Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde
Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde
Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Militaire kaart van Beaulieu, van<br />
de omgev<strong>in</strong>g van het Fort Knocke <strong>in</strong><br />
Merkem, uit de periode 16671690.<br />
De kaart geeft een canardière weer,<br />
weliswaar op de andere oever van<br />
de IJzer dan waarde eendenkooi van<br />
Merkem <strong>in</strong> werkelijkheid ligt. De exacte<br />
locatie is hier niet van belang. Beaulieu<br />
wil vooral het Fort Knocke tonen. De<br />
vorm van de percelen en de locatie van<br />
de eendenkooi zijn onnauwkeurig en<br />
slechts als benaderende en decoratieve<br />
aanduid<strong>in</strong>gen op te vatten.<br />
Plan du fort de Knocke et de ses<br />
environs. Kaart uit het militair archief<br />
van V<strong>in</strong>cennes, gedateerd 9 juni 1694<br />
en bedoeld om over te maken aan de<br />
Villeroy. De waterlopen <strong>in</strong> de broeken<br />
zijn op deze kaart aanzienlijk correcter<br />
weergegeven dan bijvoorbeeld op de<br />
Ferrariskaart. Ook de eendenkooi is afgebeeld,<br />
zij het niet erg gedetailleerd.<br />
Er is bijvoorbeeld geen spoor van vorm<br />
of aantal vangpijpen waar te nemen.<br />
vertaalt dit als ‘‘une chasse aux canards, aux oiseaux, aux<br />
hérons et aux cygnes’’. In 1644 is er sprake van ‘’een parscheel<br />
waer de Canarderie ofte aendekoye is opstaende’’. In hetzelfde<br />
jaar is er ook sprake van ‘‘De Eyntvogel Coye’’. De heer van<br />
Merckem houdt ook een leen: ‘‘le 118 fief: un canardsauvage<br />
à la StBavon’’. Wanneer dit leen voor het eerst werd gegeven,<br />
weten we helaas nog niet maar het is erg waarschijnlijk<br />
dat de kooi nog aanzienlijk ouder kan zijn. De meeste lenen<br />
zijn immers middeleeuws, hoewel er tot de 16de en 17de<br />
eeuw nog altijd lenen werden gecreëerd.<br />
De Flou (1928) vermeldt de plaatsnaam ‘’de coye de vrye vogelrye<br />
genaemt’’ van 1772. Het Kooivaartje of Kooivaardeken<br />
(op recente kaarten tot Koevaartje vervormd) staat als een<br />
watergang<strong>in</strong> Merkem en Woumen vanaf 1699 bekend.<br />
Op de kaart van Ferraris (1780) staat de eendenkooi niet aangegeven.<br />
Op de kaarten van het Militair geografisch Instituut<br />
vanaf 1861 wordt de kooi wél weergegeven. De kooi had vier<br />
vangpijpen.<br />
Herstel na de Eerste Wereldoorlog<br />
In de Eerste Wereldoorlog werd de kooi grondig verwoest.<br />
Het kooibos van Merkem stond <strong>in</strong> 1914-1918 haast permanent<br />
onder water en werd volledig na de Eerste Wereldoorlog<br />
herplant. Omdat bomen met reiger- of aalscholvernesten destijds<br />
werden gekapt, schieten ook van die periode nog amper<br />
exemplaren over. Een knotwilg met een stamomtrek van ruim<br />
4 m is wellicht <strong>één</strong> van de we<strong>in</strong>ige overblijvende bomen van<br />
de naoorlogse aanplant.<br />
Verder bestaat het kooibos van Merkem momenteel uit zomereiken,<br />
Canadapopulieren, zwarte els, gewone es, schietwilgen<br />
en een enkele l<strong>in</strong>de. In de struiklaag staat veel gewone<br />
vlier, naast Gelderse roos, sleedoorn, meidoorn, hondsroos,<br />
dauw- en gewone braam, sneeuwbes en Canadese kornoelje.<br />
Het kooibos is <strong>in</strong> rabatten gelegd. Daarop overheersen bramen<br />
en brandnetels. Dagkoekoeksbloem en bosandoorn zorgen<br />
voor een beetje kleur. In de greppels, tussen de rabatten,<br />
is gele lis de meest opvallend bloeiende soort.<br />
De hovenier van het Kasteel van Merkem, Georges Cailliau,<br />
wist de kooi vrij goed te beschrijven, omdat hij elk jaar hielp<br />
bij het herstellen van de kooi. Ook Françoise barones de Con<strong>in</strong>ck<br />
de Merckem her<strong>in</strong>nerde zich nog heel wat details. Het<br />
onderste gedeelte van de vangpijp bestond uit vlechtwerk van<br />
zo’n halve meter hoog, met wilg en rodewiedauw (Canadese<br />
kornoelje, Cornus sericea) als vlechtmateriaal. De kornoeljes<br />
werden <strong>in</strong> het kasteelpark speciaal voor dit doele<strong>in</strong>de gekweekt.<br />
Alleen de onderste tien tot tw<strong>in</strong>tig centimeter van<br />
de vangpijpen werden niet dichtgevlochten, omdat men<br />
doorheen die spleet het slijk makkelijker uit de vangpijpen<br />
zou kunnen gooien bij het dichtslibben. Boven die gevlochten<br />
strook bestond de kooi nog enkel uit halfronde hoepels, overspannen<br />
met een net. In het beg<strong>in</strong> van de vangpijpen stond<br />
water, zodat de eenden de pijpen konden b<strong>in</strong>nenzwemmen.<br />
Meer naar het uite<strong>in</strong>de waren de vangpijpen droog. Het kooihuisje<br />
bestond uit riet. Ook de kortschermen waren uit riet<br />
vervaardigd, al gebruikte men ook wel eens roggestro. Jaarlijks,<br />
na de jachtperiode, werden de rietschermen hersteld.<br />
Het riet voor de schermen werd voornamelijk gesneden <strong>in</strong> de<br />
Blankaart, maar ook langs waterlopen <strong>in</strong> de broeken of aan<br />
de Knockebrug.<br />
186 187<br />
De eendenkooi van Merkem is ongeveer<br />
2,5 ha groot. Tussen de bomen ligt<br />
de kooiplas verscholen.<br />
Deze knotwilg <strong>in</strong> het kooibos van<br />
Merkem is <strong>één</strong> van de we<strong>in</strong>ige knotbomen<br />
<strong>in</strong> het bos. Het bos werd na de<br />
Eerste Wereldoorlog heraangeplant.<br />
Deze boom, met een omtrek van 404<br />
cm, dateert vermoedelijk van deze<br />
aanplant.