Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde
Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde
Bekijk alvast één hoofdstuk in preview (pdf - 1 - Inverde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Evolutie <strong>in</strong> het aantal eenden<br />
W<strong>in</strong>tergasten<br />
De <strong>in</strong>terviews met de oudere bewoners en jagers van de IJzervallei geven wellicht een goed beeld van de soorten eenden<br />
die je er <strong>in</strong> die tijd als w<strong>in</strong>tergast of als doortrekker kon aantreffen. Dat soortengamma verschilt trouwens niet zoveel van<br />
het huidige soortenbestand (als we exoten even buiten beschouw<strong>in</strong>g laten). Over de aantallen van de eenden <strong>in</strong> vroegere<br />
tijden is veel m<strong>in</strong>der <strong>in</strong>formatie voorhanden. We kunnen echter aannemen dat de meeste soorten nu aanzienlijk talrijker zijn<br />
dan toen, <strong>in</strong> de eerste plaats omdat de populaties <strong>in</strong> heel Noordwest-Europa s<strong>in</strong>dsdien sterk zijn toegenomen (althans bij de<br />
meeste soorten). Ook lokale factoren speelden een belangrijke rol bij de stijg<strong>in</strong>g van het aantal watervogels <strong>in</strong> de IJzervallei.<br />
Tot e<strong>in</strong>d de jaren de ’50 waren er geen echte rustgebieden en was er bijna overal een hoge jachtdruk. Dat veranderde toen<br />
de Blankaart <strong>in</strong> 1959 <strong>in</strong> beheer kwam van de toenmalige Belgische Vogel en Natuurreservaten (BNVR). Vanaf dan is ook wat<br />
cijfermateriaal over aantallen eenden beschikbaar via aanteken<strong>in</strong>gen en publicaties van Paul Houwen. In de jaren ’60 en de<br />
eerste helft van de jaren ’70 meldde Paul voor de Blankaart vrij stabiele en relatief lage aantallen (1.000-3.000 exemplaren).<br />
Over de aantallen <strong>in</strong> de IJzerbroeken, buiten de Blankaart, komen we m<strong>in</strong>der te weten. Wellicht pleisterden hier slechts lage<br />
aantallen omdat er <strong>in</strong> die tijd nog altijdvrij <strong>in</strong>tensief werd gejaagd. Alleen bij grote overstrom<strong>in</strong>gen (<strong>in</strong> 1966 - 67 bijvoorbeeld)<br />
maakte Paul Houwen gewag van vele duizenden eenden <strong>in</strong> de broeken. Houwen & Timmerman (1969) vermeldden dat <strong>in</strong> waterrijke<br />
w<strong>in</strong>ters het aantal eenden tot 20.000 kon oplopen, hoewel dit niet met concrete telgegevens werd gestaafd.<br />
Toen midden de jaren ’70 het grote waterspaarbekken <strong>in</strong> de broeken van Woumen en Merkem werd gebouwd, ontstond er<br />
een tweede groot rustgebied voor watervogels. Dat vertaalde zich <strong>in</strong> een verdere toename van de aantallen.<br />
De comb<strong>in</strong>atie van grote rustgebieden en geschikte voedselgebieden <strong>in</strong> de overstroombare IJzerbroeken zorgde ervoor dat<br />
het Blankaartgebied <strong>één</strong> van de belangrijkste Vlaamse overw<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>gs- en doortrekgebieden voor watervogels werd. Aantallen<br />
van 30.000 tot 40.000 eenden zijn de laatste 15 tot 20 jaar geen uitzonder<strong>in</strong>g. Voor diverse soorten (smient, slobeend,<br />
w<strong>in</strong>tertal<strong>in</strong>g, pijlstaart) heeft het gebied zelfs een <strong>in</strong>ternationale betekenis gekregen.<br />
In absolute aantallen is de smient met ruime voorsprong de talrijkste eendensoort. In de meeste w<strong>in</strong>ters loopt het aantal vlot<br />
op tot meer dan 20.000. Uitzonderlijk waren er ruim 78.000 exemplaren tijdens de w<strong>in</strong>ter 2002 - 03.<br />
Andere talrijke soorten zijn wilde eend (regelmatig tot ruim 6.000 exemplaren), w<strong>in</strong>tertal<strong>in</strong>g (regelmatig meer dan 2.000<br />
exemplaren, zelfs bijna 10.000 tijdens de w<strong>in</strong>ter 2001/2002), slobeend (regelmatig meer dan 400, uitzonderlijk tot ruim<br />
1.600 <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>ter 2000 - 2001), pijlstaart (sterk variabele aantallen met geregeld meer dan 200 exemplaren en zelfs 2.350<br />
exemplaren <strong>in</strong> 2001 - 2002), krakeend (regelmatig 150 tot 250 exemplaren) en bergeend (100 tot af en toe meer dan 400<br />
exemplaren).<br />
Bij al deze soorten is er een duidelijk positief verband tussen de aanwezige aantallen en het optreden van overstrom<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
de broeken. De overstroomde graslanden zijn niet alleen een optimaal foerageergebied maar de overstrom<strong>in</strong>gen maken het<br />
gebied ook ontoegankelijker en zo m<strong>in</strong>der gevoelig voor verstor<strong>in</strong>g. Duikeenden zoals tafeleend en kuifeend zijn veel m<strong>in</strong>der<br />
van die overstrom<strong>in</strong>gen afhankelijk. Deze soorten verschenen eigenlijk pas <strong>in</strong> grotere aantallen <strong>in</strong> de IJzervallei na de bouw<br />
van het grote en relatief diepe waterspaarbekken.<br />
Zoals eerder vermeld, zijn bijna alle soorten eenden de voorbije decennia <strong>in</strong> de IJzervallei toegenomen. De belangrijkste uitzonder<strong>in</strong>g<br />
daarop is de zomertal<strong>in</strong>g. In de nazomer en vroege herfst behoorde deze soort vroeger tot het courante jachtwild<br />
en vermeldde Paul Houwen <strong>in</strong> de jaren ’60 groepen van 50 tot 100 exemplaren. Tegenwoordig is een groepje van een 10-tal<br />
exemplaren al meer dan het vermelden waard.<br />
Wat eenden en andere watervogels betreft, staat de Handzamevallei wat <strong>in</strong> de schaduw van de IJzerbroeken. In perioden<br />
zonder overstrom<strong>in</strong>gen pleisteren er kle<strong>in</strong>e groepjes watervogels, vooral door het ontbreken van grotere waterplassen. Bij<br />
overstrom<strong>in</strong>gen lopen de aantallen echter sterk op en kunnen er tot meer dan 10.000 eenden worden geteld (vooral smient,<br />
w<strong>in</strong>tertal<strong>in</strong>g en pijlstaart). Er is ook een duidelijke uitwissel<strong>in</strong>g van eenden tussen het Blankaartgebied en de Handzamevallei.<br />
Broedende eenden<br />
De IJzer- en Handzamevallei herbergen ook <strong>in</strong> het broedseizoen heel wat eendensoorten. De algemeenste soort –zowel<br />
vroeger als nu- is ongetwijfeld de wilde eend, die een heel brede habitatkeuze heeft. Slobeend en zomertal<strong>in</strong>g zijn meer<br />
specifiek gebonden aan vochtige graslanden met veel sloten en zijn bijgevolg gevoelig voor een <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van het landbouwgebruik<br />
(bijvoorbeeld vroeger maaien) en verdrog<strong>in</strong>g. Vooral zomertal<strong>in</strong>g is momenteel aanzienlijk m<strong>in</strong>der talrijk dan<br />
omstreeks 1960.<br />
Er zijn ook een hele reeks soorten die zich pas de laatste decennia als (jaarlijkse) broedvogel <strong>in</strong> het gebied hebben gevestigd:<br />
bergeend (eerste broedgeval <strong>in</strong> 1982), kuifeend (eerste broedgeval <strong>in</strong> 1976) en krakeend (eerste broedgeval <strong>in</strong> 1988).<br />
De opkomst van deze soorten <strong>in</strong> de IJzervallei past <strong>in</strong> een algemene areaaluitbreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Vlaanderen en West-Europa. Van<br />
tafeleend zijn tot op heden maar enkele broedgevallen bekend. Wellicht komen ook regelmatig enkele paartjes w<strong>in</strong>tertal<strong>in</strong>g<br />
tot broeden, maar zekere broedgevallen zijn <strong>in</strong> de laatste tientallen jaren op <strong>één</strong> hand te tellen. Heel onregelmatige broedvogels<br />
zijn smient en pijlstaart, waarvan het echte broedareaal zich een stuk noordelijker, <strong>in</strong> Scand<strong>in</strong>avië en Rusland, bev<strong>in</strong>dt.<br />
De opbrengst van de<br />
eendenkooien<br />
In de wettelijk toegestane periode werden <strong>in</strong> Merkem ”serieuze<br />
aantallen” voor de consumptie gevangen. Pierre baron<br />
de Con<strong>in</strong>ck de Merckem, de vader van de huidige eigenares<br />
van de eendenkooi, moest zich destijds <strong>in</strong> een proces tegen<br />
de jagers verdedigen. Ze beweerden dat hij meer dan 2.000<br />
eenden v<strong>in</strong>g vóór de aanvang van de jacht. Zijn dochters en de<br />
jachtwachter deden dit af als overdreven. Exacte vangstcijfers<br />
werden echter niet zomaar meegedeeld.<br />
In Merkem g<strong>in</strong>g de helft van de eenden naar de kooier en de<br />
andere helft naar de eigenaar.<br />
De bewer<strong>in</strong>g van André Decap, de laatste kooiman <strong>in</strong> de eendenkooi<br />
van Woumen, dat de jaarlijkse vangst 100 tot 200 vogels<br />
per jaar betrof, heeft wellicht te maken met het feit dat<br />
hij niet graag de juiste aantallen meedeelde. Zelfs zijn eigen<br />
k<strong>in</strong>deren mochten de vangst maar zelden zien. Volgens een<br />
vriend des huizes werden er ook wel eens <strong>in</strong> Brugge heimelijk<br />
eenden verkocht, omdat die daar meer opbrachten. Uiteraard<br />
mocht dat de eigenares niet ter ore komen. Vragen over de<br />
eendenoogst werden meestal op enigsz<strong>in</strong>s geheimz<strong>in</strong>nig gelach<br />
onthaald. Verhalen over zware zakken vol hout en dergelijke<br />
lieten veel vermoeden, maar gaven geen details over<br />
exacte aantallen. De dochter van André Decap, Cécile, sprak<br />
over 0, 1, 2, 10 tot 15 eenden per dag en dat gedurende ongeveer<br />
vijf maanden per jaar. De zondag werd er niet gekooid.<br />
Een gemiddelde dagelijkse vangst van circa 5 eenden brengt<br />
ons bij ongeveer 750 vogels die jaarlijks via deze eendenkooi<br />
<strong>in</strong> de keuken terechtkwamen.<br />
De verdel<strong>in</strong>g van de vangst was <strong>in</strong> Woumen aanvankelijk een<br />
derde voor de kooiman, later werd dit de helft. Het grootste<br />
deel van de opbrengst was voor de baron.<br />
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest André Decap kooien<br />
voor de Duitsers. Er waren bij de Duitsers voor- en tegenstanders<br />
van de eendenkooi. De kooiman werd zelfs even gearresteerd.<br />
Uite<strong>in</strong>delijk mocht hij wél verder werken, maar de<br />
opbrengst was voor de Duitse officieren. André Decap probeerde<br />
de Duitsers wel eens om de tu<strong>in</strong> te leiden door wat<br />
eenden onder <strong>in</strong> een zak met brandhout te verstoppen. Toen<br />
ze echter de truc doorzagen, kreeg hij een fl<strong>in</strong>k pak slaag.<br />
De vangstcijfers <strong>in</strong> verschillende eendenkooien zijn verder<br />
moeilijk vergelijkbaar. De grootte van de kooi en vooral de ligg<strong>in</strong>g<br />
konden enorm variëren en bepaalden <strong>in</strong> heel sterke mate<br />
de vangst. Uit een vergelijk<strong>in</strong>g met historische gegevens over<br />
de opbrengsten <strong>in</strong> bijvoorbeeld Bornem moeten we de kooien<br />
van Merkem en zeker die van Woumen toch eerder als kle<strong>in</strong>e<br />
broertjes beschouwen.<br />
De eendenkooi van<br />
Merkem<br />
Een parscheel waer de aendekoye is opstaende<br />
De oudst gekende vermeld<strong>in</strong>g van deze eendenkooi gaat terug<br />
tot 1591. Toen lagen er 26 forten en sterkten op de IJzer en de<br />
Ieperlee, waaronder <strong>één</strong> ter kooie.<br />
Bij de opsomm<strong>in</strong>g van de eigendommen van de Seigneurie de<br />
Merckem is <strong>in</strong> 1620 al sprake van ‘‘eene vrye voghelrie, swanerie<br />
ende rijgherie’’. Charles de Con<strong>in</strong>ck de Merckem (1878)<br />
184 185<br />
Charles baron de Con<strong>in</strong>ck de Merckem<br />
(°Gent 1836, † Merkem 1895) is de<br />
auteur van een boekje dat de annalen<br />
van Merkem chronologisch weergeeft<br />
(de Con<strong>in</strong>ck de Merckem, 1878). Uit<br />
dat boekje halen we vermeld<strong>in</strong>gen<br />
van de eendenkooi van Merkem vanaf<br />
1620.