Onze referentie: - Meerhout

Toelichtende nota gemeenteraadszitting van maandag 20 december 2010
Openbare zitting
1. Verslag vorige zitting van 22 november 2010
BESLUIT:
Enig artikel: Verleent goedkeuring aan het verslag van de vorige zitting van 22 november 2010.
2. Personeel - arbeidsreglement - goedkeuring
De werkgever is verplicht een arbeidsreglement op te maken voor het gemeentepersoneel.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: Het "Arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel" wordt met ingang van 1 januari
2011 goedgekeurd.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering
van dit besluit.
Artikel 3: Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de hogere overheid en aan
de Inspectie van de Sociale Wetten.
3. Personeel - vaststelling van de eindejaarstoelage 2010 - gemeentesecretaris
Er dient een eindejaarstoelage te worden vastgesteld voor de gemeentesecretaris volgens de
berekeningswijze opgenomen in artikel 135 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7
december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de
rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het
provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de
secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
(gecoördineerde versie van het besluit Rechtspositieregeling).
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: De eindejaarstoelage 2010 voor de gemeentesecretaris wordt vastgesteld op basis
van volgende berekening:
a) een forfaitair gedeelte van 938,02 euro
b) een veranderlijk gedeelte van 2,50 % van de jaarlijkse brutobezoldiging aan de gerechtigde
verschuldigd voor de maand oktober 2010.
De individuele berekening van de eindejaarstoelage 2010 voor de gemeentesecretaris wordt
opgenomen in het document "Eindejaarstoelage dienstjaar 2010 voor de gemeentesecretaris".
4. Personeel - rechtspositieregeling - aanpassing
In uitvoering van artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 kan
voor de aanwervingen in contractuele betrekkingen die ingesteld worden ter uitvoering van
werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden waarvan de tewerkstellingsduur
onbepaald is, de gemeenteraad bepalen dat bepalingen van afdeling II en III met betrekking tot
de aanwervings- en selectieprocedure vervangen worden door een specifieke aanwervings- en
selectieprocedure, die aangepast is aan de doelgroep.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: De rechtspositieregeling voor het personeel van de gemeente Meerhout wordt
aangepast onder artikel 31 eerste zin waarbij de woorden "met uitzondering van gesco's"
worden geschrapt.
Artikel 2: Afschrift van deze beraadslaging zal aan de hogere overheid worden voorgelegd.

5. Personeel - rechtspositieregeling - sociale voordelen - aanvulling -
terbeschikkingstelling van hulpmiddelen verbonden met de functie
Als hoofd van het gemeentepersoneel is de gemeentesecretaris bevoegd voor het dagelijks
personeels-beheer. Hij tracht voortdurend kennis te verwerven om te voldoen aan de behoeften
van de burgers en de cliënten op het vlak van gemeentelijke of sociale dienstverlening. Hij tracht
steeds nieuwe sturingsmethoden te introduceren om de autonomie van het kader te versterken.
Om te kunnen participeren aan de talrijke overleg- en bestuursorganen van organisaties waarin
de gemeente vertegenwoordigd is, om te kunnen deelnemen aan vormings,- studie- en
bijscholingsdagen, en voor andere diverse beroepsdoeleinden is het aangewezen de
gemeentesecretaris een dienstwagen ter beschikking te stellen die ook voor privégebruik kan
aangewend worden.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel aan te vullen onder hoofdstuk 6 –
de sociale voordelen met een afdeling 5 – Terbeschikking stelling van hulpmiddelen verbonden
met de functie – artikel 221 bis als volgt:
Aan de gemeentesecretaris wordt een dienstwagen terbeschikking gesteld als hulpmiddel
verbonden met zijn functie als gemeentesecretaris. De dienstwagen kan ook voor privégebruik
aangewend worden onder bepaalde voorwaarden die in een car policy worden vastgelegd door
het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 2: Afschrift van deze beraadslaging zal aan de hogere overheid worden voorgelegd.
6. Personeel - rechtspositieregeling - maaltijdcheques - toekenning - aanpassing
Bij koninklijk besluit van 13 februari 2009 werd voorzien in een verhoging van de
werkgeversbijdrage van de maaltijdcheques tot 5,91 euro per maaltijdcheque met ingang van 1
januari 2009.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: Aan het geheel van het gemeentepersoneel met inbegrip van de decretale graden
doch met uitzondering van het onderwijzend personeel, worden met ingang van 1 januari 2011
verder maaltijdcheques toegekend conform de bij gemeenteraadsbesluit van 29 oktober 2001
en 23 december 2002 hieromtrent bepaalde voorwaarden, doch het bedrag van de
werkgeversbijdrage wordt verhoogd als volgt:
vanaf 1 januari 2011 tot 5,30 euro per cheque
vanaf 1 januari 2012 tot 5,70 euro per cheque
vanaf 1 januari 2013 tot 5,90 euro per cheque, waardoor het maximumbedrag van de
werkgeversbijdrage wordt bereikt.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering
van dit besluit.
7. Personeel - buitenschoolse kinderopvang - begeleidster - aanwervingsvoorwaarden
en functiebeschrijving - aanpassing
De begeleidsters hebben een aangepast functieprofiel opgemaakt met het oog op een
verloning op niveau D.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: Het administratief statuut voor het gemeentepersoneel – deel functiebeschrijvingen
wordt aangepast als volgt:

Functieprofiel: begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang
Identificatiegegevens:
Functie: Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang BKO De Meerkatjes
Dienst: Gemeentebestuur Meerhout - Buitenschoolse Kinderopvang
Niveau: D
Doel van de functie:
De begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang staat in voor de dagelijkse begeleiding van
basisschoolkinderen in groepsverband. Tot deze dagelijkse begeleiding behoren de dagelijkse
zorg, het creëren van een stimulerende omgeving voor het welbevinden en de betrokkenheid
van de kinderen en huishoudelijke taken die verband houden met de zorg voor de kinderen.
Het concrete takenpakket hangt mee af van de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de
zorgbehoeften van de kinderen.
Positionering en situering van de functie:
De begeleid(st)er staat in voor de dagelijkse begeleiding van schoolkinderen. De
begeleid(st)er dient steeds te rapporteren aan de coördinator buitenschoolse kinderopvang.
Kernresultaatgebieden en taken:
Begeleiden van de kinderen
Dagelijkse omgang:
- Verzorgen van het dagelijks onthaal en de opvang van de kinderen.
- Onthaal van nieuwe kinderen.
- Creëren van een basissfeer van veiligheid, zekerheid, geborgenheid, openheid en
structuur: toepassen van de basisregels van vrije tijd en sociale experimenteerruimte.
- Spelimpulsen aanbieden en spel begeleiden.
- Bepalen van leefregels en afspraken en toezien op de naleving ervan.
- Bijbrengen van algemene waarden en normen (respect, beleefdheid, …).
- Stimuleren van zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
- Omgaan met conflicten bij kinderen.
- Zorgen voor een gepaste groepssfeer.
- De kinderen de mogelijkheid bieden om huiswerk te maken in een rustige sfeer.
- Opvolgen van de ontwikkeling van de kinderen.
- Instaan voor het afhaalmoment van de kinderen door de ouders/een gemachtigde
afhaalpersoon.
- Stimuleren van de kinderen.
Dagelijkse zorg:
- Begeleiden van eetsituaties.
- Toepassen van de basisregels van hygiëne.
- Toepassen van EHBO.
- Toepassen van de procedure voor zieke kinderen in de opvang (verzorging, opvolging,
afspraken).
Activiteiten:
- Kinderen de mogelijkheid geven tot ‘vrij spel’ zowel binnen als buiten en erop toezien.
- Plannen, organiseren en begeleiden van gevarieerde activiteiten, rekening houdend met
de leefwereld van de kinderen.
Omgaan met ouders
Dagelijks contact:
- Verwelkomen van ouders bij brengen en halen van de kinderen.
- Omgaan met vragen van ouders (o.a. met betrekking tot opvoeding).
- Mondeling rapporteren van de opvang en het (probleem)gedrag van kinderen aan ouders.
- Naleven en opvolgen van afspraken met de ouders (bijv. omtrent de uurregeling).

Nieuwe ouders:
- Nieuwe ouders gerust stellen en wegwijs maken.
- Openstaan voor vragen van nieuwe ouders.
Ouderparticipatie:
- Actief bijdragen aan de werking rond ouderparticipatie.
Samenwerken met collega’s, coördinator en externen
Interne communicatie:
- Dagelijks uitwisselen van mondelinge informatie over kinderen onder collega’s.
- Dagelijks uitwisselen van schriftelijke informatie via het logboek.
- Signaleren van klachten, vragen, suggesties van ouders aan de coördinator.
Teamwerking:
- Samenwerken met andere teamleden op een professionele wijze, nieuwe ideeën
uitwisselen.
- Een actieve inbreng hebben tijdens de voorbereidingstijd.
- Actief deelnemen aan teamvergaderingen.
- Actief deelnemen aan de jaarlijkse teambuildingsdag.
- Overleggen over het dagverloop en de organisatie van en behoeften aan activiteiten,
projecten, vormingsinitiatieven, opendeurdag,…
Externe communicatie (in hoofdzaak de verschillende scholen):
- Verzorgen van dagelijkse contacten met externen.
Kwaliteit van zorg
- Het eigen functioneren kritisch bekijken en bijsturen waar nodig.
- Signaleren van knelpunten en problemen in de dienstverlening.
- Ingaan op veranderende noden met betrekking tot de dienstverlening.
Inrichten van het lokaal en onderhouden van het materiaal en het lokaal
- Dagelijks onderhoud en opruimen van speel- en werkmateriaal, lokalen en buitenruimte.
- Inrichten van de leefruimte, zowel binnen als buiten.
- Detecteren, signaleren en opvolgen van defecten en problemen met betrekking tot de
infrastructuur.
- Uitvoeren van eenvoudige huishoudelijke taken (bv. afwas).
Begeleiden van stagiair(e)s/nieuwelingen
- Ondersteunen en begeleiden van stagiair(e)s/nieuwelingen.
- Meewerken aan de evaluatie van de stage.
- Occasioneel optreden als mentor van stagiair(e)s (in samenspraak met de coördinator).
Opbouwen van de eigen deskundigheid
- Op de hoogte blijven van recente ontwikkelingen en nieuwigheden in de sector.
- Bijwonen van opleidingen en vormingsdagen.
- Op de hoogte blijven van de interesses en leefwereld van kinderen.
Administratie doen
- Dagelijks behandelen van inschrijvingen/annulaties.
- Dagelijks registreren van aanwezigheden en verbruikte consumpties.
- Uitvoeren van eenvoudige bijkomende administratieve taken (bv. Tettergazet).
Artikel 2: Het competentieprofiel voor de betrekking van begeleidster buitenschoolse
kinderopvang wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Het administratief statuut voor het gemeentepersoneel – deel bijzondere
aanwervingsvoorwaarden voor de betrekking van begeleidster buitenschoolse kinderopvang
wordt aangepast als volgt:
- In het bezit zijn van één van de volgende diploma’s:
- derde jaar van de derde graad "kinderzorg"
- derde jaar van de vierde graad "ziekenhuisverpleegkundige" of "psychiatrisch
verpleegkundige"
- tweede jaar van de derde graad "sociaal technische wetenschappen" of "jeugd en
gehandicaptenzorg"

- derde jaar van de derde graad "internaatswerking" of "leefgroepenwerking"
- praktische leergangen van de VSPW-opleiding "jeugd- en gehandicaptenzorg"
- of de VDAB-opleiding "begeleider buitenschoolse kinderopvang" met succes gevolgd hebben.
De kandidaten dienen te voldoen aan de voorwaarden om tewerkgesteld te worden in het
kader van de weerwerkgesco's.
Bijkomende kwalificaties:
- bezitten rijbewijs B
- bezitten/bekomen medische schifting
- slagen in een selectieprocedure.
Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering
van dit besluit.
Artikel 5: Afschrift van deze beraadslaging zal aan de hogere overheid worden voorgelegd.
8. Burgerzaken - geboorte- en adoptiepremie
Het gemeentebestuur van Meerhout verstrekt sinds 2008 een gezinspremie. De Meerhoutse
gezinnen die hiervoor in aanmerking komen, krijgen voor elk kind dat jonger is dan 4 jaar 30
euro per jaar. Dit betekent dus maximum een premie van 90 euro. Deze premie is op
administratief vlak echter geen voorbeeld van administratieve vereenvoudiging.
Het college van burgemeester van schepenen stelt dan ook voor om de gezinspremie af te
schaffen. Om het premiestelsel nog meer te vereenvoudigen, wenst het college het
gemeentelijk subsidiereglement betreffende de afvalinzameling te wijzigen. Het stelt namelijk
voor om voortaan geen kennismakingspakket met herbruikbare luiers te geven aan gezinnen
met een pasgeboren kind. Ook de alternatieve 20 euro wordt afgeschaft.
In de plaats hiervan kan dan vanaf 1 januari 2011 een nieuwe premie worden aangeboden: de
geboorte- en adoptiepremie. Deze premie vervangt de twee voormelde premies en wordt
eenmaal betaald bij de geboorte of bij de adoptie van een kind. Het college van burgemeester
en schepenen stelt voor 100 euro te betalen.
Omdat de gezinspremie zich spreidt over drie jaar, is het billijk om voor de kinderen die
geboren zijn in 2009 en 2010 een regeling te treffen. Zo kunnen zij nog volledig genieten van
de gezinspremie. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om het bedrag
waarop zij recht hebben eenmalig te betalen. De kinderen die geboren zijn in 2009 en nog in
Meerhout wonen op 1 januari 2011 krijgen 30 euro. Kinderen geboren in 2010 ontvangen 60
euro.
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: Het gemeentelijk reglement "geboorte- en adoptiepremie" wordt als volgt
vastgesteld:
Artikel 1
Het gemeentebestuur van Meerhout verstrekt een geboortepremie bij de geboorte van ieder
kind waarvan de moeder ingeschreven is in de registers van Meerhout. Het gemeentebestuur
van Meerhout verstrekt eveneens een adoptiepremie.
Artikel 2
Voor de toepassing van het reglement geboorte- en adoptiepremie wordt verstaan onder:
Registers: bevolkingsregister of vreemdelingenregister of wachtregister.
Artikel 3
De geboorte- of adoptiepremie wordt verstrekt binnen de perken van de kredieten die in de
gemeentebegroting zijn voorzien.
Artikel 4
Om de geboortepremie te krijgen, moet de moeder van het pasgeboren kind op de dag van de
geboorte in de registers van Meerhout ingeschreven zijn.
Artikel 5
Om de adoptiepremie te krijgen moet de adoptie-ouder die de aanvraag doet in de registers
van Meerhout ingeschreven zijn op de datum dat de adoptieakte wordt opgemaakt.

Artikel 6
Ingeval van adoptie wordt de adoptiepremie toegekend als het geadopteerde kind niet ouder is
dan 7 jaar op de datum dat de adoptieakte wordt opgemaakt.
Artikel 7
De geboorte- of adoptiepremie wordt per kind eenmaal betaald.
Artikel 8
De geboorte- of adoptiepremie bedraagt 100 euro met inachtname van de beperking van artikel
3.
Artikel 9
Een doodgeboren kind waarvan aangifte gebeurde bij de dienst Burgerlijke Stand of een kind
dat overlijdt binnen 6 maanden na de geboorte komt ook in aanmerking voor de
geboortepremie.
Artikel 10
De geboortepremie wordt betaald aan de moeder. Als de moeder overlijdt voor de
betalingsopdracht van de geboortepremie wordt de premie betaalt aan de persoon die de
wezenbijslag ontvangt.
In geval van adoptie wordt de adoptiepremie betaald aan de adoptie-ouder die de aanvraag
doet om de adoptiepremie te krijgen.
Artikel 11
De premie moet aangevraagd worden bij het gemeentebestuur van Meerhout. Het
gemeentebestuur creëert hiervoor een aanvraagformulier.
Artikel 12
De aanvraag moet gebeuren uiterlijk 6 maanden na de geboorte of adoptie van het kind.
Artikel 13
De betaling gebeurt door overschrijving op het rekeningnummer dat vermeld wordt op het
aanvraagformulier om de geboorte- of adoptiepremie te krijgen.
Artikel 14
Er wordt een regeling georganiseerd voor de kinderen die geboren zijn in 2009 en 2010:
- De kinderen die geboren werden in 2009 en op 1 januari 2011 in de registers van Meerhout
zijn ingeschreven, ontvangen in de loop van 2011 eenmaal 30 euro.
- De kinderen die geboren werden in 2010 en op 1 januari 2011 in de registers van Meerhout
zijn ingeschreven, ontvangen in de loop van 2011 eenmaal 60 euro.
Artikel 15
De gemeenteraadsbeslissing van 28 januari 2008 houdende de vaststelling van het
gemeentelijk reglement "gezinspremie" wordt opgeheven op 1 januari 2011.
Artikel 16
Artikel 1, punt 1, van het gemeentelijk subsidiereglement betreffende de afvalinzameling,
goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 april 2008, wordt opgeheven.
Artikel 17
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2011.
9. Lokale samenwerkingsovereenkomst omtrent de oprichting en de werking van de
werkwinkel van het zorggebied Geel-Laakdal-Meerhout - goedkeuring
De huidige lokale samenwerkingsovereenkomst inzake het lokaal werkgelegenheidsbeleid en
de lokale werkwinkel dient hernieuwd te worden.
Het Partnerschapsverdrag tussen de federale en de Vlaamse overheid en VVSG omtrent het
lokaal werkgelegenheidsbeleid en de lokale werkwinkel van 25 april 2005 en de conceptnota
‘lokale werkwinkels’, werden goedgekeurd door de Task Force van 16 november 2007.
Voorstel:

BESLUIT:
Enig artikel: De lokale samenwerkingsovereenkomst omtrent de oprichting en de werking van
de werkwinkel van het zorggebied Geel-Laakdal-Meerhout goed te keuren.
10. Milieu - samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 - ondertekening
De Vlaamse Regering keurde op 21 december 2007 de samenwerkingsovereenkomst 2008-
2013 definitief goed. Jaarlijks kunnen de gemeenten vóór 1 januari kiezen om al dan niet in te
tekenen op deze overeenkomst. Projectvoorstellen voor het onderdeel Mina-werkers dienen
uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar van intekening ingediend te worden.
De overeenkomst bestaat uit een basis, een onderscheidingsniveau en een projectmodule. Bij
ondertekening dienen minstens de bepalingen van de basis uitgevoerd worden. Het
onderscheidingsniveau en de projecten zijn optioneel.
Voor Meerhout zijn in 2011 de volgende subsidies mogelijk:
- basis: 21 167,31 euro
- onderscheidingsniveau: 15 000 euro
- projectenveloppe: 5 948,01 euro
- mina-werkers: 24 800 euro (12 400 euro per VTE).
Een werkgroep van de gemeentelijke Milieuraad heeft op 10 maart 2008 een advies
uitgebracht over dit dossier. Op 24 juni 2008 werd dit advies bekrachtigd door de algemene
vergadering van de gemeentelijke Milieuraad.
Op 17 februari 2010 heeft de gemeentelijke Milieuraad de drie projecten besproken die in 2010
werden ingediend in het kader van de samenwerkingsovereenkomst. In haar advies dringt de
gemeentelijke Milieuraad erop aan om de bepalingen van het basisniveau uit te voeren.
Op 3 november 2010 heeft het college van burgemeester en schepenen het "ontwerp visienota
leefmilieu 2011-2013" vastgesteld en advies gevraagd aan de gemeentelijke Milieuraad. In dit
ontwerp van visienota is opgenomen dat het gemeentebestuur ervoor opteert om de
samenwerkingsovereenkomst in de periode 2011-2013 te ondertekenen op basisniveau. De
bespreking van deze visienota was geagendeerd op de vergadering van de gemeentelijke
Milieuraad van 15 november 2010. Door een klacht van de heer Mannu Dox kon deze
vergadering echter niet doorgaan. De eerstvolgende vergadering van de gemeentelijke
Milieuraad is gepland op 13 december 2010, waardoor het advies van de gemeentelijke
Milieuraad nog niet gekend was bij de voorbereiding van dit dossier.
Het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst op onderscheidingsniveau is met de
huidige personeelsbezetting van de gemeentelijke dienst Bouw en Milieu niet mogelijk.
Momenteel laat de financiële situatie van de gemeente echter geen bijkomende aanwervingen
(duurzaamheidsambtenaar) toe, waardoor een ondertekening op onderscheidingsniveau niet
tot de mogelijkheden behoort.
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: De samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 tussen de gemeente Meerhout en de
Vlaamse overheid op basisniveau te ondertekenen voor de jaren 2011, 2012 en 2013 en om
geen nieuwe projecten in te dienen aangezien de projectenveloppe reeds volledig benut is door
eerder ingediende projecten die zullen overgedragen worden.
11. Ruimtelijke Planning - Rup Molsebaan - Lil - uitbreiding opdracht herziening
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Op 8 december 2008 gunde het college van burgemeester en schepenen de opdracht voor het
opmaken van het RUP Molsebaan-Lil aan de IOK. De voorgestelde opdracht kan binnen de
huidige planningscontext van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan niet uitgevoerd worden.
Een beperkte herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zou dit echter wel
mogelijk maken.
Voorstel:

BESLUIT:
Artikel 1: De oorspronkelijke opdracht "RUP Molsebaan-Lil", zoals gegund door het college van
burgemeester en schepenen op 8 december 2008 voor een bedrag van 25 105,40 euro, vast te
leggen op artikel 930/122-02, dienstjaar 2010.
Artikel 2: Akkoord te gaan met de prijsraming van de IOK voor een beperkte herziening van het
gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Meerhout als uitbreiding van de opdracht RUP Molsebaan-
Lil voor de prijs van 7 426,68 euro inclusief btw.
12. Huisvesting - lokaal toewijzingsreglement sociale huurwoningen - vaststelling
Alle relevante lokale huisvestings- en welzijnsactoren werden betrokken bij de opmaak van het
lokaal toewijzingsreglement. Het dossier werd uitgewerkt door het lokaal woonoverleg. De
gemeente, het OCMW, Geelse Huisvesting, SVK Zuiderkempen en de seniorenraad hebben
een advies geformuleerd op het voorliggend lokaal toewijzingsreglement en doelgroepenplan.
De werkgroep oordeelde dat het aspect lokale binding en de doelgroep ‘ouderen’ verder
uitgewerkt moest worden binnen het lokaal toewijzingsreglement.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: Stelt het lokaal toewijzingsreglement sociale huurwoningen en bijhorende
doelgroepenplan vast.
Artikel 2: Het ontwerp lokaal toewijzingsreglement en het bijhorende ontwerp doelgroepenplan
wordt ter goedkeuring overgemaakt aan het departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en
Onroerend Erfgoed van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Koning Albert II-laan 19
bus 21, 1210 Brussel.
13. Grond- en pandenbeleid - gemeentelijk reglement inzake het leegstandsregister van
gebouwen en woningen - vaststelling
Op 28 juni 2010 stelde de gemeenteraad het gemeentelijk reglement inzake leegstand van
gebouwen en woningen vast. Dit reglement voldoet niet aan het decreet grond- en
pandenbeleid zoals gewijzigd op 9 juli 2010. Het reglement wordt nu opgesplitst in twee
reglementen: een reglement inzake het leegstandsregister en een reglement inzake de
leegstandsheffing.
BESLUIT:
Enig artikel: Het gemeentelijk reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en
woningen als volgt vast te stellen:
1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Definities
§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het
gemeentebestuur belast wordt met de opmaak en de opbouw van het leegstandsregister;
2° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen
omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19
april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en
verwaarlozing van bedrijfsruimten;
3° Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale
vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend
gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen
rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het
gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan
afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van de Vlaamse
Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), milieuvergunning of melding in de zin van het
decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen
vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een
vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het

gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften,
akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in
artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en
voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als
leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het
gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar
indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een
afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat
gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste
administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;
4° Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12
opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:
- hetzij de woonfunctie;
- hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en
niet-
occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.
In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de
woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste
administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;
5° Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de
huisvesting van een gezin of alleenstaande;
§2. De overige definities van artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid (DGPB) en
van artikel 1 van het besluit leegstandsregister zijn eveneens van toepassing op dit reglement.
2. HET GEMEENTELIJK LEEGSTANDSREGISTER
Artikel 2: Wijze van inventarisatie
§1. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning op basis van
volgende indicaties:
1° het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;
2° het ontbreken van een aangifte als 2de verblijf;
3° de onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bv. door een geblokkeerde
toegang;
4° verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw;
5° geblindeerde (bv. dichtgeplakt, dicht geschilderd), dichtgemaakte (bv. dichtgetimmerd,
gemetseld) of gesupprimeerde raamopeningen;
6° de winddichtheid van de woning of het gebouw is niet gewaarborgd (bv. belangrijke
glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden);
7° de waterdichtheid van de woning of het gebouw is niet gegarandeerd: zeer zware
infiltraties via dak/gevel(s);
8° onafgewerkte ruwbouw;
9° uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;
§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het
leegstandsregister, aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een
fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand
staven, gevoegd worden.
De administratieve akte, bevat als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister.
De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand.
Als uit de feitelijke indicaties niet onmiddellijk vastgesteld kan worden dat de leegstand al
minimaal 12 opeenvolgende maanden aanhoudt, voert de administratie een 2de controle uit.
Artikel 3
Tegen de beslissing tot opname van een gebouw of woning in het leegstandsregister kan
beroep worden ingesteld overeenkomstig artikel 2.2.7 van het DGPB en de bepalingen van
hoofdstuk 3 van het Besluit Leegstandsregister.

Een gebouw of woning wordt uit het leegstandregister geschrapt overeenkomstig artikel 2.2.8
van het DGPB en de bepalingen van hoofdstuk 4 van het Besluit Leegstandsregister.
Artikel 4
Onderhavig reglement treedt in voege op de vijfde dag na de bekendmaking en wordt bekend
gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet.
Artikel 5
Dit reglement wordt aan het Agentschap Wonen-Vlaanderen, Lange Kievitstraat 111-113 bus
54, 2018 Antwerpen toegezonden.
Artikel 6
Het gemeentelijk reglement inzake leegstand van gebouwen en woningen zoals goedgekeurd
door de gemeenteraad in zitting van 28 juni 2010 op te heffen vanaf de invoegetreding van
onderhavig reglement.
14. Grond- en pandenbeleid – gemeentelijk reglement inzake de leegstandsheffing -
vaststelling
Op 28 juni 2010 stelde de gemeenteraad het gemeentelijk reglement inzake leegstand van
gebouwen en woningen vast. Dit reglement voldoet niet aan het decreet grond- en
pandenbeleid zoals gewijzigd op 9 juli 2010. Het reglement wordt nu opgesplitst in twee
reglementen: een reglement inzake het leegstandsregister en een reglement inzake de
leegstandsheffing. Na evaluatie van de eerste toepassing van dit reglement worden daarnaast
nog enkele wijzingen voorgesteld.
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: Het reglement inzake de leegstandsheffing van gebouwen en wonigen als volgt
vast te stellen:
1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Definities
§ 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de
huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen
bevinden;
2° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de
bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het
decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van
leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
3° Kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC,
bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen
afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw
waarvan de woning deel uitmaakt;
4° Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale
vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend
gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt
geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie
van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten
daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van
de Vlaamse Codex Ruimtelijke Orening (VCRO), milieuvergunning of melding in de zin
van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw
waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet
duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het
gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand,
zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

5° Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld
in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding
en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet
beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit
een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een
gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan
worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische
vereisten.
6° In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien
dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in
laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1 ste lid;
7° Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12
opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:
- hetzij de woonfunctie;
- hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en
niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt.
8° In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien
de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in
laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid;
9° Studentenkamer: elke individuele kamer in een studenten- of
studentengemeenschapshuis;
10° Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de
huisvesting van een gezin of alleenstaande;
11° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:
a) de volle eigendom;
b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik.
§ 2. De overige definities van artikel 1.2 van het decreet grond- en pandenbeleid DGPB zijn
eveneens van toepassing op dit reglement.
2. LEEGSTANDSHEFFING
Artikel 2: Belastbare grondslag
§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting,
zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens
12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§ 2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is
geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke
nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag.
De aanslag kan worden gevestigd vanaf dat ogenblik tot uiterlijk de laatste dag van het
kwartaal volgend op het verstrijken van de nieuwe periode van 12 maanden.
Artikel 3: Belastingplichtige
§ 1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de
leegstandsheffing zakelijk gerechtigde is van het leegstaande gebouw of de leegstaande
woning.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd
door degene die op het ogenblik van de opname in het leegstandsregister houder is van dat
recht.
§ 2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk
gerechtigde, vermeld in § 1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt,
de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.
§ 3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de
verschuldigde belasting.
§4. in geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de
verkrijger van het volle eigendomsrecht, of van een recht van opstal, van erfpacht of van

vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het goed in het
leegstandsregister.
De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de 2 maanden na
het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan,
en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar.
Artikel 4: Berekening van de leegstandsheffing
§1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op:
1° 1500 euro voor een leegstaand gebouw;
2° voor een leegstaande woning:
a) 1500 euro voor een eengezinswoning;
b) 150 euro voor een kamer of studentenkamer;
c) 500 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).
§2.Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het
leegstandsregister staat, wordt de belasting vermeerderd met:
1° 500 euro voor een leegstaand gebouw;
2° voor een leegstaande woning:
a) 500 euro voor een eengezinswoning;
b) 50 euro voor een kamer of studentenkamer;
c) 150 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b).
§ 3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van
de authentieke akte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.
Artikel 5: Vrijstellingen
§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
1° de belastingplichtige die door zijn/haar zorgbehoevendheid niet in zijn/haar woning kan
verblijven met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode
van 3 jaar volgend op de datum van het verlaten van de woning;
2° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een
gerechtelijke beslissing;
3° de belastingplichtige die sinds minder dan 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw
of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar
volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
5° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd
onteigeningsplan;
6° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een
voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
7° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit
vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument en waarvoor een aanvraag tot
subsidie werd ingediend bij de hogere overheid en nog in behandeling is;
8° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap,
of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit
vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap en
waarvoor een aanvraag tot subsidie werd ingediend bij de hogere overheid en nog in
behandeling is;
9° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat
deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van
de vernieling of beschadiging;

10° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader
van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een
gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende
een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk
gebruik;
11° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor werken
die noodzakelijk zijn om de leegstand te kunnen verhelpen, met dien verstande dat deze
vrijstelling slechts geldt gedurende drie jaar na de aanvang van de werken;
12° gerenoveerd wordt door het uitvoeren van werken die vrijgesteld zijn van
stedenbouwkundige vergunning maar noodzakelijk zijn om de leegstand te kunnen
verhelpen, zoals aangetoond wordt op basis van recente facturen en foto’s met dien
verstande dat de vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de
laatste inschrijving op dit adres of gedurende een periode van drie jaar volgend op de
aankoop van de woning of het gebouw;
13° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of
aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode;
14° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor
Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht,
overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode;
15° vervat is in een sociaal woonproject dat aangemeld is bij de VMSW met het oog op
opname van die woning of dat gebouw in een uitvoeringsprogramma, conform artikel 4
van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende de procedure voor de
planning, de vaststelling en de goedkeuring van de uitvoeringsprogramma’s in het kader
van de planmatige realisatie van sociale woonprojecten en houdende de financiering van
verrichtingen in het kader van sociale woonprojecten.
Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak
die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling
verleend.
§ 3. De vrijstellingen die vóór 1 januari 2011 toegekend werden door het college van
burgemeester en schepenen op basis van het gemeentelijk reglement inzake de leegstand van
gebouwen en woningen goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 juni 2010 blijven geldig
voor de volledige duur van de toegekende vrijstelling.
§ 4. Uitsluitend de in het reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast.
Artikel 6: Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar
verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7: Betaling van de belasting
De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8: Bezwaar tegen de aanslag
§ 1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van
burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op
straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3 de
kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het
bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.
§ 2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008
betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en
gemeentebelastingen.

3. SLOTBEPALINGEN
Artikel 9
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de
vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen,
zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1,
3, 4 ,6 tot en met 9 bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot
en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet
specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 10
Onderhavig reglement treedt in voege op de vijfde dag na de bekendmaking en wordt bekend
gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet.
15. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel percelen gelegen aan de
Schoolstraat (afd. 1) sectie B nr.1066/b3 en nr.10633/k3
Met het oog op de realisatie van de rooilijn in de Schoolstraat moeten de nodige stroken grond
nog verworven worden. Het gaat over een deel van de percelen gelegen aan de Schoolstraat,
(afd. 1) sectie B nr.1066/b3 en nr.1066/k3, met een totale oppervlakte van 54 ca. De percelen
zijn eigendom van de konsoorten Stuyck.
De konsoorten Stuyck zijn bereid om de strook grond kosteloos af te staan aan de gemeente
om ingelijfd te worden in het openbaar domein.
Een ontwerpakte werd opgemaakt.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: De kosteloze grondafstand aan de gemeente door de konsoorten Stuyck van een
deel van hun eigendom gelegen aan de Schoolstraat, (afd. 1) sectie B nr.1066/k3, groot 31 ca,
en nr.1066/b3, groot 23 ca, wordt aangenomen. De afgestane stroken grond moeten ingelijfd
worden in het openbaar domein.
Artikel 2: De ontwerpakte met betrekking tot voormelde grondverhandeling wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Alle kosten voortspruitende uit deze verhandeling zijn ten laste van de gemeente.
16. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel perceel gelegen aan de
Lindestraat (afd. 2) sectie D nr.1662/g
Voor de realisatie van een rooilijn van 10 meter in de Lindestraat moet een nodige strook grond
nog verworven worden. Het gaat over een deel van het perceel kadastraal gekend (afd. 2)
sectie D nr.1662/g, met een oppervlakte van 19 ca.
De eigenaars van het perceel geven het deel kosteloos af aan de gemeente met het oog op het
verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning. Het afgestane deel wordt ingelijfd in het
openbaar domein.
Een ontwerpakte werd opgemaakt.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: De kosteloze grondafstand aan de gemeente door David Jochems en Katrien
Janssens, Molenberg 9 te Meerhout, van een deel van hun eigendom gelegen aan de
Lindestraat, (afd. 2) sectie D nr.1662/g, met een oppervlakte van 19 ca, wordt aangenomen.
De afgestane strook grond moet ingelijfd worden in het openbaar domein.
Artikel 2: De ontwerpakte met betrekking tot voormelde grondverhandeling wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Alle kosten voortspruitende uit deze verhandeling zijn ten laste van de gemeente.

17. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel percelen gelegen aan de straat
Molenberg (afd. 1) sectie B nr.907/d (voorheen nr.907/c en nr.913/g)
Voor de realisatie van een rooilijn van 12 meter in de straat Molenberg moet een nodige strook
grond nog verworven worden. Het gaat over een deel van het perceel kadastraal gekend (afd.
1) sectie B nr.907/c, groot 29 ca en een deel van het perceel nr.913/g, groot 17 ca.
De eigenaar van het perceel geeft het deel kosteloos af aan de gemeente met het oog op het
verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning. Het afgestane deel wordt ingelijfd in het
openbaar domein.
Een ontwerpakte werd opgemaakt.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: De kosteloze grondafstand aan de gemeente door Raf Fransen, wonende
Kievitsheide 83a te Rijkevorsel, en afgevaardigde bestuurder van de nv Oikos+, met
maatschappelijke zetel Kievitsheide 83a te Rijkevorsel, van een deel van zijn eigendom
gelegen aan de Molenberg, (afd. 1) sectie B nr.907/d, met een oppervlakte van 46 ca, wordt
aangenomen. De afgestane strook grond moet ingelijfd worden in het openbaar domein.
Artikel 2: De ontwerpakte met betrekking tot voormelde grondverhandeling wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Alle kosten voortspruitende uit deze verhandeling zijn ten laste van de gemeente.
18. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel percelen gelegen aan de
Bevrijdingslaan (afd. 1) sectie A nr.1219/k2, nr.1219/h2 en nr.1219/r2
Voor de realisatie van een rooilijn van 9 meter in de Bevrijdingslaan moeten de nodige stroken
grond nog verworven worden. Voor het ondergronds aanbrengen van de nutsleidingen voor de
verkaveling aan de Meidoornstraat is de eigenaar bereid het deel kosteloos af te staan.
Tegelijkertijd kan een rooilijn van 9 meter voor de Bevrijdingslaan gerealiseerd worden. Het
afgestane deel wordt ingelijfd in het openbaar domein.
Een ontwerpakte werd opgemaakt.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: De kosteloze grondafstand aan de gemeente door bvba Sevo, met maatschappelijke
zetel Berendonk 8 te Arendonk, van een deel van hun eigendom gelegen aan de
Bevrijdingslaan, (afd. 1) sectie A nr.1219/h2, groot 75,6 m², nr.1219/k2, groot 50,3 m² en
nr.1219/r2, groot 37,4 m², wordt aangenomen. De afgestane stroken grond moeten ingelijfd
worden in het openbaar domein.
Artikel 2: De ontwerpakte met betrekking tot voormelde grondverhandeling wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Alle kosten voortspruitende uit deze verhandeling zijn ten laste van de gemeente.
19. Beheer patrimonium - aankoop uit de hand - deel gronden gelegen aan de Zijstraat
Voor de realisatie van het rooilijn- en onteigeningsplan Halfweg/deel-Zijstraat moeten de
nodige stroken grond nog verworven worden. Aquafin nv te Aartselaar werd aangesteld om de
onderhandelingen te voeren met het oog op het ondertekenen van een verkoopbelofte. De
onderhandelingen zijn beëindigd en een ontwerpakte werd opgemaakt. De totale oppervlakte
bedraagt 1 ha 3 a 82 ca. Het gemeentebestuur kan de gronden aankopen voor de totale
aankoopprijs van 248 501,30 euro (tweehonderd drieënvijftigduizend zeshonderd tweeënvijftig
euro en dertig eurocent). Door de aankoop van de gronden kunnen de geplande
rioleringswerken, waarbij er een gescheiden riolering wordt aangelegd in de Zijstraat en een
deel van de Halfweg, uitgevoerd worden.
Voorstel:

BESLUIT:
Artikel 1: Over te gaan tot de verwerving voor openbaar nut ter opname in het openbaar
domein en ter realisatie van het rooilijn- en onteigeningsplan "Halfweg/deel-Zijstraat" van 27
september 2010 en laatst gewijzigd op 20 augustus 2010 van:
1. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1858/e, thans op het
kadaster onder nr.1858/f, groot 55 m², aangeduid als inneming 1 op het voormeld
rooilijnplan, eigendom van de heer Geert Thys, wonende Burgemeester Adriaensenlaan 91
te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs van 8 607,54 euro (achtduizend
zeshonderd en zeven euro en vierenvijftig eurocent).
2. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1854/n, groot 30 m²,
aangeduid als inneming 2 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw
Verhaegen-Verachtert, wonende Halfweg 35 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht
voor de prijs van 5 590,35 euro (vijfduizend vijfhonderd negentig euro en vijfendertig
eurocent).
3. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1854/x, groot 110
m², aangeduid als inneming 3 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Geukens-Buyens, wonende Zijstraat 1 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 19 071,31 euro (negentienduizend eenenzeventig euro en
éénendertig eurocent).
4. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1611/a, groot 41m²,
aangeduid als inneming 4 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw
Smeyers-Van de Weyer, wonende Gestelsesteenweg 1 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 7 704,32 euro (zevenduizend zevenhonderd en vier euro en
tweeëndertig eurocent).
5. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1824/c, groot 57 m²,
aangeduid als inneming 5 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw
Veheyen-Cuinen, wonende Zijstraat 2 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de
prijs van 10 955,37 euro (tienduizend negenhonderd vijfenvijftig euro en zevenendertig
eurocent).
6. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1854/p, groot 71 m²,
aangeduid als inneming 6 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw
Boeckx-Verheyen, wonende Zijstraat 3 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de
prijs van 11 394,48 euro (elfduizend driehonderd vierennegentig euro en achtenveertig
eurocent).
7. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1825, groot 94 m²,
aangeduid als inneming 7 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de mevrouw Maria
Van Roy, wonende Halfweg 16 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs
van 14 132,70 euro (veertienduizend honderd tweeëndertig euro en zeventig eurocent).
8. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1854/w, groot 63 m²,
aangeduid als inneming 8 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw
Van Braband-Janssens, wonende Zijstraat 9 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht
voor de prijs van 11 640,86 euro (elfduizend zeshonderd veertig euro en zesentachtig
eurocent).
9. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1854/z, groot 77 m²,
aangeduid als inneming 9 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw
Aerts-Dillen, wonende Zijstraat 11 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs
van 11 564,94 euro (elfduizend vijfhonderd vierenzestig euro en vierennegentig eurocent).
10. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1852/b, groot 47m²,
aangeduid als inneming 10 op het voormeld rooilijnplan, en een deel van het perceel
kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1853/d, groot 6 m², aangeduid als inneming
11 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw Smeyers-Peeters,
wonende Zijstraat 10 te Meerhout. De percelen worden aangekocht voor de prijs van 14
684,48 euro (veertienduizend zeshonderd vierentachtig euro en achtenveertig eurocent).

11. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1849/d, groot 60 m²,
aangeduid als inneming 12 op het voormeld rooilijnplan, en een deel van de percelen
kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1847/b/deel en nr.1843/b/deel, groot 211m²,
aangeduid als inneming 13 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Van de Weyer-Cools, wonende Zijstraat 14 te Meerhout. De percelen worden
aangekocht voor de prijs van 51 534,29 euro (eenenvijftigduizend vijfhonderd vierendertig
euro en negenentwintig eurocent).
12. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1866/k, groot 15 m²,
aangeduid als lot 3 van het opmetingsplan van 17 november 2009, eigendom van de heer
Geukens, wonende Zijstraat 37 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs
van 2 272,50 euro (tweeduizend tweehonderd tweeënzeventig euro).
13. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1866/h, groot 8 m²,
aangeduid als lot 2 van het opmetingsplan van 17 november 2009, eigendom van de heer
en mevrouw Van de Reyd-Van Eynde, wonende Zijstraat 35 te Meerhout. Het perceel
wordt aangekocht voor de prijs van 1 262 euro (duizend tweehonderd tweeënzestig euro).
14. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1866/g, groot 4 m²,
aangeduid als lot 1 van het opmetingsplan van 17 november 2009, eigendom van de heer
en mevrouw Meyen-Vanlitsenburg, wonende Zijstraat 33 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 606 euro (zeshonderd en zes euro).
15. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1866/l, groot 6 m²,
aangeduid als lot 4 van het opmetingsplan van 17 november 2009, eigendom van de heer
en mevrouw Mangelschots-Laenen, wonende Zijstraat 41 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 1 009 euro (duizend en negen euro).
16. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1843/b/deel, groot
34 m², aangeduid als inneming 17 op het voormeld rooilijnplan, en een deel van het
perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1842/a, groot 2 m², aangeduid als
inneming 18 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van mevrouw Hilda Van de Weyer,
wonende Gestelsesteenweg 1 te Meerhout. De percelen worden aangekocht voor de prijs
van 5 454 euro (vijfduizend vierhonderd vierenvijftig euro).
17. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1842/a02, groot 34
m², aangeduid als inneming 19 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Smeyers-Meynen, wonende Zijstraat 26 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 9 993,25 euro (negenduizend negenhonderd drieënnegentig
euro en vijfentwintig eurocent).
18. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1882/d, groot 20 m²,
aangeduid als inneming 20 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Mensch-Smeyers, wonende Zijstraat 39 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 3 055 euro (drieduizend vijfenvijftig euro).
19. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1840/h, groot 35 m²,
aangeduid als inneming 22 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Huysmans-Melis, wonende Zijstraat 28 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 5 555,05 euro (vijfduizend vijfhonderd vijfenvijftig euro en vijf
eurocent).
20. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1840/k, groot 7 m²,
aangeduid als inneming 23 op het voormeld rooilijnplan, en een deel van het perceel
kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1840/f, groot 9 m², aangeduid als inneming 27
op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer Franciscus Reynders, wonende
Zijstraat 30 te Meerhout. De percelen worden aangekocht voor de prijs van 3 058,24 euro
(drieduizend achtenvijftig euro en vierentwintig eurocent).
21. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1883/d, groot 6 m²,
aangeduid als inneming 24 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Nas-Toebosch, wonende Zijstraat 43 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht
voor de prijs van 2 440,76 euro (tweeduizend vierhonderd veertig euro en zesenzeventig
eurocent).

22. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1885/c, groot 14 m²,
aangeduid als inneming 25 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Coomans-Geukens, wonende Zijstraat 43a te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 2 342,50 euro (tweeduizend driehonderd tweeënveertig euro
en vijftig eurocent).
23. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1886/g, groot 19 m²,
aangeduid als inneming 26 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Van Roy-Daems, wonende Zijstraat 28 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 3 017 euro (drieduizend zeventien euro).
24. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1887/g, groot 19 m²,
aangeduid als inneming 28 op het voormeld rooilijnplan, en een deel van het perceel
kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1887/f, groot 20 m², aangeduid als inneming
29 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en mevrouw Lievens-Mariën,
wonende Zijstraat 43 te Meerhout. De percelen worden aangekocht voor de prijs van 6
513,50 euro (zesduizend vijfhonderd dertien euro en vijftig eurocent).
25. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1887/h, groot 21 m²,
aangeduid als inneming 30 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van mevrouw Jozefa
Van Roy, wonende Bokkenrode 14 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de
prijs van 3 226,50 euro (drieduizend tweehonderd zesentwintig euro en vijftig eurocent).
26. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1835/m2, groot 74
m², aangeduid als inneming 32 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Van Elsen-Stesses, wonende Zijstraat 61 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 12 549,70 euro (twaalfduizend vijfhonderd negenenveertig
euro en zeventig eurocent).
27. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1838/c, groot 8 m²,
aangeduid als inneming 33a op het voormeld rooilijnplan, eigendom van mevrouw Elsa
Van Roy, wonende Zijstraat 40 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs
van 1 212 euro (duizend tweehonderd en twaalf euro).
28. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1835/02t, groot 40
m², aangeduid als inneming 34 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van mevrouw Maria
Fierens, wonende Zijstraat 63 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs van
6 939,45 euro (zesduizend negenhonderd negenendertig euro en vijfenveertig eurocent).
29. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1835/w2, groot 23
m², aangeduid als inneming 35 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer Jef
Kerkhofs, wonende Zijstraat 65 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de prijs
van 3 722,90 euro (drieduizend zevenhonderd tweeëntwintig euro en negentig eurocent).
30. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1832/d, groot 15 m²,
aangeduid als inneming 36 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Wellens -Van Roy, wonende Zijstraat 40 te Meerhout. Het perceel wordt
aangekocht voor de prijs van 3 009,47 euro (drieduizend en negen euro en negenenveertig
eurocent).
31. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1835/x2, groot 22
m², aangeduid als inneming 37 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer Jan
Bosmans, wonende Bokkenrode 22 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht voor de
prijs van 3 333 euro (drieduizend driehonderd drieëndertig euro).
32. Een deel van het perceel kadastraal gekend onder (afd. 2) sectie C nr.1833/a, groot 5 m²,
aangeduid als inneming 38 op het voormeld rooilijnplan, eigendom van de heer en
mevrouw Van Bael-Thys, wonende Zijstraat 42 te Meerhout. Het perceel wordt aangekocht
voor de prijs van 1 048,84 euro (duizend achtenveertig euro en vierentachtig eurocent).
Artikel 2: De verkoopbeloften en de ontwerpakte met betrekking tot de grondverhandelingen
worden goedgekeurd.

Artikel 3: Volmacht wordt verleend aan de burgemeester en de gemeentesecretaris om de
gemeente geldig te vertegenwoordigen en de akte namens de gemeente mee te ondertekenen
en de hypotheekbewaarder te ontslaan van de verplichting om inschrijving te nemen bij de
overschrijving van de akte.
Artikel 4: Alle kosten voortspruitende uit deze verhandelingen zijn ten laste van het
gemeentebestuur.
20. Beheer patrimonium - verkoop uit de hand - perceel gelegen aan de straat Laagland
(afd.1) sectie B nr.782/k - definitief
De gemeenteraad besliste op 23 februari 2009 principieel in te stemmen met de verkoop uit de
hand van een perceel gemeente-eigendom gelegen aan de straat Laagland aan de
aanpalende eigenaars. Het gaat over het perceel gemeente-eigendom kadastraal gekend (afd.
1) sectie B nr.782/k met een grootte van 26 a 08 ca. Alvorens over te gaan tot de definitieve
verkoop van het perceel besliste de gemeenteraad (op 28 juni 2010) om eerst een
verkavelingswijziging aan te vragen op het perceel. De verkavelingswijziging is aangevraagd
op 25 november 2010.
Een ontwerpakte werd opgemaakt.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: Over te gaan tot de definitieve verkoop uit de hand van het perceel gemeenteeigendom
gelegen aan de straat Laagland, (afd. 1) sectie B nr.782/k, met een kadastrale
grootte van 26 a 08 ca, aan de aanpalende eigenaars voor de prijs van 20 euro/m² voor de
gronden die binnen de vijftigmeterbouwzone liggen en voor de prijs van 7,5 euro/m² voor de
gronden die buiten de vijftigmeterbouwzone liggen. De oppervlakten per lot zijn bepaald in het
opmetingsplan van 10 mei 2010, opgemaakt door landmeter Marc De Wit, Goorstraat 14 te
Meerhout. De totale verkoopprijs is 25 535 euro (vijfentwintigduizend vijfhonderdvijfendertig
euro). De verkoop wordt afgesloten met opschortende voorwaarde van goedkeuring van de
verkavelingswijziging.
Artikel 2: Het deel van het gemeente-eigendom palende aan het perceel kadastraal gekend
(afd. 1) sectie B nr.782/e, wordt voor de helft verkocht aan de heer en mevrouw Keteleers-
Jans, Laagland 4, en voor de helft aan de heer Peter Cools, Laagland 8, voor de prijs van
7,5 euro/m² op voorwaarde dat er geen afsplitsing is van de percelen gedurende 15 jaar.
Artikel 3: Het deel (78 ca) van de pad die toegang geeft tot het achterliggende perceel wordt
verkocht aan de heer en mevrouw Vander Cruyssen-Ruelens, Laagland 2 te Meerhout, aan de
prijs van 7,5 euro/m² omwille van het vestigen van een ondergrondse erfdienstbaarheid aan de
toegang van het perceel voor het onderhoud van de riolering. Er mogen geen hoogstammige
bomen geplant worden op de perceelsgrens.
Artikel 4: De éénzijdige aankoopbeloften en de ontwerpakte met betrekking tot voormelde
grondverhandeling worden goedgekeurd.
Artikel 5: Alle kosten voortspruitende uit deze verhandelingen zijn ten laste van de kopers.
21. Beheer patrimonium - recht van erfpacht - deel perceel gelegen aan de Gasthuisstraat
(afd. 1) sectie B nr.824/L- Geelse Huisvesting
De Geelse Huisvesting werkt aan een sociaal huisvestingsproject als vervangingsgebouw voor
het klooster gelegen in de Gasthuisstraat. De bedoeling is dat het huidige klooster wordt
gesloopt en daar ter plaatse nieuwe sociale woongelegenheden worden gebouwd. Om dit
project te kunnen realiseren vraagt de Geelse Huisvesting om een recht van erfpacht te
verkrijgen op een deel van de grond. Het gaat over een deel van het perceel kadastraal gekend
(afd. 1) sectie B nr.824/L. De totale in te nemen oppervlakte is 1 219,62 m².
Het recht van erfpacht zal toegestaan worden voor de periode van 99 jaar. De verplichte canon
zal in één keer voldaan worden en bedraagt 85 500 euro (vijfentachtigduizend vijfhonderd
euro).

Een ontwerp van overeenkomst van recht van erfpacht werd opgemaakt.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: Een recht van erfpacht te verlenen aan de Geelse Huisvesting, Kameinestraat 3 te
Geel, voor een deel van het perceel grond gelegen Gasthuisstraat, sectie B nr.824/L, groot 1
219,62 m², voor de oprichting van een sociaal woonhuisvestingsproject als vervangingsgebouw
van het klooster. Het recht van erfpacht wordt toegestaan voor een duur van negenennegentig
jaar met ingang vanaf 1 januari 2011 en mits de betaling van een eenmalige vergoeding van 85
500 euro (vijfentachtigduizend vijfhonderd euro).
Artikel 2: Het ontwerp van overeenkomst van recht van erfpacht wordt goedgekeurd.
Artikel 3: Voor alles wat niet geregeld wordt in de af te sluiten overeenkomst van recht van
erfpacht, gelden de bepalingen van de wet van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht.
Artikel 4: Alle kosten, rechten en lonen waartoe deze akte aanleiding kan geven zijn ten laste
van de erfpachter.
22. IKA, Investeringsintercommunale voor de Kempen en het Antwerpse cvba - liquidatie
toegestane leningen - kapitaalsverhoging
De IKA, Investeringsintercommunale voor de Kempen en het Antwerpse cvba, wenst over te
gaan tot een kapitaalverhoging. Alle vennoten dienen hiervoor uitdrukkelijk in te tekenen
alvorens deze operatie kan geformaliseerd en gefinaleerd kan worden.
Omwille van de laattijdige administratieve behandeling van dit dossier dient de gemeenteraad
haar besluit hierover nog over te maken.
Voorstel:
BESLUIT:
Artikel 1: In te tekenen op 8 aandelen “Publigas 1996/1997” met kencijfer 4a aan een nominale
waarde van 2 973,63 euro voor een totale waarde van 23 789,04 euro en deze te volstorten
met de liquidatie van de toegestane leningen aan IKA voor een bedrag van 23 789,04 euro.
Artikel 2: In te tekenen op 1 aandeel “Publigas 2005” met kencijfer 4b aan een nominale
waarde van 19 878 euro voor een totale waarde van 19 878,00 euro en deze te volstorten met
de liquidatie van de toegestane leningen aan de IKA voor een bedrag van 19 878,00 euro.
Artikel 3: In te tekenen op 430 aandelen “Publi-T” met kencijfer 5a aan een nominale waarde
van 250 euro voor een totale waarde van 107 500,00 euro en deze te volstorten met de
liquidatie van de toegestane leningen aan de IKA voor een bedrag van 107 500,00 euro.
Artikel 4: In te tekenen op 45 aandelen “Publi-T 2008” met kencijfer 5b aan een nominale
waarde van 455,12 euro voor een totale waarde van 20 480,40 euro en deze te volstorten met
de liquidatie van de toegestane leningen aan de IKA voor een bedrag van 20 480,40 euro.
Artikel 5: In te tekenen op 594,00 aandelen “EGPF” met kencijfer 6 aan een nominale waarde
van 32,53 euro voor een totale waarde van 19 322,82 euro en deze te volstorten met de
liquidatie van de toegestane leningen aan de IKA voor een bedrag van 4 976,68 euro en het
resterende bedrag van 14 346,14 euro te volstorten met de dividenden die de IKA naar
aanleiding van de uitbetaling van reserves en de overgedragen winst in haar boekjaar 2010
met dit doel zal uitbetalen.
23. IKA - Investeringsintercommunale voor de Kempen en het Antwerpse cvba -
financiering SPSFIN
Meerhout kan deelnemen in het SPSFIN-project van de IKA, Investeringsintercommunale voor
de Kempen en het Antwerpse cvba.
Omwille van de laattijdige administratieve behandeling van dit dossier dient de gemeenteraad
hierover nog een beslissing te nemen.
Voorstel:

BESLUIT:
Artikel 1: In te tekenen op 158,0 aandelen met kengetal 8 aan een nominale waarde van 25,00
euro voor een totale waarde van 3 950,00 euro en deze te volstorten met de dividenden die de
IKA, naar aanleiding van de uitbetaling van reserves en overgedragen winst in haar boekjaar
2010, zal doen voor een bedrag van 3 950 euro.
Artikel 2: Verklaart zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk borg te stellen, interesten en
bijhorigheden, voor een bedrag van maximaal 43 601,70 euro waarop de gemeente beroep
doet op de dienstverlening van de IKA, Investeringsintercommunale voor de gemeenten van de
Kempen en het Antwerpse, voor de financiering van de investering in SPSFIN.
24. Overlegcomité gemeente-OCMW - verslag van 2 november 2010 - kennisneming
In toepassing van de organieke wet op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in
toepassing van artikel 7 van het koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden en
modaliteiten van het overleg bedoeld in artikel 26 § 2 van de organieke wet op de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de wet van 5 augustus 1992 en in toepassing
van het huishoudelijk reglement voor het overleg tussen de gemeente en het OCMW ligt het
verslag voor van de vergadering van het overlegcomité gemeente-OCMW van 2 november
2010.
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: Kennis te nemen van het verslag van de vergadering van het overlegcomité
gemeente-OCMW van 2 november 2010.
25. OCMW - budget - dienstjaar 2010 - eerste wijziging
In toepassing van artikelen 150 en 156 van het OCMW-decreet ligt de eerste wijziging van de
budgetten voor het dienstjaar 2010 voor.
De gemeenteraad wordt verzocht kennis te nemen van deze eerste budgetwijziging.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW zal de budgetwijziging
toelichten.
Voorstel
BESLUIT:
Enig artikel: Neemt kennis van de eerste wijziging van het budget voor het dienstjaar 2010 van
de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW.
26. OCMW - meerjarenplanning - dienstjaren 2011-2013
In toepassing van artikel 148 § 1 van het OCMW-decreet van 19 december 2008, dient de raad
voor maatschappelijk welzijn de meerjarenplanning van het OCMW voor de volgende jaren
vast te stellen. De gemeenteraad keurt deze goed.
De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW zal de
meerjarenplanning toelichten.
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: Keurt de meerjarenplanning 2011-2013 van de raad voor maatschappelijk welzijn
van het OCMW goed.
27. OCMW - budget - dienstjaar 2011
Jaarlijks dient de raad voor maatschappelijk welzijn het budget van het OCMW voor het
volgende boekjaar vast te stellen (artikel 150 van het OCMW-decreet van 19 december 2008).
Indien het budget binnen de grenzen blijft van de gemeentelijke bijdragen die opgenomen zijn
in het meerjarenplan, neemt de gemeenteraad enkel kennis. Gaat het budget voornoemde
grens echter te buiten, dan kan de gemeenteraad de afwijking vaststellen en het budget op dit
punt aanpassen aan het meerjarenplan.

De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW zal het budget voor het
dienstjaar 2011 toelichten.
Voorstel:
BESLUIT:
Enig artikel: Neemt kennis van het budget voor het dienstjaar 2011 van de raad voor
maatschappelijk welzijn van het OCMW-Meerhout.
28. Mededelingen
29. Agendapunten toegevoegd door gemeenteraadsleden
30. Mondelinge vragen van de gemeenteraadsleden.

Meerhout, 6 december 2010
Bijeenroeping van de gemeenteraad
Geachte mevrouw
Geachte heer
U wordt uitgenodigd tot het bijwonen van de vergadering van de gemeenteraad die plaatsvindt
op maandag 20 december 2010 om 19.30 uur in de Agora van het gemeentehuis, Markt 1.
Dagorde:
Openbare zitting
1. Verslag vorige zitting van 22 november 2010
2. Personeel - arbeidsreglement - goedkeuring
3. Personeel - vaststelling van de eindejaarstoelage 2010 - gemeentesecretaris
4. Personeel - rechtspositieregeling - aanpassing
5. Personeel - rechtspositieregeling - sociale voordelen - aanvulling - terbeschikkingstelling
van hulpmiddelen verbonden met de functie
6. Personeel - rechtspositieregeling - maaltijdcheques - toekenning - aanpassing
7. Personeel - buitenschoolse kinderopvang - begeleidster - aanwervingsvoorwaarden en
functiebeschrijving - aanpassing
8. Burgerzaken - geboorte- en adoptiepremie
9. Lokale samenwerkingsovereenkomst omtrent de oprichting en de werking van de
werkwinkel van het zorggebied Geel-Laakdal-Meerhout - goedkeuring
10. Milieu - samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 - ondertekening
11. Ruimtelijke Planning - Rup Molsebaan - Lil - uitbreiding opdracht herziening gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan
12. Huisvesting - lokaal toewijzingsreglement sociale huurwoningen - vaststelling
13. Grond- en pandenbeleid - gemeentelijk reglement inzake het leegstandsregister van
gebouwen en woningen - vaststelling
14. Grond- en pandenbeleid – gemeentelijk reglement inzake de leegstandsheffing - vaststelling
15. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel percelen gelegen aan de Schoolstraat
(afd. 1) sectie B nr.1066/b3 en nr.10633/k3

16. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel perceel gelegen aan de Lindestraat
(afd. 2) sectie D nr.1662/g
17. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel percelen gelegen aan de straat
Molenberg (afd. 1) sectie B nr.907/d (voorheen nr.907/c en nr.913/g)
18. Beheer patrimonium - kosteloze grondafstand - deel percelen gelegen aan de
Bevrijdingslaan (afd. 1) sectie A nr.1219/k2, nr.1219/h2 en nr.1219/r2
19. Beheer patrimonium - aankoop uit de hand - deel gronden gelegen aan de Zijstraat
20. Beheer patrimonium - verkoop uit de hand - perceel gelegen aan de straat Laagland (afd.1)
sectie B nr.782/k - definitief
21. Beheer patrimonium - recht van erfpacht - deel perceel gelegen aan de Gasthuisstraat (afd.
1) sectie B nr.824/L- Geelse Huisvesting
22. IKA, Investeringsintercommunale voor de Kempen en het Antwerpse cvba - liquidatie
toegestane leningen - kapitaalsverhoging
23. IKA - Investeringsintercommunale voor de Kempen en het Antwerpse cvba - financiering
SPSFIN
24. Overlegcomité gemeente-OCMW - verslag van 2 november 2010 - kennisneming
25. OCMW - budget - dienstjaar 2010 - eerste wijziging
26. OCMW - meerjarenplanning - dienstjaren 2011-2013
27. OCMW - budget - dienstjaar 2011
28. Mededelingen
29. Agendapunten toegevoegd door gemeenteraadsleden
30. Mondelinge vragen van de gemeenteraadsleden.
Flor Boven Jos Engelen, schepen
gemeentesecretaris voor de burgemeester