Brielse Mare 13/1 - Historische Vereniging de Brielse Maasmond!
Brielse Mare 13/1 - Historische Vereniging de Brielse Maasmond!
Brielse Mare 13/1 - Historische Vereniging de Brielse Maasmond!
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50<br />
vaart te mogen leggen tussen Nieuwesluis op Hellevoetsluis. Voor<br />
het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verbinding heeft hij inmid<strong>de</strong>ls contact<br />
gelegd met Frans van Strien, <strong>de</strong> beurt- en boeierschipper van<br />
Nieuwesluis op Rotterdam.<br />
Zoals gebruikelijk laat <strong>de</strong> minister zich informeren door <strong>de</strong><br />
burgemeester, <strong>de</strong> hoofdingenieur van <strong>de</strong> waterstaat in <strong>de</strong> provincie<br />
en tenslotte door <strong>de</strong> Gouverneur, zoals <strong>de</strong>stijds <strong>de</strong> Commissaris van<br />
<strong>de</strong> Koningin heette. Allen zijn er van mening dat een twee<strong>de</strong> schuit<br />
het publiek niet ten goe<strong>de</strong> zal komen; sterker: vanwege <strong>de</strong> verlaag<strong>de</strong><br />
inkomsten zal <strong>de</strong> dienstverlening vermin<strong>de</strong>ren. Het verzoek wordt<br />
daarom ‘aangehou<strong>de</strong>n’.<br />
Van <strong>de</strong>r Graaf herhaalt op 24 januari 1835 zijn verzoek, waarin hij<br />
stelt ‘<strong>de</strong>swegens (geen) disponitie te hebben mogen erlangen’. In<br />
zijn hernieuw<strong>de</strong> verzoek vraagt hij tevens om vrijstelling van<br />
bruggel<strong>de</strong>n. De minister van Binnenlandse Zaken stuurt het verzoek<br />
door aan zijn ambtgenoot van Financiën, waarbij hij stelt dat er wat<br />
hemzelf betreft ‘uit het oogpunt <strong>de</strong>r belangen van het kanaal van<br />
Voorne er geene be<strong>de</strong>nkingen tegen het inwilligen van het verzoek<br />
bestaan’.<br />
In april heeft Van <strong>de</strong>r Graaf nog steeds geen antwoord ontvangen en<br />
hij richt zich ten ein<strong>de</strong> raad op 15 april tot <strong>de</strong> koning. Daarin zet hij<br />
uiteen dat hij ‘reeds bij <strong>de</strong> graving van het kanaal van Voorne is<br />
bedacht geweest zich aan hetzelve te vestigen en onmid<strong>de</strong>llijk na het<br />
ein<strong>de</strong>lijk verkregene toestemming, aan hetzelve een gebouw, tot<br />
logement ingerigt, heeft doen stichten, welke hem <strong>de</strong> zeer<br />
belangrijke som van ƒ. 9 à 10.000 gul<strong>de</strong>ns heeft gekost (maar nu<br />
door oneerlijke concurrentie gedupeerd dreigt te wor<strong>de</strong>n)’ en besluit<br />
zijn verzoek met <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling dat hij erop vertrouwt dat <strong>de</strong> koning<br />
‘aan elk zijner on<strong>de</strong>rdanen gaarne gelijke voorregten schenke, en<br />
<strong>de</strong>n een geenzints boven <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r begunstige’.