Bestemmingsplan Centrum deel 1.pdf - Bestuurlijke informatie ...

Bestemmingsplan Centrum deel 1.pdf - Bestuurlijke informatie ... Bestemmingsplan Centrum deel 1.pdf - Bestuurlijke informatie ...

gemeenteraad.borne.nl
from gemeenteraad.borne.nl More from this publisher
22.09.2013 Views

estemmingsplan Centrum (18-4-2012). Uit dit onderzoek is gebleken dat er ter plaatse geen beschermde dieren en/of planten zijn aangetroffen. Aangezien het overigens een voornamelijk conserverend plan betreft, zijn er, behalve bovengenoemde ontwikkeling, geen ontwikkelingen voorzien die kunnen leiden tot aantasting of verstoring van beschermde dier- en plantensoorten of beschermde natuurgebieden. De Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur staan de uitvoering van dit plan dan ook niet in de weg. Conclusie Uit het vorenstaande volgt dat flora- en fauna de uitvoering van het plan niet in de weg staat. 5.8 Luchtkwaliteit Toetsingskader Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Tabel 5.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm stof toetsing van grenswaarde geldig stikstofdioxide (NO 2) jaargemiddelde concentratie jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM 10) 1) jaargemiddelde concentratie 24-uurgemiddelde concentratie 60 µg / m³ 2010 tot en met 2014 40 µg / m³ vanaf 2015 40 µg / m³ vanaf 11 juni 2011 max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³ vanaf 11 juni 2011 1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007) Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien: de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op 36 Toelichting

estemmingsplan Centrum het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d). Besluit niet in betekenende mate (nibm) In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden: een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO 2 en PM 10; een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg of niet meer dan 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen. Onderzoek Het bestemmingsplan is consoliderend van aard, waardoor er geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wlk kan om deze reden achterwege blijven. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Met behulp van de monitoringstool (www.nsl-monitoringstool.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wordt inzicht gegeven in de concentraties stikstofdioxide (NO 2) en fijn stof (PM 10). Dit is gedaan langs de Rondweg, een maatgevende weg die door het plangebied loopt. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO 2) hier 21,1 µg/m³. In datzelfde jaar bedraagt de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM 10) hier 23,7 µg/m³. De concentraties luchtverontreinigende stoffen liggen langs de weg onder de grenswaarden uit de Wm. Omdat direct langs de weg voldaan wordt aan de grenswaarden, zal dit ter plaatse van de overige delen van het plangebied ook het geval zijn. De concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de locatie verder van de weg is gelegen. Conclusie Geconcludeerd wordt dat het aspect luchtkwaliteit de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is ter hoogte van het plangebied sprake van een goed woon- en leefklimaat. 5.9 Externe veiligheid (inrichtingen en vervoer gevaarlijke stoffen) Toetsingskader Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. Toelichting 37

estemmingsplan <strong>Centrum</strong><br />

het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d).<br />

Besluit niet in betekenende mate (nibm)<br />

In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de<br />

luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties<br />

onderscheiden:<br />

een project heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO 2 en PM 10;<br />

een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze<br />

categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één<br />

ontsluitingsweg of niet meer dan 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen.<br />

Onderzoek<br />

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard, waardoor er geen ontwikkelingen mogelijk<br />

worden gemaakt die van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Formele toetsing aan de<br />

grenswaarden uit de Wlk kan om deze reden achterwege blijven.<br />

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter<br />

plaatse van het plangebied. Met behulp van de monitoringstool (www.nsl-monitoringstool.nl) die<br />

behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit wordt inzicht gegeven in de<br />

concentraties stikstofdioxide (NO 2) en fijn stof (PM 10). Dit is gedaan langs de Rondweg, een<br />

maatgevende weg die door het plangebied loopt. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde<br />

concentratie stikstofdioxide (NO 2) hier 21,1 µg/m³. In datzelfde jaar bedraagt de jaargemiddelde<br />

concentratie fijn stof (PM 10) hier 23,7 µg/m³. De concentraties luchtverontreinigende stoffen<br />

liggen langs de weg onder de grenswaarden uit de Wm. Omdat direct langs de weg voldaan<br />

wordt aan de grenswaarden, zal dit ter plaatse van de overige delen van het plangebied ook het<br />

geval zijn. De concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de<br />

locatie verder van de weg is gelegen.<br />

Conclusie<br />

Geconcludeerd wordt dat het aspect luchtkwaliteit de uitvoering van het bestemmingsplan niet<br />

in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is ter hoogte van het plangebied sprake van<br />

een goed woon- en leefklimaat.<br />

5.9 Externe veiligheid (inrichtingen en vervoer gevaarlijke stoffen)<br />

Toetsingskader<br />

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te<br />

worden gekeken, namelijk:<br />

bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;<br />

vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen.<br />

In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico<br />

(PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde<br />

plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij<br />

onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op die<br />

plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of<br />

langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een<br />

verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.<br />

Toelichting 37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!