22.09.2013 Views

downloaden pdf-file - Historische Vereniging Maassluis

downloaden pdf-file - Historische Vereniging Maassluis

downloaden pdf-file - Historische Vereniging Maassluis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Herinnert u het zich nog?<br />

Op de hoek van de Noorddijk op nummer 1, langs de opgang vanaf de<br />

Schansbrug waar nu een grote leegte is (bij sommigen ook bekend als ‘het gat<br />

van Dirkzwager’) en waarvoor al enige tijd plannen zijn voor nieuwe woningbouw,<br />

stonden vroeger een aantal panden. Links was de schilderszaak van<br />

A. Oranje, in het midden het café van C. van Roon (die op 24 oktober 1958 de<br />

leeftijd van 100 jaar bereikte) met stalhouderij en rechts het grote karakteristieke<br />

witte hoekhuis, bekend als het pand van de familie Dirkzwager. De panden<br />

van Oranje en Van Roon waren al in de oorlog verwoest als gevolg van het<br />

mislukte bombardement van de geallieerden in 1943, maar het hoekhuis heeft<br />

er veel langer gestaan. Dit pand met jugendstilkenmerken bezat een prachtige<br />

koepelkamer die een mooi uitzicht bood over een deel van de stad, de Kolk en<br />

de haven van <strong>Maassluis</strong>. Over de bewoners van dit laatste hoekpand, dat helaas<br />

in 1958 werd gesloopt, gaat dit verhaal; welke mensen hebben er gewoond en<br />

wat is er van hen bekend?<br />

14<br />

NOORDDIJK 1 – PAND DIRKZWAGER<br />

Hoek van de Noorddijk met het pand van Dirkzwager,<br />

dat in 1958 werd gesloopt.


Huizen van de familie Dirkzwager<br />

In de besproken periode (1800-1950) wonen er veel ‘Dirkzwagerfamilies’ in<br />

de omgeving van Schiedam, Vlaardingen en <strong>Maassluis</strong>. Leden van deze families<br />

behoren veelal tot de notabelen van de stad en hebben er dikwijls een<br />

zeer invloedrijke functie. Woningen die betrokken zijn door deze families<br />

in <strong>Maassluis</strong> liggen onder meer aan de Hoogstraat, de Markt, de Haven,<br />

de Haringkade, de Veerstraat, de Burgemeester Van der Lelykade. Een van de<br />

meest bekende panden is de kuiperij aan de Ankerstraat 16, de voorloper van<br />

de huidige Kuiperij. Volgens het gevelhout is het pand gebouwd in 1664 en men<br />

neemt aan dat het toen een kuiperij was. In 1884, toen het eigendom van<br />

Gijsbert Dirkzwager was, is het gebouw afgebrand en opnieuw opgebouwd<br />

en samengetrokken met het pand ernaast op nr. 18. Op voorspraak van<br />

de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> is het in 2001 van de ondergang gered door <strong>Vereniging</strong><br />

Hendrick de Keyser.<br />

Deze landelijk werkende<br />

organisatie heeft het gebouw<br />

voor een symbolisch bedrag<br />

gekocht en gerestaureerd.<br />

De buitenzijde heeft het<br />

aanzicht van 1884 teruggekregen.<br />

Sinds 2004 wordt<br />

het pand gehuurd door de<br />

Stichting Kuiperij Ankerstraat.<br />

De HVM is een van<br />

Het pand Dirkzwager, links van de Monsterse<br />

Sluis,gezien vanaf het Schanseiland.<br />

De twee huizen ernaast zijn al afgebroken.<br />

de deelnemers van de stichting<br />

en daarom sinds 2005<br />

een van de trotse gebruikers<br />

van dit historische gebouw.<br />

De familie Dirkzwager komt naar <strong>Maassluis</strong><br />

Maarten Pieterszoon Dirkzwager (1703-1782) verhuist omstreeks 1730 van<br />

Bleiswijk naar <strong>Maassluis</strong>, omdat hij in de veenderij geen toekomst meer ziet<br />

(en niet, zoals ook wel werd gedacht, om de pest te ontlopen). Aanvankelijk is<br />

hij handelaar in zout en zeep en later kuiper, mogelijk omdat zijn schoonvader<br />

Gijsbert de Lange al kuiper was en hij dus in het bedrijf ‘introuwde’ door<br />

zijn huwelijk met Cornelia de Lange. Zeker is, dat hij als meester-kuiper vermeld<br />

wordt en al in 1747 in staat is een eigen woning aan de Schans te<br />

<strong>Maassluis</strong> te kopen. Zijn zoon Gijsbert (1736-1800), oefent zijn kuipersbedrijf<br />

uit in de Ankerstraat te <strong>Maassluis</strong>, en diens zoon Maarten (1767-1847) wordt<br />

de gemeenschappelijke voorouder van de <strong>Maassluis</strong>e tak van het geslacht<br />

15


Dirkzwager. Deze Maarten heeft drie zonen waaronder Gijsbert (1796-1873) en<br />

Cornelis (1809-1863). Zoon Gijsbert blijft in <strong>Maassluis</strong> en betrekt de woning<br />

aan de Noorddijk 1, zoon Cornelis vestigt zich in Schiedam en vormt daar het<br />

begin van de Schiedamse tak van de familie Dirkzwager.<br />

Herkomst van de ‘Dirkzwagers’ en het familiewapen<br />

Het geslacht Dirkzwager krijgt een aanvang als omstreeks 1485 ene Cornelis<br />

Dirkszoons Zwager wordt geboren. Omstreeks 1544 wordt deze vermeld als<br />

eigenaar van een huis en 11 morgen land te Zegwaard en hij is overleden voor<br />

1557. Dat de stamvader van het geslacht Dirkzwager de voornaam Dirk moet<br />

hebben gedragen is af te leiden uit het zogenaamde patronymicum (van de<br />

vadersnaam gevormde familienaam) van de zoon. Wanneer de term ‘Zwager’<br />

aan de familienaam is toegevoegd is niet meer vast te stellen. Overigens was de<br />

betekenis zwager toen anders dan nu. Toentertijd had het de algemene betekenis<br />

van een aangehuwd familielid.<br />

Daarna wordt omstreeks 1515 geboren Cornelis Cornelisz. Dirkzwager. Hij is<br />

landeigenaar te Bleiswijk en de eerste van het geslacht Dirkzwager.<br />

16<br />

Algemeen familiewapen<br />

van de familie Dirkzwager.<br />

Het algemene wapen van de familie<br />

Dirkzwager is het oude, legendarische<br />

‘wapen met zwaantjes’, wat,<br />

volgens overlevering, het oospronkelijke<br />

wapen van de Dirkzwagers<br />

zou zijn.<br />

De heraldische omschrijving van<br />

dit wapen luidt:<br />

Doorsneden: I in blauw drie zilveren<br />

zwanen, met opgeheven vleugels<br />

zwemmend op de snijlijn;<br />

II gedwarsbalkt van groen en zilver<br />

in zes stukken. Helmteken: een uitkomende<br />

zilveren zwaan met opgeheven<br />

vleugels. Dekkleden: zilver<br />

en blauw.<br />

Voor alle afstammelingen van de<br />

<strong>Maassluis</strong>e tak, beginnende bij Maarten Dirkzwager (1767-1847) geldt een<br />

ander wapen, dit vanwege onenigheid over herkomst en gebruik door andere<br />

geslachten van eerdergenoemd wapen.


Familiewapen van de <strong>Maassluis</strong>e tak<br />

van de familie Dirkzwager.<br />

Dit wapen wordt beschreven als:<br />

In blauw een gouden omgewende<br />

haringbuis op een zilveren golvende<br />

zee. Helmteken: een vlucht van goud<br />

en blauw. Dekkleden: goud en blauw.<br />

Het pand Dirkzwager, Noorddijk 1<br />

Voordat familieleden van het geslacht<br />

Dirkzwager in het bezit kwamen van<br />

het pand was het sinds 1736 in handen<br />

van Gijsbert van Loo, daarna<br />

kwam het in bezit van Jacoba van Arkel (1806) en snel daarna in bezit van<br />

Leendert Steur (1807). Ten slotte werd het in 1818 eigendom van Maarten<br />

Dirkzwager.<br />

Leendert Steur (1742-1818) was getrouwd met Neeltje van Es (1742-1812), en<br />

het paar had twee kinderen, Jacobus (1766-1814) en Maria (1768-1837).<br />

Het was deze Maria Steur waarmee Maarten Dirkzwager (1767-1847) in het<br />

huwelijk trad.<br />

Maarten Dirkzwager (1767-1847)<br />

Maarten Dirkzwager, geboren 1 februari 1767, is van beroep kuiper, graanhandelaar<br />

en scheepsboekhouder en reder ter haringvangst. Daarnaast is hij actief<br />

als mededirecteur van het Bijbelgenootschap, ouderling en kerkvoogd en ook<br />

als wethouder van de gemeente <strong>Maassluis</strong>. Als reder heeft hij een groot aantal<br />

hoekers in de vaart zoals de ‘Op Hoop van Zegen’, de ‘Jonge Adriana’ en de<br />

‘Algemeen Belang’. Op 7 augustus 1791 trouwt hij met Maria Steur, dochter<br />

van een ‘gezeten’ <strong>Maassluis</strong>e familie. Zij krijgen tussen 1792 en 1813 twaalf<br />

kinderen waaronder Gijsbertus Dirkzwager, waarmee dit verhaal verdergaat.<br />

Het moment waarop leden van de familie Dirkzwager het pand Noorddijk 1<br />

betrekken (1818) valt ongeveer samen met de invoering van het kadastersysteem,<br />

een van overheidswege bijgehouden openbaar register van onroerende<br />

zaken en de daarop gevestigde rechten (1821). Dit systeem werd door keizer<br />

Napoleon geïntroduceerd om grondbelasting op basis van onroerend goed<br />

mogelijk te maken. Hierdoor kregen alle panden in Nederland een kadastraal<br />

nummer.<br />

17


Gijsbertus Dirkzwager (1796-1873)<br />

In 1822, als het pand in bezit is van Maarten Dirkzwager wordt het bewoond<br />

door zijn zoon, de echtelieden Gijsbertus Dirkzwager en Dirkje Claasdochter<br />

Dorsman en hun dochter Maria, dan 1 jaar oud. Gijsbertus, geboren 23 juni<br />

1796 te <strong>Maassluis</strong> en overleden op de leeftijd van 77 jaar, op 19 oktober 1873<br />

aldaar; was tijdens zijn leven graanhandelaar, reder ter haringvangst bij rederij<br />

Maarten Dirkzwager en Zonen, commissaris van de haringjagerij, notabele<br />

der Nederlands Hervormde Gemeente en gemeentesecretaris van <strong>Maassluis</strong>.<br />

In 1817 wordt hij secretaris van de Gereformeerde Diaconie Armkamer met een<br />

salaris van 120 gulden per jaar. In 1836 compareert (verschijnt) hij als getuige<br />

bij de geboorteaangifte van het kind Abraham Kuyper. Deze zal men later leren<br />

kennen als theoloog en predikant, oprichter van de eerste Nederlandse politieke<br />

partij (ARP) en minister-president.<br />

Op 10 mei 1820 treedt Gijsbertus op 23-jarige leeftijd in het huwelijk met<br />

Dirkje Claasdochter Dorsman uit Vlaardingen (1797-1872). Zij wordt onder<br />

andere Regentes van het Weeshuis der Hervormden te <strong>Maassluis</strong>. Zij blijft deze<br />

functie uitoefenen tot 1856 en neemt dan ontslag wegens onenigheid met de<br />

Regenten. Zij overlijdt een jaar voor haar man, op 74-jarige leeftijd.<br />

18<br />

Pand Dirkzwager op het Kadasterplan van 1822: kadasternr. 1130,<br />

verpondingsnr. 277, wijk C, huisnr. 105.


Gijsbertus Dirkzwager en Dirkje<br />

Claasdochter Dorsman,<br />

bij gelegenheid van hun<br />

40-jarig huwelijk op 10 mei 1860.<br />

Gedurende de jaren dat dit echtpaar in het<br />

huis woonde werd hun gezin uitgebreid<br />

met acht levende kinderen: Maria<br />

(1821-1889), Nicolaas (1823-1887),<br />

Maarten (1825-1895), Johannes (1827-<br />

1897), Leendert (1828-1905), Abraham<br />

(1830-1895), Jakob (1832-1915) en<br />

Johanna (1835-1911).<br />

De familie had inwonende dienstmeiden<br />

die elkaar om de paar jaar afwisselden:<br />

Dina van der Gauw (1822), Neeltje<br />

Notten (1825), Johanna Neelemaat<br />

(1826), Neeltje van der Endt (1829),<br />

Maartje Hummelman (1831), Antje<br />

Berkel (1835), Maria de Kok (1839),<br />

Wilhelmina Gieslain (1841), Neeltje van<br />

der Lee (1845), Johanna van der Groot<br />

(1846), Geertje de Boon (1849), Neeltje<br />

van Vliet (na 1850).<br />

Omdat het huis mogelijk toch te groot<br />

was voor de familie Dirkzwager en<br />

onderhuur heel gebruikelijk, woonden in<br />

de periode 1821-1839 andere personen in<br />

het achterhuis of onderhuis. In 1822 weduwe Adriaantje de Klerk en (haar<br />

zoon?) Hendrik Paalvast. In 1825 woont Mattie van Nierop er korte tijd en in<br />

1826 het echtpaar Jacob Nelemaat en Mina Stam met hun in 1827 geboren<br />

dochter Hendrina en in 1831 geboren zoon Paulus. Vanaf 1834 woont Grietje<br />

Patijn, weduwe van Andries Schoonenberg († 1828) en haar kinderen Krijn,<br />

Albert, Wilhelmina en Cornelis in het achterhuis. De jongste, Cornelis, blijft het<br />

langst bij haar wonen. Grietje is naaister en samen met haar dochter Antje<br />

Schoonenberg, eveneens naaister, werkte zij mogelijk in dienst van de familie<br />

Dirkzwager.<br />

In de periode 1838-1839 koopt Gijsbertus eindelijk het huis, waarvan hij al<br />

jaren vruchtgebruiker is en waarin hij met zijn gezin al zo lang woont, van zijn<br />

vader Maarten. Naar men zegt was hij tot deze aankoop in de gelegenheid door<br />

het vermogen dat zijn vrouw had geërfd van de Brobbels, een bekende<br />

Vlaardingse familie. Het huis zag er, naar verluidt, wel wat armoedig uit (zeker<br />

voor onze begrippen), maar was volgens tijdgenoten zeer ruim en comfortabel.<br />

19


De zonen Johannes Dirkzwager (6 april 1827) en Leendert Dirkzwager<br />

(28 november 1828), wonen tot zeker 1860 nog bij hun ouders. In het achterhuis<br />

zijn tussen 1850 en 1860 dan ook nog woonachtig Alida van Sina<br />

(geboren in Vlaardingen 1794) en haar zoon Pieter Molenaar (zeeman).<br />

Uiteindelijk wonen Gijsbert Dirkzwager en Dirkje Dorsman gedurende de<br />

53 jaar van hun huwelijk onafgebroken in het pand aan de Noorddijk 1.<br />

Maarten Dirkzwager (1825-1895)<br />

Een van de zonen van Gijsbert en Dirkje, Maarten Dirkzwager (1825-1895)<br />

trouwt in 1847 met Jaapje Jansen (1823-1849). Zij krijgen een zoontje Gijsbert<br />

in 1848. Waarschijnlijk omdat Jaapje een jaar later al overlijdt, op 26-jarige<br />

leeftijd, wordt de baby enige tijd opgenomen in het gezin van zijn grootouders.<br />

Zijn jongste tante, Johanna, is dan 13.<br />

Na de vroegtijdige dood van zijn eerste vrouw trouwt Maarten met Maria de<br />

Ronde (1832-1873). Maria wilde zich nooit laten portretteren uit vrees dat dit<br />

haar dood zou betekenen. Zij droeg altijd de typische Vlaardingse hoofdkap<br />

totdat dit haar, nadat de kap in brand is geraakt, voor eens en voor altijd door<br />

Maarten verboden werd.<br />

Maarten was een vriendelijk man, die zijn vele neven met ‘cozyn’ (van ‘cousin’<br />

- Engels voor neef) aansprak. Als regent van het weeshuis werd hij bijzonder<br />

gerespecteerd. Bij zijn 25-jarig jubileum<br />

als regent wordt er zeer waarderend over<br />

hem gesproken en wordt zijn portret in<br />

een der zalen opgehangen. Maarten was<br />

zowel industrieel, koopman als reder ter<br />

haringvangst (firma M. Dirkzwager Gzn).<br />

Uit het eerste huwelijk met Jaapje Jansen<br />

heeft Maarten een zoon Gijsbert (1848-<br />

1919) en uit het tweede huwelijk met<br />

Maria de Ronde nog acht kinderen, vier<br />

dochters en vier zonen.<br />

Gijsbert Dirkzwager (1848-1919)<br />

Na het overlijden van zijn grootvader<br />

Gijsbert Dirkzwager (10 oktober 1873)<br />

betrekt zijn inmiddels volwassen kleinzoon<br />

Gijsbert (1848-1919), zoon van<br />

Maarten, samen met zijn vrouw de<br />

woning aan de Noorddijk en laat het huis<br />

20<br />

Gijsbert Dirkzwager (15 maart<br />

1848-10 augustus 1919).


aanzienlijk verbouwen. Ook deze Gijsbert zit in het familiebedrijf en is reder ter<br />

haringvangst. Ook is hij in 1887 oprichter en directeur van de Nieuwe Berging<br />

Maatschappij. Verder is hij onder meer president van de <strong>Maassluis</strong>che<br />

Waterleiding en lid van de gemeenteraad te <strong>Maassluis</strong>. Hij is ook hoofdopsteller<br />

en uitgever van de ‘Guide to the New Waterway’, het jaarlijks uitgegeven<br />

boekwerk van Dirkzwager waarin opgenomen verschillende kaarten. Er zijn<br />

kaarten van de Nieuwe Waterweg van zee tot Rotterdam, een plattegrond van<br />

de Rotterdamse havens, een kaart met vuurtorens en lichtbakens voor de kust<br />

en verder bevat het boek alle relevante informatie voor de schepen die de haven<br />

van Rotterdam en andere havenplaatsen aan de Waterweg aandoen.<br />

Op 21 december 1871 was hij in<br />

het huwelijk getreden met<br />

Gezina Gerardina Tischauser.<br />

Zij was geboren op 28 juli 1848<br />

te <strong>Maassluis</strong> en zou overlijden<br />

op 22 mei 1883, slechts 34 jaar<br />

oud. Zij is de dochter van een<br />

apotheker in <strong>Maassluis</strong>. Met<br />

Gezina krijgt Gijsbert zeven kinderen.<br />

Na haar dood trouwt hij in 1907<br />

opnieuw, nu met Gerarda Gouay<br />

en samen krijgen zij nog drie<br />

kinderen. Gerarda was geboren<br />

in Rotterdam in 1882 en zou<br />

overlijden op 8 april 1950 in<br />

Rijswijk. Zij was de dochter<br />

van Louis Marin en Carolina<br />

Ludovica Strup.<br />

Gijsbert zet het bedrijf van zijn<br />

voorvaderen voort en verandert<br />

in 1911 de firma in een Naamloze<br />

Vennootschap. Hij speelde<br />

een belangrijke rol in de haringvisserij<br />

en had de (on)eerbiedige<br />

bijnaam ‘God Gijs’. Een bekend<br />

<strong>Maassluis</strong>’ gezegde uit de vorige<br />

eeuw was ‘als Gijs sterft, sterft de<br />

visserij’ (en het lijkt allemaal<br />

21


waarheid geworden). Behalve het huis aan de Noorddijk heeft hij ook nog een<br />

jachthuisje in zijn bezit nabij het Bommeer, gelegen aan de vlieten ten noorden<br />

van <strong>Maassluis</strong>.<br />

Gerritjen Johanna Dirkzwager (1877-1944)<br />

Na de dood van Gijsbert in 1919 betrekt de oudste dochter van hem (uit het eerste<br />

huwelijk met Gezina Gerardina Tischauser), Gerritjen Johanna (1877-1944)<br />

met haar man Johan Dirkzwager (1868-1930) de woning aan de Noorddijk 1.<br />

Johan Dirkzwager was de zoon van Maarten Dirkzwager en Maria de Ronde en<br />

dus de halfbroer van haar vader Gijsbert. Hij studeerde rechtsgeleerdheid<br />

in Leiden en was daar onder meer penningmeester van het studentencorps.<br />

Hij wordt later hoofdadministrateur van de Nederlandsch-Indische Spoorweg<br />

Maatschappij, en sinds 1920 algemeen procuratiehouder en lid van de directie<br />

van Dirkzwagers Scheepsagentuur te <strong>Maassluis</strong>.<br />

Op 1 mei 1902 was hij, met volmacht, in Werkendam getrouwd met zijn nicht<br />

Gerritjen Johanna Dirkzwager. Vanwege het rumoer rondom dit huwelijk<br />

tussen nabije familieverwanten van verschillende generaties hebben zij eerst<br />

een tijdje in Indië gewoond en daarna in Haarlem.<br />

Het paar krijgt drie kinderen: Gezina Gerardina (1903 te Semarang op<br />

Java-1922), Ida Diderika Elisabeth (1906-1996) en Johan (1910-1981).<br />

Deze laatste was ook directeur van N.V. Dirkzwagers Scheepsagentuur te<br />

<strong>Maassluis</strong>.<br />

Johan Dirkzwager (1910-1981)<br />

Na het overlijden van moeder Gerritjen Johanna Dirkzwager in 1944 blijft haar<br />

zoon Johan Dirkzwager in het pand aan de Noorddijk wonen en in 1946 komt<br />

zijn zus Ida ook enige tijd bij hem wonen. Als Johan later in het huwelijk treedt<br />

met Colette Marie Thérèse Marthe Servain verhuist het paar in de jaren vijftig<br />

van de vorige eeuw naar een nieuwe woning aan de Boonervliet. Het huwelijk<br />

vond plaats in 1950 toen Colette 30 jaar oud was, het is niet bekend of ze nog<br />

leeft. Uit dit huwelijk is in 1951 zoon Johan Philippe geboren en hij zal dus ook<br />

als kind op de Noorddijk gewoond hebben.<br />

Na het vertrek van de laatste familie Dirkzwager is het pand verkocht aan de<br />

gemeente <strong>Maassluis</strong> met als doel meer ruimte te scheppen op de Noorddijk en<br />

de verbinding naar de brug richting Schanseiland. Echter niet het gehele pand<br />

werd direct gesloopt. De biljartkamer die aan de achterzijde was aangebouwd<br />

en de garage met alles wat daarboven was gebouwd is langer blijven staan.<br />

22


Dit werd tot aan de sloop in de jaren tachtig bewoond door de familie van<br />

Johannes Louw, de voormalige chauffeur van de familie Dirkzwager.<br />

Resumé<br />

Zoals blijkt uit alle gegevens is vanaf 1822 tot begin 1950 het pand altijd<br />

bewoond door familieleden van het geslacht Dirkzwager en daarnaast was er<br />

meestal een groot aantal andere mensen woonachtig in het pand, ofwel als hulp<br />

van de familie dan wel als onderhuurder.<br />

Samenvattend, leden van de familie Dirkzwager die woonachtig zijn geweest<br />

in het pand aan de Noorddijk 1 te <strong>Maassluis</strong> waren achtereenvolgens (zie ook<br />

schema op blz. 21):<br />

Gijsbert Dirkzwager en Dirkje Dorsman<br />

Gijsbert Dirkzwager en Gesina Tischauser<br />

Gerritjen Johanna Dirkzwager & Johan Dirkzwager<br />

Johan Dirkzwager en Colette Servain<br />

Het pand van Dirkzwager tijdens de sloop, gezien vanaf de Schansbrug.<br />

In het jaar van de sloop (1958) was er weinig aandacht voor in de <strong>Maassluis</strong>e<br />

pers. Maar de bekende M.A. Sluizer schreef in de <strong>Maassluis</strong>e Courant<br />

‘De Schakel’ van vrijdag 3 oktober 1958 het gedicht ‘De Noorddijk’. En als de<br />

vetgedrukte tekst slaat op het onderhavige hoekpand, dan was blijkbaar niet<br />

iedereen rouwig om de sloop!<br />

23


24<br />

De Noorddijk<br />

De wonden die ons stadje had<br />

Nog uit de oorlogsjaren<br />

Die in de binnenstad vooral<br />

En ook op de Noorddijk waren,<br />

Die zijn door herbouw nagenoeg<br />

Gelukkig nu verdwenen,<br />

Want voor het oude dat verdween<br />

Is ’t nieuwe nu verschenen.<br />

De Noorddijk, in vervallen staat,<br />

Is niet meer te herkennen,<br />

We moeten aan het fraais dat kwam<br />

Nog even dan aan wennen.<br />

De huizenbouw die daar verrees<br />

Bewijst van ’t goede streven<br />

Om ’t aanzien van de binnenstad<br />

Een fraaier beeld te geven.<br />

’t Is niet het fraaie slechts alleen<br />

Wat men wist te presteren<br />

Maar door verbetering wist men<br />

Ook veel gevaar te weren.<br />

De smalle rijweg voor ’t verkeer<br />

Ging men nu ook verbreden<br />

En zelfs kan nu een wandelaar<br />

Ook een trottoir betreden.<br />

Een mooie winst is ook aan dijk<br />

Waar een gebouw moest sneven,<br />

Waardoor een zeer gevaarlijk punt<br />

Gelijk werd opgeheven.<br />

Ondanks die winst staan op Noorddijk<br />

Nog vele oude panden<br />

Maar hoop’lijk neemt men mettertijd<br />

Die ook eens onderhanden.<br />

Zeer dankbaar voor hetgeen daar kwam<br />

Wil ik dit rijm besluiten<br />

En aan de bouwers van dit moois<br />

De dank hier gaarne uiten.<br />

M.A. Sluizer


De laatste herinneringen aan<br />

het pand<br />

Behalve de herinneringen van<br />

de oudere lezers en een enkele<br />

foto en een schilderij (van de<br />

<strong>Maassluis</strong>e kunstenaar Henk<br />

Fortuin, in particulier bezit)<br />

zijn er nog een tweetal materiële<br />

zaken die herinneren aan<br />

het pand aan de Noorddijk:<br />

enerzijds de oude schouw van<br />

het pand die bewaard is gebleven<br />

en nu in bezit is van het<br />

Gemeentemuseum <strong>Maassluis</strong><br />

en daar te bezichtigen.<br />

En anderzijds een plafonddoek met<br />

de naam ‘Aurora’ dat onlangs werd<br />

‘teruggevonden’ in het studentenhuis<br />

van Maarten Cleyndert in<br />

Amsterdam. Of dit doek behouden<br />

kan worden en een plaatsje in<br />

<strong>Maassluis</strong> kan krijgen is nog niet<br />

zeker. De HVM maakt zich er sterk<br />

voor en houdt u op de hoogte.<br />

Dick van Wassenaar<br />

Geraadpleegde bronnen:<br />

1 Kroniek van <strong>Maassluis</strong>, HVM 2008<br />

2 Genealogie geslacht Dirkzwager, www.familiedirkzwager.nl<br />

3 De <strong>Maassluis</strong>che tak van het geslacht Dirkzwager,<br />

J.J. Vürtheim Gzn. (1943)<br />

4 Gemeentearchief van <strong>Maassluis</strong><br />

5 Oud <strong>Maassluis</strong> in beeld, E. Kap-Favié (1988)<br />

Met bijzondere dank aan Gijs Dirkzwager uit Hoofddorp voor de meest recente<br />

familie-informatie.<br />

25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!