Contactpersoon Marcel Langeveld Datum Ons kenmerk WSV ...

Contactpersoon Marcel Langeveld Datum Ons kenmerk WSV ... Contactpersoon Marcel Langeveld Datum Ons kenmerk WSV ...

22.09.2013 Views

WSV/ anker wil, kan het ankergebied niet via de westelijke kant benaderen. Een verplaatsing van het ankergebied naar het noorden heeft bovendien tot gevolg dat hiermee de doorvaart naar het noordwesten over een langer gebied wordt geblokkeerd. Door aanleg van het windmolenpark verdwijnt de westelijke aanvaarroute van het ankergebied. Schepen, uit de zuid komend die op een zuidelijke koers ten anker moeten komen, kunnen daardoor alleen nog via de oostelijke zijde het ankergebied bereiken. Ten zuid oosten van het ankergebied ligt echter het loodspunt. Schepen in de buurt van het loodspunt zijn slecht manoeuvreerbaar, door de aanwezigheid van de loodsboot en door het overstappen van de loods. Volgens de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (1972), voorschrift 6, dient elk schip te allen tijde een veilige vaart aan te houden. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de verkeersdichtheid en de manoeuvreerbaarheid van het schip, in het bijzonder wat betreft de afstand waarbinnen gestopt kan worden en de wendbaarheid in verband met de heersende toestand. Gelet hierop is het niet wenselijk om schepen die naar het ankergebied gaan door het loodspunt te laten varen. Hierop wordt in het MER niet ingegaan terwijl dit volgens de adviesgroep een aanvullend verhoogde kans op incidenten levert. Uitwijkmogelijkheden voor schepen Situatie: • Het windturbinepark ligt op de kruising van de vaarroute van/naar IJmuiden en een drukbevaren route van zuid naar noord (Hoek van Holland naar Texel Verkeersscheidingsstelsel). • De zuidkant van de drukbevaren IJ-geul ligt slechts 1 nautische mijl ten zuiden van de zuidelijke begrenzing van het windturbinepark. • Voorschrift 15 van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (1972) luidt: ‘Wanneer de koersen van twee werktuigelijk voortbewogen schepen elkaar kruisen, zodanig dat zulks gevaar voor aanvaring medebrengt, dient het schip dat het andere schip aan stuurboordzijde van zich heeft uit te wijken en, wanneer omstandigheden het toelaten, te vermijden voor het andere over te lopen’. Gezien het vorenstaande belemmert de ligging van het windturbinepark IJmuiden de uitwijkmogelijkheden van schepen in de volgende gevallen (zie ook de situatieschets in bijlage 3): • Als een uitgaand schip een binnenkomend geulgebonden schip en/of een kruisend schip uit het noorden tegenkomt bij de zuidwest punt van het windturbinepark, heeft het uitgaand schip geen uitwijkmogelijkheden naar stuurboord. Bij aanwezigheid van een geulgebonden schip heeft het uitgaand schip ook aan bakboord geen ruimte. • De uitgaande vaart heeft door de aanwezigheid van het ankergebied een gebied waar het naar stuurboord uitwijken belemmerd wordt. Door de aanwezigheid van het windturbinepark wordt dit gebied zonder uitwijkmogelijkheden naar stuurboord onaanvaardbaar verlengd. • Het noord gaande scheepvaartverkeer van Rotterdam naar Texel zal door de aanwezigheid van zowel windturbinepark IJmuiden als windturbinepark Q7 over 8

WSV/ een afstand van 5 mijl geen uitwijkmogelijkheid naar stuurboord hebben. Een noord gaand schip, welke een uitgaand schip tegenkomt, komt bij zijn verplichte uitwijkmanoeuvre (te) dicht bij het park met alle risico’s van dien. De extra gevoeligheid voor ongevallen die de beperking in uitwijkmogelijkheden oplevert, vormt volgens de nautische adviesgroep een verhoogde kans op ongevallen. Beïnvloeding van het scheepsradarbeeld In aanvulling op de conclusies in het MER op pagina 240, paragraaf 11.4.8 ‘verstoring van de scheepsradar’ stelt de nautische adviesgroep dat recente waarnemingen vanaf schepen in het betreffende vaargebied, alsmede radarproeven, leren dat de combinatie van de aanwezigheid van de windturbineparken OWEZ en Q7, het ankergebied en de bestaande scheepvaart ter plaatse reeds een zeer druk radarbeeld geeft. De toevoeging van het aangevraagd windturbinepark IJmuiden geeft een nog drukker radarbeeld. Het waarnemen van bewegende objecten wordt daardoor lastiger. Met name het waarnemen en goed kunnen blijven volgen van kleine vaart (vissersschepen en recreatievaart) wordt hierdoor bemoeilijkt. Het niet of laat waarnemen van bewegende objecten vormt volgens de nautische adviesgroep een ontoelaatbare vergroting van de kans op ongevallen. Visuele navigatie Het met het oog waarnemen van de omgeving blijft ondanks moderne instrumenten belangrijk voor de veilige navigatie. In het vaargebied rondom het windpark is veel achtergrondverlichting, onder andere door het industriegebied van Corus. De verlichting van het windturbinepark, gecombineerd met de genoemde verlichting aan land zal de kans op desoriëntatie van zeevarenden bij het visueel waarnemen van de omgeving vergroten en beïnvloedt de kans op ongevallen negatief. Advies van de nautische adviesgroep De nautische adviesgroep komt na een gedegen analyse unaniem tot een negatief advies over het vergunnen van het windturbinepark IJmuiden op basis van scheepvaartveiligheid. Dit advies wordt ingegeven door de optelsom van de conclusies in het MER, inclusief de uitkomsten van de SAMSON berekeningen daarin, plus bovengenoemde aanvullende overwegingen die in de MER niet of onvoldoende zijn beschreven en beoordeeld. 3.4 Concluderend t.a.v. effecten op scheepvaartveiligheid Op grond van artikel 3, lid 1, van de Wbr en artikel 5, sub a, van de Beleidsregels, waarbij het veilig gebruik van de waterstaatswerken en het behoud van mogelijkheden voor een doelmatig en veilig gebruik van de Noordzee voorop staat, stel ik op basis van bovenstaande overwegingen vast dat het windturbinepark IJmuiden een onaanvaardbaar negatief effect heeft op de veiligheid van de scheepvaart in en rondom het gebied van de locatie waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft. 9

<strong>WSV</strong>/<br />

anker wil, kan het ankergebied niet via de westelijke kant benaderen. Een verplaatsing van<br />

het ankergebied naar het noorden heeft bovendien tot gevolg dat hiermee de doorvaart<br />

naar het noordwesten over een langer gebied wordt geblokkeerd.<br />

Door aanleg van het windmolenpark verdwijnt de westelijke aanvaarroute van het<br />

ankergebied. Schepen, uit de zuid komend die op een zuidelijke koers ten anker moeten<br />

komen, kunnen daardoor alleen nog via de oostelijke zijde het ankergebied bereiken. Ten<br />

zuid oosten van het ankergebied ligt echter het loodspunt. Schepen in de buurt van het<br />

loodspunt zijn slecht manoeuvreerbaar, door de aanwezigheid van de loodsboot en door<br />

het overstappen van de loods. Volgens de Internationale Bepalingen ter voorkoming van<br />

aanvaringen op zee (1972), voorschrift 6, dient elk schip te allen tijde een veilige vaart aan<br />

te houden. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de verkeersdichtheid en de<br />

manoeuvreerbaarheid van het schip, in het bijzonder wat betreft de afstand waarbinnen<br />

gestopt kan worden en de wendbaarheid in verband met de heersende toestand.<br />

Gelet hierop is het niet wenselijk om schepen die naar het ankergebied gaan door het<br />

loodspunt te laten varen. Hierop wordt in het MER niet ingegaan terwijl dit volgens de<br />

adviesgroep een aanvullend verhoogde kans op incidenten levert.<br />

Uitwijkmogelijkheden voor schepen<br />

Situatie:<br />

• Het windturbinepark ligt op de kruising van de vaarroute van/naar IJmuiden en<br />

een drukbevaren route van zuid naar noord (Hoek van Holland naar Texel<br />

Verkeersscheidingsstelsel).<br />

• De zuidkant van de drukbevaren IJ-geul ligt slechts 1 nautische mijl ten zuiden<br />

van de zuidelijke begrenzing van het windturbinepark.<br />

• Voorschrift 15 van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen<br />

op zee (1972) luidt: ‘Wanneer de koersen van twee werktuigelijk voortbewogen<br />

schepen elkaar kruisen, zodanig dat zulks gevaar voor aanvaring medebrengt,<br />

dient het schip dat het andere schip aan stuurboordzijde van zich heeft uit te<br />

wijken en, wanneer omstandigheden het toelaten, te vermijden voor het andere<br />

over te lopen’.<br />

Gezien het vorenstaande belemmert de ligging van het windturbinepark IJmuiden de<br />

uitwijkmogelijkheden van schepen in de volgende gevallen (zie ook de situatieschets<br />

in bijlage 3):<br />

• Als een uitgaand schip een binnenkomend geulgebonden schip en/of een<br />

kruisend schip uit het noorden tegenkomt bij de zuidwest punt van het<br />

windturbinepark, heeft het uitgaand schip geen uitwijkmogelijkheden naar<br />

stuurboord. Bij aanwezigheid van een geulgebonden schip heeft het uitgaand<br />

schip ook aan bakboord geen ruimte.<br />

• De uitgaande vaart heeft door de aanwezigheid van het ankergebied een gebied<br />

waar het naar stuurboord uitwijken belemmerd wordt. Door de aanwezigheid van<br />

het windturbinepark wordt dit gebied zonder uitwijkmogelijkheden naar<br />

stuurboord onaanvaardbaar verlengd.<br />

• Het noord gaande scheepvaartverkeer van Rotterdam naar Texel zal door de<br />

aanwezigheid van zowel windturbinepark IJmuiden als windturbinepark Q7 over<br />

8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!