22.09.2013 Views

Heraut #44 - Ismus

Heraut #44 - Ismus

Heraut #44 - Ismus

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Door Vivian Sanders<br />

Kees van Kersbergen was tussen 1997 en 2003<br />

hoogleraar bij de opleiding Politicologie in Nijmegen.<br />

Zodoende was hij aanwezig tijdens het<br />

ontstaan van ismus, tien jaar geleden. Hij was<br />

zelfs bijzonder betrokken bij haar oprichting.<br />

Het lustrum van ismus geeft aanleiding om Van<br />

Kersbergen een paar vragen te stellen.<br />

Van Kersbergen werd gevraagd door de oprichtende<br />

studenten van ismus om medeoprichter<br />

te zijn. “Ik was dus aanwezig bij de notaris voor<br />

de ondertekening van de papieren. Dat deed ik<br />

heel graag, want ik vond en vind het belangrijk<br />

dat studenten politicologie zich organiseren. En<br />

ik vond het natuurlijk een eer dat ik gevraagd<br />

werd.”<br />

Van Kersbergen houdt zich vooral bezig met twee<br />

thema’s: christendemocratie en de welvaartsstaat.<br />

“Mijn belangstelling voor beide onderwerpen<br />

is tegelijkertijd ontstaan. In de jaren ´80 van de<br />

vorige eeuw verschenen er vele studies die de<br />

organisatie en de macht van de (socialistische of<br />

sociaal-democratische) arbeidsbeweging aanwezen<br />

als de belangrijkste oorzaken van het ontstaan<br />

en de groei van de verzorgingsstaat. De centrale<br />

stelling was dat hoe sterker de (sociaal-democratische)<br />

arbeidersbeweging was, des te beter<br />

(in termen van sociale uitgaven, dekking tegen<br />

sociale risico's, kwaliteit van de dienstverlening,<br />

etc.) de verzorgingsstaat was.” Van Kersbergen<br />

kwam erachter dat deze zogeheten ”power resources”<br />

theorie heel goed de Scandinavische landen<br />

verklaarde, maar geen goede verklaring had voor<br />

de toch ook goed ontwikkelde verzorgingsstaten<br />

in landen als Duitsland, België en Nederland.<br />

“Dat zijn landen die natuurlijk wel een sociaaldemocratie<br />

hebben, maar waar de christen-democratie<br />

de dominante politieke kracht was. De<br />

theorie had ook een probleem met de geschiedenis:<br />

de eerste sociale wetten zijn eigenlijk nergens<br />

tot stand gekomen onder socialistische of sociaaldemocratische<br />

regeringen, maar onder conservatief<br />

(Bismarck-Duitsland) of liberaal bewind.<br />

Kortom, het leek alsof er iets fundamenteels mis<br />

met de theorie was. Zou het kunnen zijn dat ook<br />

christen-demcoratische partijen actief zijn in de<br />

sociale politiek? En zo ja, wat doen ze dan precies?<br />

Voeren ze een andere sociale politiek dan de<br />

social-demcoratische partijen? Waarom dan en<br />

wat zijn daarvan de effecten, bijvoorbeeld op de<br />

machtspositie van de partijen? En toen ik eenmaal<br />

dat soort vragen begon te bestuderen, viel<br />

het me op dat er in de politicologie betrekkelijk<br />

weinig vergelijkend onderzoek naar de christendemocratie<br />

gedaan was, zeker als je bedenkt hoeveel<br />

boekenkasten er vol geschreven zijn over het<br />

socialisme en de sociaal-democratie. Dat vond ik<br />

nogal raar voor een vak dat toch als zijn "master"<br />

variabele macht heeft. Waarom besteedden politicologen<br />

zo weinig aandacht aan de machtigste<br />

politieke beweging op het Europese continent? Ik<br />

heb er eigenlijk nog steeds geen goed antwoord<br />

op, maar ben wel blij dat ik dat fascinerende onderwerp<br />

gekozen heb.”<br />

In de tien jaar dat ismus bestaat heeft het onderzoek<br />

binnen de politicologie natuurlijk niet<br />

stilgestaan. Volgens Van Kersbergen heeft in Nederland<br />

het vak zich de afgelopen tien jaar geprofessionaliseerd.<br />

“De kwaliteit van het onderzoek<br />

is over het algemeen hoog, Nederlandse politicologen<br />

zijn internationaal zeer actief en publiceren<br />

in vooraanstaande tijdschriften. De opleidingen<br />

(BA, MA en PhD), niet in het minst die van<br />

Nijmegen natuurlijk, zijn van hoge tot zeer hoge<br />

kwaliteit, zoals de visitaties en de keuzegidsen<br />

aantonen.” Er is echter nog ruimte voor verbetering.<br />

“Wat mijn vak vergelijkende politicologie<br />

betreft vind ik de voortdurende dominantie van<br />

het institutionalisme, althans bepaalde gortdroge<br />

versies daarvan, een zorgelijke zaak. De reden is<br />

dat de maatschappelijke bronnen van de politiek<br />

niet of nauwelijks meer onderwerp van onderzoek<br />

zijn. Het heeft ertoe geleid dat vergelijkende<br />

politicologen enorm veel kennis hebben van de<br />

werking en effecten van bepaalde instituties (zeg<br />

kiesstelsels), maar zich met fundamentele vragen<br />

van maatschappelijke machtsverdeling en<br />

machtsongelijkheid niet bezighouden. Sommige<br />

mensen zullen dat juist goed vinden, maar ik<br />

vind dat de politicologie zich meer met "rauwe"<br />

machtsvraagstukken moet bezighouden, hoe<br />

moeilijk zulk onderzoek ook moge zijn. Toegepast<br />

op mijn eigen onderzoek naar de politiek van<br />

de verzorgingsstaat en de toenemende ongelijkheid,<br />

laat ik me graag inspireren door Harold D.<br />

Lasswell’s beroemde (verdelingsgerichte) definitie<br />

van politiek als “who gets what, when, how”.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!