22.09.2013 Views

Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde

Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde

Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Koevaardeke (= Kooivaartje) en kooibos<br />

van Merkem.<br />

Valentijn (Falen, Phil) Decap was de<br />

eerste kooier van de eendenkooi van<br />

de Blankaart. Hij leerde de stiel van<br />

zijn moeder Rozalie Dekeyrel, die <strong>in</strong><br />

Merkem kooide.<br />

De eendenkooi van de Blankaart <strong>in</strong> Woumen<br />

De jongste kooi van Vlaanderen<br />

Toen Gustave baron de Con<strong>in</strong>ck de Merckem <strong>in</strong> 1860 het dome<strong>in</strong><br />

De Blankaart kocht, liet hij er een kasteel bouwen en<br />

aan de oostelijke zijde van de Blankaartvijver een eendenkooi<br />

<strong>in</strong>richten. Het is de meest recent aangelegde Vlaamse kooi.<br />

Kooibos en –plas zijn samen ongeveer 1,5 ha groot.<br />

De kooi van de Blankaart is logischerwijze op deze van het nabije<br />

Merkem geïnspireerd. Niet alleen de kooimannen, maar<br />

ook de eigenaars, bewoners van het kasteel van de Blankaart<br />

en het kasteel van Merkem, waren elkaars broers. De eigenaars<br />

<strong>in</strong>spireerden zich, zoals <strong>in</strong> Merkem, bij herstell<strong>in</strong>gen<br />

aan de kooi na de Eerste Wereldoorlog <strong>in</strong> Meetkerke en <strong>in</strong><br />

Nederland. Het is waarschijnlijk dat de kooi wijzig<strong>in</strong>gen onderg<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> de loop der tijden. Logischerwijze leken de kooi en<br />

de werkwijze <strong>in</strong> de kooi van Woumen aanvankelijk sterk op<br />

die van Merkem. Mettertijd ontwikkelden zich toch een aantal<br />

verschillen.<br />

De kooi zelf was van het rogge­ei type met een langere oost-<br />

en zuidpijp en twee kortere vangpijpen van ongeveer 15 meter.<br />

De noordpijp was de beste vangpijp. Naast elke vangpijp<br />

stonden zes tot acht kortschermen. Het afneembare vangfuiknet<br />

was 4 meter lang en had 4 uit gele wiedauw (Salix x<br />

rubens variëteit Basfordiana) vervaardigde hoepels. Zo bleef<br />

het altijd mooi open om de vlotte vlucht naar het e<strong>in</strong>de van<br />

het fuiknet te vergemakkelijken. Er stond een kooihuisje met<br />

een houten geraamte en rieten wanden.<br />

Het kooibos van de Blankaart werd hoofdzakelijk aangeplant<br />

met schietwilgen en Canadapopulieren en af en toe een es<br />

of eik. In de struiklaag overheersten vlier, bramen, grauwe<br />

wilg (en zijn kruis<strong>in</strong>gen met geoorde en katwilg), <strong>één</strong>stijlige<br />

meidoorn, veldiep, vuilboom en hondsroos. Haagw<strong>in</strong>de, bitterzoet,<br />

hop en valse w<strong>in</strong>gerd maakten het kooibos vrijwel<br />

ondoordr<strong>in</strong>gbaar, behalve op de kooipaadjes.<br />

De kooiplas van Woumen was kle<strong>in</strong>er dan die van Merkem.<br />

Lengte en breedte bedroegen ongeveer 50 m.<br />

De kooiers van Woumen<br />

De eerste kooiman, Valentijn (Falen, Phil) Decap, leerde de<br />

stiel van zijn moeder Rozalie Dekeyrel, die <strong>in</strong> Merkem kooide.<br />

Zijn broer René volgde zijn moeder op <strong>in</strong> Merkem en Valentijn<br />

kreeg de kooi van de Blankaart toegewezen.<br />

Zijn zoon Désiré volgde hem later op en die gaf op zijn beurt<br />

zijn kennis door aan André Decap, de laatste kooier van de<br />

Blankaart. Wat we nu weten over de kooi van de Blankaart,<br />

is vooral aan de verhalen van André te danken, maar ook zijn<br />

dochters konden nog heel wat details toelichten.<br />

Vanaf zijn boerderijtje kon André Decap langs een paadje<br />

(sletse) naar de kooi. Als het water te hoog stond, gebruikte hij<br />

zijn schute. Van aan de Blankaartvijver liep een kle<strong>in</strong> kanaaltje<br />

door het rietmoeras tot aan het kooibos.<br />

Het kooien <strong>in</strong> Woumen<br />

Over het vangen zijn uiteenlopende gegevens vernomen.<br />

Kooiman André Decap beweerde dat dit <strong>één</strong> keer <strong>in</strong> de voor-<br />

en <strong>één</strong> keer <strong>in</strong> de namiddag gebeurde. Zijn k<strong>in</strong>deren Annie en<br />

Cecile dachten later dat het alleen tijdens de voormiddag was,<br />

omdat de “verse eenden” ’s nachts toekwamen en nadien zou<br />

het vangen niet veel z<strong>in</strong> meer hebben gehad. Op topmomenten<br />

werd wel eens vier tot vijf keer na elkaar gevangen, maar<br />

dat was heel uitzonderlijk. Alleen als de w<strong>in</strong>d uit het oosten<br />

kwam, het heel koud was en er veel nieuwe eenden toekwamen,<br />

gebeurde dat wel eens.<br />

In Woumen werd er bijna altijd met twee mensen gekooid.<br />

Kooier André Decap volgde achter de schermen het kooihondje,<br />

terwijl iemand anders bij het beg<strong>in</strong> van die rietvlaken bleef<br />

zitten. Meestal was dat zijn dochter Cecile, die van haar tiende<br />

tot haar tw<strong>in</strong>tigste <strong>in</strong> de kooi hielp. Cecile moest, als de eenden<br />

ver genoeg <strong>in</strong> de vangpijp waren gevorderd, tevoorschijn<br />

spr<strong>in</strong>gen en met haar jas of een wit laken zwaaien. Soms deed<br />

Cecile dit niet zelf, maar de eigenares van de kooi, mevrouw<br />

Kempynck. Op die manier hield ze ook een oogje <strong>in</strong> het zeil<br />

over de opbrengst van de vangst, zodat de kooiman haar<br />

daarover niet te veel moest wijsmaken. André Decap trok het<br />

hondje wel eens kleren aan om de eenden nog nieuwsgieriger<br />

te maken. Dit zal toch wel bij een enkele keer gebleven zijn,<br />

want geen van zijn beide dochters kon zich dat her<strong>in</strong>neren.<br />

In de w<strong>in</strong>ter moest men soms ijs kappen om een pijp open te<br />

houden. De losgekapte ijsschotsen werden onder het andere<br />

ijs geduwd.<br />

De staleenden, gemiddeld zo’n 15, werden met haver gevoederd,<br />

maar ook met gerst, eendenkroos of oud brood, soms<br />

tot 1600 kg per jaar. Om een stal tamme eenden te kweken,<br />

gebruikte André Decap verschillende werkwijzen: eendeneieren<br />

laten uitbroeden onder een kip en de jongen kortwieken<br />

of pas uit het ei gekomen eendenkuikens vangen, thuis opkweken<br />

en kortwieken of tijdens de laatste vangstdagen van<br />

het seizoen enkele eenden kortwieken. Die laatste broedden<br />

dan op de kooiplas of <strong>in</strong> de onmiddellijke omgev<strong>in</strong>g. André<br />

Decap v<strong>in</strong>g buiten het jachtseizoen, <strong>in</strong> het voorjaar, ook zomertal<strong>in</strong>gen<br />

en kortwiekte ze vervolgens. Deze g<strong>in</strong>gen dan<br />

broeden <strong>in</strong> de grachtjes <strong>in</strong> de omliggende broeken. Soms zaten<br />

er wel honderd koppels zomertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong>dertijd! Het verschil<br />

tussen de tamme eenden en de wilde eenden was op de plas<br />

194 195<br />

Désiré Decap op zijn schute, gefotografeerd<br />

door botanicus Jean Massart<br />

<strong>in</strong> 1912. Massart beschrijft de foto als<br />

iemand die riet aan het maaien is op<br />

de Blankaart.<br />

De eendenkooi van de Blankaart, zoals<br />

weergegeven <strong>in</strong> Priem (1998). De foto<br />

is niet gedateerd.<br />

André Decap met hond. Het is niet<br />

helemaal duidelijk of dit een kooihond<br />

was. André had ook nog tal van andere<br />

honden en de familieleden zijn het niet<br />

altijd eens over welke hond een kooihond<br />

was en welke niet. In elk geval<br />

is duidelijk dat de kooihonden niet tot<br />

een bepaald, onmiddellijk herkenbaar<br />

ras behoorden.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!