Gelukkig hoor ik van onze klanten dezelfde<br />
geluiden en wordt <strong>Dyade</strong> met name op die aspecten<br />
hoog gewaardeerd. Dat betekent natuurlijk een<br />
permanente focus op tijdigheid en correctheid van<br />
informatie. Diezelfde attitude straalt de afdeling<br />
Advies uit: voor en met onze klanten!”<br />
Peter: “Mijn ervaring met <strong>Dyade</strong> en de voorgangers<br />
telt zelfs al meer dan dertig jaar. Als klant van verschillende<br />
scholen waar ik als interim-manager aan<br />
het werk was, maar ook heb ik voor <strong>Dyade</strong> zelf<br />
opdrachten uitgevoerd op het gebied van klantgerichtheid<br />
en productontwikkeling.”<br />
Waar ligt volgens jullie de grote kracht van<br />
<strong>Dyade</strong>? Pieter: “Ik zie de kracht van <strong>Dyade</strong> heel<br />
dicht bij de bedrijfsvoering. De laatste vijftien jaar<br />
zijn de bedrijfsprocessen steeds belangrijker geworden<br />
bij de ontwikkelingen en de continuïteit van de<br />
school. Met ‘toerusting en bereikbaarheid’ (1992),<br />
de schaalvergroting in het primair onderwijs, een<br />
toenemende eigen verantwoordelijkheid van scholen<br />
en schoolbesturen met de daaraan verbonden risico’s,<br />
is bedrijfsvoering een veel belangrijkere rol gaan<br />
spelen. Dit verklaart tegelijk de noodzaak van een<br />
toenemende professionaliteit van schoolbestuurders,<br />
die vaak nog van origine onderwijzers zijn.<br />
Dat proces heeft zich al eerder ingezet in het<br />
middelbaar beroepsonderwijs en het voortgezet<br />
onderwijs en later dan ook in het primair onderwijs.<br />
Voeg daar aan toe de moderne vormen van administratie<br />
(digitalisering).”<br />
Peter: “Precies. En daar ontstaat al de eerste rol<br />
voor <strong>Dyade</strong>: ondersteunen bij het verwerven van<br />
voldoende professionaliteit bij bestuurders en<br />
schooldirecties om adequaat financieel beleid in te<br />
zetten, bijvoorbeeld in de Leergang van <strong>Dyade</strong><br />
Academy ‘Meer Doen! met minder’. Tegelijk zijn er<br />
stevige veranderingen aan de orde: er wordt veel<br />
meer dan vroeger verantwoording gevraagd van<br />
scholen en schoolbestuurders. Het geven van tijdige<br />
en correcte informatie over de organisatie heeft een<br />
eerste prioriteit. Daarnaast worden bestuurders<br />
geacht een langetermijnbeleid te ontwikkelen.<br />
Tijdige anticipatie op ontwikkelingen vragen aanpas-<br />
singen in het personeelsbeleid voor de toekomst<br />
(vergelijk ‘passend onderwijs’). <strong>Dyade</strong> biedt leidinggevenden<br />
verschillende instrumenten, zoals ‘dashboards’,<br />
simulatie-instrumenten, een module voor<br />
een professionele planning en controlcyclus, een<br />
projectadministratiemodule voor een goede aansluiting<br />
tussen financiën en huisvestingsbeleid en last<br />
but not least, <strong>Dyade</strong> ontwikkelt zich momenteel als<br />
effectieve dienstverlener: ‘Meer met Minder…’; dat<br />
is nodig in een tijd van bezuinigingen en verstandig<br />
omgaan met beschikbare financiën.”<br />
En wat heeft dat nu te maken met <strong>Dyade</strong><br />
Interim-Professionals? Peter: “De grondgedachte<br />
is dat geen enkel schoolbestuur altijd en op elk<br />
gewenst moment alle benodigde kennis, expertise,<br />
ervaring in huis en beschikbaar heeft. Soms heeft<br />
men de kennis niet, soms is die er wel, maar is een<br />
medewerker niet beschikbaar.”<br />
Pieter: “Kortom, met de <strong>Dyade</strong> Interim-<br />
Professionals komt een groep veelzijdige specialisten<br />
met expertise op het gebied van alle onderdelen van<br />
de bedrijfsvoering van een school in beeld: direct<br />
inzetbaar op elk gewenst moment.”<br />
Peter: “In die groep is een aantal zeer ervaren interim-managers<br />
en leidinggevenden actief, inzetbaar<br />
op een basisschool of scholengroep in het basisonderwijs<br />
en speciaal onderwijs of als leidinggevende<br />
in het voortgezet onderwijs. Momenteel bereiden<br />
we ons voor op het kunnen leveren van managers<br />
voor alle onderwijssectoren, ook in het middelbaar<br />
en hoger beroepsonderwijs.” >><br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
15
16<br />
>><br />
‘<strong>Dyade</strong> Interim-Professionals:<br />
direct inzetbaar op elk gewenst moment’<br />
Pieter: “Alle managers voor de scholen zijn ‘onderwijsmanagers’.<br />
Vaak met een flink portie managementervaring<br />
op verschillende scholen, met kennis van verschillende<br />
onderwijsconcepten (montessori, jenaplan, dalton,<br />
opbrengstgericht onderwijs, WMK) en met ervaring in het<br />
werken op scholen met een eigen identiteit (gereformeerd,<br />
islamitisch, protestants-christelijk, rooms-katholiek,<br />
openbaar en algemeen bijzonder onderwijs).”<br />
Peter: “Juist omdat we de groep zorgvuldig hebben<br />
samengesteld, kunnen we deze expertise leveren. Pieter<br />
kent al onze <strong>Dyade</strong>-specialisten, ook als zij zelfstandig zijn<br />
(zzp’er) en ik ben hard bezig met iedereen kennis te<br />
maken. Met alle interim-professionals worden meerdere<br />
keren per jaar professionaliseringsbijeenkomsten gehouden<br />
en is er een-op-een contact. Het is een actief netwerk<br />
van onderwijs- en bedrijfsvoeringspecialisten.”<br />
Pieter: “Wat het zo krachtig maakt, is de directe koppeling<br />
tussen onderwijs en geld/personeel.<br />
Onderwijsinhoudelijke managers reflecteren over actuele<br />
ontwikkelingen met onze interim-controllers en de HR/Pspecialisten,<br />
<strong>Dyade</strong> Financials hebben contact met onze<br />
huisvestingsadviseurs. <strong>Dyade</strong> zit er boven op.”<br />
Jullie hebben het over interim-professionals.<br />
Over wat voor professionals hebben we het dan<br />
en op welke manier weten jullie zeker dat de<br />
beste man/vrouw op de juiste plek komt?<br />
Pieter: “Onze interim-professionals worden onderscheiden<br />
in verschillende groepen:<br />
> Interim-managers: op scholen, afdelingen van scholen<br />
(directeurenpool), financiële afdelingen, personeelsafdelingen,<br />
huisvestingsafdelingen.<br />
> Verander- en projectmanagers: ondersteuners bij het<br />
ontwerpen en implementeren van een specifiek project<br />
binnen een bepaald tijdsbestek.<br />
> Procesmanagers: ondersteuners bij het begeleiden van<br />
processen. Je kunt hierbij denken aan invoering van<br />
leerlingvolgsystemen, WSNS-coördinatie, ontwikkelen<br />
van de kwaliteitszorg (WMK met Cees Bos), een nieuw<br />
personeelssysteem of financieel systeem of een planning<br />
en controlcyclus.<br />
> Managementbegeleiders (coaching): het professioneel<br />
begeleiden van een leidinggevende bij de heroriëntatie<br />
op het eigen functioneren of het begeleiden van een<br />
startende directeur.<br />
Kortom, vakbekwame interim-schooldirecteuren,<br />
controllers en hoofden van afdelingen.”<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
Peter: “Wij gaan uit van het principe ‘binden en<br />
boeien’. Binnen <strong>Dyade</strong> worden de interim-professionals<br />
gestimuleerd in hun eigen persoonlijke ontwikkeling.<br />
Oriëntatie op actuele ontwikkelingen in het<br />
vakgebied, het delen van kennis en intercollegiale<br />
reflectie. Dat laatste zal vanaf <strong>2011</strong> ook plaatsvinden<br />
met interim-professionals uit onze ZZP-groep.<br />
Op deze manier is er interactieve kennisuitwisseling.<br />
Daarnaast zal <strong>Dyade</strong> een ‘senior-juniorprogramma’<br />
gaan opzetten. We nodigen binnen <strong>Dyade</strong> jonge<br />
professionals uit zich te melden voor dit programma.<br />
De koppeling met een senior interim-professional<br />
van <strong>Dyade</strong> zorgt naar twee kanten voor<br />
dynamiek: de ‘oudere ervaring’ wordt geïnspireerd<br />
door de ‘jonge dynamiek’ en beiden profiteren van<br />
elkaars inzichten en kwaliteiten.”<br />
Pieter: “Ja, als ik alleen al naar mezelf kijk met het<br />
oog op nieuwe media… Twitter, LinkedIn…”<br />
De kritiek op interim-professionals is vaak<br />
dat het zo veel kost. Kunnen jullie daar iets<br />
over zeggen? Peter: “Iedere situatie is verschillend.<br />
Het is daarom eigenlijk ondoenlijk een algemene<br />
reactie te geven. Inderdaad, in het verleden is misschien<br />
wel te gemakkelijk een interim-manager ingezet<br />
en werden door de marktwerking de tarieven<br />
buitenproportioneel opgedreven.”<br />
Pieter: “In de door ons gehanteerde tarieven zitten<br />
ook alle werkgeverslasten en overige arbeidskosten.<br />
Hooguit worden reiskosten in rekening gebracht.<br />
Verder beslaat de inzet van een interim-manager niet<br />
altijd een volledige werkweek. Soms is een gedeeltelijke<br />
vergoeding voor vervanging beschikbaar. In alle<br />
gevallen zoeken wij samen met de klant naar een<br />
passende en betaalbare oplossing.”<br />
De uitsmijter en de broodjes kroket zijn op.<br />
Hebben júllie nog een uitsmijter? Pieter:<br />
“Voor mij zal altijd blijven gelden en dat is dan ook<br />
van toepassing op al onze <strong>Dyade</strong> interim-professionals:<br />
samen met en voor de klant!”<br />
Peter: “Kort en krachtig: <strong>Dyade</strong> interim-professionals,<br />
dicht bij de bedrijfsvoering met een hart voor<br />
onderwijs.”<br />
Meer informatie<br />
Voor meer informatie over <strong>Dyade</strong> Interim-<br />
Professionals kunt u contact opnemen met<br />
Peter van Engeldorp Gastelaars<br />
(e-mail: peter.van.engeldorp@dyade.nl,<br />
gsm 06-22946131) of<br />
Pieter Haverkamp (e-mail: pieter.haverkamp@dyade.nl,<br />
gsm 06-11305173).<br />
Uiteraard vindt u ook op www.dyade.nl meer informatie<br />
onder het menu-item ‘Interim Professionals’.
Voor onafhankelijke en professionele advisering en begeleiding,<br />
met ruime ervaring in praktijkgerichte oplossingen.<br />
Employee Benefits, zoals o.a.<br />
- pensioen<br />
- basisverzekering<br />
- arbeidsongeschiktheid<br />
- ongevallen<br />
Employers Risks, zoals o.a.<br />
- riskmanagement<br />
- creditmanagement<br />
- verzuimmanagement<br />
- WGA Eigen Risico<br />
KONINGINNEGRACHT 45 FAX 070 302 22 11<br />
2514 AD DEN HAAG E-MAIL: INFO@MANDEMA.NL<br />
TEL 070 302 22 22 INTERNET: WWW.MANDEMA.NL<br />
ONDERDEEL VAN
Veelgestelde asbestvragen beantwoord<br />
Breng asbest in schoolgebouwen<br />
in kaart!<br />
Asbest wordt al sinds de oudheid gebruikt toen de Vestaalse<br />
maagden in Rome het voor hun lampenpitten gebruikten.<br />
Karel de Grote had een tafelkleed van asbest dat hij tot ver-<br />
bijstering van zijn gasten in het vuur wierp na de maaltijd.<br />
Geen klant<br />
van <strong>Dyade</strong>?<br />
Ook dan kunt<br />
u terecht bij<br />
onze afdeling<br />
Huisvesting &<br />
Vastgoed voor<br />
advies en<br />
oplossingen.<br />
18<br />
door Jos Kalkhoven<br />
‘Schoolbesturen moeten altijd alert zijn op de mogelijkheid<br />
dat er asbest in een schoolgebouw zit’, zeggen<br />
de VNG, de PO-raad en de VO-raad in een reactie<br />
op een uitzending van Zembla, waarin onlangs<br />
naar voren kwam dat veel scholen niet weten of en<br />
waar in hun gebouwen asbest aanwezig is.<br />
De adviseurs van <strong>Dyade</strong> Huisvesting en Advies geven<br />
in dit artikel antwoord op veelgestelde asbestvragen.<br />
Waarvoor wordt/werd asbest gebruikt?<br />
Asbest is tot in de jaren tachtig veel gebruikt in<br />
gebouwen en woningen, vanwege bepaalde nuttige<br />
eigenschappen: het is sterk, slijtvast, isolerend,<br />
brandwerend en bovendien goedkoop. Het werd<br />
bijvoorbeeld gebruikt in:<br />
> asbestcement: onder meer gebruikt in golfplaten,<br />
rioolbuizen, schoorsteenpijpen, dakleien, bloembakken,<br />
warmhoudplaatjes enzovoorts. In deze<br />
toepassing zijn de vezels stevig gebonden en<br />
komen ze niet vrij zolang het materiaal in goede<br />
staat en onbeschadigd is. Het bewerken ervan<br />
wordt afgeraden;<br />
> spuitasbest: is tot 1978 veel toegepast als brandwerend<br />
en isolerend middel in schepen en gebouwen.<br />
Het is zeer kwetsbaar voor beschadiging en<br />
daardoor asbestvezelverspreiding;<br />
> remblokjes: in oude auto's, vrachtwagens en liften<br />
kan nog asbest worden gevonden, hoewel dit<br />
tegenwoordig vervangen wordt door aramide,<br />
zoals twaronvezels;<br />
> asbestkoord: als (af)dichting voor oudere kacheldeuren<br />
en oudere stookketels;<br />
> asbestisolatie: werd toegepast als brandwerende<br />
laag in onder meer vele gebouwen en schepen. Bij<br />
het verwijderen van de laag komen veel vezels vrij;<br />
> vloerbedekking: bepaalde vinylsoorten kunnen<br />
asbestvezels bevatten;<br />
> kitsoorten: sommige oude voegvullingen in metselwerk/kozijnen.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
Waar komen asbestvezels voor? Vrijgekomen<br />
asbestvezels komen overal voor. In Nederland<br />
bevindt zich in agrarische gebieden in elke liter<br />
buitenlucht ongeveer 1 vezel, in grote steden 5 tot<br />
10, en bij verkeerstunnels 40 tot 80 vezels per liter<br />
lucht. In gebouwen worden asbestconcentraties<br />
gemeten van 0 tot 50 vezels per liter lucht.<br />
De belangrijkste vezelbronnen zijn autoverkeer en<br />
sloopwerkzaamheden.<br />
Welke asbestwetgeving geldt in Nederland?<br />
De kern van de Nederlandse asbestregelgeving is het<br />
verbod op het bewerken, verwerken of in voorraad<br />
houden van asbest of asbesthoudende producten.<br />
In arbeidssituaties geldt het Arbobesluit, ook wanneer<br />
niet direct met asbest wordt gewerkt, bijvoorbeeld<br />
wanneer blootstelling plaatsvindt doordat<br />
men werkt in een bedrijfsruimte of gebouw waar<br />
asbest is aangebracht als brandwerend middel.<br />
Moeten asbest en/of asbesthoudende onderdelen<br />
echt worden verwijderd? Om te controleren<br />
of er asbest in een gebouw aanwezig is en voordat<br />
er asbest verwijderd kan worden, moet er een<br />
inventarisatie worden uitgevoerd. Of asbest moet<br />
worden verwijderd, is afhankelijk van de wijze waarop<br />
het asbest gebonden is in het materiaal.<br />
Hechtgebonden asbest kan meestal beter blijven zitten.<br />
Dit materiaal levert geen gevaar op als het in<br />
goede staat verkeert en niet wordt bewerkt. Of er in<br />
het geval van losgebonden asbest (of: niet-hechtgebonden<br />
asbest) maatregelen nodig zijn, hangt af van<br />
het feit of het materiaal al dan niet is afgeschermd.<br />
Verder speelt de afweging een rol of het asbest zich<br />
op een plaats bevindt waar regelmatig mensen<br />
komen.<br />
Welk risico geeft asbest op gezondheidsschade?<br />
Zolang asbest in gebonden toestand verkeert,<br />
is er geen gevaar voor de gezondheid. Als losse<br />
asbestvezels worden ingeademd lopen zij vast in de<br />
kleine luchtwegen en longblaasjes. Daar worden de<br />
kleine vezels opgenomen door macrofagen (opruimcellen).<br />
Vezels die hiervoor te groot zijn, kunnen<br />
gaan migreren (wandelen) in de weefsels. Ook kunnen<br />
zij zich via de lymfebanen verspreiden en zo<br />
terechtkomen op plaatsen ver verwijderd van de kleine<br />
luchtwegen. Opgehoeste losse vezels en macrofagen<br />
kunnen worden ingeslikt en verlaten het lichaam
via het darmstelsel. Voor het blootstellingsniveau van<br />
asbest, waaronder geen verhoogd risico op kanker of<br />
mesothelioom zou voorkomen, is geen veilige grens.<br />
Eén ingeademde vezel kán dus al gezondheidsschade<br />
veroorzaken, zij het dat dit een te verwaarlozen risico<br />
is. Voor het krijgen van asbestose moet er minimaal<br />
5 vezeljaar blootstelling aan asbest zijn geweest. Het<br />
relatieve risico 1 op longkanker na blootstelling aan<br />
asbest is 3,5. Mensen die dagelijks bezig zijn met het<br />
verwijderen van asbest lopen voordurend risico, vandaar<br />
dat zij in beschermende kleding werken: de<br />
bekende maanmannetjes.<br />
Wie beslist of asbest moet worden<br />
verwijderd? In Nederland staat het de eigenaar<br />
van een gebouw vrij te beslissen over wel of niet verwijderen<br />
van asbesthoudend materiaal. Indien tot<br />
verwijdering van asbest wordt besloten, moet men<br />
zich houden aan de regels die door het Asbestverwijderingsbesluit<br />
en de gemeentelijke bouwverordening<br />
zijn gesteld. In de meeste gevallen is voor het<br />
verwijderen van asbest toestemming van de gemeente<br />
nodig. Er gelden strenge voorschriften voor het<br />
verwijderen van asbest. Het niet volgens de voorschriften<br />
verwijderen van asbest is vaak een stuk<br />
gevaarlijker dan het laten zitten van dit materiaal.<br />
Op het niet volgens de voorschriften verwijderen zoals<br />
hierboven genoemd staan dan ook hoge boetes.<br />
1 Het quotiënt van twee (absolute) risico's noemt men het relatieve risico<br />
RR (Ri/Rc). In een cohortonderzoek is dit relatieve risico een<br />
schatting van het aantal keren dat de kans om ziek te worden bij<br />
blootstelling aan een bepaalde risicofactor groter (RR>1) of kleiner<br />
(RR
20<br />
‘Niet loslaten, maar<br />
anders vasthouden’<br />
De rol van het toezichtkader in het<br />
spel tussen bestuur en intern toezicht<br />
In het maart-nummer van <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> heeft u een artikel<br />
kunnen lezen over het toezichtkader en de informatievoor-<br />
ziening van het intern toezicht. Voor intern toezicht zijn beide<br />
noodzakelijk. Hoe goed een onderwijsorganisatie dit op<br />
papier ook heeft geregeld, uiteindelijk telt de praktijk.<br />
Hieronder treft u een interview aan met Hans van<br />
Gansewinkel en Martijn Brandhorst van Ernst & Young.<br />
Beide heren hebben veel ervaring met de thema’s governance<br />
en toezichthouden (zie kader 1).<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
door Clemens Geenen<br />
Wat voegt intern toezicht toe aan de schoolorganisatie?<br />
“In de oude situatie bestond geen<br />
intern toezicht en was er geen kritische, onafhankelijke<br />
blik van een derde op het bestuur. We zeggen<br />
geen, maar dat is wat gechargeerd. OCW zat er in<br />
het verleden dichter op vanuit het verticale (externe)<br />
toezicht. Door de terugtrekkende beweging van<br />
OCW is het noodzakelijk dat binnen de organisatie<br />
meer aan toezicht wordt geregeld. De Wet goed<br />
onderwijs goed bestuur vraagt dit ook van de sector.<br />
De intern toezichthouder is hierbij één aspect. Wat<br />
je ziet is dat er ook nog andere gremia zijn die zich<br />
met aspecten van het toezicht bezighouden, zoals de<br />
(gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad, de<br />
Inspectie als het gaat om de inhoud en kwaliteit van<br />
het onderwijs en de externe accountant als het gaat<br />
om de certificering van de jaarrekening. We denken<br />
dat deze partijen opnieuw aan het uitvinden zijn<br />
hoe zij zich tot elkaar verhouden.
Op zich zijn nu de randvoorwaarden aanwezig om<br />
tot een professioneler systeem van ‘checks & balances’<br />
te komen, maar wat elke partij daarin te doen<br />
heeft, is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Wij<br />
zijn ervan overtuigd dat je dat systeem transparanter<br />
maakt door bestuur en toezicht van elkaar te<br />
scheiden: binnen één orgaan (functionele scheiding)<br />
of door een splitsing in twee organen (organieke<br />
scheiding). Dat betekent overigens niet dat je kunt<br />
zeggen dat het overal al goed is geregeld, of dat alle<br />
partijen daarin handig acteren. Sterker nog, we denken<br />
dat op veel plekken nog handelingsverlegenheid<br />
zit. OCW leek vijftien jaar terug verreweg de belangrijkste<br />
stakeholder van de schoolorganisatie.<br />
Tegenwoordig is zij een van de vele geworden.<br />
Niet alleen nam het aantal stakeholders toe, ook de<br />
opstelling van de stakeholders is lokaler en regionaler<br />
geworden. Een professionele intern toezichthouder<br />
is veel beter in staat die andere stakeholders te<br />
identificeren en in te schatten wat hun belang en de<br />
impact daarvan op de organisatie is.”<br />
Waarop houdt de toezichtouder toezicht?<br />
“In artikel 17 van de Wet goed onderwijs goed<br />
bestuur staat waarop de toezichthouder toezicht<br />
houdt. Zelf gaan we nog een stapje verder. Het<br />
intern toezicht zou zich moeten richten op alle<br />
doelen die met de maatschappelijke opdracht van<br />
het onderwijs samenhangen en op de belangrijkste<br />
bedrijfsvoeringmiddelen om die doelen te realiseren.<br />
De concretisering van de maatschappelijke doelen in<br />
een toezichtkader kan variëren naar gelang de aard<br />
van het onderwijs. Gaat het alleen om primair<br />
onderwijs of is er een combinatie met voortgezet<br />
onderwijs? Zit er kinderopvang of een andere brede<br />
voorziening bij? Daarnaast kan ook de doelstelling<br />
van de organisatie veranderen. Laten we als voorbeeld<br />
nemen dat je de voorschool erbij moet betrekken.<br />
Dat doet iets met je maatschappelijke opdracht<br />
en dat doet dus ook iets met je stakeholdersdefinitie.<br />
Als toezichthouder houd je toezicht op de per-<br />
‘Het gaat principieel<br />
om een verandering<br />
van attitude. '<br />
Hans van Gansewinkel en Martijn Brandhorst<br />
formance van de doelstellingen. Intern toezicht veronderstelt<br />
per definitie integraal toezicht. Niet alle<br />
vormen van intern toezicht maken dit in gelijke mate<br />
mogelijk. Als we kijken naar het primair en voortgezet<br />
onderwijs dan hebben we het over kinderen in de<br />
leeftijd van 0 tot 18 jaar. Hun vraagstukken zijn dikwijls<br />
‘multi-problem’ van aard. Uit redenen van efficiency<br />
of overgang hebben we er begrip voor dat een<br />
organisatie voorlopig kiest voor een meer ingeperkte<br />
vorm van intern toezicht. Kies je echter om de maatschappelijke<br />
doelstellingen er breed bij te betrekken,<br />
dan vraagt dit om integraal toezicht. Het is daarbij<br />
vanuit organisatorische optiek de vraag of bijvoorbeeld<br />
een algemene ledenvergadering het gremium is<br />
dat de wettelijke toezichttaken kan uitvoeren, zoals<br />
bedoeld in de Wet goed onderwijs goed bestuur.<br />
De ledenvergadering is slechts een keer per jaar en<br />
er komen (soms) weinig leden op af. Intern toezicht<br />
dat je formeel hebt geregeld, maar dat je als je verder<br />
kijkt praktisch moeilijk kunt waarmaken, dat<br />
moet je als organisatie niet willen.”<br />
Hoe beoordeelt een toezichthouder of het<br />
in de organisatie goed gaat? “Het gaat principieel<br />
om een verandering van attitude. Maar je hebt<br />
ook instrumenten nodig die de attitudeverandering<br />
een beetje helpen. Het belangrijkste startpunt hierbij<br />
is het toezichtkader. Het primair onderwijs telt<br />
ongeveer 1.200 schoolbesturen, het voortgezet<br />
onderwijs ongeveer 350. Het is naar ons weten<br />
nooit geturfd, maar we durven de stelling aan dat<br />
tot nu toe nog maar heel weinig organisaties met<br />
een toezichtkader werken. Bij de invoering van het<br />
raad van toezicht-model bij de SPO Utrecht hebben<br />
we aanvankelijk de statuten en het reglement aangepast<br />
in lijn met de intenties in de nieuwe wet.<br />
We realiseerden ons echter al snel dat dit niet het<br />
voornaamste onderdeel van de wijziging van bestuur<br />
naar toezicht was. Het hielp ons nog te weinig ons<br />
anders te gedragen ten opzichte van elkaar: als<br />
bestuursdeel en toezichthoudend deel. Het maken<br />
>><br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
21
‘De grootste valkuil is dat een toezichthouder zich niet houdt<br />
aan zijn rol en op de stoel van de bestuurder gaat zitten.’<br />
Masterclass Intern toezicht<br />
<strong>Dyade</strong> organiseert samen met Hans van Gansewinkel van Ernst &<br />
Young een masterclass voor intern toezichthouders van kleine en<br />
middelgrote schoolorganisaties. Deze masterclass bestaat uit twee<br />
avonden. Tijdens de eerste bijeenkomst gaat u aan de slag met het<br />
toezichtkader. Door één aandachtspunt concreet uit te werken, leert<br />
u zelf een toezichtkader te ontwikkelen en eigen te maken. De tweede<br />
bijeenkomst gaat in op het stellen van vragen. Welke vragen stelt u<br />
als toezichthouder en hoe doet u dit zonder de relatie met uw<br />
bestuur te verstoren? Voor data, locaties en kosten zie:<br />
www.dyade.nl/governance.<br />
22<br />
>> van een toezichtkader dwingt je het goede midden te<br />
vinden tussen preciezer zijn waar je het voorheen<br />
niet kon zijn en distantie betrachten waar je het<br />
voorheen aan beide kanten van de tafel te weinig<br />
betrachtte. Een toezichtkader kan ook helpen gedisciplineerd<br />
binnen dat kader te handelen. Het simpele<br />
spel dat bestuur en toezichthouder met elkaar spelen<br />
is randvoorwaardelijk om het ook te snappen. Je<br />
doet er verstandig aan het toezichtkader met elkaar<br />
te maken en niet te volstaan met het opvragen van<br />
een kopietje bij een collega. Het is leerzaam je te<br />
buigen over die bijzinnetjes bij de topics van het<br />
toezichtkader en in te voelen wat ze daadwerkelijk<br />
betekenen, zodat je ook als toezichthouder weet<br />
welke vragen je hoort te stellen. Als bestuur en toezichthouder<br />
organiseer je op deze manier een slim<br />
circuit om de bestuurlijke verantwoording gestalte<br />
te geven en te ijken.”<br />
Wat voor soort vragen stelt een toezichthouder?<br />
“Twee vragen zijn bij een toezichtkader belangrijk.<br />
Wat is de operationele definitie van elk van de<br />
topics/thema’s in het toezichtkader? En wat is de<br />
bewijslast die de bestuurder hierbij kan aanleveren?<br />
Hierna volgt als het goed is een spel van continu<br />
doorvragen totdat de voorzitter van het toezichthoudend<br />
orgaan het moment markeert dat het topic<br />
kwalitatief voldoende is behandeld en de discussie<br />
hierover afsluit. Als er geen toezichtkader is, waarin<br />
je definieert waar je maatschappelijk voor de eigenaren<br />
toezicht op gaat houden, dan heb je geen beginpunt.<br />
Als toezichthouder moet je je bestuur niet<br />
loslaten, maar anders vasthouden. Een toezichtkader<br />
helpt je het toezicht op de maatschappelijke<br />
opdracht en de daarbij in te zetten middelen anders,<br />
maar vooral preciezer en gestructureerder vast te<br />
houden.”<br />
Welke informatie en informatiebronnen<br />
gebruikt een toezichthouder om zijn taak<br />
goed te kunnen uitoefenen? “Bestuur en toezichthouder<br />
zullen onderling goed moeten afstem-<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
men welke bewijslast nodig is, zodat het intern<br />
toezicht in staat is zelf tot een oordeel te komen.<br />
Is bijvoorbeeld een jaarrekening voldoende om te<br />
bewijzen dat de financiële doelstellingen zijn<br />
behaald? Niet alle doelstellingen zijn even gemakkelijk<br />
te bewijzen, omdat er niet altijd een goede<br />
beschrijving aanwezig is. Neem nu de belangrijkste<br />
maatschappelijke doelstelling: het leveren van goed<br />
onderwijs. Landelijk is er geen algemeen geaccepteerde<br />
overeenstemming welke factoren ertoe doen.<br />
Anders is dit bij bijvoorbeeld behoud van financiële<br />
continuïteit. Sedert het rapport van de Commissie<br />
Don hebben we hiervoor een min of meer landelijk<br />
geaccepteerde set aan financiële kengetallen. Als<br />
toezichthouder weet je nu welke vijf à zes zaken je<br />
in de gaten moet houden. Je zultoverigens wel heel<br />
goed moeten kijken of de organisatie onder die<br />
getallen daadwerkelijk ‘in control’ is.<br />
Het bestuur is verantwoordelijk voor het organiseren<br />
van de bewijslast. Sommige informatie zal van de<br />
accountant komen, andere informatie van externe<br />
partijen, zoals de gemeente of het administratiekantoor.<br />
Als toezichthouder heb je de plicht om het<br />
bestuur te prikkelen (of in een enkel geval zelfs<br />
opdracht te geven) tot het aanwenden van meervoudige<br />
bronnen. Het is bijvoorbeeld evident dat in de<br />
bewijslast ten behoeve van onderwijskwaliteit inspectierapportages<br />
zitten en ten behoeve van de financiële<br />
continuïteit het accountantsverslag. Als topics in<br />
het toezichtkader leiden tot het bevragen van andere<br />
stakeholders dan is het logisch dat het bronnenmateriaal<br />
in toenemende mate bij die andere stakeholders<br />
vandaan moet worden gehaald. Je zult je<br />
dan wel moeten afvragen hoe betrouwbaar en valide<br />
deze informatie is. Het is overigens handig om te<br />
werken met ‘een bovenlegger’ van bijvoorbeeld één<br />
A4-tje. In de bovenlegger verwoordt het bestuur<br />
welke operationele definitie wordt gehanteerd en<br />
wat de belangrijkste onderdelen van de bewijslast<br />
zijn. Onder de bovenlegger zit de bewijslast die hoort<br />
bij het topic, zoals een jaarrekening of een managementrapportage.<br />
De bovenlegger moet zo in elkaar<br />
zitten dat de toezichthouder tot een oordeel kan<br />
komen, ook zonder kennis te hoeven nemen van de<br />
onderliggende stukken.”<br />
Wat maakt iemand tot een goede toezichthouder?<br />
“Als bestuurder bij SPO Utrecht heb ik<br />
aanvankelijk gedacht dat ze me gevraagd hadden om<br />
een soort veronderstelde deskundigheid en om een<br />
soort verondersteld idee van een bepaald type persoon<br />
dat de stichting kon gebruiken. Je speelde vaak<br />
een spel waarbij ik als bestuurder het idee had dat<br />
mij geen recht werd gedaan, maar dat de organisatie<br />
zichzelf ook geen recht deed. Daarmee bedoel ik de
klassieke bestuursagenda met vijftien tot zestien<br />
agendapunten waarbij het bestuur verondersteld<br />
wordt het formatieplan, het zorgplan, het huisvestingsplan,<br />
kortom al die plandocumenten vast te<br />
stellen. Ik realiseerde mij dat ik tegenover professionals<br />
zat die zich de hele week, al dan niet geholpen<br />
door een administratiekantoor of bestuursbureau,<br />
met dat onderwerp hadden beziggehouden. Op<br />
deze manier had de ontstane werkwijze voor beide<br />
geledingen – bestuur en algemene directie – steeds<br />
minder toegevoegde waarde.<br />
Een toezichtkader helpt je echter de juiste afstand<br />
te laten nemen, maar tegelijkertijd ook de juiste<br />
geprononceerdheid te laten tonen op die aspecten<br />
die er echt toe doen. Het lukt ook alleen maar<br />
als je dat met ondersteuning van technische hulpmiddelen<br />
(toezichtkader, een andere vergaderagenda)<br />
organiseert.<br />
Ik heb geleerd dat het meerwaarde geeft als je het<br />
toezichtkader in zekere mate abstract formuleert.<br />
Alleen op die basis organiseer je de ruimte voor de<br />
opdracht aan de bestuurder om te komen met een<br />
operationele definitie en bewijslast. In het begin van<br />
de periode na de omslag naar het model CvB-RvT<br />
hebben we als Raad van Toezicht ook afgesproken<br />
aan het eind van de vergadering een halfuur tot drie<br />
kwartier te nemen om onszelf onder de loep te<br />
nemen. Dat was noodzakelijk, omdat in het begin<br />
het een en ander nog niet vloeiend verliep. Het toezichtkader<br />
heeft gezorgd voor een grotere transparantie<br />
over ieders professionele rol. Ook schooldirecteuren<br />
en leden van de gemeenschappelijke<br />
medezeggenschapsraad zijn door ons geïnformeerd<br />
over de nieuwe werkwijze. Ze zagen dat het niet ging<br />
om oneigenlijk en ongeïnteresseerd terugtreden van<br />
bestuurders, maar om anders en veel preciezer vasthouden<br />
van de realisatie van de maatschappelijke<br />
opdracht van de stichting. Ook wordt zo een grotere<br />
veiligheidsmarge ingebouwd om geen excessen te<br />
laten ontstaan op wat voor front dan ook. Een toezichtkader<br />
is veel beter geschikt zicht te houden op<br />
zaken die je wilt voorkomen in het onderwijsproces<br />
en/of de bedrijfsvoering dan het systeem dat we<br />
daarvoor hadden. In Utrecht vonden we het belangrijk<br />
om onze hoofddoelstelling, namelijk goed<br />
onderwijs, goed te definiëren. Dat hebben we ook<br />
gedaan voor de behandeling van leerlingen en<br />
ouders. Dit soort ijkpunten zijn zo beschreven dat<br />
de norm helder is, zodat binnen het toezichtkader<br />
de grenzen duidelijk zijn waarbinnen het bestuur<br />
kan acteren. Een toezichtkader moet je niet in beton<br />
willen gieten. Toch moet dit kader wel een bepaalde<br />
houdbaarheid hebben. Als bij de behandeling van<br />
een item blijkt dat de operationele definitie die het<br />
intern toezicht van het bestuur krijgt aangereikt als<br />
niet-passend wordt bevonden, dan kun je als toezichthouder<br />
in de verleiding komen het topic te veranderen.<br />
In dat geval pas je niet je gehele kader aan,<br />
maar de formulering bij dat topic.<br />
Hans van Gansewinkel en Martijn Brandhorst<br />
Drs. Hans van Gansewinkel MCM is jarenlang<br />
bestuurslid en hierna voorzitter van de Raad van<br />
Toezicht van Stichting Openbaar Primair<br />
Onderwijs Utrecht (SPO Utrecht) geweest. Deze<br />
organisatie heeft 34 scholen voor basisonderwijs,<br />
speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs en<br />
telt circa 850 medewerkers en 9.000 leerlingen.<br />
Hij is lid van het bestuur van Havo Notre Dame des Anges<br />
in Ubbergen, de enige categorale havo van Nederland. Van<br />
Gansewinkel werkt bij Ernst & Young als executive manager en is<br />
hier verantwoordelijk voor de adviespraktijk voor het onderwijs.<br />
Martijn Brandhorst MSc RA is accountant bij<br />
Ernst & Young en werkt met name voor het primair<br />
en voortgezet onderwijs. Hij is binnen de sector<br />
onderwijs van Ernst & Young verantwoordelijk<br />
voor vaktechniek in het primair en voortgezet<br />
onderwijs.<br />
De voorzitter van het toezichthoudend orgaan heeft<br />
de taak te bewaken of het toezichtkader nog voldoet<br />
of dat de discussie tussen bestuur en toezichthouder<br />
aanleiding geeft het toezichtkader bij te stellen.”<br />
Wat is de grootste valkuil voor een toezichthouder?<br />
“De grootste valkuil is dat een toezichthouder<br />
zich niet houdt aan zijn rol en op de stoel<br />
van de bestuurder gaat zitten.”<br />
Hoe blijft de toezichthouder kritisch zonder<br />
de relatie met het bestuur te verstoren?<br />
“Belangrijk is dat bestuur en toezichthouder van<br />
elkaar weten dat de toezichthouder kritisch is op de<br />
inhoud en dat dit los staat van persoonlijke aspecten.<br />
Bovendien is van belang dat beiden vasthouden<br />
aan de instrumentele werkafspraken die met elkaar<br />
zijn gemaakt, zoals over het toezichtkader en de<br />
daarbij passende vergaderagenda. Daarbij is het ook<br />
wijs per agendapunt te markeren welke rol gevraagd<br />
wordt van het toezichthoudend deel. De voornaamste<br />
daarbij zijn de rol van toezichthouder, maar ook<br />
de rol van sparringpartner en/of deskundige. Hoe<br />
transparanter en preciezer je daarin handelt, op<br />
papier en tijdens de vergaderorde, hoe professioneler<br />
er kan worden gewerkt.<br />
Verdeel als toezichthouder ook je topics over het<br />
jaar, zodat het bestuur voldoende tijd heeft zich<br />
goed voor te bereiden. Je moet tijdens de vergadering<br />
het topic heel gedisciplineerd te lijf gaan. Je<br />
moet waken voor Prinzipien- of Hobbyreiterei, dat<br />
geeft in de relatie tussen bestuur en toezichthouder<br />
geen pas. Dat stelt hoge eisen aan alle leden van het<br />
toezichthoudend orgaan: die hoge eisen vertalen<br />
zich zo echter ook in preciezer en beter vasthouden<br />
van doelstellingen en middelen die daarvoor worden<br />
ingezet. Daarmee borgt goed bestuur in belangrijke<br />
mate ook goed onderwijs!”<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
23
CBS Jaarboek Onderwijs<br />
in cijfers 2010<br />
In december 2010 publiceerde het Centraal Bureau voor de<br />
Statistiek (CBS) het ‘Jaarboek Onderwijs in cijfers 2010’.<br />
Hierin presenteert het CBS de meest actuele informatie over<br />
het onderwijs aan iedereen die beroepshalve of op een andere<br />
manier geïnteresseerd is in het onderwijs in Nederland.<br />
Het boekwerk is drie centimeter dik en telt 187 pagina’s.<br />
We kunnen ons voorstellen dat u daaraan in deze periode niet<br />
bent toegekomen. In een serie artikelen zal de <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong>-<br />
redactie daarom telkens de meest relevante onderwerpen voor<br />
u samenvatten.<br />
24<br />
Om te beginnen hebben wij enkele belangrijke en<br />
interessante conclusies samengevat:<br />
> In 2009 is € 38 miljard uitgegeven aan het onderwijs,<br />
dat is € 2 miljard meer dan in 2008.<br />
> Het aantal deelnemers aan het middelbaar beroepsonderwijs<br />
is met 2 procent toegenomen, het aantal<br />
studenten in het hoger onderwijs steeg zelfs met<br />
5 procent.<br />
> Het aantal leerlingen dat een diploma haalde in het<br />
voorgezet onderwijs is iets gedaald. Het aantal<br />
mbo’ers en hbo’ers dat slaagde voor hun examen<br />
nam toe (3 procent), evenals het aantal universitair<br />
geschoolde studenten dat hun bul kreeg (5 procent).<br />
> Het aantal achterstandsleerlingen is ten opzichte van<br />
het schooljaar 2000/2001 meer dan gehalveerd.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
door Herman de Wild<br />
‘In de jaren volgend op het jaar van<br />
schooluitval haalt een kwart van<br />
de uitgevallen leerlingen alsnog een<br />
startkwalificatie of volgt onderwijs.’<br />
(deel 1)<br />
> Na het behalen van een diploma in het voortgezet<br />
onderwijs stromen meer leerlingen door naar vervolgonderwijs.<br />
Er gaan meer gediplomeerde vmbo’ers<br />
naar het mbo, terwijl de (voortijdige) uitstroom flink<br />
is gedaald. Ook de doorstroom van havo naar het<br />
hoger beroepsonderwijs is licht gestegen.<br />
> Uit multivariate analyse van voortijdig schoolverlaten<br />
blijkt, dat vertraging in schoolloopbanen en lage<br />
inkomsten van het huishouden hiervoor zeer belangrijke<br />
verklarende factoren zijn.<br />
> In de jaren volgend op het jaar van schooluitval<br />
haalt een kwart van de uitgevallen leerlingen alsnog<br />
een startkwalificatie of volgt onderwijs.<br />
Leerlingen en overheidsuitgaven (tabel 1)<br />
Regelmatig komt in het onderwijs de discussie terug<br />
over de verhouding tussen het aantal leerlingen en de<br />
overheidsuitgaven. Het jaarboek Onderwijs in cijfers<br />
2010 geeft hierover veel informatie. Wij hebben de<br />
bevindingen van het CBS over de laatste decennia op<br />
een rij gezet:<br />
Start basisonderwijs in 1985<br />
In 1985 werd het kleuteronderwijs samengevoegd met<br />
het gewoon lager onderwijs tot het basisonderwijs<br />
(bao). Tegelijkertijd werd de leerplicht vervroegd van<br />
6 jaar naar 5 jaar. Kinderen mogen naar school op de<br />
dag dat ze 4 jaar worden. Hierdoor kwam de afname<br />
van het aantal leerlingen in het primair onderwijs tot<br />
staan. Met de invoering van het basisonderwijs stegen<br />
ook de uitgaven voor het primair onderwijs. Na 1986<br />
namen de totale uitgaven weer af, ondanks een lichte<br />
toename van het aantal leerlingen aan het eind van<br />
de jaren tachtig. In 1982 gaf de overheid bijna<br />
€ 3,9 miljard uit aan het primair onderwijs. In 1990<br />
was dat ondanks het inmiddels hogere prijsniveau<br />
bijna € 60 miljoen minder.<br />
De periode 1990–2009<br />
Na 1990 nam het aantal leerlingen toe tot 1.636.000<br />
in 2001, waarna een daling volgde tot 1.625.000 in<br />
2009/2010. De uitgaven stegen in diezelfde periode<br />
van € 3,8 miljardtot boven de € 10 miljard in 2009.<br />
De uitgaven per leerling stegen tussen 1990 en 2009<br />
van € 2.600,- tot € 6.500. De klassenverkleining in het<br />
basisonderwijs rond de eeuwwisseling was een belangrijke<br />
oorzaak van deze stijging, die ook reëel gezien<br />
(dat wil zeggen omgerekend naar de prijzen van nu)<br />
opmerkelijk groot is.
Leerlingen en overheidsuitgaven (tabel 1)<br />
Achterstandsleerlingen per regio (tabel 2 en 3) In het schooljaar 2009/2010 telde het<br />
basisonderwijs 207.000 achterstandsleerlingen. Dat is minder dan de helft in vergelijking met 2000/2001.<br />
Naarmate een gebied meer verstedelijkt is, neemt op een basisschool doorgaans het percentage<br />
achterstandsleerlingen toe. Er zijn in deze gebieden ook meer leerlingen met relatief zeer laag opgeleide<br />
ouders. Maar ook in minder verstedelijkte gebieden als Oost-Groningen, de Kop van Overijssel,<br />
de Veluwe en Zeeland behoren relatief veel kinderen tot een achterstandscategorie.<br />
Achterstandsleerlingen in het basisonderwijs (tabel 2)<br />
Aandeel achterstandsleerlingen in het basisonderwijs naar gemeentegrootte 2009/2010 (tabel 3)<br />
Wordt vervolgd<br />
In het volgende nummer van<br />
het <strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> zullen we<br />
de kerncijfers per onderwijssoort<br />
voor u samenvatten.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
25
EENVOUDIG TE BESTELLEN…<br />
Bestellen per telefoon, fax of via onze internet bestelwebsite OLO<br />
TELEFOON<br />
088 - 60 32 001<br />
ONLINE BESTELLEN<br />
www.lyreco.com/OLO<br />
FAX<br />
088 - 60 32 002<br />
POSTADRES<br />
Lyreco Nederland bv<br />
Postbus 2694 - 3050 GR Utrecht<br />
ALLE ARTIKELEN<br />
VOOR UW<br />
KANTOOR<br />
Onze service maakt het verschil!<br />
ONS TEAM STAAT<br />
VOOR U KLAAR<br />
IN HEEL DE BENELUX<br />
Vertegenwoordigers, logistieke<br />
medewerkers, klantendienstmedewerkers.<br />
Met meer dan 750 Lyreco werknemers<br />
verdient u het beste!<br />
GRATIS<br />
LEVERING<br />
Al uw bestellingen<br />
worden franco geleverd.<br />
Voor alle bestellingen<br />
die doorgegeven worden<br />
voor 17 uur, garanderen<br />
wij levering de volgende<br />
werkdag - wij werken immers<br />
met een succesgraad van ruim 99%!
c<br />
c o l u m n<br />
A-social media<br />
Mogelijk behoort u net als ik tot die groep onderwijsmensen die nog<br />
niet helemaal raad weet met 'social media'. Wat kun je nu met<br />
Twitter? Hoe ga je om met 'tweets' waarin nare dingen geschreven<br />
staan over jouw school? Bij Hyves en Facebook starten steeds meer<br />
scholen een pagina, je hebt dan vrienden en er is vooral veel 'respect'.<br />
Worden we er ook gelukkiger van?<br />
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ik mensen meer naar<br />
hun smartphone zie kijken dan naar het gezelschap om hen heen.<br />
Multi-taskend twitteren ze zich door hun virtuele leven op zoek naar<br />
nieuwe digitale vrienden: tijdens het fietsen, op het perron, op de wc,<br />
tijdens de teamvergadering en natuurlijk vlak voor het slapen gaan en<br />
nog voor het ontbijt: ‘ff e-mail checke’. Het is de nieuwe werkelijkheid<br />
waar ik – eerlijk gezegd – toch een beetje moeilijk aan kan wennen.<br />
Enerzijds het idee dat je ‘niet mee kunt komen’, als je niet de weg<br />
weet in de verschillende social media, anderzijds de haast onbedwingbare<br />
neiging je overal van af te sluiten. Weg ermee. Het kost zo veel<br />
tijd en wat heb ik er aan om te weten dat onze minister van OCW<br />
twittert: ‘Zo, nu nog even Weert groen maken…’. ’t Zal best…<br />
Ik was indertijd een van de eerste basisschooldirecteuren die van het<br />
bestuur een fax mocht aanschaffen en dat was na de periode van de<br />
Commodore 64 (floppy disks) en de Philips P2000 (kleine bandjes).<br />
Als je die in huis had, dán was je pas een moderne school! En in de<br />
decennia daarna is de computer steeds meer beslag gaan leggen op<br />
het werken in de school: adressenbestanden, tekstverwerken<br />
(Wordperfect!), e-mail, digitale leerlingvolgsystemen, websites, maar<br />
ook op afstand bestuurbare verwarmingssystemen, digitale roosters<br />
voor de beschikbaarheid van gymzalen. Uiteindelijk heeft ieder kind<br />
straks een eigen laptop, ingebouwd in het werktafeltje.<br />
De intrede van het digibord is te vergelijken met de komst van de<br />
computer. Als onderwijzer stopte je in de jaren 80 onevenredig veel<br />
tijd in het schrijven van een rekenprogrammaatje voor zo’n computer<br />
met de snelheid van een smeltende gletsjer. De pioniers van de digiborden<br />
zullen zich eveneens herinneren hoeveel tijd ze hebben gestopt<br />
in het ontwerpen van interactieve lesmodules.<br />
En dan nu de social media in school, met actieve kinderen en ouders<br />
en andere maatschappelijk belangstellenden. Het is onvermijdelijk en<br />
daarmee blijkbaar ook het bijbehorende gedrag. Zetten we onze<br />
mobiel echt uit (en is er echte aandacht voor de ander), of staat het<br />
kleinood op trillen, zodat we toch even een reden hebben om uit de<br />
bespreking te lopen voor dat ene belangrijke gesprek?<br />
Laatst had ik per ongeluk een ‘vinkje’ aangezet in mijn Online Parking<br />
App, waardoor via LinkedIn ‘de hele wereld’ werd geïnformeerd dat<br />
Peter van Engeldorp om 14.15 uur op de Westerkade in Rotterdam<br />
zijn auto had geparkeerd… Waarmee het maar weer eens is aangetoond<br />
dat niet alleen onderwijsmensen, maar ook autokrakers zich<br />
moeten scholen op het gebied van social media.<br />
Peter van Engeldorp Gastelaars is al<br />
meer dan dertig jaar actief in en om het<br />
onderwijs. Recent als bestuurder, maar<br />
momenteel is hij binnen <strong>Dyade</strong> belast<br />
met alle activiteiten op het gebied van<br />
interim-professionals. Voor vragen kunt<br />
u mailen naar peter.van.engeldorp@dyade.nl,<br />
of bel 06 - 229 461 31. Neem ook eens<br />
een kijkje op www.dyade.nl en klik in de<br />
menubalk aan de linkerkant op<br />
‘Interim-professionals’.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
27
28<br />
s<br />
i n t h e s p o t l i g h t<br />
Want een olifant<br />
gaat door…<br />
Sterrenschool de Grebbe wint Nationale Onderwijsprijs<br />
Hebt u ooit een olifant door een hoepel zien springen?<br />
De Nationale Onderwijsprijs is bedoeld om op een positieve<br />
manier aandacht te vragen voor het onderwijs. Om bijzondere<br />
projecten in de schijnwerpers te zetten en daarmee te laten zien<br />
hoe veelzijdig het Nederlandse onderwijs is. En met hoeveel inzet<br />
en enthousiasme er wordt gewerkt. Of het nu gaat om onderwijs-<br />
kundige hoogstandjes of om kleine muziekprojecten: veel scholen<br />
krijgen veel meer voor elkaar dan je op het eerste gezicht mis-<br />
schien zou verwachten.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
door Aad van der Wilt<br />
We vragen Lia Vermeulen, directeur van de winnende<br />
basisschool de Grebbe in Bergen op Zoom, hoe zij<br />
olifanten door hoepels laat springen...<br />
Sterrenschool Lia Vermeulen begint enthousiast te<br />
vertellen: “De Grebbe is een protestants-christelijke<br />
basisschool met 160 leerlingen. De school staat in<br />
een achterstandswijk in Bergen op Zoom en is erg<br />
kleurrijk met 95 procent allochtone leerlingen, vooral<br />
van Turkse en Marokkaanse afkomst. De school<br />
maakt deel uit van de Lowys Porquin stichting. Heel<br />
veel autochtone ouders kiezen ervoor hun kinderen<br />
op een ‘witte’ school buiten de wijk aan te melden.<br />
We hebben er een poos alles aan gedaan dat tij te<br />
keren, maar we zijn daarmee gestopt: die algemene<br />
tendens doorbreken kost veel inspanningen, zonder<br />
dat het gewenste resultaat bereikt wordt. Wij hebben<br />
een tijd geleden besloten de energie die dat kost<br />
te steken in het<br />
De vijf sterren van de Sterrenschool<br />
★ De school is het hele jaar open.<br />
★★ Eén adres voor alle kinderdiensten<br />
vanaf nul jaar.<br />
★★★ Maatwerk voor ieder kind.<br />
★★★★ Uitblinken in rekenen, taal en lezen.<br />
★★★★★ Binding met de buurt.<br />
onderwijs op de<br />
Grebbe en daar<br />
hebben we nu<br />
resultaat mee<br />
geboekt. In eerste<br />
instantie hebben<br />
we allerlei projecten<br />
op touw<br />
gezet die elk een<br />
deel van de problematiekaan-<br />
pakten. Dat werd vooral duidelijk toen we ervoor<br />
kozen mee te gaan met de brede school-ontwikkeling<br />
van een aantal jaren terug: allerlei losse activiteiten<br />
die allemaal tot doel hadden de achterstanden van<br />
onze leerlingen zo goed mogelijk weg te werken.<br />
Een aantal jaren geleden maakten we kennis met de<br />
Sterrenschool en dat leek een goed concept om op<br />
de Grebbe in te voeren. In de Sterrenschool kunnen<br />
alle losse projecten – die op zich een waardevolle<br />
bijdrage leveren – met elkaar worden geïntegreerd<br />
tot een totaalaanpak. Het was de juiste hoepel om<br />
onze olifant doorheen te laten springen.”<br />
Een excellente school<br />
De kwaliteit van het onderwijs op de protestantschristelijke<br />
basisschool de Grebbe in Bergen op<br />
Zoom is excellent. Dat blijkt uit onderzoek van de<br />
Universiteit van Tilburg en oud-onderwijsinspecteur<br />
Joop Smits naar de onderwijskwaliteit op 95 scholen<br />
in Brabant. Gemeten zijn de opbrengsten op het<br />
gebied van technisch en begrijpend lezen en rekenen.<br />
De Grebbe slaagt erin veel leerwinst te boeken,<br />
in vergelijking met scholen die eenzelfde leerlingenpopulatie<br />
hebben, dus met veel leerlingen die met<br />
een achterstand de basisschool instromen.<br />
Lia Vermeulen is verrast door de uitkomst van het<br />
onderzoek. “Van de scholen in het onderzoek hebben<br />
er slechts 8 het predicaat excellent gekregen,<br />
en daar horen wij bij. Dan zijn we toch wel trots,<br />
al wisten we natuurlijk wel dat we goed bezig zijn:
we leveren niet alleen leerlingen met een goed eindniveau<br />
af, maar hebben ook toegevoegde waarde<br />
tussen het begin en het einde van de basisschool.<br />
De veronderstelling dat kleurrijke scholen per definitie<br />
onder de maat presteren klopt dus niet. Ook deze<br />
scholen kunnen kwalitatief goed onderwijs bieden,<br />
sommige doen het zelfs beter dan veel ‘witte’ scholen.”<br />
Maximale inspanning<br />
“Je bereikt zo’n hoge kwaliteit door hard te werken.<br />
Maar dat is niet de enige verklaring, want dat geldt<br />
ook voor andere scholen. Wij werken efficiënt en<br />
opbrengstgericht, en dat doen we volgens een<br />
bepaalde cyclus. We volgen de resultaten van onze<br />
leerlingen nauwgezet, en zetten als team onze schouders<br />
eronder. We bespreken onderling onze aanpak,<br />
wat werkt wel en wat niet. We maken gebruik van<br />
protocollen. We evalueren en staan open voor<br />
elkaars opmerkingen met als doel dat het onderwijs<br />
op onze school nog beter wordt. We houden daarbij<br />
het belang van de kinderen goed voor ogen, vanuit<br />
het besef dat alleen een maximale inspanning van de<br />
leerkrachten de kans van kinderen in de maatschappij<br />
kan vergroten. Een leerkracht op de Grebbe heeft<br />
een betekenisvol beroep en ervaart dat dagelijks.<br />
Een achterstand bij een leerling ombuigen in een<br />
voorsprong is van wezenlijke betekenis. De leerkrachten<br />
beseffen dat hun inspanningen ertoe doen!<br />
We houden van onze kinderen en koesteren de<br />
betrokkenheid van onze ouders.”<br />
‘Een leerkracht op de Grebbe<br />
heeft een betekenisvol beroep<br />
en ervaart dat dagelijks.’<br />
We lopen met Lia Vermeulen de vijf sterren<br />
langs en vragen wat er op de Grebbe<br />
concreet gebeurt.<br />
★ De school is het hele jaar open.<br />
“Om taalachterstand in te lopen heeft de Grebbe<br />
per week vier verplichte lesuren extra in de vorm van<br />
verlengde onderwijstijd. Hiervoor krijgt de school<br />
€ 80.000,- extra subsidie. In deze uren besteden we<br />
extra tijd aan begrijpend lezen en rekenen, maar<br />
wordt tegelijkertijd iets gedaan aan het gebrek aan<br />
ervaringen dat de leerlingen hebben. Deze ervaringen<br />
zijn noodzakelijk, omdat zij de woordenschat<br />
en de diepe kennis (de netwerken in de hersenen)<br />
aanleggen die zo broodnodig zijn om een tekst te<br />
kunnen begrijpen. We hebben een continurooster<br />
ingevoerd. Leerlingen mogen gratis overblijven<br />
tussen de middag en er wordt toezicht gehouden<br />
op de lunch die ze meebrengen. >><br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
29
30<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
>><br />
Om met Mowgli uit<br />
Junglebook te spreken:<br />
‘Want een olifant gaat door…’<br />
In 2012 gaan we voorzichtig verder met het uitbreiden<br />
van de onderwijstijd door de school in de<br />
zomervakantie twee weken open te stellen. Die tijd<br />
willen we gebruiken om alle kennis die snel is weggezakt,<br />
weer op te halen. Zo beginnen we het nieuwe<br />
schooljaar niet met een achterstand.”<br />
★★ Eén adres voor alle kinderdiensten<br />
vanaf nul jaar.<br />
“We werken nauw samen met een peuterspeelzaal en<br />
een kinderdagverblijf en met het centrum voor de<br />
kunsten. Dat biedt garanties voor doorlopende leerlijnen<br />
en voor een verantwoorde invulling van de<br />
activiteiten op de woensdagmiddag, die vooral zijn<br />
bedoeld om de talenten die de kinderen ook hebben<br />
te ontdekken.”<br />
★★★ Maatwerk voor ieder kind.<br />
“Om het onderwijs te laten aansluiten bij de behoefte<br />
van de leerlingen, maken de leerkrachten na elke<br />
toetsperiode een grondige analyse van de toetsresultaten.<br />
Op basis daarvan wordt een groepsplan opgesteld<br />
waarin duidelijk wordt wat elke leerling nodig<br />
heeft. Daarbij vormt het benutten van de sterke kanten<br />
het uitgangspunt en houden we het ontwikkelingsperspectief<br />
van elke leerling nauwgezet in de<br />
gaten. Bij het maken van deze groepsplannen krijgen<br />
de leerkrachten ondersteuning van een aantal specialisten<br />
in de school op het terrein van rekenen, taal,<br />
gedrag en leerstoornissen. De onderwijsbehoefte van<br />
iedere leerling vormt het uitgangspunt.<br />
Voor de leerlingen die de Nederlandse taal nog niet<br />
beheersen, hebben we een spraak-taalklas. Daarin<br />
krijgen ze extra taallessen om zo snel mogelijk het<br />
Nederlands te leren beheersen. In die tijd blijven ze<br />
wel gewoon in hun eigen groep meedoen.<br />
Natuurlijk zijn er ook kinderen voor wie de gewone<br />
leerstof te eenvoudig is. Speciaal voor hen hebben<br />
we een plusklas ingericht. Een dagdeel per week<br />
doen ze daar extra vakken als Spaans, techniek en<br />
schaken. De tijd vinden we door voor deze leerlingen<br />
de leerstof te verdichten.”
★★★★ Uitblinken in rekenen, taal en lezen.<br />
“Eigenlijk heeft alles wat we doen met deze<br />
hoofdvakken te maken. Ons onderwijs staat in<br />
het teken van het realiseren van hoge verwachtingen<br />
die we van elke leerling hebben, zonder daarbij<br />
de realiteit uit het oog te verliezen. Als uitgangspunt<br />
gebruiken we de LVS-toetsen van Cito.<br />
Behalve de groepsleerkrachten en de ondersteunende<br />
leerkrachten hebben we nog stagiaires die<br />
in de klas aanwezig zijn om bij dat proces mee te<br />
helpen.<br />
Daarnaast hebben een aantal allochtone hbostudenten<br />
die na schooltijd worden ingeschakeld<br />
voor huiswerkbegeleiding. Behalve begeleider<br />
worden zij uiteraard ook gezien als rolmodel: als<br />
je hard werkt, kun je later ook een hbo-opleiding<br />
volgen en slagen in de maatschappij.”<br />
★★★★★ Binding met de buurt.<br />
“Samenwerking met de buurt is van groot<br />
belang. Verschillende bedrijven bieden ons de<br />
mogelijkheid kleine excursies te doen om de<br />
woordenschat van de leerlingen te verbeteren.<br />
De plaatselijke groenteboer geeft onze leerlingen<br />
De Nationale Onderwijsprijs<br />
Aan de Nationale Onderwijsprijs 2009-<strong>2011</strong> hebben ruim 250<br />
scholen deelgenomen met een project uit de eigen onderwijspraktijk.<br />
Elke provincie heeft de afgelopen maanden zijn eigen onderwijsprijs<br />
uitgereikt. De winnaars zijn genomineerd voor de landelijke<br />
finale. De prijs is ingesteld om de creatieve kant van het<br />
Nederlands onderwijs voor het voetlicht te halen en onderwijsvernieuwende<br />
projecten te stimuleren. In <strong>mei</strong> en juni van dit jaar zijn<br />
alle 24 provinciale winnaars nog te zien in het Nationaal<br />
Onderwijsmuseum te Rotterdam.<br />
De Nationale Onderwijsprijs is een initiatief van het Instituut voor<br />
Nationale Onderwijs Promotie (INOP) in samenwerking met een<br />
groot aantal organisaties, waaronder de 12 provinciebesturen en<br />
het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.<br />
korting op groenten en fruit om het gezond eten te<br />
stimuleren. In een garage leren we verschillende<br />
technieken. Daarnaast is er natuurlijk de betrokkenheid<br />
van onze ouders. We betrekken ze heel nadrukkelijk<br />
bij het onderwijs aan hun kinderen.<br />
Binnenkort gaan we zelfs zover dat we de afspraken<br />
die we willen maken gaan vastleggen in een<br />
contract.”<br />
Extra energie We vragen Lia Vermeulen of de<br />
Nationale Onderwijsprijs ook een aanmoediging<br />
is. Ze glimlacht en legt uit: “Natuurlijk is het een<br />
aanmoediging voor iedereen die bij de school<br />
betrokken is. We hebben dan ook een heel groot<br />
feest georganiseerd. Voor de leerkrachten betekent<br />
het een bevestiging dat ze belangrijk werk doen en<br />
dat ze daarmee op de goede weg zijn. Voor mij is<br />
het een bewijs dat je een olifant wel degelijk door<br />
een hoepel kunt laten springen. We zijn er nog niet,<br />
maar we hebben wel weer extra energie gekregen<br />
om door te gaan op de ingeslagen weg.”<br />
Om met Mowgli uit Junglebook te spreken:<br />
‘Want een olifant gaat door …’<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
31
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
<strong>Dyade</strong> Academy<br />
(G)MR: Basiscursus Medezeggenschap<br />
Dag Datum Plaats<br />
donderdag 26 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Ede<br />
maandag 20 juni <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
(G)MR: Missie en Visie<br />
voor de komende 3 jaar<br />
Dag Datum Plaats<br />
donderdag 9 juni <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
(G)MR: Opstellen van Activiteitenplan<br />
Dag Datum Plaats<br />
maandag 16 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Breda<br />
(G)MR: Training Communicatie<br />
Dag Datum Plaats<br />
donderdag 16 juni <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
(G)MR: Krimp<br />
Dag Datum Plaats<br />
maandag 23 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Amersfoort<br />
donderdag 26 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Hoofddorp<br />
Basiscursus Financiën voor<br />
administratief medewerkers<br />
Dag Datum Plaats<br />
donderdag 16 juni <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
Masterclass intern toezicht voor bestuurders<br />
en toezichthouders van kleine en<br />
middelgrote schoolorganisaties.<br />
Dag Datum Plaats<br />
Donderdag 16 juni Amersfoort<br />
Donderdag 30 juni Amersfoort<br />
Training Omgaan met de pers…<br />
in een crisis!<br />
Dag Datum Plaats<br />
maandag 23 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
vrijdag 8 juni <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
maandag 19 september <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
maandag 10 oktober <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
maandag 21 november <strong>2011</strong> Rotterdam<br />
32<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
><br />
><br />
><br />
><br />
OOK OP DE AGENDA:<br />
Voorlichtingsbijeenkomsten <strong>Dyade</strong> Dashboard<br />
Dag Datum Plaats Tijd<br />
donderdag 12 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Hoofddorp 18.00-19.00 uur<br />
maandag 6 juni <strong>2011</strong> Rotterdam 14.00-16.00 uur<br />
donderdag 9 juni <strong>2011</strong> Ede 14.00-16.00 uur<br />
Voorlichtingsbijeenkomsten Raet<br />
Dag Datum Plaats Tijd<br />
donderdag 12 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Hoofddorp 19.00-21.00 uur<br />
maandag 16 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Ede 18.00-20.00 uur<br />
dinsdag 17 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Bergen op Zoom 16.00-18.00 uur<br />
maandag 30 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Rotterdam 18.00-20.00 uur<br />
maandag 30 <strong>mei</strong> <strong>2011</strong> Amersfoort 19.00-21.00 uur<br />
Voorlichtingsbijeenkomsten Werkkostenregeling<br />
Dag Datum Plaats Tijd<br />
dinsdag 20 september <strong>2011</strong> Bergen op Zoom 14.00-16.00 uur<br />
woensdag 21 september <strong>2011</strong> Amersfoort 14.00-16.00 uur<br />
woensdag 28 september <strong>2011</strong> Rotterdam 14.00-16.00 uur<br />
In-company<br />
Masterclass Marketing<br />
Masterclass Intern Toezicht<br />
Uiteraard is het ook mogelijk alle bovengenoemde trainingen en cursussen<br />
op maat te laten verzorgen voor uw bestuur.<br />
Ga voor meer informatie en om u in te schrijven<br />
naar www.dyade.nl en klik op <strong>Dyade</strong> Academy.
www.dyade.nl/voordeelservice<br />
Dienst / product Partner van <strong>Dyade</strong> Uw voordeel Hoe kunt u profiteren?<br />
Arbodienstverlening<br />
Architectuur van<br />
de inrichting<br />
Inrichtingsadvies<br />
Bankarrangement<br />
Brandpreventie<br />
Elektronische beveiliging<br />
Digitale schoolborden<br />
IP Aanvullingsplan<br />
ICT Computer Training &<br />
Ondersteuning<br />
Koffieconcepten<br />
(koffiemachines) voor<br />
pro fes sioneel gebruik<br />
Liftinstallaties<br />
Medewerkertevredenheid<br />
en werkplezier<br />
Papier<br />
print- en kopieerpapier<br />
(Personeels)advertenties<br />
het plaatsen van advertenties<br />
in de media<br />
Plaagdier beheersing<br />
Re-integratie en outplacement<br />
Schoolmeubilair<br />
Schoonmaken<br />
Sanitaire voorzieningen<br />
Toiletpapier, zeep,<br />
handdoeken, etc.<br />
Veiligheid, agressie en BHV,<br />
middelen, advies en opleidingen<br />
Verbruiksmateriaal<br />
pennen, potloden,<br />
stiften, linialen etc.<br />
Website<br />
het maken van een eigen<br />
site voor bestuur of school<br />
Ziektekostenverzekering<br />
Perspectief<br />
Projectum<br />
<strong>Dyade</strong> beschikt over<br />
bank arrangementen<br />
Dry Sprinkler Powder<br />
Aerosol (DSPA)<br />
Chubb Varel Security<br />
Lyreco<br />
Loyalis<br />
ICTonic<br />
Overwijk Koffiesystemen<br />
Bos Consultancy<br />
Motivate Management<br />
Training & Advies<br />
BührmannUbbens<br />
Office Products<br />
(Living Office)<br />
Meyson communicatieadviesbureau<br />
ISS Pest Control<br />
Agens Pro Mobile B.V.<br />
Presikhaaf<br />
ISS Cleaning Services<br />
ISS Washroom Services<br />
Octaaf Adviesgroep<br />
Lyreco<br />
Meyson communicatieadviesbureau<br />
VPZ/VGZ<br />
Agis<br />
> Tot 33% korting op abonne -<br />
menten<br />
> Zeer goede resultaten<br />
> Korting op ontwerp- en projectkosten<br />
> Speciale <strong>Dyade</strong>-tarieven<br />
> Speciale <strong>Dyade</strong>-tarieven<br />
> Beveiligingsoplossingen op maat<br />
> 10% korting<br />
> 20% korting<br />
> Speciale <strong>Dyade</strong>-tarieven<br />
> Kortingen op aanschaf en<br />
aantrekkelijke huur- en<br />
onderhoudstarieven<br />
> 10% korting<br />
> Speciale <strong>Dyade</strong>-tarieven<br />
> Goede kwaliteit papier tegen<br />
een bodemprijs<br />
> Tot 25% korting op reguliere<br />
advertentietarieven<br />
> 5 % korting<br />
> Speciale <strong>Dyade</strong>-tarieven<br />
> Aantrekkelijke (leverings)condities<br />
> Mantelcontract schoonmaken<br />
> Mantelcontract sanitaire<br />
voorzieningen<br />
> Speciale <strong>Dyade</strong>-tarieven<br />
> Geen verzendkosten bij<br />
een laag bestelbedrag<br />
> Hoge kortingen (tot 38%)<br />
> U kunt gebruikmaken van een<br />
pakket dat speciaal voor het<br />
onderwijs gemaakt is<br />
> Uitstekende dekking<br />
> Zeer scherpe premie<br />
Aanmelden via Peter Wijnholds<br />
(0341) 43 87 00 of per mail<br />
peterwijnholds@perspectief-diensten.nl<br />
Aanmelden / Informatie Rien Sandifort,<br />
Johan Strating of Dominique Soares<br />
(030) 634 62 90.<br />
Informatie bij Henk Schoone<br />
(henk.schoone@dyade.nl)<br />
Informatie bij Jorg Aaldering<br />
(024) 352 25 73<br />
Aanmelden via tel. (020) 651 61 24<br />
Inschrijven via www.dyade.nl ><br />
Diensten > <strong>Dyade</strong> Voordeelservice<br />
Aanmelden via tel. (045) 579 61 11<br />
Informatie bij Heidi van Kampen (040)<br />
297 85 85 of per mail dyade@ictonic.nl<br />
Aanmelden / Informatie Peter Verwoert<br />
Telefoon (0513) 46 50 50<br />
Aanmelden via www.bosconsultancy.nl<br />
of via tel. (085) 877 94 67<br />
Informatie Miranda Huijs 06 536 326 21,<br />
per mail dyade@mmat.nl of www.mmat.nl<br />
Inschrijven via www.dyade.nl ><br />
Diensten > <strong>Dyade</strong> Voordeelservice<br />
Aanmelden via tel. (023) 564 96 90<br />
of per mail advertenties@dyade.nl<br />
Aanmelden via Rutger Markerink<br />
Tel. (030) 2652970 of per mail<br />
salespestcontrol@nl.issworld.com<br />
Aanmelden via ronald.van.rooijen@dyade.nl<br />
of via tel. (033) 4698 225.<br />
Aanmelden via tel. (026) 368 56 85<br />
Aanmelden via Frank Schilperoort<br />
tel.(010) 209 33 33 of per mail<br />
frank.schilperoort@nl.issworld.com<br />
Aanmelden via Ron Bauhuis<br />
tel. (075) 612 71 61 of per mail<br />
bauhuis@groeneteam.nl<br />
Aanmelden via Peter Schut tel.<br />
(030) 6022976 of per mail<br />
p.schut@octaafadviesgroep.nl<br />
Inschrijven via www.dyade.nl ><br />
Diensten > <strong>Dyade</strong> Voordeelservice<br />
Aanmelden via tel. (023) 564 96 90<br />
of per mail advertenties@dyade.nl<br />
Aanmelden via www.dyade.nl > Diensten<br />
> <strong>Dyade</strong> Voordeelservice<br />
Aanmelden via www.agiscollectief.nl/dyade<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
33
Waar vindt u ons?<br />
<strong>Dyade</strong> Amersfoort<br />
a Amersfoort<br />
Utrechtseweg 371 | Postbus 1402 | 3800 BK Amersfoort<br />
tel. (033) 469 82 00 | fax (033) 461 28 49<br />
<strong>Dyade</strong> Ede<br />
e Ede<br />
Horapark 3 | Postbus 8040 | 6710 AA Ede<br />
tel. (0318) 67 51 11 | fax (0318) 62 23 63<br />
<strong>Dyade</strong> Nieuwegein<br />
c Centraal Bureau<br />
Fakkelstede 2 | Postbus 611 | 3430 AP Nieuwegein<br />
tel. (030) 630 56 00 | fax (030) 630 56 91<br />
<strong>Dyade</strong> Noord-Holland<br />
h Hoofddorp<br />
Wegalaan 14-28 | Postbus 346 | 2130 AH Hoofddorp<br />
tel. (023) 564 96 00 | fax (023) 564 96 99<br />
Wilt u zeker zijn van deelname?<br />
Schrijf u dan snel in op<br />
www.dyade.nl, want er is<br />
een beperkt aantal plaatsen<br />
beschikbaar. Op de website<br />
vindt u ook meer informatie.<br />
34<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
kijk op www.dyade.nl voor een routebeschrijving<br />
<strong>Dyade</strong> Rotterdam<br />
r Rotterdam<br />
Scheepmakershaven 64 | Postbus 1080 | 3000 BB Rotterdam<br />
tel. (010) 224 50 00 | fax (010) 414 72 27<br />
<strong>Dyade</strong> Zuid-West Nederland<br />
b Bergen op Zoom<br />
Marslaan 1 | Postbus 648 | 4600 AP Bergen op Zoom<br />
tel. (0164) 23 75 57 | fax (0164) 24 14 34<br />
m Middelburg<br />
Dam 10 | 4331 GJ Middelburg<br />
tel. (0118) 61 11 59 | fax (0118) 61 30 46<br />
t Tilburg<br />
Dr. Hub van Doorneweg 91 | Postbus 4156 | 5004 JD Tilburg<br />
tel. (013) 460 99 99 | fax (013) 460 99 90<br />
s<br />
Servicedesk Planning & Control<br />
tel. (030) 630 56 99 | mail Servicedesk@dyade.nl<br />
Openingstijden: 8:00 - 17:00 uur tijdens werkdagen<br />
Huisvestingsdag Duurzaamheid & Innovatie<br />
14 juni <strong>2011</strong><br />
UITNODIGING<br />
In het onderwijs moet de komende jaren veel veranderd en bespaard<br />
worden. In dat kader organiseert <strong>Dyade</strong> Huisvesting & Vastgoed een informatieve<br />
Huisvestingsdag. U wordt geïnformeerd hoe u door het gebruik<br />
van duurzame innovatieve producten op een prijsbewuste manier zowel de<br />
kwaliteit als de effectiviteit van uw onderwijshuisvesting kunt verbeteren.<br />
De Huisvestingsdag wordt gehouden in het Innovatie Centrum Duurzaam<br />
Bouwen in Rotterdam. In het ICDuBo is een klaslokaal gebouwd, waarin<br />
duurzame oplossingen zijn toegepast. Deze opstelling geeft antwoorden op<br />
vragen die spelen in de scholenbouw en helpt u zich een beeld te vormen<br />
van de mogelijkheden die er zijn op dit gebied.<br />
Naast een toelichting op en rondleiding door het innovatiecentrum zullen<br />
verschillende actuele onderwerpen, zoals energieverbruik, binnenklimaat et<br />
cetera worden besproken. Ook worden de hiervoor beschikbare innovatieve<br />
producten toegelicht. Uitgangspunt hierbij is de relevante vraag: dat is wel<br />
mooi, maar hoe financieren we het? Aan het einde van de dag zal er dan<br />
ook advies worden gegeven over de mogelijkheden om de duurzame<br />
oplossingen op een zo budgetneutraal mogelijke manier te financieren.
05/06<br />
<strong>mei</strong><br />
juni<br />
Elke maand ><br />
Elke maand ><br />
Elke maand ><br />
Elke week ><br />
<strong>2011</strong><br />
CASO RAET<br />
09/05<br />
20/05<br />
25/05<br />
KALENDER<br />
Formulier maandopgave geweigerde vacatures toezenden aan CFI als een vacature geweigerd wordt door<br />
een eigen wachtgelder. Een kopie van het formulier aan de afdeling <strong>Dyade</strong> Personeel zenden.<br />
Vervangingsmutaties tijdig indienen (binnen drie maanden). Wanneer de termijn wordt overschreden,<br />
kunnen de kosten niet meer worden gedeclareerd bij het Vervangingsfonds.<br />
Gewerkte invaldagen moeten liefst direct, maar uiterlijk vóór de 5e van de volgende maand voor<br />
verwerking worden aangeboden.<br />
Toezenden personeelsmutaties aan de afdeling <strong>Dyade</strong> Personeel.<br />
Wij verzoeken u personeelsmutaties gespreid - bijvoorbeeld wekelijks - aan te bieden via <strong>Dyade</strong><br />
Extranet > <strong>Dyade</strong> Personeel > Web Personeelsmutaties. Ook als u nog op de ‘ouderwetse’ manier via<br />
formulieren aanlevert, is het van belang de mutaties niet tot vlak voor de uiterste datum op te sparen.<br />
11/05<br />
23/05<br />
25/05<br />
08/06 10/06<br />
21/06 22/06<br />
24/06 24/06<br />
Mutaties die uiterlijk voor 17.00 uur worden ingeleverd,<br />
worden verwerkt in het salaris van <strong>mei</strong>.<br />
Laatste mogelijkheid blokkering (vóór 16.00 uur)<br />
salarisbetaling <strong>mei</strong>.<br />
Het salaris over de maand <strong>mei</strong> wordt uitbetaald.<br />
Mutaties die uiterlijk voor 17.00 uur worden ingeleverd,<br />
worden verwerkt in het salaris van juni.<br />
Laatste mogelijkheid blokkering (vóór 16.00 uur)<br />
salarisbetaling juni.<br />
Het salaris over de maand juni wordt uitbetaald.<br />
Donderdag 2 én vrijdag 3 juni is <strong>Dyade</strong> niet<br />
bereikbaar. Op maandag 6 juni staan onze<br />
medewerkers graag weer voor u klaar.<br />
<strong>Dyade</strong><strong>magazine</strong> | nummer 5 | <strong>mei</strong> <strong>2011</strong><br />
35
Ziekte overkomt je, verzuim is een keuze. Ook uw medewerkers<br />
maken dagelijks een keuze. Weet u precies wat er speelt? Verzuim is namelijk<br />
het topje van een ijsberg. Dat is geen overdrijving.<br />
Verzuim kunt u wegwuiven. Het komt terug. U kunt het ook structureel oplossen.<br />
Door de verborgen onderliggende aspecten naar boven te halen. Door te<br />
leren over verantwoordelijk gedrag. Dan ontstaat een gezond werkklimaat.<br />
Ons terrein bij uitstek want wij houden van pro-actief aanpakken en oplossen.<br />
Arbo-dienstverlening met respect voor elk individu. Perspectief maakt beter.<br />
Telefoon 0341 438 700 info@maaktbeter.eu