Geschiedenis Van De Typo. - Tatiana
Geschiedenis Van De Typo. - Tatiana
Geschiedenis Van De Typo. - Tatiana
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Geschiedenis</strong> <strong>Van</strong> <strong>De</strong> <strong>Typo</strong>.<br />
1. <strong>De</strong> anatomie van<br />
de letter.<br />
1.0 Begrip typografie:<br />
Niet alles is typografie, voor de boekdrukkunst werden<br />
letters geschreven.<br />
Geschreven letters (kalligrafie):<br />
• worden met de hand gemaakt<br />
• moment van produceren en gebruiken is hetzelfde<br />
• wordt vaak in één haal gerealiseerd.<br />
<strong>Typo</strong>grafische letters:<br />
• zowel het maken als het produceren van letters<br />
gebeurt machinaal<br />
• Alles is geprefabriceerd: zowel vorm als restvorm<br />
• Resultaat is perfect herhaalbaar<br />
Lettered letters (belettering)<br />
• de vormen van deze letters liggen wel vast en zijn<br />
vaak geprefabriceerd<br />
• spatiëring gebeurt manueel<br />
• kortom: zwart ligt vast, wit wordt op het momenten<br />
van het produceren bepaald<br />
<strong>Typo</strong>grafie betekent dus, schrijven met<br />
geprefabriceerde letters.<br />
typos: betekent (oa) stempel/origineel beeld +<br />
grapheia: schrijven<br />
1.1 Corps.<br />
Het duidt op de gehele grootte van de letter.<br />
Lettertypes kunnen verschillende groottes aannemen<br />
ook al staan ze in hetzelfde corps. (scherm: px,<br />
online: em, print: pt)<br />
1.2 Stokken en staarten.<br />
Om letters goed van elkaar te onderscheiden (crf.<br />
Verschil leesbaarheid schreefloos t.o.v schreef) heb je<br />
referentiepunten nodig. Dit zijn de stokken en staarten,<br />
hetgeen boven of onder de x-hoogte uitsteekt.<br />
1.3 x-hoogte.<br />
<strong>De</strong> hoogte van de letter zonder de lengte van de<br />
stokken en staarten. <strong>De</strong> x-hoogte kan verschillen bij<br />
verschillende lettertypes in dezelfde corpsgrootte. <strong>De</strong><br />
verhouding tussen de x-hoogte en de corpsgrootte<br />
bepaalt hoe ‘zwaar’ (veel zwart) een lettertype<br />
overkomt.<br />
1.4 Binnenwit en letterwit.<br />
<strong>De</strong> restruimte van een letter is bepalend voor het<br />
totaalbeeld. <strong>De</strong> witruimte is bij typografie minstens<br />
even belangrijk dan de letter op zich. Bij letters<br />
spreken we van letterwit en binnenwit. Het<br />
Pagina 1 van de 35<br />
binnenwit van verschillende letters dient samenhang,<br />
verwantschap te tonen. Dit is de ritmiek in een tekst.<br />
Wanneer we de letters naast elkaar zetten moeten we<br />
zien dat de gezamenlijke witruimtes van deze letters<br />
ook in het ritme passen. Wil je dat een woord een<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
itmische samenhang heeft, zullen de gezamenlijke<br />
witruimtes aangepast moeten worden, letterspatiëring.<br />
(kerning) Dit is een optische correctie en dus geen<br />
exacte wetenschap. Lettertypes die geen optische<br />
correctie doorvoeren zijn monospaced lettertypes.<br />
Optisch corrigeren kan op twee manieren: afspatiëren<br />
of aan spatiëren. Je kan ook de spatiëring tussen alle<br />
letters wijzigen in één keer. Dit heet tracking. Je kan<br />
dit toepassen om regels beter uit te vullen,<br />
afbrekingen op te heffen of te veranderen.<br />
1.5 Kapitalen, kleinkapitalen en<br />
onderkasten.<br />
<strong>De</strong> naamgeving bovenkasten (kapitalen) en<br />
onderkasten (kleine letters) komt voort uit de zetkast<br />
met de loden letters, waarin de kapitalen bovenaan in<br />
de zetkast stonden en de onderkasten onderaan<br />
(duh). Kleinkapitalen zijn kapitalen die even hoog zijn<br />
als de x-hoogte van de onderkasten. Dit zijn geen<br />
verkleinde kapitalen, maar zijn speciaal ontworpen. Je<br />
kan ze gebruiken om bepaalde woorden te<br />
accentueren in een tekst wanneer de cursieve vorm al<br />
een functie heeft (vb. Auteurs cursief in een<br />
encyclopedie).<br />
2. Ontstaan van de<br />
letter.<br />
2.1 <strong>De</strong> voorgeschiedenis: Romeinse<br />
Kapitaal.<br />
2.1.1 Ons alfabet<br />
Het Romeinse alfabet stamt af van het Etruskische,<br />
dat op zijn beurt uit het Griekse was ontstaan. <strong>De</strong>ze<br />
beïnvloeding gebeurde in eerste instantie via de<br />
Etrusken, later was er ook een rechtstreekse<br />
beïnvloeding van de Griekse schrijfwijze op de<br />
Romeinse. <strong>De</strong> Romeinen namen niet enkel de<br />
lettervormen over (mits kleine aanpassingen of het<br />
introduceren van nieuwe vormen zoals de G), maar<br />
ook de volgorde. Hoewel de X, Y, Z naar achter<br />
werden verplaatst. Het moderne alfabet kent ook<br />
nieuwe vormen zoals J, U, W en in het Nederlands de<br />
IJ.<br />
<strong>De</strong> Griekse kapitalen vertonen een geometrische<br />
eenvoud en werden gebeiteld tussen twee ingebeelde<br />
horizontale lijnen.<br />
2.1.2 Capitalis Monumentalis<br />
Romeinse kapitalen zijn in hun eenvoud perfect<br />
samen te plaatsen. F. <strong>Van</strong> <strong>De</strong>r Linden schreef: ‘ Nooit<br />
waren schrifttekens in die eenvoud ook zo duidelijk<br />
van elkaar te onderscheiden geweest, zo snel te<br />
herkennen en dus zo makkelijk te lezen. (…) maar de<br />
Romeinse kapitalen zijn in het onderscheidende<br />
eenvoud onderling zo verwant en vanuit eenzelfde<br />
vormbesef geconcipieerd, dat ze zich in alle mogelijke<br />
combinaties tot harmonische eenheden laten<br />
schikken. Dit paradoxaal effect, is in de romeinse<br />
kapitalen bereikt door de weg die de Grieken gekozen<br />
hadden te volgen. <strong>De</strong> letters werden gebaseerd op<br />
eenvoudige geometrische vormen: cirkel, vierkant en<br />
driehoek.’<br />
Een aantal kenmerken van deze letter volgen<br />
Pagina 2 van de 35<br />
rechtstreeks uit de inscripties die toen gemaakt<br />
werden. <strong>De</strong> letters werden gekapt in stenen tableaus.<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Zo waren de schreven aanvankelijk enkel een lichte<br />
verbreding van de uiteinden van de letters.<br />
<strong>De</strong> letters werden door een ordinator op de steen met<br />
een penseel voor geschilderd. Dit was een plat<br />
penseel en zo groeiden de lichte verbredingen naar de<br />
schreven die we vandaag kennen. Gelijk met de<br />
schreven ontstond ook de lijndifferentiatie. Ook dit was<br />
een gevolg van het schilderen met de platte penseel.<br />
Tijdens het schilderen hanteerde men steeds een<br />
hoek van 30°. Hierdoor kwam er een verbreding van<br />
de lijnen die diagonaal lag. Dit is het duidelijkst te zien<br />
bij de O. <strong>De</strong>ze lijndifferentiatie werd door de<br />
steenhouwer bewaard omdat ze als een verrijking<br />
werd gezien.<br />
Afb. romeinse inscriptie met capitalis monumentalis,<br />
1e eeuw n.C<br />
Enkele kenmerken:<br />
• Letters van gelijke hoogte<br />
• Afwisseling van brede, smalle, rond en hoekige<br />
vormen<br />
• Lijndifferentiatie<br />
• Vloeiende uitlopende schreven<br />
Dit soort opschriften bevond zich op publieke plaatsen,<br />
dikwijls in het felle mediterrane zonlicht. Omdat de<br />
lijnen maar leesbaar werden door de schaduwwerking<br />
moesten ze diep genoeg uitgekapt worden. <strong>De</strong><br />
doorsnede van de inkerving heeft de vorm van een<br />
gelijkzijdige driehoek, hoe breder de lijn, hoe dieper de<br />
inkerving.<br />
Eén van de meest geslaagde inscripties is de<br />
inscriptie op de Trajanuszuil te Rome, opgericht ter<br />
ere van keizer Tranjanus. Dit opschrift munt uit in<br />
evenwicht, schoonheid en harmonie en dit zowel wat<br />
betreft de lettervormen als wat de spatiëring aangaat.<br />
<strong>De</strong> progressieve vergroting van de letters van onder<br />
naar boven is bedoeld als optische correctie en<br />
neutraliseert de perspectivistische vervorming die de<br />
toeschouwer ervaart wanneer hij kijkt vanuit een laag<br />
standpunt. Sommige splitsingen van woorden werden<br />
aangegeven door een punt en er zijn ook<br />
verschillende afkortingen. Nummers werden<br />
aangeduid met een lijn boven de letters.<br />
Leuk weetje: in 1988 werd een gedigitaliseerde<br />
Trajanus-letter ontworpen door Carol Twombly en<br />
uitgegeven door Adobe. Uiteraard enkel in kapitalen<br />
met aangepaste J, U en W.<br />
2.1.2 <strong>Van</strong> Capitalis naar Minuskels<br />
<strong>De</strong> capitalis monumentalis kwam op zijn hoogtepunt<br />
op stenen tekst tableaus die dienden om iets lang en<br />
blijvend mee te delen zoals op de triomfzuilen.<br />
Daarnaast en daaruit ontstond de capitalis rustica<br />
(van de 1e tot de 6e eeuw). <strong>De</strong>ze werd gebruikt voor<br />
teksten van tijdelijk belang zoals aankondigingen,<br />
verkiezingsboodschappen…. Het is de geschilderde<br />
versie van de Romeinse kapitaal die op een snelle<br />
manier met het penseel op borden werd aangebracht.<br />
<strong>De</strong> best bewaarde schriften zijn terug te vinden op<br />
muren van Pompeï. <strong>De</strong> term rustica betekent eigen<br />
boers, lomp of niet stedelijk. <strong>De</strong>ze lettervormen, die<br />
rechtstreeks afgeleid zijn van de capitalis<br />
monumentalis, bezitten inderdaad niet dezelfde<br />
verfijnde en gedetailleerde afwerking. Toch getuigen<br />
ze van de grote vaardigheid en kalligrafische<br />
trefzekerheid waarmee de schilder zijn tekst<br />
aanbracht.<br />
Pagina 3 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Afb. Één van de meer dan 1600 opschriften in het<br />
oude Pompei, 79 n.C<br />
<strong>De</strong>ze geschriften zijn van 79 voor Chr. en tonen aan<br />
dat beide geschriften gelijktijdig gehanteerd werden. In<br />
de eerste eeuwen komt dit geschrift ook voor in<br />
boekrollen van papyrus. Ze werden geschreven met<br />
een rietpen die in een hoek van 45°gehouden werd.<br />
Pas in de 5e eeuw werden ook boeken geschreven<br />
met deze kapitalen. Net zoals de capitalis<br />
monumentalis is de rustica een majuskel, wat<br />
betekent dat alle lettervormen tussen twee ingebeelde<br />
horizontale lijnen worden geschreven.<br />
<strong>De</strong> schrijfsnelheid werd opgedreven en de penstand<br />
werd bijgevolg steiler (80°). <strong>De</strong> lettervormen kregen<br />
een kalligrafisch karakter door hun beweeglijke en<br />
dynamische lijnvoering. Gaandeweg werd het<br />
letterbeeld nog versmald zodat men grote letters kon<br />
schrijven op beperkte oppervlakte. Door de scherpe<br />
hoek van het penseel werden de verticale lijnen nog<br />
smaller en de basis zwaarder. <strong>De</strong> schreven werden<br />
bijna niet getekend en soms vervangen door een<br />
dwarslijntje op de stokken. Heel typerend was de A die<br />
geen dwarsstreep kreeg.<br />
Formele kenmerken van de Rustica:<br />
• lijncontrast dat sterk is opgedreven<br />
• schreven van de E zijn weg<br />
• dikke onderste schreef die overal terugkomt<br />
• de A heeft geen dwars streepje.<br />
• penseelstand tot 80°<br />
In de rustica herkennen we de schrijfdynamiek van de<br />
hand heel gemakkelijk. <strong>Van</strong>af de 2e eeuw n.C. Begon<br />
perkament langzaam aan papyrus te verdringen. Het<br />
perkament heeft enkele onmiskenbare voordelen ten<br />
opzichte van papyrus. Het is veel gladder en laat<br />
soepelere penbewegingen toe. Bovendien kan het<br />
langs twee kanten beschreven worden.<br />
Afb. Vroeg-Romeins Cursief, 3e eeuw n.C<br />
Voor dagelijkse aantekeningen gebruikten de<br />
Pagina 4 van de 35<br />
Romeinen een vereenvoudigd schrift genoemd het<br />
Vroeg-Romeins cursief of de cursieve majuskel. Dit<br />
werd gebruikt om met stylus op wasplaatjes te<br />
schrijven en later met rietpen op papyrus. Dit is een<br />
lopend schrift dat minder verzorgd was en ideaal om<br />
snel te schrijven. Eén van de meest typerende<br />
kenmerken is het ontbreken van kruisende lijnen.<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
<strong>De</strong>ze zouden immers de was doen breken of<br />
verbrokkelen. Er werd reeds een voorzichtige aanzet<br />
gedaan tot stokken en staarten. Pas wanneer het<br />
Vroeg-Romeins cursief met de rietpen op papyrus<br />
werd getekend kan men ook lijndifferentiatie<br />
waarnemen. Dit is wat men noemt een gemengd<br />
schrift. Het bevat immers kapitalen die cursief<br />
geschreven werden. Bij het snelle schrijven kwamen<br />
de woorden een beetje schuin te staan, wat aan het<br />
schrift een ‘cursief’ of ‘lopend’ karakter gaf.<br />
Leuk weetje: de term cursief is afkomstig van het<br />
Latijnse ‘currere’ wat lopen betekent.<br />
Formele kenmerken van de Vroeg-Romeinse<br />
cursief:<br />
• Sterk vereenvoudigd letterbeeld<br />
• Weinig zorgvuldig<br />
• Enigszins schuin geschreven<br />
• Kruisingen van lijnen werd zoveel vermeden<br />
• Een informeel schrift. Het staat dicht bij de kapitalen<br />
van de Romeinen.<br />
• geen lijncontrast door stylus (op wastafeltje)<br />
• naar rechts hellend door het handschrift<br />
• verbrokkeld: kruisingen van lijnen worden zoveel<br />
mogelijk vermeden: IIII = M, III= N<br />
Het is uit de rustica en de Vroeg-Romeinse cursief dat<br />
uiteindelijk de Romeinse unciaal is ontstaan. <strong>Van</strong> dit<br />
schrift bestaan reeds vroege voorbeelden uit de 2e en<br />
3e eeuw, maar het was pas in de 5e - 6e eeuw dat het<br />
unciaalschrift volop in gebruik kwam. <strong>De</strong> meeste<br />
vormveranderingen zijn opnieuw te verklaren vanuit<br />
het sneller schrijven, nu echter met een brede pen op<br />
het gladde perkament.<br />
Bij de Unciaal, werden de pennenstreken sterk<br />
verminderd. Bij de M is het gevolg dat het samenvalt<br />
met een ronder worden van de vorm. <strong>De</strong>Unciaal,<br />
oudste echte pennenletter. <strong>De</strong> Unciaal ligt tussen het<br />
majuskel type en het minuskel type, we zien een<br />
langzame evolutie:<br />
• Eerste aanzetten tot stokken en staarten<br />
• Het letterbeeld word ronder<br />
• nog steeds een majuskel, geen gesloten E en een<br />
T zonder bovenstreepje (zoals t)<br />
• letterbeeld zonder schreven of voetjes zoals bij de<br />
rustica.<br />
• aanzet tot stokken en staarten.<br />
Pagina 5 van de 35<br />
• een echte pennenletter, typische perkament letter.<br />
<strong>De</strong> schriftsoort verspreidde zich over heel Europa en<br />
kende in de 5e eeuw al grote regionale stilistische<br />
verschillen. <strong>Van</strong> de 5e tot de 8e eeuw was de unciaal<br />
erg populair, hoewel de overgeleverde bronnen een<br />
enigszins vertekend beeld zullen geven: ongeveer een<br />
derde van de uit die periode daterende teksten is<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
geheel of gedeeltelijk in unciaal geschreven. Het<br />
lettertype is tot in de late Middeleeuwen bewaard<br />
gebleven.<br />
<strong>De</strong> evolutie van majuskel naar minuskel bereikt bij de<br />
halfunciaal zijn voorlopig eindpunt. <strong>De</strong> term is wat<br />
ongelukkig gekozen, men kan zich immers afvragen<br />
wat er dan gehalveerd is. Relevanter is de vaststelling<br />
dat de halfunciaal een minuskel is, wat betekent dat<br />
hij geschreven wordt tussen vier lijnen. <strong>De</strong> middelste<br />
twee voor het letterlichaam, de bovenste en de<br />
onderste voor de stokken en staarten. <strong>De</strong> penvoering<br />
kan vergeleken worden met de unciaal maar er zijn<br />
andere vormen. Ook komt de individuele schrijfstijl<br />
steeds meer op de voorgrond in tegenstelling met de<br />
vorige schriften.<br />
Pas in de 6e-7e eeuw wordt het echte minuskel type<br />
gebruikt. <strong>De</strong> halfunciaal is het eerste minuskel type.<br />
• wel uitgesproken stokken en staarten<br />
• -gesloten 'e', de 'r' is anders`<br />
• de 'a' en 'b' hebben een typische vorm, een nieuwe<br />
vorm<br />
• een verdere systematisering van de lettervormen<br />
• de letters krijgen dezelfde linkerboog. Er kan dus<br />
sneller geschreven worden.<br />
• de 'N' is nog majuskel achtig<br />
Afb. Unciaal (6e eeuw) - halfunciaal<br />
2.2 <strong>De</strong> Karolingische Minuskel.<br />
Karel de Grote was er in geslaagd om een einde te<br />
stellen aan de politieke verbrokkeling en de culturele<br />
decentralisatie en alle christelijke West-Europese<br />
landen weer tot één rijk te verenigen. Hij wou de<br />
cultuur opnieuw tot volle bloei laten komen. <strong>Van</strong>daar<br />
de enorme bewondering voor de klassieke Oudheid en<br />
in het bijzonder voor de laat Romeinse keizers die zich<br />
hadden ‘bekeerd’ tot het christendom. In het<br />
Karolingische handschrift duiken overal de bewijzen<br />
van de bewondering die men in die tijd koesterde voor<br />
de klassieke Oudheid, zoals het (hernieuwde) gebruik<br />
van de capitalis rustica. <strong>De</strong> ‘renaissance’ van de<br />
rustica is geen blijvend feit geweest.<br />
<strong>De</strong> 9e eeuw wordt ook wel de ‘eeuw van het boek’<br />
genoemd. Onder het bewind van Karel de Grote<br />
ontwikkelde zich een nieuw schrift, de Karolingische<br />
minuskel. <strong>De</strong> ontwikkeling van dit heldere en zeer<br />
leesbare schrift hangt niet enkel samen met de<br />
verhoogde schrijfactiviteit maar is tevens het resultaat<br />
van een streven naar eenheid en standaardisatie van<br />
de teksten die ze bestudeerden. Met de invoering van<br />
Karolingische minuskel kwam een einde aan de chaos<br />
en de versnippering van de verschillende nationale<br />
geschriften.<br />
Leuk weetje: Karel de grote heeft zelf nooit leren<br />
geschreven, hij had een eigen biograaf. Hij had wel<br />
een handtekening, maar het grootste deel werd<br />
voorgeschreven, hij moest er een vierkantje en een<br />
paar streepjes in tekenen.<br />
Hij vond het ook belangrijk dat de “corrupte teksten”<br />
werden uitgezuiverd. (onbetrouwbaar, vol met<br />
fouten,... zoals op internet, een uitgeverij geeft niet<br />
zomaar welke tekst uit.) Kopiisten wisten niet altijd wat<br />
ze schreven, en schreven soms fouten over, of<br />
dubbele dingen,... Als er dan weer een andere kopiist<br />
de tekst overschreef slopen er weer fouten in. Karel<br />
had een centrum om deze teksten uit te zuiveren. Bvb.<br />
door de oorspronkelijke teksten van de filosofen terug<br />
te zoeken. Of door alle kopieën naast elkaar te leggen,<br />
en te zien wat overeenkwam. Uitgezuiverde teksten<br />
kregen een label. ‘ex authentico libro’ de meeste<br />
klassieke teksten die we nu kennen zijn Karolingische<br />
kopieën.<br />
Pagina 6 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Het schrift is volledig aangepast aan het schrijven met<br />
de pen en de schrijfbeweging. Alle versiersels en<br />
overbodige details zijn weggelaten. <strong>De</strong> leesbaarheid<br />
wordt nog verbeterd door de lange stokken en<br />
staarten. We zien hier zelfs de start van een hiërarchie<br />
van de schriften: vooraan, bij het begin van het boek<br />
stond de titel in Romeinse kapitalen. Voor de titels van<br />
hoofdstukken of voor beginletters werden uncialen en<br />
zelfs de rustica gebruikt. <strong>De</strong> tekst staat in de<br />
Karolingische minuskel en straalt rust en ruimte uit. Dit<br />
schrift was zo functioneel dat het nog in gebruik bleef<br />
tot ver in de 10e eeuw. Het is één van de mijlpalen in<br />
het ontstaan van ons schrift.<br />
Door het vele gebruik zien we dat tijdens de 11e eeuw<br />
het schrift langzaam begint te versmallen. <strong>De</strong> ronde<br />
kenmerkende letters worden meer ellipsvormig en de<br />
vierkanten worden rechthoekig. Het binnenwit wordt<br />
gereduceerd en zorgt voor een donkerder letterbeeld.<br />
Ook de stokken en staarten worden minder opvallend<br />
en het gehele woordbeeld wordt overzichtelijker. <strong>De</strong><br />
mooiste manuscripten zijn in de 10e en de 11e eeuw<br />
ontstaan. <strong>De</strong> Karolingische minuskel is dan al<br />
generaties lang in gebruik. Dit zorgt voor een perfecte<br />
beheersing van de schrijfstijl en een grote vaardigheid.<br />
Ze hebben dan ook een perfect inzicht in het vormen<br />
van de letters. <strong>De</strong> perfecte beheersing zorgt voor een<br />
ritmisch beeld in een tekst. Het schrift is duidelijk,<br />
leesbaar en ritmisch.<br />
Enkele kenmerken van de Karolingische minuskel:<br />
• <strong>De</strong> letterconstructies volgend de logica van de<br />
penbeweging. (dit was bij de Ierse halfunciaal<br />
verloren gegaan.)<br />
• Dit is terug een echte pennenletter.<br />
• de aanzet heeft een 'dikke lus' en is op een<br />
uniforme manier gebeurd. (g is herkenbaar)<br />
• de 'a' heeft een schuin rechterbeen.<br />
• 'i' heeft geen puntje omdat de kapitaal er ook geen<br />
had.<br />
Afb. Karolingische minuskel, geschreven te Torus, 9e<br />
eeuw<br />
Pagina 7 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Afb. Karolingische hiërarchie van de schriften<br />
<strong>De</strong> tekst bovenaan werd in kapitalen geschreven en<br />
door het gebruik van de uncialen worden de eerste<br />
paragraaf en de initialen onderscheiden van de rest<br />
van de tekst, die in de bekende minuskel is<br />
gekalligrafeerd.<br />
2.3 Gotiek<br />
In de late Middeleeuwen ontstond een<br />
verscheidenheid van gotische vormen. <strong>De</strong><br />
Karolingische Renaissance leidde tot de heropleving<br />
van de Romeinse kapitalen en de Karolingisch<br />
minuskel. In de gotiek waren de verticale lijnen overal<br />
terug te vinden.<br />
<strong>De</strong> tendens om lettervormen steeds meer te gaan<br />
samendrukken heeft uiteindelijk geleid tot textura, dit<br />
schrift wordt als het summum van de hooggotiek<br />
beschouwd. Het uitgesproken verticalisme, dat zo<br />
typisch is voor de gotiek, begon zich vanaf de 13e<br />
eeuw ook in het geschreven woord te manifesteren.<br />
<strong>De</strong> ronde vormen werden gebroken en vrijwel alle<br />
lettervormen werden gebaseerd op (een herhaling<br />
van) de letter i met zijn typische ruitvormige schreven.<br />
Zelfs letters als k, v, d werden in een verticaal patroon<br />
gedwongen. Dit leverde een tekstbeeld dat doet<br />
denken aan een weefselstructuur en meteen is het<br />
duidelijk waarom men het de benaming ‘textura’ heeft<br />
gegeven. Dit gotische schrift levert een heel donker<br />
tekstbeeld op en daarom spreekt men in het engels<br />
doorgaans over de blackletter.<br />
Het samendrukken van de lettervormen heeft ook<br />
functionele redenen: het strakke ritme van de woorden<br />
liet de kopiist toe om sneller te schrijven en minder<br />
perkament te verbruiken. Dit is ook meteen de<br />
verklaring voor het weelderig gebruik van ligaturen.<br />
Daarnaast werden veel voorkomende woorden<br />
afgekort door één letter met een speciaal accent<br />
erboven.<br />
Afb. Ligaturen<br />
Afb. Minimum in textura<br />
Pagina 8 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
In Spanje en Italië is het gotische schrift nooit echt<br />
doorgedrongen. <strong>Van</strong>af de 13e eeuw werd de<br />
Karolingische minuskel er ook wel met een bredere<br />
pen geschreven, maar de lettervormen werden niet<br />
samengedrukt. Daardoor zijn de bogen onvermijdelijk<br />
iets hoekiger, maar ze worden niet gebroken. Het<br />
schriftbeeld dat daaruit ontstond wordt het<br />
rondgotische schrift of ook de rotunda genoemd.<br />
Het is in zekere zin een compromis tussen de<br />
Karolingische minuskel en de gotische textura. Het is<br />
een vrij eenvoudig schrift. Door het vrij zware en open<br />
letterbeeld is het bovendien een schrift dat ook van op<br />
grote afstand heel leesbaar is.<br />
Formele kenmerken Rotunda:<br />
• Betere leesbaarheid dan Textura.<br />
• zwaar en open tekstbeeld<br />
• 'schreefloos' (niet alle letters)<br />
• de structuur is in principe hetzelfde als de textura.<br />
• <strong>De</strong>ze gotische minuskel was weinig democratisch.<br />
• sterk verlucht in rijke kloosterordes. Het werd enkel<br />
door de kloosterlingen geschreven.<br />
• Het handschrift voor de gewone man is het gotisch<br />
cursief<br />
Afb. <strong>De</strong>tail uit een 15e eeuw antifonarium, rotunda<br />
<strong>De</strong> gotische cursief kwam reeds in de 13e eeuw in<br />
Europa in gebruik kwam en ontwikkelde zich los van<br />
de gotische formele schriften. Bij burgers en leken was<br />
er een grotere behoefte ontstaan aan een vlot,<br />
informeel schrift. Hoewel het algemene tekstbeeld bij<br />
de gotische cursief sterk afhankelijk is van het<br />
individuele schrijven, onderscheidt dit schrift zich, met<br />
zijn zwierige lussen en vele luchtlijnen, heel duidelijk<br />
van de textura en de rotunda.<br />
Gotisch cursief:<br />
• informeel<br />
• bestaat uit minder uniforme elementen<br />
• zwierige lussen en luchtlijnen<br />
• neerhalen en ophalen<br />
• persoonlijk handschrift<br />
Pagina 9 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
<strong>De</strong> bastarda wordt ook soms aangeduid als ‘lettre<br />
parisienne’ aangezien hij in alle waarschijnlijkheid in<br />
de context van een Parijse universiteit is ontstaan.<br />
Omdat de studenten zich genoodzaakt zagen een<br />
persoonlijke bibliotheek van handboeken aan te<br />
leggen, ontstond de behoefte aan een schrift dat vlot<br />
te schrijven was, maar toch voldoende<br />
gestandaardiseerd. <strong>De</strong> bastarda is een semi-formeel<br />
schrift dat zowel kenmerken van de gotische formele<br />
schriften zoals de textura als van informele cursieven<br />
in zich verenigt. <strong>De</strong> lussen zijn volledig weggelaten.<br />
Door het feit dat hij zonder schreven en licht hellend<br />
naar rechts geschreven wordt, is hij beduidend minder<br />
formeel dan de textura. <strong>Van</strong>af de 14e eeuw werd de<br />
bastarda dan ook veel couranter gebruikt.<br />
Formele aspecten (in vgl met gotisch cursief)<br />
• geen lussen of luchtlijnen<br />
• kortere stokken en staarten<br />
Informele aspecten (in vgl met textura)<br />
• licht hellend geschreven<br />
• geen schreven<br />
• langere stokken en staarten<br />
• letters zijn over het algemeen kleiner<br />
MENGVORMEN (semi-formeel)<br />
• Gotisch boekcursief<br />
• Bastarda<br />
Afb. Gotisch cursief / Gotisch Boekcursief / Bastarda<br />
2.4 Het humanistisch geschrift als<br />
mijlpaal<br />
<strong>De</strong> grootste mijlpaal op gebied van schrijven tijdens de<br />
Renaissance (15e eeuw) was het Humanistisch<br />
cursief, een vlot toepasbaar naar rechts hellend schrift<br />
dat erg lijkt op ons huidig schrift. <strong>De</strong> grote<br />
belangstelling voor de oudheid in deze periode had als<br />
gevolg dat men terug keek naar het Romeinse schrift.<br />
Door alle teksten uit die periode te her bekijken en<br />
herlezen kwam men voortdurend in aanraking met de<br />
Karolingische minuskel. In hun eigen geschriften<br />
gingen zowel de amateur schrijvers als de<br />
beroepsschrijvers een nieuwe vorm van deze<br />
minuskel hanteren. Dit leidde tot wat wij nu kennen als<br />
de humanistische minuskel. Poggio Bracciolini wordt<br />
algemeen beschouwd als geestelijke vader van de<br />
humanistische minuskel. Hij was de eerste<br />
humanistische geleerde die de Karolingische minuskel<br />
grondig heeft bestudeerd en exact heeft gekopieerd.<br />
Het verschijnen van de humanistische minuskel<br />
betekende een radicale breuk met de erg decoratieve<br />
en soms moeilijk leesbare gotische handschriften en<br />
naar renaissancistische normen was het een ware<br />
verademing.<br />
Kenmerken Humanistische minuskel<br />
• bestaat enkel uit neerhalen<br />
• uniformiteit in schreef vorming<br />
• a met rechte rechterstreek<br />
• t niet afgesloten met een dwarsstreepje<br />
Pagina 10 van de 35<br />
• i krijgt wel een puntje! (enige verschil met Karol.)<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Afb. Humanistische minuskel<br />
Zoals we al meer gezien hebben in deze beknopte<br />
geschiedenis was er ook nood aan een informeel<br />
schrift dat men sneller kon schrijven. Het<br />
humanistisch cursief was hierop het antwoord. <strong>De</strong>ze<br />
vlotte zorgvuldig geschreven minuskel werd meestal<br />
gebruikt voor teksten in volkstaal,<br />
handelscorrespondentie en administratie, maar ook in<br />
de kanselarijen(o.a. het Vaticaan).<br />
Leuk weetje: Ook soms Italica genoemd, 'Italic'<br />
verwijst naar Italië waar dat cursief werd gebruikt.<br />
Informele variant van de humanistische minuskel.<br />
• Constructie met op en neerhalen.<br />
• buikige a, ronde e, lange f, eenvoudige g en k met<br />
een lus<br />
• Informele variant van de humanistische minuskel.<br />
Het hele schrift helt naar links en de letters worden<br />
vaak onderling verbonden. Er is zelfs een gedrukt<br />
boek van Mercator met instructies over de schrijfwijze<br />
uit die tijd.<br />
Het is niet verwonderlijk dat ook de Romeinse<br />
kapitalen werden opgevist en omgevormd. Tijdens het<br />
humanisme werd voor het eerst 2 alfabetten<br />
samengevoegd. Kapitalen en minuskel stonden naast<br />
elkaar. Het was ook de gewoonte geworden om<br />
zinnen en eigennamen met een kapitaal te starten.<br />
(vroeger was dit soms een unciaal of de rustica) <strong>De</strong>ze<br />
2 alfabetten hadden vorm gekregen vanuit<br />
Pagina 11 van de 35<br />
verschillende technieken: het penseel/pen en de<br />
beitel. Dit leidde vaak tot moeilijkheden om de 2<br />
geschriften tot een mooi geheel te verwerken.<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
3. Boekdrukkunst<br />
3.1 <strong>De</strong> eerste typografische boeken<br />
Omstreeks het midden van de 15e werden in Europa<br />
voor het eerst teksten verspreid die niet meer manueel<br />
maar op en mechanische manier vermenigvuldigd<br />
waren. Uitgevoerd in houtsnede. <strong>De</strong> volledige tekst<br />
werd (samen met illustratie) uit een blok hout<br />
gesneden af afgedrukt op papier, we noemen het dan<br />
ook blokboeken.<br />
Leuk weetje: Men ging er in het verleden maar al te<br />
vaak vanuit dat deze blokboeken verre voorlopers<br />
waren van de eerste typografische boeken, maar het<br />
ziet er naar uit dat Gutenberg reeds volop aan zijn<br />
revolutionaire uitvinding werkte in de periode waarin<br />
ook de eerste blokboeken verschenen.<br />
Het kan dan ook geen toeval zijn dat zowel het<br />
drukken van blokboeken en van typografische boeken<br />
in het midden van de 15 eeuw zijn ontstaan. Het was<br />
immers de periode waarin de papierproductie volop<br />
aan de gang was gekomen in Europa. In vergelijking<br />
met perkament is papier veel goedkoper en bood<br />
aldus een kwaliteitsvol alternatief dat overal<br />
beschikbaar kwam. Bovendien had de opkomende<br />
renaissance in diezelfde periode een enorme behoefte<br />
doen ontstaan aan kennis en kennisoverdracht. Beide<br />
elementen betekende een belangrijke stimulans voor<br />
de boekproductie en ze waren de noodzakelijke<br />
voorwaarden om het succes van de drukkunst te<br />
verzekeren.<br />
<strong>De</strong> ontwikkeling van de typografische boeken was<br />
zeer afhankelijk van de prijs. Het aantal werkuren dat<br />
nodig was om één boek te drukken was enorm. Dit<br />
woog door op de prijs. <strong>De</strong> evolutie in de techniek<br />
zorgde ervoor dat ook dit verminderde.<br />
Door de stijgende vraag naar boeken tijdens de<br />
renaissance werd de drukkost steeds minder. <strong>De</strong><br />
kosten van de grondstoffen werden minder doordat<br />
men steeds grotere volumes kon aankopen.<br />
Alles wijst erop dat Johannes Gutenberg de man was<br />
achter de uitvinding van de boekdrukkunst. Toch is het<br />
niet zijn naam die vermeld staat in het Mainze<br />
Psalterium, het oudste gedateerde en gesigneerde<br />
boek, maar wel die van Johannes Fust en Peter<br />
Schöffer.<br />
In 1450 sloten Johannes Gutenberg en Johann Fust<br />
een contract om ‘Das werck der bucher’ te voltooien,<br />
een van de belangrijkste documenten waarop de<br />
stelling berust dat eerstgenoemde de uitvinder van de<br />
boekdrukkunst zou zijn. <strong>De</strong>ze stelling is echter nog<br />
altijd omstreden: Ook de Haarlemmer Laurens Jansz<br />
Coster wordt als de uitvinder van de boekdrukkunst<br />
aangemerkt en er zijn nog meer kandidaten; een<br />
sluitend bewijs is tot nu toe nimmer gevonden. Het<br />
maken van de eerste losse letters was een echt<br />
vakmanschap. Gutenbergs voorkennis als goudsmid<br />
en metaalbewerker zouden hem deze kennis gegeven<br />
hebben.<br />
Leuk weetje: uit processen is bekend dat Fust geld<br />
had geleend aan Gitenberg om zijn uitvinding op punt<br />
te stellen, hij had hierbij zijn drukkersmateriaal als<br />
onderpand moeten geven. Toen hij zijn lening niet kon<br />
terug betalen werd er beslag gelegd op al zijn<br />
materiaal.<br />
Als men spreekt over drukwerk uit deze periode<br />
gebruikt men regelmatig het woord incunabel.<br />
Hiermee wordt er verwezen naar drukwerk voor 1501.<br />
<strong>De</strong> boekdrukkunst deed haar intrede rond 1440, en de<br />
periode van de incunabelen heeft zo’n halve eeuw<br />
geduurd. Boeken gedrukt tussen 31 december 1500<br />
en 1540 noemt men postincunabelen.<br />
Beide perioden hebben een aantal kenmerken<br />
gemeen, die hen in wezen tot één periode maken:<br />
• <strong>De</strong> deelvaardigheden, van zetter tot boekhandelaar,<br />
waren nog niet gespecialiseerd: één man deed alles<br />
• Het vak was in opbouw, en er bestonden vele kleine<br />
bedrijfjes<br />
• Er waren nog geen standaardlettertypen ontwikkeld.<br />
Er zijn twee typen incunabelen: de xylografische<br />
incunabel (ook wel blokdruk genoemd) én de<br />
typografische (ook wel letterdruk genoemd, gemaakt<br />
met losse letters, zoals Johann Gutenberg die<br />
gebruikte).<br />
Pagina 12 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Beroemde incunabelen zijn bijvoorbeeld het eerste<br />
echte gedrukte boek, de de 42-regelige bijbel,<br />
gedrukt door Gutenberg, uit circa 1453 en de Kroniek<br />
van Neurenberg van Hartmann Schedel<br />
(Neurenberg), in 1493 gedrukt door Anton Koberger.<br />
Dit laatste is een van de best geïllustreerde vroeg<br />
gedrukte boeken. <strong>De</strong> drukker en uitgever was Anton<br />
Koberger, die sinds 1471 boeken drukte. Hij werd<br />
spoedig één van de belangrijkste drukkers uit<br />
Duitsland.<br />
Leuk weetje: de 42-regelige bijbel is in blokregelval<br />
gezet. Dit betekent dat alle regels (optisch) dezelfde<br />
lengte hebben. Dit kon maar bereikt worden door<br />
gebruik te maken van talloze ligaturen en afkortingen.<br />
In het midden van de vijftiende eeuw kwam de oplage<br />
van een publicatie gewoonlijk niet boven de 100-200<br />
exemplaren. Aan het einde van de incunabeltijd kon<br />
de oplage oplopen tot een duizendtal. Het aantal<br />
verschillende incunabelen bedraagt ongeveer 29.000.<br />
Er zijn volgens schattingen in totaal rond de 500.000<br />
exemplaren van bewaard gebleven.<br />
Afb. 42-regelige bijbel<br />
3.2 Nicolas Jensons<br />
Met het werk van de beroemde drukker en lettersnijder<br />
Nicolas Jenson bereikte de typografie een eerste<br />
hoogtepunt. <strong>De</strong>ze Franse muntmeester leerde het nog<br />
jonge drukkersvak in Mainz en trok met zijn opgedane<br />
kennis naar Venetië. Omstreeks 1470 sneed hij er een<br />
prachtige antiqualetter die van bij zijn verschijnen<br />
algemeen werd beschouwd als een esthetische<br />
voltreffer en uitgroeide tot een commercieel succes.<br />
<strong>De</strong>ze drukletter is een rechtstreekse ‘vertaling’ van de<br />
humanistische minuskel naar een ander medium. Het<br />
schuine lijntje waarmee het oog van de e wordt<br />
afgesloten, herinnert aan het schrijven met de platte<br />
pen, die in een hoek van 30° wordt gehouden. Ook het<br />
lijncontrast werd in het letterbeeld overgnomen.<br />
Opvolgers van Jenson hebben het streepje veelal<br />
horizontaal gemaakt. <strong>De</strong> letters met een oplopend<br />
streepje worden in letterclassificaties venetianen of<br />
humanen genoemd.<br />
Humanistische antiqua: herinneringen aan de pen<br />
• lijncontrast: dun/breed<br />
• vorm van de schreven<br />
• oog van de ‘e’ staat beetje schuin<br />
• puntje op de i<br />
• kapitaalhoogte = hoogte stokletter<br />
Verder zien we dat hij de tekst vaak zette met te<br />
weinig interlinie, brede witmarges rondom de tekst. Hij<br />
koos voor een ruime letterspatiëring die ervoor zorgde<br />
dat het lettertype samen met een ruim binnenwit toch<br />
niet te zwaar werd. <strong>De</strong>ze letter werd uiteindelijk<br />
aanvaard als drukletter en handschrift was niet meer<br />
de norm.<br />
Pagina 13 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
<strong>Van</strong>af 1470 heeft hij met zekerheid een drukkerij in<br />
Venetië; hij zou daar tussen 1467 en 1470 begonnen<br />
zijn. Misschien heeft hij eerst gewerkt bij de<br />
gebroeders von Speyer die uit Mainz naar Venetië<br />
waren gegaan. Zij hadden in 1469 van de stad het<br />
monopolie gekregen op drukwerk, maar door de dood<br />
van een van hen ging hun drukkerij ter ziele en<br />
wellicht is Jenson in het ontstane gat gesprongen. Ook<br />
anderen richtten drukkerijen op. Drie jaar na aanvang<br />
van het Venetiaanse drukken waren al elf drukkerijen<br />
in de stad gevestigd.<br />
Wellicht in de maand mei van 1470 verschijnt zijn<br />
debuut, de Evangelica Praeparatione van Eusebius<br />
Caesariensis. Dit boek geldt als een van de fraaiste<br />
incunabelen, in ieder geval is het het eerste gedrukte<br />
boek met een volledig herkenbare romein<br />
(rechtopstaande niet-gotische letter). Het is een kloek<br />
boek met zeer brede witmarges om de tekst heen. <strong>De</strong><br />
letters zijn voor onze begrippen fors, in moderne maat<br />
15,9 punten. <strong>Van</strong> het boek zijn nog 74 exemplaren in<br />
allerlei bibliotheken aanwezig.<br />
Het heeft dus maar een paar decennia vanaf<br />
Gutenberg gekost om tot massaproductie te komen.<br />
Of Jenson zelf in het begin aan de pers gestaan heeft<br />
weten we niet, later had hij in elk geval volop<br />
personeel in dienst.<br />
Jensons letter van 1470 was zo’n evenwichtig ontwerp<br />
dat na hem niemand het nodig vond een betere versie<br />
van het humanistisch schrift te ontwerpen.<br />
Pagina 14 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
3.3 Aldus Manutius<br />
<strong>De</strong> Venetiaanse drukker (die enorme fan was van de<br />
Griekse cultuur), humanistische geleerde en uitgever<br />
Aldus Manutius werd ongetwijfeld sterk beïnvloed door<br />
de letterontwerpen van Nicolas Jenson, aangezien hij<br />
al het materiaal opkocht na diens dood. <strong>De</strong> letter die<br />
hij liet snijden door de professionele en zelfstandige<br />
lettersnijder Francesco Griffo, verschilde echter<br />
grondig van die van zijn voorganger. <strong>De</strong>ze vernieuwde<br />
antiqua, ook de renaissance antiqua, genoemd, kan<br />
de eerst ‘geëmancipeerde drukletter worden<br />
genoemd, vermits hij brak met alle imitatie van het<br />
handschrift. Kijk maar naar het horizontale streepje<br />
van de ‘e’ en de geringe kapitaalhoogte.<br />
Zijn lettersnijder ontwierp voor hem het font ‘Bembo’.<br />
Dat ook nu nog tot de favoriete fonts behoort van veel<br />
designers<br />
<strong>De</strong> liefdesroman Hypnerotomachia Polophili,<br />
gedrukt en uitgegeven door Manutius, is een begrip<br />
geworden in de geschiedenis van de typografie. Het<br />
wordt vrij algemeen beschouwd als het allermooiste<br />
dat in de Renaissance is gedrukt.<br />
Zijn lettersnijder Griffo verfijnde de letters continu. <strong>De</strong><br />
voorgenoemde Bembo is te zien in de de publicatie<br />
van de Hypnerotomachia Poliphili. Wanneer je deze<br />
pagina’s bekijkt is dit een vreemd en mysterieus boek.<br />
Het boek is verlucht met houtsneden en het is<br />
opvallend hoe ook deze afbeeldingen volkomen in<br />
evenwicht zijn met het tekstbeeld.<br />
Terwijl hij door zijn hoge kwaliteitsnormen drukwerk<br />
maakte dat later in verzamelaars hun collectie terecht<br />
zou komen, wou hij ook goedkoop drukwerk maken.<br />
Op die manier wou hij meer mensen bereiken.<br />
Zodoende de Griekse cultuur meer te verspreiden. Op<br />
deze goedkope edities maakte hij weinig tot geen<br />
winst. Tegen de tijd dat hij stopte met werken, was hij<br />
een arme man.<br />
Net wanneer Aldus Manutius op zijn toppunt was,<br />
kwam er een breuk met Griffo. Laatstgenoemde<br />
vertrok uit Venetië. Het enige wat nog terug te vinden<br />
is, is een vonnis. Hij werd ter dood veroordeeld voor<br />
doodslag van zijn schoonzoon.<br />
3.4 Vergelijken en kiezen<br />
Eind 19e eeuw greep William Morris (Art & crafts<br />
movement) uit onvrede over het drukwerk van die tijd<br />
terug op het ontwerp van Jenson. Ook een aantal<br />
andere private presses maakten een eigen variant van<br />
dit ontwerp.<br />
<strong>De</strong> hoofdlijnen van het ontwerp van Jenson zijn echter<br />
steeds onaangetast gebleven. Eind 19e eeuw greep<br />
William Morris (Art & crafts movement) uit onvrede<br />
over het drukwerk van die tijd terug op het ontwerp<br />
van Jenson.<br />
Bij typografen, letterontwerpers en andere<br />
lettergekken is er een ‘Jenson-kamp’ en een<br />
Pagina 15 van de 35<br />
‘Manutius-kamp’, waarbij eerstgenoemden het werk<br />
van Jenson als de fraaiste incunabelen beschouwen,<br />
terwijl de anderen het werk van Manutius (iets) boven<br />
dat van Jenson plaatsen. Het grootste verschil tussen<br />
beide ontwerpen zit in de hoogte van de kapitalen, zo<br />
vond Stanley Morison. Jensons kapitalen veel te groot.<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Inderdaad zijn ze stukken groter dan de kapitalen in<br />
veel humanistische handschriften en ze ogen<br />
daardoor nogal lomp, zeker in vergelijking met het<br />
werk van Manutius.<br />
3.5 Claude Garamond<br />
<strong>Van</strong>af de tweede helft van de 16e eeuw verschoof het<br />
centrum van de boekdrukkunst van Italië naar<br />
Frankrijk. Claude Garamond, sneed omstreeks 1530<br />
een antiqua die hoofdzakelijk gebaseerd was op het<br />
letterontwerp dat Griffo had gemaakt. Slecht in enkele<br />
details week de Garamond af van zijn Italiaanse<br />
voorbeeld. Wel kan men algemeen vaststellen dat<br />
deze antiqua iets scherper en minutieuzer werd<br />
gegraveerd. Ook de cursief is, met zijn eigen cursieve<br />
kapitalen, een vervolmaking te noemen van de Aldus-<br />
cursief.<br />
Garamond wordt beschouwd als één van de<br />
belangrijkste letterontwerpers uit deze tijd. Hij liet zich<br />
inspireren door het lettertype van Aldus Manutius en<br />
sneed zijn eerste letters in 1530. <strong>De</strong>ze dienden voor<br />
een uitgave van Erasmus i.o.v. Robert Estienne<br />
(uitgever).<br />
Het resultaat kreeg zoveel bijval dat de franse koning<br />
François I een eigen lettertype bestelde bij Garamond:<br />
<strong>De</strong> Grec du Roi. Hoewel zijn lettertypes zeer populair<br />
waren en uitvoerig werden gekopieerd, bracht zijn<br />
werk hem weinig op. Toen hij stierf was zijn vrouw<br />
verplicht om alles te verkopen. Op die manier raakten<br />
zijn ontwerpen verspreid over heel Europa. Het<br />
lettertype raakt uit de mode en verdwijnt voor bijna 2<br />
eeuwen.<br />
Pas in de 19e eeuw was de franse nationale pers op<br />
zoek naar een eigen lettertype. Ze visten het lettertype<br />
op dat het bedrijf gebruikte in de 17e eeuw. Enkele<br />
jaren later werd dit lettertype herkend als het werk van<br />
Garamond. <strong>De</strong> heropleving kon beginnen. Het was<br />
pas na de eerste wereldoorlog dat het lettertype weer<br />
volledig in gebruik kwam.<br />
Het Garamond lettertype is een vaak toegepaste<br />
letterfont in bewegwijzering, print media en grafisch<br />
ontwerp. Het lettertype leent zich zeer goed door de<br />
perfecte leesbaarheid waarbij je ogen niet moe<br />
worden.<br />
3.6 Het humanisme in de lettertypes<br />
<strong>De</strong> renaissance in Italië had een nieuwe kijk op de<br />
mens doen ontstaan: de nadruk kwam te liggen op de<br />
menselijkheid, de ‘humanitas’, naar het model van de<br />
klassiek Romeinse cultuur. Het werk van de<br />
letterkundigen en filologen kreeg later de naam<br />
‘humanisme’.<br />
<strong>De</strong> humanisten hebben steeds getracht de kapitalen in<br />
een dogmatisch systeem te vatten. Dit vooral als ze<br />
als initialen gebruikt werden. Een bekende handleiding<br />
Pagina 16 van de 35<br />
hiervan is het boek van Dürer: Underweysung der<br />
messung, mit dem Zirkel und Richtschey. Het boek<br />
heeft 3 hoofdstukken waarvan het derde is toegewijd<br />
aan de toepassing van geometrie in o.a. letters. Hij<br />
bedacht een heel systeem gebaseerd op vierkanten<br />
voor de Romeinse kapitalen. Ook voor de textura had<br />
hij een geometrische constructiewijze uitgaande van<br />
de minuskel i die hij onderverdeelde in 6 vierkanten.<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
3.7 Plantijn<br />
3.7.1 <strong>De</strong> drukkerij<br />
Om te kunnen drukken waren er letters nodig. Eerst<br />
werden die in elke drukkerij apart letters geschreven<br />
en gegoten. Pas in de 16e eeuw verschenen de eerste<br />
lettergieterijen met als eigenaar een lettergraveur.<br />
Rond ongeveer 1520 werd Claude Garamond<br />
gevraagd om een nieuwe reeks antiqua-letters te<br />
snijden. Hij zou de eerste zijn die zowel een romein<br />
als een cursief in één ontwerp zette. Na zijn dood<br />
werden zijn stempels verkocht aan Christoffel Plantijn.<br />
Christoffel Plantijn was een boekdrukker en uitgever<br />
van Franse afkomst, die zich in 1549 vestigde in<br />
Antwerpen. In 1555 opende hij een eigen drukkerij<br />
Plantijn. Uit angst voor de Spaanse inval verhuisde hij<br />
tijdelijk naar Leiden, waar hij drukker aan de<br />
universiteit werd. Zijn belangrijkste werk is de Biblia<br />
Regia, die hij uitgaf tussen 1568 en 1572. <strong>De</strong>ze<br />
meertalige uitgave van de Bijbel kwam tot stand met<br />
steun van de Spaanse koning Filips II.<br />
Het bijzondere van het werk is niet alleen de<br />
meertalige vertaling, maar ook de weergave van de<br />
verschillende lettertypes van elk van deze talen.<br />
3.7.2 Kiliaan<br />
In 1599 verscheen te Antwerpen bij Jan Moretus het<br />
Kiliaan. Zoals alle Nederlandse woordenboeken tot ca.<br />
1800 waren Kiliaans Dictionaria nog<br />
vertaalwoordenboeken, maar toch ging zijn aandacht<br />
reeds in de eerste plaats uit naar het Nederlands. Met<br />
het Etymologicum realiseerde hij in 1599 het eerste<br />
verklarende woordenboek van het Nederlands. Het<br />
kende onmiddellijk grote bijval: tot en met het einde<br />
van de achttiende eeuw gold het als het<br />
standaardwoordenboek en werd het verschillende<br />
keren herdrukt. Niet zonder reden wordt Kiliaan dan<br />
ook beschouwd als de grootste lexicograaf van de<br />
Lage Landen.<br />
Cornelis Kiliaan of Kilianus, eigenlijk Cornelis (van)<br />
Kiel, geboren Cornelis Abts, was een Zuid-Nederlands<br />
taalgeleerde en dichter. Hij is bekend onder vele<br />
namen: officieel heet hij Cornelis Abts van Kiele, maar<br />
zelf ondertekende hij documenten met ‘Cornelis van<br />
Kiel(e)’ en ‘C. Kiel’. Naar de gewoonte van zijn tijd<br />
werd zijn naam ook dikwijls naar het Latijn omgezet:<br />
Cornelius Kilianus.<br />
Door het vroege overlijden van zijn zus kwam het<br />
volledige familiebezit in handen van Kiliaan en hoefde<br />
hij zich voor de rest van zijn leven weinig financiële<br />
zorgen te maken.<br />
In 1548 trok Kiliaan naar de Leuvense universiteit om<br />
er Latijn, Grieks, Hebreeuws en rechten te studeren.<br />
Waarschijnlijk kwam Kiliaan in het begin van 1558 in<br />
dienst bij de bekende Antwerpse drukker Christoffel<br />
Plantijn. Het dagboek van Plantijns drukkerij vermeldt<br />
Kiliaan voor het eerst op 5 februari 1586. Een maand<br />
later, op 6 maart, kwam Kiliaan bij Plantijn inwonen<br />
met de opdracht ‘de prendre garde aux lettres pastes<br />
formats et autres ustensiles de limprimerie’. Hij begon<br />
onderaan de ladder, als letterzetter en drukker, maar<br />
werd in 1558 hij gepromoveerd tot meesterknecht.<br />
Plantin geloofde duidelijk in de kwaliteiten van Kiliaan,<br />
want in 1565 werd hij benoemd tot corrector of<br />
proeflezer, in die tijd een goedbetaalde functie voor-<br />
behouden voor wetenschappers. Kiliaan deed echter<br />
meer dan het verbeteren van het werk van anderen.<br />
Zijn talenknobbel bezorgde hem een waaier aan<br />
opdrachten. Zo werkte Kiliaan mee aan de<br />
Polyglotbijbel. In 1599, wanneer Kiliaan ongeveer 70<br />
jaar was, werd het Etymologicum teutonicae linguae<br />
uitgegeven. Dit werk was het resultaat van bijna 40<br />
jaar studie. Het werk kende grote bijval.<br />
Het was zijn werkgever Christoffel Plantijn die Kiliaan<br />
de opdracht gaf om woordenboeken voor het<br />
Pagina 17 van de 35<br />
Nederlands samen te stellen. Sinds de renaissance<br />
streefden wetenschappers naar een volledige<br />
inventarisatie van de woordenschat, te beginnen met<br />
het Latijn. <strong>De</strong> Parijse uitgever Robert Estienne had in<br />
dat opzicht baanbrekend werk geleverd met zijn serie<br />
woordenboeken Latijn-Frans en Frans- Latijn. Plantijn<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
wilde dat Kiliaan voor het Nederlands hetzelfde deed<br />
als Estienne voor het Frans had gedaan.<br />
Met de goedkeuring van Plantijn publiceerde hij in<br />
1574 een Nederlands-Latijn woordenboek. Kiliaan<br />
nam bij de Nederlandse ingangen verwante vormen<br />
van andere verwante talen op. Hij was hiermee de<br />
eerste in Europa die taalvergelijking in de praktijk<br />
bracht. Ook nieuw is dat hij bij een aantal woorden<br />
aangeeft in welke streek ze gebruikt worden. Ten<br />
slotte vermeldt hij ook echte etymologieën<br />
(gemeenschappelijke verklaringen van Nederlandse<br />
woorden).<br />
Aan deze woordverklaringen hechtte Kiliaan zoveel<br />
belang, dat hij de derde editie van zijn woordenboek<br />
Etymologicum teutonicae linguae doopt. Met het<br />
Etymologicum van 1599 realiseerde Kiliaan niet alleen<br />
het eerste moderne Nederlandse woordenboek, door<br />
zijn innovatieve aanpak was het werk een unicum in<br />
Europa.<br />
Pagina 18 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
4. Overgangstypes<br />
4.1 Le romain du roi<br />
In 1640 werd onder Louis XIII de Imprimerie Royale<br />
opgericht. Daardoor werd ook de drukkunst in<br />
Frankrijk een Koninklijke aangelegenheid. Het was<br />
pas in 1693 dat er een ingrijpende typografische<br />
innovatie te melden viel. Op verzoek van Louis XIV<br />
werd er namelijk een geheel nieuw lettertype<br />
ontwikkeld dat exclusief door de koninklijke drukkerij<br />
gebruikt zou mogen worden. Le romain du Roi. <strong>De</strong><br />
nieuwe letter was niet de creatie van één man maar<br />
van een commissie deskundigen. Aan het voor stond<br />
de wiskundige Nicolas Jaugeon en het definitieve<br />
ontwerp werd in kopergravure uitgevoerd door Louis<br />
Simmoneau. Helemaal in de geest van het<br />
rationalisme van die tijd werden zowel de kapitalen, de<br />
romeinen als de cursieven vormgegeven volgen s<br />
strikt mathematische principes. Er werd telkens<br />
uitgegaan van een vlak van 8 bij 8 cm dat verdeeld<br />
werd in 64 vierkantjes van 1 vierkante cm. Zodat er<br />
een raster ontstond met 2304 onderverdelingen.<br />
Een gevolg hiervan is dat bijvoorbeeld de hoofdletter i<br />
en de onderkast l nagenoeg gelijk werden. We zien<br />
het gebruik van een strak raster vaak terugkeren bij<br />
recent letterontwerp. Alle letters worden even breed<br />
en zitten soms genepen of hebben ruimte over (slappe<br />
vormen). Uiteindelijk is het niet gelukt om de letters zo<br />
scherp uit te snijden dan ze wouden. <strong>De</strong> ‘Romain du<br />
Roi’ was een heldere, scherpe letter met een sterk<br />
lijncontrast, die om zorgvuldig drukwerk vroeg. <strong>De</strong> fijne<br />
schreven werden geconstrueerd aan de hand van een<br />
kwartcircel. <strong>De</strong>ze romain de Roi wordt ook wel tot de<br />
barok antiqua gerekend, aangezien we er wel<br />
degelijk barokke eigenschappen in kunnen<br />
terugvinden: de haarfijnen lijnen die plots overgaan in<br />
brede, sterke zwellingen.<br />
Leuk weetje: Het grote zwart-wit contrast dat op die<br />
manier ontstaat kan vergeleken worden met het<br />
dramatische clair-obscur dat ook in de barokke<br />
schilderkunst terug te vinden is.<br />
Enkele kenmerken<br />
• topschreven = voetschreven<br />
• verzwaring van de gebogen delen is een verticale<br />
as<br />
• ze worden perfect symmetrisch<br />
• voor het onderscheid tussen de l en kapitaal I heeft<br />
men een schreef toegevoegd aan de l.<br />
• om cursieve letters te maken, zette men het raster<br />
(de letters) gewoon 20° schuin<br />
Dit is het moment dat de drukletter volledig los komt te<br />
staan van zijn voorganger de geschreven letter. <strong>De</strong><br />
verwijzingen naar de gebeitelde letter zijn verdwenen.<br />
Zoals William Morris later zal opmerken werden de<br />
kalligrafen vervangen door de ingenieurs.<br />
Pagina 19 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
In de 18e eeuw werd het begrip letterfamilie<br />
geïntroduceerd. Hiertoe behoorden letters met<br />
dezelfde zwaarte, hoogte wijdte,… en hierdoor visueel<br />
samen gebruikt kunnen worden en samenhoren. We<br />
zien steeds meer lettermakers een totaal pakket<br />
aanbieden. Dit wil zeggen zowel een cursief, kapitaal<br />
als een onderkast van één letter.<br />
4.2 Caslon<br />
Het heeft tot het midden van de 18e eeuw geduurd<br />
vooraleer Engeland deelnam aan de ontwikkelingen<br />
binnen de typografie. <strong>De</strong> bekendste en meest<br />
succesvolle persoonlijkheid uit die tijd is zonder enige<br />
twijfel William Caslon, die in de vroege jaren van de<br />
18e eeuw zijn eerste letters sneed. In vergelijking met<br />
de Romain du Roi zitten zijn letters nog vol<br />
ambachtelijke oplossingen. Door de stompe<br />
driehoekige schreven, het beperkte contrast en de<br />
diagonale verzwaring stond Caslons ontwerp dichter<br />
bij de Garamond ( renaissance antiqua) dan bij de<br />
barok antiqua. <strong>De</strong> romein die Calson ontwierp werd<br />
echter snel heel populair en behield tot in de 20e eeuw<br />
zijn onverwoestbare reputatie. Zijn lettertype werd<br />
onder andere gekozen door Benjamin Franklin voor de<br />
onafhankelijkheidsverklaring van Amerika.<br />
Caslon was niet in de eerste plaats een<br />
letterontwerper of drukker. Zijn kunde bouwde hij op in<br />
Londen. Daar werkte hij als leerjongen in Vine Street<br />
bij een wapenhandelaar. Hij maakte fijne metalen<br />
versieringen voor op wapens. Hier groeide zijn liefde<br />
voor het werk met fijn metaal. Twee drukkers John<br />
Watts en William Bowyer hadden Caslon opgemerkt<br />
en vroegen hem om voor hun te komen werken.<br />
Afb. Caslon<br />
4.3 Baskerville<br />
<strong>De</strong>gene die een nieuwe trend zou inzetten in<br />
Engeland was de Engelsman John Baskerville. <strong>De</strong>ze<br />
‘Writing Master’ was opgeleid als kalligraaf en<br />
letterkapper in leisteen. Hij werd een succesvol<br />
zakenman en het kapitaal dat hij met allerlei bedrijfjes<br />
opbouwde, stelde hem in staat om uit pure liefhebberij<br />
een eigen drukkerij en lettergieterij op te richten.<br />
Aangezien deze bezigheid niet perse winstgevend<br />
moest zijn, hoefde hij zich niets aan te trekken van de<br />
toenmalige Engelse markt, die enorm behoudsgezind<br />
was. Het lettertype dat wij vandaag Baskerville<br />
noemen, riep bij tijdgenoten veel weerstand op,<br />
vermoedelijk omdat het zo drastisch verschilde van<br />
alle voorgaande engelse ontwerpen. Er verschijnt<br />
opeens een veel opener en lichter tekstbeeld.<br />
<strong>De</strong> letters zijn helder, open en strak en ze worden<br />
gekenmerkt door een vergroot lijncontrast. <strong>De</strong><br />
schreven zijn slank en spits. <strong>De</strong> aanzetten van de<br />
letters kwamen meer horizontaal te staan en de<br />
gebogen vormen kregen een zuiver verticale<br />
accentuering. <strong>De</strong>ze letters is een duidelijk voorbeeld<br />
van een transitional of overgangstype. Dit wil zeggen<br />
tussen de Romeinse klassieke letters en de moderne<br />
lettertypes. Hierdoor is deze fijne letter weerom een<br />
mijlpaal in deze geschiedenis.<br />
Pagina 20 van de 35<br />
Hij ging zoals gezegd ook het hele drukproces<br />
opnieuw bekijken. Het papier moest egaler gemaakt<br />
worden. Dit werd bereikt door een veel zuivere zeef te<br />
gebruiken. Ook werden de bladen na het drogen nog<br />
eens extra geplet tussen koperplaten. Het papier werd<br />
afgewerkt met een vernislaag waardoor het zachter en<br />
gladder aanvoelde. Hij streefde ook naar een zo wit<br />
mogelijk papier om het contrast met de zwarte letters<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
zo groot mogelijk te krijgen. Baskerville maakte<br />
gebruik van een betere drukinkt op basis van gekookte<br />
lijnolie met hars en lampzwart. <strong>De</strong>ze zwarte inkt had<br />
een ongewone paarse schijn.<br />
5. Begin van een<br />
nieuw tijdperk.<br />
Tussen ca. 1760 en 1840 was er de industriële<br />
revolutie in heel west Europa. <strong>De</strong> sociale en<br />
economische gevolgen waren immens. <strong>De</strong> consumptie<br />
maatschappij was geboren. Men ging voortdurend op<br />
zoek naar nieuwe behoeften in de markt om die zo<br />
efficiënt mogelijk op te vullen.<br />
<strong>De</strong> informatieverspreiding moest ook volgen. Er<br />
ontstonden tijdschriften, advertenties, reclamefolders,<br />
… Het boek verloor zijn monopolie als<br />
informatiedrager. <strong>De</strong> reclame werd steeds belangrijker.<br />
Er werd gedrukt op grotere formaten, met een veel<br />
grotere visuele impact. <strong>De</strong> boektypografie die tot dan<br />
toe had bestaan voldeed niet aan de eisen van de<br />
reclamemakers. Letters moesten kunnen gebruikt<br />
worden als abstracte vormen die individueel op een<br />
blad hun kracht niet verloren. We zien dan ook veel<br />
nieuwe lettertypes verschijnen die aan deze behoefte<br />
moeten voldoen.<br />
5.1 Didot<br />
In Frankrijk hebben we Firmin Didot, in Italië<br />
Giambattista Bodoni en in Duitsland Erich Walbaum.<br />
Allen gingen zij in wedijver met elkaar letters<br />
ontwerpen waar het lijncontrast extreem verhoogd<br />
werd. <strong>De</strong> schreven werden horizontale dunne lijnen en<br />
de bogen van de ronde letters stonden volledig<br />
verticaal.<br />
Terugblikkend op de evolutie van de drukletter tussen<br />
1500 en 1800 kan men opmerken dat deze niet<br />
willekeurig is verlopen. <strong>De</strong> humanistische antiqua<br />
reproduceerde de humanistische minuskel en liet in de<br />
driehoekige schreven nog de herinnering aan de<br />
penstand zien. <strong>De</strong> renaissance zorgt voor een letter<br />
die verder gaat op de humanistische. Zij zal verfijnen<br />
en de enkele details corrigeren. In de loop van de<br />
eeuwen verdwijnt de herinnering aan het schrift steeds<br />
meer. <strong>De</strong> accentuering komt steeds meer verticaal te<br />
liggen, het lijncontrast wordt groter en de schreven<br />
spitser. In deze laatste stap zijn de schreven<br />
horizontale lijntjes en het lijncontrast maximaal. <strong>De</strong><br />
evolutie is voltooid.<br />
Pagina 21 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Het nieuwe vormgevoel, dat reeds tot uiting kwam in<br />
de Romain du Roi en ook te bespeuren was in de<br />
letters van Baskerville, trad nog sterker op de<br />
voorgrond tijdens het neoclassicisme op het einde van<br />
de 18e eeuw. Pierre Didot (drukker) en Firmin Didot<br />
(letterontwerper) lieten zich door bovenstaande<br />
letterontwerpen beïnvloeden dreven dit strakke en<br />
rationele karakter nog verder op.<br />
Tegenwoordig zijn veel lettertypes verkrijgbaar die op<br />
Didot zijn gebaseerd. Net als bij het lettertype Bodoni<br />
zijn er bij digitale versies soms problemen met de<br />
leesbaarheid, vooral bij kleinere punt groottes<br />
verdwijnen de dunne bogen en zijn alleen de dikkere<br />
stokken en bogen te zien.<br />
Onder de meer succesvolle digitale versies van Didot<br />
bevindt zich die van Adrian Frutiger voor Linotype.<br />
Frutiger voorkomt de problemen in de kleinere punt<br />
groottes door iets dikkere schreven te gebruiken. Didot<br />
gebruikte als eerste het woord stereotype voor de<br />
metalen drukplaat waarmee de inkt op het papier werd<br />
overgebracht. Voorheen werden pagina’s direct van de<br />
gezette losse lettertypes gedrukt. <strong>De</strong>ze technische<br />
vooruitgang maakte het mogelijk goedkopere uitgaven<br />
te produceren en betekende een revolutie in de handel<br />
in boeken. Zijn werkplaats werd een bedevaartplaats<br />
voor drukkers en letterontwerpers uit de hele wereld.<br />
Enkele kenmerken:<br />
• lijncontrast nog meer opgedreven<br />
• schreven nog fijner<br />
• accent op verticale delen<br />
• verzwaring van de gebogen delen is volledig<br />
verticaal, zo krijg je een st rakker en<br />
• mechanischer beeld.<br />
5.2 Bodoni<br />
In Parma in Italië was er ook een vernieuwing aan de<br />
gang. Giambattista Bodoni was zwaar beïnvloed door<br />
Didot. Hij was geboren in een drukkersfamilie. Toen hij<br />
28 was, werd hij gevraagd om een drukkerij op te<br />
starten voor de graaf van Parma. Hij zou daar de rest<br />
van zijn leven blijven werken. Hier maakte hij enkele<br />
van zijn meest geslaagde prachtige werken. Hij had<br />
een voorkeur voor boeken die iets kleiner waren dan<br />
de gemiddelde boeken die gedrukt werden in die tijd.<br />
Hij hield net als Baskerville van open spatiëring, brede<br />
marges en harde contrasten van de zwarte letters en<br />
het witte papier. Ook zijn lettertypes worden nu<br />
geclassificeerd als didones. <strong>De</strong>ze lettertypes hebben<br />
nooit ten volle tot bloei kunnen komen. Zij werden<br />
weggedrukt door de opkomst van de nieuwe zware<br />
lettertypes zoals in Engeland.<br />
Pagina 22 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
5.3 Fat Face<br />
<strong>De</strong> industriële revolutie was zeer merkbaar in<br />
Engeland. Het dan ook hier waar de belangrijkste<br />
ontwikkelingen plaats vonden. <strong>De</strong> letters werden<br />
steeds groter en vetter. (5cm) <strong>De</strong>ze evolutie leidde tot<br />
de Fat Faces gelanceerd door Robert Thorne.<br />
Dit is een verzwaarde vorm van de<br />
overgangslettertypes. <strong>De</strong>ze letters waren te broos en<br />
te zwaar om in metaal gegoten te worden. Men koos<br />
ervoor om ze in hout uit te snijden. <strong>De</strong>ze letters waren<br />
duurzaam, licht en stevig. In 1794 kocht Robert<br />
Thorne de drukkerij van Thomas Cotrell, een<br />
voormalige leerling van Caslon. Cotrell werd ontslagen<br />
door een discussie met Caslon over het loon en richtte<br />
zijn eigen drukkerij op. Tegen 1798 had Thorne alle<br />
lettertypes van de drukkerij vervangen door zijn eigen<br />
ontwerpen. In het begin van de 19e eeuw was hij de<br />
eerste die de Fat Faces introduceerde. Hij zou veel<br />
van de populairste lettertypes uit die tijd ontwerpen.<br />
<strong>De</strong> drukkerij van Thorne werd overgekocht door<br />
William Thorowgood. Veel van de lettertypes die<br />
toegeschreven worden aan Thorowgood zijn ooit<br />
ontworpen door Thorne.<br />
5.4 Egyptiennes<br />
Een andere nieuwigheid in de 19e eeuw waren de<br />
Egyptiennes, ook wel eens slab-serifs genoemd.<br />
Robert Thorne gaf deze naam aan lettertypes waarbij<br />
de schreven bestaan uit blokjes. Ook de<br />
lijndifferentiatie is verdwenen. Een evolutie binnen de<br />
slab serifs is merkbaar bij de Clarendon. Het is een<br />
egyptienne met aflopende schreven die meer aan<br />
een roman doen denken. Hij werd ontwikkeld door<br />
Robert Besley die meteen ook een copyright nam op<br />
dit lettertype. Dit is de eerste keer dat dit gebeurde.<br />
Een copyright was toen slechts 3 jaar geldig. Tegen de<br />
tijd dat het lettertype populair was, waren de rechten<br />
verlopen. Ook werden massaal veel verschillende<br />
variaties gemaakt om het copyright te ontlopen. <strong>De</strong><br />
Clarendon vinden we onder meer terug als<br />
circuslettertype en op de ‘wanted’ posters in Noord<br />
Amerika. Ook nu nog wordt dit lettertype gebruikt voor<br />
de signalisatieborden in de nationale parken in<br />
Amerika.<br />
5.5 Figgins<br />
Het snijden in hout gaf veel meer mogelijkheden om<br />
fijn te werken en in de kortste tijd ontstonden er<br />
verschillende fantasieletters. Er was veel verloedering<br />
en lettertypes werden random met elkaar<br />
gecombineerd. In 1815 kwam Vincent Figgins met het<br />
eerste 3-D lettertype op de markt. Het was een fat-<br />
face met een schaduw. Hij bedacht later ook de<br />
outlines en reversed versie van zijn lettertype.<br />
Men spreek over Display lettertypes en text<br />
Pagina 23 van de 35<br />
lettertypes. <strong>De</strong> eerste soort ging men vooral gaan<br />
gebruiken in de reclamewereld voor grote en korte<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
oodschappen. Ze waren vaak massief en zwaar om<br />
krachtige slogans mee te zetten. Het display lettertype<br />
werd hét lettertype voor de affiches.<br />
5.6. Schreefloze<br />
Als derde evolutie zien we de opkomst van de<br />
schreefloze. Tot dan was deze letter nog niet in<br />
metaal gegoten. Het was pas in 1812 dat Figgins als<br />
eerste een schreefloze letter in gebruik nam. Hij<br />
noemde het een ‘sans serif’ letterlijk zonder schreven.<br />
Er was reeds eerder een schreefloze letter gegoten<br />
door William Caslon om in zijn specimenboek zijn<br />
eigen naam te vermelden. Dit bleef echter zonder<br />
gevolg. Dit prille en moeilijke begin van de schreefloze<br />
kon niet doen vermoeden dat deze lettersoort zou<br />
uitgroeien tot de meest gebruikte letter van vandaag.<br />
William Thorowgood was de eerste die in 1834 ook<br />
onderkasten op de markt bracht (misschien omdat<br />
hij meer succes had). Het kenmerk van de Bodoni,<br />
waarbij alle kapitalen even breed zijn, komt ook hier<br />
terug. Het heeft 5 eeuwen geduurd voor de letters<br />
even breed waren.<br />
<strong>De</strong> schreefloze waren niet echt een succes, de<br />
egyptiennes daarentegen wel. Het had nog<br />
schreven voor een conservatief publiek.<br />
Leuk weetje: Nederlanders ontwerpen graag<br />
egyptiennes<br />
Pagina 24 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
6. <strong>De</strong> schreefloze<br />
letter.<br />
Een schreefloze is meer dan gewoon een letter<br />
zonder schreven. Ook het ontbreken van een<br />
uitgesproken lijncontrast is een typisch kenmerk<br />
van de schreefloze letter (zo laag mogelijk<br />
lijncontrast). Op de keper beschouwd zijn zowel<br />
de schreven als de lijndifferentiatie herinneringen<br />
aan het schrijven met de platte pen of het<br />
penseel. Men zou daarom kunnen stellen dat een<br />
schreefloze letter een letter is zonder kalligrafische<br />
referenties.<br />
6.1 Grotesk<br />
In het begin van de 20e eeuw zien we een zeer avant<br />
gardische kunst ontstaan. Men streefde naar eenvoud<br />
en ging vaak uit van geometrische constructies. Er<br />
werd voorkeur gegeven aan de schreefloze letter<br />
omwille van de zuiverheid. <strong>De</strong>ze letter stond immers<br />
duidelijk los van het verleden en symboliseerde de<br />
toekomst. Moholy Nagy stelde dat elke tijd zijn eigen<br />
optische vorm had, en daarmee ging een bepaalde<br />
typografie samen.<br />
Tegen het einde van de 19e eeuw ontwikkelde de<br />
firma Berthold een volledige schreefloze letterfamilie:<br />
de Akzidenz Grotesk. <strong>De</strong>ze letter werd de basis voor<br />
de meeste latere schreeflozen. In Duitsland won de<br />
naam grotesk op het einde van de 19e eeuw snel aan<br />
populariteit. Verschillende Duitse drukkerijen gingen<br />
hun eigen Grotesk uitbrengen. Er werden zowel<br />
regular, bold als light versies op de markt gebracht.<br />
Langzaam aan begonnen lettergieterijen samen te<br />
vloeien en probeerde men een uniforme familie te<br />
creëren. Maar zelfs om uit hetzelfde vormbesef<br />
gemaakt te zijn, waren de verschillen vaak te groot.<br />
Tegen dan, 1896, was Berthold de grootste drukkerij<br />
van Duitsland. Ze slaagden er in om een min of meer<br />
coherente familie samen te stellen, de Akzidenz<br />
Grotesk. Het succes van deze grotesk leidde<br />
natuurlijk tot nog meer verschillende ontwerpen, maar<br />
geen van allen hadden de kwaliteit van de Akzidenz.<br />
6.2 <strong>De</strong> eerste schreeflozen<br />
Eén van de eerste schreefloze lettertypes uit de 20e<br />
eeuw was de Underground van Edward Johnston.<br />
Volgens sommigen was dit één van de eerste in de<br />
20e eeuw. Maar in werkelijkheid hadden bijna alle<br />
lettergieterijen schreefloze letterfamilies.<br />
<strong>De</strong> underground is een lettertype dat de meeste<br />
mensen wel kennen. Het is een letter die nooit<br />
gegoten is geweest. <strong>De</strong> enige toepassing was voor de<br />
‘londen underground’. <strong>De</strong> borden in de metro in<br />
Londen. Een lettertype van Edward Johnston (1916 -<br />
1920). <strong>De</strong> O is een perfecte cirkel. Respect voor de<br />
traditie in combinatie met moderniteit. (ronde o was<br />
iets heel klassiek). Hij behoorde tot de arts and carfs<br />
beweging, die heel nostalgisch was. Ze doen een<br />
studie naar het verleden. <strong>Van</strong>daar zijn belangstelling<br />
voor kalligrafie.<br />
Boek: writing, illuminating & lettering. Hij ontleedt oude<br />
geschriften. Maar ook moderne geschriften. En vanuit<br />
die fascinatie is hij tot een heel modern letterbeeld<br />
gekomen.<br />
Pagina 25 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Een opvolger van de Underground was de Gill Sans.<br />
Zowel kenmerken van de schreeflozen als de oudheid<br />
werden gecombineerd. (zie a) Maar het basismodel<br />
werd wel gebaseerd op de Underground. Dit lettertype<br />
was oorspronkelijk bedoeld voor de publieke ruimte.<br />
Gill Sans was ontworpen door Eric Gill in 1920 en<br />
uitgebracht door Monotype in 1928 tot 1930. Eric Gill<br />
leerde het vak bij de kalligraaf en letterontwerper<br />
Edward Johnston. Het is dus geen verrassing dat zijn<br />
ontwerp veel invloeden vertoond van het letterontwerp<br />
van zijn leermeester: ‘<strong>De</strong> Underground’. Dankzij de<br />
goede leesbaarheid en grote ‘Britse’ gehalte werd de<br />
letter door veel bedrijven gekozen als huislettertype.<br />
(o.a. BBC) <strong>De</strong> letters zijn harde, zeer gesculpteerde<br />
vormen die de artistieke en professionele achtergrond<br />
van Gill weergeven. We zien voor het eerst de<br />
leesbaarheid van een roman lettertype gecombineerd<br />
met de statigheid van een schreefloze. Een Gill Sans<br />
kan er vriendelijk en toegankelijk uitzien in een kleine<br />
corpsgrootte. Wat het perfect maakt voor doorlopende<br />
teksten. <strong>De</strong> zwaardere gewichten zijn uitermate<br />
geschikt voor grote display posters of signalisatie. Een<br />
ander lettertype van dezelfde ontwerper is de<br />
Perpetua. Hij ontwierp dit voor hij aan de Gill Sans<br />
begon. Het lettertype verscheen in 1925 bij Monotype<br />
en is nu nog steeds populair.<br />
Een heel sensuele letter. Een eigenzinnige g. Toch<br />
een beetje lijncontrast.<br />
Leuk weetje: In België is de Gill Sans de letter van<br />
Dooreman geworden. Omdat hij zich er in<br />
specialiseerde deze letter te gebruiken.<br />
Afb. Johnston en Gill Sans<br />
6.3 <strong>De</strong> jaren 20-30<br />
Pagina 26 van de 35<br />
<strong>De</strong> Futura is op hetzelfde moment ontworpen, maar is<br />
een volledige breuk met het verleden. Alsof er geen<br />
verleden is. Volledig heruitgevonden. We maken een<br />
opdeling tussen humanistische schreefloze (gill sans,<br />
Engeland) en geometrische schreefloze (futura).<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
<strong>De</strong> populariteit van de schreefloze heeft twee keer<br />
in de geschiedenis van de twintigste eeuw een<br />
hoogtepunt gekend: een rond 1928 (tijdens het<br />
interbellum) en een rond 1957 (met het verschijnen<br />
van de Helvetica en de Univers).<br />
<strong>De</strong> meeste ontwerpers op het vaste land negeerden<br />
de ontwerpen van Gill en hielden meer vast aan het<br />
modernisme van de Futura. Dit was een iets radicalere<br />
opvolger. Het ontwerp voor de futura kwam van<br />
Renner. Met dit lettertype tracht men tijdloosheid na te<br />
streven. Men keek ter inspiratie terug naar de<br />
Romeinse kapitalen en werden dus gebaseerd op de<br />
driehoek, vierkant en de cirkel. (cfr Trajanus) Dit is te<br />
merken aan bijvoorbeeld de A die op een een scherpe<br />
punt loopt. Men wou niet echt een schreefloze maar<br />
vooral een tijdloze letter. Een letter die was uitgepuurd<br />
op geometrisch inzicht.<br />
We hebben de schetsen nog van de ontwerpen. Hij<br />
ging op zoek naar een uitgepuurde geometrische<br />
vormentaal. Zijn vertrekpunt was de klassieke<br />
romeinse inscriptie kapitaal. Hij wou alles wat<br />
overbodig was weglaten: geen lijndifferentiatie of<br />
schreven. Het uitgangspunt: driehoek,cirkel, vierkant.<br />
<strong>De</strong> punten van de futura komen boven en onder de<br />
lijnen. Paul renner werd enorm beïnvloed door het<br />
Bauhaus, maar heeft er zelf nooit les gevolgd of<br />
gegeven.<br />
<strong>De</strong> letters gebaseerd op de driehoek komen boven de<br />
basisvorm uit. Moesten ze even groot zijn als de<br />
andere letters zouden ze optisch kleiner lijken. <strong>De</strong><br />
kapitalen waren iets kleiner dan de stokken want in het<br />
Duits kwamen de kapitalen veel meer voor in een<br />
tekst. <strong>De</strong> eerste versie die uitgebracht werd was meer<br />
constructivistisch dan de Futura die wij nu kennen.<br />
Sommige letters vielen in stukken uiteen.<br />
Het wantrouwen in oude waarden zorgt voor radicale<br />
veranderingen in de kunst. Men zoekt naar een<br />
nieuwe kunst en omarmt daarbij de industrie, hetgeen<br />
werd gezien als de basis voor een welvarende<br />
samenleving. Dit is zichtbaar in het ontstaan van<br />
verscheidene ‘Avant-Garde’ of Moderne kunst en<br />
ontwerp stromingen en betekende een definitief einde<br />
van de Art-Nouveau als algehele stroming. <strong>De</strong><br />
belangrijkste Nederlandse constructivisten waren Piet<br />
Zwart en Paul Schuitema. Zwart is opgeleid als<br />
architect en begon pas op zesendertig jarige leeftijd in<br />
het grafisch vakgebied te werken. Hoewel hij sterk<br />
beïnvloed was door de Stijl, maakte hij speelser werk<br />
doordat hij zich niet beperkte tot horizontalen en<br />
verticalen. Hier is reeds een kleine verschuiving te<br />
zien binnen het Modernisme. <strong>De</strong> rationaliteit en<br />
stelregels van duidelijkheid gebruikte Zwart, maar in<br />
uitwerking maakt hij zich al wat los van het strenge<br />
stramien van <strong>De</strong> Stijl. Zijn dynamische lay-outs laten<br />
namelijk vaak diagonalen zien. Zwart noemde zichzelf<br />
een ‘<strong>Typo</strong>tect’; een kruising tussen een typograaf en<br />
een architect. In 1937 verwoordde Zwart de rol van<br />
een grafisch ontwerper.<br />
Een belangrijk werk in 1928 was ‘Die Neue<br />
<strong>Typo</strong>graphie’ van Jan Tschichold. Hoewel hij<br />
officieel niet bij de Bauhaus aangesloten was, gaf Jan<br />
Tschichold na het bezoeken van de eerste<br />
Pagina 27 van de 35<br />
tentoonstelling van de Bauhaus meer inhoud aan de<br />
Moderne typografie. Hij presenteerde deze ideeën<br />
over een nieuwe functionele typografie in zijn boek.<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Tschichold zorgde voor een radicale verandering in<br />
typografie. Hij stelde een asymmetrische aanpak van<br />
de lettervorm en lay-out voor, zodat het een<br />
dynamische compositie van letters opleverde, die in<br />
harmonie waren met de moderne tijd. <strong>De</strong> lettertypen<br />
moesten schreefloos zijn, om letters tot hun<br />
elementaire vorm te beperken. Hij zette zich af tegen<br />
de herwaardering van historische stijlen van<br />
lettertypen en deed ze af als nutteloze versiering.<br />
Naast de nuchtere vormgeving van de ontwerpers<br />
onder invloed van <strong>De</strong> Stijl, het Bauhaus of het<br />
Russisch Constructivisme, zag met een meer op<br />
decoratie gerichte stijl ontstaan. <strong>De</strong> Art <strong>De</strong>co. <strong>De</strong>nk<br />
maar aan Bifur.<br />
6.4 1950 tot 1980<br />
<strong>Van</strong>uit het neutrale Zwitserland ontstaat een veel<br />
rustiger en objectiever grafisch ontwerp dan het<br />
propagandistische ontwerp van tijden WOII en de<br />
koude oorlog. <strong>De</strong>ze komt na de oorlog volledig tot<br />
ontplooiing en kan gezien worden als een vernieuwing<br />
van het objectieve Modernisme. <strong>De</strong> invloed van de<br />
Zwitserse school in deze periode was enorm, en had<br />
zijn weerslag op alle vormgeving op het vaste land in<br />
die periode. Het geheel moest direct zijn, duidelijk de<br />
boodschap communiceren. Dit gold zowel voor<br />
architectuur als voor kunst als voor affiches.<br />
Leesbaarheid en verstaanbaarheid waren belangrijk.<br />
Een helder en neutraal font was essentieel. Er werd<br />
gestreefd naar een hoge kwaliteit van drukwerk.<br />
Er wordt gezocht naar een neutrale, universele<br />
‘Nationale Stijl’, naar buiten gebracht door de<br />
invloedrijke scholen in Bazel en Zurich. <strong>De</strong> leraren<br />
zochten naar een systematische en structurele aanpak<br />
van informatie. Het werd gebaseerd op rationele<br />
analyses en een objectieve vormgeving van<br />
informatie. Josef Müller- Brockmann en Armin<br />
Hoffman speelden als leraar, theoreticus en<br />
ontwerper een belangrijke rol in de ontwikkeling van<br />
deze Internationale Stijl. In 1947 begon Armin<br />
Hoffman aan de school voor ontwerp in Bazel, waar hij<br />
een ontwerp systeem uitvond gebaseerd op<br />
basiselementen en een dynamische formele eenheid.<br />
Müller- Brockmann zocht een universele,<br />
onpersoonlijke, heldere en objectieve grafische taal. In<br />
zijn boek; “The Graphic <strong>De</strong>signer and His <strong>De</strong>sign<br />
Problems”, hetgeen richtlijnen voor de Internationale<br />
ontwerp stijl bevat.<br />
“<strong>De</strong> ontwerper moet de technologische mogelijkheden<br />
van typografie kennen en accepteren en, in plaats van<br />
streven naar decoratieve effecten te zoeken, moet hij<br />
zijn plan maken vanuit een formeel idee. <strong>De</strong>ze<br />
economische, tijdbesparende en praktische manier<br />
van ontwerpen en compositie past perfect bij onze tijd<br />
van technische perfectie en helderheid.”<br />
Het succes van de Zwitserse School of Internationale<br />
stijl is onder andere te danken aan heldere lettertypen<br />
die daarbij ontwikkeld werden zoals Helvetica en<br />
Univers.<br />
<strong>Typo</strong>grafie en nog meer de Helvetica waren zeer<br />
belangrijk als communicatiemiddel. Het was de manier<br />
om iets over te brengen zonder subjectiviteit toe te<br />
voegen. Een zeer duidelijke erfenis van de Zwitserse<br />
stijl vinden we nu terug in de farmaceutische industrie<br />
op de medicamentendoosjes.<br />
Pagina 28 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Typisch:<br />
• schreefloze<br />
• - Links gelijnd (vlaggende regelval)<br />
• Asymmetrie<br />
• Beperking van aantal lettergroottes<br />
• Geen insprongen<br />
• (een beetje zoals dit document)<br />
Adriaan Frutiger is de hoofddesigner van de<br />
lettertypes Univers, Frutiger en Avenir. Hij studeerde<br />
kalligrafie in Zürich. Hier zal hij zijn kunde in elegantie<br />
en verfijning aanscherpen. In 1957 zullen Charles<br />
Peignot en Frutiger samen een font met maar liefst 21<br />
versies binnen de familie uitbrengen. Peignot<br />
stimuleerde, onder de indruk van het lettertype Futura<br />
van Bauers lettergieterij, uit rivaliteit een nieuw<br />
geometrisch schreefloos lettertype. Frutiger weerlegde<br />
echter de grondslag van Futura, en overtuigde Peignot<br />
dat de nieuwe schreefloze letter gebaseerd moest<br />
worden op het realist neo-groteske model. <strong>De</strong> reeds in<br />
1896 uitgebrachte Akzidenz Grotesk gold als primair<br />
uitgangsmodel. Om eenheid te waarborgen in de 21<br />
varianten, werd elke zwaarte en breedte, in romein en<br />
cursief, uitgetekend en beoordeeld voordat de<br />
drukvormen werden gesneden.<br />
Univers was geboren. In dit lettertype introduceerde<br />
Frutiger zijn twee cijferige nummering; het eerste cijfer<br />
(3 t/m 8) geeft de zwaarte aan, waarbij 3 de lichtste en<br />
8 de zwaarste is. Het tweede cijfer geeft de<br />
typebreedte aan, hetzij romein of oblique (scheef,<br />
maar niet cursief). Univers werd direct goed onthaald.<br />
Hij stelde vast dat dit zijn model werd toekomstige<br />
lettertypes.<br />
Frutigers Univers mocht als eerste ontwerp de titel<br />
karakterloos ontvangen. Dit werd positief bedoeld.<br />
Namelijk dat het lettertype voor meerdere doelen<br />
geschikt was. Men kon het lettertype in gelijk welke<br />
context plaatsen zonder dat het font een invloed<br />
uitoefende op zijn omgeving. Het is een anoniem<br />
lettertype. In de jaren 70 vroeg de RATP, de Parijse<br />
openbaarvervoer maatschappij, Frutiger de Parijse<br />
metroborden te bestuderen. Daarop maakte hij een<br />
variant van Univers - een set van kapitalen en cijfers<br />
geënt op het wit-op-donkerblauw bij schaars licht.<br />
Het succes van dit moderne ‘humane’ lettertype zette<br />
de Franse luchtvaartmaatschappij ertoe aan om<br />
opdracht te geven voor een alfabet voor de<br />
bewegwijzering op de nieuwe internationale<br />
luchthaven ‘Charles de Gaulle’ in de Parijse voorstad<br />
Roissy. <strong>De</strong> opdracht luidde om een lettertype voor<br />
wegwijzers te maken dat zowel van verre als onder<br />
een hoek goed en snel leesbaar was. Het uiteindelijke<br />
resultaat werd een samenvoeging van de Univers met<br />
organische invloeden van de Gill Sans, van Edward<br />
Johnstons lettertype voor London Transport, en van de<br />
Antique Olive door Roger Excoffon. In 1988 voltooide<br />
Frutiger zijn Avenir (Frans voor toekomst),<br />
geïnspireerd op Futura, met structurele gelijkenis met<br />
de neo-grotesken.<br />
Pagina 29 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
In 1954 werd Max Miedinger (1910-‐1980)<br />
gevraagd door Eduard Hoffmann, de directeur van<br />
de Haas’sche Schriftgiesserei in Basel, om een<br />
nieuwe schreefloze te ontwerpen. <strong>De</strong>ze letter werd<br />
een jaar later geïntroduceerd onder de naam Neue<br />
Haas Grotesk. <strong>De</strong> Helvetica kreeg zijn huidige naam<br />
pas vijf jaar later, in 1960.<br />
<strong>De</strong> Helvetica moest in eerste instantie<br />
techniciteit, degelijkheid en anonimiteit uitstralen<br />
en de letterontwerper zelf wilde aanvankelijk<br />
zoveel mogelijk op de achtergrond blijven.<br />
Hoewel dit lettertype er heel onpersoonlijk en<br />
volgens sommigen zelfs banaal uitziet, is ook de<br />
Helvetica een kind van zijn tijd en valt het<br />
letterbeeld volledig te verklaren vanuit de context<br />
waarin hij is ontstaan, namelijk de late jaren vijftig.<br />
Nadat de grootste schade van de Tweede<br />
Wereldoorlog was hersteld en de economie zich<br />
had herpakt, geloofde men in de westerse wereld<br />
opnieuw in de toekost en de technische<br />
vooruitgang. In dit klimaat van vooruitgangs<br />
optimisme laaiden de modernistische discussies<br />
opnieuw op. <strong>De</strong> geschiedenis leek zich te hernemen,<br />
maar op een verder punt.<br />
Dit deed zich voor het eerst voor in Zwitserland, een<br />
land dat minder had geleden onder de crisis van<br />
de oorlog. <strong>De</strong> ontwerp stijl die hieruit is ontstaan<br />
wordt meestal aangeduid met ‘Zwitserse School’ of<br />
‘Internationale Stijl’.<br />
Formeel is de Helvetica een verdere verfijning van de<br />
Akzidenz Grotesk, een lettertype dat enorm werd<br />
geprezen door zowat elke vormgever of typograaf<br />
van de Zwitserse school. <strong>De</strong> nieuwe schreeflozen<br />
(Helvetica, Univers en Folio die hier niet besproken<br />
wordt) die omstreeks 1957 verschenen, zijn in<br />
dezelfde geest ontworpen als de Akzidenz<br />
Grotesk. Het verschil zit soms in kleine details<br />
(zie vergelijking tussen enkele onderkast vormen van<br />
de Helvetica en de Akzidenz Grotesk) maar het is<br />
duidelijk dat men bij de moderne ontwerpen nog meer<br />
heeft gezocht naar een anonieme uitstraling.<br />
<strong>De</strong> gelijkenissen tussen Helvetica en Akzidenz zijn<br />
duidelijk, maar subtiele verschillen zijn te vinden in de<br />
hoofdletter en kleine letter “c”, in de hoofdletters “G”,<br />
“J”, “R” en “Q”. Behalve de subtiele verschillen in deze<br />
individuele letters is de primaire verandering van<br />
Miedinger in de Helvetica een hogere x-hoogte, de<br />
afstand tussen de basislijn en de hoogte van de letter<br />
gemeten in de kleine letter “x”. Het effect is dat<br />
Helvetica langwerpiger lijkt dan Akzidenz. Zowel<br />
Helvetica als Univers zijn regelmatiger dan Akzidenz<br />
Grotesk.<br />
Helvetica en futura versus univers<br />
• X-hoogte van de univers is hoger.<br />
• Univers heeft meer lijncontrast, en is functioneler.<br />
• Futura: kleinere x-hoogte, donkerder tekstbeeld,<br />
vraagt grotere interlinie<br />
Pagina 30 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
In 1980 drongen computers in de huiskamer binnen.<br />
Helvetica kwam gratis bij Adobe postscript printers.<br />
Andere producenten konden de techniek wel kopiëren<br />
maar niet het lettertype. Er werd een nieuw lettertype<br />
besteld dat minder zou kosten aan copyright. In 1982<br />
kwam Arial op de markt.<br />
Al snel was Arial terug te vinden op elke computer.<br />
Sinds 2000 was er een heropleving van de Akzidenz<br />
look-a-likes. Ontwerpers gingen zich baseren op<br />
eerdere ontwerpen om een nieuwe interpretatie te<br />
maken. <strong>De</strong> grote meerderheid van de schreeflozen<br />
zijn een heropleving van de negentiende eeuwse<br />
antiqua’s of grotesken.<br />
Een belangrijke figuur in Nederland is Wim Crouwel.<br />
Hij past perfect thuis in de tijdsperiode van de<br />
Zwitserse stijl. Zelf haalde hij veel inspiratie uit het<br />
Bauhaus. Hij zal het gedachtengoed hiervan<br />
meenemen in zijn werk. Het grid neemt een<br />
belangrijke plaats in. Binnen dit grid experimenteert en<br />
speelt Crouwel met letters en woorden. Hij gelooft dat<br />
een machine, zoals de computer, het werkproces kan<br />
versnellen maar niet de vormgever vervangen. Hij<br />
hecht groot belang aan het persoonlijke van een<br />
ontwerp. Hiermee bedoelt hij dat een vormgevers nog<br />
steeds zelf moet nadenken, vormgeven. Het oog en<br />
het gevoel moeten de doorslag geven.<br />
Pagina 31 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
7. Recent verleden<br />
7.1 Was het nu 60, 70 of 80?<br />
Niet iedereen was bezig met strakke en klare<br />
typografie. In de flower power werd er gebruik<br />
gemaakt van een heel ander soort typografie. Tijdens<br />
de tweede helft van de jaren zestig waren protesten<br />
door studenten in Amerika, onder andere tegen de<br />
oorlog in Vietnam, aan de orde van de dag. Bij deze<br />
protesten werd veel gebruik gemaakt van grafisch<br />
ontwerp. <strong>Van</strong>uit protest tegen de oorlog is de Flower<br />
Power ontstaan. <strong>De</strong>ze hedonistische jeugdbeweging<br />
wilde vrede en vrijheid voor iedereen bewerkstelligen.<br />
Dit uitte zich in provocerende kleding en haardracht,<br />
maar ook voor nieuwe stijlen in muziek en het<br />
Amerikaanse grafische ontwerp. <strong>De</strong>ze stijl wordt<br />
psychedelisch genoemd. In de grafische vormgeving<br />
vertoont de stijl een sterke connectie met de Art-<br />
Nouveau, logisch door een vernieuwde interesse voor<br />
de natuurlijke vorm. Wes Wilsobn is een van de<br />
bekende namen uit die tijd en kwam er openlijk vooruit<br />
dat hij LSD als inspiratiebron voor zijn ontwerp<br />
gebruikte. <strong>De</strong>ze psychedelische stijl is gekenmerkt<br />
door levendige, optische effecten, warm kleurgebruik<br />
en handgetekende letters, die op de grens van<br />
leesbaarheid zitten. <strong>De</strong> expressiviteit in typografie<br />
kreeg ook een opleving door nieuwe fototypografie-<br />
technieken. Waardoor het mogelijk werd letters verder<br />
en makkelijker te vervormen dan voorheen mogelijk<br />
was. <strong>De</strong> typografie werd gebruikt op een zeer<br />
organische manier. <strong>De</strong>ze flowerpower-stijl bleef<br />
doorwerken tot in de eerste helft van de jaren<br />
zeventig .<br />
In de jaren 80 begint de punk beweging in Londen<br />
door onvrede over het racisme tegen de gastarbeiders<br />
en als tegenreactie op de Glamrock (de<br />
overversierende uitloper van de Flower Power). <strong>De</strong><br />
punk is een jeugdcultuur die zich tegen de grote<br />
ideologieën afzet en zich typeert als een anti-alles<br />
beweging. Het optimisme van de Flower Power wordt<br />
afgedaan en de onbegrepen jongeren uitten zich nu<br />
harder en gefrustreerder. Qua ideologie zijn er<br />
overeenkomsten met het dadaïsme. Elke vorm van<br />
systeem wordt afgedaan en de vrijheid van het<br />
individu staat centraal. <strong>De</strong>ze zelfgemaakte stijl uit zich<br />
ook in het grafisch ontwerp dat ontstaat rondom deze<br />
jeugdcultuur. Hierbij valt te denken aan een knip en<br />
plak vormgeving en handgetekende letters. <strong>De</strong> Punk<br />
wordt wereldwijd bekend gemaakt door de band ‘The<br />
Sex Pistols’, Viviene Westwood en Malcolm McLaren.<br />
Zij zijn verantwoordelijk voor de visuele identiteit van<br />
deze band en opvallend is dat als een van de eerste<br />
zij het T-shirt als nieuw medium voor het grafische<br />
ontwerp gebruiken. <strong>De</strong> punkvormgeving was<br />
begonnen als uiting van de frustratie van deze<br />
anarchistische jeugdcultuur, maar werd later gebruikt<br />
als een van de vele uitingen van Postmodernistische<br />
grafisch ontwerpers. Het bleek dus ook een<br />
succesvolle uiting van frustratie tegen het<br />
Modernisme.<br />
7.2 <strong>Typo</strong>grafie en vormgeving in de<br />
laatste 2 decennia<br />
<strong>De</strong> jaren 90 kenmerken zich door de opkomst van<br />
experimentele digitale fonts. Pixelfonts, bitmapfonts,..<br />
<strong>De</strong>ze fonts worden onmiddellijk op de computer<br />
ontworpen.<br />
Een eerste belangrijk figuur is Neville Bordy. Hij<br />
experimenteerde veel en zette nieuwe regels voor<br />
grafiek en typografie. Hij ontwierp fonts als Insignia,<br />
blur, Arcadia, Typeface 6,...<br />
Pagina 32 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Afb. Brody<br />
Een ander gekend figuur uit de jaren 90 is David<br />
Carson. Hij vroeg veel van de lezer, deze moest<br />
zowel lezen als interpreteren als ontcijferen. Volgens<br />
hem is typografie kunst. Je vindt veel van zijn<br />
professioneel surfverleden terug in zijn werk.<br />
In de jaren 90 zien we ook een aantal fonts ontstaan<br />
waarvan sommigen tot vandaag de dag meespelen in<br />
vormgeving. Anderen zullen verdwijnen en voorlopig<br />
enkel herinneren aan deze periode. Hier volgt een<br />
beknopte opsomming van een aantal fonts. Echte<br />
trends en stijlen zijn moeilijker te onderscheiden<br />
Din -1995:<br />
Goed leesbaar en veel gebruikt in signalisatie in<br />
Duitsland. Mooie cijfers, ideaal display lettertype.<br />
FF Meta -1991:<br />
Goed voor tekst en corporate communicatie. Zeer<br />
leesbare schreefloze. Ontworpen door Erik<br />
Spiekerman. Lang het huisfont voor ID-magazine<br />
Minion Pro - 1990:<br />
Ontworpen door Robert Slimbach voor Adobe.<br />
Geïnspireerd op de renaissance letters. Zeer<br />
uitgebreide familie, goed voor boeken, kranten en<br />
verpakkingen.<br />
Template Gothic:<br />
Uitgebracht door Emigre. Gebaseerd op stencils.<br />
Emigre bracht ook Keedy Sans en <strong>De</strong>ad History op de<br />
markt. Allen fonts die niet weg te denken zijn uit de<br />
jaren 90 en nu vrij gedateerd overkomen.<br />
Comic Sans -1994:<br />
Ging niet onopgemerkt voorbij. Zeer omstreden font in<br />
de typografie.<br />
Pagina 33 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Officina - 1980/1990:<br />
Gemaakt door Erik Spiekerman voor formele<br />
bedrijfscommunicatie.<br />
Rotis - 1988:<br />
Sterk en toch elegant font. Goed leesbaar van op<br />
grote afstand. Weinig binnenwit in e en zeer typische c<br />
en S. Werkt zowel groot als klein.<br />
<strong>De</strong> voorbije 10 jaar kunnen we een aantal trends<br />
spotten maar het is nog te vroeg om echt lijnen te<br />
zien. We zien een heropleving van zelfgemaakte fonts,<br />
veel slab serifs en clarendons. Maar wat vooral opvalt<br />
is een mixmatch van fonts. Alles kan en mag, smaken<br />
worden persoonlijk en moeilijk te definiëren. Er is wel<br />
telkens een voor en tegen beweging waar te nemen.<br />
Als ontwerper vandaag kan en moet je vaak een zijde<br />
in deze discussie kiezen. Moet een font neutraal zijn,<br />
of toch de boodschap letterlijk overbrengen?<br />
Leesbaarheid en functionaliteit ten opzichte van<br />
expressiviteit. Modernisme ten opzichte van<br />
postmodernisme.<br />
Pagina 34 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>
Pagina 35 van de 35<br />
Een samenvatting van <strong>Tatiana</strong>