22.09.2013 Views

Jaargang 7 nr 4 (zomer 1997)

Jaargang 7 nr 4 (zomer 1997)

Jaargang 7 nr 4 (zomer 1997)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

verweerschrift opgemerkt dat naar onze mening huurder B geen belanghebbende in de zin van<br />

de Awb was.<br />

Volgens artikel 1:2 Awb is degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken<br />

belanghebbende. Volgens artikel 8:1 Awb kan slechts een belanghebbende bezwaar of beroep<br />

instellen. Het besluit van de minister was gericht tot leasemaatschappij A die na de negatieve<br />

beslissing op het bezwaarschrift werd aangesproken voor terugbetaling van de verleende<br />

subsidie.<br />

Huurder B voelde kennelijk ook al nattigheid, want zij stelde in het beroepschrift als<br />

"uiteindelijke belanghebbende" in beroep te komen. Dit uiteindelijke belang bestond er in dat<br />

zij uiteindelijk door leasemaatschappij A voor terugbetaling van de subsidie aansprakelijk<br />

werd gesteld.<br />

De arrondissementsrechtbank deelde onze mening over de ontvankelijkheid van huurder B,<br />

maar overwoog ten overvloede verder in de uitspraak dat de beslissing van de minister op het<br />

bezwaarschrift naar de mening van de arrondissementsrechtbank niet juist was.<br />

Met name deze ten overvloede overweging maakte dat huurder B in verzet ging tegen de<br />

uitspraak. Naar haar mening werd haar een beroepsmogelijkheid onthouden en kon zij door<br />

het niet ontvankelijk verklaren van het beroep niet bereiken dat een rechter een inhoudelijk<br />

oordeel over het beroepschrift gaf. Huurder B beriep zich hierbij op een uitspraak van het<br />

College van Beroep voor het bedrijfsleven die in haar uitspraak van 4 januari 1991, AB 191,<br />

185 een ruimere interpretatie had gegeven aan het begrip belanghebbende.<br />

Bij de behandeling van het verzetschrift werd ook de vertegenwoordiger van de minister<br />

uitgenodigd. Deze benadrukte dat de interpretatie van het begrip belanghebbende duidelijk is<br />

(zie ook de cursus Bestuursrecht en de daarbij behorende studieboeken). Belanghebbende is<br />

slechts diegene die een rechtstreeks belang heeft bij het besluit.<br />

Het belang van huurder B bestond erin dat hij uiteindelijk voor de terugbetaling van de<br />

subsidie werd aangesproken door leasemaatschappij A. Dit was mede gebaseerd op het feit<br />

dat in de lease-overeenkomst hieromtrent een bepaling was opgenomen dat in geval<br />

leasemaatschappij A voor terugbetaling van de subsidie werd aangesproken door de minister,<br />

huurder B hiervoor aansprakelijk werd gehouden.<br />

Dit betreft een contractuele relatie tussen leasemaatschappij A en huurder B, waar de minister<br />

buiten stond. Doordat er sprake was van een contractuele relatie, waarop de betalingsplicht<br />

van huurder B was gebaseerd, was naar de mening van de minister geen sprake van een<br />

rechtstreeks belang in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Immers, met het tussen A<br />

en B gesloten contract had de minister geen bemoeienis. De uit een dergelijk contract<br />

voortvloeiende verplichtingen komen voor rekening van de contractspartijen. Ook rechters<br />

hadden in eerdere zaken een dergelijke contractuele relatie niet voldoende geacht om de<br />

contractspartij als belanghebbende aan te merken (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad<br />

van State d.d. 9 december 1991, AB 1992/636).<br />

Van de bestuurstafel<br />

De opkomst bij de algemene ledenvergadering op 21 april jongstleden was matig. Dat is noch<br />

erg noch nieuw. Wij begrijpen hieruit dat de meerderheid van de leden het wel eens is met het<br />

reilen en zeilen van de vereniging. Bovendien is het al een aantal jaren zo dat de opkomst zo

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!