Inhoudsopgave - Hoger
Inhoudsopgave - Hoger
Inhoudsopgave - Hoger
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
3<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Begrippenlijst<br />
DEEL I<br />
ALGEMEEN STRAFRECHT 11<br />
Hoofdstuk 1<br />
Belangrijke begrippen 13<br />
1 Wat is strafrecht? 13<br />
1.1 Belangrijke elementen in deze definitie 13<br />
1.2 Het legaliteitsbeginsel 17<br />
1.2.1 Nullum crimen sine lege: geen misdrijf zonder wet 17<br />
1.2.2 Nulla poena sine lege: geen straf zonder wet 17<br />
1.2.3 Het legaliteitsbeginsel heeft een aantal gevolgen 17<br />
2 De bronnen van het strafrecht 18<br />
2.1 Wetgeving 19<br />
2.2 Rechtspraak 19<br />
2.3 Rechtsleer 20<br />
3 De strafgerechten: organigram 22<br />
4 Werking in de tijd: de niet-retroactiviteit van de strafwet 23<br />
5 De werking van de strafwet in de ruimte 24<br />
5.1 Misdrijven gepleegd in België 25<br />
5.2 Misdrijven gepleegd buiten België 26<br />
6 De werking van de strafwet ten overstaan van personen 27<br />
Hoofdstuk 2<br />
De misdrijven 30<br />
1 De indeling van de misdrijven 30<br />
1.1 Het begrip ‘misdrijf’ 30<br />
1.1.1 Een menselijke gedraging 30<br />
1.1.2 Een strafbare gedraging 30<br />
1.1.3 Een door de wet bestrafte gedraging 31<br />
1.2 De wettelijke indeling van de gemeenrechtelijke misdrijven 31<br />
1.2.1 Misdaden, wanbedrijven en overtredingen 32<br />
1.2.2 Correctionalisering en contraventionalisering 32<br />
1.3 De indeling op basis van de aard van de misdrijven 33<br />
1.3.1 Politieke misdrijven 33<br />
1.3.2 Drukpersmisdrijven 35<br />
1.4 De indeling van de misdrijven volgens materiële uitvoeringswijze 37<br />
1.4.1 Aflopende en voortdurende misdrijven 37<br />
1.4.2 Enkelvoudige en voortgezette misdrijven 38<br />
1.4.3 Gelegenheidsmisdrijven en gewoontemisdrijven 38<br />
2 De bestanddelen van het misdrijf 39<br />
2.1 Het materieel bestanddeel van een misdrijf 39<br />
2.1.1 Handelingsmisdrijven 40<br />
2.1.2 Onthoudingsmisdrijven 40<br />
2.1.3 Oneigenlijke onthoudingsmisdrijven 40<br />
2.1.4 De causaliteit 41<br />
2.1.5 De wederrechtelijkheid 42
4<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
2.2 Het moreel bestanddeel van een misdrijf 43<br />
2.2.1 Het schuldbegrip 43<br />
2.2.2 De opzettelijke misdrijven 43<br />
2.2.3 De onachtzaamheidmisdrijven 45<br />
3 Modaliteiten van het misdrijf en de strafbaarheid 47<br />
3.1 De verzwarende omstandigheden 47<br />
3.1.1 Subjectief verzwarende omstandigheden 48<br />
3.1.2 Objectief verzwarende omstandigheden 49<br />
3.2 De poging 49<br />
3.2.1 Het voornemen om een misdrijf te plegen 50<br />
3.2.2 Het begin van uitvoering 50<br />
3.2.3 Niet voltooien van het misdrijf, buiten de wil van de dader 51<br />
3.2.4 Bestraffing van de poging 51<br />
3.3 Strafbare deelneming 51<br />
3.3.1 Daders en mededaders 52<br />
3.3.2 Medeplichtigen 53<br />
3.3.3 Bestraffing 54<br />
3.4 Rechtvaardigingsgronden 54<br />
3.4.1 De objectieve rechtvaardigingsgronden 55<br />
3.4.2 De subjectieve rechtvaardigingsgronden 67<br />
3.4.3 De specifieke rechtvaardigingsgronden bij abortus en euthanasie 71<br />
3.5 Verschoningsgronden 73<br />
3.5.1 Beslissende of strafuitsluitende verschoningsgronden 73<br />
3.5.2 Verzachtende of strafverminderende verschoningsgronden 75<br />
Hoofdstuk 3<br />
De straffen en sancties 76<br />
1 Het strafbegrip 76<br />
2 De indeling van de straffen 78<br />
2.1 De wettelijke indeling 78<br />
2.2 De hoofdstraffen 79<br />
2.2.1 De vrijheidsberovende straffen 79<br />
2.2.2 De geldboete als hoofdstraf 80<br />
2.2.3 De werkstraf 81<br />
2.3 De bijkomende straffen 82<br />
2.3.1 De geldboete als bijkomende straf 82<br />
2.3.2 De bijzondere verbeurdverklaring 82<br />
2.3.3 De afzetting 84<br />
2.3.4 De ontzetting uit burgerlijke en politieke rechten 84<br />
2.3.5 De terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank 85<br />
2.3.6 Het verbod een beroep uit te oefenen of een handel uit te baten 86<br />
2.3.7 De bekendmaking van de veroordeling 86<br />
2.3.8 Het verval van het recht tot sturen 87<br />
2.4 De straffen toepasselijk op rechtspersonen 88<br />
2.5 De sancties toepasselijk op minderjarigen 89<br />
2.6 De geestesgestoorden 89<br />
2.6.1 Het begrip ‘geestesgestoorde’ 90<br />
2.6.2 De internering 90
5<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Begrippenlijst<br />
3 De straftoemeting 90<br />
3.1 Algemene begrippen 90<br />
3.2 Omstandigheden die de straf kunnen verminderen 91<br />
3.2.1 Verzachtende omstandigheden 91<br />
3.2.2 Strafverminderende verschoningsgronden 93<br />
3.2.3 Samenloop van misdrijven 95<br />
3.3 Omstandigheden die de straf kunnen verzwaren 96<br />
3.3.1 Strafverzwarende omstandigheden 96<br />
3.3.2 Herhaling 97<br />
4 De modaliteiten van de straf 98<br />
4.1 Algemeen 98<br />
4.2 De opschorting van de uitspraak van de veroordeling 98<br />
4.2.1 Begrip 98<br />
4.2.2 De wettelijke toepassingsvoorwaarden 98<br />
4.2.3 De bevoegde gerechten 99<br />
4.2.4 De herroeping van de opschorting 99<br />
4.3 Het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf 99<br />
4.3.1 Begrip 99<br />
4.3.2 De wettelijke toepassingsvoorwaarden 100<br />
4.3.3 De bevoegde gerechten 100<br />
4.3.4 De herroeping van het uitstel 100<br />
4.4 De probatie 100<br />
4.4.1 Begrip 100<br />
4.4.2 De probatievoorwaarden 101<br />
4.4.3 De probatiecommissie 101<br />
4.5 De uitvoering van de straf 101<br />
4.5.1 Algemeen 101<br />
4.5.2 Uitvoering van de vrijheidsberovende straffen 101<br />
4.5.3 De uitvoering van de geldstraffen 105<br />
4.5.4 Genade 105<br />
4.5.5 De verjaring van de strafuitvoering 105<br />
4.6 Het verval van de straffen 106<br />
4.6.1 De dood van de veroordeelde 106<br />
4.6.2 Amnestie 106<br />
4.6.3 Herstel in eer en rechten 106<br />
4.6.4 Uitwissing van de veroordelingen 107<br />
Hoofdstuk 4<br />
Toepassing van het algemeen strafrecht op het bijzonder strafrecht 108<br />
1 Indeling en structuur van het strafwetboek 108<br />
2 Complementaire en bijzondere wetten 108<br />
2.1 Complementaire wetten 108<br />
2.2 Bijzondere wetten 109<br />
3 Art. 100 Sw. omtrent de toepassing van het 109<br />
algemeen strafrecht op de bijzondere strafwetten 109<br />
3.1 Het principe van art. 100 Sw. 109<br />
3.2 De uitzonderingen op de toepassing van het principe van 109<br />
art. 100 Sw. 109<br />
Cases 111
6<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
DEEL II<br />
BIJZONDER STRAFRECHT 131<br />
Indeling en opbouw van het strafwetboek 133<br />
Titel I<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen de veiligheid van de Staat 134<br />
Hoofdstuk 1: Aanslag op en samenspanning tegen de Koning, de Koninklijke familie<br />
en de regeringsvorm 134<br />
Hoofdstuk 2: Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat<br />
(art. 113 – 123 decies Sw.) 134<br />
Hoofdstuk 3: Misdaden tegen de inwendige veiligheid van de Staat 135<br />
Titel Ibis<br />
Ernstige schendingen van het Internationaal Humanitair recht 136<br />
Titel Iter<br />
Terroristische misdrijven 137<br />
Titel II<br />
Misdaden en wanbedrijven die door de grondwet gewaarborgde<br />
rechten schenden 138<br />
Hoofdstuk 1: Wanbedrijven betreffende de vrije uitoefening van de erediensten 138<br />
Hoofdstuk 2: Schending door openbare ambtenaren van rechten door de grondwet gewaarborgd 139<br />
Titel III<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare trouw 140<br />
Hoofdstuk 1: Valse munt 140<br />
Hoofdstuk 2: Namaking of vervalsing van openbare effecten, aandelen, schuldbrieven,<br />
rentebewijzen en bij de wet toegelaten bankbiljetten 140<br />
Hoofdstuk 2 bis: Bescherming van de geldtekens die wettig betaalmiddel zijn 141<br />
Hoofdstuk 3: Namaking of vervalsing van zegels, stempels, merken enz. 141<br />
Hoofdstuk 4: Valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen (art. 193 – 214 Sw.) 142<br />
1 Valsheid in geschriften 142<br />
1.1 Definitie van het begrip ‘geschrift’ 142<br />
1.2 De beschermde geschriften 143<br />
1.3 Definitie van het begrip ‘vervalsing’ 144<br />
1.4 Het bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden 144<br />
2 Informaticamisdrijven 145<br />
2.1 De valsheid in informatica 145<br />
2.2 Informaticabedrog 146<br />
2.3 Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid<br />
van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan<br />
worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen 147<br />
Hoofdstuk 5: Vals getuigenis en meineed (art. 215 – 226 Sw.) 149<br />
Hoofdstuk 6: Aanmatiging van ambten, van titels of van een naam (art. 227 – 232 Sw.) 150
7<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Begrippenlijst<br />
Titel IV<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde, gepleegd<br />
door personen die een openbaar ambt uitoefenen of door bedienaren<br />
der erediensten in de uitoefening van hun bediening 151<br />
Hoofdstuk 1: Samenspanning van ambtenaren (art. 233 – 236 Sw.) 152<br />
Hoofdstuk 2: Aanmatiging van macht door administratieve en rechterlijke overheden<br />
(art. 237 – 239 Sw.) 152<br />
Hoofdstuk 3: Verduistering, knevelarij en belangenneming gepleegd door personen die<br />
een openbaar ambt uitoefenen (art. 240 – 245 Sw.) 152<br />
Hoofdstuk 4: Omkoping van personen die een openbaar beroep uitoefenen (art. 246 – 252 Sw.) 153<br />
Hoofdstuk 5: Misbruik van gezag (art. 254 – 259 Sw.) 154<br />
Hoofdstuk 5bis: Afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en<br />
telecommunicatie (art. 259bis Sw.) 154<br />
Hoofdstuk 6: Onwettige vervroegde of verlengde uitoefening van het openbaar gezag<br />
(art. 261 – 262 Sw.) 154<br />
Hoofdstuk 7: Enige wanbedrijven betreffende het houden van de akten van de burgerlijke stand 154<br />
Hoofdstuk 8: Misdrijven gepleegd door de bedienaren van de eredienst in de uitoefening<br />
van hun functie (art. 267 – 268 Sw.) 155<br />
Titel V<br />
Misdaden of wanbedrijven tegen de openbare orde<br />
door bijzondere personen gepleegd 156<br />
Hoofdstuk 1: Weerspannigheid (art. 269 – 274 Sw.) 156<br />
Hoofdstuk 2: Smaad en geweld tegen ministers, leden van de wetgevende kamers,<br />
dragers van het openbaar gezag of van de openbare macht (art. 275 – 282 Sw.) 156<br />
Hoofdstuk 3: Zegelverbreking (art. 283 – 288 Sw.) 157<br />
Hoofdstuk 4: Belemmering van de uitvoering van openbare werken (art. 289 – 291 Sw.) 157<br />
Hoofdstuk 5: Misdaden en wanbedrijven van leveranciers (art. 292 – 298 Sw.) 157<br />
Hoofdstuk 6: Uitgeven of verspreiden van geschriften zonder vermelding van naam<br />
en woonplaats van de schrijver of van de drukker (art. 299 – 300 Sw.) 158<br />
Hoofdstuk 7: Overtreding van de wetten en verordeningen op loterijen, speelhuizen<br />
en pandhuizen (art. 301 – 308 Sw.) 158<br />
Hoofdstuk 8: Misdrijven betreffende de nijverheid, koophandel en openbare veilingen<br />
(art. 309 – 314 Sw.) 158<br />
Hoofdstuk 8bis: Misdrijven betreffende het geheim van de privécommunicatie<br />
en telecommunicatie 158<br />
Hoofdstuk 9: Enige andere misdrijven tegen de openbare orde (art. 315 – 321 Sw.) 158<br />
Titel VI<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen de openbare veiligheid 160<br />
Hoofdstuk 1: Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen<br />
of op eigendommen en criminele organisatie 160<br />
1 Vereniging met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of eigendommen 160<br />
1.1 Elementen van het misdrijf 161<br />
1.2 Modaliteiten in de bestraffing van het misdrijf 161<br />
1.3 Verschoningsgrond 162<br />
2 Criminele organisaties 162<br />
2.1 Bestanddelen van het misdrijf 162<br />
2.2 Modaliteiten van het misdrijf 163<br />
2.3 Verschoningsgrond 163
8<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Hoofdstuk 2: Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en<br />
valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen (art. 327 – 331 Sw.) 164<br />
Hoofdstuk 3: Ontvluchting van gevangenen (art. 332 – 337 Sw.) 164<br />
Hoofdstuk 4: Banbreuk en enige gevallen van verberging (art. 338 – 341 Sw.) 164<br />
Hoofdstuk 5: Wanbedrijven tegen de openbare veiligheid gepleegd door landlopers<br />
of door bedelaars (art. 342 – 347 Sw.) 164<br />
Titel VIbis<br />
Misdaden met betrekking tot het nemen van gijzelaars 165<br />
Titel VII<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie<br />
en tegen de openbare zedelijkheid 166<br />
Hoofdstuk 1: Vruchtafdrijving (art. 348 – 353 Sw.) 166<br />
Hoofdstuk 2: Art. 354 – 360bis Sw. 166<br />
Hoofdstuk 3: Misdaden en wanbedrijven strekkende tot het verhinderen of vernietigen van<br />
het bewijs van de burgerlijke staat van kinderen (art. 361 – 367 Sw.) 167<br />
Hoofdstuk 4: Art. 368 – 371 Sw. 167<br />
Hoofdstuk 5: Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting (art. 372 – 378bis Sw.) 167<br />
1 Aanranding van de eerbaarheid MET toestemming 168<br />
2 Aanranding van de eerbaarheid zonder toestemming, met geweld of bedreiging 168<br />
3 Verkrachting 170<br />
Hoofdstuk 6: Bederf van de jeugd en prostitutie (art.379 – 382ter Sw.) 172<br />
Hoofdstuk 7: Openbare schennis van de goede zeden (art. 383 – 389 Sw.) 173<br />
Hoofdstuk 8: Dubbel huwelijk (art. 390 – 391 Sw.) 174<br />
Hoofdstuk 9: Verlating van familie (art. 391bis – 391ter Sw.) 174<br />
Hoofdstuk 10: Misdrijven en wanbedrijven inzake adoptie (art. 391quater – 391quinquies Sw.) 178<br />
Hoofdstuk 11: Gedwongen huwelijk (art. 391sexies Sw.) 178<br />
Titel VIII<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen personen 179<br />
Hoofdstuk 1: Opzettelijk doden, opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel, foltering,<br />
onmenselijke behandeling en onterende behandeling (art. 392 – 417quinquies Sw.) 179<br />
1 Wat is opzettelijk in dit verband? 179<br />
2 Opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen 180<br />
3 De verzwarende omstandigheden 181<br />
3.1 Objectief verzwarende omstandigheden 182<br />
3.2 Subjectief verzwarende omstandigheden 183<br />
4 Kwaadwillige verkeersbelemmering (art. 406 Sw.) 184<br />
5 Verminking van de genitaliën van een persoon van het vrouwelijk geslacht (art. 409 Sw.) 185<br />
6 Verschoningsgronden 185<br />
7 Rechtvaardigingsgronden 186<br />
8 Foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling 186<br />
Hoofdstuk 2: Onopzettelijk doden en onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel<br />
(art. 418 – 422quater Sw.) 187<br />
1 Gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg: de fout 187<br />
2 Letsels of de dood 188<br />
3 Het oorzakelijk verband 189<br />
4 Verschoningsgronden 189<br />
5 Rechtvaardigingsgronden 189
9<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Begrippenlijst<br />
6 Verzwarende omstandigheid: verkeersongeval 190<br />
7 Specifieke gevallen 190<br />
8 Enkele gevallen van schuldig verzuim 190<br />
Hoofdstuk 3: Aantasting van de persoon van minderjarigen, van onbekwamen en van het gezin<br />
(art. 423 – 433bis Sw.) 193<br />
Hoofdstuk 3bis: Exploitatie van bedelarij (art. 433ter – 433quater Sw.) 197<br />
Hoofdstuk 3ter: Mensenhandel (art. 433quinquies – 433novies Sw.) 197<br />
Hoofdstuk 3quater: Misbruik maken van andermans bijzonder kwetsbare positie door de verkoop,<br />
verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te<br />
realiseren (art. 433decies – 433quinquiesdecies Sw.) 198<br />
Hoofdstuk 4: Aanslag op de persoonlijke vrijheid en op de onschendbaarheid van de woning,<br />
gepleegd door bijzondere personen (art. 434 – 442 Sw.) 199<br />
Hoofdstuk 4bis: Belaging (art. 442bis – 442ter Sw.) 200<br />
Hoofdstuk 5: Aanranding van de eer of de goede naam van personen (art. 443 – 452 Sw.) 200<br />
1 Gemeenschappelijke bestanddelen 200<br />
1.1 Klachtmisdrijf 200<br />
1.2 Bijzondere grond van onschendbaarheid 201<br />
2 Laster en eerroof 201<br />
2.1 Gezamenlijke bestanddelen van de misdrijven laster en eerroof 201<br />
2.2 Verschil tussen laster en eerroof 202<br />
3 Lasterlijke aangifte 202<br />
3.1 Bestanddelen van het misdrijf 203<br />
3.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 203<br />
4 Lasterlijke aantijging toegestuurd aan een persoon tegen zijn 203<br />
ondergeschikte 203<br />
4.1 Bestanddelen van het misdrijf 203<br />
4.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 203<br />
5 Belediging 204<br />
5.1 Bestanddelen van het misdrijf 204<br />
5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 204<br />
6 Kwaadwillige ruchtbaarheid 204<br />
6.1 Bestanddelen van het misdrijf 204<br />
Hoofdstuk 6: Enige andere wanbedrijven tegen personen (art. 454 – 460ter Sw.) 205<br />
Titel IX<br />
Misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen 207<br />
Hoofdstuk 1: Diefstal en afpersing (art. 461 – 488 Sw.) 207<br />
1 Diefstal 207<br />
1.1 Definitie van het begrip diefstal 207<br />
1.2 Diefstal zonder geweld of bedreiging 208<br />
1.3 Verzwarende omstandigheden en hun gevolgen voor de strafmaat 210<br />
2 Afpersing 214<br />
Hoofdstuk 1bis: Externe beveiliging van kernmateriaal (art. 488bis Sw.) 215<br />
Hoofdstuk 2: Bedrog (art. 489 – 509quater Sw.) 215<br />
1 Misdrijven die verband houden met de staat van faillissement 215<br />
1.1 Het stellen van bepaalde handelingen in de verdachte periode of het niet<br />
voldoen van bepaalde verplichtingen in het kader van het faillissement 215<br />
1.2 Bepaalde handelingen die de failliete massa bezwaren 216<br />
1.3 Bedrieglijke bankbreuk 217
10<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
1.4 Misdrijven die verband houden van de staat van faillissement, gepleegd<br />
door derden 217<br />
1.5 Bedrieglijk onvermogen 218<br />
2 Misbruik van vertrouwen 219<br />
2.1 Bedrieglijke verduistering of verspilling van goederen 219<br />
2.2 Misbruik van vennootschapsgoederen 220<br />
2.3 Misbruik van vertrouwen ten aanzien van minderjarigen 221<br />
2.4 Het bedingen van woekerinterest 221<br />
2.5 Verduistering van procedurestukken 222<br />
2.6 Vernietiging, verandering of verberging van een stuk waarvan de rechter<br />
de voorlegging beveelt 223<br />
3 Oplichting en bedriegerij 223<br />
3.1 Oplichting 223<br />
3.2 Bedrog met betrekking tot munten 224<br />
3.3 Bedrog met betrekking tot een zaak 224<br />
3.4 Bedrog met betrekking tot de omvang van een zaak 225<br />
3.5 Bedrog met voedingsmiddelen 225<br />
4 Private omkoping 226<br />
4.1 Bestanddelen van het misdrijf 226<br />
4.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 226<br />
5 Heling 227<br />
5.1 Bestanddelen van het misdrijf 227<br />
5.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 227<br />
6 Witwassen 227<br />
6.1 Bestanddelen van het misdrijf 227<br />
6.2 Modaliteiten en bestraffing van het misdrijf 227<br />
7 Enige andere soorten van bedrog 228<br />
Hoofdstuk 3: Vernieling, beschadiging, aanrichting van schade (art. 510 – 550 Sw.) 228<br />
Titel IXbis<br />
Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid<br />
van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan<br />
worden opgeslagen, verwerkt en overgedragen 231<br />
Titel X<br />
Overtredingen 232<br />
Cases 233<br />
Geraadpleegde literatuur 237