21.09.2013 Views

Volledige tekst - Tijdschrift voor Sociale en Economische ...

Volledige tekst - Tijdschrift voor Sociale en Economische ...

Volledige tekst - Tijdschrift voor Sociale en Economische ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

VROUWENARBEID IN DE ZEEUWSE LANDBOUW<br />

IN DE ACHTTIENDE EEUW<br />

Female labour in agriculture in Zeeland in the eighte<strong>en</strong>th c<strong>en</strong>tury<br />

Agriculture in the province of Zeeland was dominated by large commercial<br />

cereal farms. Farmer’s wives were not only responsible for the household but also<br />

for the relatively small dairy branch and for the gard<strong>en</strong> and orchard. They had<br />

the disposal of the income from these activities, which gave them a relatively indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<br />

position within the farming <strong>en</strong>terprise. They successfully def<strong>en</strong>ded<br />

this position wh<strong>en</strong> attempts were made to remove dairying from the farm to the<br />

factory. The wives of the numerous labourers were also employed on the farm,<br />

but only as seasonal workers. Consequ<strong>en</strong>tly, their economic position was very<br />

weak, and during the winter season especially they had to make <strong>en</strong>ds meet by<br />

spinning, cleaning or washing.<br />

Op 20 augustus 1748 war<strong>en</strong> in het Zeeuws-Vlaamse dorp Groede de landbouwer<br />

Abraham de Reu <strong>en</strong> zijn vrouw Johanna Maria de Meijer e<strong>en</strong> voer hooi aan<br />

het lad<strong>en</strong>. De Reu stond op de wag<strong>en</strong> <strong>en</strong> taste daar het hooi op dat zijn vrouw<br />

omhoog stak. Op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t kantelde de wag<strong>en</strong> <strong>en</strong> moest De Reu er<br />

af spring<strong>en</strong>. Daarbij kwam hij ongelukkig terecht op zijn buik. Eerst lek<strong>en</strong> de<br />

gevolg<strong>en</strong> mee te vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> kon hij zelfs nog achter de paard<strong>en</strong> aanr<strong>en</strong>n<strong>en</strong> die<br />

bij het ongeluk losgebrok<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. Na verloop van tijd kreeg hij echter steeds<br />

meer buikpijn <strong>en</strong> uiteindelijk moest hij in e<strong>en</strong> kruiwag<strong>en</strong> naar huis gebracht<br />

word<strong>en</strong>, waar hij <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong> later overleed. 1<br />

Omdat Abraham de Reu ge<strong>en</strong> natuurlijke dood was gestorv<strong>en</strong>, moest er<br />

e<strong>en</strong> lijkschouwing plaatsvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> gehoord. Dankzij die getuig<strong>en</strong>verhor<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong> we heel ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> achtti<strong>en</strong>de-eeuwse boer <strong>en</strong> boerin<br />

aan het werk te zi<strong>en</strong>. Dat is iets uitzonderlijks, want bronn<strong>en</strong> die informatie<br />

bevatt<strong>en</strong> over het werk van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in het boer<strong>en</strong>bedrijf in de<br />

Vroegmoderne Tijd zijn uiterst schaars. Zowel statistische bronn<strong>en</strong> als kwalitatieve<br />

landbouwkundige beschrijving<strong>en</strong> zijn er pas vanaf de eerste helft van<br />

de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw. Het gebrek aan bronn<strong>en</strong> zal één van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn<br />

1. Zeeuws Archief (verder za), Vrije van Sluis inv.nr. 196, 25 augustus.1748.<br />

tijdschrift <strong>voor</strong> sociale <strong>en</strong> economische geschied<strong>en</strong>is 2 [2005] nr. 3, pp. 43-59


44 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

waarom in de historiografie van de Nederlandse landbouw zo weinig aandacht<br />

is besteed aan de rol van vrouw<strong>en</strong> in het boer<strong>en</strong>bedrijf. Margreet van der Burg<br />

heeft zeker ge<strong>en</strong> ongelijk als ze de geschiedschrijving van de Nederlandse<br />

landbouw ‘geslachtsloos’ noemt. 2 Dat valt te betreur<strong>en</strong> omdat k<strong>en</strong>nis over de<br />

rol die vrouw<strong>en</strong> speeld<strong>en</strong> in het boer<strong>en</strong>bedrijf meer inzicht kan verschaff<strong>en</strong> in<br />

het functioner<strong>en</strong> van het boer<strong>en</strong>bedrijf <strong>en</strong> in de structuur van de plattelandssam<strong>en</strong>leving<br />

in het verled<strong>en</strong>. Zo wordt nerg<strong>en</strong>s in de bestaande literatuur ingegaan<br />

op de vraag wie besluit<strong>en</strong> nam over de bedrijfsvoering. K<strong>en</strong>nelijk wordt<br />

er impliciet van uitgegaan dat de boer dat deed. We zull<strong>en</strong> echter zi<strong>en</strong> dat dit<br />

niet altijd opging.<br />

In deze bijdrage zal het gaan over de arbeid van boerinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> landarbeidsters<br />

in het landbouwbedrijf in Zeeland gedur<strong>en</strong>de de achtti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> vroege<br />

neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw, met e<strong>en</strong> verhelder<strong>en</strong>d uitstapje naar de jar<strong>en</strong> rond 1900,<br />

omdat to<strong>en</strong> bij de introductie van de fabrieksmatige zuivelbereiding duidelijk<br />

aan het licht kwam welke invloed boerinn<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de bedrijfsvoering.<br />

We zull<strong>en</strong> nagaan welke positie zij innam<strong>en</strong> in het arbeidsproces <strong>en</strong><br />

of zich daarin in deze periode verandering<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gedaan. Bij het onderzoek<br />

naar vrouw<strong>en</strong>arbeid in de landbouw do<strong>en</strong> zich echter wel <strong>en</strong>kele problem<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>en</strong> het is zinvol daar eerst op in te gaan.<br />

Problem<strong>en</strong> bij het onderzoek<br />

Bij het onderzoek naar vrouw<strong>en</strong>arbeid in de landbouw do<strong>en</strong> zich drie problem<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>. Het eerste probleem is bronn<strong>en</strong>technisch van aard <strong>en</strong> kwam in de<br />

inleiding al ev<strong>en</strong> aan de orde. Er zijn nauwelijks kwalitatieve of kwantitatieve<br />

bronn<strong>en</strong> van vóór de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw – primair noch secundair – die direct<br />

informatie verschaff<strong>en</strong> over de arbeid van vrouw<strong>en</strong> in de landbouw. De eerste<br />

telling van het aantal vrouw<strong>en</strong> dat in de Zeeuwse landbouw werkte, dateert pas<br />

uit 1848. 3 In landbouwkundige beschrijving<strong>en</strong> blijft de vrouw als arbeidskracht<br />

vrijwel geheel buit<strong>en</strong> beeld. 4 E<strong>en</strong> mooi <strong>voor</strong>beeld van de onzichtbaarheid<br />

van de arbeid van vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> is de beschrijving die<br />

J. Le Francq van Berkhey in 1811 maakte van de boter- <strong>en</strong> kaasbereiding op Hollandse<br />

boerderij<strong>en</strong>. Nerg<strong>en</strong>s in zijn <strong>tekst</strong> wordt vermeld dat dit werk door vrouw<strong>en</strong><br />

werd gedaan. Alle<strong>en</strong> op de afbeelding<strong>en</strong> is te zi<strong>en</strong> dat de zuivelbereiding<br />

2. M. van der Burg, ‘Ge<strong>en</strong> tweede boer’. G<strong>en</strong>der, landbouwmodernisering <strong>en</strong> onderwijs aan plattelandsvrouw<strong>en</strong><br />

in Nederland, 1863-1968 (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 2002) 12-15.<br />

3. za, Provinciaal Bestuur 1813-1850 inv.nr. 968.<br />

4. De meeste van deze beschrijving<strong>en</strong> zijn gepubliceerd in G.H. Kocks <strong>en</strong> J.M.G. van der<br />

Poel, (eds.), Landbouwkundige beschrijving<strong>en</strong> uit de 19e eeuw 2 dln. (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1979 <strong>en</strong><br />

1981).


Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 45<br />

vrouw<strong>en</strong>werk was. 5 De opstellers van dergelijke rapport<strong>en</strong> war<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s<br />

over het algeme<strong>en</strong> niet zo op de m<strong>en</strong>selijke factor gericht; de techniek van het<br />

bedrijf vond<strong>en</strong> ze veelal interessanter. Overig<strong>en</strong>s bestaat er juist <strong>voor</strong> Zeeland<br />

e<strong>en</strong> rapport dat wel ingaat op de m<strong>en</strong>selijke verhouding<strong>en</strong>: de beschrijving die<br />

de Engelsman Thomas Radcliff in 1817 maakte van het landbouwbedrijf in het<br />

Land van Cadzand. 6<br />

Ook in de oudere literatuur blijv<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> vrijwel onzichtbaar. Zo geeft<br />

het oude standaardwerk van Bouman over de geschied<strong>en</strong>is van de Zeeuwse<br />

landbouw vanaf eind achtti<strong>en</strong>de in het geheel ge<strong>en</strong> informatie over vrouw<strong>en</strong>arbeid.<br />

7<br />

E<strong>en</strong> belangrijke bron is wel het helaas onvoltooide werk van de archivaris<br />

Johannes de Hullu (1864-1940) over het boer<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> in westelijk Zeeuws-<br />

Vlaander<strong>en</strong>. 8<br />

Dit werk is gebaseerd op uitgebreid bronn<strong>en</strong>onderzoek <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

kon De Hullu, die zelf e<strong>en</strong> Zeeuwse boer<strong>en</strong>zoon was, op basis van<br />

mededeling<strong>en</strong> van oudere verwant<strong>en</strong> <strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld gev<strong>en</strong> van de arbeid<br />

van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> op het boer<strong>en</strong>bedrijf in deze streek vanaf de late<br />

achtti<strong>en</strong>de eeuw. De Hullu richtte zich wel vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d op de middelgrote<br />

<strong>en</strong> grote boer<strong>en</strong> (met twintig hectare land of meer), maar dat geldt ook<br />

<strong>voor</strong> de sam<strong>en</strong>stellers van de landbouwkundige beschrijving<strong>en</strong>.<br />

Er zijn ook nog andere bronn<strong>en</strong> die – mits creatief gebruikt – veel informatie<br />

bied<strong>en</strong> over vrouw<strong>en</strong>werk op de boerderij. Boedelbeschrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfsboekhouding<strong>en</strong><br />

bij<strong>voor</strong>beeld bevatt<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s over lon<strong>en</strong> die <strong>voor</strong> specifieke<br />

tak<strong>en</strong> aan vrouw<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitbetaald <strong>en</strong> over het aantal vrouw<strong>en</strong> dat op het<br />

bedrijf werkzaam was. Soms kan ook het feit dat iets niet in e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t te<br />

vind<strong>en</strong> is van betek<strong>en</strong>is zijn. We zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat het heel veelzegg<strong>en</strong>d is dat in<br />

boekhouding<strong>en</strong> van Zeeuwse boerderij<strong>en</strong> de inkomst<strong>en</strong> uit zuivelverkoop niet<br />

word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, omdat deze niet in de kas van het bedrijf vloeid<strong>en</strong>, maar<br />

onder het beheer van de boerin blev<strong>en</strong>. Ook iconografisch materiaal kan belangrijke<br />

informatie bevatt<strong>en</strong>. Zo zijn er <strong>voor</strong> Zeeland de knippr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Jan Huiszoon,<br />

beter bek<strong>en</strong>d als Jan de Pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>knipper, die in de eerste helft van de<br />

neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw naïeve, maar uiterst nauwkeurige, afbeelding<strong>en</strong> knipte van<br />

boerderij<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarop ook mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> aan het werk weergaf. 9<br />

5. J. Le Francq van Berkhey, Natuurlijke historie van Holland. Deel IX. Het rundvee (Leid<strong>en</strong><br />

1811) 315-460.<br />

6. J. de Hullu, (ed.), Thomas Radcliff’s beschrijving van de landbouw in het land van Cadzand<br />

omstreeks 1819 (Oostburg z.j.).<br />

7. P.J. Bouman, Geschied<strong>en</strong>is van d<strong>en</strong> Zeeuwsch<strong>en</strong> landbouw in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> twintigste<br />

eeuw <strong>en</strong> van de Zeeuwsche Landbouw-Maatschappij 1843-1943 (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1946). Boerinn<strong>en</strong><br />

kom<strong>en</strong> hierin alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> in het gedeelte over volksgebruik<strong>en</strong>, 68-90.<br />

8. J. de Hullu, Uit het lev<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> Cadzandsch<strong>en</strong> landbouwer in vroeger dag<strong>en</strong> (Oostburg<br />

z.j.).<br />

9. J. Verhave <strong>en</strong> J.P. Verhave, Jan de Pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>knipper (1798-1870). Zeeuwse volkskunst langs<br />

’s Heer<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> (Goes 1993) 59-71.


46 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

Knippr<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> boerderij bij Cadzand, vervaardigd in 1843 door Jan Huiszoon, alias Jan de<br />

Pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>knipper. Rechts bov<strong>en</strong> zijn mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrouw graan aan het snijd<strong>en</strong>. Iets daar onder zijn<br />

mann<strong>en</strong> bezig met typisch mann<strong>en</strong>werk: zaai<strong>en</strong>, egg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ploeg<strong>en</strong>. De boer is hierop waarschijnlijk<br />

afgebeeld als zaaier; de boerin terwijl ze in de tuin werkt (onderaan).<br />

E<strong>en</strong> tweede probleem wordt gevormd door het feit dat dé Nederlandse landbouw<br />

niet bestaat. Nederland k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de landbouwgebied<strong>en</strong>, elk met<br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> landbouwsysteem. In het verled<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er nog meer verschill<strong>en</strong>de<br />

gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> war<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> daartuss<strong>en</strong> ook groter dan teg<strong>en</strong>woordig. De<br />

Nederlandse landbouwsystem<strong>en</strong> uit de Vroegmoderne Tijd kunn<strong>en</strong> in vier<br />

hoofdvorm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingedeeld: tuinbouw, commerciële veehouderij, commerciële<br />

akkerbouw <strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd bedrijf op de zee- <strong>en</strong> rivierklei <strong>en</strong> e<strong>en</strong> min of<br />

meer peasantesk gem<strong>en</strong>gd bedrijf op de zandgrond<strong>en</strong>. 10 Tuss<strong>en</strong> die hoofdvorm<strong>en</strong><br />

bestond<strong>en</strong> er grote verschill<strong>en</strong> in arbeidsint<strong>en</strong>siviteit <strong>en</strong> in de manier<br />

waarop arbeid van person<strong>en</strong> in de bedrijv<strong>en</strong> werd ingezet.<br />

Dit artikel gaat over de provincie Zeeland, e<strong>en</strong> gebied met commerciële<br />

akkerbouw op zeeklei. Voor Zeeland is er redelijk veel bronn<strong>en</strong>materiaal <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong>,<br />

<strong>voor</strong>al doordat deze provincie e<strong>en</strong> welvar<strong>en</strong>de, tamelijk ontwikkelde<br />

boer<strong>en</strong>stand k<strong>en</strong>de, die de nodige bronn<strong>en</strong> zoals bedrijfsboekhouding<strong>en</strong> heeft<br />

nagelat<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede red<strong>en</strong> om juist Zeeland te bestuder<strong>en</strong>, is dat hier de rol<br />

10. J. Bieleman, Geschied<strong>en</strong>is van de landbouw in Nederland 1500-1950 (Meppel 1992).


van vrouw<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de sociale lag<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Net zoals dé<br />

Nederlandse landbouw niet bestond, bestond ook niet dé vrouw in de landbouw.<br />

Tuss<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> die in de sector werkt<strong>en</strong>, bestond<strong>en</strong> er belangrijke<br />

verschill<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld in burgerlijke staat <strong>en</strong> sociaal-economische achtergrond.<br />

Er bestond<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> boerinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> boer<strong>en</strong>dochters<br />

<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> landarbeidersvrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun dochters anderzijds. De verschill<strong>en</strong><br />

in de sociaal-economische achtergrond van vrouw<strong>en</strong> die werkzaam war<strong>en</strong><br />

in de landbouw kunn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> Zeeland goed word<strong>en</strong> onderzocht,<br />

omdat hier vrij grote bedrijv<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> <strong>en</strong> er veel loonarbeid <strong>voor</strong>kwam.<br />

De omstandighed<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> commercieel akkerbouwgebied als Zeeland<br />

kunn<strong>en</strong> natuurlijk niet zonder meer word<strong>en</strong> geëxtrapoleerd naar andere landbouwgebied<strong>en</strong>.<br />

In veehouderijstrek<strong>en</strong> of op gem<strong>en</strong>gde bedrijv<strong>en</strong> op de zandgrond<strong>en</strong><br />

zull<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> mogelijk e<strong>en</strong> andere rol hebb<strong>en</strong> gespeeld in het arbeidsproces<br />

dan in de landbouw. Gezi<strong>en</strong> het ontbrek<strong>en</strong> van studies over andere<br />

del<strong>en</strong> van het land is vergelijking echter nauwelijks mogelijk. De bestaande<br />

studies over vrouw<strong>en</strong>arbeid betreff<strong>en</strong> de periode vanaf omstreeks 1880, to<strong>en</strong><br />

de landbouw in e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>d moderniseringsproces verkeerde. 11 Het is daardoor<br />

mogelijk dat de positie van vrouw<strong>en</strong> in het boer<strong>en</strong>bedrijf was gewijzigd,<br />

wat vergelijking met de achtti<strong>en</strong>de eeuw moeilijk maakt. Desondanks kan e<strong>en</strong><br />

vergelijking van vroegmoderne gegev<strong>en</strong>s met studies over de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

twintigste eeuw zinvol zijn, omdat sommige opvatting<strong>en</strong> over de rol van mann<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in de landbouw tot in de twintigste eeuw hebb<strong>en</strong> standgehoud<strong>en</strong>.<br />

Zoals de opvatting dat grondbewerking mann<strong>en</strong>werk was.<br />

Het zuidwestelijke akkerbouwbedrijf<br />

Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 47<br />

Zeeland behoort tot het zuidwestelijke akkerbouwgebied, e<strong>en</strong> landbouwgebied<br />

van 300.000 hectare dat ook de Zuid-Hollandse eiland<strong>en</strong> <strong>en</strong> de noordwesthoek<br />

van Noord-Brabant omvat. In het grootste deel van dit gebied bestaat<br />

de bodem uit kalkrijke, vruchtbare zeeklei, die zeer geschikt is <strong>voor</strong> de akkerbouw.<br />

De landbouw had hier al vanaf de late Middeleeuw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> commercieel<br />

karakter. De boer<strong>en</strong> richtt<strong>en</strong> zich er <strong>voor</strong>al op de teelt van graan – <strong>voor</strong>al tarwe –<br />

<strong>voor</strong> de stedelijke markt<strong>en</strong> in Holland, Zeeland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>. Voor die markt<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> ook handelsgewass<strong>en</strong> als meekrap <strong>en</strong> vlas geteeld. Vee werd hier<br />

relatief weinig gehoud<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> de grond zoveel mogelijk als bouwland<br />

werd gebruikt. Runder<strong>en</strong> di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> hier <strong>voor</strong>al als mestproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, de productie<br />

van vlees <strong>en</strong> zuivel was eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> bijzaak, die overig<strong>en</strong>s niet werd<br />

verwaarloosd. De Zeeuwse landbouwbedrijv<strong>en</strong> war<strong>en</strong> naar Nederlandse maatstav<strong>en</strong><br />

groot. Lat<strong>en</strong> we de kleine bedrijfjes van arbeiders met minder dan vijf<br />

11. Zie <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> overzicht Van der Burg, ‘Ge<strong>en</strong> tweede boer’, 17-18.


48 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

hectare buit<strong>en</strong> beschouwing, dan lag de bedrijfsgrootte in de achtti<strong>en</strong>de eeuw<br />

gemiddeld rond de 30 hectare, maar bedrijv<strong>en</strong> van 60-80 hectare war<strong>en</strong> ook<br />

niet uitzonderlijk. 12<br />

Tabel 1 De grootte van de landbouwbedrijv<strong>en</strong> in westelijk Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> in 1750 <strong>en</strong> de Zuidwatering<br />

van Walcher<strong>en</strong> in 1796<br />

Grootteklasse Westelijk Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> Zuidwatering Walcher<strong>en</strong><br />

N hectare N hectare<br />

< 5 ha 180 373 270 352<br />

5-10 ha 38 253 37 260<br />

10-20 ha 21 337 57 810<br />

20-30 ha 31 755 23 568<br />

30-40 ha 38 1.335 19 669<br />

40-50 ha 52 2.346 5 220<br />

50-75 ha 114 6.960 2 102<br />

75-100 ha 21 1.770 . .<br />

100> ha 5 618 . .<br />

Totaal 500 14.747 413 2.981<br />

Bronn<strong>en</strong>: Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 99. Priester, Geschied<strong>en</strong>is, 703.<br />

Achter deze gemiddeld<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> wel grote regionale verschill<strong>en</strong> schuil, zoals<br />

blijkt uit tabel 1. Daarin wordt de Zuidwatering van Walcher<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> deel van westelijk Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>. In West-Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

gebied met grot<strong>en</strong>deels na 1600 bedijkte polders, beschikt<strong>en</strong> de grondgebruikers<br />

gemiddeld over 29,5 hectare; op Walcher<strong>en</strong>, dat al vroeg in de Middeleeuw<strong>en</strong><br />

in cultuur was gebracht, hadd<strong>en</strong> ze maar 7,2 hectare. Zonder de kleine<br />

bedrijfjes met minder dan vijf hectare war<strong>en</strong> de gemiddeld<strong>en</strong> respectievelijk<br />

50,1 hectare <strong>en</strong> 18,4 hectare. Dit verschil tuss<strong>en</strong> oude <strong>en</strong> jonge cultuurgrond is<br />

overal in Zeeland waarneembaar. Westelijk Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> Walcher<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> in dit opzicht uiterst<strong>en</strong>. Wel was het zo dat overal in Zeeland het<br />

grootste deel van de grond in gebruik was van middelgrote <strong>en</strong> grote boer<strong>en</strong> met<br />

meer dan twintig hectare.<br />

De akkerbouw is e<strong>en</strong> arbeidsint<strong>en</strong>sieve bedrijfstak. In Zeeland gold dat in<br />

de Vroegmoderne Periode des te meer doordat er zeer veel aandacht werd<br />

besteed aan grondbewerking <strong>en</strong> onkruidbestrijding; <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> dat laatste was<br />

12. Deze beschrijving van het landbouwbedrijf is ontle<strong>en</strong>d aan P.R. Priester, Geschied<strong>en</strong>is<br />

van de Zeeuwse landbouw circa 1600-1910 (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1998) 179-278; P.J. van Cruyning<strong>en</strong>,<br />

Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam. Boer<strong>en</strong> in West-Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> 1650-1850 (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

2000) 127-191.


Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 49<br />

veel arbeidskracht nodig. Door de arbeidsint<strong>en</strong>siviteit in combinatie met de<br />

grote omvang van de bedrijv<strong>en</strong> was de arbeidskracht die gezinsled<strong>en</strong> kond<strong>en</strong><br />

verrichtt<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de; er moest dus e<strong>en</strong> beroep word<strong>en</strong> gedaan op loonarbeiders.<br />

De aard van het akkerbouwbedrijf bracht daarnaast met zich mee<br />

dat er grote periodieke fluctuaties bestond<strong>en</strong> in de arbeidsbehoefte. In het<br />

<strong>voor</strong>jaar, als de gewass<strong>en</strong> gewied moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in de zomer tijd<strong>en</strong>s de<br />

oogst was er zeer veel behoefte aan arbeidskracht<strong>en</strong>. In de winter was er echter<br />

veel minder werk. De boer<strong>en</strong> probeerd<strong>en</strong> schommeling<strong>en</strong> in arbeidsbehoefte<br />

zo goed mogelijk op te vang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> relatief kleine vaste kern van arbeidskracht<strong>en</strong><br />

aan te houd<strong>en</strong> <strong>voor</strong> werkzaamhed<strong>en</strong> die over het hele jaar gespreid<br />

war<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de piekperiod<strong>en</strong> dagloners <strong>en</strong> -loonsters in te hur<strong>en</strong>. Die laatste<br />

groep arbeiders kon uit lokale arbeidskracht<strong>en</strong> bestaan, maar <strong>voor</strong>al in Zeeuws-<br />

Vlaander<strong>en</strong> war<strong>en</strong> het vaak ook trekarbeiders uit Vlaander<strong>en</strong> of Wallonië.<br />

De arbeidskracht<strong>en</strong> op het Zeeuwse boer<strong>en</strong>bedrijf kunn<strong>en</strong> in vijf groep<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> onderverdeeld: 1. de boer, de boerin <strong>en</strong> hun oudere kinder<strong>en</strong>; 2. inwon<strong>en</strong>de<br />

knecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> meid<strong>en</strong>; 3. vaste uitwon<strong>en</strong>de arbeiders; 4. lokale dagloners;<br />

5. trekarbeiders. 13 De eerste drie groep<strong>en</strong> vormd<strong>en</strong> de vaste kern die gedur<strong>en</strong>de<br />

het hele jaar verzekerd was van werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>; de laatste twee werd<strong>en</strong><br />

alle<strong>en</strong> ingezet tijd<strong>en</strong>s de piek<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>jaar <strong>en</strong> de zomer, ongeveer zes<br />

maand<strong>en</strong> per jaar. Vrouw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> in alle categorieën, behalve de<br />

derde; vaste arbeiders war<strong>en</strong> altijd mann<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> daar<strong>voor</strong> was<br />

dat de vaste arbeiders tijd<strong>en</strong>s het najaar <strong>en</strong> de winter fysiek zeer zwaar werk<br />

verrichtt<strong>en</strong>, zoals slot<strong>en</strong> delv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al dors<strong>en</strong> met de vlegel. Daarnaast echter<br />

hing dit sam<strong>en</strong> met de zwakkere positie van arbeidersvrouw<strong>en</strong> in het boer<strong>en</strong>bedrijf<br />

<strong>en</strong> met het feit dat werk dat te mak<strong>en</strong> had met akkerbouw <strong>en</strong> grondbewerking<br />

eerder als mann<strong>en</strong>werk werd gezi<strong>en</strong>. Deze opvatting bestond nog<br />

steeds aan het begin van de twintigste eeuw, ook to<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ‘de paard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

het landwerk’ als mann<strong>en</strong>werk gezi<strong>en</strong>. 14<br />

E<strong>en</strong> indruk van de omvang van deze groep<strong>en</strong> wordt gegev<strong>en</strong> door de beschrijving<br />

die Thomas Radcliff in 1817 gaf van de personeelsbezetting op e<strong>en</strong><br />

Zeeuws-Vlaams bedrijf van 60 hectare. 15 Naast de boer <strong>en</strong> boerin werkt<strong>en</strong> daar<br />

vier inwon<strong>en</strong>de knecht<strong>en</strong>, wier aantal in het winterseizo<strong>en</strong>, als er weinig paard<strong>en</strong>werk<br />

was, werd verminderd tot twee. De twee inwon<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>stmeid<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> het hele jaar door in di<strong>en</strong>st, ev<strong>en</strong>als vier uitwon<strong>en</strong>de arbeiders. In het<br />

<strong>voor</strong>jaar <strong>en</strong> in de zomer werd<strong>en</strong> losse kracht<strong>en</strong> in di<strong>en</strong>st g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, waarbij tijd<strong>en</strong>s<br />

de oogst het aantal arbeidskracht<strong>en</strong> tot veertig kon oplop<strong>en</strong>. Onder die<br />

13. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 173-178.<br />

14. M. van der Burg, ‘We hadd<strong>en</strong> altijd wat te do<strong>en</strong>. Drie g<strong>en</strong>eraties boer<strong>en</strong>dochters <strong>en</strong> hun<br />

lev<strong>en</strong> op de boerderij in de twintigste eeuw’, Jaarboek van het C<strong>en</strong>traal Bureau <strong>voor</strong> G<strong>en</strong>ealogie<br />

58 (2004) 197.<br />

15. De Hullu, Radcliff’s beschrijving.


50 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

losse kracht<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> van de vaste arbeiders, dagloners <strong>en</strong> seizo<strong>en</strong>arbeiders.<br />

Boerinn<strong>en</strong><br />

De positie van vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het boer<strong>en</strong>bedrijf verschilde sterk naar gelang<br />

de sociaal-economische groep waartoe ze behoord<strong>en</strong>, wat overig<strong>en</strong>s natuurlijk<br />

ook gold <strong>voor</strong> mann<strong>en</strong>. Er bestond <strong>voor</strong>al e<strong>en</strong> groot onderscheid tuss<strong>en</strong> de positie<br />

van boerinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> landarbeidsters. Dit artikel begon met de beschrijving van<br />

e<strong>en</strong> boer <strong>en</strong> boerin die sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voer hooi laadd<strong>en</strong>. Eig<strong>en</strong>lijk was dat iets uitzonderlijks,<br />

want zeker op de grotere bedrijv<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> de ‘baas’ <strong>en</strong> de ‘vrouwe’,<br />

zoals ze werd<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>, niet zo vaak zelf op het land. Alle<strong>en</strong> in het<br />

zeer drukke zomerseizo<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> de boer <strong>en</strong> zijn vrouw soms zelf mee.<br />

Uit beschrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfsboekhouding<strong>en</strong> blijkt dat boer <strong>en</strong> boerin normaal<br />

gesprok<strong>en</strong> fungeerd<strong>en</strong> als managers die elk leiding gav<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> deel<br />

van het bedrijf. De boer regelde het werk op het land <strong>en</strong> in de schuur <strong>en</strong> had de<br />

leiding over de verkoop van akkerbouwproduct<strong>en</strong> <strong>en</strong> vee. De boerin stond aan<br />

het hoofd van het huishoud<strong>en</strong>, molk sam<strong>en</strong> met de meid<strong>en</strong> de koei<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzorgde<br />

het kleinvee – <strong>voor</strong> de paard<strong>en</strong> zorgd<strong>en</strong> de knecht<strong>en</strong> – bereidde boter,<br />

bakte brood, verkocht boter <strong>en</strong> eier<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze had de leiding over de tuin <strong>en</strong> de<br />

boomgaard. Uit dat laatste vloeide ook <strong>voor</strong>t dat ze over de bereiding van cider<br />

ging, die tot begin neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw nog op de boerderij werd gemaakt. Boerinn<strong>en</strong><br />

werkt<strong>en</strong> dus normaal gesprok<strong>en</strong> niet op het land, maar zorgd<strong>en</strong> er<br />

alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> dat de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> die daar wel werkt<strong>en</strong> van et<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

drink<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>. Wat betreft de werkverdeling tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de akkerbouw is het opvall<strong>en</strong>d is dat het werk in de boomgaard<br />

<strong>en</strong> de tuin vaak door mann<strong>en</strong> werd verricht, terwijl de boerin aan deze<br />

werkzaamhed<strong>en</strong> leiding gaf. Die boerin werkte wel zelf mee in het huishoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bij de zuivel- <strong>en</strong> ciderbereiding, hoewel de meid<strong>en</strong> daarbij het zwaarste<br />

werk ded<strong>en</strong>. Haar man echter beperkte zich hoofdzakelijk tot leidinggev<strong>en</strong>. 16<br />

Aan het begin van de twintigste eeuw was die taakverdeling tuss<strong>en</strong> boer <strong>en</strong><br />

boerin nog niet veranderd; hij lijkt to<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> te zijn geweest op de grotere<br />

boer<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong>. 17<br />

Er bestond dus e<strong>en</strong> duidelijke taakverdeling tuss<strong>en</strong> boer <strong>en</strong> boerin, waarbij<br />

de eerste verantwoordelijk was <strong>voor</strong> alles wat op de akker gebeurde, inclusief<br />

de verzorging van de paard<strong>en</strong> – trekdier<strong>en</strong> die met de akker werd<strong>en</strong> geassocieerd<br />

– <strong>en</strong> de tweede <strong>voor</strong> het overige vee <strong>en</strong> het huishoud<strong>en</strong>. De man was verantwoordelijk<br />

<strong>voor</strong> de activiteit<strong>en</strong> die het meeste geld inbracht<strong>en</strong>, de vrouw<br />

16. De Hullu, Uit het lev<strong>en</strong>, 129, 135; Verhave <strong>en</strong> Verhave, Jan de Pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>knipper, 59-71.<br />

17. Van der Burg, ‘We hadd<strong>en</strong> altijd wat te do<strong>en</strong>’, 197-198.


Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 51<br />

<strong>voor</strong> het verzorg<strong>en</strong>de werk dat het bedrijf draai<strong>en</strong>de hield. Onderzoekers die<br />

zich hebb<strong>en</strong> beziggehoud<strong>en</strong> met de indeling <strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong> van het boer<strong>en</strong>erf<br />

<strong>en</strong> het verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zelfs geconstateerd dat die taakverdeling ook<br />

gepaard ging met e<strong>en</strong> ruimtelijke afgr<strong>en</strong>zing binn<strong>en</strong> het erf. Ze verdel<strong>en</strong> het<br />

erf in ‘<strong>voor</strong>’, het domein van de vrouw, met e<strong>en</strong> huishoudelijk karakter, <strong>en</strong><br />

‘achter’, het domein van de man, waar de economische activiteit<strong>en</strong> plaatsvond<strong>en</strong>.<br />

18 Voor Zeeland gaat dit echter niet helemaal op. Weliswaar gev<strong>en</strong> historische<br />

afbeelding<strong>en</strong> van boerderij<strong>en</strong> aan dat er inderdaad e<strong>en</strong> meer uitgesprok<strong>en</strong><br />

vrouwelijk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> mannelijk domein war<strong>en</strong>. Zo lag<strong>en</strong> bij het woonhuis altijd<br />

het bakhuis, de tuin <strong>en</strong> de boomgaard <strong>en</strong> lag de grote schuur met de mestvaalt<br />

veelal op <strong>en</strong>ige afstand daarvan. Maar er bestond ge<strong>en</strong> absolute scheiding<br />

tuss<strong>en</strong> beide domein<strong>en</strong>; op de woonhuiszolder werd graan opgeslag<strong>en</strong>, terwijl<br />

de vrouw<strong>en</strong> ook in de schuur kwam<strong>en</strong> om de koei<strong>en</strong> te melk<strong>en</strong>. Onderzoekers<br />

van boer<strong>en</strong>erv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk te weinig oog <strong>voor</strong> de sterke verweving van<br />

het huishoud<strong>en</strong> met het bedrijf op de boerderij<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong>.<br />

De zuivelbereiding betek<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> de boerinn<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> veel werk,<br />

maar leverde ze ook e<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>bron op. Het geld dat de verkoop van zuivel<br />

<strong>en</strong> eier<strong>en</strong> opbracht, hield<strong>en</strong> ze zelf. De opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> dus niet in de kas<br />

van het bedrijf terecht. Om deze red<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> in de bedrijfsboekhouding<strong>en</strong><br />

– die door de boer werd<strong>en</strong> bijgehoud<strong>en</strong> – ook nooit de opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van zuivelverkoop<br />

word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. De boerin gebruikte dit geld als huishoudgeld<br />

<strong>en</strong> wat ze overhield werd besteed aan kleding <strong>en</strong> luxegoeder<strong>en</strong> <strong>voor</strong> in huis.<br />

Het ging daarbij niet om <strong>en</strong>orme bedrag<strong>en</strong>, want 80 tot 90 proc<strong>en</strong>t van de<br />

inkomst<strong>en</strong> van het bedrijf kwam uit de verkoop van akkerbouwproduct<strong>en</strong>.<br />

Desondanks kon het inkom<strong>en</strong> uit de verkoop van zuivel <strong>en</strong> eier<strong>en</strong> in de achtti<strong>en</strong>de<br />

eeuw gemakkelijk tot <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong> guld<strong>en</strong>s per jaar oplop<strong>en</strong>. 19<br />

De regel dat de vrouw de inkomst<strong>en</strong> uit de zuivelverkoop zelf mocht houd<strong>en</strong>,<br />

werd zelfs gehandhaafd als er ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijke boerin was. Op e<strong>en</strong> boerderij<br />

bij Sluis, die tuss<strong>en</strong> 1740 <strong>en</strong> 1743 <strong>voor</strong> rek<strong>en</strong>ing van de weeskinder<strong>en</strong> van de<br />

overled<strong>en</strong> boer <strong>en</strong> boerin werd geëxploiteerd, werd het huishoud<strong>en</strong> in die<br />

jar<strong>en</strong> geleid door e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stmeid. Ook zij hield het geld uit de zuivelverkoop<br />

onder zich <strong>en</strong> gebruikte dat als huishoudgeld, alle<strong>en</strong> het batig saldo stortte ze<br />

in de kas van het bedrijf. Dat batig saldo – uit de verkoop van de zuivel van elf<br />

melkkoei<strong>en</strong> – bedroeg gemiddeld ruim 300 guld<strong>en</strong> per jaar. 20 Dat betek<strong>en</strong>t dat<br />

e<strong>en</strong> gemiddelde Zeeuwse boerin e<strong>en</strong> behoorlijk bedrag aan de aankoop van<br />

luxe spull<strong>en</strong> <strong>voor</strong> in huis kon bested<strong>en</strong>. De sterke to<strong>en</strong>ame van het bezit van<br />

luxegoeder<strong>en</strong> in Zeeuwse boer<strong>en</strong>woning<strong>en</strong> die in achtti<strong>en</strong>de eeuw kan wor-<br />

18. G.J. Bierema, ‘De Reesterv<strong>en</strong>. Van oase naar zelfbewust’ in: M.A.W. Gerding (ed.), Over<br />

de Reest. De gebouwde cultuur in het Reestdal. Van ingetog<strong>en</strong> naar zelfbewust (Zwolle 2002) 94.<br />

19. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 154, 231.<br />

20. Ibidem, 428.


52 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

d<strong>en</strong> geconstateerd – zoals klokk<strong>en</strong>, kabinett<strong>en</strong>, porselein – kan dus op het<br />

conto van de boerinn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>. 21 Doordat zij over eig<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong><br />

beschikt<strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> zij zelfstandig besliss<strong>en</strong> over de aankoop van zak<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> in huis.<br />

Hoewel dus de in economisch opzicht belangrijkste onderdel<strong>en</strong> van het<br />

boer<strong>en</strong>bedrijf tot het mannelijke domein gerek<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> boerinn<strong>en</strong><br />

zeker niet ondergeschikt (aan de mann<strong>en</strong> in het bedrijf). Ze hadd<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong><br />

tak<strong>en</strong>, waarvan e<strong>en</strong> deel ook inkomst<strong>en</strong> opleverde die ze naar eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong><br />

kond<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>. Dit systeem waarbij de vrouw de beschikking hield<br />

over de inkomst<strong>en</strong> uit de zuivelverkoop bestond ook in het aangr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>de gedeelte<br />

van Vlaander<strong>en</strong> <strong>en</strong> in del<strong>en</strong> van Engeland. 22 In Groning<strong>en</strong> was dit niet<br />

het geval; de boerinn<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> daar in de late achtti<strong>en</strong>de eeuw huishoudgeld<br />

uit de kas van het bedrijf. Over de besteding daarvan hield<strong>en</strong> ze soms e<strong>en</strong><br />

administratie bij. 23<br />

Helemaal gelijkwaardig war<strong>en</strong> boer <strong>en</strong> boerin overig<strong>en</strong>s niet. Dat blijkt uit<br />

het feit dat boerinn<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> of nooit zelfstandig e<strong>en</strong> bedrijf exploiteerd<strong>en</strong>. Bij<br />

onderzoek naar boer<strong>en</strong>families in West-Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> bleek dat er verschill<strong>en</strong>de<br />

weduwnaars <strong>en</strong> vrijgezell<strong>en</strong> war<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>bedrijf exploiteerd<strong>en</strong><br />

met behulp van e<strong>en</strong> huishoudster. Boerinn<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> boerderij uitbaatt<strong>en</strong><br />

zonder echtg<strong>en</strong>oot werd<strong>en</strong> echter vrijwel niet aangetroff<strong>en</strong>. Werd e<strong>en</strong><br />

boerin weduwe, dan hertrouwde ze binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar jaar of verliet ze de boerderij.<br />

Op <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong> bestudeerde gezinn<strong>en</strong> werd er slechts één gezin<br />

aangetroff<strong>en</strong> waarin de weduwe na het overlijd<strong>en</strong> van haar man het bedrijf<br />

gedur<strong>en</strong>de bijna 25 jaar <strong>voor</strong>tzette totdat haar zoon het overnam. 24 Mogelijk<br />

beschikt<strong>en</strong> de boerinn<strong>en</strong> in deze gevall<strong>en</strong> niet over voldo<strong>en</strong>de opleiding <strong>voor</strong><br />

zelfstandige bedrijfsvoering. Op Zeeuwse boer<strong>en</strong>bedrijv<strong>en</strong> werd in de achtti<strong>en</strong>de<br />

<strong>en</strong> vroege neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw e<strong>en</strong> uitgebreide administratie bijgehoud<strong>en</strong>.<br />

Boer<strong>en</strong>zoons werd<strong>en</strong> hierop <strong>voor</strong>bereid doordat ze leerd<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, boekhoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> met kaartboek<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> gebruikt om lon<strong>en</strong> te berek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

25 Voor boer<strong>en</strong>dochters werd dit k<strong>en</strong>nelijk niet noodzakelijk geoordeeld.<br />

E<strong>en</strong> indicatie daar<strong>voor</strong> levert de administratie van de dorpsschool te Groede. In<br />

1738 leerd<strong>en</strong> daar 45 leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>: 33 jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> slechts<br />

12 meisjes. De meisjes kwam<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al uit de gegoede midd<strong>en</strong>-<br />

21. Ibidem, 335.<br />

22. M.E.E. De Smet, ‘De verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> één-paard-boerderij’ in: A.M.J. de Kraker, H. Van<br />

Roy<strong>en</strong> <strong>en</strong> M.E.E. De Smet (eds.), Over d<strong>en</strong> Vier Ambacht<strong>en</strong> (Kloosterzande 1993) 300;<br />

S. Amuss<strong>en</strong>, An ordered society: g<strong>en</strong>der and class in early modern England (Oxford 1988) 68-69.<br />

23. IJ. Botke, Boer <strong>en</strong> heer. De ‘Groninger boer’ 1760-1960 (Ass<strong>en</strong> 2002) 77.<br />

24. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 273.<br />

25. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 217-218; Idem, ‘E<strong>en</strong> hofstede in de H<strong>en</strong>riëttepolder<br />

op Sint-Philipsland’ in: F. Beekman, e.a., (eds.), Werk<strong>en</strong> met Zeeuwse kaart<strong>en</strong>.<br />

Handleiding bij het gebruik van oude topografische kaart<strong>en</strong> (Utrecht 2002) 90-91.


klasse, er was maar e<strong>en</strong> drietal boer<strong>en</strong>dochters dat ook rek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

had geleerd. 26<br />

Ook in de Over-Betuwe was het ongebruikelijk dat e<strong>en</strong> boerin zelfstandig<br />

e<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>bedrijf leidde. Het kwam hier in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong>de eeuw<br />

weliswaar geregeld <strong>voor</strong> dat e<strong>en</strong> boerin de pacht van het bedrijf van haar overled<strong>en</strong><br />

man overnam, maar driekwart van deze vrouw<strong>en</strong> hertrouwde weer. 27 In<br />

Groning<strong>en</strong> echter, ev<strong>en</strong>als de Over-Betuwe <strong>en</strong> Zeeland e<strong>en</strong> gebied met <strong>voor</strong>al<br />

commerciële akkerbouw <strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd bedrijf, kwam het in de achtti<strong>en</strong>de eeuw<br />

wel degelijk <strong>voor</strong> dat boerinn<strong>en</strong> het bedrijf leidd<strong>en</strong> na het overlijd<strong>en</strong> van hun<br />

man <strong>en</strong> daar ook e<strong>en</strong> uitgebreide administratie van bijhield<strong>en</strong>. 28<br />

E<strong>en</strong> Zeeuws boer<strong>en</strong>bedrijf in de achtti<strong>en</strong>de eeuw was dus e<strong>en</strong> onderneming<br />

waarin boer <strong>en</strong> boerin beid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk afgebak<strong>en</strong>d eig<strong>en</strong> domein<br />

hadd<strong>en</strong>, waarbinn<strong>en</strong> zij leiding gav<strong>en</strong> zonder dat hun partner daar in principe<br />

veel zegg<strong>en</strong>schap over had. Het domein van de man was omvangrijker <strong>en</strong><br />

zeker in financieel opzicht belangrijker, maar ook de vrouw vervulde e<strong>en</strong> belangrijke<br />

functie binn<strong>en</strong> het bedrijf <strong>en</strong> beschikte over e<strong>en</strong> zekere mate van<br />

financiële zelfstandigheid.<br />

Boer<strong>en</strong>dochters werkt<strong>en</strong> in beginsel tot hun huwelijk op de ouderlijke<br />

boerderij. Normaal gesprok<strong>en</strong> trouwd<strong>en</strong> ze met e<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>zoon <strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

door dit huwelijk zelf e<strong>en</strong> boerin. 29 Het lev<strong>en</strong> van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> dochters van<br />

Zeeuwse boer<strong>en</strong> was zeker niet paradijselijk want ook zij moest<strong>en</strong> lang <strong>en</strong><br />

hard werk<strong>en</strong>, maar ze hadd<strong>en</strong> het materieel relatief goed <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het huishoud<strong>en</strong><br />

hadd<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> belangrijke positie. De rijkere boerinn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

ook aanzi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de dorpssam<strong>en</strong>leving. In notariële akt<strong>en</strong> uit de<br />

achtti<strong>en</strong>de eeuw werd<strong>en</strong> ze aangeduid als ‘Mejuffrouw’ <strong>en</strong> hun echtg<strong>en</strong>oot<br />

als ‘Monsieur’, waardoor ze erk<strong>en</strong>d werd<strong>en</strong> als led<strong>en</strong> van de gegoede midd<strong>en</strong>klasse.<br />

Arbeidersvrouw<strong>en</strong><br />

Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 53<br />

Rijke boer<strong>en</strong> <strong>en</strong> boerinn<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er echter niet zo veel <strong>en</strong> zelfs de groep boer<strong>en</strong><br />

als geheel was relatief klein. Op de Zeeuwse eiland<strong>en</strong> behoorde rond 1800<br />

25 proc<strong>en</strong>t van de hoofd<strong>en</strong> van huishoud<strong>en</strong>s tot de boer<strong>en</strong>klasse, in Zeeuws-<br />

Vlaander<strong>en</strong> zelfs minder dan 20 proc<strong>en</strong>t. Landarbeiders vormd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere<br />

26. W.P. Dezutter, ‘De leerling<strong>en</strong> van de school van de Nederduitse geme<strong>en</strong>te te Groede,<br />

1736-1738’, Bijdrag<strong>en</strong> tot de Geschied<strong>en</strong>is van West-Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> 23 (1995) 76.<br />

27. P. Brusse, Overlev<strong>en</strong> door ondernem<strong>en</strong>. De agrarische geschied<strong>en</strong>is van de Over-Betuwe<br />

1650-1850 (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1999) 178.<br />

28. Botke, Boer <strong>en</strong> heer, 77.<br />

29. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 281.


54 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

groep; zij maakt<strong>en</strong> bijna de helft van de hoofd<strong>en</strong> van huishoud<strong>en</strong>s uit. 30 In<br />

1848 telde het Zeeuwse platteland in totaal ruim 33.000 landarbeiders op e<strong>en</strong><br />

bevolking van 102.000. 31 Ongeveer de helft van die groep bestond uit vrouw<strong>en</strong>.<br />

Deze groep vrouwelijke landarbeiders had e<strong>en</strong> veel zwaarder bestaan dan de<br />

boerinn<strong>en</strong>.<br />

Zodra ze daar oud g<strong>en</strong>oeg <strong>voor</strong> war<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> van landarbeiders<br />

ingezet als arbeidskracht<strong>en</strong>. Nog omstreeks 1900 moest<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> van<br />

neg<strong>en</strong> à ti<strong>en</strong> jaar al bon<strong>en</strong> zaai<strong>en</strong> of vlas wied<strong>en</strong>. 32 Als landarbeidersdochters<br />

twaalf à derti<strong>en</strong> jaar war<strong>en</strong>, kond<strong>en</strong> ze als ‘kleine meid’ in di<strong>en</strong>st gaan op e<strong>en</strong><br />

boerderij. Ze kreg<strong>en</strong> daar kost <strong>en</strong> inwoning <strong>en</strong> vaak ook kleding <strong>en</strong> daarnaast<br />

e<strong>en</strong> vast jaarloon in geld. Ze werkt<strong>en</strong> in het huishoud<strong>en</strong>, hielp<strong>en</strong> bij de verzorging<br />

van het vee <strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> mee in de zuivelbereiding. Als ze wat ouder war<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dus zwaarder werk aankond<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer verantwoordelijkheid aan ze kon<br />

word<strong>en</strong> toevertrouwd, werd<strong>en</strong> ze ‘grote meid’ <strong>en</strong> ging<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk meer verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

‘Grote meid<strong>en</strong>’ op grotere bedrijv<strong>en</strong> war<strong>en</strong> gewoonlijk begin twintig<br />

jaar. 33<br />

Meid<strong>en</strong> moest<strong>en</strong>, net zoals trouw<strong>en</strong>s al het personeel op de boerderij, lang<br />

<strong>en</strong> hard werk<strong>en</strong>. Doordat ze op de boerderij woond<strong>en</strong>, stond<strong>en</strong> ze het hele<br />

etmaal onder controle van boer <strong>en</strong> boerin. Privacy was er niet, de meid<strong>en</strong> sliep<strong>en</strong><br />

zelfs gezam<strong>en</strong>lijk in e<strong>en</strong> bedstede in het opkamertje of op zolder. Aan de<br />

andere kant was de sociale afstand tuss<strong>en</strong> boer<strong>en</strong>gezin <strong>en</strong> inwon<strong>en</strong>d personeel<br />

zeker tot de tweede helft van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw niet groot. Familie <strong>en</strong> personeel<br />

gebruikt<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de maaltijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de avond<strong>en</strong> bracht<strong>en</strong> gezin, knecht<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> meid<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk door in de keuk<strong>en</strong>. Wel werd in sommige del<strong>en</strong> van<br />

Zeeland het standsverschil geacc<strong>en</strong>tueerd doordat alle<strong>en</strong> de gezinsled<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

het et<strong>en</strong> hun bord op tafel mocht<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> staan, terwijl meid<strong>en</strong> <strong>en</strong> knecht<strong>en</strong><br />

hun bord <strong>voor</strong> hun borst moest<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. 34<br />

Bij het huwelijk, gewoonlijk trouwd<strong>en</strong> meisjes op e<strong>en</strong> leeftijd van 25-30<br />

jaar, kwam er e<strong>en</strong> eind aan het bestaan als meid. Het jonge stel betrok dan e<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong> huisje of soms e<strong>en</strong> klein boerderijtje, e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd arbeidersplekje,<br />

met één à twee hectare land, e<strong>en</strong> koe <strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar vark<strong>en</strong>s. E<strong>en</strong> dergelijk arbeidersplekje<br />

was echter <strong>voor</strong>behoud<strong>en</strong> aan de welvar<strong>en</strong>dste arbeiders. In westelijk<br />

Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> beschikte in 1794 amper één op de vier arbeidershuis-<br />

30. J.L. van Zand<strong>en</strong>, De economische ontwikkeling van de Nederlandse landbouw in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de<br />

eeuw (1800-1914) (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1985) 43; Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam,<br />

34.<br />

31. Priester, Geschied<strong>en</strong>is, 485, 499.<br />

32. J. Zwemer, E<strong>en</strong> zekel om geit-et<strong>en</strong> te snieën. De geschied<strong>en</strong>is van de landarbeiders op Walcher<strong>en</strong><br />

1900-1940 (z.p. 1987) 51.<br />

33. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 174-175; De Hullu, Radcliff’s beschrijving,7,<br />

18; Priester, Geschied<strong>en</strong>is, 647.<br />

34. De Hullu, Uit het lev<strong>en</strong>, 127-128; Idem, Thomas Radcliff’s beschrijving, 27-28.


Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 55<br />

houd<strong>en</strong>s over e<strong>en</strong> koe. 35 De meeste arbeidersgezinn<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> het stell<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> vark<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> geit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> van de boer gehuurd stukje aardappelland.<br />

Het vertrek van de boerderij betek<strong>en</strong>de <strong>voor</strong> de arbeidersvrouw niet het<br />

eind van het boer<strong>en</strong>werk. Arbeidersvrouw<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> zoveel mogelijk mee om<br />

het door het lage loon van hun man karige gezinsinkom<strong>en</strong> aan te vull<strong>en</strong>. Als ze<br />

e<strong>en</strong> arbeidersplekje hadd<strong>en</strong>, zorgd<strong>en</strong> ze <strong>voor</strong> de beest<strong>en</strong> <strong>en</strong> het lapje grond terwijl<br />

hun man <strong>voor</strong> de boer werkte. Maar de meeste arbeidersvrouw<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong><br />

gewoon in loondi<strong>en</strong>st mee op de boerderij. Soms war<strong>en</strong> ze daartoe ook verplicht<br />

door de boer<strong>en</strong>. Als boer<strong>en</strong> op Walcher<strong>en</strong> in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw vaste<br />

arbeiders in di<strong>en</strong>st nam<strong>en</strong>, bedong<strong>en</strong> ze vaak dat ook de vrouw op het bedrijf<br />

moest meewerk<strong>en</strong>. Vooral ’s zomers hield dat in dat de zorg <strong>voor</strong> het huishoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> er vaak bij inschoot. 36 Neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de-eeuwse rapport<strong>en</strong> over<br />

de toestand van de landarbeiders bekritiseerd<strong>en</strong> de arbeidersvrouw<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s<br />

de gebrekkige opvoeding van hun kinder<strong>en</strong>. De sam<strong>en</strong>stellers van e<strong>en</strong> rapport<br />

uit 1849 moest<strong>en</strong> echter wel toegev<strong>en</strong> dat de werk<strong>en</strong>de moeder ‘meestal buit<strong>en</strong><br />

staat is om, met d<strong>en</strong> best<strong>en</strong> wil, daarin naar behoor<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>’. 37<br />

Uit bedrijfsboekhouding<strong>en</strong> van boer<strong>en</strong> blijkt dat arbeidersvrouw<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />

werd<strong>en</strong> ingezet tijd<strong>en</strong>s de piekseizo<strong>en</strong><strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>jaar <strong>en</strong> de zomer. In het<br />

<strong>voor</strong>jaar wiedd<strong>en</strong> ze onkruid <strong>en</strong> zaaid<strong>en</strong> ze peulvrucht<strong>en</strong>. Peulvrucht<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

in Zeeland met de hand op rij<strong>en</strong> gezaaid <strong>en</strong> dat was zo arbeidsint<strong>en</strong>sief dat<br />

er grote aantall<strong>en</strong> arbeidskracht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> nodig war<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de zomer werkt<strong>en</strong><br />

de vrouw<strong>en</strong> mee bij de oogst. Opvall<strong>en</strong>d is daarbij dat ze in Zeeland <strong>en</strong> op<br />

de Zuid-Hollandse eiland<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> het graan tot schov<strong>en</strong> bond<strong>en</strong> terwijl<br />

de mann<strong>en</strong> het graan maaid<strong>en</strong>, maar dat vrouw<strong>en</strong> ook zelf graan sned<strong>en</strong>. Dat<br />

gebeurde in andere del<strong>en</strong> van Nederland niet, omdat het graan daar werd gemaaid<br />

met de zicht, e<strong>en</strong> korte zeis, die te zwaar was om door vrouw<strong>en</strong> lange tijd<br />

te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehanteerd. In het zuidwest<strong>en</strong> werd het graan gesned<strong>en</strong><br />

met de sikkel, e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t waar vrouw<strong>en</strong> wel goed mee kond<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Er<br />

wordt zelfs wel aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de sikkel hier juist daarom in ere werd gehoud<strong>en</strong>,<br />

ondanks het feit dat met de zicht aanzi<strong>en</strong>lijk sneller kon word<strong>en</strong><br />

gewerkt. 38<br />

35. Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 49.<br />

36. Zwemer, E<strong>en</strong> zekel, 41.<br />

37. ‘Rapport naar aanleiding van e<strong>en</strong> ingesteld onderzoek omtr<strong>en</strong>t d<strong>en</strong> zedelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> materiël<strong>en</strong><br />

toestand der arbeid<strong>en</strong>de <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stbare bevolking t<strong>en</strong> platt<strong>en</strong> lande, uitgebragt op de<br />

Algeme<strong>en</strong>e Vergadering der Zeeuwsche Maatschappij van landbouw te Thol<strong>en</strong> d<strong>en</strong> 7d<strong>en</strong><br />

junij 1849’ in: J.L. van Zand<strong>en</strong>, (ed.), D<strong>en</strong> zedelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> materiël<strong>en</strong> toestand der arbeid<strong>en</strong>de<br />

bevolking t<strong>en</strong> platt<strong>en</strong> lande. E<strong>en</strong> reeks rapport<strong>en</strong> uit 1851 (Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 1991) 10,16.<br />

38. M. Jans<strong>en</strong>, ‘Ik was niet de <strong>en</strong>ige vrouw. Zeeuwse landarbeidsters in de tweede helft van<br />

de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw’, in: F. Backerra (ed.), Vrouw<strong>en</strong> van het land. Anderhalve eeuw plattelandsvrouw<strong>en</strong><br />

in Nederland (Zutph<strong>en</strong> 1989) 23. Er zijn echter ook wel andere red<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd, zie Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 167-168.


56 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

Doordat landarbeidsters alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de piekseizo<strong>en</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ingezet,<br />

war<strong>en</strong> ze economisch uiterst kwetsbaar. In teg<strong>en</strong>stelling tot veel mann<strong>en</strong> die<br />

vaste arbeider kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, hadd<strong>en</strong> landarbeidsters in de winter ge<strong>en</strong> werk<br />

op de boerderij. Ging het slecht in de landbouw, dan bezuinigd<strong>en</strong> de boer<strong>en</strong><br />

het eerst op de tijdelijke arbeidskracht<strong>en</strong>. Als deze vrouw<strong>en</strong> weduwe werd<strong>en</strong>,<br />

kond<strong>en</strong> ze alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het <strong>voor</strong>jaar <strong>en</strong> de zomer met <strong>en</strong>ige regelmaat werk<br />

vind<strong>en</strong>. Ook in Groning<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> vergelijkbaar landbouwsysteem, was er in<br />

winter <strong>en</strong> najaar ge<strong>en</strong> werk op het land <strong>voor</strong> deze vrouw<strong>en</strong>. Daar probeerd<strong>en</strong> ze<br />

’s winters rond te kom<strong>en</strong> door te spinn<strong>en</strong>, brei<strong>en</strong> of kler<strong>en</strong> te wass<strong>en</strong>. 39 Ook in<br />

Zeeland werd<strong>en</strong> zulke strategieën wel gevolgd; de volkstelling van het Vrije<br />

van Sluis uit 1748 meldt bij arbeidersweduw<strong>en</strong> regelmatig dat ze uit wass<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

schoonmak<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> of naaiwerk ded<strong>en</strong>. 40 Was dat allemaal niet voldo<strong>en</strong>de,<br />

dan resteerde de bedeling. Snel hertrouw<strong>en</strong> was de beste oplossing, maar <strong>voor</strong><br />

oudere vrouw<strong>en</strong> was dat niet e<strong>en</strong>voudig, zeker niet als ze ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

die kond<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo kond<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan het gezinsinkom<strong>en</strong>. In de<br />

volkstelling van 1748 werd<strong>en</strong> arbeidersweduw<strong>en</strong> zonder kinder<strong>en</strong> als arm aangemerkt,<br />

maar weduw<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong> die ‘haar kost weerd’ war<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> als<br />

minder arm beschouwd. 41 Over het algeme<strong>en</strong> behoord<strong>en</strong> landarbeidersweduw<strong>en</strong><br />

tot de allerarmst<strong>en</strong> in de plattelandssam<strong>en</strong>leving. De sociaal-economische<br />

verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de twee groep<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> die in de landbouw werkt<strong>en</strong><br />

– boerinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> landarbeidsters – war<strong>en</strong> dus zeer groot.<br />

Verandering of continuïteit<br />

Het hier<strong>voor</strong> geschetste beeld is gebaseerd op bronn<strong>en</strong> uit de periode 1700-<br />

1850. Aanwijzing<strong>en</strong> dat er in die tijd wez<strong>en</strong>lijke verandering<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijn<br />

opgetred<strong>en</strong> in de rol van vrouw<strong>en</strong> in de Zeeuwse landbouw zijn daarin niet<br />

aangetroff<strong>en</strong>. Grote verandering<strong>en</strong> zijn ook niet waarschijnlijk omdat in dit<br />

tijdvak de agrarische bedrijfsvorm in de regio ge<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong><br />

onderging. Werkelijk diepgaande verandering<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zich hier hebb<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>gedaan in de late Middeleeuw<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> het bedrijfstype met het acc<strong>en</strong>t op<br />

relatief grootschalige commerciële akkerbouw <strong>en</strong> daarnaast bescheid<strong>en</strong> zuivelproductie<br />

is ontstaan. 42<br />

Dit wil niet zegg<strong>en</strong> dat er <strong>voor</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de Zeeuwse landbouw in de<br />

Vroegmoderne Tijd niets veranderde. Zo zal de int<strong>en</strong>sivering van de land-<br />

39. R.F.J. Paping, Voor e<strong>en</strong> handvol stuivers. Werk<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> bested<strong>en</strong>: de lev<strong>en</strong>sstandaard<br />

van boer<strong>en</strong>, arbeiders <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>standers op de Groninger klei, 1770-1860 (Groning<strong>en</strong> 1995) 101.<br />

40. za, Vrije van Sluis inv.nrs. 582 <strong>en</strong> 583.<br />

41. Ibidem.<br />

42. E. Tho<strong>en</strong>, ‘Zeeuwse landbouw <strong>en</strong> Vlaamse landbouw vanaf de Middeleeuw<strong>en</strong>: antipod<strong>en</strong><br />

of continuïteit?’, Nehal<strong>en</strong>nia 126 (2000) 8-19.


Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 57<br />

bouw, die hier vanaf omstreeks 1670 plaatsvond in reactie op dal<strong>en</strong>de graanprijz<strong>en</strong>,<br />

ook gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad <strong>voor</strong> de vraag naar arbeid van vrouw<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> groter acc<strong>en</strong>t op arbeidsint<strong>en</strong>sieve gewass<strong>en</strong> als meekrap <strong>en</strong> bon<strong>en</strong> – bij<br />

het laatste vanwege het zaai<strong>en</strong> op rij<strong>en</strong> – <strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht <strong>voor</strong><br />

grondbewerking <strong>en</strong> onkruidbestrijding bij de graanteelt zull<strong>en</strong> de werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />

<strong>voor</strong> landarbeidsters hebb<strong>en</strong> verruimd. 43 Jammer g<strong>en</strong>oeg is er nog te<br />

weinig bek<strong>en</strong>d over de concrete gevolg<strong>en</strong> hiervan. Het weinige dat bek<strong>en</strong>d is<br />

over de ontwikkeling van de lon<strong>en</strong> lijkt erop te duid<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> er in dat<br />

opzicht niet echt op <strong>voor</strong>uit ging<strong>en</strong>. De lon<strong>en</strong> die door de Zeeuwse boer<strong>en</strong><br />

betaald werd<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> van de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de tot in de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw stabiel<br />

<strong>en</strong> slechts onderhevig aan lichte conjuncturele schommeling<strong>en</strong>. 44 Als vrouw<strong>en</strong><br />

van de int<strong>en</strong>sivering profiteerd<strong>en</strong>, dan was dat doordat de werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />

to<strong>en</strong>am, niet doordat ze hogere lon<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong>. Wie er in elk geval niet van<br />

profiteerd<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> de inwon<strong>en</strong>de di<strong>en</strong>stmeid<strong>en</strong>; hun lon<strong>en</strong> lag<strong>en</strong> rond 1850<br />

zelfs duidelijk lager dan aan het begin van de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw. 45 De oorzaak<br />

van die daling is <strong>voor</strong>alsnog onbek<strong>en</strong>d. Er bestond<strong>en</strong> dus wel fluctuaties in het<br />

aanbod van werk <strong>voor</strong> vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoogte van de lon<strong>en</strong>, maar er kwam niet<br />

veel verandering in de positie die zij op het boer<strong>en</strong>bedrijf innam<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong><br />

was er e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de wijziging in de bedrijfsvoering vereist <strong>en</strong> die deed zich<br />

in Zeeland in de achtti<strong>en</strong>de eeuw niet <strong>voor</strong>.<br />

E<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de wijziging in de bedrijfsvoering in de Zeeuwse landbouw<br />

voltrok zich wel aan het eind van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw. Hoewel dat dus buit<strong>en</strong><br />

de in dit artikel behandelde periode valt, is het toch zinvol om het hier aan de<br />

orde te stell<strong>en</strong>. Inzicht in de ingrijp<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> in de bedrijfsvoering<br />

ton<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de arbeid van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>, maar laat ook<br />

zi<strong>en</strong> dat de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke verandering niet passief onderging<strong>en</strong>.<br />

Integ<strong>en</strong>deel, zij kond<strong>en</strong> zich met succes verzett<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> die<br />

<strong>voor</strong> h<strong>en</strong> nadelig uitviel<strong>en</strong>.<br />

Eind neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw kwam<strong>en</strong> in Nederland de coöperatieve zuivelfabriek<strong>en</strong><br />

op. Het bereid<strong>en</strong> van boter of kaas werd daardoor verplaatst van de<br />

boerderij naar de fabriek. Voor de Zeeuwse boerinn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>de het, dat zij<br />

niet langer de beschikking zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> over de inkomst<strong>en</strong> van de door h<strong>en</strong>zelf<br />

bereide <strong>en</strong> verkochte boter. Deze verandering betek<strong>en</strong>de dus e<strong>en</strong> sterke<br />

ondermijning van hun zelfstandigheid. Het is opvall<strong>en</strong>d dat de zuivelindustrie<br />

zich in Zeeland uiterst langzaam heeft ontwikkeld. In 1912 werd in Zeeland<br />

slechts acht proc<strong>en</strong>t van alle boter in fabriek<strong>en</strong> bereid, terwijl het landelijke<br />

gemiddelde to<strong>en</strong> maar liefst 75 proc<strong>en</strong>t bedroeg. 46 Voor de rijkszuivelcon-<br />

43. Priester, Geschied<strong>en</strong>is, 355; Van Cruyning<strong>en</strong>, Behoud<strong>en</strong>d maar buigzaam, 131, 146.<br />

44. Priester, Geschied<strong>en</strong>is, 96, 98.<br />

45. Ibidem, 105.<br />

46. Ibidem, 264.


58 » Piet van Cruyning<strong>en</strong><br />

sul<strong>en</strong>t C. Zwagerman was de oorzaak van die trage ontwikkeling duidelijk aan<br />

te wijz<strong>en</strong>. De Zeeuwse boerin zou ‘niet gaarne het geld <strong>voor</strong> de huishouding<br />

van de mann<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>, omdat de controle op hare uitgav<strong>en</strong> haar minder<br />

aang<strong>en</strong>aam zou zijn’, zo schreef hij in 1908. 47 Met andere woord<strong>en</strong>: zij hield<strong>en</strong><br />

de ontwikkeling<strong>en</strong> in de zuivelindustrie teg<strong>en</strong> omdat deze nadelige gevolg<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hun zelfstandige positie.<br />

Het is waarschijnlijk dat zelfs op de fokrichting in de Zeeuwse rundveehouderij<br />

boerinn<strong>en</strong> invloed uitoef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> omdat ze <strong>voor</strong>keur gav<strong>en</strong> aan rass<strong>en</strong><br />

die veel melk produceerd<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> vleesrass<strong>en</strong>. 48 Met hun verzet slaagd<strong>en</strong> ze er<br />

tot aan de Eerste Wereldoorlog in om hun eig<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>bron veilig te stell<strong>en</strong>.<br />

Eerst daarna lijk<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de opvatting<strong>en</strong> over de rol van de vrouw als<br />

huisvrouw <strong>en</strong> moeder ertoe te hebb<strong>en</strong> geleid dat zij niet langer vasthield<strong>en</strong> aan<br />

de boterbereiding op de boerderij. In elk geval ton<strong>en</strong> deze bijzondere ontwikkeling<strong>en</strong><br />

in de Zeeuwse rundveehouderij opnieuw aan dat de boerinn<strong>en</strong> hier<br />

ge<strong>en</strong> ondergeschikte positie innam<strong>en</strong> in het landbouwbedrijf.<br />

Conclusie<br />

Er is tot nu toe ge<strong>en</strong> systematisch onderzoek gedaan naar vrouw<strong>en</strong>arbeid in de<br />

Nederlandse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw. Dat geldt eig<strong>en</strong>lijk ook <strong>voor</strong><br />

Zeeland, maar uit de bestaande studies kan <strong>voor</strong> deze provincie wel e<strong>en</strong> beeld<br />

word<strong>en</strong> geconstrueerd van de positie die vrouw<strong>en</strong> hier in het boer<strong>en</strong>bedrijf<br />

innam<strong>en</strong>. Het blijkt dat er hier in de eerste plaats e<strong>en</strong> diepe kloof bestond tuss<strong>en</strong><br />

de sociaal-economische positie van boerinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> landarbeidsters.<br />

De minderheid van relatief welvar<strong>en</strong>de boerinn<strong>en</strong> had e<strong>en</strong> sterke positie in<br />

het landbouwbedrijf. Ze hadd<strong>en</strong> er hun eig<strong>en</strong> duidelijk afgebak<strong>en</strong>de terrein,<br />

bestaande uit huishoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> zuivelbereiding, waarbinn<strong>en</strong> zij zelf leiding gav<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> hun man niet tuss<strong>en</strong>beide kwam. Ze hadd<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> inkomst<strong>en</strong>bron<br />

uit de verkoop van boter, die zij aan het eind van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw met succes<br />

wist<strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de opkom<strong>en</strong>de boterfabriek<strong>en</strong>. Er rijst e<strong>en</strong> beeld<br />

op van welvar<strong>en</strong>de, zelfbewuste vrouw<strong>en</strong> die zich de kaas niet van het brood liet<strong>en</strong><br />

et<strong>en</strong>. Daarbij moet wel word<strong>en</strong> bedacht dat de hier onderzochte bronn<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>al het meer welgestelde deel van de boer<strong>en</strong>klasse betreff<strong>en</strong>. Op kleinere,<br />

minder welvar<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong> kan de situatie anders zijn geweest.<br />

Het beeld dat oprijst van de landarbeidsters is hier bijna diametraal aan<br />

teg<strong>en</strong>gesteld. Tot hun huwelijk behoord<strong>en</strong> ze als di<strong>en</strong>stmeid tot de vaste kern<br />

van arbeidskracht<strong>en</strong> op de boerderij. Daarna echter werd hun positie marginaal.<br />

Alle<strong>en</strong> bij het zaai<strong>en</strong> <strong>en</strong> wied<strong>en</strong> in het <strong>voor</strong>jaar <strong>en</strong> bij de oogst in de zomer<br />

47. Geciteerd in Priester, Geschied<strong>en</strong>is, 265.<br />

48. Ibidem, 266.


war<strong>en</strong> ze als tijdelijke arbeidskracht<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st op het boer<strong>en</strong>bedrijf. Werk als<br />

vast arbeider was <strong>voor</strong> vrouw<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>, dat was gereserveerd <strong>voor</strong> mann<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s hun huwelijk moest<strong>en</strong> ze werk op het land combiner<strong>en</strong> met de<br />

zorg <strong>voor</strong> huishoud<strong>en</strong>, kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleinvee, wat niet altijd goed lukte. Verlor<strong>en</strong><br />

ze hun man, dan werd hun situatie precair, zeker als ze ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

die de kost kond<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

In dit artikel is e<strong>en</strong> beeld gegev<strong>en</strong> van arbeidsters <strong>en</strong> boerinn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

gebied met relatief grote akkerbouwbedrijv<strong>en</strong>. Door de grote variatie in de<br />

Nederlandse landbouw zegt dat weinig <strong>voor</strong> andere del<strong>en</strong> van het land. De positie<br />

van vrouw<strong>en</strong> op kleine gem<strong>en</strong>gde bedrijv<strong>en</strong> op de zandgrond, in de tuinbouw<br />

of op middelgrote veehouderijbedrijv<strong>en</strong> zal weer heel anders zijn geweest.<br />

Ook over Zeeland wet<strong>en</strong> we nog niet alles, bij<strong>voor</strong>beeld over de gevolg<strong>en</strong><br />

die de introductie van arbeidsint<strong>en</strong>sieve teelt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad <strong>voor</strong> de<br />

vraag naar arbeid van vrouw<strong>en</strong>. Buit<strong>en</strong> Zeeland ded<strong>en</strong> zulke ontwikkeling<strong>en</strong><br />

zich ook <strong>voor</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld de introductie van de tabaksteelt in Utrecht <strong>en</strong> Gelderland<br />

in de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw. Ook dat moet gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad <strong>voor</strong> de<br />

rol van vrouw<strong>en</strong> in het bedrijf. Mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> speeld<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

roll<strong>en</strong> in het landbouwbedrijf <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in dat bedrijf hadd<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

beide seks<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong>. Dit punt is in de agrarische geschiedschrijving<br />

in Nederland nog niet veel aan bod gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> laat daarom e<strong>en</strong><br />

groot aantal vrag<strong>en</strong> op<strong>en</strong>.<br />

Over de auteur<br />

Vrouw<strong>en</strong>arbeid in de Zeeuwse landbouw in de achtti<strong>en</strong>de eeuw » 59<br />

Piet van Cruyning<strong>en</strong> is als onderzoeker verbond<strong>en</strong> aan de Leerstoelgroep<br />

Agrarische Geschied<strong>en</strong>is van Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Universiteit <strong>en</strong> aan de Stichting<br />

Historisch Boerderij-Onderzoek in Arnhem.<br />

E-mail: piet.vanCruyning<strong>en</strong>@wur.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!