21.09.2013 Views

Uit de Zwolse Courant - Mijn Stad Mijn Dorp

Uit de Zwolse Courant - Mijn Stad Mijn Dorp

Uit de Zwolse Courant - Mijn Stad Mijn Dorp

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rechtbank Zwolle<br />

1-1-1850 Bekendmaking<br />

Ten gevolge van me<strong>de</strong><strong>de</strong>elingen aan <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rgeteeken<strong>de</strong>n toegekomen, blijft het Openbaar<br />

Ministerie te Amsterdam aandringen op <strong>de</strong> opsporing <strong>de</strong>r Bankbiljetten vermeld bij<br />

Bekendmaking in dit Dagblad van <strong>de</strong>n 11 December j.l. No. 99, doch is het grootste aantal <strong>de</strong>r<br />

geldswaar<strong>de</strong>n en goe<strong>de</strong>ren aangewezen in No. 104 van dit Dagblad van <strong>de</strong>n 28sten December<br />

j.l. als te Ley<strong>de</strong>n ontvreemd, bereids in han<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Justitie geraakt, zoodat van <strong>de</strong> laatst<br />

bedoel<strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren alleen nog vermist blijven één Bankbiljet N. 399; 26 Januarij 11848 groot<br />

f.100,-, één Dito Nr. 952 13 Januarij 1847 groot f.60,- en één <strong>de</strong>r<strong>de</strong> No. 933, 24 Januarij 1848<br />

groot f. 40,-. Voorts ruim f.150,- aan diverse specien, benevens 36 Tiengul<strong>de</strong>nstukken en één<br />

ou<strong>de</strong> geran<strong>de</strong> Driegul<strong>de</strong>n.<br />

Van <strong>de</strong>zen diefstal wordt me<strong>de</strong> verdacht Samuel Jochems van <strong>de</strong>r Vel<strong>de</strong> veeltijds zich<br />

noemen<strong>de</strong> Jacob Benjamins, geb. Appingedam <strong>de</strong>n 20 April 1801; lang 1 el 5 palm 8 duim,<br />

met ovaal aangezigt, gezon<strong>de</strong> kleur, bruin haar, blon<strong>de</strong> wenkbraauwen, ros van baard,<br />

blaauwe oogen, grooten en geboogen neus, gewone mond, bree<strong>de</strong> kin, eene wrat aan <strong>de</strong> regter<br />

wang bij dd neus, laatst gewoond hebben<strong>de</strong> te Amsterdam, Israëlitisch koopman<br />

De Officier van Justitie bij <strong>de</strong> Arrondissementsregtbank te Zwolle<br />

Nepveu<br />

Oproeping<br />

De Schul<strong>de</strong>ischers in het Faillissement van Gerrit Jan ten Tije (….) wor<strong>de</strong>n opgeroepen om te<br />

verschijnen ter Raadskamer <strong>de</strong>r Arrondissementsregtbank te Zwolle (…..)<br />

8-1-1850<br />

Men schrijft uit Utrecht van 4 Januarij:<br />

Naar wij vernemen zal op Dinsdag <strong>de</strong>n 8 <strong>de</strong>zer voor het Provinciaal Geregtshof eene<br />

regtszaak dienen, welke wegens haren gansch buitengewoonen loop <strong>de</strong> opmerkzaamheid van<br />

het regtsgeleerd publiek verdiend<br />

(Het betreft een rechtszaak tegen <strong>de</strong> <strong>Zwolse</strong> koopman W. Ul<strong>de</strong>rink wegens valse aangifte<br />

tegen <strong>de</strong> <strong>Zwolse</strong> Commissaris van Politie. Het gevolg: 3 vonnissen van rechtbank, 5 arresten<br />

Gerechtshof, 3 arresten Hoge Raad)<br />

Pleit die cumulatie van uitspraken in eene corretionnele zaak voor onze wijze van proce<strong>de</strong>ren<br />

in strafzaken? (….)<br />

15-1-1850<br />

Arrondissementsregtbank te Zwolle<br />

Op <strong>de</strong>n 3 Januarij 1850 zijn <strong>de</strong> navolgen<strong>de</strong> personen veroor<strong>de</strong>eld:<br />

W.K te Zwolle, wegens het slaan van een magistraatspersoon in en ter gelegenheid van <strong>de</strong><br />

waarneming zijner bediening, tot eene gevangenisstraf van twee jaren<br />

H.V. te Ol<strong>de</strong>markt, wegens eenvoudige diefstal, tot eene gevangenisstraf van 14 dagen<br />

J.V. te Steenwijkerwold, ter zake van het moedwillig toebrengen van slagen, tot gevangenis<br />

van twee maan<strong>de</strong>n geldboete van acht gul<strong>de</strong>n<br />

J.J. te Steenwijkerwold, wegens eenvoudige diefstal, tot zes maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf<br />

L.M. en H.L. te Steenwijkerwold, als voren, ie<strong>de</strong>r tot 14 dagen gevangenisstraf<br />

J.H. te Ol<strong>de</strong>markt, wegens poging tot eene eenvoudige diefstal, tot 14 dagen gevangenisstraf<br />

Benevens elf personen ter zake van be<strong>de</strong>larij, tot gevangenis van twaalf dagen en opzending<br />

naar het be<strong>de</strong>laarsgesticht<br />

1


Zitting van <strong>de</strong>n 10 Januarij 1850<br />

K.V.P., A.G., K.v.d. L. en J.P. <strong>de</strong> K. te Ambt Vollenhove, wegens vernieling van afsluiting,<br />

<strong>de</strong> eerste in eene geldboete van 10 gul<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> overige ie<strong>de</strong>r in een geldboete van vijf<br />

gul<strong>de</strong>n.<br />

L.K. te Willemsoord, wegens moedwillig toebrengen van slagen, tot een gevangenisstraf van<br />

eene maand, geldboete van acht gul<strong>de</strong>n<br />

J.G. te Zwolle, ter zake als voren en hoon, tot eene gevangenisstraf van acht dagen, geldboete<br />

van acht gul<strong>de</strong>ns<br />

H.B. te Zwolle, wegens vernieling van afsluiting, in eene geldboete van tien gul<strong>de</strong>n<br />

Benevens vijf personen ter zake van be<strong>de</strong>larij, tot eene gevangenisstraf van twaalf dagen, met<br />

opzending naar het be<strong>de</strong>laarsgesticht.<br />

Zijn<strong>de</strong> tevens allen in <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> respective procedures veroor<strong>de</strong>eld.<br />

18-1-1850<br />

Rechtbank veroor<strong>de</strong>lingen:<br />

-diefstal: 1 mnd<br />

-vernieling plus: 8 dagen en f.3,-<br />

“Men verneemt dat morgen <strong>de</strong>n 29 Januarij, voor het Provinciaal Geregtshof alhier, zal teregt<br />

staan zekere (…)<strong>de</strong>rik van Dijk, laatstelijk in <strong>de</strong>ze stad woonachtig en het beroep van<br />

metselaar uitoefenen<strong>de</strong>;-beschuldigd van niet min<strong>de</strong>r dan zes gekwalificeer<strong>de</strong> diefstallen,<br />

éénen eenvoudigen diefstal en van twee keeren poging te hebben aangewend om uit <strong>de</strong><br />

gevangenis, waar hij wettig was ge<strong>de</strong>tineerd, te ontvluchten (….) toen gecon<strong>de</strong>mneer<strong>de</strong> tot te<br />

pronkstelling, brandmerk en confinement voor <strong>de</strong> tijd van vijf jaren, welke straf door <strong>de</strong><br />

Koninklijke gena<strong>de</strong> werd veran<strong>de</strong>rd in eene correctionele gevangenisstraf voor <strong>de</strong>n tijd van<br />

zes maan<strong>de</strong>n. Het tegenwoordig proces toont echter, hoezeer <strong>de</strong> beschuldig<strong>de</strong> zich die<br />

Koninklijke gunst heeft onwaardig gemaakt, daar hij in <strong>de</strong> maand July 1849 ontslagen uit <strong>de</strong><br />

gevangenis te Zwolle zich onmid<strong>de</strong>llijk we<strong>de</strong>r tot het bedrijven <strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerpelijke<br />

diefstallen heeft overgegeven, en reeds in <strong>de</strong> maand Augustus aanvolgen<strong>de</strong> we<strong>de</strong>r gevangen<br />

zat”<br />

1-2-1850<br />

Vonnissen Arrrondissementsgerecht Zwolle:<br />

-vernieling plus: 1 mnd + f.25,- + f.3,-<br />

-vernieling: 1 mnd + f.25,-<br />

-dito<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: 14 dagen<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: 6 dagen<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: f.3,-<br />

-dito<br />

-diefstal: 14 dagen<br />

-dito<br />

-be<strong>de</strong>larij: 12 dagen + opzending<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-sneeuwbal gooien: f.1,-<br />

-i<strong>de</strong>m<br />

-sneeuw gegooid: f.1,-<br />

-schel<strong>de</strong>n: f.1,-<br />

2


8-2-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-veewet: f.3,-<br />

-i<strong>de</strong>m<br />

15-2-1850<br />

Vonnissen rechtbank<br />

-hoon: f.25,-<br />

-be<strong>de</strong>len: 12 dgn + opzending<br />

-hoon plus: 1 dag+ f.8,- + f.1,-<br />

-turffrau<strong>de</strong>: f.200,-<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: f.3,-<br />

-mishan<strong>de</strong>ling 1 mnd + f.8,-<br />

-i<strong>de</strong>m<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: 8dgn<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: f.3,-<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-jachtwet f.20,-<br />

-sneeuwbal gooien: 1,-<br />

-laster: f.2,50<br />

-schel<strong>de</strong>n: f.2,-<br />

22-2-1850<br />

Vonnissen rechtbank<br />

-loterijwet f.10,-<br />

-diefstal: 6 mnd<br />

-mishan<strong>de</strong>ling plus: 8 mnd + f.25,- + f.8,-<br />

-dienstplichtwet f.25,-<br />

-be<strong>de</strong>larij: 12 dgn + opzending<br />

Vonnissen kantongerec ht<br />

-onbevoegd brug geopend: f. 3,-<br />

-veewet: f.3,-<br />

-i<strong>de</strong>m<br />

-ijkwet: f.5,-<br />

8-3-11850<br />

Vonnissen rechtgbank<br />

-belediging ambtenaar: f.25,-<br />

-dienstplichtwet: 1 mnd<br />

-10 personen be<strong>de</strong>len: 12 dgn + op;zending<br />

-diefstal: 3 mnd<br />

-diefstal plus landlopen: 5 jaren<br />

12-3-1850<br />

<strong>Uit</strong>gebrei<strong>de</strong> en ingewikkel<strong>de</strong> dagvaarding door <strong>Zwolse</strong> <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r E. Neuteboom<br />

3


19-3-1850<br />

Berichtje over rechtsgeding of N.V. Verbetering Zwolsche Diep al of niet tol mag heffen<br />

(uitspraak 17 April)<br />

22-3-1850<br />

Vonnissen rechtbank<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: f.3,-<br />

-diefstal: 1 mnd<br />

-be<strong>de</strong>len: 12 dgn + opzending<br />

29-3-1850<br />

Een lang stuk over <strong>de</strong> conclusies van <strong>de</strong> OvJ in het proces van een schippersweduwe tegen <strong>de</strong><br />

NV Verbetering Zwolsche Diep over <strong>de</strong> tolheffing<br />

Vonnissen rechtbank<br />

-9 personen be<strong>de</strong>len : 12 dgn + opzending<br />

-vernieling plus: 1 mnd + f.8u,-<br />

-mishan<strong>de</strong>ling ambtenaar: 6 mnd<br />

5-4-1850<br />

“Bekendmaking”<br />

Oproep van <strong>de</strong> PG voor examen aspiranten notarisambt. Deze advertentie komt regelmatig<br />

voor.<br />

Vonnissen rechtbank<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: 8 dgn<br />

-hoon: f.8,-<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: 8 dgn<br />

-hoon: f.8,-<br />

-schel<strong>de</strong>n +: 4 dgn<br />

12-4-1850<br />

“Dinsdag j.l. bergaf <strong>de</strong> Heer Regter Commissaris Baron Bentinck vergezeld van <strong>de</strong>n Griffier<br />

benevens <strong>de</strong>n heer Substituut Officier <strong>de</strong>zer Regtbank zich naar Zwartsluis, ten ein<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoek te doen naar <strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>lingen die er zou<strong>de</strong>n gepleegd zijn tegen <strong>de</strong>n geregtelijke<br />

bewaar<strong>de</strong>r van een schip hetwelk wegens niet betaling van tol op het Zwolsche Diep was in<br />

beslag genomen.<br />

Het schijnt daarbij te zijn gebleken dat <strong>de</strong> bewaar<strong>de</strong>r na een oogenblik het schip vrijwillig te<br />

hebben verlaten, ten ein<strong>de</strong> zich te Zwartsluis in eene naburige herberg te begeven, van daar<br />

door eenen grooten hoop volks is verdrongen en weggestooten, daar men hem niet in <strong>de</strong><br />

gemeente wil<strong>de</strong> dul<strong>de</strong>n; dat hij daarop in een huis is gevlugt, en dat hij hetzelve verlaten<br />

hebben<strong>de</strong> toen men verzekerd had hem geen kwaad te zullen doen door <strong>de</strong> menigte naar <strong>de</strong>n<br />

Hasselterdijk is voortgedreven, alwaar hij door <strong>de</strong> policie is ontzet gewor<strong>de</strong>n.<br />

Het blijkt uit het vorenstaan<strong>de</strong>, dat het <strong>de</strong>zer dagen gegeven berigt in het Han<strong>de</strong>lsblad, zoo in<br />

<strong>de</strong> voorstelling <strong>de</strong>r daadzaken als in <strong>de</strong> aanwijzing per persoon onnauwkeurig is. De Justitie<br />

doet ijverige nasporingen naar <strong>de</strong> bedrijvers van <strong>de</strong> gepleeg<strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>lingen”<br />

4


19-4-1850<br />

“Bij een zeer gemotiveerd vonnis van <strong>de</strong> Arrondissements Regtbank te Zwolle van woensdag<br />

j.l. is <strong>de</strong> eisch van <strong>de</strong> weduwe Gort c.s. tegen <strong>de</strong> Naamlooze Maatschappij tot Verbetering van<br />

het Zwolsche Diep ontgzegd gewor<strong>de</strong>n; en is daarbij hoofdzakelijk beslist dat <strong>de</strong> Koninklijke<br />

besluiten uit kracht waarvan <strong>de</strong> tol geheven wordt behoorlijk zijn afgekondigd, en dat <strong>de</strong><br />

Koning volkomen bevoegd is om tollen te leggen op een openbaar vaarwater”<br />

30-4-1850<br />

Arrondissementsrechtbank vond geen aanwijzingen om <strong>de</strong> Directie <strong>de</strong>r Brievenposterij te<br />

vervolgen. Er was door Commissaris van Politie aanklacht ingediend bij het OM.<br />

Zeer uitgebrei<strong>de</strong> dagvaarding door <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r bij het Kantongerecht J. Voetelink.<br />

Gedagvaard wordt een schipper die geen tol had betyaald op het <strong>Zwolse</strong> Diep.<br />

3-5-12850<br />

Weer een uitgebrei<strong>de</strong> dagvaarding als boven<br />

10-5-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-veewet: f.1,-<br />

-id.<br />

-gokwet: f.3,-<br />

-schel<strong>de</strong>n plus: 1 dag+f,3,-+f.2,50<br />

-vreem<strong>de</strong>lingenwet: f.3,-<br />

17-5-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-boterwet f.5,-<br />

-milieu: f.1,-<br />

-horecawet: f.3,-<br />

-belediging: f.2,50<br />

24-5-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-nalatigheid f.2,-<br />

-hon<strong>de</strong>nkar: f. 18,-<br />

-vaarwet: f.3,-<br />

-id.<br />

28-5-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-v eewet f.1,-<br />

-id.<br />

-belediging plus: f.6,-<br />

-id.<br />

-vreem<strong>de</strong>lingenwet plus: f.3,- + f.1,-<br />

5


7-6-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-boterwet: f.3,-<br />

-horecawet f.3,-.<br />

-gemeentelijke wet f.1,-<br />

-milieu: f.1,-<br />

-id.<br />

-id.<br />

19-7-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-gokwet: f.25,-<br />

-nalatigheid f.5,-<br />

2-8-1850<br />

Vonnissen kantongerecht<br />

-onvoorzichtigheid f.3,-<br />

-veewet f.3,-<br />

-schel<strong>de</strong>n f.2,50<br />

-4 personen burengerucht: f.5,50 elk<br />

9-8-1850<br />

Kantongerecht<br />

-veewet f.1,-<br />

-ijkwet f.5,-<br />

-2 pers. milieu f.2,-<br />

-laster f.2,50<br />

16-8-1850<br />

Kantongerecht<br />

-marktwet f.3,-<br />

-nalatigheid f.f.25,- (<strong>de</strong> boete gaat naar <strong>de</strong> armen van Zwolle)<br />

-nalatigheid f.10,-<br />

-boterwet f.5,,-<br />

-stropen f.20,-<br />

-laster f.2,50<br />

22-10-1850<br />

Verslag van <strong>de</strong> zitting van <strong>de</strong> Hoge Raad inzake het conflict over het heffen van tol op het<br />

Zwolsche Diep (uitspr. 22-11 a.s.)<br />

1-11-1850<br />

Kantongerecht<br />

-boterwet f.5,-<br />

id.<br />

-id.<br />

-id.<br />

-schel<strong>de</strong>n f.2,50<br />

-horeca f.7,-<br />

6


8-11-1850<br />

Kantongerecht<br />

-veewet f.3,-<br />

-veewet f.1,-<br />

-id.<br />

-id. f.3,-<br />

-id.<br />

22-11-11850<br />

Arrondissementsgerecht<br />

-mishan<strong>de</strong>ling: 4 dgn<br />

-diefstal (recidive) 5 jr<br />

-mishan<strong>de</strong>ling 4 dgn<br />

-mishan<strong>de</strong>ling f.8,-<br />

-belediging agent f.16,-<br />

-18 pers. be<strong>de</strong>len: 12 dgn. + opzending<br />

Kantongerecht<br />

-boterwet f.5,-<br />

-dierenwet f.2,-<br />

-belediging f.5,50<br />

schel<strong>de</strong>n f,1-<br />

-id.<br />

-id.<br />

-id. f.2,-<br />

26-11-1850<br />

<strong>Uit</strong>spraak Hoge Raad in conflict over tolheffing Zwolsche Diep: vonnis <strong>Zwolse</strong> rechtbank<br />

wordt overeind gehou<strong>de</strong>n.<br />

29-11-1850<br />

Kantongerecht<br />

-schel<strong>de</strong>n f.2,50<br />

-laster f.2,50<br />

-id.<br />

-vuurwerk f.1,-<br />

6-12-1850<br />

Arrondissementsgerecht<br />

-hoon 8,-<br />

-diefstal 3 mnd<br />

-bedreiging 1 mnd<br />

-diefstal 8 dgn<br />

-id.<br />

-id. 4 dgn<br />

-id.<br />

-hoon 8,-<br />

-diefstal 8 dgn<br />

-belediging agent f.8,-<br />

7


-3 pers diefstal 8 dgn<br />

-diefstal 3 wkn<br />

-laster 3 dgn<br />

-12 pers. be<strong>de</strong>len: 12 dgn. + opzending<br />

Kantongerecht<br />

-ijkwetr f.,-<br />

-gemeentewet f.1,-<br />

-id. 1,-<br />

-milieu f.1,-<br />

-id.<br />

-3 pers. wapenwet f.1,-<br />

13-12-1850<br />

Arr.gerecht<br />

-diefstal 8 dgn<br />

-id.<br />

-id.<br />

-id.<br />

-mishan<strong>de</strong>ling plus 3 mnd + f.8,-+f.25,-<br />

-oplichting 1 jr + 25,-<br />

-diefstal 5 jr.<br />

Kantongerecht<br />

-schel<strong>de</strong>n 2,50<br />

-id.<br />

stadskeur f.1,-<br />

20-12-1850<br />

Kantongerecht<br />

-verkeer f.1,-<br />

-stadskeur 1,-<br />

-schel<strong>de</strong>n f.2,50<br />

27-12-1850<br />

Kantongerecht<br />

-schel<strong>de</strong>n f.2,50<br />

-jachtwet 20,-<br />

-2 pers. vuurwerk f.1,-<br />

-veewet f.1,50<br />

-id. 1<br />

-id.<br />

-id.<br />

1860<br />

2-1-1860<br />

“Het provinciaal geregtshof in Overijssel heeft bij arrest van gisteren <strong>de</strong> openbare<br />

teregtstelling voor dat Hof bevolen van B. Drost, logementshou<strong>de</strong>r te Hasselt en gelast dat hij<br />

inmid<strong>de</strong>ls in hechtenis zal blijven”<br />

8


Kantonrechter<br />

-diefstal 3 dgn<br />

4-1-1860<br />

“Het Provinciaal Geregtshof in Overijssel heeft gisteren uitspraak gedaan in <strong>de</strong> zaak van <strong>de</strong><br />

Gereformeer<strong>de</strong> Gemeente te Almelo, tegen A.F. Graaf van Rechteren Limpurg te Ambt<br />

Almelo, betrekkelijk <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ring van een uitgang in rogge uit <strong>de</strong> erve Hinneveld gaan<strong>de</strong>, en<br />

zoo het schijnt in vroegere jaren aan <strong>de</strong> gemeente jaarlijks betaald.<br />

Het Hof heeft geheel overeenkomstig <strong>de</strong> conclusiën van <strong>de</strong>n procureur-generaal (zie nr. 114<br />

<strong>de</strong>zer <strong>Courant</strong>) met vernietiging van het appel, het vonnis van <strong>de</strong> Regtbamk te Almelo <strong>de</strong>n 9<br />

December 1857 bekrachtigd, met veroor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> appelante in <strong>de</strong> kosten in hooger beroep<br />

gevallen”<br />

9-1<br />

Provinciaal Gerechtshof<br />

2 kolonisten veroor<strong>de</strong>eld wegens diefstal met geweld (recidive) tot resp. 8 jr en 6jr tuchthuis.<br />

Advertentie wegens executieverkoop door <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r W.L. Voetelink<br />

Arrondissementsgereecht<br />

-belediging ambtenaar en majesteitsschennis 2 jr + f.16,-<br />

id. f.16,-<br />

-schennis 11 wkn + f.8,-<br />

diefstal 3 mnd<br />

-diefstal 8 dgn<br />

- 2x mishan<strong>de</strong>ling 1 mnd + f.8,-<br />

-frau<strong>de</strong> f.50,-<br />

-be<strong>de</strong>len 4 dgn<br />

-id.<br />

-id. 4 dgn + opzending<br />

16-1-1860<br />

“He<strong>de</strong>n morgen werd on<strong>de</strong>r toeloop van eene menigte volks, voor het prov. Geregtshof te<br />

Overijssel behan<strong>de</strong>ld het appel door Ph. Kropveld te Zwolle, ingesteld tegen het vonnis <strong>de</strong>r<br />

Regtbank te Zwolle d.d. 1 December 1859. Na het hooren van 5 getuigen, en van <strong>de</strong>n<br />

beklaag<strong>de</strong>, bekwam <strong>de</strong> heer Advocaat Generaal het woord, die zich grooten<strong>de</strong>els refereren<strong>de</strong><br />

aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> uitspraak van het vonnis van <strong>de</strong>n eersten Regter <strong>de</strong> bevestiging van dat<br />

vonnis heeft gerequireerd, met uitzon<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r boeten, welke hij tot op ééne geldboete van<br />

f.100,- wil<strong>de</strong> vermin<strong>de</strong>ren. De beklaag<strong>de</strong> zich vervolgens zelf ver<strong>de</strong>digen<strong>de</strong>, begon die<br />

ver<strong>de</strong>diging in dichtmaat, waartegen <strong>de</strong> heer Advocaat Generaal da<strong>de</strong>lijk opkwam, waarna <strong>de</strong><br />

beklaag<strong>de</strong> verzekeren<strong>de</strong>, dat zijne op dichtmaat geschrevene ver<strong>de</strong>diging geenszins <strong>de</strong><br />

achtbaarheid <strong>de</strong>r justitie zou schen<strong>de</strong>n, noch in strijd zou<strong>de</strong> zijn met <strong>de</strong> wet. Het hof heeft<br />

daarop <strong>de</strong> voortzetting <strong>de</strong>r ver<strong>de</strong>diging van <strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> in an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n gelast, waarna<br />

hij verklaar<strong>de</strong> dan <strong>de</strong> zaak aan <strong>de</strong>n Hoogen Raad <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n te zullen on<strong>de</strong>rwerpen, en<br />

geene an<strong>de</strong>re ver<strong>de</strong>diging te hebben (….)”(uitspraak 21-1-1860)<br />

Arrondissementsgerecht<br />

-diefstal f.5,-<br />

-belediging ambtenaar f.16,-<br />

-id. met verzet 1 mnd<br />

9


-mishan<strong>de</strong>ling 1 mnd + f.8,-<br />

-id. 8 dgn<br />

-mishan<strong>de</strong>ling 3 dgn<br />

-geweld, hoon, laster 8 dgn + f.3,-+f.3,-+f.3,-<br />

-mishan<strong>de</strong>ling 1 dg<br />

-hoon f.8,-<br />

-be<strong>de</strong>len 1 dg<br />

-3 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

18-1-1860<br />

Voor <strong>de</strong> rechter-commissaris van instructie zijn opgeroepen <strong>de</strong> commissaris <strong>de</strong>r nachtwakers,<br />

4 nachtwakers en <strong>de</strong> stadsarts iu.v.m. <strong>de</strong> dood van J. <strong>de</strong> Roos op het politiebureau<br />

23-1-1860<br />

<strong>Uit</strong>spraak van het provinciaal Gerechtshof tegen Ph. Kropveld :<br />

wegens <strong>de</strong> laster tegen <strong>de</strong> koopman Jonas Hijman Polak: 6 mnd + f.100,-, ontzetting voor 5 jr<br />

uit <strong>de</strong> burgerrechten en vrijspraak voor <strong>de</strong> hoon.<br />

Arr.gerecht<br />

-veewet f. 25,- + 3 dgn<br />

-id.<br />

-diefstal 1 mnd<br />

id. 14 dgn<br />

-mishan<strong>de</strong>lingh 8 dgn<br />

-id. f.5,-<br />

-id.<br />

-id. 3 dgn<br />

-laster f.16,-<br />

-4 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

-mishan<strong>de</strong>ling f.25,-<br />

-belediging van ambtenaar f.16,-<br />

-3 voudig geweld 2 mnd en 3x f.6,-<br />

-geweld en vernieling 1 mnd + 3x f.8,-<br />

-geweld 4 dgn + opzending<br />

1-2-1860<br />

“Naar men verneemt heeft <strong>de</strong> voormalige <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r Lughten te Kampen, na zijne<br />

verwij<strong>de</strong>ring uit Kampen, zich op Belgisch grondgebied schuldig gemaakt aan opligting,<br />

waarvoor hij door <strong>de</strong> Regtbank te Antwerpen <strong>de</strong>n 3 Januarij 1860 tot 3 maan<strong>de</strong>n<br />

gevangenisstraf is verwezen. Na het on<strong>de</strong>rgaan dier gevangenisstraf zal hij waarschijnlijk aan<br />

het Ne<strong>de</strong>rlandsch Gouvernement wor<strong>de</strong>n uitgeleverd, ten ein<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n teregt gesteld voor<br />

<strong>de</strong> alhier hem ten laste geleg<strong>de</strong> misdaad van verduistering van gel<strong>de</strong>n, hem in zijne betrekking<br />

van <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r toevertrouwd”<br />

3-2-1860<br />

“J.l. Dinsdag werd voor het Prov. Geregtshof behan<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> zaak van Berend Drost te Hasselt,<br />

beschuldigd van bedrieglijke bankbreuk door (…..)”<br />

10


6-2-1860<br />

“Het provinciaal geregtshof in Overijssel heeft he<strong>de</strong>n in eene algemene verga<strong>de</strong>ring<br />

vereenigd, tot <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> regtbank te Zwolle, ter standplaats Kampen, benoemd Pieter<br />

Meijboom, tot dusver <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r te Zwolle, in plaats van A.J.M. Lughten, van dat ambt<br />

ontzet”<br />

“Men verneemt dat <strong>de</strong> heer Ph. Kropveld te Zwolle, welke onlangs door <strong>de</strong> regtbank te<br />

Zwolle, bevestigd bij arrest van het Provinciaal Geregtshof in Overijssel, ter zake van laster<br />

(….) voorshands <strong>de</strong> wijk heeft genomen naar Lon<strong>de</strong>n”<br />

Arr.gerecht<br />

-diefstal 6 dgn<br />

geweld 1 mnd + f.8,-<br />

-id.<br />

-geweld 1 dg<br />

-laster f.10,-<br />

geweld f.5,-<br />

-belediging ambtenaar f.16,-<br />

-geweld f. 25,-<br />

-3 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

8-2-1860<br />

<strong>Uit</strong>spraak tegen B. Drost Hasselt: 1 jr<br />

Arr.gerecht<br />

-mishan<strong>de</strong>ling 1 mnd + f.8,-<br />

-diefstal 6 dgn<br />

-id.<br />

-id. 1 mnd<br />

-oplichting 2 ½ jar<br />

-diefstal en be<strong>de</strong>len 6 mnd + opzending<br />

-nalatigheid f.10,-<br />

-6 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

13-2-1860<br />

Kantongerecht<br />

-verkeer f.10,-<br />

-contractbreuk f.10,-<br />

-id.<br />

-verkeer f.10,-<br />

15-2-1860<br />

Arr.gerecht<br />

-diefstal 3,-<br />

-schennis 1 mnd<br />

-mishan<strong>de</strong>ling f.1,-<br />

-id. 8 dgn<br />

-belediging ambtenaar 1 mnd<br />

-5 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

11


20-2-1860<br />

Kantongerecht<br />

-verkeer f.3,-<br />

-onvoorzichtigheid f.1,-<br />

-milieu f.1,-<br />

-id.<br />

-milieu f.10,-<br />

-stadskeur f.3,-<br />

-horecawet 3 pers. f.3,-<br />

-vuurwapenwet f.3,-<br />

Arr.gerecht<br />

-6 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

-diefstal 1 mnd<br />

-diefstal 3 mnd<br />

-diefstal 14 dgn<br />

-id.<br />

-id.<br />

-id.<br />

-mishan<strong>de</strong>ling 14 dgn<br />

-mishan<strong>de</strong>ling f.10,-<br />

-id.<br />

-3 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn + opzending<br />

27-2-1860<br />

“Men verneemt dat <strong>de</strong> beken<strong>de</strong> zaak van Philip Kropveld te Zwolle, schrijver van het<br />

toneelstukje Jonas <strong>de</strong> bankroetier op Maandag <strong>de</strong>n 5 Maart voor <strong>de</strong>n Hoogen Raad zal<br />

dienen”<br />

27-2-1860<br />

Prov. gerechtshof<br />

-diefstal met geweld 8 jr. tuchthuis<br />

id. 6 jr tuchthuis<br />

-laster 6 mnd + f.100,-+ontzetting burgerrechten voor 5 jr<br />

-diefstal 8 dgn<br />

-id.<br />

-id<br />

-diefstal 5 jr tuchthuis<br />

Kantongerecht<br />

-vaarwet f.10,-<br />

-veewet 1 dg<br />

-id.<br />

-visserijwet f.3,-<br />

-veewet f.4,-<br />

29-2-1860<br />

Het Provinciaal gerechtshof heeft geoor<strong>de</strong>eld dat <strong>de</strong> beschuldigingen tegen <strong>de</strong> voormalige<br />

<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r A.J.M. Lughten niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> strafwet vallen , maar nieuwe beschuldigingen<br />

dienen on<strong>de</strong>rzocht te wor<strong>de</strong>n.<br />

12


Het provinciaal gerechtshof heeft <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>rs benoemd:<br />

-D. van <strong>de</strong>n Berg (in <strong>de</strong> plaats van Meijboom die naar Kampen is verplaatst)<br />

-A.C. van Oorschot (in <strong>de</strong> plaats van <strong>de</strong> ontslagen J. Hoen<strong>de</strong>rs)<br />

7-3-1860<br />

“Den 5 Maart is voor <strong>de</strong>n Hoogen Raad <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n, kamer van strafzaken, behan<strong>de</strong>ld <strong>de</strong><br />

zaak van Philip Kropveld te Zwolle, tegen een arrest van het provinciaal geregtshof in<br />

Overijssel, waarbij is bevestigd een vonnis van <strong>de</strong> arrond.-regtbank van Zwolle hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

zijns veroor<strong>de</strong>ling tot gevangenisstraf van 6 maan<strong>de</strong>n, geldboete van f.100,- enz., als schrijver<br />

van het toneelstukje Jonas <strong>de</strong> Bankroetier of <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van een ou<strong>de</strong>n schelm. De<br />

adv.gen. Karseboom heeft geconclu<strong>de</strong>erd tot verwerping van het beroep. <strong>Uit</strong>spraak is bepaald<br />

op <strong>de</strong>n 20 Maart e.k.”<br />

9-3-1860<br />

“De Arrondissements Regtbank alhier heeft bij vonnis van he<strong>de</strong>n, J.S.W., aannemer wonen<strong>de</strong><br />

te Genemui<strong>de</strong>n schuldig verklaard aan diefstal van lood (….) van <strong>de</strong>n kerk en <strong>de</strong>n toren te<br />

Genemui<strong>de</strong>n en (….) veroor<strong>de</strong>eld tot gevangenisstraf van twee jaren”<br />

Arrondissementsgerecht<br />

-D.K.G., 43 jaar, gemeenteveldwachter van Nieuwleusen en T.D., vrouw van R.N. te<br />

Steenwijk, wor<strong>de</strong>n vrijgesproken van openbare schennis <strong>de</strong>r eerbaarheid (maar <strong>de</strong> OvJ gaat in<br />

hoger beroep)<br />

-laster 1 mnd + f.25,-<br />

-hoon f.8,-<br />

-vernieling f.7,50<br />

-5 pers. be<strong>de</strong>len 4 dgn. + opzending<br />

14-3-1860<br />

Kantongerecht<br />

-milieu f.3,-<br />

-verkeer f.3,-<br />

-horeca f.3,-<br />

-veewet f.3,-<br />

-jachtwet f.10,- + f.10,-<br />

-horecawet 3,-<br />

-id.<br />

-vuurwapenwet f.3,-<br />

-lawaai f.3,-<br />

-id.<br />

19-3-1860<br />

De zaak tegen <strong>de</strong> ex-<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r A.J.M. Lughten wordt verwezen naar het Provinciaal<br />

gerechtshof<br />

De arrondissementsrechtbank heeft uitspraak gedaan tegen H. Grafhorst, een jongen van 16t<br />

jaar die per ongeluk een jongen heeft doodgeschoten en een an<strong>de</strong>r verwond: 3 mnd + f.25,- +<br />

f.8,-<br />

13


Arrondissementsgerecht<br />

-verkeer f.10,-<br />

-id.<br />

-4 pers. diefstal : 87 dgn.<br />

-mishan<strong>de</strong>ling f.10,-<br />

-hoon en schel<strong>de</strong>n f.8,- + f.2,50<br />

-2 pers. be<strong>de</strong>len: 4 dgn + opzending<br />

Kantongerecht<br />

-verkeer f.3,-<br />

-ijkwet f.3,-<br />

-nalatigheid f.10,-<br />

verkeer f.10,--diefstal 6 dgn<br />

-verkeer f.3,-<br />

-lawaai f.3,-<br />

-id.<br />

-horeca f.3,-<br />

26-3-1860<br />

De ex-<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r A.J.M. Lughten is voor het provinciaal gerechtshof vrijgesproken van alle<br />

rechtsvervolging.<br />

Kantongerecht<br />

-9 x verkeer: 9 x f.10,-<br />

verkeer f.10,-<br />

-sneeuwbal gooien f.3,-<br />

-horeca f.3,-<br />

-horeca f.3,-<br />

30-3-1860<br />

Het arr.gerecht heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin iemand iets gebouwd had daar waar<br />

het niet mocht.<br />

2-4-1860<br />

Prov. gerechtshof<br />

-geweld tegen politie 2 mnd<br />

-id. 1 mnd<br />

-bedrieglijke bankbreuk 1 jaar<br />

-bedreiging 5 jr<br />

-id.<br />

4-4-1860<br />

Het Prov. gerechtsholf heeft achter gesloten <strong>de</strong>uren het hoger beroep behan<strong>de</strong>ld tegen <strong>de</strong><br />

veldwachter D.K.G.. De advocaat-generaal eist 3 mnd + f.8,-/f.100,-. De veldwachter en <strong>de</strong><br />

vrouw ontkennen<br />

11-4-1860<br />

De veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> Philip Kropveld is voortvluchtig en opsporing wordt verzocht<br />

14


13-4-1860<br />

Veldwachter D.K.G. en T.D., huisvrouw van R.N. te Steenwijk, wor<strong>de</strong>n in hoger geroep toch<br />

veroor<strong>de</strong>eld wegens schennis met elkaar <strong>de</strong>r openbare eerbaarheid. 4 mnd voor hem, 3 mnd<br />

voor haar en elk f.8,- boete.<br />

20-4-1860<br />

“He<strong>de</strong>n stond voor <strong>de</strong> Regtbank alhier te regt G.v.H., oud 23 jaren, breidster wonen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

Zwolle, thans ge<strong>de</strong>tineerd in het huis van Burgerlijke en Militaire verzekering. Deze<br />

beklaag<strong>de</strong> had geduren<strong>de</strong> eenigen tijd haar werk gemaakt, om kin<strong>de</strong>ren die voor hunne ou<strong>de</strong>rs<br />

winkelwaren haal<strong>de</strong>n, het daarvoor bestem<strong>de</strong> geld door aller han<strong>de</strong> bedrieglijke mid<strong>de</strong>len te<br />

ontnemen. Onlangs was zij op een avond twee kin<strong>de</strong>ren van 8 à 10 jaren tegengekomen aan<br />

wie zij vroeg om dubbeltje te wisselen; <strong>de</strong> argelooze wichtjes geen kwaad vermoe<strong>de</strong>n<strong>de</strong>,<br />

wil<strong>de</strong>n haar verlangen voldoen, toen <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> in het voorschoot van een <strong>de</strong>r kleinen<br />

greep, en daaruit met geweld zich het daarin bevin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> geld nam en zich verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. De<br />

beklaag<strong>de</strong> heeft ter teregtzitting hare schuld bele<strong>de</strong>n. Het Openbaar Ministerie requireer<strong>de</strong> tot<br />

schuldig verklaring en tot veroor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> tot eene cellulaire gevangenisstraf<br />

van zes maan<strong>de</strong>n (…) “<br />

23-4-1860<br />

“In het begin van dit jaar kwam te Wanneperveen een persoon, die zich uitgaf als waterdoctor<br />

en aan verschillen<strong>de</strong> landlie<strong>de</strong>n als zoodanig geneesmid<strong>de</strong>len verkocht. On<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>ren had hij<br />

aan <strong>de</strong>n landbouwer K. Heerink voorgesteld diens zieke vrouw binnen vier dagen te genezen,<br />

waarop hij een halve flesch azijn heeft laten halen en daarin een wit poe<strong>de</strong>r gedaan en<br />

omgeschud, zeggen<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> zikeke daarvan driemaal daags een eijerlepeltje moest gebruiken<br />

voor welk mid<strong>de</strong>l hij zich f.6,- heeft doen betalen. Bij zekeren landbouwer Hoorn heeft hij<br />

een mid<strong>de</strong>l tegen lintworm verkocht, bestaan<strong>de</strong> in een fleschje raapolie met hetzelf<strong>de</strong> witte<br />

poe<strong>de</strong>r vermengd, waarvoor hij zich f.3,- heeft laten betalen. De brigadier rijksveldwachter<br />

Alblas te Zwartsluis heeft daarop <strong>de</strong> ongenoodig<strong>de</strong>n waterdoctor aangehou<strong>de</strong>n en aan <strong>de</strong><br />

Justitie overgeleverd en jl Don<strong>de</strong>rdag door <strong>de</strong> regtbank alhier wegens opligting is veroor<strong>de</strong>eld<br />

tot eene gevangenisstraf van twee jaren, in twee geldboeten van f.25,- en <strong>de</strong> kosten. Volgens<br />

opgave <strong>de</strong>r beklaag<strong>de</strong> ter teregtzitting, zou hij reeds vroeger wegens <strong>de</strong>rgelijke feiten bij<br />

verschillen<strong>de</strong> regtbanken tot gevangenisstraf van drie jaren en min<strong>de</strong>r zijn veroor<strong>de</strong>eld<br />

geweest”<br />

Verslagje van een civiele procedure van een koopman tegen Mr. E.J.E. over geleverd<br />

zilvergoed zon<strong>de</strong>r keurmerken.<br />

2-5-1860<br />

Verslagje van het hoger beroep bij het Prov. Gerechtshof in <strong>de</strong> zak J.S. <strong>Uit</strong>erwijk wegens<br />

diefstal van lood uit <strong>de</strong> kerk en toren te Genmui<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>de</strong> zaak rond Jonas <strong>de</strong> bankroetier blijkt niet alleen <strong>de</strong> schrijver veroor<strong>de</strong>eld te zijn,<br />

getuige het volgen<strong>de</strong>:<br />

7-5-1860<br />

“Z.M. heeft bij besluit van 26 April 1860 No. 57 goedgevon<strong>de</strong>n en verstaan: tot op acht dagen<br />

te vermin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> gevangenisstraf van eene maand, en kwijtschelding te verlenen van <strong>de</strong><br />

bei<strong>de</strong> geldboeten elk van een hon<strong>de</strong>rd gul<strong>de</strong>n waartoe Willem Fre<strong>de</strong>rik Zweers te Zwolle, bij<br />

vonnis <strong>de</strong>r arrondissementsregtbank te Zwolle van <strong>de</strong>n 1 December 1859 ter zake van laster<br />

en hoon is veroor<strong>de</strong>eld.<br />

15


Men zal zich herinneren dat <strong>de</strong>ze veroor<strong>de</strong>ling voortvloeit uit het drukken en versprei<strong>de</strong>n van<br />

het toneelstukje Jonas <strong>de</strong> bankroetier, terwijl <strong>de</strong> hoofdda<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> schrijver, zich voortdurend in<br />

Engeland ophoudt, en zich aan <strong>de</strong> nasporingen <strong>de</strong>r justitie onttrekt”<br />

9-5-1860<br />

Het Provinciaal Gerechtshof heeft een voordracht van 3 met name genoem<strong>de</strong> personen<br />

gemaakt voor <strong>de</strong> opvolging van <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>n <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r J.C. Koeroo<br />

14-5-1860<br />

“(….)Er wor<strong>de</strong>n wekelijks door <strong>de</strong> regtbank te Zwolle 20 à 30 personen wegens be<strong>de</strong>larij<br />

veroor<strong>de</strong>eld, waaron<strong>de</strong>r verschei<strong>de</strong>ne die nog geene vijf dagen te voren zijn ontslagen<br />

gewor<strong>de</strong>n”<br />

1-6-1860<br />

“Het getal rondzwerven<strong>de</strong> be<strong>de</strong>laars vermin<strong>de</strong>rt nog geenszins; he<strong>de</strong>n zijn er we<strong>de</strong>rom 25<br />

veroor<strong>de</strong>eld, die allen in het laatst van <strong>de</strong> vorige week en het begin van <strong>de</strong>ze week zijn<br />

aangehou<strong>de</strong>n”<br />

(De belaster<strong>de</strong> Jonas uit het toneelstukje was <strong>de</strong> firma Jonas Heijman Polak, een<br />

manufacturenzaak in <strong>de</strong> Roggenstraat , volgens advertentie. Mogelijk in dit verband een<br />

advertentie op 4-6 van ene M.J. Polak, Hoek Vischpoortenplas, waarin <strong>de</strong>ze waarschuwt dat<br />

on<strong>de</strong>r zijn naam spullen in Zwolle wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n)<br />

11-6-1860<br />

Maar liefst 32 be<strong>de</strong>laars veroor<strong>de</strong>eld tot 4 dgn en opzending<br />

Het valt op dat voor <strong>de</strong> kantonrechter relatief vaak diligence-me<strong>de</strong>werkers terecht staan, o.a.<br />

van van Gend en Loos, wegens allerlei overtredingen (geen licht voeren, te hoog gela<strong>de</strong>n<br />

etc.). Allemaal vergrijpen tegen het mogelijk eerste verkeersreglement: “Reglement op <strong>de</strong><br />

dienst <strong>de</strong>r openbare mid<strong>de</strong>len van vervoer te lan<strong>de</strong>”..<br />

4-7-1860<br />

De zaak tegen G. van Dijk kwam voor het Prov. Gerechtshof (valsheid in geschrifte) Eis: 5 tot<br />

10 jaar gevangenis en 12 x f.50,- boete. <strong>Uit</strong>spraak 11-7: 5 jaar tuchthuis en 12 x f.50,- boete.<br />

23-7-1860<br />

“Op aanstaan<strong>de</strong> dinsdag zal voor het Provinciaal Geregtshof in Overijssel, behan<strong>de</strong>ld wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> zaak van Hendrik Koopman, van Hoogeveen, thans in hechtenis te Zwolle, beschuldigd<br />

van in eene herberg <strong>de</strong>n kastelein met een mes zoodanig te hebben verwond in <strong>de</strong> borst, dat<br />

<strong>de</strong>ze eenigen tijd later is overle<strong>de</strong>n. Ter <strong>de</strong>zer zake voor het provinciaal gerechtshof te<br />

Drenthe teregt gestaan hebben<strong>de</strong>, is hij <strong>de</strong>swege schuldig verklaard aan manslag, en<br />

veroor<strong>de</strong>eld tot 15 jaren tuchthuisstraf. Tegen dit arrest heeft <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> zich in cassatie<br />

voorzien, met dat gevolg dat het hof van Drenthe door <strong>de</strong>n Hoogen Raad is vernietigd, en <strong>de</strong><br />

zaak tot een nieuw on<strong>de</strong>rzoek is verwezen naar het provinciaal geregtshof in Overijssel.<br />

Veertien getuigen zijn in <strong>de</strong>ze zaak gedagvaard, zullen<strong>de</strong> <strong>de</strong> beschuldig<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n bijgestaan<br />

door <strong>de</strong>n heer Mr. J. Thiebout, advocaat te Zwolle”<br />

(uitspraak: 10 jaar tuchthuis)<br />

16


27-7-1860<br />

“De Arrondissements Regtbank, heeft in <strong>de</strong> procedure van <strong>de</strong> stad Zwolle tegen <strong>de</strong> heer<br />

Schaepman, over wegruiming van het uitsteken<strong>de</strong> getimmerte van gedaag<strong>de</strong>s woning, boven<br />

<strong>de</strong> groote Aa alhier, op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n, als in <strong>de</strong> procedure tegen <strong>de</strong>n heer van Cleeff, bij<br />

vonnis van he<strong>de</strong>n, aan <strong>de</strong> stad Zwolle als jure publico eigenaresse van <strong>de</strong> grote Aa, hare<br />

vor<strong>de</strong>ring toegewezen, en mitsdien <strong>de</strong> amotie bevolen van het bedoel<strong>de</strong> uitstek, met<br />

veroor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>n gedaag<strong>de</strong> tot vergeoding van kosten scha<strong>de</strong>n en interessen”<br />

9-8-1860<br />

“Bij bevelschrift van <strong>de</strong> Arrondissementsregtbank te Zwolle, is <strong>de</strong> zaak tegen J.J. Boers,<br />

trijpwever te Kampen, thans ge<strong>de</strong>tineerd, verwezen naar <strong>de</strong>n heer Procureur Generaal bij het<br />

Provinciaal Geregtshof in Overijssel, op grond dat er genoegzame bezwaren bestaan dat <strong>de</strong><br />

beklaag<strong>de</strong>: 1. op 18 Maart 1860, door gebruik making van <strong>de</strong> door hem geschreven<br />

handteekening van H. ter Stege, door <strong>de</strong>n winkelier Bruns te Kampen zich heeft doen ter hand<br />

stellen eenige ellen laken 2 e op zeven verschillen<strong>de</strong> tijdstippen, on<strong>de</strong>r het valsche voorgeven<br />

van te komen namens <strong>de</strong> Heer Gallé te Kampen, zich bij <strong>de</strong>nzelf<strong>de</strong>n winkelier,<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne partijtjes laken heeft doen afgeven, ter waar<strong>de</strong> van circa f.86,- 3 e op 24 Mei<br />

1860, valschelijk voorgeven<strong>de</strong> te koemen namens <strong>de</strong> dienstmeid van <strong>de</strong>n heer Gall, zich heeft<br />

doen ter handstellen bij <strong>de</strong>n goud- en zilverkasthou<strong>de</strong>r Topfer te Kampen, twee paar gou<strong>de</strong>n<br />

oorbellen ter waar<strong>de</strong> van f.25,-. Alle welke goe<strong>de</strong>ren en voorwerpen, hij ten eigen bate heeft<br />

aangewend, weerloos gemaakt en verduisterd”<br />

(uitspraak in krant 21-9: 5 jaar tuchthuis, 2 x f.50,- , 8 x f.25,-)<br />

Opvallen<strong>de</strong> items uit het verslag van <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank, zitting 2-8-1860:<br />

“8. B.J.C. te Staphorst ter zake van <strong>de</strong>n burgerlijken stand voltrekken van het huwelijk van<br />

een min<strong>de</strong>rjarige zon<strong>de</strong>rf zich het bestaan <strong>de</strong>r toestemming van haren va<strong>de</strong>r te hebben<br />

vergewischt veroor<strong>de</strong>eld in eene geldboetge van f.1,-<br />

9. H.F.D. als boven uit Avereest, geldboete van f.10,-“<br />

17-8-1860<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van het kantongerecht zitting 14-8-1860:<br />

“J.L., arbei<strong>de</strong>r te Avereest, iemand iets ten laste te hebben van eene daad die, wanneer ze<br />

bestond, hem <strong>de</strong> verachting zijner me<strong>de</strong>burgers zou<strong>de</strong> berokkend hebben: boete f.1,.”<br />

(dus kennelijk <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r beschuldigd te hebben van iets dat praktisch niet mogelijk is….)<br />

27-8-1860<br />

“Den 21sten <strong>de</strong>zer stond voor het Provinciaal Geregtshof van Overijssel teregt Herman<br />

Hietberg, rijksveldwachter en opziener <strong>de</strong>r jagt en visscherij, gestationeerd te Raalte,<br />

beschuldigd van drie misda<strong>de</strong>n van valschheid in openbare of authentieke geschriften, door<br />

hem, als beklee<strong>de</strong>r eener openbare betrekking gepleegd, door valsche feiten in acten, tot <strong>de</strong><br />

uitoefening van die betrekking behooren<strong>de</strong>, op te geven, als of zij in waarhei<strong>de</strong> had<strong>de</strong>n plaats<br />

gehad. De procureur generaal requireer<strong>de</strong> <strong>de</strong> schuldigverklaring en eene gevangenisstraf van<br />

minstens 5 en hoogstens 20 jaren, benevens drie geldboeten ie<strong>de</strong>r van f.50,- De ambtshalve<br />

aan <strong>de</strong>n beschuldig<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger, <strong>de</strong> heer Mr. R. Sandberg conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> tot<br />

zijne vrijspraak”<br />

(uitspraak 28-8-1860: vrijspraak)<br />

17


28-9-1860<br />

“Op <strong>de</strong>n 16 Augustus l.l. stond voor <strong>de</strong> regtbank alhier teregt zekere P.BV. arbei<strong>de</strong>r te<br />

Vollenhove, beklaagd van feitelijk verzet tegen <strong>de</strong> veldwachters D. Rozeboom en J.B. Bruist,<br />

bij gelegenheid dat <strong>de</strong>ze beambten ter bewaring van <strong>de</strong> rust, iemand uit <strong>de</strong> tapperij van M.<br />

Huisman te Vollenhove wil<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>ren. De beklaag<strong>de</strong>, hoezeer twee getuigen à décharge<br />

voorgebragt hebben<strong>de</strong>, is evenwel tot gevangenisstraf en in <strong>de</strong> kosten veroor<strong>de</strong>eld.. Thans<br />

verneemt men dat <strong>de</strong> regtbank, op requisitoir van <strong>de</strong>n heer officier van justitie tegen <strong>de</strong>ze<br />

bei<strong>de</strong> getuigen à décharge heeft verleend regtingang met bevel tot dagvaarding in persoon, op<br />

grond van het vermoe<strong>de</strong>n, dat hunne in <strong>de</strong> gemel<strong>de</strong> zaak afgeleg<strong>de</strong> verklaringen zou<strong>de</strong>n zijn<br />

in strijd met <strong>de</strong> waarheid, als hebben<strong>de</strong> zij <strong>de</strong>stijds eenparig ge<strong>de</strong>poneerd, dat zij net aleen van<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> jegens <strong>de</strong> veldwachters gepleeg<strong>de</strong> gewelddadigheid niets hebben<br />

gezien, maar dat, zoo die gewelddadigheid had<strong>de</strong> plaats gegrepen zij zulks had<strong>de</strong>n moeten<br />

zien”<br />

“Het openbaar ministerie heeft he<strong>de</strong>n na <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>de</strong>r zaak tegen <strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong> L.<br />

Tulleners, oud 17 jaren, geboren te Vollenhove, beklaagd van poging tot diefstal van eenige<br />

maten uit <strong>de</strong> school (….) gerequireerd tot schuldig verklaring en (….) cellulaire<br />

gevangenzetting voor <strong>de</strong>n tijd van een jaar (….)” (uitein<strong>de</strong>lijke veroor<strong>de</strong>ling: 5 mnd)<br />

Voor het provinciaal gerechtshof ston<strong>de</strong>n terecht<br />

-Jelte Hielkes Overdiep<br />

-Aarend Hendrik Raadsveld<br />

Bei<strong>de</strong> kolonisten <strong>de</strong>r Ommerschans had<strong>de</strong>n een dreigbrief geschreven aan <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt van<br />

het arrondissementsgerecht te Leeuwar<strong>de</strong>n. Veroo<strong>de</strong>ling: resp. 5 jaar en 6 jaar tuchthuis.<br />

Advertentie van een on<strong>de</strong>r curatele stelling<br />

Advertentie van een faillissement<br />

1-10-1860<br />

“Het provinciaal geregtshof in Overijssel heeft op zaturdag <strong>de</strong>n 22 September 1860,<br />

regtspreken<strong>de</strong> in hooger beroep in strafzaken, in zake Hs Albers en zijne moe<strong>de</strong>r, wonen<strong>de</strong> in<br />

het Laangeveen gemeente Tubbergen, welke beklaagd waren van feitelijk en gewelddadig<br />

verzet tegen ambtenaren van ’s rijks belastingen in <strong>de</strong> uitoefening hunner functiën, beslist, dat<br />

<strong>de</strong> visitatiën door rijksambtenarfen op het onvrije territoir geschied, steeds moeten plaats<br />

hebben tusschen zons op- en on<strong>de</strong>rgang; dat in casu <strong>de</strong> gewelddadighe<strong>de</strong>n en het verzet<br />

had<strong>de</strong>n plaats gehad bij eene visitatie door <strong>de</strong> ambtenaren vóór zonsopgang bewerkstelligd, en<br />

alzoo die ambtenaren niet waren in <strong>de</strong> uitoefeningf hunner functiën, en bij gevolg onbevoegd<br />

<strong>de</strong> visitatie te berfwerkstelligen; weshalve <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong>n door die ambtenaren bij gemel<strong>de</strong><br />

gelegenheid uit hunnen woning te verwij<strong>de</strong>ren, geene strafbare daad had<strong>de</strong>n gepleegd, en<br />

diensvolgens zijn ontslagen van alle regtvervolging.<br />

Naar men verneemt, is <strong>de</strong> procureur –generaal tegen <strong>de</strong>ze belangrijke beslissing in cassatie<br />

gekomen”<br />

(En niet zon<strong>de</strong>r succes: <strong>de</strong> Hoge Raad besloot dat bij een heterdaad-huiszoeking <strong>de</strong> regel van<br />

zonsop- en on<strong>de</strong>rgang niet geldt)<br />

Het valt op dat relatief veel veroor<strong>de</strong>lingen door <strong>de</strong> kantonrechter overtredingen <strong>de</strong>r ijkwet<br />

omvatten. Zitting 27-9 zelfs 13 personen.<br />

18


5-10-1860<br />

“Jongstle<strong>de</strong>n Dinsdag begaven zich <strong>de</strong> regter-commissaris, subst.officier van justitie en subst.<br />

griffier, vergezeld van <strong>de</strong>n heer dr. Kross en chir. van Raalte, naar Steenwijk, ten ein<strong>de</strong> eene<br />

geregtlijke schouwing te hou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong>n persoon van Jacobus Bijkerk, die voor eenigen tijd<br />

door <strong>de</strong>n thans ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong>n R. van Zanten, hevig is verwond gewor<strong>de</strong>n, waardoor hij thans<br />

reeds meer dan twintig dagen buiten staat is geweest zijn gewoon werk te verrigten. De<br />

toegebragtre won<strong>de</strong>n en vooral eene sne<strong>de</strong> in het linker been, zijn van zoodanigen ernstigen<br />

aard, dat het herstel van <strong>de</strong>n lij<strong>de</strong>r nog wel eenige weken tijds zal vor<strong>de</strong>ren, terwijl men<br />

bovendien vreest, dat hij het goe<strong>de</strong> gebruik van zijn been nimmer zal terug krijgen”.<br />

De rijkspolitie had 2 personen aangehou<strong>de</strong>n voor diefstal van fruit. Veroor<strong>de</strong>ling: 6 weken.<br />

“Deze zaak is alzoo met alle formaliteiten binnen vijf dagen geheel afgedaan”. Maar dat ging<br />

toch niet op, want <strong>de</strong> OvJ ging in beroep tegen het vonnis en eiste 1 jaar volgens <strong>de</strong> krant van<br />

5-11-1860.<br />

26-10-1860<br />

“He<strong>de</strong>n stond voor <strong>de</strong> Arrondissements Regtbank alhier teregt G.P. bor<strong>de</strong>elhoudster te<br />

Zwolle, wegens het werk maken, om <strong>de</strong> onze<strong>de</strong>lijkheid te bevor<strong>de</strong>ren en op te wekken bij een<br />

meisje bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong> 21 jaren. Na verhoor <strong>de</strong>r getuigen, requireer<strong>de</strong> het O.M. tot<br />

schuldigverklaring van <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> en tot veroor<strong>de</strong>ling van haar, tot eene gevangenisstraf<br />

voor <strong>de</strong>n tijd van een jaar, in eene boete van f.50,- en in <strong>de</strong> kosten” (uitein<strong>de</strong>lijk vonnis: 1<br />

mnd)<br />

29-10-1860<br />

“Jongstle<strong>de</strong>n don<strong>de</strong>rdag ston<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> arrondissementsregtbank alhier wegens be<strong>de</strong>larij<br />

teregt een man, met zijne vrouw en vier kin<strong>de</strong>ren. Zij zijn allen <strong>de</strong> slagtoffers gewor<strong>de</strong>n van<br />

het misbruik van sterken drank, waaraan <strong>de</strong> eerste zich ze<strong>de</strong>rt geruimen tijd op eene<br />

verregaan<strong>de</strong> wijze had overgegeven. Hij was vroeger bewaar<strong>de</strong>r in het gevangenhuis te<br />

Amsterdam. Als zoodanig is hij wegens gedurige dronkenschap ontslagen; later was hij klerk<br />

bij eenen <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r en is ook wegens <strong>de</strong> zelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>ugd door <strong>de</strong>zen weggejaagd, zoodat hij<br />

weldra met zijn gezin tot <strong>de</strong>n be<strong>de</strong>lstaf gebragt werd. Thans zullen zij allesn naar <strong>de</strong> kolonie<br />

Ommerschans overgebragt wor<strong>de</strong>n, waar <strong>de</strong> ongelukkige vrouw en hare kleine kin<strong>de</strong>ren het<br />

wangedrag van haren man en hunnen va<strong>de</strong>r zullen kunnen betreuren”<br />

5-11-1860<br />

“J.l. Vrijdag begaf zich <strong>de</strong> heer regter-commissaris bij <strong>de</strong> regtbank alhier, met <strong>de</strong>n heer<br />

subst.officier van justitie en een fung.griffier, vergezeld van twee geneeskundigen, naar <strong>de</strong><br />

gemeente Ol<strong>de</strong>markt ten ein<strong>de</strong> aldaar eene geregtelijke schouwing te hou<strong>de</strong>n over het lijkje<br />

van een pasgeboren kind, dat in <strong>de</strong>n morgen van <strong>de</strong>n 3 October j.l. te Paaslo, gemeente<br />

Ol<strong>de</strong>markt, in een waterput is drijven<strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n en daarin reeds eenige dagen scheen<br />

gelegen te hebben. On<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne personen zijn vervolgens door <strong>de</strong>n regter-commissaris<br />

gehoord, waaron<strong>de</strong>r ook zekere Luitje ten Woer<strong>de</strong>, oud 21 jaren, tegen welke zoodanige<br />

bezwaren gerezen zijn, dat zij testond in voorloopige bewaring is genomen om vervolgens<br />

naar het huis van verzekering te Zwolle overgebragt te wor<strong>de</strong>n. Naar men verneemt, moet <strong>de</strong><br />

schuldige hare misdaad reeds hebben bele<strong>de</strong>n”<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van <strong>de</strong> arrondissements-rechtbank 25-10-1860: “(….) ter zake van<br />

we<strong>de</strong>rregtelijk domen op eens an<strong>de</strong>rs bezaai<strong>de</strong>n grond”<br />

19


9-11-1860<br />

“Op Dinsdag <strong>de</strong>n 6 <strong>de</strong>zer is voor het provinciaal geregtshof in Overijssel <strong>de</strong> zaak behan<strong>de</strong>ld<br />

van J.C.F. Harms, van beroep smid, gewoond hebben<strong>de</strong> te Zwolle, thans ge<strong>de</strong>tineerd aldaar,<br />

beschuldigd van moedwillige brandstichting.<br />

Reeds vroegtijdig waren <strong>de</strong> gereserveer<strong>de</strong> plaatsen en die voor het publiek bezet. Te 10 uren<br />

begon het verhoor van 17 getuigen à charge en 6 à décharge, ’t welk te 3 ½ uur eindig<strong>de</strong>, en<br />

waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beschuldig<strong>de</strong> buitengewoon kalm was. Te 6 uren werd <strong>de</strong> zitting heropend. De<br />

heer advocaat-generaal, Mr. G.D. Ribbius, betoog<strong>de</strong> in een uitvoerig requisitoir dat <strong>de</strong><br />

beschuldig<strong>de</strong> zou moeten wor<strong>de</strong>n schuldig verklaard aan het hem ten last geleg<strong>de</strong> feit, van op<br />

<strong>de</strong>n 10 Augustus j.l. moedwillig brand te hebben gesticht in een bewoond huis, waarbij<br />

menschenlevenes in gevaar kon<strong>de</strong>n komen, en dien ten gevolge veroor<strong>de</strong>eld tot <strong>de</strong> straffe <strong>de</strong>s<br />

doods, door mid<strong>de</strong>l van ophanging, uit te voeren op een <strong>de</strong>r openbare pleinen <strong>de</strong>r stad Zwolle,<br />

met last van aanplakking van ’s hofs arrest ter gewone plaats.<br />

Daarna kwam <strong>de</strong> heer mr. W.S. van <strong>de</strong>r Gron<strong>de</strong>n, als ver<strong>de</strong>diger van beschuldig<strong>de</strong> aan het<br />

woord, trachttte <strong>de</strong> onschuld van zijnen client in het licht te stellen, en conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> tot niet<br />

schuldig verklaring en invrijheidsstelling. Het hof heeft <strong>de</strong> uitspraak bepaald op maandag <strong>de</strong>n<br />

12 November e.k.” (uitein<strong>de</strong>lijk arrest: vrijspraak)<br />

Verslag van <strong>de</strong> zitting in <strong>de</strong> zaak Arend Jan Volker uit Ambt Del<strong>de</strong>n die in volslagen<br />

dronkenschap zijn moe<strong>de</strong>r met een zeis had gedood. Eis: <strong>de</strong> doodstraf op een schavot binnen<br />

Zwolle. De ver<strong>de</strong>diger pleitte voor een gevangenisstraf van 3 mnd tot twee jaar “en eene<br />

boete van 50 tot 600 franken”.<br />

<strong>Uit</strong>spraak in <strong>de</strong> krant 21-11-1860: schuldigverklaard en <strong>de</strong> doodstraf. De presi<strong>de</strong>nt wees <strong>de</strong><br />

beschuldig<strong>de</strong> op <strong>de</strong> mogelijkheid om amnestie te vragen aan <strong>de</strong> koning en raad<strong>de</strong> aan elke dag<br />

daartoe vurig te bid<strong>de</strong>n.<br />

23-11-1860<br />

“Op <strong>de</strong>n 27 September j.l. wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r Meiboom te Kampen, krachtens een vonnis<br />

van <strong>de</strong> regtbank alhier en op last van <strong>de</strong>n ontvanger <strong>de</strong>r registratie te Kampen, een persoon<br />

gijzelen, die zich bevond in het gebouw van het stoomgemaal te Mastenbroek, gemeente<br />

Genemui<strong>de</strong>n. Hoezeer <strong>de</strong> <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r was bijgestaan door twee getuigen, zijn<strong>de</strong> twee<br />

veldwachters van Genemui<strong>de</strong>n, werd hij door <strong>de</strong>n machinist G.M. en <strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rmachinist<br />

H.M. belet om het gebouw binnen te tre<strong>de</strong>n, zoodat hij <strong>de</strong> adsistentie van <strong>de</strong>n burgemeester<br />

van Genemui<strong>de</strong>n moest inroepen.. De bei<strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> personen hebb en zich vervolgens ook<br />

tegen <strong>de</strong>n burgemeester verzet, tengevolge waarvan <strong>de</strong> eerste beklaag<strong>de</strong> wegens mishan<strong>de</strong>ling<br />

en beleediging van een magistraatspersoon in <strong>de</strong> waarneming zijner dienst, en <strong>de</strong> bei<strong>de</strong><br />

beklaag<strong>de</strong>n wegens beleediging van een magistraatspersoon van het regeringsbestuur, en van<br />

beleediging van bedienen<strong>de</strong> beambten in <strong>de</strong> waarneming van hunne bediening en het uiten<br />

van scheldwoor<strong>de</strong>n, bij vonnis van hedsen door <strong>de</strong> regtbank alhier zijn verfoor<strong>de</strong>eld, <strong>de</strong> eerste<br />

tot eene gevangenisstraf voor <strong>de</strong>n tijd van twee jaren en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> van ééne maand, voor<br />

ie<strong>de</strong>r drie geldboeten ééne van f.8,- en twee van f.2,50 “(vonnis in <strong>de</strong> krant 3-12)<br />

28-11-1860<br />

“(….) Herhaal<strong>de</strong>lijk heeft het hof met zaken uit <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> kolonie (Ommerschans) te<br />

doen, waarom het wenschelijk ware, dat <strong>de</strong> regering, nu dit gesticht toch aan het rijk behoort,<br />

<strong>de</strong> maatregel van visering <strong>de</strong>r brieven door <strong>de</strong>n directeur (….) invoer<strong>de</strong>, even als in alle<br />

gevangenissen <strong>de</strong>s rijks plaats vindt (….)”<br />

20


30-11-1860<br />

Johann Trodkij (geb. te Pruisen) wordt veroor<strong>de</strong>eld tot één jaar + boete van f.50,-, omdat hij<br />

een verklaring omtrent het gedrag had vervalst om aangenomen te kunnen wor<strong>de</strong>n bij het<br />

Koloniaal Werf Depot om te dienen bij het KNIL.<br />

7-12-1860<br />

“Het provinciaal gweregtshof in Overijssel heeft onlangs tusschen <strong>de</strong>n landbouwer W. van<br />

Tongeren en <strong>de</strong>n heer Baron <strong>de</strong> Vos van Steenwijk te Win<strong>de</strong>sheim beslist dat <strong>de</strong> verkoop van<br />

jagtregt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vorige jagtwet bestaanbaar was. Op vele plaatsen hebben <strong>de</strong> boeren vroeger<br />

aan <strong>de</strong> heeren vergunning gegeven om insluitend op hunne erven te mogen jagen, en die af te<br />

palen, en om dit goedkooper gedaan te krijgen, het jagtregt voor <strong>de</strong> leus verkocht. Men<br />

beweer<strong>de</strong> dat dit ook te Win<strong>de</strong>sheim het geval geweest is met <strong>de</strong>n vorigen heer van<br />

Win<strong>de</strong>sheim, en dien ten gevolge heeft het hof aan <strong>de</strong>n tegenwoordigen bezitter eenen eed<br />

opgelegd, hoofdzakelijk inhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, dat hij niet weet dat vroeger aan zijnen va<strong>de</strong>r slechts<br />

vergunning is gegeven om af te palen en geenszins <strong>de</strong> bedoeling is geweest, het jagtregt te<br />

koopen. De dag <strong>de</strong>r eedsaflegging is bepaald op 10 December”<br />

19-12-1860<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van een zitting <strong>de</strong>r kantonrechter:<br />

“H.A. te Nieuwleusen wegens het verrigten van openbaren arbeid op Zondag eene geldboete<br />

van f.1,-“<br />

31-12-1860<br />

“Door <strong>de</strong> Advocaten en Procureurs alhier wordt aan <strong>de</strong> Eerste Kamer <strong>de</strong>r Staten-Genraal een<br />

adres gezon<strong>de</strong>n tot onthouding harer goedkeuring aan het ontwerp van wet omtrent <strong>de</strong> nieuwe<br />

regterlijke inrigting, als zullen<strong>de</strong> niet na<strong>de</strong>r brengen tot het doel van spoedige en goedkoope<br />

regtspraak maar veeleer daarvan ver<strong>de</strong>r te verwij<strong>de</strong>ren”<br />

31-12-1860<br />

De twee getuigen in het proces tegen Piet Bos, Vollehove, verdacht van meineed, wer<strong>de</strong>n<br />

door Provinciaal hef vrijgesproken.<br />

1870<br />

6-1-1870<br />

“Twee personen uit Kampen ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong>zer dagen voor <strong>de</strong> regtbank teregt, ter zake dat zij in<br />

vereeniging met elkan<strong>de</strong>r op 10 September j.l. op of in <strong>de</strong> nabijheid van het erf van Berend<br />

Aaalbers on<strong>de</strong>r Kampen vier, aan Aalbers toebehooren<strong>de</strong> tamme een<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n hebben<br />

doodgeschoten, arglistig weggenomen en zich toegeëigend; hebben<strong>de</strong> een hunner bij die<br />

gelegenheid Berend Aalbers met het geweer op <strong>de</strong> hand gedrukt en geslagen. Het O.M.<br />

requireer<strong>de</strong> <strong>de</strong> schuldig verklaring van <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong>n van het met weten helen van gestolene<br />

goe<strong>de</strong>ren, en een hunner bovendien van moedwillige mishan<strong>de</strong>ling. De regtbank heeft echter<br />

bij vonnis verstaan, dat <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong>n, die niet alleen van geweren en alzoo van wapenen<br />

waren voorzien toen zij <strong>de</strong> een<strong>de</strong>n meenamen, maar ook dat zij van die wapenen gebruik<br />

hebben gemaakt, welke feiten bij <strong>de</strong> wet met criminele straffen zijn bedreigd en buiten <strong>de</strong><br />

bevoegdheid <strong>de</strong>r regtbank vallen. De regtbank heeft <strong>de</strong> zaak naar <strong>de</strong>n bevoeg<strong>de</strong>n regtercommissaris<br />

verwezen, ten fine van na<strong>de</strong>re instructie”<br />

21


10-1-1870<br />

“Geduren<strong>de</strong> het jaar1869 zijn door <strong>de</strong> regtbank alhier gewezen 290 correctionele vonnissen,<br />

waarbij 293 personen zijn veroor<strong>de</strong>eld en 51 vrijgesproken. In het geheel ston<strong>de</strong>n dus teregt<br />

344; en wel wegens mishan<strong>de</strong>ling 106, diefstal 98, gewelddadigheid en beleediging jegens<br />

beambten 32, be<strong>de</strong>larij en landlooperij 30, opligting 5, misbruik van vertrouwen 4, verbreking<br />

van afsluiting 4, hoon 6, politie-overtredingen (hooger beroep) 18, administratiezaken 8, het<br />

dragen van verbo<strong>de</strong>n wapens 5, verschillen<strong>de</strong> kleine overtredingen 28; te zamen 344”<br />

(N.B. ze<strong>de</strong>nzaken komen in dit overzicht niet voor !)<br />

12-2-1870<br />

<strong>Uit</strong> verslag kantonrechter<br />

“(….) J.E. te Zwolle, ter zake van het als ren<strong>de</strong>zvous-huis houdster te Zwolle ontvangen eener<br />

vrouw in hare woning aldaar niet voorzien van een boekje, hetwelk bij <strong>de</strong> inschrijving van<br />

publieke vrouwen aan <strong>de</strong>ze wordt verstrekt, en zulks bij herhaling, tot een geldboete van<br />

f.25,- (…)<br />

J.H. te Zwolle, ter zake van het aanbie<strong>de</strong>n zijner diensten als pakjesdrager of wegwijzer aan<br />

<strong>de</strong> toegangen van het spoorstation te Zwolle, zon<strong>de</strong>r daartoe door <strong>de</strong>n burgemeester te zijn<br />

aangesteld f.3,- boete”<br />

14-2-1870<br />

“De directeur-generaal <strong>de</strong>r Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen, zoome<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

directeur <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandse Centraal spoorwegmaatschappij, waren don<strong>de</strong>rdag j.l. voor <strong>de</strong><br />

regtbank gedagvaard, wegens het niet op <strong>de</strong>n gestel<strong>de</strong>n tijd doen vertrekken van sommige<br />

treinen van het station Zwolle. Het O.M. heeft echter tot vrijspraak gerequireerd, omdat die<br />

bestuur<strong>de</strong>rs niet voor soortgelijke overtredingen aansprakelijk kon<strong>de</strong>n gesteld wor<strong>de</strong>n”.<br />

17-2-1870<br />

“De regtbank heeft een apotheker in dit arrondissement veroor<strong>de</strong>eld tot eene boete van f.1,- en<br />

een boete van f.10,- ter zake van 1 e het bij <strong>de</strong> visitatie van zijn apotheek niet overleggen van<br />

<strong>de</strong> door <strong>de</strong>n inspecteur van gezien geteeken<strong>de</strong> lijst <strong>de</strong>r geneesmid<strong>de</strong>len die hij voorhan<strong>de</strong>n<br />

moest hebben en 2 e van het bewaren van geneesmid<strong>de</strong>len in voorwerpen, zon<strong>de</strong>r dat daarop<br />

<strong>de</strong>n officieelen en meest gebruikelijken officinalen naam te vermel<strong>de</strong>n”<br />

22-2-1870<br />

Advertentie van een zeer uitgebrei<strong>de</strong> dagvaarding aan een Kamper schipper die zeer<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk met zijn boot was vergaan en wiens vrouw nu wenste te hertrouwen. Kennelijk<br />

waren zeker 3 van <strong>de</strong>ze dagvaardingen nodig voor <strong>de</strong> missen<strong>de</strong> schipper als overle<strong>de</strong>n kon<br />

wor<strong>de</strong>n geregistreerd.<br />

23-2-1870<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van <strong>de</strong> Arrondissementsrechtbank:<br />

(…) W.K., slaapste<strong>de</strong>hou<strong>de</strong>r, wonen<strong>de</strong> te Zwolle, vrijgesproken van het hem ten laste geleg<strong>de</strong><br />

feit van weigering van voeding aan een garnisaire ( … )”<br />

(Van Dale 1950: garnisair = ingeleger<strong>de</strong> soldaat)<br />

Opvalt in het verslag dat er maar één persoon voor be<strong>de</strong>len wordt opgezon<strong>de</strong>n<br />

22


28-2-1870<br />

“Don<strong>de</strong>rdag stond voor <strong>de</strong> arrondissementsregtbank teregt J.C. Rond, ter zake dat hij op 1<br />

Januarij 1870 valschelijk voorgeven<strong>de</strong> knecht op <strong>de</strong> Zwolsche gasfabrfiek te zijn en als<br />

zoodanig Nieuwjaar wenschen<strong>de</strong>, zich met een zakje in <strong>de</strong> hand heeft begeven aan <strong>de</strong><br />

woningen van verschei<strong>de</strong>ne ingezetenen alhier en aldaar giften ontvangen. Het O.M.<br />

requireer<strong>de</strong> <strong>de</strong> schuldigverklaring van <strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> aan be<strong>de</strong>larij in eene plaats, voor welke<br />

eene openlijke inrigting tot voorkoming van be<strong>de</strong>larij bestaat en zijne veroor<strong>de</strong>ling tot eene<br />

gevangenisstraf van 3 maan<strong>de</strong>n”<br />

“Door <strong>de</strong>n regter-commissaris wor<strong>de</strong>n thans twee pers<strong>de</strong>licten geïnstrueerd als 1 e tegen <strong>de</strong>n<br />

schrijver in en <strong>de</strong>n <strong>de</strong>n drukker en uitgever van <strong>de</strong> Steenwijker <strong>Courant</strong> 2 e tegen <strong>de</strong>n schrijver<br />

van een artikel in en <strong>de</strong>n uitgever van <strong>de</strong> Nieuwe Kamper <strong>Courant</strong> , in welke artikelen feiten<br />

en omstandighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld, waardoor sommige personen zich beleedigd hebben<br />

geacht”<br />

5-3-1870<br />

“Don<strong>de</strong>rdag j.l. was <strong>de</strong> audiëntiezaal <strong>de</strong>r Regtbank te klein em het auditorium te bevatten, dat<br />

verlang<strong>de</strong> tegenwoordig te zijn bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling <strong>de</strong>r beruchte zaak tegen <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>tineer<strong>de</strong>n<br />

1. Derkje van <strong>de</strong>r Vegt 2. Bernardus Mul<strong>de</strong>r (Nardus met <strong>de</strong> kruk) en 3. Hermannus<br />

Franciscus Rommel (….)”<br />

Ver<strong>de</strong>r een beschrijving van het misdrijf (straatroof), <strong>de</strong> strafei<strong>de</strong>n; <strong>Uit</strong>ein<strong>de</strong>lijke vonnis in <strong>de</strong><br />

krant van 11-3<br />

28-3-1870<br />

“De persoon van Arie Diehl, vroeger geagreër<strong>de</strong> ten kantore van <strong>de</strong>n rijksontvanger te<br />

Dalfsen, doch thans in hechtenis te Amsterdam, is gisteren voor <strong>de</strong>n heer regter-commissaris<br />

voor strafzaken gebragt, ten ein<strong>de</strong> gehoord te wor<strong>de</strong>n over verschillen<strong>de</strong> ontvangsten, die hij<br />

zoowel is als buiten zijne kwaliteit ten kantore van <strong>de</strong>n ontvanger te Dalfsen gedaan heeft, en<br />

welke ontvangsten hij in het geheel niet of voor een min<strong>de</strong>r bedrag zou hebben geboekt en<br />

alzoo net alles of niet geheel hebben verantwoord. Deze persoon, die verschei<strong>de</strong>ne jaren<br />

commies bij ’s rijks belastingen is geweest en uit die betrekking wegens wangedrag is<br />

ontslagen, is daarna wegens landlooperij te Amsterdam veroor<strong>de</strong>eld en naar het gestichtg<br />

Ommerschans opgezon<strong>de</strong>n. Van daar kwam hij op het kantoor van <strong>de</strong>n ontvanger te Dalfsen,<br />

waar hij van begin van Mei tot 1 Augustus 1869 is gebleven en toen wegens <strong>de</strong> bovengemel<strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lingen zijn ontslag heeft bekomen; hij vertrok daarop naar Amsterdam waar hij zich<br />

uitgaf voor een <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> belasting en zich schuldig maakte aan bedriegelijke<br />

opligting ten gevolge waarvan hij door <strong>de</strong> regtbank aldaar tot eene gevan genisstraf van een<br />

jaar en eene boete van f. 25,- is veroor<strong>de</strong>eld. De sterke drank speelt we<strong>de</strong>r eene hoofdrol in <strong>de</strong><br />

levensgeschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong>ze man”<br />

Overtredingen met <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>nkar zijn “populair”. Krant 31-3: 19 personen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

kantonrechter daarover veroor<strong>de</strong>eld..<br />

20-4-1870<br />

Verslag van het hoger beroep bij het provinciaal gerechtshof in een zaak tegen <strong>de</strong> directeur<br />

van <strong>de</strong> staatsspoorwegen en die van <strong>de</strong> spoorlijn Almelo-Salzberg. 2 treiknen waren te laat<br />

aangekomen en dat niet door overmacht. Dat is weliswaar in strijd met <strong>de</strong> wet, maar is <strong>de</strong><br />

directeuren niet persoonlijk aan te rekenen, dus vrijspraak. Maar <strong>de</strong> procureur-generaal gaat in<br />

cassatie.<br />

23


Curiosum: in <strong>de</strong> krant van 21-5 overgenomen uit <strong>de</strong> Schiedammer <strong>Courant</strong> een brief uit 7-9-<br />

1796 waarin <strong>de</strong> beul van Haarlem aan <strong>de</strong> baljuw van Schoonhoven een prijslijst opstuurt<br />

waartegen hij gerechtelijke straffen kan uitvoeren, zoals ophanging, geselen, brandmerken<br />

etc. tot en met het in <strong>de</strong> kist leggen van <strong>de</strong> gehangene.<br />

21-5-1870<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van <strong>de</strong> kantonrechter<br />

“(….) W.A.K. ontslagen van regtsvervolging, beklaagd van het oprigten eener<br />

paar<strong>de</strong>nslagterij zon<strong>de</strong>r vergunning van het plaatselijk bestuur (…)”<br />

13-6-1870<br />

“Don<strong>de</strong>rdag ston<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> regtbank alhier terfegt 1 e H. War<strong>de</strong>nburg, landbouwer te<br />

Steenwijk 2ed L. van Essen Bzn, landbouwer te Stgeenwijkerwold en 3 e G. Hovens Greve,<br />

courantdrukker te Steenwijk, <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> eersten als schrijvers en <strong>de</strong> laatste als drukker van<br />

artikels, voorkomen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Opregte Steenwijker <strong>Courant</strong> van 6 December en van 20<br />

December 1869, over <strong>de</strong> kerkelijke verfkiezingen in <strong>de</strong> gemeente Steenwijkerwold, welke<br />

artikelen lasterlijk en beleedigend zou<strong>de</strong>n zijn voor <strong>de</strong>n heer Stroink, als voorzitter van het<br />

collegie van kerkvoog<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r Herfv. gemeente aldaar. Het O.M. heeft <strong>de</strong> schuldigverklaring<br />

van <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong>n gerequireerd en hunne veroor<strong>de</strong>ling <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> eersten tot cellulaire<br />

gevangenzetting ie<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong>n tijd van vijftien dagen en ie<strong>de</strong>r tot betaling eener geldboete<br />

van f. 25,- en <strong>de</strong> laatste tot betaling van twee geldboeten van elk f. 10,- en in <strong>de</strong> kosten. De<br />

heer Mr. J.D. van Ketwich Verschuur heeft <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digd”<br />

(uitein<strong>de</strong>lijk vonnis in <strong>de</strong> krant 7-7: 1 e vrijgesproken, 2 e f.40,- en 3 e f.6,-)<br />

“De regtbank heeft <strong>de</strong> uitspraak van het vonnis in zake C.W.R. Hauff, uitgever van <strong>de</strong> Nieuwe<br />

Kamper <strong>Courant</strong>, en F. Dalenoord, bei<strong>de</strong> wonen<strong>de</strong> te Kampen, <strong>de</strong> eerste als uitgever, <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> als schrijver van een in <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> <strong>Courant</strong> van 29 Januarij j.l. geplaatst artikel over<br />

het Hervorm armenweeshuis welk artikel lasterlijk en beleedigend zou zijn voor <strong>de</strong>n heer<br />

Temminck te Kampen, drie weken uitgesteld”<br />

(uitein<strong>de</strong>lijk vonnis: vrijspraak)<br />

Maar dan in <strong>de</strong> krant van 8-7: Hauff is door onbeken<strong>de</strong> toegetakeld. “Hij had zich vele<br />

vijan<strong>de</strong>n gemaakt” als uitgever. De da<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>ling was gekleed in het uniform<br />

van <strong>de</strong> gemeentepolitie Kampen (krant 12-7)<br />

Vervolgens in <strong>de</strong> krant van 19-7:<br />

“In Het Va<strong>de</strong>rland kwam <strong>de</strong>zer dagen een berigt voor uit Kampen, betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanval<br />

waaraan <strong>de</strong> heer Hauff onlangs zou<strong>de</strong> hebben blootgestaan. In dat berigt wordt getwijfeld of<br />

het on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong>ze zaak wel onpartijdigheid zal geschie<strong>de</strong>n, en gezegd dat een vroegere<br />

klagt “wegens ongeoorloof<strong>de</strong>n invloed in een verkiezingsstgrijd tegen burgem. en weth. en<br />

politie en waarbij toen ook <strong>de</strong> verhooren geleid wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong>n commissaris van politie en<br />

door <strong>de</strong>n kantonregter, nu lid van <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer, en neef van <strong>de</strong>n toenmaligen<br />

burgerva<strong>de</strong>r, in <strong>de</strong>n doofpot is geraakt. De tegenwoordige burgemeester- zo besluit het berigt-<br />

<strong>de</strong>ed toen dienst als wethou<strong>de</strong>r”.<br />

De tegenwoordige zaak van <strong>de</strong>n heer Hauff in het mid<strong>de</strong>n laten<strong>de</strong>, als waarin <strong>de</strong> instructie nog<br />

niet is afgeloopen, heeft een ingesteld on<strong>de</strong>rzoek doen zien dat het aangedui<strong>de</strong> vroeger<br />

verhoor niet door <strong>de</strong>n commissaris van politie te Kampen, maar door <strong>de</strong>n toenmaligen<br />

kantonregter Mr. J.A. Sandberg Jr is geleid, die na verhoor van meer dan veertig getuigen tot<br />

een formeel, door <strong>de</strong>n regter-commissaris, belast met <strong>de</strong> instructie van strafzaken, te Zwolle<br />

gehou<strong>de</strong>n, verhoor van drie verdachten <strong>de</strong>n grond heeft gelegd, zon<strong>de</strong>r dat echter <strong>de</strong> zaak tot<br />

ver<strong>de</strong>re vervolging heeft kunnen lei<strong>de</strong>n. Dat <strong>de</strong> toenmalige kantonregter te Kampen het zijne<br />

er aan zou hebben toegebragt, dat <strong>de</strong> zaak in <strong>de</strong>n doofpot is geraakt, is even onjuist als het<br />

24


onwaar is, dat het on<strong>de</strong>rzoek betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>n heer Hauff aan <strong>de</strong>n<br />

commissaris van politie te Kampen zou zijn opgedragen”<br />

20-6-1870<br />

“De regtbank heeft <strong>de</strong> zaak tegen Nathan Polak, gefailleerd koopman, vroeger alhier<br />

woonachtig, thans ge<strong>de</strong>tineerd, naar <strong>de</strong>n heer Procureur-generaal in Overijssel verwezen, op<br />

grond dat er voldoen<strong>de</strong> bezwaren tegen <strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n zijn gerezen, dat hij zich zou<br />

hebben schuldig gemaakt aan bedrieglijke bankbreuk”<br />

1-8-1870<br />

“De kuiper J.W.G. die onlangs ter zake van het mishan<strong>de</strong>len zijner vrouw is veroor<strong>de</strong>eld tot<br />

cellulaire gevangenisstraf voor <strong>de</strong>n tijd van ééne maand stond j.l. Don<strong>de</strong>rdag an<strong>de</strong>rmaal<br />

wegens <strong>de</strong>rgelijk wanbedrijf teregt, beschuldigd van op <strong>de</strong>n 3 Julij j.l. zijn vrouw in <strong>de</strong><br />

gemeenschappelijke woning in <strong>de</strong> Voorstraat een zoo hevigen schop te hebben toegebragt, dat<br />

zij buiten <strong>de</strong> woning teregt kwam. Het O.M. heeft voor <strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> eene cellulaire<br />

opsluiting voor <strong>de</strong>n tijd van acht maan<strong>de</strong>n gerequireerd”<br />

29-8-1870<br />

“Don<strong>de</strong>rdag j.l. stond voor <strong>de</strong> regtbank alhier teregt Ferdinand Reijntjes, politiebedien<strong>de</strong> te<br />

Kampen, beklaagd als zou<strong>de</strong> hij in <strong>de</strong>n morgen van 4 Julij j.l. zich begeven hebben naar <strong>de</strong>n<br />

bovensten omloop van <strong>de</strong>n nieuwen toren te Kampen, en aldaar <strong>de</strong>n stadsklokkenist (tevens<br />

uitgever van <strong>de</strong> Nieuwe Kamper <strong>Courant</strong>) voorbedachtelijk hebben opgewacht, verra<strong>de</strong>rlijk<br />

en moedwillig hebben aangegrepen, op <strong>de</strong>n vloer en tegen <strong>de</strong> balken geworpen, en met een<br />

stok als an<strong>de</strong>rszins geslagen. De beklaag<strong>de</strong> heeft het feit ten eenenmale ontkend. Nadat 15<br />

getuigen à charge en één à <strong>de</strong>charge waren gehoord, requireer<strong>de</strong> het O.M. dat <strong>de</strong> zaak mogt<br />

wor<strong>de</strong>n uitgesteld om nog na<strong>de</strong>re getuigen te kunnen dagvaar<strong>de</strong>n. De regtbank heeft daarop<br />

<strong>de</strong> zaak uitgesteld tot a.s. Don<strong>de</strong>rdag te één uur.”<br />

3-9-1870<br />

“Gisteren heeft voor <strong>de</strong> regtbank <strong>de</strong> voortzetting plaats gehad van <strong>de</strong> zaak tegen Ferdinand<br />

Reijntjes, polittiebedien<strong>de</strong> te Kampen, in welke zaak in <strong>de</strong> vorige week 15 getuigen wer<strong>de</strong>n<br />

gehoord. Gisteren zijn nog zes getuigen gehoord, waarna het O.M. <strong>de</strong> schuldigverklaring van<br />

<strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> requireer<strong>de</strong> en diens veroor<strong>de</strong>eling tot eene gevangenzetting voor <strong>de</strong>n tijd van<br />

drie maan<strong>de</strong>n, te on<strong>de</strong>rgaan in eenzame opsluiting, tot betaling eener boete van f. 25,- en in <strong>de</strong><br />

kosten. De heer Mr. L. Hertzveld trad als ver<strong>de</strong>diger van <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> op. De uitspraak is<br />

bepaald op 8 September e. k. “<br />

(maar tussen 7-9 en 12-9 missen enkele kranten)<br />

26-9-1870<br />

“Op <strong>de</strong>n 22 <strong>de</strong>r vorige maand was <strong>de</strong> rijksveldwachter K.J. Pruisenier belast met het<br />

transporteren van twee aangehou<strong>de</strong>n personen, die uit het be<strong>de</strong>laarsgesticht te Veenhuizen<br />

waren ontvlugt. Toen hij die personen van het politiebureau kwam afhalen, begon een hunner,<br />

R.C. Reiding genaamd, zich al da<strong>de</strong>lijk tegen dat transport te verzetten en eindig<strong>de</strong> met<br />

Pruisenier een hevigen slag tegen het hoofd te geven. Wegens mishan<strong>de</strong>ling van een in functie<br />

zijnd bedienend beambte, stond Reiding don<strong>de</strong>rdag voor <strong>de</strong> regtbank teregt. De regtbank heeft<br />

<strong>de</strong>n beklaag<strong>de</strong> tot drie maan<strong>de</strong>n eenzame opsluiting veroor<strong>de</strong>eld”<br />

8-10-1870<br />

Het provinciaal gerechtshof heeft <strong>de</strong> failliet verklaar<strong>de</strong> han<strong>de</strong>laar Nathan Polak wegens<br />

bedrieglijke bankbreuk veroor<strong>de</strong>eld tot 7 jaar tuchthuis.<br />

25


26-10-1870<br />

“Het provinciaal geregtshof in Overijssel, regtspreken<strong>de</strong> in hooger beroep in strafzaken, heeft<br />

bij arrest ter openbare teregtzitting van 22 October j.l. uitspraak gedaan in <strong>de</strong> bij het hof<br />

behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> strafzaak tegen Ferdinand Reijntjes, oud 52 jaar, ontslagen politieagent <strong>de</strong>r stad<br />

Kampen, aldaar geboren en woonachtig, appellant en geïntimeer<strong>de</strong> van een vonnis <strong>de</strong>r<br />

arrondissementsregtbank te Zwolle d.d. 8 September 1870, waarbij hij ter zake van het op 4<br />

Junij j.l. op <strong>de</strong>n bovensten omloop van <strong>de</strong>n Nieuwen toren te Kampen moedwilligvoorbedachtelijk<br />

en verra<strong>de</strong>rlijk-mishan<strong>de</strong>len van Wilhelm Reinier Hauff, klokkenist aldaar,<br />

tot eene cellulaire gevangenisstraf voor <strong>de</strong>n tijd van 4 maan<strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> kosten werd<br />

veroor<strong>de</strong>eld. Het hof heeft het vonnis van <strong>de</strong>n eersten regter wegens gebrek in <strong>de</strong> vorm<br />

vernietigd en, opnieuw regt doen<strong>de</strong>, <strong>de</strong> aan <strong>de</strong>n appellant en geïntimeer<strong>de</strong> in eersten aanleg<br />

ten laste geleg<strong>de</strong> feiten en zijne schuldpligtigheid daaraan als wettig en overtuigend bewezen<br />

aangenomen en hem ter dier zake veroor<strong>de</strong>eld tot eene cellulaire gevangenisstraf van vier<br />

maan<strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> kosten in bei<strong>de</strong> instantien gevallen. <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> heeft zich tegen dit<br />

arrest voorzien in cassatie”<br />

11-11-1870<br />

Verslag van een rechtszaak van het provinciaal gerechtshof tegen <strong>de</strong> schil<strong>de</strong>r H.W.B. Knuif<br />

uit Ootmarsum. Voorafgaan<strong>de</strong> aan voorgenomen zelfmoord had hij vrouw en dochter met een<br />

scheermes <strong>de</strong> keel doorgesne<strong>de</strong>n en bij na<strong>de</strong>r inzien zelf van <strong>de</strong> zelfmoord afgezien .<br />

On<strong>de</strong>rzoek wees uit dat <strong>de</strong> man ontoerekeningsvatbaar was. Hij werd vrijgesproken en<br />

opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis.<br />

19-11-1870<br />

“In enkele couranten is <strong>de</strong>zer dagen me<strong>de</strong><strong>de</strong>eling gedaan van een procesverbaal, opgemaakt<br />

door een onbezoldigd rijksveldwachter tegen <strong>de</strong>n commissaris van politie, <strong>de</strong>n heer J. Donk<br />

Jr. te Kampen. Naar wij met zekerheid vernemen, moeten er re<strong>de</strong>nen zijn om aan te nemen,<br />

dat er voor <strong>de</strong> in het procesverbaal vervatte aantijgingen, geen grond bestaat”<br />

22-11<br />

“Thans lezen wij in het Utrechts Dagbl. van gisteren: “De Nieuwe Kamper <strong>Courant</strong> van dit<br />

berigt het volgen<strong>de</strong>: “” Wij kunnen evenzeer verzekeren, dat <strong>de</strong> Prov.Ov. en Zw. <strong>Courant</strong><br />

onbevoegd is, die aangebo<strong>de</strong>n re<strong>de</strong>nen als “van grond ontbloot” te kenmerken, en wel<br />

<strong>de</strong>gelijk zal moeten blijken, of men <strong>de</strong> zaak in <strong>de</strong>n doofpot zal stoppen, dan het regt zijn eisch<br />

geven. De Overijss. <strong>Courant</strong> is zeer zon<strong>de</strong>rling, als zij eene verzekering geeft die “ingeving”<br />

mag zijn, maar onmogelijk het gevolg is van <strong>de</strong> plaats gehad hebben<strong>de</strong> instructie, die, zo<br />

moge zijn geweest zooals ze was, toch instructie heette. Wil <strong>de</strong> Zw. Cour. <strong>de</strong> zaak dooven,<br />

wij zullen ze ten ein<strong>de</strong> toe levendig hou<strong>de</strong>n””.<br />

In een ingezon<strong>de</strong>n stuk in hetzelf<strong>de</strong> blad beklaagt J. Eenschoten zich over <strong>de</strong> wijze, waarop<br />

hij voor <strong>de</strong>n regter van instructie te dier zake is verhoord. De kantonregter schreef zelf het<br />

procesverbaal, in plaats van dit <strong>de</strong>n griffier te laten doen en liet het procesverbaal door<br />

getuige niet teekenen”<br />

Ten aanzien van <strong>de</strong>n vorm van het ingestel<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek merken wij op, dat een kantonregter,<br />

fungeren<strong>de</strong> als hulpofficier van Justitie, zich niet door <strong>de</strong>n griffier kan laten bijstaan. Wat <strong>de</strong><br />

zaak zelve betreft, kunnen wij blijven verzekeren, dat er voor <strong>de</strong>n heer Donk uit het ingesteld<br />

on<strong>de</strong>rzoek niets compromitterends is gebleken”<br />

26


21-11-1870<br />

J.N. uit Brunnepe verloor zijn portemonnee in een kroeg te Kampen. Iemand vond het en riep<br />

“Van wie is <strong>de</strong>ze portemonnee?”, waarop J. Koekkoek valselijk aangaf dat <strong>de</strong> portemonnee<br />

van hem was. Koekkoek staat nu terecht met een eis van 3 mnd.<br />

24-11-1870<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank:<br />

“(….) R.L. en H.M. vissersknechten te <strong>Stad</strong> Vollenhove in zake rebellie (…)”<br />

26-11-1870<br />

De arrondissementsrechtbank heeft iemand uit Avereest vrijgesproken van be<strong>de</strong>len, omdat<br />

be<strong>de</strong>len alleen strafbaar is in een plaats waar een openbarfe inrichting tot voorkoming van<br />

be<strong>de</strong>ledn bestaat (wet 29-6-1855 Stbl. 102 art. 19). Maar na <strong>de</strong> regeling over <strong>de</strong> Ommerschans<br />

en Veenhuizen (22-9-1870 Stbl. 1164) zijn die instellingen er niet meer ter voorkoming van<br />

be<strong>de</strong>len. Omdat het een heel principiële zaak betreft, gaat het O.M. in beroep.<br />

31-12-1870<br />

Het vonnis jegens <strong>de</strong> failliete Nathan Polak is door <strong>de</strong> Hoge Raad vernietigd en <strong>de</strong> zaak<br />

terugverwezen, nu naar gerechtshof van Drenthe.<br />

1880<br />

5-1<br />

Er verschijnen nu regelmatig aankondigingen van het rooster van civiele zaken. De eerste tijd<br />

zowel “wie tegen wie en waarover”, maar lopen<strong>de</strong> het jaar alleen meer “wie tegen wie”. Deze<br />

dag:<br />

-ontbinding van een koopcontract<br />

-i<strong>de</strong>m<br />

-tot van waar<strong>de</strong> verklaring van een revindicatoir beslag<br />

15-1-1880<br />

“Naar wij vernemen wordt morgen, Don<strong>de</strong>rdag, voor <strong>de</strong> rechtbank alhier behan<strong>de</strong>ld <strong>de</strong> zaak<br />

van het openbaar ministerie tegen G.P. Verschuur te Dalfsen, ter zake dat hij in het laatst <strong>de</strong>r<br />

maand November, spreken<strong>de</strong> over <strong>de</strong> rechtbank te Zwolle, gezegd zou hebben, dat die heeren<br />

smeerlappen en smouzen waren”<br />

(Straf: 15 dagen en f. 25,-)<br />

26-1-1880<br />

Bulletin van civiele zaken:<br />

-waar<strong>de</strong>verklaring van revindicatoir beslag<br />

-jonkvrouwe van Haersma van Sminia vraagt scheiding van tafel en bed.<br />

5-2-1880<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank:<br />

“(…) F.V. arbei<strong>de</strong>r te Hattem, beklaagd 1 e dat hij op 8 Nov.. j.l. is een in <strong>de</strong> gemeente<br />

Hattem staand huis, een aldaar tot afsluiting dienend raampje heeft uitgebroken en 2 e dat hij<br />

op 23 Dec. j.l., terwijl <strong>de</strong> <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r J.C. Janusch hem, ingevolge bevelschrift van <strong>de</strong>n<br />

rechter-commissaris, aanmaan<strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijk mee naar Zwolle te gaan, <strong>de</strong>ze met een bijl<br />

bedreigd en daarna met een mes in <strong>de</strong> hand met moord gedreigd heeft en nadat hij door <strong>de</strong>zen<br />

27


met <strong>de</strong> veldwachters Mul<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> Vries was aangevat, zich daartegen verzet heeft en <strong>de</strong>n<br />

daarbij adsisteren<strong>de</strong> J.B., arbei<strong>de</strong>r te Hattem, in <strong>de</strong>n wijsvinger van <strong>de</strong> rechterhand heeft<br />

gebeten”<br />

(vonnis: 3 mnd)<br />

5-2-1880<br />

Een echtpaar te Har<strong>de</strong>rwijk wordt veroor<strong>de</strong>eld wegens “<strong>de</strong> ongebon<strong>de</strong>nheid en onze<strong>de</strong>lijkheid<br />

bij jonge meisjes te hebben bevor<strong>de</strong>rd”. De straf: 3 mnd + f.25,- “met ontzegging van alle<br />

<strong>de</strong>elhebbing en <strong>de</strong> raadpleging van nabestaan<strong>de</strong>n en van alle voogdij of curateele”<br />

6-3-1880<br />

Conflict binnen <strong>de</strong> Hervorm<strong>de</strong> Gemeente van IJsselmui<strong>de</strong>n en Grafhorst over <strong>de</strong> kerkelijke<br />

bezittingen en <strong>de</strong> rechtmatigheid van het college van kerkvoog<strong>de</strong>n. Een ingezon<strong>de</strong>n brief van<br />

<strong>de</strong> advocaat van één van <strong>de</strong> partijen, Mr. J. van Setten, die zich beklaagd over <strong>de</strong><br />

verslaggeving van <strong>de</strong> rechtszaak met een reactie van <strong>de</strong> redactie hierop.<br />

20-3-1880<br />

Verslagje van een rechtszitting tegen een timmerman die een heistelling op het ijs had<br />

gemaakt. De stelling was omgevallen en een jongen do<strong>de</strong>lijk geraakt. Eis en uitspraak:<br />

vrijspraak.<br />

31-3-1880<br />

Arrondissementsrechtbank<br />

“(…) J.J.B., laatstelijk agent van politie en onbez. rijksveldwachter, thans zon<strong>de</strong>r beroep, en<br />

G.B., vrouw van W.V., zon<strong>de</strong>r beroep, bei<strong>de</strong>n te Kampen, beklaagd dat zij zich op 23 Febr. jl.<br />

te Kampen in vereeniging hebben schuldig gemaakt aan openbare schennis <strong>de</strong>r eerbaarheid<br />

(….)” (vonnis: 1 mnd voor hem, 15 dagen voor haar; al <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> politieman die veroor<strong>de</strong>eld<br />

wordt kennelijk voor het te uitbundig vrijen in het openbaar met een getrouw<strong>de</strong> vrouw…..)<br />

15-4-1880<br />

“De rechtbank heeft he<strong>de</strong>n het accoord in het faillissement <strong>de</strong>r firma W. Meeter & Co.<br />

gehomologeerd en <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n J.H. en A.F. Christoffels gerehabiliteerd”<br />

29-4-1880<br />

Compleet en uitgebreid verslag van <strong>de</strong> uitspraak in het civiele proces betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

rechtmatigheid in het beheer van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> Hervorm<strong>de</strong> Kerk van IJsselmui<strong>de</strong>n en<br />

Grafhorst .<br />

10-5-1880<br />

“He<strong>de</strong>n heeft alhier in een <strong>de</strong>r localen <strong>de</strong>r arrondissementsrechtbank <strong>de</strong> eerste verga<strong>de</strong>ring<br />

plaats van een ge<strong>de</strong>elte <strong>de</strong>r staatscommissie tot herziening van het burgerlijk wetboek”<br />

21-5-1880<br />

“De arrondissementsrechtbank heeft he<strong>de</strong>n benoemd tot bo<strong>de</strong> G. van Dijk, vroeger bo<strong>de</strong> bij<br />

het voormalig provinciaal gerechtshof”<br />

31-5-1880<br />

Bulletin van te behan<strong>de</strong>len civiele zaken<br />

“(….) eisch tot het doen ophou<strong>de</strong>n van stoornis in het bezit (….)”<br />

28


14-6-1880 (zie ook 31-3 j.l.)<br />

Arrondissementsrechtbank<br />

“ (….) J.J.B., barbier te Kampen, beklaagd dat hij agent van politie en onbezoldigd<br />

rijksveldwachter zijn<strong>de</strong> 1 e in <strong>de</strong>n loop van 1878 of 1879 uit <strong>de</strong> woning van <strong>de</strong>n heer v.D. te<br />

Kampen heeft weggenomen een ham en 2 e in het laatst van het jaar 1879 uit een<br />

goe<strong>de</strong>renwaggon, staan<strong>de</strong> op het station te Kampen heeft weggenomen een hoeveelheid<br />

spiering; veroor<strong>de</strong>eld tot cell.gev. van 1 jaar (…)”<br />

25-6-1880<br />

“He<strong>de</strong>n is door <strong>de</strong> arrondissements-rechtbank vonnis gewezen in zake W.V., P.J.M., T.F.S.,<br />

J.N., W. van ’t V., sigarenmakers, en W.K., smid, allen wonen<strong>de</strong> te Kampen, wegens rebellie,<br />

gepleegd te Kampen in <strong>de</strong>n nacht van 29 op 30 Mei j.l., veroor<strong>de</strong>eld: 1. tot 4 mnd cellulair,<br />

2,3 en 4 ie<strong>de</strong>r tot 3 mnd cell, 5 tot 6 mnd cell, boete van f.8,- en f.25,- en 6 3 mnd cell (…)”<br />

28-6-1880<br />

Arrondissementsrechtbank<br />

“(….) beklaagd dat zij te zamen en in vereeniging op 13 April j.l. uit een uitgeveend, met<br />

scheeren, duilen en riet bewassen (….) eenige niet aan hen toebeh. scheeren te hebben<br />

getrokken (….)”<br />

3-7-1880<br />

Arrondissementsrechtbank<br />

“(…) beklaagd ter zake van in het dienstjaar <strong>de</strong>r personele belasting 1879/1880 en speciaal in<br />

<strong>de</strong> maand April j.l., in <strong>de</strong> gemeente Kampen een door hem gehou<strong>de</strong>n paard te hebben<br />

gebezigd voor een tilbury of een op ijzeren of stalen veeren rustend rijtuig, terwijl hij in <strong>de</strong><br />

zes<strong>de</strong> grondslag dier belasting slechts één paard in <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> klasse had aangegeven;<br />

veroor<strong>de</strong>eld tot geldb. van f. 143,-, verhaalbaar bij lijfsdwang”<br />

4-8-1880<br />

Arrondissementsrechtbank<br />

“(…) J.H. v.d. K. zon<strong>de</strong>r beroep te Zwolle (…) vrijgesproken, doch met last dat zij in een<br />

verbeterhuis zal gebracht wor<strong>de</strong>n ten ein<strong>de</strong> tot 12 Juli 1886 aldaar opgevoed en in hechtenis<br />

gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n (…)”<br />

20-8-1880<br />

Arrondissementsrechtbank<br />

“9…) P.F.B ., kolonist te Ommerschans, beklaagd dat hij te Ommerschans zich feitelijk tegen<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n vergrepen heeft en wel in het jaar 1878 en in <strong>de</strong> loop van dit jaar; veroord. tot<br />

cell.gev. van 6 mnd en geldboete van f.25,- , met ontzegging geduren<strong>de</strong> 2 jaren van het recht<br />

om voogd of curator te zijn over vreem<strong>de</strong>n of eigene kin<strong>de</strong>ren (…)”<br />

28-8-1880<br />

<strong>Uit</strong> het verslag van <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank blijkt dat er gemeentes waren waarin het<br />

verplicht was om bij oproep hand- en spandiensten per paard en wagen te verlenen. Niet<br />

verschijnen was strafbaar.<br />

29


4-10-1880<br />

“Zalk 2 October<br />

Het heeft Z.M. <strong>de</strong>n koning behaagd aan Ph. Jongman alhier kwijtschelding te verleenen van<br />

<strong>de</strong> cell. gevangenisstraf van 15 dagen, waartoe hij bij vonnis van <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank<br />

te Zwolle d.d. 11 Mrt ll. veroor<strong>de</strong>eld is, wegens diefstal van een ou<strong>de</strong> houten emmer. Deze<br />

beschikking zal door vele ingezetenen met groot genoegen vernomen wor<strong>de</strong>n. De<br />

veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> toch, een oppassend huisva<strong>de</strong>r met 6 kin<strong>de</strong>ren, werd, hoewel <strong>de</strong> rechtbank hem<br />

naar <strong>de</strong> wet moest schuldig verklaren, door <strong>de</strong> publieke opinie aan het hem ten laste geleg<strong>de</strong><br />

eigenlijk onschuldig geacht. Het door hem ingedien<strong>de</strong> request om gratie werd dan ook door<br />

<strong>de</strong>n burgemeester, alle le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> gemeenteraad en ver<strong>de</strong>r <strong>de</strong> meest geachte ingezetenen<br />

met aandrang on<strong>de</strong>rteekend”<br />

30-10-1880<br />

“Iets wat zeker zel<strong>de</strong>n of nooit voorkomt-zoo het al eens voorgekomen is- vond gisteren<br />

morgen plaats ter correctionele terechtzitting <strong>de</strong>r rechtbank alhier. Zekere vrouw, M.v.d.B.,<br />

stond terecht wegens het verbreken van een paar ruiten van een harer buren. Twist met haar<br />

man was daarvan <strong>de</strong> aanlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> oorzaak. Nadat <strong>de</strong> officier van justitie zijn requisitoir had<br />

genomen, vroeg beklaag<strong>de</strong> om haar zoo hoog mogelijk te straffen, daar het voor haar geen<br />

leven in huis was, of, indien het mogelijk was, haar naar een be<strong>de</strong>laarsgesticht te zen<strong>de</strong>n”<br />

1-11-1880<br />

“He<strong>de</strong>n morgen werd alhier gevankelijk binnen gebracht J.v.D., arbei<strong>de</strong>r te Barsbeek, gem.<br />

Ambt Vollenhove, tegen wien gisteren door <strong>de</strong>n heer rechter commissaris een bevel tot<br />

voorlopige aanhouding is afgegeven, ter zake van <strong>de</strong> mishan<strong>de</strong>ling van H. Voerman, ten<br />

gevolge waarvan <strong>de</strong>ze 28 Oct. is overle<strong>de</strong>n”<br />

15-11-1880<br />

“Den 27 Sept. was voor <strong>de</strong> Israelietische gemeente te Zwartsluis een dag vol beroeringen en<br />

onaangenaamhe<strong>de</strong>n. Reeds <strong>de</strong>s morgens had<strong>de</strong>n er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> godsdienstoefening storingen<br />

plaats gegrepen, doch <strong>de</strong>s avonds werd het erger. Bij <strong>de</strong> avondgodsdienstoefening ging<br />

iemand, die geen plaats gehuurd had, op een verhuur<strong>de</strong> plaats zitten en wil<strong>de</strong>,<br />

niettegenstaan<strong>de</strong> hij daartoe en door <strong>de</strong>n huur<strong>de</strong>r en door <strong>de</strong> bevoeg<strong>de</strong> kerkelijke autoriteiten<br />

beleef<strong>de</strong>lijk was uitgenodigd, die plaats niet verlaten. Dientengevolge ontstond een soort van<br />

tumult, gevolgd door mishan<strong>de</strong>ling van verschillen<strong>de</strong> personen. De politie bemoei<strong>de</strong> er zich<br />

me<strong>de</strong> en ziedaar <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n, waarom Don<strong>de</strong>rdag jl en gisteren <strong>de</strong> correcctioneele kamer <strong>de</strong>r<br />

rechtbank alhier van die zaken kennis nam. Het gehele tumult was, om het aldus uit te<br />

drukken, in 5 zaken ver<strong>de</strong>eld, waarin 53 getuigen à charge en à <strong>de</strong>charge wer<strong>de</strong>n gehoord. In<br />

twee dier zaken trad als ver<strong>de</strong>diger op <strong>de</strong> heer Mr. J. van Setten en in <strong>de</strong> drie overigen <strong>de</strong> heer<br />

Mr. G.H. van Ketwich Verschuur, bei<strong>de</strong> advocaten alhier. De terechtzitting werd Don<strong>de</strong>rdag<br />

tot laat in <strong>de</strong> avond voortgezet en na tot gisteren middag geschorst te zijn, dien dag beëindigd.<br />

In twee <strong>de</strong>r zaken requireer<strong>de</strong> het O.M. vrijspraak van beklaag<strong>de</strong>n en in <strong>de</strong> drie overigen<br />

slechts een geringe straf. De uitspraak is bepaald op Don<strong>de</strong>rdag a.s.”<br />

(vonnissen: S.A. Azn koopman te Zwartsluis f.10,-, M.v.d. S. winkelbedien<strong>de</strong> uit A’dam<br />

vrijspraak, S.A. Wzn koopman te Zwartsluis, J.v.d. S. koopman te Zwartsluit, S.O. koopman<br />

te Zwartlsuis, N.J. Koopman te Zwartsluis allen vrijgesproken,)<br />

30-11-1880<br />

“De rechtbank heeft he<strong>de</strong>n benoemd tot <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r bij het kantongerecht alhier <strong>de</strong>n heer<br />

H.J. Danmnenberg, candidaat-notaris” (11-12-1880 wordt gemeld dat hij is benoemd tot<br />

<strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r bij het arrondissementsgerecht)<br />

30


1890<br />

3-1-1890<br />

Rechtzaken<br />

J.J.C.S., voorheen koffiehuishou<strong>de</strong>r te Zwolle staat terecht omdat hij 2 politie-inspecteurs in<br />

zijn huis had opgesloten en <strong>de</strong> petroleumlamp had uitgedaan. Op een <strong>de</strong>rgelijk vergrijp staat<br />

max. 7 ½ jaar, <strong>de</strong> eis is 1 mnd, het vonnis (17-1) 8 dagen.<br />

9-1-1890<br />

Op het rooster van civiele zaken : 2 firma’s die een conflict hebben of partij hout al of niet<br />

“op keur” geleverd had moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

10-1-1890<br />

Als gevolg van kerkelijke twisten in Kamperveen heeft G.G.P. aan T. Fikse een klap gegeven.<br />

Er was strijd tussen <strong>de</strong> dominee ( + aanhang) en <strong>de</strong> meester (+ aanhang).<br />

10-1-1890<br />

Verslag kantongerecht<br />

“(…) JvD, arbei<strong>de</strong>r te Hattem, veroor<strong>de</strong>eld ter zake van het stroopen van bla<strong>de</strong>ren (….)”<br />

10-1-1890<br />

Op het beruchte “matten kloppen buiten <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> tijd “(gemeentelijke regel) ston d<br />

kennelijk een boete van f. 1,-<br />

24-1-1890<br />

Rechtbank Zwolle<br />

“(…) F. <strong>de</strong> P., wed. van Th.Z. te Har<strong>de</strong>rwijk, ter zake van “koppelarij”, 4 Sept ll aldaar<br />

gepleegd, 3 jaar gevangenisstraf en ontzetting uit <strong>de</strong> voogdij “<br />

(dit was <strong>de</strong> eerste zaak die ik tegen kwam die achter gesloten <strong>de</strong>uren was behan<strong>de</strong>ld)<br />

31-1-1890<br />

Rechtbank Zwolle<br />

“(…) L.M. arbei<strong>de</strong>r te Zwartsluis, heeft op 23 Dec. ll aldaar F.F. Voerman, vrouw van J. <strong>de</strong><br />

Jonge omver gestooten en braaf geslagen (…)”<br />

7-2-1890<br />

Kantongerecht Zwolle<br />

Op wildplassen stond een boete van f.1,-<br />

8-2-1890<br />

Bij een vechtpartij is één <strong>de</strong>r getuigen, doordat hem op zeer ruwe wijze een pistool uit <strong>de</strong><br />

hand was gerukt, zo aan zijn hand gewond, dat hij als getuige moeite heeft <strong>de</strong> twee vingers in<br />

<strong>de</strong> lucht te steken als hem <strong>de</strong> eed wordt afgenomen; eerst moet <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> hand uit het<br />

verband gehaald wor<strong>de</strong>n.<br />

31


14-2-1890<br />

Rechtbank<br />

Staat terecht J.S. uit Lemelerveld, die zich dreigend geuit heeft tegen rijksveldwachter Zikker<br />

uit Lemelerveld: ‘Kerel, als ik je alleen had maakte ik je dood, want het kan mij niet<br />

verdommen of ik vijfentwintig jaar zit of een”, “ik zal hem door <strong>de</strong> hel don<strong>de</strong>ren, ik zal hem<br />

verscheuren als een leeuw, die leelijke sik met zijn groote pet” (vonnis: 1 mnd)<br />

28-2-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Er staan 5 arbei<strong>de</strong>rs terecht wegens vernieling in Avereest. De officier van justitie:”het is<br />

dringend noodig dat er tegen belhamels te Avereest eens krachtig op wordt getre<strong>de</strong>n, het<br />

wordt daar bepaald gevaarlijk (…)”(vonnis: 9 mnd)<br />

7-3-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Staat terecht Jhr. W.F.G.L.S., gepensioneerd kapitein KNIL te Ermelo, omdat hij zijn<br />

dienstbo<strong>de</strong>, die <strong>de</strong> <strong>de</strong>ksel van een pasteipot had gebroken, met <strong>de</strong> scherven in het gezicht heeft<br />

geslagen. Beklaag<strong>de</strong> geeft toe dat hij door het voortdurend breken van dingen door <strong>de</strong><br />

dienstbo<strong>de</strong> driftig was gewor<strong>de</strong>n en had misschien wat al te hardhandig haar <strong>de</strong> scherven<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> neus gehou<strong>de</strong>n (vonnis: f.50,-)<br />

21-3-1890<br />

Kantongerecht<br />

Een schipper wordt veroor<strong>de</strong>eld omdat hij op het schip zijn wasgoed te drogen had gehangen.<br />

Ook in latere verslagen komt <strong>de</strong>ze overtreding voor (vonnis: f.3,-)<br />

29-3-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

De broers R.B. en R.L.B. staan terecht wegens verzet tegen <strong>de</strong> politie. De ver<strong>de</strong>diger Mr. van<br />

Setten trekt nogal wat laatjes open: het proces verbaal is een verzameling onwaarhe<strong>de</strong>n, een<br />

catalogus van leugens en hij wijst op politiemensen in <strong>de</strong>n lan<strong>de</strong> die wegens overschrij<strong>de</strong>n<br />

van hun bevoegdheid 9 mnd cedl kregen, volgens hem zou eigenlijk <strong>de</strong> rijksveldwachter <strong>de</strong><br />

beklaag<strong>de</strong> moeten zijn, etc.<br />

18-4-1890<br />

Kantongerecht<br />

Kennelijk is het verbo<strong>de</strong>n binnen een afstand van 45 m. van <strong>de</strong> openbare weg een bijenkorf te<br />

plaatsen<br />

18-4-1890<br />

Kantongerecht<br />

Kennelijk heeft ook <strong>de</strong> kantonrechter <strong>de</strong> bevoegdheid een beklaag<strong>de</strong> te veroor<strong>de</strong>len tot<br />

opzending naar een rijkswerkinstelling<br />

9-5-1890<br />

Kantongerecht<br />

“(…) R.J., visscher te Vollenhove, ter zake het als gezagvoer<strong>de</strong>r van een visschersvaartuig,<br />

waarme<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> zeevisscherij uitoefen<strong>de</strong>, niet ter weerzij<strong>de</strong>n van het grootzeil gesteld hebben<br />

van het letterteeken <strong>de</strong>r gemeente, waar zijn vaartuig tehuis behoort, noch het nummer,<br />

waaron<strong>de</strong>r het is ingeschreven”( vonnis f.3,-)<br />

32


16-5-1890<br />

“De hh Van Oorschot & Dannenberg, <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>rs alhier, hebben se<strong>de</strong>rt korten tijd bij hunne<br />

verkoopingen <strong>de</strong>n volgen<strong>de</strong>n maatregel genomen. Aan <strong>de</strong> ingang van het Verkooplokaal<br />

wordt een entrée van 5 cent geheven, waarvoor <strong>de</strong>n bezoeker een kaartje verstrekt wordt, dat<br />

een dag geldig blijft. Genoem<strong>de</strong> heren hebben daarbij het loffelijke besluit genomen, <strong>de</strong><br />

opbrengst te doen strekken ten voor<strong>de</strong>ele van <strong>de</strong> algemeene armen. Dat <strong>de</strong>ze bate vrij<br />

aanzienlijk kan zijn, blijkt o.a. uit <strong>de</strong> ontvangst bij <strong>de</strong>n <strong>de</strong>zer dagen gehou<strong>de</strong>n verkoop van<br />

galanteriën, die een paar dagen duur<strong>de</strong>; er werd toen een bedrag van bijna f. 40,- geïnd “<br />

30-5-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Terecht staat, on<strong>de</strong>r grote publieke belangstelling, <strong>de</strong> 27 jarige landbouwer H.D. uit Rouveen,<br />

die zijn va<strong>de</strong>r met een sabel heeft gedood. In het verslag komt <strong>de</strong>ze va<strong>de</strong>r over als een driftige<br />

huistiran die zijn vrouw regelmatig sloeg. Allerlei getuigen (zoals het hoofd van zijn vroegere<br />

basisschool)wor<strong>de</strong>n gehoord die verklaren hoe zachtaardig en goedwillend <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r altijd is<br />

geweest. In het vervolg van dit verslag in <strong>de</strong> krant van 31-5 twijfelt <strong>de</strong> officier van justitie<br />

toch aan noodweerexces en eist 6 mnd. Ver<strong>de</strong>diger Mr. P.C.A. Sichterman vraagt vrijspraak<br />

en stelt dat ie<strong>de</strong>reen, inclusief <strong>de</strong> rechtbank, <strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> een sympatiek figuur vin<strong>de</strong>n.<br />

Vonnis (krant 6-6-1890): 6 mnd.<br />

6-6-1890<br />

Kantonrechter<br />

Klimmen in een openbare boom: f.1,-<br />

13-6-1890<br />

Advertentie van een dagvaarding door <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r Jan Hendrik Wiekmeijer: <strong>de</strong> Staphorster<br />

Klaas Wil<strong>de</strong>boer is 5 jaar gele<strong>de</strong>n verdwenen. Als hij zich niet bij <strong>de</strong> rechtbank meldt wordt<br />

hij dood verklaard.<br />

14-6-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Rechtszaak tegen twee landbouwers bij Har<strong>de</strong>rwijk over stroperij: wie heeft <strong>de</strong> haas uit <strong>de</strong><br />

strik gehaald. Eerst waren er al twee zittingen kantonrechter Har<strong>de</strong>rwijk geweest en nu wordt<br />

er door <strong>de</strong> rechtbank een hele middag aan besteed, waarbij als getuigen zelfs <strong>de</strong> kantonrechter<br />

en <strong>de</strong> ambtenaar van het O.M. wor<strong>de</strong>n gehoord.. Aan evt. meineed wordt gedacht.<br />

24-6-1890<br />

Kantonrechter<br />

In <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jaren wor<strong>de</strong>n veel mensen veroor<strong>de</strong>eld omdat <strong>de</strong> boter, die ze op <strong>de</strong> markt<br />

aanvoer<strong>de</strong>n, niet was gedaan in tonnen die “nieuw, zin<strong>de</strong>lijk en blank’ moesten zijn<br />

2 winkeliers uit Blokzijl wor<strong>de</strong>n veroor<strong>de</strong>eld omdat ze niet verschenen waren bij <strong>de</strong> verplichte<br />

brandweerdienst.<br />

33


25-7-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

“(…) beklaag<strong>de</strong> roept <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> <strong>de</strong>r rechtbank in (…)”<br />

Een schipper te Kampen heeft een hond, die zijn schip bevuil<strong>de</strong>, met een stik verjaagd. Het<br />

O.M. <strong>de</strong>nkt aan mishan<strong>de</strong>ling, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging vind dat er sprake was van “mid<strong>de</strong>l” en geen<br />

“doel” tot mishan<strong>de</strong>len. Zelfs arresten van <strong>de</strong> Hoge Raad wor<strong>de</strong>n er bijgehaald door <strong>de</strong><br />

juristen die elkaar van <strong>de</strong> Universiteit blijken te kennen, zoals uit het verslag dui<strong>de</strong>lijk wordt.<br />

(krant 1-8: vrijspraak)<br />

12-9-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

2 vissers te Wanneperveen staan terecht omdat ze “russchen hebben gesne<strong>de</strong>n” (biezen) op<br />

an<strong>de</strong>rmans terrein. Hun ver<strong>de</strong>diging: ie<strong>de</strong>reen doet het, het is een oud gebruik en er stond<br />

geen bordje dat het niet mocht. (vonnis 19-9: 8 dagen)<br />

15-9-1890<br />

Agenda van civiele zaken<br />

De burgemeester van Hattem C.J.L. Mos verzoekt verklaring van overlij<strong>de</strong>n van G.H. Mos,<br />

zon<strong>de</strong>r beken<strong>de</strong> woonplaats<br />

19-9-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Staat terecht P.B., sjouwerman te Hasselt die <strong>de</strong> sluiswachter (en onbezoldigd<br />

rijksveldwachter) J. Bo<strong>de</strong> heeft uitgeschol<strong>de</strong>n voor “verdom<strong>de</strong> kwajongen, snotneus, lapzak”.<br />

Beklaag<strong>de</strong> verklaard alleen “snotneus” gezegd te hebben, en omdat <strong>de</strong> sluiswachter op dat<br />

moment een druppel aan <strong>de</strong> neus had hangen, was dat geen belediging….<br />

19-9-1890<br />

Alweer een zitting over <strong>de</strong> “hazen-zaak “(zie 14-6)<br />

24-9-1890<br />

Kantonrechter<br />

Veroor<strong>de</strong>eld wordt B.v.d. W., van beroep hardloper te Sneek, wegens het uitoefenen van zijn<br />

bedrijf zon<strong>de</strong>r vergunning van B & W.<br />

10-10-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Staat terecht J.R., 31 jarige paar<strong>de</strong>nkoopman, wegens mishan<strong>de</strong>ling van een veearts die<br />

volgens beklaag<strong>de</strong> gezegd zou hebben: “je koe is verrot, je v rouw is verrot en jij bent ook<br />

verrot”<br />

17-10-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Terecht staat J.G. uit Zwolle die aan <strong>de</strong> hoofdwacht gemeld heeft dat hij politieagent Mul<strong>de</strong>r<br />

in <strong>de</strong> Vosjessteeg dronken had gezien. Diverse getuigen verklaren dat <strong>de</strong> agent niet dronken<br />

was, hooguit was <strong>de</strong> steeg onregelmatig bestraat. Bij doorvragen blijkt dat <strong>de</strong> agent beklaag<strong>de</strong><br />

dit jaar een boete van f.5,- had gegeven en kennelijk had dat bij verdachte kwaad bloed gezet.<br />

Beklaag<strong>de</strong> wordt kwaadaardig en anti-politiegezind genoemd (vonnis 31-10: 15 dagen)<br />

34


6-11-1890<br />

Ingezon<strong>de</strong>n brief van <strong>de</strong> burgemeester van Meppel waarin hij protesteert tegen een<br />

krantenverslag van een rechtbankzaak. Hij zou aan <strong>de</strong> officier van justitie verklaard hebben<br />

geen heil te zien in opzending van een beklaag<strong>de</strong> naar een rijkswerkinstelling. Kennelijk was<br />

<strong>de</strong> suggestie gewekt dat <strong>de</strong>ze verklaring was ingegeven door het feit dat bij opzending <strong>de</strong><br />

gemeente verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> achterblijven<strong>de</strong> gezinsle<strong>de</strong>n.<br />

Met een reactie van <strong>de</strong> redactie.<br />

14-11-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Staan terecht 2 arbei<strong>de</strong>rs uit Zwollerkerspel wegens mishan<strong>de</strong>ling. Omdat het <strong>de</strong> officier van<br />

justitie ter ore was gekomen dat men in Zwollerkerspel nogal spottend en laatdunkend spreekt<br />

over een gevangenisstraf ( ’15 dagen in <strong>de</strong> kast”) wil hij ter afschrikking nu een zwaar<strong>de</strong>re<br />

straf eisen: 1 mnd<br />

21-11-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Staat terecht D.v.Z., treinmachinist. Hij wordt beschuldigd <strong>de</strong>nnenpalen te hebben<br />

weggenomen. Beklaag<strong>de</strong> vertelt dat hij daarmee <strong>de</strong> locomotief wil<strong>de</strong> stoken, an<strong>de</strong>rs waren ze<br />

nooit in Zwolle aangekomen ; <strong>de</strong> kolen die hij had zaten vol met sintels. De officier van<br />

justitie lijkt erg dubbel: hij beschuldigt beklaag<strong>de</strong> van het wegnemen <strong>de</strong>r <strong>de</strong>nnenpalen voor<br />

eigen gebruik, maar zegt tegelijkertijd dat het premiestelsel van <strong>de</strong> spoorlijn <strong>de</strong>bet is. De<br />

machinisten krijgen een premie als ze min<strong>de</strong>r kolen gebruiken. Ook <strong>de</strong> stationschef krijgt een<br />

veeg uit <strong>de</strong> pan: <strong>de</strong> leiding van <strong>de</strong> spoorwegen hebben <strong>de</strong> neiging wangedrag van personeel<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> pet te willen hou<strong>de</strong>n,(Vonnis: f.10,- boete)<br />

Een 47 jarige ex-KNIL militair staat terecht omdat hij zijn conduitestaat en brieven van o.a.<br />

<strong>de</strong> Minister van Koloniën heeft vervalst om weer in dienst te kunnen komen in zijn ou<strong>de</strong><br />

rang. Diverse getuigen van het Min.van Koloniën wor<strong>de</strong>n als getuigen gehoord, en als<br />

getuige-<strong>de</strong>skundige wordt een schoolhoofd gehoord over <strong>de</strong> handschriften <strong>de</strong>r vervalsingen.<br />

In wezen nogal overbodig, omdat “een kind kon zien dat het vals was”. Beklaag<strong>de</strong> ontkent en<br />

<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger voert aan dat beklaag<strong>de</strong> prachtig kan tekenen, zodat als hij in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> zaak<br />

vervalst had, hij dat veel mooier gedaan zou hebben. In krant 2-12 voortzetting omdat één <strong>de</strong>r<br />

getuigen ziek was.<br />

Vonnis 12-12: vrijspraak<br />

27-11-1890<br />

On<strong>de</strong>r hoofdje “Zwolle “ <strong>de</strong> tekst van <strong>de</strong> her<strong>de</strong>nkingstoesrfpaak van rechtbankpresi<strong>de</strong>nt van<br />

Aerssen bij het overlij<strong>de</strong>n van Koning Willem III<br />

28-11-1890<br />

De officier van justitie neemt het woord om ook namens <strong>de</strong> collega’s <strong>de</strong> vertrekken<strong>de</strong><br />

voorzitter van <strong>de</strong> rechtbank Mr. W.C. van Deinse geluk te wensen met zijn benoeming tot<br />

raadsheer van het Hof te Amsterdam, en bedankt voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> samenwerking.<br />

13-12-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

J.B., visser uit Zwolle, had van zijn moe<strong>de</strong>r wat spullen gekregen. Maar zijn va<strong>de</strong>r was het<br />

daar niet mee eens en noem<strong>de</strong> het diefstal. Eis: vrijspraak<br />

35


13-12-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Ingewikkel<strong>de</strong> zaak rond 2 koeien en een paard. Om ze uit een faillissement te hou<strong>de</strong>n waren<br />

ze quasi verkocht, maar later teruggebracht, met acties bij nacht en ontij, beloning met een<br />

fles genever enz. Maar als ze terug gehaald waren, terwijl ze verkocht waren, is dat dan geen<br />

diefstal? Zelfs het horen van 8 getuigen maakt het niet veel hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r<br />

25-12-1890<br />

Rechtbankverslag<br />

Staat terecht wegens verduistering <strong>de</strong> kleermaker J.G. uit Zwolle.<br />

“Beklaag<strong>de</strong> zegt dat hij in <strong>de</strong> gevangenis een boekje heeft gelezen getiteld “In <strong>de</strong> wieg gelegd<br />

om gehangen te wor<strong>de</strong>n”. Dit is, zegt hij, om hem toepasselijk- alles loopt hem tegen”.<br />

In het vervolgverslag (krant 29-12-1890 ): “beklaag<strong>de</strong> gelooft dat <strong>de</strong> officier van justitie<br />

wordt opgehitst doorf <strong>de</strong> politie. Niet hij is anti-politiegezind, maar <strong>de</strong> politie is ant- G.<br />

gezind” Er volgt een heel betoog van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger over <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rrechtelijkheid van <strong>de</strong><br />

verduistering, het al of niet opzettelijke daarvan en komt tot <strong>de</strong> conclusie dat van <strong>de</strong><br />

dagvaarding niets klopt. De officier verzucht dat hij toch echt goed geluisterd heeft naar <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>diger, maar dat hij er echt niks van snapt.<br />

1900<br />

5-1-1900<br />

Rechtbankveslag<br />

Staat terecht een Duitser, O.H.B. wegens een do<strong>de</strong>lijke steekpartij te Har<strong>de</strong>rwijk. Het<br />

slachtoffer blijkt niet te zijn overle<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> steekwond zelf, maar door een latere infectie<br />

van <strong>de</strong> wond. In <strong>de</strong> krant 6-1-1900 een verslag van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging (noodweer). Vonnis:<br />

vrijspraak.<br />

5-1-1900<br />

Kantonrechter<br />

P.B., arbei<strong>de</strong>r te Blokzijl, had schapen laten lopen op an<strong>de</strong>rmans terrein (<strong>de</strong> dijk). Opvallend:<br />

boete f.0,50 per schaap.<br />

Dr. C.L.V., geneesheer, veroor<strong>de</strong>eld tot een boete van f.1,- wegens het niet voeren van een<br />

fietslamp<br />

12-1-1900<br />

Rechtbankverslag<br />

Een opgeroepen medische getuige in een mishan<strong>de</strong>lingszaak is niet verschenen, zodat <strong>de</strong> zaak<br />

wordt uitgesteld. Kennelijk kunnen dan <strong>de</strong> kosten van <strong>de</strong> verdaging in rekening wor<strong>de</strong>n<br />

gebracht bij <strong>de</strong> niet-verschenen getuige.<br />

“Een flink, stevig, 17 jarig boerinnetje, E.J.H. te Gerner, Dalfsen, nam vervolgens pllats op <strong>de</strong><br />

bank <strong>de</strong>r penitentie”. Van catechedatie komend had ze ruzie gekregen om een “kefferije” bij<br />

een bruiloft, over een jongen.. “Als beklaag<strong>de</strong> tegenover getuigen wordt geconfronteerd, komt<br />

er haar soms een vinnig, vastbera<strong>de</strong>n uitdrukking om <strong>de</strong>n mond”. Als <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt opmerkt<br />

dat meisjes toch geen mes dragen en daarin niet jongens moeten nadoen geeft beklaag<strong>de</strong> aan<br />

altijd een mes te dragen. Na <strong>de</strong> eis van 3 mnd te hebben gehoord: “Ik neem het niet aan”, zegt<br />

beklaag<strong>de</strong> schreiend,”want ik ben glad onschuldig. Ik ben onschuldig geslagen”<br />

36


19-1-1900<br />

Rechtbankverslag<br />

J.R., 44 jaar, timmerman te IJsselmui<strong>de</strong>n, had tegen veldwachter J. Lamberts gezegd:”Dag<br />

Lamberts, jij bent ook een mooie, je doet mij niets. Ik heb schijt aan je, gemeene smeerlap”.<br />

De veldwachter had <strong>de</strong> zwangere vrouw van beklaag<strong>de</strong> laten schrikken door haar een procesverbaal<br />

te geven voor een vergrijp dat an<strong>de</strong>ren ook wel pleeg<strong>de</strong>n (vonnis f.10,- boete)<br />

25-1-1900<br />

Rechtbankzaken<br />

In <strong>de</strong> civiele terechtzitting is beëdigd A,W.F. Jordaan als bewaar<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r hypotheken en van<br />

het kadaster.<br />

2-2-1900<br />

2 personen staan terecht die een herbergier had<strong>de</strong>n toegevoegd “een reeks lieflijkhe<strong>de</strong>n,<br />

karakteristiek als rustieke beeldpraak-bloemetjes, maar niet zeer geschikt om ze in een<br />

courant te herhalen”.<br />

Kantongerecht<br />

“A.W., pol<strong>de</strong>rwerker te Hattem, ter zake van het in het openbaar zingen van aanstootelijke<br />

lie<strong>de</strong>ren f.5,- boete<br />

8-2-1900<br />

Zwolle<br />

“De rechter commissaris, vergezeld van <strong>de</strong>n substituut officier en <strong>de</strong>n substituut-griffier,<br />

begaf zich he<strong>de</strong>n naar Nijkerk tot het instellen van een on<strong>de</strong>rzoek in zake een aldaar in <strong>de</strong><br />

buurtschap Sligtenhorst op <strong>de</strong>n openbaren weg gepleeg<strong>de</strong> berooving met geweldpleging.<br />

De vermoe<strong>de</strong>lijke da<strong>de</strong>rs J.v.d. B. en J.T. wer<strong>de</strong>n gevangen genomen en naar <strong>de</strong> gevangenis<br />

alhier overgebracht. De geroof<strong>de</strong> som, zijn<strong>de</strong> f.100,- in papiergeld, is op hen in beslag<br />

genomen”.<br />

10-2-1900<br />

Rechtbankverslag<br />

“(…) Bij <strong>de</strong>ze gelegenheid trad voor <strong>de</strong> eerste maal voor <strong>de</strong>ze rechtbank als Rijksadvocaat op<br />

Mr. J. van Setten, die van <strong>de</strong> gelegenheid gebruik maakte om een woord van hul<strong>de</strong> te brengen<br />

aan zijn voorganger, Mr. G. Roijer en zich in <strong>de</strong> welwillen<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werking van <strong>de</strong> rechtbank<br />

aanbeval. De officier van justitie verklaar<strong>de</strong> zich gaarne aan te sluiten bij <strong>de</strong> ten opzichte van<br />

Mr. Roijer geuite gevoelens (….)”<br />

23-2-1900<br />

Rechtbankverslag<br />

“(…) M. Zuidhof, verloskundige te <strong>Stad</strong> Vollenhove was door <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r van haar schoonzoon<br />

uitgeschol<strong>de</strong>n (….) had haar toegevoegd “moor<strong>de</strong>naar, je hebt je dochter vermoord” met<br />

zinspelingen, totaal ongeschikt hier te herhalen”<br />

2-3-1900<br />

Rechtbankverslag<br />

“(….) het altijd tragische strafproces <strong>de</strong>r ongehuw<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r. Met het witte boerinnekapje op<br />

het hoofd, gekleed is een eenvoudig zwart japonnetje, treedt, trillend van <strong>de</strong> zenuwen, <strong>de</strong>n<br />

zakdoek voor het gelaat geklemd, <strong>de</strong> 28 jarige Hendrikje H., dienstmeisje te Zwollerkerspel<br />

37


(Berkummeerbrug) <strong>de</strong> zaal binnen en begeeft zich naar het bankje van penitentie. Daar<br />

weerklinkt een lui<strong>de</strong> slag! Bekl. is in haar zenuwachtigheid met bankje en al omgevallen. In<br />

een weldadig snikken ontspannen zich dan haar zenuwen eenigszins en men brengt haar een<br />

stoel met rugleuning. Bekl. was ten laste gelegd, dat ze in <strong>de</strong>n loop van Januari, omstreeks<br />

<strong>de</strong>n 11en, te Zwollerkerspel het lijkje van een kind van het mannelijk geslacht, waarvan ze<br />

<strong>de</strong>n 7en was bevallen, in een kartonnen doos, ten huize van <strong>de</strong>n kastelein G.Borgers, waar ze<br />

dien<strong>de</strong>, in een kast had verborgen gehou<strong>de</strong>n, ten ein<strong>de</strong> <strong>de</strong> geboorte te verhelen. Een verzoek<br />

van <strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>diger Mr. J. van Drooge te Voorschoten, <strong>de</strong> zaak met gesloten <strong>de</strong>uren te<br />

behan<strong>de</strong>len, werd gewezen van <strong>de</strong>n hand.”<br />

Het meisje had 8 jaar trouw gediend. Ze had wel eens gezegd dat ze “in <strong>de</strong> kraam moest” ,<br />

maar <strong>de</strong> werkgever had niets gemerkt. De werkgever kon ook <strong>de</strong> praatjes over ze<strong>de</strong>loosheid<br />

en mannenbezoek niet bevestigen.<br />

“Hoeveel angst <strong>de</strong> jonge moe<strong>de</strong>r al dien tijd had uitgestaan, blijkt o.a. uit het feit dat ze het<br />

lijkje eerst drie dagen bij zich in bed had gehou<strong>de</strong>n”.<br />

Er is geen bewijs voor kin<strong>de</strong>rmoord. Eis van <strong>de</strong> OvJ 3 mnd. De ver<strong>de</strong>diger treedt op namens<br />

“on<strong>de</strong>rlinge vrouwenbescherming”. Hij had eerst een <strong>Zwolse</strong> advocaat gevraagd <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>diging te doen, die had geweigerd omdat “het meisje als door en door onze<strong>de</strong>lijk bekend<br />

stond”.<br />

Het meisje is bij justitie aangebracht via een anonieme brief. Misschien komen <strong>de</strong> praatjes<br />

over haar ook uit die hoek.<br />

“Hevig snikkend verlaat beklaag<strong>de</strong> <strong>de</strong> rechtszaal “<br />

(Vonnis 1 mnd wegens lijkheling)<br />

“(….) D.<strong>de</strong> J., 26 jaar, boerenknecht te Gramsbergen (….) had op 23 Januari J.H. Altena<br />

omdat <strong>de</strong>ze proselieten wil<strong>de</strong> maken voor <strong>de</strong> doleren<strong>de</strong> kerk en niet wil<strong>de</strong> tracteren op een<br />

borrel, met een dikke stok geslagen(….)”<br />

2 jongens hebben een ruit ingegooid in Assendorp. De opgeleg<strong>de</strong> straf vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verdachten<br />

“wel wat veel”, <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt geeft aan hetzelf<strong>de</strong> te vin<strong>de</strong>n van hun baldadigheid.<br />

16-3-1900<br />

Rechtbankverslag<br />

Twee jongens, 13 en 15 jaar waren uit stelen gegaan maar had<strong>de</strong>n per ongeluk daartoe het<br />

huis uitgekozen van <strong>de</strong> commissaris van politie van Zwolle.<br />

19-3-1900<br />

“Wij hebben een treurig feit te vermel<strong>de</strong>n. De heer jhr. mr. L.H.N.T.M. Bosch Rid<strong>de</strong>r van<br />

Rosenthal, officier van justitie bij <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank alhier, is gisterenavond<br />

overle<strong>de</strong>n(….)”.<br />

Verslag van <strong>de</strong> begrafenis en <strong>de</strong> sprekers daarbij in <strong>de</strong> krant van 21-3-1900<br />

6-4-1900<br />

Verslag kantonrechter<br />

“(…) H.J.V., bakkersknecht te Zwolle, ter zake het aldaar over met sneeuw be<strong>de</strong>kte straat<br />

rij<strong>de</strong>n met een gespan zon<strong>de</strong>r dat het paard voorzien was van een hel<strong>de</strong>r klinken<strong>de</strong> bel, f.1,-<br />

boete<br />

38


20-4-1900<br />

Rechtbankzaken<br />

“Da<strong>de</strong>lijk na <strong>de</strong> opening volg<strong>de</strong> reeds een scene. Een stokoud besje, <strong>de</strong> 69 jarige Zwaantje B.<br />

wed. J.T. te Ol<strong>de</strong>broek, met mager, grauw, diep-gerimpeld gezichtje, een wit kapje, blauwe<br />

katoenen japon, zwart wollen doekje om <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rs, donkerblauw katoenen schort en<br />

zwarte on<strong>de</strong>rrok, zou terecht staan wegens diefstal van een sinaasappel op <strong>de</strong> markt alhier.<br />

Eensklaps viel bekl., die –naar me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld wordt- veelal aan toevallen lijdt, met lui<strong>de</strong>n slag<br />

van het bankje. Haar han<strong>de</strong>n waren samengeknepen en bleken bijna niet te openen. De armen<br />

waren zijwaarts omhoog gestrekt. De mond bewoog zich krampachtig op en neer en ze<br />

steun<strong>de</strong> “O, mien kind, mien kind in Transvaal”. Nadat dr. Hettema van Blokzijl, toevallig<br />

aanwezig, <strong>de</strong> eerste hulp had verleend, werd bekl. <strong>de</strong> zaal uitgedragen en <strong>de</strong> zaak geschorst.<br />

De dokter kon niet aanstonds uitmaken of men hier met een werkelijke ongesteldheid, of met<br />

simulatie te doen had (….). Eisch bij recidive 2 mnd”<br />

(Vonnis: 1 mnd)<br />

30-4-1900<br />

Rechtbankzaken<br />

Verslag van <strong>de</strong> installatie van <strong>de</strong> nieuwe Officier van Justitie Mr. J.P. van Outeren.<br />

11-5-1900<br />

Rechtbank<br />

“Een hoogst treurige zaak was ond tot slot bewaard. Een 11 jarig knaapje, een bol blond<br />

vlaskopje, met goedig gezicht, D.J.S., zon<strong>de</strong>r beroep te Zwolle, wordt beduid zijn klompjes<br />

uit te trekken en <strong>de</strong> vier tre<strong>de</strong>n op te klauteren om achter het ijzeren hekje voor <strong>de</strong> groene tafel<br />

plaats te nemen. De jongen had van <strong>de</strong> wed. Munster, die hem uit me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n wel eens binnen<br />

liet komen en hem dan een boterham sneed, uit een linnenkast een portemonnaie met eenig<br />

geld, w.o. een rijksdaal<strong>de</strong>r en een gul<strong>de</strong>n, ontvreemd. Van het geld kocht <strong>de</strong> knaap volop<br />

snoepgoed en gaf <strong>de</strong> rest aan zijn moe<strong>de</strong>r; naar hij zegt, had hij <strong>de</strong>ze verteld, dat hij het geld<br />

had gekregen. De presi<strong>de</strong>nt meent tot <strong>de</strong>n knaap, die onbevangen <strong>de</strong> zaal rondkijkt, eenige<br />

ernstige doch gemoe<strong>de</strong>lijke woor<strong>de</strong>n te moeten spreken. “Je breurtje, dat is ook opgezon<strong>de</strong>n<br />

naar het gesticht. Ben jij niet blij, als je ook gaat?” De knaap bewaart het stilzwijgen. Het<br />

O.M. <strong>de</strong>elt me<strong>de</strong>, dat het overweging had uitgemaakt, of dit kind vervolgd zou wor<strong>de</strong>n. Er<br />

was on<strong>de</strong>rzocht bij on<strong>de</strong>rwijzers en predikant en <strong>de</strong> berichten waren van dien aard, dat ZEA<br />

meent, dat beklaag<strong>de</strong> op een schromelijke wijze wordt verwaarloosd. Hij ging zeer<br />

ongeregeld af en toe en met veel schoolverzuim ter school bij <strong>de</strong> heeren Kanstein en<br />

Spruitenburg, waar het nodig was hem afzon<strong>de</strong>rlijk te zetten. De inborst van <strong>de</strong>n jongen blijkt<br />

goed, doch elke leiding ontbrak hem. De inlichtingen omtrent <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r zijn niet gunstig.<br />

Zijn broer, die een zilveren horloge gestolen had, werd reeds naar een rijksopvoedingsgesticht<br />

opgezon<strong>de</strong>n. (…) Z. Eachtb. eischt ontslag van alle rechtsvervolging en opzending naar het<br />

rijksopvoedingsgesticht tot zijn 18 e jaar, dus tot 31 Dec. 1906. “Wou je dat wel graag of wou<br />

je liever bij je moe<strong>de</strong>r blijven?” vraagt <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt. Dan echter komen eensklaps <strong>de</strong><br />

waterlan<strong>de</strong>rs, die hij zich met <strong>de</strong>n rug van <strong>de</strong> groezelige hand uit <strong>de</strong> oogen wrijft, terwijl hij in<br />

een luid snikken eindigt. “Kan je lezen en schrijven?”. De jongen schudt neen. “Liep je altijd<br />

maar op straat?””Ja”.<br />

<strong>Uit</strong>spraak over 8 dagen “<br />

(Vonnis: opzending)<br />

39


28-5-1900<br />

Zwolle<br />

“Naar wij vernemen is aan G. van Dijk, conciërge van het Paleis van Justitie aalhier tegen 1 e<br />

October e.k. eervol ontslag verleend en in zijn plaats benoemd D. Wemes”<br />

22-6-1900<br />

Kantongerecht<br />

“(…) H.J.G., rijwielfabrikant en D.A.A. v.d.W., ambtenaar, bei<strong>de</strong>n te Zwolle, tere zake het<br />

aldaar op <strong>de</strong>n openbaren weg har<strong>de</strong>r rij<strong>de</strong>n met een rijwiel dan <strong>de</strong> matige draf van een paard,<br />

veroor<strong>de</strong>eld tot f.3,- “<br />

27-7-1900<br />

Rechtbank<br />

“Als eerste beklaag<strong>de</strong> kwam voor <strong>de</strong> heeren een als jongeheer gekleed knaapje met grijs pakje<br />

en sportpetje, dat nauwelijks met zijn hoofd boven <strong>de</strong>n lessenaar van <strong>de</strong>n advocaat uitkwam.<br />

De bekl. H.L. <strong>de</strong> W. (11 jaar), scholier alhier, zou op 15 Juni ten na<strong>de</strong>ele van het hoofd <strong>de</strong>r<br />

school, die hij bezocht, <strong>de</strong>n heer H. Spruitenburg, een tabakspijp hebben ontvreemd. De heer<br />

S., als getuige aanwezig, zegt over het geval met <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r te hebben gesproken en tot het<br />

besluit te zijn gekomen, <strong>de</strong>ze zaak aan te grijpen om <strong>de</strong>n jongen naar een<br />

rijksopvoedingsgesticht op te zen<strong>de</strong>n. De get. had bekl. gevraagd of hij <strong>de</strong> pijp gestolen had<br />

en <strong>de</strong>ze was toen door <strong>de</strong> mand gevallen. “Beklaag<strong>de</strong>, sta nu eens niet te liegen en zeg precies<br />

wat je met die pijp doen wou”. “Zeepbellen blazen, meneer. Maar ik wou <strong>de</strong> pijp weer op zijn<br />

plaats leggen”. De hoofdon<strong>de</strong>rwijzer, <strong>de</strong> heer S., <strong>de</strong>elt me<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> knaap <strong>de</strong>n<br />

indruk op hem gemaakt had van een zwak man te zijn. De moe<strong>de</strong>r maakte een ongunstige<br />

indruk. Vroeger, zo <strong>de</strong>elt <strong>de</strong> heer S. me<strong>de</strong>, was beklaag<strong>de</strong> eens met eenige lorgnetten op<br />

school gekomen, die hij op <strong>de</strong> markt had gestolen, had hij een paar pantoffels weggenomen,<br />

eenige griffeldoozen geledigd en centen uit <strong>de</strong> zakken <strong>de</strong>r kleeren van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren<br />

gehaald (…). De beklaag<strong>de</strong> is behept met een manie wat weg te pakken”.<br />

De ver<strong>de</strong>diger voert vervolgens aan dat <strong>de</strong> jongen door het wegnemen van school verwij<strong>de</strong>rd<br />

wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n en voert enkele getuigen à décharge op.<br />

(Vonnis: opzending tot 18 e jaar)<br />

3-8-1900<br />

Rechtbank<br />

“De persoon P.H., oud 70 jaar (….) hij verzocht we<strong>de</strong>rom naar Veenhuizen, waar hij reeds<br />

acht malen, meestal geduren<strong>de</strong> 3 jaren, was geweest, te wor<strong>de</strong>n opgezon<strong>de</strong>n”<br />

17-8-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…) <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> getuige was een blond 5-jarig knaapje, dat aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>n <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r<br />

binnenkwam en <strong>de</strong> trappen voor <strong>de</strong> groene tafel werd opgeleid.<br />

“Ben jij M. Oosterveen?”<br />

Knik<br />

“Ben jij vijf jaar?”<br />

Knik<br />

“Zal je niet jokken?”<br />

Het knaapje schudt het hoofd.<br />

“Kan je K.?”<br />

Knik<br />

“Hef K. je toen over <strong>de</strong> knie ‘elegd?”<br />

40


Knik<br />

“Had je ‘m ‘eploagd?”<br />

De knaap schudt het hoofd<br />

(….)”<br />

31-8-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…)” Heb je hem uitgeschol<strong>de</strong>n voor gauwdief?” “Ach, dat weet ik niet, we schel<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n<br />

heelen dag samen” (…)”<br />

31-8-1900<br />

Kantongerecht<br />

“W.M.R., wed. M.O. te Zwolle, ter zake het als hoofd van een gezin niet tijdig aangifte doen<br />

van het voorkomen eener besmettelijke ziekte in haar gezin , f.1,- boete”<br />

21-9-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…) Heb je dien man geslagen?”vraagt <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt aan beklaag<strong>de</strong>.<br />

“Ik heb partij gekozen voor het kind, mijnheer,<br />

ik heb het gedaan in drift, mijnheer,<br />

ik weet niet wat <strong>de</strong> jongen gedaan had, mijnheer,<br />

ik heb maar één slag gegeven, mijnheer,<br />

en geen vier slagen, mijnheer,<br />

en ik heb het gedaan met <strong>de</strong> platte hand, mijnheer<br />

en ik dacht dat het zijn broertje was, mijnheer”,<br />

ratelt bekl. zenuwachtig aan één stuk door (…)”<br />

21-9-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…) Pleiter (Mr. J. van Setten): “<strong>Mijn</strong>e heeren, we mogen wel bid<strong>de</strong>n, dat we nooit in<br />

<strong>de</strong>rgelijke omstandighe<strong>de</strong>n zullen komen”, zegt pleiter, “ik heb ook geen garnalenbloed; als ik<br />

vier maal had gewaarschuwd, zou ik ook niet weten wat ik dan <strong>de</strong>ed”. Slachtoffer heeft zijn<br />

verdien<strong>de</strong> loon gekregen en mag nog dank-je zeggen als bekl. straks zijn geneesheer komt<br />

betalen. Zoo ooit, dan is hier van toepassing “Tu l’as voulu, George Doudin”(…)”<br />

21-9-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…) Bekl. tracht zich <strong>de</strong>n laatsten tijd als knecht bij <strong>de</strong> boeren te beste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

Godspenning machtig te wor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r daarna in dienst te tre<strong>de</strong>n(….)”<br />

21-9-1900<br />

Rechtbank<br />

“Kees, Kees, Kees, je hebt er water bij gedaan”, zegt het ou<strong>de</strong> straat<strong>de</strong>untje. Voor zulk<br />

“water-bij-doen”had K.<strong>de</strong> V., 52 jaar, veehou<strong>de</strong>r te Blokzijl, zich he<strong>de</strong>n te verantwoor<strong>de</strong>n<br />

(….)”<br />

22-9-1900<br />

Rechtbank<br />

“On<strong>de</strong>r Rechtszaken in ons vorig nommer komt <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>eling voor van G.B., slager alhier.<br />

Deze initialen wijzen niet G. Bomhof aan”<br />

41


26-9-1900<br />

Ingezon<strong>de</strong>n brief van v.d.P. waarin hij bezwaar maakt tegen <strong>de</strong> stijl van <strong>de</strong><br />

rechtbankverslagen in <strong>de</strong> krant. Dat een veroor<strong>de</strong>eld boerinnetje snikkend <strong>de</strong> rechtszaal<br />

verlaat is niet relevant.<br />

Plus reactie van <strong>de</strong> redactie.<br />

28-9-1900<br />

Rechtbank<br />

“Bij verstek werd wegens strooperij van <strong>de</strong>nnennaal<strong>de</strong>n tegen Wa.L.Gdochter , 14 jaar oud,<br />

zon<strong>de</strong>r beroep te Eermelo, geëischt f. 5,- subs. 5 d. hecht.”<br />

12-10-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…) De voornaamste getuige, <strong>de</strong> bestolene, was stok-doof. Het was een 80-jarig vrouwtje<br />

met bleek gerimpeld gelaat, wit neepjes-kapje, blauwe jak, zwarte rok en rood schortje, proper<br />

en hel<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> kleeren, en in één woord een prachtig type van een eenvoudig, ou<strong>de</strong>rwetsch,<br />

fatsoenlijk, goed in-bestje. Wegens harfe doofheid geschied<strong>de</strong> haar verhoor schriftelijk (….)”<br />

22-10-1900<br />

Rechtbank<br />

“(…) Och God, mijnheer, laatst ben ik toch 14 dagen buiten <strong>de</strong>n drank geweest” zegt<br />

beklaag<strong>de</strong> (….)”<br />

2-11-1900<br />

Rechtbank<br />

“H.T., 28 jaar (….) is door <strong>de</strong>n onbezoldig<strong>de</strong> gemeenteveldwachter Gradus Kamperman<br />

gecalangeerd”(van Dale: calangeren is bekeuren, m.n. voor belastingontduiking)<br />

12-11-1900<br />

Zwolle<br />

De <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r van Oorschot verhuist naar <strong>de</strong>n Haag. Aantal opmerkingen over hem, zijn<br />

verkopingen en nevenfuncties.<br />

14-12-1900<br />

G.R., schil<strong>de</strong>r te Zwolle, had hoger geroep aangetekend tegen een vonnis van <strong>de</strong><br />

kantonrechter. Hij was door <strong>de</strong> <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r opgeroepen om aanwezig te zijn bij een<br />

familieberaad om een voogd aan te wijzen voor een min<strong>de</strong>rjarig familielid. Hij was daarbij<br />

niet verschenen omdat hij niet wist dat een <strong>de</strong>rgelijke oproep verplichtend was.<br />

21-12-1900<br />

Kantongerecht<br />

“J.H.K. landbouwer te Heino, ter zake het rooken in een spoorwegcoupé waar zulks verbo<strong>de</strong>n<br />

is, tot f.5,- boete”<br />

“H.v.d. K reiziger te Zwolle, ter zake het rij<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n openbaren weg in Overijssel op een<br />

rijwiel niet voorzien van bel, fluit of trompet, f.1,- boete<br />

42


1910<br />

14-1-1910<br />

Kantongerecht<br />

“J.v.d. V., huisvrouw van J.S., winkelierster, en D.M., winkelier, bei<strong>de</strong> te Zwolle, ter zak niet<br />

oop het winkelraam van hun winkel het woord “margarine” gesteld hebben, niettegenstaan<strong>de</strong><br />

zij in hun winkel margarine ten verkoop voorhan<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n, ie<strong>de</strong>r tot f.2,-“<br />

“D.J. te Zwolle, ter zake het zon<strong>de</strong>r daartoe gerechtigd te zijn loopen op <strong>de</strong>n spoorbaan, tot <strong>de</strong><br />

straf <strong>de</strong>r berisping”<br />

In het verslag van het kantongerecht 14-1-1910 een zo onvoorstelbaar groot aantal<br />

veroor<strong>de</strong>lingen.<br />

14-1-1910<br />

Rechtbank<br />

“Nu wordt allereerst een geitevel, daarna Marinus Joh.J. voor <strong>de</strong> rechtbank gebracht. Bei<strong>de</strong><br />

hebben zich bevon<strong>de</strong>n in het pakhuis van <strong>de</strong>n heer Danneboom, het geitevel als zoodanig,<br />

Marinus Joh.J. als knecht. Samen hebben ze op 14 December het pakhuis verlaten, Marinus<br />

en het geitevel; nog ging een konijnevel mee (…)”<br />

29-1-1910<br />

Rechtbank<br />

Jan S., 19 jaar en Gerard S., 16 jaar, had<strong>de</strong>n duiven weggenomen. Gerard vertelt <strong>de</strong> duiven te<br />

hebben genomen om ze te laten paren met zijn eigen duiven, want het waren toch zo mooie<br />

duiven. Hij was niet van plan geweest <strong>de</strong> duiven te behou<strong>de</strong>n. Eis: vrijspraak.<br />

5-2-1910<br />

Rechtbank<br />

“Het O.M.: “Beklaag<strong>de</strong>’s gezondheid is slecht, zijn karakter echter niet min<strong>de</strong>r”(….)”<br />

De beklaag<strong>de</strong>, Gerrit R., liep met zijn meisje in Hasselt en werd fors geplaagd door een<br />

groepje jongelui, die o.a. zongen “Al zijn we Coksianen”, kennelijk was een verwijzing naar<br />

die religieuze stroming zo beledigend, dat beklaag<strong>de</strong> van leer trok.<br />

10-2-1910<br />

Rechtbank<br />

Verslag van een civiele zaak van een vrouw tegen een verzekeringsmaatschappij. De pleiter<br />

van <strong>de</strong> eiseres Mr. J. van Setten, heet <strong>de</strong> pleiter van <strong>de</strong> tegenpartij Mr. Willinge Gratama<br />

welkom: het is diens eerste civiele zaak.<br />

12-2-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) Gerrit W. werd geacht 31 jaar te zijn, hij zelf meen<strong>de</strong> echter, dat hij reeds 33 jaar was.<br />

Hij verzeker<strong>de</strong> echter op <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong>n presi<strong>de</strong>nt, dat hij in elk geval <strong>de</strong> goeie-dat is dus <strong>de</strong><br />

kwaje- Gerrit W. was (…)”<br />

43


25-2-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) Getuige G.v.d. Riet toon<strong>de</strong> zeer veel eerbied voor het rechterlijk college-niet ten<br />

onrechte- maar overdreef toch wel wat, door voor <strong>de</strong> heeren te knielen (…)”<br />

11-3-1910<br />

Kantonrechter<br />

J.A.B., arbei<strong>de</strong>r te Zwolle, wegens lopen op <strong>de</strong> spoorbaan: 1 maand hechtenis. Op 28-3 staat<br />

er weer een J.A.B voor <strong>de</strong> kantonrechter, voor hetzelf<strong>de</strong> vergrijp: 6 x 1 maand hechtenis. Dit,<br />

terwijl op die datum voor hetzelf<strong>de</strong> vergrijp J. te W. te Zwolle een boete krijgt van 3 x 3 x<br />

f.15,- en F.H.J. le F. 4 x f.5,-<br />

12-3-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) Alles wijst er op dat beklaag<strong>de</strong> is een pathologisch individu, ook zijn stgrafregister. Op<br />

<strong>de</strong> vraag, wat er met een man als <strong>de</strong>zen gedaan moet wor<strong>de</strong>n, antwoordt dr. van Lon<strong>de</strong>n, dat<br />

hij in een krankzinnigengesticht niet thuis hoort, in <strong>de</strong> gevangenis ook niet. Hij behoort<br />

eigenlijk on<strong>de</strong>r voortdurend toezicht te staan. De officier van justitie merkt op, dat dit niet te<br />

verkrijgen is (…)”<br />

18-3-1910<br />

Rechtbank<br />

Licht ironisch verslag over een conflict bij een feestelijke bijeenkomst in Café Centraal aan<br />

<strong>de</strong> Ossenmarkt te Zwolle. Langzamerhand ontstond er <strong>de</strong> nodige twijfel over <strong>de</strong> juisthein van<br />

het proces verbaal van <strong>de</strong> <strong>Zwolse</strong> politieagent.<br />

28-3-1910<br />

Kantongerecht<br />

“A. <strong>de</strong> J. voor het binnen 10 m. van <strong>de</strong> weg in Overijssel ophangen van katoenen<br />

voorwerpen, zodanig dat ze zichtbaar zijn, f.1,-“<br />

Ook nu valt weer op wat een grote hoeveelheid zaken er “doorgejast” wor<strong>de</strong>n<br />

11-4-1910<br />

Bulletin van civiele rechtzaken<br />

“(…) eisch tot betaling van stedigheid (…) (<strong>de</strong> term komt in van Dale niet voor)<br />

16-4-1910<br />

Rechtbank<br />

Betreft een steekpartij in Staphorst. Om <strong>de</strong> ernst aan te dui<strong>de</strong>n: “(…)<strong>de</strong> hulp van een dokter<br />

moest inroepen, twee weken lang in huis moest blijven en kippeneieren gebruiken om er weer<br />

boven op te komen (…)”<br />

“Het O.M. constateert dat het vechten met messen te Staphorst afneemt en meent dat dit een<br />

gevolg is van <strong>de</strong> ernstige bestraffing”<br />

“Op 17 maart heeft Grietje B. <strong>de</strong>n agent van politie Asjen Blom uitgeschol<strong>de</strong>n voor beul,<br />

gastert, vuilak, ploert en hem meer fraais toegevoegd” (Van Dale: gasterd is gew. voor<br />

gemene kerel)<br />

44


Wegens het wegnemen van zand: “gelukkig voor beklaag<strong>de</strong> is <strong>de</strong> doodstraf in ons land<br />

afgeschaft! De eisch luidt nu f.1,- boete”<br />

22-4-1910<br />

Kantongerecht<br />

“ter zake het te Zwolle op <strong>de</strong>n openbare weg rij<strong>de</strong>n met een rijwiel terwijl op dat rijwiel nog<br />

een twee<strong>de</strong> persoon had plaats genomen, f.3,- boete”<br />

“veroor<strong>de</strong>eld Mr. A.E. baron van V. tot V. te Zwollerkerspel ter zake het te Zwolle met een<br />

motorvoertuig een straat berij<strong>de</strong>n waar zulks door b & W is verbo<strong>de</strong>n, f.3,- boete”<br />

5-5-1910<br />

Kantongerecht<br />

“G.v.d. B., arbei<strong>de</strong>r te Zwolle, ter zake het te Zwolle afleveren van karnemelk uit emmers,<br />

waarop het opschrift “Karnemelk” niet staat vermeld ,f.2,- boete”<br />

13-5-1910<br />

Rechtbank<br />

“De volgen<strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> was van ’t wel eens “schoon” genoem<strong>de</strong> geslacht. Mannelijke kracht<br />

lag op haar gelaat uitgedrukt en ze noem<strong>de</strong> zich dan ook met eenig recht “arbei<strong>de</strong>r”, toen haar<br />

beroep gevraagd werd. Maar ze was een vrouw zon<strong>de</strong>r zachtheid. Kordaat en pootig. Ze had<br />

met <strong>de</strong>n bezem gevochten(….)”<br />

14-5-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) Mr. Polak, ver<strong>de</strong>diger, merkt op, dat <strong>de</strong> warmte uit ’n pleidooi weg is, als er vrijspraak<br />

geëischt wordt (…)”<br />

30-5-1910<br />

Rechtbank<br />

“(….) Het is zeer slecht dat een va<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hand opheft tegen zijn zoon, vooral wanneer in die<br />

hand een mes is. De eisch luidt dan ook 3 maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf(…)”<br />

In een zaak <strong>de</strong>r jachtwet stelt <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging dat <strong>de</strong> verbaliseren<strong>de</strong> marechaussees “twee<br />

jeugdige, zenuwachtige ambtenaartjes” zijn, waarbij je moet “respectez l’enfance”. Daar <strong>de</strong><br />

beklaag<strong>de</strong> een jachtakte heeft, had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> marechaussees niet <strong>de</strong> bevoegdheid, waren dan ook<br />

niet in <strong>de</strong> rechtmatige uitoefening van hun bediening, niet “in re licita”, dus was er ook geen<br />

sprake van verzet door beklaag<strong>de</strong>; het hoofd <strong>de</strong>r school en <strong>de</strong> dominee van beklaag<strong>de</strong> achten<br />

hem ook niet in staat tot het <strong>de</strong>lict, <strong>de</strong> getuigen van het O.M. staan te liegen enz. enz. De<br />

presi<strong>de</strong>nt verzoekt <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger zich te matigen.<br />

4-6-1910<br />

Kantonrechter<br />

“(…) L.v.d.S., slager te Zwolle, met een rijwiel rij<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r het stuurtoestel met zijne<br />

han<strong>de</strong>n vast te hou<strong>de</strong>n, f.1,- boete”<br />

45


18-6-1910<br />

Rechtbank<br />

“Op 20 Mei heeft Frits H., 19 jaar te Zwolle, een glasruit ingeslagen van <strong>de</strong> Willemsschool in<br />

’t Achterom, omdat een paar meisjes die achter die ruit ston<strong>de</strong>n, in doofstommentaal :<br />

“gauwdief” tegen hem zei<strong>de</strong>n (…)”<br />

22-6-1910<br />

Zwolle<br />

“He<strong>de</strong>n had buiten <strong>de</strong> Diezerpoort, op een terrein nabij <strong>de</strong> school van <strong>de</strong>n heer Kuipers, een<br />

niet alledaagsche bijeenkomst plaats; het gold <strong>de</strong> beëdiging van <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen, <strong>de</strong> heeren<br />

Schutte, Treep en Lentelink, allen te Zwolle, in <strong>de</strong> onteigenings procedure, die <strong>de</strong> gemeente<br />

Zwolle voert tegen <strong>de</strong> eigenaren van gron<strong>de</strong>n aldaar. Deze kon<strong>de</strong>n zich niet tevre<strong>de</strong>n stellen<br />

met <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gemeente aangebo<strong>de</strong>n scha<strong>de</strong>loosstelling.<br />

Behalve <strong>de</strong> procureurs van partijen, Mr. Gratama, van Giffen en Polak, waren aanwezig <strong>de</strong><br />

rechter-commissaris, officier van justitie en griffier, terwijl tal van nieuwsgierigen <strong>de</strong>ze<br />

bijenkomst bijwoon<strong>de</strong>n. Nadat partijen over en weer op genoemd terrein het woord had<strong>de</strong>n<br />

gevoerd, werd <strong>de</strong> termijn bepaald binnen welke <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen hun rapport moeten<br />

<strong>de</strong>poneren”<br />

24-6-1910<br />

Rechtbank<br />

“De ver<strong>de</strong>diger, Mr. van Voorst, vraagt <strong>de</strong> rechtbank bekl. meer een les te geven dan een<br />

straf, en een korte les”<br />

“Tegen Willem van <strong>de</strong>n B. te Den Ham wordt, wegens onjuiste opgave v an het aantal<br />

haardste<strong>de</strong>n in zijn woning, nl. een voor een kookpot te weinig, geëischt een boete van<br />

f.100,-(….)”<br />

25-6-1910<br />

Rechtbank<br />

“Neeltje ( die Margje geslagen zou hebben) vertelt dat Margje haar gezegd had dat Neeltjes<br />

man haar een gul<strong>de</strong>n gegeven had, en haar naliep om slechtigheid. Als dat waar is mag hier,<br />

gezien Margje, met recht van “blin<strong>de</strong> driften” gesproken wor<strong>de</strong>n (….)”<br />

“Albert zegt dat hij dronken was, en in dien staat last van <strong>de</strong> zenuwen heeft”<br />

23-7-1910<br />

Rechtbank<br />

“Op 5 Juni van dit jaar-’t was een Zondag- was Gijsbertje Propitius op <strong>de</strong>n <strong>de</strong>el in haar<br />

woning te Har<strong>de</strong>rwijk. Toen kwam daar Willem J., met ’n paar an<strong>de</strong>re jongens en zei<br />

gemeene praatjes. Gijsbertje zei dat <strong>de</strong> jongens weg moesten gaan, an<strong>de</strong>rs zou ze met <strong>de</strong>n<br />

bezem slaan. De jongens gingen niet weg, zwegen ook niet en toen sloeg Gijsbertje. (….) De<br />

presi<strong>de</strong>nt vindt begrijpelijk dat bekl. naar <strong>de</strong> meisjes kijkt (…), Gijsbertje heeft een aardig<br />

bekje”<br />

Rechtbank<br />

“Bij ’t on<strong>de</strong>rzoek bleek dat bekl. zich heeft schuldig gemaakt aan een zeldzaam voorkomend<br />

misdrijf, nl. knevelarij (…)” (vonnis: 4 mnd gevangenis)<br />

46


13-8-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) Toen zij hulp kwam halen, haar moe<strong>de</strong>r haar een bierflesch gaf en zei:”sla ze maar<br />

dood, dat is nog beter dan er rechtszaken van te maken”, wat niet bepaald een woord van<br />

wijsheid is (…)”<br />

26-8-1910<br />

Rechtbank<br />

“De eerste getuige is een oud man van 88 jaar. Als hij <strong>de</strong>n eed moet afleggen zegt hij: “Dat<br />

most meneer me nou niet laten doen, daar ben ik te oud voor”(…)<br />

“Het O.M. wijst er op, dat het stelen op <strong>de</strong> markt zoo’n omvang neemt, dat sommige vrouwen<br />

vijf- zesmaal op een ochtend op <strong>de</strong> markt komen en telkens een goe<strong>de</strong>n buit naar huis<br />

brengen”<br />

17-9-1910<br />

Rechtbank<br />

“(….) Jentje zelf weet niet of ze gekrabt enz. heeft. Ze was echter niet dronken. Als bewijs<br />

daarvoor voer<strong>de</strong> ze aan, dat ze even van te voren nog geheel alleen een kruiwagen met jonge<br />

biggen had geschoven. En dat ging best. Bovendien zei beklaag<strong>de</strong>: “als ik dronken was<br />

had<strong>de</strong>n ze me wel “een zettien op-e-burgen, want het hok stond lös”. De officier van justitie<br />

vraagt voor dit “poesje” een maand”<br />

De officier van justitie, Mr. J.C. Rosenburg, “herinner<strong>de</strong> zich nog uit zijn jongelingsjaren, dat<br />

in het jaar 1864, toen sprekers ou<strong>de</strong>rs nog in Brabant woon<strong>de</strong>n, er eens drie jongens waren<br />

gesnapt, die ’s avonds appelen kaapten uit een tuin van <strong>de</strong>n va<strong>de</strong>r van spr. De jongens wer<strong>de</strong>n<br />

gesnord en wer<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>r veroor<strong>de</strong>eld tot….5 jaren gev. straf”<br />

23-9-1910<br />

Rechtbank<br />

“Bekl. zegt dat het slachtoffer van mishan<strong>de</strong>ling niet bewusteloos was. Maar was hij<br />

bewusteloos? “’n Bettien wel”, verklaart Arendina. Niet zo helemaal, hij kon nog een beetje<br />

praten, maar zoo heel verstandig was, wat hij zei, niet”<br />

Beklaag<strong>de</strong> zegt: “dat hij wel geslagen heeft, maar niet met geweld”.<br />

“Veldwachter Ro<strong>de</strong>nburg grijnst: “Beklaag<strong>de</strong> zei al maar, maak mijn vrouw toch niet<br />

ongelukkig, maar ik zei tegen hem: zorg jij voor je eigen vrouw, ik zorg ook voor <strong>de</strong> mijne.<br />

Aldus verklaart, geestig, <strong>de</strong> veldwachter”<br />

Meijer van T. had een fiets gestolen. Eis van het O,M. : 9 mnd gevangenis<br />

7-10-1910<br />

Kantongerecht<br />

“J.J. te Zwartsluis en T.H.J. te Zwolle ter zake het als hoof<strong>de</strong>n en bestuur<strong>de</strong>rs van een<br />

borstelmakerij, waarin of waarvoor personen bene<strong>de</strong>n <strong>de</strong>n leeftijd van 16 jaar arbeid<br />

verrichten, niet zorgen dat in het reservoir behooren<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> voor die jeugdige personen<br />

bestem<strong>de</strong> en in die fabriek gelegen waschgelegenheid schoon water aanwezig is en zon<strong>de</strong>r dat<br />

in die waschgelegenheid zeep beschikbaar was, ie<strong>de</strong>r veroor<strong>de</strong>eld tot f.3,-“<br />

47


15-10-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) toen getuige terug kwam was Johannes bujiten kennis. Dat zegt echter niet veel, hij<br />

maakt niet <strong>de</strong> indruk ooit echt bij kennis te zijn (…) “<br />

“De zaak tegen Egbert B. te Ambt Har<strong>de</strong>nberg werd uitgesteld, omdat <strong>de</strong> getuigen niet waren<br />

opgekomen, omdat ze he<strong>de</strong>n, op <strong>de</strong>n Israëlitischen feestdag, niet mogen reizen”<br />

21-10-1910<br />

Rechtbank<br />

Marten M. had broeken gestolen die buiten hingen. Hoe beklaag<strong>de</strong> tot zijn daad gekomen is:<br />

“uit behoefte”.<br />

4-11-1910<br />

Kantongerecht<br />

“P.v.L., waschdoekfabrikant te Zwolle, ter zake het als eigenaar van een paard niet zorgen dat<br />

dit ter keuring wordt aangebo<strong>de</strong>n op een door <strong>de</strong> Koningin bepaal<strong>de</strong>n datum voor <strong>de</strong> keuring<br />

van paar<strong>de</strong>n voor het Ne<strong>de</strong>rlandsche leger, f.5,- boete”<br />

12-11-1910<br />

Rechtbank<br />

Pieter A., 28 jaar, wegens openbare dronkenschap, maar hij ontkent.<br />

“Remmelt van <strong>de</strong>n B., veldwachter te Hasselt, houdt vol dat bekl. dronken was. Beklaag<strong>de</strong> het<br />

tegen<strong>de</strong>el. Hij gelooft dat het ’n doorgestoken mouwtje is. Zijn broer is wethou<strong>de</strong>r, die zal er<br />

wel achter zitten. Met zijn broer is hij lang geen groote vrien<strong>de</strong>n. Die heeft hem ook al van<br />

z’n vrouw afgeholpen.<br />

Het O.M. eischt bevestiging van het vonnis. Bekl. vindt het teurig, dat zoo’n man die on<strong>de</strong>r<br />

ee<strong>de</strong> staat, maar wordt geloofd”<br />

25-11-1910<br />

Rechtbank<br />

“Op 20 Oct. van dit jaar wou te Slagharen, Ambt Har<strong>de</strong>nberg, Trijntje Zwiers ’s middags<br />

koffie brengen aan Roelf Bakker, haar man, die op ’t land werkte. Ze had haar jongetje bij<br />

zich. Toen kwam Maria Cath. H. op haar af met zeer booze blikken, en Maria heeft Trijntje,<br />

die op <strong>de</strong>n loop ging, met een mestvork in <strong>de</strong>n rug gestooten, zoodat erf in dien rug elf<br />

dui<strong>de</strong>lijke en een vermoe<strong>de</strong>lijk gaatje ontston<strong>de</strong>n (…)”<br />

“Op <strong>de</strong>n avond van 28 Oct. jl. wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n twee veldwachters te Hasselt rond en zagen een<br />

drietal personen die luidkeels ston<strong>de</strong>n te zingen, zoodat ze <strong>de</strong> nachtrust wqel kon<strong>de</strong>n<br />

verstoren. De veldwachters had<strong>de</strong>n een hond bij zich. Ze begaven zich in <strong>de</strong> richting <strong>de</strong>r drie<br />

nachtelijke zangers en <strong>de</strong>ze zetten het toen op een loopen. De hond ging hun achterna, <strong>de</strong>ed<br />

hun echter niets. Maar Gerrit H. <strong>de</strong>ed <strong>de</strong>n hond wat, hij beschadig<strong>de</strong> <strong>de</strong>n hond, zooals hem ten<br />

laste gelegd is. Dat wil zeggen dat hij het beest met een zakmes in <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> stak(…)”<br />

26-11-1910<br />

Rechtbank<br />

“(…) Johan heeft weggenomen een tam grijs konijn, en dit geenszins om een metgezel op zijn<br />

zwerftochten te hebben maar om ’s gelds wil”<br />

“Jan J. heeft hoekwant weggenomen: twee bakens, vijf spleet en 1030 hoek”<br />

48


Een zeer uitgebreid verslag met ook allerlei juridische aspecten van een beslaglegging door<br />

Johan Rietman, <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r, bij een veefonds dat net verga<strong>de</strong>r<strong>de</strong> om een betaling van<br />

f.142,50 (daartoe veroor<strong>de</strong>eld door <strong>de</strong> kantonrechter) te realiseren.<br />

9-12-1910<br />

Rechtbank<br />

“G.J. <strong>de</strong> R. te Zwolle, wegens het niet aangeven van een vrouwenrijwiel voor <strong>de</strong> personeele<br />

belasting, f.25,- boete”<br />

10-12-1910<br />

Rechtbank<br />

“Jacob <strong>de</strong> Z., van Groningen, heeft (….) op een opzettelijk beleedigen<strong>de</strong> wijze gezegd: “Onze<br />

Koningin is een oplichtster”(…) Bekl. zegt dat hij niet “onze” maar “<strong>de</strong>” koningin heeft<br />

gezegd, niet Wilhelmina, maar Emma heeft hij bedoeld”<br />

De eis: 4 mnd met aftrek. Vonnis: 3 mnd met aftrek.<br />

17-12-1910<br />

Rechtbank<br />

“Bekl. zegt, dat wanneer <strong>de</strong> heeren hem een kleine geldboete geven, zij hem nooit weer voor<br />

zich zullen zien”<br />

1920<br />

3-1-1920<br />

Kantongerecht<br />

“K.S., landbouwer te Staphorst, ter zake ongevraagd eenig mid<strong>de</strong>l tot verstoring van<br />

zwangerschap als verkrijgbaar aanwijzen, f.125,- boete”<br />

9-1-1920<br />

Rechtbank<br />

“Bekl. is het slachtoffer van <strong>de</strong> smokkelarij- door veel geld te verdienen, wen<strong>de</strong> hij aan een<br />

ruimer levenswijze en toen <strong>de</strong> smokkelarij hem daarvoor ’t geld niet meer verschafte- kwam<br />

hij van kwaad tot erger(…)”<br />

30-1-1920<br />

Rechtbank<br />

Enkele zaken die als “administratief” wor<strong>de</strong>n omschreven en waarbij <strong>de</strong> strafvor<strong>de</strong>ring wordt<br />

gedaan door <strong>de</strong> landsadvocaat: belasting en accijns zaken.<br />

Kantongerecht<br />

“J.T., visscher te Genemui<strong>de</strong>n, overtreding van <strong>de</strong> Mollenwet , f.15,- boete”<br />

31-1-1920<br />

Rechtszaken<br />

Door <strong>de</strong> politie is bekeurd iemand die een paard had gecoupeerd: afsnij<strong>de</strong>n en dichtbran<strong>de</strong>n<br />

van een <strong>de</strong>el van het staartbeen. De rechtbank heeft beklaag<strong>de</strong> vrijgesproken: het couperen<br />

wordt aan <strong>de</strong> Veeartsenschool te Utrecht on<strong>de</strong>rwezen en mag door ie<strong>de</strong>reen uitgevoerd<br />

wor<strong>de</strong>n en er is geen an<strong>de</strong>r wetsartikel die het kan verbie<strong>de</strong>n.<br />

49


7-2-1920<br />

Rechtbank<br />

Arnoldus E. uit Dalfsen is volgens een legger eigenaar van een stuk land aan <strong>de</strong> Marswetering<br />

en als zodanig verantwoor<strong>de</strong>lijk om <strong>de</strong> waterwegen te on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Maar zelf stelt hij dat<br />

zijn land wel op 1 ½ uur gaans van <strong>de</strong> Marswetering ligt.<br />

Rechtbank<br />

Een oplichtingszaak door een “Vereniging” bestaan<strong>de</strong> uit één persoon, zogenaamd voor een<br />

goed doel.<br />

13-2-1920<br />

Rechtbank<br />

“Johannes Hermannus S. te Ambt Har<strong>de</strong>nberg zou Johannes Pilage hebben mishan<strong>de</strong>ld met<br />

een dikken stok, zoodat die langen tijd bewusteloos bleef. Een enorme stok, ongeveer ’n<br />

boom wordt getoond. Of die ’t was? O, neen, niet half zo zwaar (…)”<br />

4-3-1920<br />

Rechtbank<br />

“Dirk K., ged., heeft gebe<strong>de</strong>ld en hoort daarvoor tegen zich eischen 3 d. hechtenis en 1 jaar<br />

opzending. Dirk is hierme<strong>de</strong> niet tevre<strong>de</strong>n. Hij verzoekt verlening van die straf ! Als hij eens<br />

3 jaren kreeg, dan kwam hij vrij als <strong>de</strong> toestand in Duitsland misschien weer wat geregel<strong>de</strong>r is<br />

en dan zou hij gemakkelijk werk kunnen krijgen dan nu. De rechtbank, da<strong>de</strong>lijk uitspraak<br />

doen<strong>de</strong>, gaf bekl. zijn zin en veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> hem tot 3 d. hechtenis en 3 jaren opzending”<br />

8—3-1920<br />

Provincie Overijssel<br />

“Tot rijksklerk ten parkette van <strong>de</strong>n ambtenaar van het openbaar ministerie bij het<br />

kantongerecht alhier is benoemd onze stadgenoot, <strong>de</strong> heer G.B. Mensink Jr.”<br />

16-4-1920<br />

Rechtbank<br />

“(…) Mej. Sul – die tot groote hilariteit in <strong>de</strong> zaal na <strong>de</strong> eedsaflegging resoluut weer <strong>de</strong><br />

aftocht wil blazen- <strong>de</strong>elt nog me<strong>de</strong> (…)”<br />

17-4-1920<br />

Rechtbank<br />

“De rijksadvocaat wijst er tevens op dat bekl. een vervoersbewijs had voor <strong>de</strong> linkerhelft van<br />

een koe (…). In zijn kel<strong>de</strong>r lag vleesch ook van een linkerhelft van een koe, dit moest dus van<br />

een an<strong>de</strong>re koe zijn geweest. Bekl. verweert zich: of het een linker – of een rechterkoe helft is,<br />

is maar net zoo als je er voor gaat staan (…)”<br />

1-5-1920<br />

Criminele statistiek<br />

Het CBS meldt het aantal veroor<strong>de</strong>lingen: van 25080 naar 37553 in 1917. In 1913: 15450<br />

<strong>Uit</strong>gesplitst naar per provincie, smokkelzaken, duur van gevangenisstraffen etc.<br />

50


20-5-1920<br />

Kantongerecht<br />

Ook een hele serie “notabelen” wordt veroor<strong>de</strong>eld wegens overtreding <strong>de</strong>r Wet op <strong>de</strong><br />

Hondsdolheid:<br />

L.R.W. , directeur <strong>de</strong>r Directe Belastingen<br />

H.J.V. architect<br />

G.H. <strong>de</strong> H. predikant<br />

J.W.J. baron <strong>de</strong> V. van S., Zwollerkerspel<br />

21-5-1920<br />

Rechtbank<br />

“Beklaag<strong>de</strong> zegt dat (<strong>de</strong> an<strong>de</strong>r) niet <strong>de</strong> waarheid spreekt, zelfs geen twee woor<strong>de</strong>n”<br />

28-5-1920<br />

Rechtbank<br />

“(…) Spreker ziet in bekl. een onverschillig, cynisch persoon, die nauwelijks <strong>de</strong>nkt aan <strong>de</strong><br />

weduwe en kin<strong>de</strong>ren van zijn slachtoffer, maar <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger: “<strong>de</strong> beklaag<strong>de</strong> is zeer zeker<br />

geen onverschillig, cynisch type. Hij kan zich niet gemakkelijk uiten, mist <strong>de</strong> gave van het<br />

woord”<br />

Rechtbank<br />

“Het O.M. meen<strong>de</strong> dat het motief (tot het wegnemen van eieren) of het nu wraakzucht of<br />

vraatzucht was, er niet toe <strong>de</strong>ed”<br />

“De kwestie van het elkaar mishan<strong>de</strong>len is niet van persoonlijke aard, maar zit dieper”<br />

“Er was te Rouveen een antagonie tusschen een Oostersche en een Westersche partij”<br />

11-6-1920<br />

Rechtbank<br />

“Bekl. D. zelf acht een straf van 9 mnd echter veel te gering. Waarom kan hij geen 6 jaar<br />

krijgen? Hij staat er niet voor in, dat over 9 mnd niet weer een misdaad zijnerzijds plaats<br />

heeft”<br />

12-6-1920<br />

Kantongerecht<br />

Welgeteld 142 zaken wor<strong>de</strong>n op één dag behan<strong>de</strong>ld.<br />

14-6-1920<br />

Rechtszaken<br />

Door het Gerechtshof te Arnhem is benoemd tot rechter-commissaris in strafzaken bij <strong>de</strong><br />

Rechtbank te Zwolle per 1 Sept. a.s. Mr. P. Peereboom<br />

25-6-1920<br />

Rechtbank<br />

“(….) Op een vraag van <strong>de</strong>n Presi<strong>de</strong>nt erkent bekl. dat hij wel werken kan, maar hij heeft het<br />

nooit gedaan”<br />

51


Rechtbank<br />

Er staat terecht J.J.V., een Belg, waarvan <strong>de</strong> uitlevering wordt gevraagd door <strong>de</strong> Belgische<br />

overheid in verband met een veroor<strong>de</strong>ling voor valsheid in geschrifte en oplichting. Maar <strong>de</strong><br />

bekl. is bang dat men hem in België wil hebben voor activisme, ondanks het feit dat België<br />

dat ontkent.<br />

De ver<strong>de</strong>diger stelt dat <strong>de</strong> feiten waarvoor hij in België is veroor<strong>de</strong>eld, in Ne<strong>de</strong>rland niet<br />

strafbaar zijn, en dat <strong>de</strong> Belgische vonnissen niet behoorlijk zijn betekend “en niet in kracht<br />

van gewijs<strong>de</strong> zijn begaan”.<br />

28-8-1920<br />

Rechtbank<br />

Voor diefstal van een fiets eist het O.M. 6 mnd gevangenisstraf<br />

“Bekl. hebben <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> niet vergoed en ook op <strong>de</strong> zitting nemen ze een houding aan alsof<br />

hun dronkenschap zoo niet een vrijbrief, dan toch een voldoen<strong>de</strong> verontschuldiging is voor<br />

hun han<strong>de</strong>lswijze”<br />

“G.K., oud 35 jaar, wonen<strong>de</strong> te Vennebrugge (D.) heeft gepoogd eenige tarwebroo<strong>de</strong>n uit te<br />

voeren naa Duitschland op 7 Juli j.l. De Off. van Justitie <strong>de</strong>el<strong>de</strong> me<strong>de</strong>, dat hij <strong>de</strong>ze zaak<br />

vervolgd heeft, omdat <strong>de</strong> uitvoer van levensmid<strong>de</strong>len op zoo groote schaal geschiedt dat <strong>de</strong><br />

inwoners van <strong>de</strong> grensstreken zelf gebrek aan voedsel hebben”<br />

10-9-1920<br />

Rechtbank<br />

“M. is samen met S. uitgegaan richting Dalfsen. Niet om te stelen, o neen, enkel om in <strong>de</strong><br />

strooperij on<strong>de</strong>rwezen te wor<strong>de</strong>n, wat immers heel iets an<strong>de</strong>rs is dan stelen? “<br />

Hendrik Jan v.D. uit Elburg staat terecht omdat hij een belastingambtenaar uitgeschol<strong>de</strong>n<br />

heeft voor “smerige don<strong>de</strong>rsteen”. “-uit <strong>de</strong> stukken blijkt dat bekl. tegenover<br />

belastingambtenaren in ’t algemeen alleronhebbelijkst is”<br />

“(…) hij had het dier, ofschoon niet betaald, eerlijk gekocht (…)”<br />

17-9-1920<br />

Rechtbank<br />

Peter <strong>de</strong> G., Nijkerk, staat terecht voor het vervoer van een paar zakken anthraciet, zon<strong>de</strong>r<br />

daartoe benodig<strong>de</strong> vervoersbewijzen<br />

(Rijksregeling omtrent <strong>de</strong> kolendistributie: alle vervoer van kolen is consent-plichtig)<br />

18-9-1920<br />

Rechtbank<br />

Herm B. te Har<strong>de</strong>nberg had 2 paar<strong>de</strong>n meer in <strong>de</strong> stal staan dan in <strong>de</strong> grensstreek toegestaan<br />

was.<br />

“En nu kan men <strong>de</strong> stemming van ’t publiek tegenover <strong>de</strong> motorrij<strong>de</strong>rs in ’t algemeen er een<br />

noemen van groote antipathie, “Terecht”, brengt hier <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt in ’t mid<strong>de</strong>n”<br />

52


23-9 en 24-9-1920<br />

Rechtbank<br />

Bij een auto-ongeluk te Kampen is do<strong>de</strong>lijk gewond mevr. van Hall-Bierens <strong>de</strong> Haan. De<br />

betrokken chauffeur Daniël <strong>de</strong> V. uit Spool<strong>de</strong> staat terecht wegens roekeloos rij<strong>de</strong>n.<br />

Waarschijnlijk omdat het slachtoffer een notabele was, kwam op <strong>de</strong> rechtbank een stoet van<br />

getuigen opzetten, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> Ned. Automobiel Vereniging (Jhr.<br />

Sandberg tot Essenburg), een paar artsen, een genie-officier, een landmeter etc. Er is een soort<br />

reconstructie waarbij gebruik gemaakt werd van van miniatuur-autos en situatieschetsen.<br />

24-9-1920<br />

Rechtbank<br />

Jan v.d. H. uit Nijkerk had <strong>de</strong> kat van <strong>de</strong> buurman verdronken, omdat het dier op zijn<br />

zol<strong>de</strong>rkamer was gekomen. Datg op zich was nietr strafbaar. Maar Jan had vervolgens het lijk<br />

van <strong>de</strong> kat verkocht, en dat mocht dus niet,.<br />

8-10-1920<br />

Rechtbank<br />

“Iets nieuws was <strong>de</strong> toeschatting van scha<strong>de</strong>loosstelling aan getuigen, die thans nauwgezet<br />

werd berekend. Niet alle getuigen waren geheel tevre<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> toeschatting wegens<br />

tijdsverzuim”<br />

15-10-1920<br />

Rechtbank<br />

“(….) Merkte bekl. op dat in <strong>de</strong>ze tij<strong>de</strong>n er geen goe<strong>de</strong> trouw meer bestaat. (Hij kent blijkbaar<br />

het leven slechts van <strong>de</strong> donkere zij<strong>de</strong>)”<br />

“Bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling had <strong>de</strong> eerste getuige nog verzocht of hij een pistool mocht dragen, daar<br />

hij vaker werd lastig gevallen”<br />

22-10-1920<br />

Rechtbank<br />

“De heer Duursma, daarna als getuige gehoord, verwekt eenige sensatie, door te verklaren dat<br />

hij er niets geen bezwaar tegen heeft, dat <strong>de</strong> (van hem gestolen) goe<strong>de</strong>ren in an<strong>de</strong>re han<strong>de</strong>n<br />

zijn gekomen. Hij hecht er niet <strong>de</strong> minste waar<strong>de</strong> aan”.<br />

23-10-1920<br />

Kantongerecht<br />

“Mr. F.H. baron <strong>de</strong> V. van S. te Win<strong>de</strong>sheim (Zwollerkerspel) terzake overtreding <strong>de</strong>r<br />

Huurcommissiewet, veroor<strong>de</strong>eld tot f.75,- of 2 mnd hechtenis”<br />

19-11-1920<br />

Rechtbank<br />

“Op <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt ontkent beklaag<strong>de</strong> alles. Hij was volstrekt niet<br />

dronken en is schan<strong>de</strong>lijk behan<strong>de</strong>ld door <strong>de</strong>n veldwachter. Hij heeft getuigen te over, die<br />

echter in <strong>de</strong> rechtszaal niet zijn”.<br />

53


“De brugwachter van <strong>de</strong> Aremberger sluis heeft zich beklaagd door zekeren A.W.V.<br />

uitgeschol<strong>de</strong>n te zijn. Visscher, <strong>de</strong> brugwachter, acht zich beledigd door <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

“poester”en “jakhals”. Op <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt blijkt hij <strong>de</strong> betekenis van het eerste<br />

woord niet te kennen, maar houdt het voor een gemeen woord”<br />

(van Dale: poester: vuil, ongewassen persoon)<br />

10-12-1920<br />

Rechtbank<br />

“(…) De buitengewone gemakkelijkheid om het misdrijf te plegen acht ver<strong>de</strong>diger juist een<br />

verzachten<strong>de</strong> omstandigheid: ‘t uitglij<strong>de</strong>n op een glad<strong>de</strong> straat is min<strong>de</strong>r dom dan wanneer<br />

men valt wanneer <strong>de</strong> weg niet glad is!”<br />

Staat terecht een man uit Kampen die een claxon op <strong>de</strong> auto heeft die drie tonen tegelijk<br />

produceert i.p.v. achter elkaar. Is dit een meertonige hoorn in <strong>de</strong> zin <strong>de</strong>r wet?<br />

“Het verbod was gericht tegen drietonige hoorns die na elkaar een soort fanfare produceeren,<br />

’n instrument dat door <strong>de</strong>n Duitschen keizer op z’n auto wordt gebruikt”<br />

“Pleiter acht ’t karakter van beklaag<strong>de</strong> niet slecht, maar zwak”<br />

1930<br />

Politierechter<br />

Staat terecht H.V. te Zwolle, vuurwerk gooien.<br />

“Kantonrfechter: “Jullie gooien (…) nooit naar een meneer met een wan<strong>de</strong>lstok, maar het<br />

liefst naar meisjes bij wijze van lief<strong>de</strong>sbetuiging”<br />

29-1-1930<br />

Politierechter<br />

“Aanvankelijk werd nog aan <strong>de</strong> mogelijkheid gedacht, dat verdachte een geestelijk <strong>de</strong>fect zou<br />

hebben, wegens het feit dat hij vroeger een trap van een paard heeft gehad”<br />

“(…) staat terecht terzake het feit dat zij <strong>de</strong>n 7 jarige Willem Hooghor<strong>de</strong>r zoo veel cognac zou<br />

hebben gegeven, dat hij dronken werd”. De jongen lusten l. geen oliebollen, dan maar een<br />

borrel.<br />

31-1-1930<br />

Kantongerecht<br />

“Kantonrechter: “Weet je wat het is? Je begint te schieten op hazen en eindigt met op<br />

veldwachters te schieten”<br />

12-2-1930<br />

Politierechter<br />

“H.K. te Giethoorn, heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van electrische energie”<br />

15-2-1930<br />

Kantongerecht<br />

Staat terecht A.v.L. uit Dalmsholte wegens overtreding van <strong>de</strong> leerplichtwet. Als <strong>de</strong><br />

kantonrechter eens gaat narekenen, blijkt het betrokken kind niet leerplichtig meer te zijn.<br />

Fout van <strong>de</strong> schoolopziener.<br />

54


19-2-1930<br />

Kantongerecht<br />

P.L. <strong>de</strong> V. had in Lichtmis een fiets gestolen, was naar Rotterdam gefietst, van daaruit gereisd<br />

naar Hamburg, toen naar Lon<strong>de</strong>n overgestoken. Terug in Rotterdam.<br />

211-2-1930<br />

Rechtbank<br />

“(…) Verdachte vindt het dwaas om iemand te bekeuren die in <strong>de</strong>n nacht over een weg rijdt<br />

met grooter dan toegestane snelheid, als er ver<strong>de</strong>r geen verkeer is. Volgens hem zit er meer<br />

achter.”<br />

K. <strong>de</strong> B. uit Steenwijkerwold zou water bij <strong>de</strong> melk gedaan hebben bij aflevering aan <strong>de</strong><br />

fabriek . “Zijn vrouw is wat klein van verstand, maar <strong>de</strong>n laatsten tijd ging alles goed. Nu<br />

blijkt dat zij er water bij heeft gedaan”.<br />

11-3-1930<br />

Kantongerecht<br />

Staat terecht wegens stropen J.W. v.d. V. te Dalmsholte.<br />

“Verdachte: maar het was een ou<strong>de</strong> vogel. Kantonrechter: dan had je maar een jonge moeten<br />

schieten”.<br />

6-3-1930<br />

Rechtszaken<br />

J.Z. te Ol<strong>de</strong>broek stond te Zwolle terecht. Een rijksveldwachter had hem gelast te stoppen<br />

voor controle op <strong>de</strong> rijwielbelasting, maar verdachte was doorgere<strong>de</strong>n. De rechtbank<br />

oor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> dat nergens staat dat <strong>de</strong> rijksveldwacht het recht heeft een fietser te laten stoppen,<br />

dus vrijspraak. Later in hoger beroep te Arnhem ook vrijspraak.<br />

21-3-1930<br />

Rechtbank<br />

“Presi<strong>de</strong>nt: Je bent hier al eens eer<strong>de</strong>r geweest. Moet dat nu altijd zo door gaan? Verdachte:<br />

De drang zit in me. Ik kan het niet laten. Het O.M.: De grootste oorzaak van alles zal wel zijn<br />

<strong>de</strong> luiheid van verdachte”<br />

2-4-1930<br />

Politierechter<br />

H.S. te Bleswijk staat terecht voor mishan<strong>de</strong>ling.<br />

“De verachte zegt, dat hij het niet gedaan heeft. In dat geval zou hij van schaamte niet<br />

gekomen zijn”. “<strong>Mijn</strong> broer heeft het gedaan, die zoo sprekend op mij lijkt, dat <strong>de</strong><br />

veldwachter ons zelfs niet uit elkaar kent”<br />

3-4-1930<br />

Rechtbank<br />

“De OvJ acht het wettig bewijs geleverd. Moeilijker is of het overtuigend bewijs ook geleverd<br />

is”.<br />

“Presi<strong>de</strong>nt: Uw zelfgenoegzaamheid ligt er dik boven op. De brave burger!”<br />

55


“Presi<strong>de</strong>nt: Ik geloof dat U <strong>de</strong>nkt dat U hier op een bewaarschool zit, met allemaal<br />

naïvelingen om U heen”<br />

4-4-1930<br />

Kantongerecht<br />

Opnieuw komt voor een zaak waar het er om gaat of een <strong>de</strong>el van een do<strong>de</strong> zee-arend, die<br />

opgezet moest gaan wor<strong>de</strong>n, valt on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Vogelwet (bescherm<strong>de</strong> vogels). In zoverre pikant<br />

omdat <strong>de</strong> opdrachtgever tot het opzetten een notabele is. Bij <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re zitting was als getuige<br />

gehoord Dr. C.G.B. te Kate, leraar Natuurlijke Historie aan het Ste<strong>de</strong>lijk Gymnasium van<br />

Zwolle. Maar het O.M. was daar niet zo van overtuigd en heeft nu het zwaarste geschut in<br />

stelling gebracht: <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> auteur Dr. Jacq. P. Thijsse, lid van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke commissie<br />

Vogelwet, leraar Kennemer Lyceum Baarn. Deze verklaar<strong>de</strong> dat het betrokken vogel<strong>de</strong>el wel<br />

een huid was in anatomische zin, maar niet in commerciële zin. Dui<strong>de</strong>lijk is ook uit <strong>de</strong> geëiste<br />

strafmaat (boete van f.1,00) dat het allemaal niet erg overtuigend is.<br />

9-4-1930<br />

Politierechter<br />

“L.H.N. te Kampen moet zich verantgwoor<strong>de</strong>n wegens diefstal en eenige stukjes<br />

rolpens”G.J.K. en H.N. te Kampen staan daarbij terecht wegens heling: ze hebben iets van die<br />

rolpens gegeten.<br />

Staat terecht M.G.L. te Slagharen wegens belediging. Maar volgens een getuige: ‘liep ze als<br />

een gek om het huis (van <strong>de</strong> beledig<strong>de</strong> partij), als maar het woord “gauwdief’ citeeren<strong>de</strong>”.<br />

Maar omdat ze daarbij niemand had aangegeken wordt ze vrijgesproken.<br />

16-4-1930<br />

Politierechter<br />

Th.N. was veroor<strong>de</strong>eld tot een boete subsidiair gevangenisstraf. “Dat was echter heelemaal<br />

niets voor N., die meen<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> wet, <strong>de</strong> ambtenaar van het O.M. en <strong>de</strong> veldwachter daartoe<br />

niet het minste recht had<strong>de</strong>n. Verdachte: “Ik wensch vrijgesproken te wor<strong>de</strong>n”.<br />

29-4-1930<br />

Rechtbank<br />

J.R. te Putten staat terecht wegens een aanrijding met een trein. Hij verklaart, omdat hij naar<br />

<strong>de</strong> seinarm had gekeken, te <strong>de</strong>nken dat er geen trein zou komen. “De presi<strong>de</strong>nt maakt<br />

verdachte er opmerkzaam op, dat die teekenen voor het spoorwegpersoneel zijn. Daar<br />

begrijpen wij gewone menschen toch niets van, aldus <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt”<br />

22-5-1930<br />

Rechtbank<br />

Boeien<strong>de</strong> zaak met grote publieke belangstelling uit Elburg. H.H. is kerkeraadslid. Tij<strong>de</strong>ns<br />

een zgn. “censura morum” zitting, dien<strong>de</strong>n <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r kerkeraad, volgens het formulier van<br />

het Heilig Avondmaal, zich uit te spreken of kerkle<strong>de</strong>n uitgesloten dien<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n van het<br />

Avondmaal wegens zon<strong>de</strong>n. H.H. had daarbij gezegd: “Dominee, U bent een dief”, waarop<br />

Ds. A.M. <strong>de</strong>n Oudsten zich beledigd had gevoeld en aangifte had gedaan. Het punt was dat<br />

Ds. <strong>de</strong> Oudsten bestuurslid (“provisor”) was van het Ou<strong>de</strong> Mannen-en Vrouwenhuis te<br />

Elburg. Daarvoor gold een vergoeding (“toepachting”) per jaar van 2 anker Franse wijn, 2<br />

vette ganzen en 2 hoen<strong>de</strong>rs. Maar <strong>de</strong> dominee zou zich meer hebben laten toewijzen. En dat<br />

was diefstal. De ver<strong>de</strong>diger stelt dat H.H. volgens het formulier van het Heilig Avondmaal<br />

zijn doorleef<strong>de</strong> plicht als Christen had gedaan. De presi<strong>de</strong>nt <strong>de</strong>nkt daar heel an<strong>de</strong>rs over en er<br />

56


ontstaat een conflict, waarbij gedreigd wordt <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger, Mr. Gratama, het woord te<br />

ontnemen.<br />

Krant 6-6: veroor<strong>de</strong>ling tot f.2,50 boete<br />

6-6-1930<br />

Rechtbank<br />

“Voor Veenhuizen zal verdachte wel niet in aanmerking komen, omdat daar meer<br />

gelegenheids- dan gewoontemisdadigers wor<strong>de</strong>n opgenomen”<br />

19-6-1930<br />

Politierechter<br />

“J.Z. te Kampen die zich op 5 Mei in het café van Mej. J.J. van Zuylen aldaar aan<br />

huisvre<strong>de</strong>breuk had schuldig gemaakt (….)”Dat is in het café van Mej. van Z. altijd zoo”, zei<br />

<strong>de</strong> verdachte “eerst laten ze je geld verdrinken en dan door <strong>de</strong> politie er uit gooien”<br />

“Aan <strong>de</strong>n 68 jarigen C.O. te Gerner, gem. Dalfsen, had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stormen <strong>de</strong>s levens weinig<br />

gezegd. “Chris” was scharenslijper, en weduwnaar en Maria P. te Oudleus<strong>de</strong>n had een huisje.<br />

Dat zij ook <strong>de</strong> eigenares was van een spraakgebrek en overigens weinig charmes bezat, Chris<br />

tel<strong>de</strong> het niet. Was het dan te verwon<strong>de</strong>ren, dat hij dikwijls <strong>de</strong> richting Oudleus<strong>de</strong>n insloeg op<br />

straffe van het risico, dat hij in elk slijpbaar voorwerp vlijmscherp zou aantreffen. Moe<strong>de</strong>loos<br />

richtte Chris dan zijn schre<strong>de</strong>n naar het huisje van Maria, zette er zich ne<strong>de</strong>r… en sprak van<br />

trouwen. Wie nu gedacht had, dat dit koren was op <strong>de</strong> molen van Maria P. vergist zich<br />

schromelijk. Zij wil<strong>de</strong> niet alleen niet voor het leven met Chris verbon<strong>de</strong>n zijn, zij wenschte<br />

zelfs verlost te wor<strong>de</strong>n van zijn kortstondige hoewel vaak herhaal<strong>de</strong> nabijheid. Chris was, wat<br />

men noemt een aanhou<strong>de</strong>r, maar toch was het dom dat hij bleef, toen Maria hem maan<strong>de</strong> heen<br />

te gaan omdat hij over het hoofd zag, dat Maria zijn genegenheid als ’t ware met <strong>de</strong> wet in <strong>de</strong><br />

hand pareer<strong>de</strong> (….) Voel<strong>de</strong> je je bij Maria zoo op je gemak, Chris, vroeg <strong>de</strong> politierechter.<br />

Och, ja, zei Chris, die wat hardhoorend is. Nou ja, zei <strong>de</strong> Officier, maar ik vraag f.3,- of 3 d.,<br />

an<strong>de</strong>rs hebben wij hier telkens dat gezeur weer”.<br />

27-6-1930<br />

Kantongerecht<br />

“(…) De kantonrechter, die niet van H.’s schuld overtuigd is, spreekt hem vrij. Getuige van<br />

Voorst: “Daar ga ik niet mee accoord”. Kantonrechter:”Deurwaar<strong>de</strong>r, zet die man <strong>de</strong> zaal uit”.<br />

25-7-1930<br />

Kantongerecht<br />

Staat terecht E.P., huisvrouw uit <strong>Stad</strong> Vollenhove wegens het vervoeren van melk in nietafge<strong>de</strong>kte<br />

emmers.<br />

“Kantonrechter: Dat is nogal vies hè? Verdachte: Ik wist niet dat het moest, want ik lees <strong>de</strong><br />

kranten nooit. Kantonrechter: ’t kan zijn dat ze in Vollenhove <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n ook in <strong>de</strong> melk<br />

wasschen, zoals dat in Zwolle gebruikelijk is”<br />

12-8-1930<br />

Politierechter<br />

J. v. ’t H. te Rustenburg (Ol<strong>de</strong>broek) staat terecht wegens mishan<strong>de</strong>ling van mej. Vierhuis. Zij<br />

was al fietsen<strong>de</strong> per ongeluk in zijn sloot beland, en nu meen<strong>de</strong> verdachte dat daardoor zijn<br />

slootwater was verontreinigd.<br />

57


Rechtbank<br />

“De raadsman vangt zijn pleidooi aan door te wijzen op een Latijnse spreuk op <strong>de</strong> muur van<br />

<strong>de</strong> Keuringsdienst van Waren, die, vertaald, luidt: Met <strong>de</strong> kleinste dingen bemoeit zich <strong>de</strong><br />

overheid niet. Maar in dit gebouw (gerechtshof) gaat dat niet op”<br />

17-9-1930<br />

Politierechter<br />

B.B. te Elburg heeft zich te verantwoor<strong>de</strong>n wegens belediging van <strong>de</strong> havenmeester van<br />

Elburg; hij heeft hem uitgeschol<strong>de</strong>n voor opschepper, praatjesmaker en snotneus. Boete f.10,-<br />

26-9-1930<br />

Kantongerecht<br />

“(…) Kantonrechter: Dat is altijd hetzelf<strong>de</strong> liedje, maar je bent toch voortdurend zo’n beetje<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> olie. Verdachte: Niet altijd. Ik heb ook wel tij<strong>de</strong>n dat ik <strong>de</strong> borrel kan laten staan. U<br />

voelt wel: ik ben nu 49 jaar. Als ik zo sterk dronk, zou ik toch zeker al “weggeweest” zijn.<br />

Kantonrechter: Welnee man, jouw vleesch staat in <strong>de</strong> pekel (…)”<br />

9-10-1930<br />

Kantongerecht<br />

W.J.H. v. W. wordt veroor<strong>de</strong>eld wegens het op maandagochtend verkopen van vers brood.<br />

Immers dat duidt op overtreding van <strong>de</strong> arbeidswet <strong>de</strong>r zondag.<br />

10-10-1930<br />

(artikel)<br />

“Een overtreding van <strong>de</strong> Loterijwet?<br />

Behan<strong>de</strong>ling in hooger beroep van een zaak, die reeds voor het kantongerecht dien<strong>de</strong>.<br />

Zijn spaarbonnen, recht geven<strong>de</strong> op een obligatie, loterijbriefjes?<br />

Interessant juridisch proces.<br />

Wat in het heele land wel en in Zwolle niet mag”<br />

(volgt verslag van <strong>de</strong> rechtszitting)<br />

17-10-1930<br />

Gerechtshof Arnhem<br />

Zoals te verwachten was in een principiële zaak, was tegen <strong>de</strong> veroor<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>gene die<br />

Ds. <strong>de</strong>n Oudsten had beledigd (Rechtbank krant 22-5-1930, zie boven), hoger beroep<br />

aangetekend.. H.H. had <strong>de</strong> dominee een dief en een slecht mens genoemd. De dominee: “hij<br />

on<strong>de</strong>rvindt veel last en verdriet te Elburg, zijn kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n op straat onheusch behan<strong>de</strong>ld.<br />

Herhaal<strong>de</strong>lijk heeft men gepoogd <strong>de</strong> ruiten bij hem in te werpen” (…)<br />

“De presi<strong>de</strong>nt bracht verdachte ernstig on<strong>de</strong>r het oog dat hij op <strong>de</strong> censura morum<br />

verga<strong>de</strong>ring niet behoor<strong>de</strong> te lachen, daardoor irriteer<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> tegenpartij”(…)<br />

“De getuigen à décharge verklaren allen dat verdachte niet op beleedigen<strong>de</strong> maar op ernstige<br />

toon sprak overeenkomstig <strong>de</strong> zaak waar het om ging”(…)<br />

De procureur-generaal vindt <strong>de</strong> boete van f.2,50 schappelijk “als men daarvoor een dominee<br />

mag uitschel<strong>de</strong>n”. <strong>Uit</strong>spraak: het vonnis wordt bevestigd. Cassatie wordt aangetekend.<br />

7-11-1930<br />

Rechtbank<br />

“(…) getuige, zenuwarts te Amsterdam, meent dat, populair gezegd, <strong>de</strong> elementen: <strong>de</strong>ugniet<br />

en patient zeer willekeurig maar sterk zijn vermengd van verdachte”<br />

58


21-11-1930<br />

Kantongerecht<br />

“(…)Kantonrechter tot verdachte: U staat aan alle kanten te draaien, maar goed liegen kunt U<br />

toch niet”<br />

29-11-1930<br />

Rechtbank<br />

G.W. wordt beschuldigd van diefstal of heling van autoban<strong>de</strong>n. Verdachte verklaart <strong>de</strong><br />

ban<strong>de</strong>n van een Duitser gekocht te hebben, die ze op een groentekar had liggen.<br />

“Presi<strong>de</strong>nt: het is toch geen gewoonte om autoban<strong>de</strong>n op een groentekar te vervoeren.<br />

Verdachte: in een industriestad als Ensche<strong>de</strong>, zoo vlak langs <strong>de</strong> grens, toch wel. Daar is alles<br />

te koop, van het kleinste moertje van een auto tot het grootste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el toe. Presi<strong>de</strong>nt: en<br />

altijd van groentekarren? Verdachte: ja “<br />

11-12-1930<br />

Rechtbank<br />

“(…) Pleiter legt <strong>de</strong> rechtbank een brief over van verdachte’s moe<strong>de</strong>r waarin zij haar<br />

moe<strong>de</strong>rhart uitstort tij<strong>de</strong>ns een slapeloze nacht, een brief over verdachte, waarvan ze toch zo<br />

veel houdt (verdachte snikt opnieuw) (…)”<br />

30-12-1930<br />

Zwolle<br />

“Mr. I.R. van <strong>de</strong>r Pot<br />

Voor het kantongerecht herdacht.<br />

Voor <strong>de</strong>n aanvang <strong>de</strong>r zitting van Burgerlijke en Han<strong>de</strong>lszaken van het Kantongerecht alhier<br />

op he<strong>de</strong>n, sprak <strong>de</strong> kantonrechter naar aanleiding van het overlij<strong>de</strong>n van Mr. I.R. van <strong>de</strong>r Pot<br />

het volgen<strong>de</strong> (…)”<br />

(overle<strong>de</strong>ne was 18 jaar kantonrechter-plaatsvervanger)<br />

1940<br />

12-1-1940<br />

Rechtbank<br />

Staat terecht St.L. te Wanneperveen omdat hij een valse aanklacht tegen<br />

gemeenteveldwachter T. Wink heeft ingediend bij <strong>de</strong> minister v an justitie. Het verhaal<br />

ontvouwt zich van een verdachte als een zeer dwarse man (<strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt van <strong>de</strong> rechtbank: “U<br />

bent <strong>de</strong>n onmogelijksten man van geheel N.W. Overijssel”), maar daarin ook aantgoonbaar te<br />

kort gedaan door <strong>de</strong> gemeente. Het rechtbankverslag kopt dan ook: “Querulantisme en<br />

dorpspolitiek”<br />

Politierechter<br />

Mej. G.v.d. H. uit Hattem had <strong>de</strong> radio aangezet zon<strong>de</strong>r aangesloten te zijn bij <strong>de</strong><br />

radiocentrale.<br />

“Kwam die muziek zoo maar, heeft U er niets aan gedaan? vroeg <strong>de</strong> politierechter. “Ik weet<br />

er niet zoo veel van en mijn man heeft er net zooveel verstand van als een hond”, zei <strong>de</strong><br />

verdachte”<br />

59


Politierechter<br />

“Getuige Kooiker: “Hij heeft ook al eens gezegd “’k zal je doodmaken”. Officier: “Dat heeft<br />

hij dan blijkbaar nog niet gedaan”.<br />

23-1-1940<br />

Politierechter<br />

“Everdina B. te Zwolle had in een winkel suiker gehaald zon<strong>de</strong>r bon, of liever op een bon<br />

voor erwten (….)Politierechter: “Je hebt toch suiker gekregen zon<strong>de</strong>r bon?”Verdachte: “Mag<br />

dat dan niet? Dat <strong>de</strong>ed ie<strong>de</strong>reen”. Politierechter: “Dat is het juist”<br />

“(…) Verdachte: “Maar ik steel ook niet. Ik ben nog nooit voor diefstal met <strong>de</strong> justitie in<br />

aanraking geweest”. “Voor diefstal niet, maar wel elf keer voor an<strong>de</strong>re dingen”, wist <strong>de</strong><br />

politierechter. “O, van die wissewasjes” Zei S. “<br />

26-1-1940<br />

Rechtbank<br />

“Doe je hand eens uit <strong>de</strong> zak” zei <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt voor hij hem <strong>de</strong> eed afnam”.(…) “De hele<br />

wereld veran<strong>de</strong>rt, maar Staphorst niet”, aldus <strong>de</strong> officier in zijn requisitoir. “De rechtbank<br />

moet <strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n daar in toom hou<strong>de</strong>n door gevoelige straffen op <strong>de</strong> leggen”<br />

30-1-1940<br />

Politierechter<br />

“(…) en stak naar me met een mes. Toen heb ik hem een schop gegeven (verdachte maakt een<br />

flinke trap in <strong>de</strong> lucht, waarbij <strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r <strong>de</strong>n <strong>de</strong>urwaar<strong>de</strong>r om <strong>de</strong> ooren vliegt)”<br />

14-2-1940<br />

Politierechter<br />

“Politierechter: “Ze hebben je daar in <strong>de</strong> gaten, daar in Kampen””Ik heb Kampen nog veel<br />

meer in <strong>de</strong> gaten”zei verdachte L. minachtend”<br />

Mej. S.S.B. te Dalfsen werd verdacht van diefstal van wasgoed en was betrapt bij <strong>de</strong> waslijn<br />

“Wat moest je daar bij die waschlijn?”, vroeg <strong>de</strong> politierechter. “Knollen halen” zei <strong>de</strong><br />

verdachte, wel een beetje onlogisch. “Je was het knollenveld toch al lang voorbij. Waarom<br />

liep je ver<strong>de</strong>r?””Ik ben ‘schrokken”<br />

“De volgen<strong>de</strong> verdachtes Roelofje T. en Cathrien U. te Zuidveen wil<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ruzie in <strong>de</strong><br />

rechtszaal voortzetten. In het begin waren ze nog wat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> omgeving en<br />

bleef het bij zij<strong>de</strong>lingsche blikken en sarcastische proestlachjes. Maar langzamerhand won <strong>de</strong><br />

woe<strong>de</strong> het van <strong>de</strong> eerbied en was <strong>de</strong> ruzie weer in volle gang. “Ik geeft jullie twee minuten,<br />

dan is ’t uit” zei <strong>de</strong> politierechter. Maar twee woe<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vrouwen kunnen in twee minuten heel<br />

wat zeggen (…)”<br />

Rechtbank<br />

H.M. te Blokzijl wordt verdacht van brandstichting in zijn huis. “Maar, aldus <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt, het<br />

is toch won<strong>de</strong>rlijk dat je vrouw in haar beste kleeren rond wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>n brand.<br />

Beste kleeren heeft mijn vrouw altijd aan, verweer<strong>de</strong> zich M. <strong>Mijn</strong> vrouw draagt geen<br />

rommel.<br />

Presi<strong>de</strong>nt: Ze was zoo correct gekleed, dat zelfs het naadje van <strong>de</strong> kous op <strong>de</strong> juiste plaats zat.<br />

Dat bestaat niet, ze <strong>de</strong> verdachte, want mijn vrouw draagt geen kousen met naadjes. Ze breit<br />

ze zelf.<br />

60


15-3-1940<br />

Rechtbank<br />

“(…) Dokter J.P. Braat, zenuwarts te Zwolle, verklaar<strong>de</strong> dat Jan R. niet volkomen<br />

toerekeningsvatbaar is. Hij is niet in staat <strong>de</strong> draagwijdte van zijn da<strong>de</strong>n te overzien.<br />

Presi<strong>de</strong>nt: Dus alles half? Getuige: Ja, alles half”<br />

29-3-1940<br />

Rechtbank<br />

“(…) De officier haal<strong>de</strong> een zinsne<strong>de</strong> aan uit het rapport van <strong>de</strong>n wachtmeester <strong>de</strong>r<br />

marechaussee: :”Zijn vloeken viel me <strong>de</strong>s te meer op daar hij als Christelijk man reeds twee<br />

keer geweigerd had op Zondag een dagvaarding te teekenen (…)”<br />

“De eerste getuige Marrigje Kruithof uit Staphorst zag er wel erg pittoresk uit maar beschikte<br />

over een wel héél beperkte opmerkingsgave”<br />

12-4-11940<br />

Rechtbank<br />

“(…) Verdachte beweer<strong>de</strong> nogmaals dat <strong>de</strong> (van hem herken<strong>de</strong>) voetstappen een “dood<br />

element” waren. Er was geen bewijs, zei hij en je hoef<strong>de</strong> niet voor rechter gestu<strong>de</strong>erd te<br />

hebben om te weten dat hij vrijgesproken dien<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n”<br />

17-4-1940<br />

Politierechter<br />

“Bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verdachte, V.M. te Amsterdam, ontspon zich een levendige discussie over<br />

<strong>de</strong> vraag of verdachte al dan niet een vaste woonplaats heeft. “Ie<strong>de</strong>reen heeft een vast verblijf,<br />

ik ook, in Amsterdam”, zei M. “Nou, laten we zeggen los-vast” zei <strong>de</strong> politierechter”.<br />

24-4-1940<br />

Politierechter<br />

“(…) Maar e<strong>de</strong>lachtbare” zei hij, “ik zou hier wel op mijn knieën willen vallen, als dat mijn<br />

huisgezin helpen kon”,. Hij maakte aanstalten om het te doen ook”.<br />

22-5-1940<br />

Politierechter<br />

“Zittingen van politierechter en rechtbank vin<strong>de</strong>n gewoon voortgang (…)”<br />

“De officier vond een <strong>de</strong>rgelijke we<strong>de</strong>rspannigheid (tegen <strong>de</strong> politie) vooral in <strong>de</strong>ze tijd nu het<br />

van het grootste belang is dat <strong>de</strong> openbare or<strong>de</strong> gehandhaafd wordt, zeer ernstig (…)”<br />

24-5-1940<br />

Voorpagina<br />

Rechtszaak tegen gemeenteontvanger Doornspijk wegens verduistering.<br />

“Presi<strong>de</strong>nt: Hebt U wel eens les in boekhou<strong>de</strong>n gehad? Verdacht: Neen. Presi<strong>de</strong>nt: U had ook<br />

geen verstand van administratie? Verdachte: Ik was gewoon boer. (…)<br />

Als zij (getuige) <strong>de</strong>n eed moet afleggen, dat zij <strong>de</strong> geheele waarheid zal zeggen, verklaart zij<br />

dat zij daar te oud voor is”<br />

61


6-6-1940<br />

“Het Duitsche bestuur in Ne<strong>de</strong>rland<br />

Führer<strong>de</strong>creet<br />

Par.6<br />

Rechtspraak<br />

1. <strong>de</strong> rechtpleging is onafhankelijk<br />

2. 2. <strong>de</strong> uitspraken wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>n naam van het recht gedaan<br />

3. 3. <strong>de</strong> Rijkscommissaris bepaalt, welke vonnissen hem vóór hun uitvoering ter<br />

bekrachtiging moeten wor<strong>de</strong>n voorgelegd<br />

4. <strong>de</strong> Rijkscommissaris bepaalt bij veror<strong>de</strong>ning welke strafbare feiten aan het oor<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re rechtbank moeten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rworpen en in welke gevallen personen<br />

van Ne<strong>de</strong>rlandsche nationaliteit voor <strong>de</strong>n krijgsraad of voor <strong>de</strong>n Duitschen<br />

politierechter moeten verschijnen.<br />

Par.7 (Rechters e.d. dienen op termijn <strong>de</strong> eed af te leggen dat ze <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ningen van <strong>de</strong><br />

Rijkscommissaris zullen nakomen)<br />

7-6-1940<br />

Rechtbank<br />

“Ver<strong>de</strong>diger: Als men <strong>de</strong>ze man straft, straft men eigenlijk zijn armoe<strong>de</strong>”<br />

13-6-1940<br />

Artikel<br />

“De plu<strong>de</strong>ring in Nijkerk voor <strong>de</strong>n Zwolschen Politierechter”<br />

Strenge straffen”<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> evacuatie van Nijkerk van 10-15 mei is er op grote schaal geplun<strong>de</strong>rd. Er zullen in<br />

een aantal zittingen plm 30 verdachten terecht staan.<br />

19-6-1940<br />

Politierechter<br />

“Voor <strong>de</strong> zooveelste maal kwam gisteren voor <strong>de</strong> politierechter weer een zaakje voor van<br />

ruzie in een werkverschaffingskamp (…)”<br />

20-6-1940<br />

Voorpagina<br />

“Tegen <strong>de</strong>n Gemeente-secretaris van Doornspijk 5 jaar geëischt”<br />

<strong>Uit</strong>gebreid verslag van <strong>de</strong> rechtszaak wegens verduistering.<br />

24-6-1940<br />

“De Openbare Or<strong>de</strong><br />

Veror<strong>de</strong>ning van binnenlandsche zaken en justitie”<br />

25-6-1940<br />

Artikel<br />

“Nijkerksche Plun<strong>de</strong>raars”<br />

Twee<strong>de</strong> groep verdachten voor <strong>de</strong> politierechter<br />

62


28-6-1940<br />

Artikel<br />

“Nijkerksche Plun<strong>de</strong>raars voor <strong>de</strong> Zwolsche rechtbank.<br />

De ergste gevallen”<br />

Verslag<br />

9-7-1940<br />

Rechtzaken<br />

“De Nijkerksche Plun<strong>de</strong>raars<br />

Twee min<strong>de</strong>r ernstige gevallen”<br />

Verslag<br />

22-7-1940<br />

Artikel<br />

“Duitsche rechtspraak in Ne<strong>de</strong>rland<br />

Landgerecht en Hooggerechtshof”<br />

Veror<strong>de</strong>ning<br />

30-7-1940<br />

Voorpagina<br />

“Zware straffen voor Nijkerksche plun<strong>de</strong>raars<br />

Straffen van 1 tot 4 maan<strong>de</strong>n”<br />

Verslag<br />

11-8-1940<br />

Rechtbank<br />

“J.v.d.W. te Zwolle had zich vergrepen aan een kip (…)<br />

Nijkerkse plun<strong>de</strong>raar die stof had weggenomen: “Ik heb het weggenomen omdat het an<strong>de</strong>rs<br />

overstuur zou zijn geraakt”. Presi<strong>de</strong>nt: “Tjonge, wat een gemeenschapsgevoel”.<br />

16-8-1940<br />

Rechtbank<br />

L.W.R. te Doornspijk staat terecht omdat hij vee hield zon<strong>de</strong>r het verplichte lidmaatschap van<br />

een crisis-organisatie<br />

“9…) Men had het laten loopen vanaf 1937 af. “En nu is ’t ook mooi geweest” zei <strong>de</strong><br />

presi<strong>de</strong>nt (…)”Wees nou verstandig en houdt U aan die bepalingen”zei Mr. <strong>de</strong> Muinck “U<br />

ruïneert Uw heele gezin en <strong>de</strong> overheid laat zich toch niet aan <strong>de</strong>n kant zetten. Ze hebben<br />

geduld genoeg gehad met U”<br />

27-8-1940<br />

Politierechter<br />

H.J. v.d. B. had op formulier ingevuld dat hij op petroleum kookte, maar hij had ook een<br />

an<strong>de</strong>re kookgelegenheid: boete f.15,-<br />

29-8-1940<br />

Rechtbank<br />

Weer plun<strong>de</strong>raars te Nijkerk<br />

63


10-9-1940<br />

Rechtzaken<br />

“De plun<strong>de</strong>ringen te Nijkerk<br />

Nog enkele verdachten voor <strong>de</strong>n Zwolschen politierechter<br />

(…)verdachte had twee pakjes maizena weggenomen (…) Hij vertel<strong>de</strong> een verhaal over een<br />

hartkwaal van zijn vrouw, maar <strong>de</strong> politierechter kon niet ont<strong>de</strong>kken wat <strong>de</strong>ze hartkwaal met<br />

<strong>de</strong> maizena te maken had”<br />

12-9-1940<br />

Artikel<br />

“De steekpartij aan <strong>de</strong> Nieuwe Haven voor <strong>de</strong> Zwolsche rechtbank”<br />

Artikel<br />

“f.50,- Boete geeischt wegens beleediging<br />

(…) hij had op 10 mei j.l. <strong>de</strong>n heer IJsendijk te Kampen het woord “landverra<strong>de</strong>r”<br />

toegevoegd”<br />

19-9-1940<br />

Politierechter<br />

“(verdachte) “Hij was “Zo goed als nuchter”, wat <strong>de</strong> politierechter met een kleine variatei<br />

uitleg<strong>de</strong> als “toch zeker niet heelemaal nuchter”.<br />

25-9-11940<br />

Politierechter<br />

“Distributiewetten en luchtbescherming”<br />

26-9-1940<br />

“De plun<strong>de</strong>ringen te Nijkerk<br />

Een ernstig geval”<br />

9-10-1940<br />

Politierechter<br />

“Het koopen van koffie en thee zon<strong>de</strong>r bon schijnt nogal eens voor te komen”<br />

11-10-1940<br />

Rechtbank<br />

Weer Nijkerkse plun<strong>de</strong>raars<br />

“(…) Het slachtoffer was nog naar het huis van <strong>de</strong>n doktger geloopen, en daar werd hij<br />

bewusteloos op <strong>de</strong> stoep gevon<strong>de</strong>n. “Van het bloedverlies”, zegt hij. “Of van <strong>de</strong> jenever, Piet”<br />

veron<strong>de</strong>rstelt <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt”<br />

28-10-1940<br />

Artikel<br />

“Niet vervolging van strafbare feiten<br />

Geen beroep meet op het gerechtshof”<br />

(art. 12 en 13 Wetboek van Strafrecht wor<strong>de</strong>n op last van <strong>de</strong> bezetter niet meer toegepast)<br />

64


6-11-1940<br />

Politierechter<br />

“Hij was een ou<strong>de</strong> beken<strong>de</strong> van het gerecht, had niet min<strong>de</strong>r dan veertig veroor<strong>de</strong>lingen achter<br />

<strong>de</strong> rug (…)<br />

8-11-1940<br />

Rechtbank<br />

“” Nog eens Nijkerk<br />

Diefstal en heling”<br />

20-11-1940<br />

Politierechter<br />

“hij was op een ou<strong>de</strong> damesfiets bij een café in De<strong>de</strong>msvaart gekomen, en hij was, zon<strong>de</strong>r dat<br />

hij nochtans een goochelaar was, op een nieuwe heerenfiets teruggekeerd”<br />

Distributieovertredingen:<br />

“had op verbo<strong>de</strong>n tijdstip anthraciet verkocht”<br />

“had ruwe olie als branddstof gestookt”<br />

“had verlopen bonnen ingeleverd”<br />

“Mishan<strong>de</strong>ling van twee N.S.B.ers”<br />

Toen <strong>de</strong> melkboer B.R. te Heer<strong>de</strong> <strong>de</strong> N.S.B.ers Jhr. C.E. Graswinckel en L.J.H. Mol (die Volk<br />

en Va<strong>de</strong>rland aan het colporteren waren) passeer<strong>de</strong>, had hij zijn neus gesnoten. Of dat<br />

<strong>de</strong>monstratief of niet was, waren <strong>de</strong> getuigen het niet over eens. In elk geval had<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

N.S.B.ers zich beledigd gevoeld en waren <strong>de</strong> melkkar opgeklommen om door <strong>de</strong> melkboer<br />

met <strong>de</strong> zweep er van afgemept te wor<strong>de</strong>n. Maar omdat <strong>de</strong> melkboer was begonnen, volgens <strong>de</strong><br />

politierechter, krijg hij een geldboete van f.20,-<br />

Saakje <strong>de</strong> G. had 2 N.S.B.ers uitgemaakt voor “vuile zwen<strong>de</strong>laars”. Vonnis: f.10,- boete<br />

21-12-1940<br />

Politierechter<br />

“Mr. Bouman, verdachte’s raadsman, wees op <strong>de</strong> opvoeding, die verdachte gehad heeft. Hij<br />

komt uit een Oud-Gereformeerd gezin, waar alle inmenging van buiten werd geweerd, hij<br />

staat dus zeer vreemd tegenover het leven”.<br />

28-12-1940<br />

Voorpagina<br />

“Veluwse bewoners voor rechtzaken niet meer naar Zwolle.<br />

Het kanton Deventer echter bij het arrondissement Zwolle”<br />

(per 15-1-1941)<br />

1941<br />

4-1-1941<br />

Politierechter<br />

“Waarom heb je direct gestoken?, zei <strong>de</strong> politierechter “je wist toch wel dat hij wat achterlijk<br />

is? “<br />

“(…) Hij stond terecht wegens het stelen van een fiets, <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong>, want hij was al veertien<br />

maal voor een <strong>de</strong>rgelijk feit veroor<strong>de</strong>eld”<br />

65


8-1-1941<br />

Artikel<br />

“Recht van abolitie en gratie<br />

Een <strong>de</strong>creet van <strong>de</strong>n Führer”<br />

10-1-11941<br />

Artikel<br />

“De voorwaar<strong>de</strong>lijke veroor<strong>de</strong>ling staat niet meer aan <strong>de</strong>n rechter”<br />

11-1-1941<br />

Artikel<br />

“Tegen prijsopdrijving<br />

Tienjarige gevangenisstraf, geldboete tot onbeperkt bedrag”<br />

(<strong>de</strong> gemachtig<strong>de</strong> voor prijshandhaving krijgt sanctiebevoegdhe<strong>de</strong>n)<br />

15-1-1941<br />

Politierechter<br />

“Gisteren ston<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> bewoners van Kampen terecht, die van een Kamper<br />

straattype, j.v.d. H., beter bekend als “Paljas”, verschillen<strong>de</strong> voorwerpen had<strong>de</strong>n gekocht, die<br />

afkomstig waren van diefstal”<br />

“Mishan<strong>de</strong>ling in Staphorst (steekpartij)<br />

(…) Politierechter: Als ze bij jullie zeggen “Ga eens even mee”, dan weet ik wel hoe laat het<br />

is”<br />

22-1-1941<br />

Politierechter<br />

(Omdat een voorwaar<strong>de</strong>lijke straf niet meer gegeven mag wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rvangt <strong>de</strong> rechter dat<br />

met “het voor onbepaal<strong>de</strong> tijd uitstellen van <strong>de</strong> uitspraak”)<br />

“Was je erg dronken?” vroeg <strong>de</strong> politierechter. “Ja, wat zal ik U zeggen, zei M.. “We had<strong>de</strong>n<br />

met ons vieren minstens 130 borrels op”(…) De officier eischte drie maan<strong>de</strong>n<br />

gevangenisstraf. “Dan ga ik vervolging instellen van <strong>de</strong> getuigen wegens meineed” zei M.<br />

“Komen jullie eens hier” zei <strong>de</strong> politierechter tegen <strong>de</strong> getuigen. “Als die man één vinger<br />

naar jullie uitsteekt, dan gaan jullie direct naar <strong>de</strong> burgemeester en dan is hij nog niet<br />

gelukkig”.<br />

23-1-1941<br />

Artikel<br />

“Ambtenaren van het Zwolsche distributiekantoor voor het gerecht”<br />

(rechtbankverslag)<br />

24-1-1941: vervolg van verslag<br />

5-2-1941<br />

Politierechter<br />

“Een burenruzie tussc hen J.P. en L.P. te Nunspeet begon met gaten in <strong>de</strong>n weg en eindig<strong>de</strong><br />

met gaten in het hoofd”<br />

“Politierechter: Je was dronken, hè? Zeker wel geld voor <strong>de</strong> kroeg maar niet voor je vrouw”<br />

66


10-2-1941<br />

“Het Feldkriegsgericht heeft zitting gehou<strong>de</strong>n in het gerechtsgebouw te Zwolle”<br />

(behan<strong>de</strong>ld wer<strong>de</strong>n een diefstal van een Wehrmachtsverkeersbord en een ongeluk met een<br />

Wehrmachtsauto)<br />

11-2-1941<br />

Politierechter<br />

“(…) voer<strong>de</strong> bij zijn ver<strong>de</strong>diging een zoo langzamerhand in <strong>de</strong> rechtzaal beken<strong>de</strong> figuur aan,<br />

nl. <strong>de</strong> groote onbeken<strong>de</strong>”<br />

21-2-1941<br />

“Beleediging van N.S.B.ers”<br />

(verdachte was door 4 N.S.B.ers uitgeschol<strong>de</strong>n en had teruggeschol<strong>de</strong>n. De N.S.B.ers<br />

verklaren dat ze over Jo<strong>de</strong>n in het algemeen had<strong>de</strong>n gesproken en niet over verdachte… Eis:<br />

f.10,-)<br />

5-3-1941<br />

Politierechter.<br />

7 Deventenaren wor<strong>de</strong>n veroor<strong>de</strong>eld omdat ze in het donker hun fiets buiten had<strong>de</strong>n laten<br />

staan, een overtreding die vaker nu voorkomt in <strong>de</strong> verslagen.<br />

6-3-1941<br />

Voorpagina<br />

‘Staphorster paar<strong>de</strong>nkoopman ging veldwachter met bijl te lijf”<br />

Rechtbankverslag<br />

12-3-1941<br />

Politierechter<br />

“De officier (…) eischte een gev angenisstraf van 3 maan<strong>de</strong>n. “Dat is me veel te veel, daar ga<br />

ik niet mee accoord” zei <strong>de</strong> verdachte”<br />

21-3-1941<br />

Artikel<br />

“Civiel standrecht voor or<strong>de</strong> en veiligheid<br />

Bedreiging met doodstraf “<br />

7-5-1941<br />

Politierechter<br />

“(…) weer groot aantal zaken van menschen die vleesch zon<strong>de</strong>r bon had<strong>de</strong>n ge- of verkocht”<br />

9-5-1941<br />

Politierechter<br />

“H.H. te Zwollerkerspel had twee varkens afgeleverd die meer wogen dan 40 kg”(geldboete<br />

f.60,-)<br />

67


13-5-1941<br />

“Economische rechter<br />

te Zwolle, Almelo, Zutphen<br />

Bij besluit van <strong>de</strong>n secretaris-generaal van het <strong>de</strong>partement van justitie, is met ingang van 15<br />

Mei 1941 bij <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>ne arondissementsrechtbanken ingesteld één enkelvoudige<br />

kamer voor <strong>de</strong> berechting van strafzaken, raken<strong>de</strong> het economische leven. In <strong>de</strong>ze kamer zijn<br />

aangewezen: te Zwolle tot lid Mr. J. Mil<strong>de</strong>rs, tot plv. lid Mr. A.J.M. van Heijst, Mr. A.<br />

Mercier.<br />

14-5-1941<br />

Artikel<br />

“Economische strafzaken”<br />

(<strong>de</strong> grote lijnen <strong>de</strong>r procedure)<br />

15-5-1941<br />

Artikel<br />

“Een Ne<strong>de</strong>rlandsch volksbelang”<br />

(over economische strafzaken)<br />

31-5-1941<br />

“De eerste zitting van <strong>de</strong>n economischen rechter te Zwolle”<br />

(overtredingen van <strong>de</strong> distributiebepalingen)<br />

25-7-1941<br />

“Het instituut van <strong>de</strong>n economischen rechter”<br />

(interview met een hoogleraar strafrecht kennelijk met het doel het zeer impopulaire instituut<br />

een opzetje te geven)<br />

14-8-1941<br />

Rechtbank Zwolle<br />

(Opvallend v aak diefstal van fietsen en vee uit <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>. Diefstal van een schaap: eis 1 ½ jaar<br />

gevangenis)<br />

28-8-1941<br />

Rechtbank Zwolle<br />

“Diefstal van vee uit <strong>de</strong> wei<strong>de</strong> is bijna evenzeer in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong> als het stelen van fietsen”<br />

17-9-1941<br />

Politierechter<br />

“Het mysterie van <strong>de</strong> sjaal”<br />

Niet alleen in <strong>de</strong>tective-romans zijn raadsels op te lossen, ook <strong>de</strong> politierechter krijgt die soms<br />

te ontpuzzelen. De sjaal waar het om ging was een blauw sjaaltje met roo<strong>de</strong> en groene en gele<br />

figuren. Het werd eenparig mooi gevon<strong>de</strong>n. Het komt dikwijls voor dat schoonheid onheil<br />

sticht en zo ook hier want twee Diepenveensche jonge dames betwisten elkaar <strong>de</strong> eigendom”<br />

19-9-1941<br />

Economische rechter<br />

“Han<strong>de</strong>l op Zwarte Markt<br />

Clan<strong>de</strong>stiene slachtingen in Zwolle en Omgeving””<br />

68


24-9-1941<br />

“De Vre<strong>de</strong>rechters<br />

Rechtspraak en politiek”<br />

(over nieuwe vre<strong>de</strong>gerechtorganisatie. Doel: het uitsluiten van een bepaald soort politieke<br />

opvatting uit <strong>de</strong> rechtspraak)<br />

25-9-1941<br />

Politierechter<br />

“(…)Politierechter: “Je bent al twee keer wegens diefstal veroor<strong>de</strong>eld, is het<br />

niet?”Verdachte:”Maar één maal, voor zoover ik weet”. Politierechter:”Nou, dan weten wij<br />

het wel betere”.<br />

26-9-1941<br />

Rechtbank<br />

“het stelen van fietsen en het helen van ban<strong>de</strong>n is nog steeds een misdrijf van <strong>de</strong>n dag”<br />

11-10-1941<br />

Rechtbank<br />

“Diefstal van vee uit <strong>de</strong> wei<strong>de</strong>, een misdrijf dat vroeger in <strong>de</strong>ze streken bijna niet voorkwam,<br />

is nu aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> dag”<br />

17-10-1941<br />

Economische rechter<br />

“B.L. te Deventer had voor <strong>de</strong> kolendistributie opgegeven dat hij vijf vertrekken te<br />

verwarmen had. (…) in die keuken waren drie bedste<strong>de</strong>n, en daar had hij een kamer van<br />

gemaakt. “Ik moet toch warm liggen”, zei hij. “Je zet toch geen kachel in <strong>de</strong> bedstee”, meen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> economische rechter” . (Boete f.5,-)<br />

“Gisteren waren er ook <strong>de</strong> eerste gevolgen van <strong>de</strong> economische sanctie-besluiten die op 6<br />

September zijn ingegaan”<br />

(slachten van een koe: 6 mnd gevangenis)<br />

Politierechter<br />

Wegens het belemmeren van het werk van <strong>de</strong> “controleur van <strong>de</strong> prijsbeheersing” f.100,-<br />

boete<br />

5-11-1941<br />

Politierechter<br />

“P.R.B., arts te Steenwijk, had in een brief aan een collega o.m. <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> zinsne<strong>de</strong><br />

gebruikt: “een zoo ernstige, om niet te zeggen verwaarloos<strong>de</strong> breuk”. De collega had dit als<br />

belediging opgevat en een aanklacht ingediend”<br />

(vonnis: vrijspraak)<br />

7-11-1941<br />

“Zwollenaren voor <strong>de</strong> rechtbank<br />

Fietsen, vee en geld”<br />

(De eerste openbare zitting van <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>rechter bij <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank Arnhem was<br />

te Almelo)<br />

69


13-11-1941<br />

“Eerste zitting van vre<strong>de</strong>rechter bij <strong>de</strong> arrondissementsrechtbank te Arnhem, Mr. W.M.<br />

Hazelhoff Roelfsema heeft vandaag zijn eerste openbare strafzitting te Zwolle gehou<strong>de</strong>n<br />

(…) De officier Mr. J.C. van Hasselt, wil<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van dit geval en <strong>de</strong>rgelijke<br />

zaken voor op stellen dat het streven van <strong>de</strong> N.S.B. ook door niet-N.S.B.-ers als hun goed<br />

recht dient te wor<strong>de</strong>n erkend. Een <strong>de</strong>el van het volk is hier van niet te overtuigen. Bovendien<br />

hebben <strong>de</strong> N.S.B.ers zoo lang aan verguizing bloot gestaan, dat het soms verklaarbaar is, dat<br />

ze optre<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> manier van verdachte (…)<br />

Mr. Hazelhoff Roelfsema zei<strong>de</strong>, dat hij bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling van <strong>de</strong>ze zaken voor en boven alles<br />

werd gedreven door <strong>de</strong>n wensch twee bevolkingsgroepen te verzoenen, die nu nog scherp<br />

tegen over elkaar staan.<br />

(…) De WA is dikwijls getart, het is daarom verklaarbaar, dat soms gehan<strong>de</strong>ld wordt zooals<br />

door verdachte is gehan<strong>de</strong>ld (…)”<br />

(vonnis: zeer lichte straf, f.2,- boete)<br />

Ruzie in café<br />

(…) hij sprak verdachte vrij. Hij wees hem er echter op dat hij in het bedoel<strong>de</strong> café, waar <strong>de</strong><br />

sfeer anti-nationaal-socialistisch was, als N.S.B.-er in uniform niet hoef<strong>de</strong> te komen (…) hij<br />

vermaan<strong>de</strong> hem ernstig geen relletjes uit te lokken (…)<br />

Een Zwollenaar had tegen een N.S.B.-er gezegd: “Die N.S.B.ers zijn allemaal<br />

baantjesjagers”<br />

(vonnis f.12,- boete)<br />

19-11-1941<br />

“Economische rechter<br />

Clan<strong>de</strong>stiene slachtingen en zwarte han<strong>de</strong>l”<br />

2-12-1941<br />

“105 personen ston<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>n economischen rechter terecht”<br />

6-12-1941<br />

“Paleis van Justitie te Zwolle bestaat 100 jaar<br />

Plechtige inwijding op 9 December 1841”<br />

(artikel)<br />

9-12-1941<br />

“Zitting vre<strong>de</strong>rechter te Zwolle<br />

Mishan<strong>de</strong>ling en beleedigingen”<br />

(weer conflicten over Nationale Jeugdstorm, oostfrontvrijwilligers, WA etc.)<br />

10-12-1941<br />

Politierechter<br />

“toen als verdachte Gv.G. uit Kampen binnenstapte, gebontjast, koket gekapt en zoo op het<br />

oog niet in het minst van een bezemslagerig allure. En toch was zij het die <strong>de</strong> klap gegeven<br />

had en nog wel aan haar schoonzuster”<br />

30-12-1941<br />

Economische rechter “<br />

( weer ruim hon<strong>de</strong>rd veroor<strong>de</strong>lingen op een dag)<br />

70


1942<br />

13-1-1942<br />

“Zitting vre<strong>de</strong>rechter te Zwolle”<br />

(weer conflicten tussen nationaal-socialisten en “<strong>de</strong> rest van Ne<strong>de</strong>rland”)<br />

19-1-1942<br />

“De rechtsgeldigheid van het instituut van <strong>de</strong>n economischen rechter”<br />

(artikel over arrest van <strong>de</strong> Hoge Raad hierover)<br />

11-2-1942<br />

“Economische Rechter Zwolle”<br />

(weer zeer lange lijst van personen)<br />

21-2-1942<br />

Rechtbank Zwolle<br />

(uit <strong>de</strong> verslagen valt op te maken dat fietsban<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> zwarte markt veel opbrengen: f.35,-,<br />

f.45,-)<br />

28-2-1942<br />

Economische rechter<br />

(wat opvalt is, dat verdachten met naam en toenaam wor<strong>de</strong>n genoemd, niet alleen initialen)<br />

“Clan<strong>de</strong>stien slechten uit naastenlief<strong>de</strong>”<br />

(D.E. Logtenberg had een koe geslacht om on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> armen te ver<strong>de</strong>len en hij had er zelf niet<br />

van geprofiteerd. Desalniettemin krijgt hij <strong>de</strong> minimumstraf die hierop staat: 6 mnd<br />

gevangenis)<br />

2-3-1942<br />

“Boeten wegens prijsopdrijving”<br />

(Naast <strong>de</strong> economische rechter is er ook nog <strong>de</strong> Inspecteur voor <strong>de</strong> prijsbeheersing, die boetes<br />

op kan leggen en spullen verbeurd verklaren)<br />

14-4 en 16-4-1942<br />

(Naast het instituut van vre<strong>de</strong>rechter is er ook een hoger hof: het vre<strong>de</strong>gerechtshof te Den<br />

Haag. Enkele geruchtmaken<strong>de</strong> zaken wor<strong>de</strong>n daar behan<strong>de</strong>ld en <strong>de</strong> doodstraf kan wor<strong>de</strong>n<br />

gehanteerd)<br />

23-4-1942<br />

“Cijfers <strong>de</strong>r criminaliteit”<br />

(centraal bureau voor <strong>de</strong> statistiek)<br />

24-4-1942<br />

Politierechter<br />

(Beegje R. had valse koffiebon ingeleverd)<br />

“Ik weet nergens van”, zei Beegje, “ik kan niet lezen en niet schrijven”<br />

71


29-4-1942<br />

Economische rechter<br />

“Een va<strong>de</strong>r en drie zoons”<br />

( 4 personen uit één gezin: drie broers alle drie <strong>de</strong> minimumstraf van 6 mnd wegens illegale<br />

slacht. De va<strong>de</strong>r had niet zelf geslacht en krijgt boete)<br />

20-5-1942<br />

Economische rechter<br />

“Arbeid is gemeenschapsplicht”<br />

( een H.W. van <strong>de</strong>r Ma<strong>de</strong>n staat terecht omdat hij een on<strong>de</strong>rzoek geweigerd had naar zijn<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n tot werken. De economische rechter (Mr. Mil<strong>de</strong>rs) verklaart “een saboteur van<br />

<strong>de</strong> voedseldistributie is niet schuldiger dan hij die weigert zijn werkkracht te geven”. (Terwijl<br />

<strong>de</strong> eis 3 weken was, is het vonnis 2 maan<strong>de</strong>n)<br />

21-5-1942<br />

Rechtbank<br />

“(…) De officier eischte negen maan<strong>de</strong>n gevangenisstraf. “Daar ga ik niet mee accoord, dan<br />

ga ik naar Arnhem”, zei van R.<br />

“Goe<strong>de</strong> reis” wenschte <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt”<br />

19-6-1942<br />

Rechtbank<br />

(<strong>de</strong> straffen voor fietsendiefstal lijke toe te nemen: 2 jaar gevangenis, 1 ½ jaar gevangenis<br />

e.d.)<br />

3-7-1942<br />

Rechtbank<br />

(<strong>de</strong> gangbare prijs op <strong>de</strong> zwarte markt, “<strong>de</strong> sluik”, van fietson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len lijkt ook op te lopen,<br />

bijv. f.50,- voor een voorwiel).<br />

8-7-1842<br />

Politie- en economische rechter<br />

(als het gaat om diefstal e.d. wor<strong>de</strong>n in het verslag <strong>de</strong> initialen gebruikt, maar verkoop van<br />

bonnen, clan<strong>de</strong>stiene slacht e.d. <strong>de</strong> namen voluit, dit bij één en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zitting)<br />

16-7-1942<br />

Rechtbank<br />

(Ook <strong>de</strong> straffen voor veediefstal lijken op te lopen: 5 jaar gevangenis bijv.)<br />

17-8-1942<br />

“Economisch gerechtshof ingesteld”<br />

(Te Den Haag)<br />

19-8-1942<br />

Politierechter<br />

(G.G. te Raalte had tegen <strong>de</strong> ambtenaar <strong>de</strong>r distributie gezegd: “Jullie zijn snotneuzen achter<br />

dat loket”. Boete f.10,- wegens belediging)<br />

12-9-1942<br />

“Zitting van <strong>de</strong> vre<strong>de</strong>rechter te Zwolle” (Mr. Wolthuis)<br />

72


“Een bloemenkar met opschrift<br />

De Zwolsche bloemenhan<strong>de</strong>laar H. Moman had op zijn bloemenkar een bord geplaatst met<br />

het volgen<strong>de</strong> opschrift: Koop geen Natte Slechte Bloemen (…) De letters N.S.B. had hij<br />

daarop vet getekend. Op <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong>n vre<strong>de</strong>rechter of hij met dit opschrift <strong>de</strong> bedoeling<br />

had <strong>de</strong> N.S.B. te beleedigen, antwoord<strong>de</strong> verd. ontkennend. Hij wil<strong>de</strong> alleen doen uitkomen<br />

dat hij geen N.S.B.er was “(vonnis f.25,-)<br />

“De gebaren<strong>de</strong> familie”<br />

(De familie Heerkens had, toen W.J. Sprikkelman, N.S.B.er, langs kwam, met <strong>de</strong> vinger op<br />

het voorhoofd en op <strong>de</strong> revers gewezen. Vonnis: f.20,-)<br />

“WA-man verstoor<strong>de</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong>”<br />

(J.H. Vallen, eigenaar van het enige N.S.B. café in Zwolle, had als WA-man in <strong>de</strong><br />

Diezerstraat <strong>de</strong> or<strong>de</strong> verstoord. De Raadsman van verdachte, Mr. Dufour uit Utrecht . Vonnis<br />

f.10,-)<br />

13-10-1942<br />

Economische rechter<br />

(Zelfs het schil<strong>de</strong>ren met olieverf is strafbaar, er bestaat een “oliebeschikking”)<br />

3-12-1942<br />

Rechtbank<br />

“Het slot van <strong>de</strong> Piet Kohlerzaak”<br />

(een impressario had ten onrechte aangekondigd dat het toneelgezelschap van Piet Kohler zou<br />

optre<strong>de</strong>n in O<strong>de</strong>on. Veroor<strong>de</strong>eld wegens “oneerlijke me<strong>de</strong>dinging”)<br />

8-12-1942<br />

Economische rechter<br />

(G.H. van <strong>de</strong> Belt te Zwolle, veroor<strong>de</strong>eld wegens het poten van bloemen i.p.v. groente; J.v.d.<br />

Noort uit Olst veroor<strong>de</strong>eeld wegens het dorsen van haver en rogge)<br />

11-12-1942<br />

Politierechter<br />

“De Zwollenaar D.B. heeft gras gestolen voor zijn konijnen”(boete f.2,-)<br />

12-12-1942<br />

Vre<strong>de</strong>rechter (Mr. Wolthuis)<br />

(vechtpartijtjes waarbij het lidmaatschap van <strong>de</strong> N.S.B een rol leek te spelen)<br />

(Op het opsporen van <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar van een WA-man was f.5000,- beloning gesteld. In een<br />

treincoupé had P. Eshuis gezegd dat die f.5000,- dan maar aan <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar gegeven moest<br />

wor<strong>de</strong>n. De vre<strong>de</strong>rechter zag daarin een aansporing tot moord en veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> tot 3 mnd<br />

gevangenis)<br />

1943<br />

20-1-1943<br />

Economische rechter<br />

“Ca. Oosterbroek had 10 uien vervoerd. Boete f.1,-“<br />

73


13-2-1943<br />

Vre<strong>de</strong>rechter (Mr. Wolthuis)<br />

(2 Zwollenaren had<strong>de</strong>n in een vertrouwelijk gesprek wat meningen geuit over <strong>de</strong> <strong>Zwolse</strong><br />

kringlei<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r N.S.B. <strong>de</strong> leraar <strong>de</strong> Jong van <strong>de</strong> Rijks H.B.S., o.a. dat <strong>de</strong>ze een N.S.B. leerling<br />

vooraf inzage gegeven had in een proefwerk. Dit werd toch doorverteld aan <strong>de</strong> Jong, die dit<br />

smaad vond. De officier van justitie en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger stel<strong>de</strong>n vrijspraak voor, maar <strong>de</strong> rechter<br />

veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> toch; een persoonlijk gesprek pleit iemand niet vrij)<br />

24-2-1943<br />

Economische rechter<br />

“C. Kreft, wegens het varen met donkere olie f.5,- boete”<br />

26-2-1943<br />

“Voor het hekje”<br />

“Ja, zoo zei<strong>de</strong> <strong>de</strong> economische rechter, opkijkend, je hebt boter bereid, niet waar?”. “Het was<br />

nog melk, man”, zei <strong>de</strong> verdachte met minachten<strong>de</strong> onverschilligheid”<br />

12-3-1943<br />

Politierechter<br />

“(…) In Staphorst staat men in het algemeen snel met het mes klaar (…)”<br />

19-3-1943<br />

“Clan<strong>de</strong>stiene slagers voor het Economische Hof<br />

Het Economische Hof, gepresidieerd door Mr. Volgraff, hield gisteren en vandaag zitting te<br />

Zwolle. Er werd een groot aantal zaken, voor een belangrijk <strong>de</strong>el uit <strong>de</strong> provincies Groningen<br />

en Friesland, behan<strong>de</strong>ld (…)”<br />

20-3-1943<br />

“Clan<strong>de</strong>stiene slachtingen in Overijssel zeer sterk vermin<strong>de</strong>rd<br />

Zwaar<strong>de</strong>re straffen te verwachten ter wille van het veilig stellen van <strong>de</strong>n oogst.<br />

De Procureur-generaal bij het Economisch Hof, dat Don<strong>de</strong>rdag en Vrijdag te Zwolle zitting<br />

hield, Mr. Wilbrenninck, wees er (…) eenige malen nadrukkelijk op dat binnenkort zwaar<strong>de</strong>re<br />

straffen te verwachten zijn (…)”<br />

22-3-1943<br />

(weer verslag van het Economisch Hof te Zwolle, vooral hoger beroep zaken van <strong>de</strong><br />

Economische rechter)<br />

23-3-1943<br />

Economische rechter<br />

“(…) M. Laarman, Dalfsen, wegens verkopen van duiveboonen, boete f.25,-<br />

21-4-1943<br />

“Instelling van parketwachters”<br />

(beschikking hierover van secretaris-generaal van justitie)<br />

4-5-1943<br />

Economische rechter<br />

(Nog steeds het systeem dat <strong>de</strong> vor<strong>de</strong>ringen bij belastingovertredingen door <strong>de</strong> rijksadvokaat<br />

i.p.v. officier van justitie wor<strong>de</strong>n gedaan. Namen van verdachten niet voluit in <strong>de</strong> krant)<br />

74


6-5-1943<br />

“Doodvonnissen van het Politiestandgerecht Overijssel”<br />

(vestigingsplaats staat niet genoemd)<br />

7-5-1943<br />

Rechtbank<br />

“Ontstellend groot is tegenwoordig het aantal rijwieldiefstallen (…)”<br />

15-5-1943<br />

“Opheffing Politiestandrecht”<br />

18-5-1943<br />

Economische rechter<br />

“(…)J. van Olphen, Steenwijk, wegens het wegnemen van 6 afgevallen appels, f.5,- boete”<br />

21-5-1943<br />

Rechtbank<br />

“Fietsendiefstallen blijven voortgaan. Zwolsche rechtbank behan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> er dit jaar reeds 266”<br />

11—6-1943<br />

Politierechter<br />

“(…) W.v.L. te Dinxperloo nam aan tafel van een kameraad een lik boter, die hem daardoor<br />

op f.5,- boete kwam te staan”<br />

“(…) veroor<strong>de</strong>eld tot 4 mnd gevangenisstgraf met opname van <strong>de</strong> gratieclausule(…)”<br />

25-6-1943<br />

“Economisch Hof te Zwolle”<br />

(presi<strong>de</strong>nt Mr. Vollgraff, procureur-generaal Mr. Wilbenninck; vooral zaken uit Drenthe)<br />

2-7-1943<br />

“Voor het hekjeBeleediging!<br />

<strong>Uit</strong>erlijk was zij ’t type van een zeer nette burgerjuffrouw. Maar achter haar zedig donker<br />

jurkje en knap manteltje en achter haar hoedje met blommetjes verschool zich een zeer, zeer<br />

laag bij <strong>de</strong> grondsche geest. “Vuilik”, had ze n.l. gezegd tegen een buurdame (…)”<br />

19-8-1943<br />

Rechtbank<br />

(Diefstal van 2 pakjes boter; eis: 9 mnd gevangenisstraf)<br />

20-8-1943<br />

Rechtbank<br />

“Boefje<br />

(…) Nu hij terecht staat maakt hij een zieligen indruk, die nog (ver-) sterkt wordt door <strong>de</strong><br />

gevolgen van het lij<strong>de</strong>n, waaraan hij zich bloot stel<strong>de</strong>, toen hij in <strong>de</strong> gevangenis lepels en<br />

vorken begon in te slikken (…)”<br />

28-9-1943<br />

Economische rechter<br />

“(…) G. van Leer (wegens aflevering van een kunstgebit zon<strong>de</strong>r vergunning) f.100,- boete”<br />

75


10-11-1943<br />

Economische rechter<br />

“(…) In <strong>de</strong> volkstuintjes in dit arrondissement is van <strong>de</strong> tabaksoogst niets terecht gekomen<br />

wegens <strong>de</strong> diefstallen (…)”<br />

2-12-1943<br />

Zwolle<br />

“Poging tot moord op Joodsche vrouw”<br />

(Door 2 mannen werd een poging tot moord gedaan op on<strong>de</strong>rgedoken Joodse vrouw. De<br />

vrouw herstel<strong>de</strong> en getuig<strong>de</strong>. Eis 2 ½ jaar)<br />

8-12-1943<br />

Economische rechter<br />

“Een eldorado voor lekkerbekken te Ol<strong>de</strong>markt<br />

Het café Veensma te Ol<strong>de</strong>markt was tot voor kort een waar eldorado. Cognac, whisky, eieren,<br />

boter, thee, dat alles was er ongelimiteerd te krijgen, mits…. men in staat en genegen was<br />

gepeper<strong>de</strong> prijzen te betalen (…)”<br />

31-12-1943<br />

“Voor het hekje<br />

(…) Als men voor eenige jaren iemand toevoeg<strong>de</strong> “Je riekt naar jenever”, dan nam <strong>de</strong><br />

betrokkene U dit vaak zeer kwalijk. Tegenwoordig zijn er menschen die trots glimlachen bij<br />

een <strong>de</strong>rgelijke opmerking en verftrouwelijk glimlachjes rond<strong>de</strong>elen (…)”<br />

1944<br />

20-1-1944<br />

Politierechter<br />

“J.E., huisvrouw van E. te Blokzijl maakte J. Rorije uit voor “vieze bril”. Boete f.10,-“<br />

29-2-1944<br />

Vre<strong>de</strong>rechter Zwolle<br />

(Mr. A. Wolthuis)<br />

Veroor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n o.a..<br />

-M.A. Willems uit Olst, had tegen iemand gezegd “jij hebt je in <strong>de</strong>n vorigen oorlog rijk<br />

gestolen”<br />

-Ma. Meyer had gezegd “landverraadster”<br />

-B. Gallmann had gezegd “Als <strong>de</strong> tijd omdraait zijn jullie <strong>de</strong> eersten die ik <strong>de</strong> nek omdraai”<br />

2-3-1944<br />

Politierechter<br />

“(…) K. verklaar<strong>de</strong> dat hij <strong>de</strong>kking had gezocht voor een luchtgevecht. Politierechter:<br />

“Merkwaardig dat het kippenhok open gevon<strong>de</strong>n is”<br />

8-3-1944<br />

Economische rechter<br />

(Mr. v. Heyst)<br />

76


22-3-1944<br />

“Voor het hekje”<br />

(licht ironisch verslag van overtredingen van Urkers met palingvangsten)<br />

(in zelf<strong>de</strong> krant: Urkers voor <strong>de</strong>n economischen rechter”)<br />

21-4-1944<br />

“Het Economische Hof te Zwolle”<br />

(presi<strong>de</strong>nt Mr. Sluyterman, procureur-generaal Mr.dr. Maris)<br />

25-8-1944<br />

“Kort geding Geref. Kerk van Kampen contra geschorste predikant en ou<strong>de</strong>rlingen””<br />

(ds. Lin<strong>de</strong>boom en 28 ou<strong>de</strong>rlingen geschorst wegens <strong>de</strong> “zon<strong>de</strong> <strong>de</strong>r scheurmaking”. Ook in<br />

volgen<strong>de</strong> kranten werd <strong>de</strong> scheuring over heel Ne<strong>de</strong>rland beschreven)<br />

31-8-1944<br />

“Gen. Syno<strong>de</strong> in het gelijk gesteld”<br />

(uitspraak arrondissementsrechtbank over kerkscheuringsconflikt te Kampen)<br />

16-12-1944<br />

“Met in gang van Woensdag 13 December 1944 zijn <strong>de</strong> diensten, thans gevestigd in het<br />

Gerechtsgebouw te Zwolle, verplaatst van Blijmarkt 20 naar <strong>de</strong> Ossenmarkt (ingang<br />

Textielhan<strong>de</strong>l Fa. Brand & Co)<br />

1945<br />

16-2-1945<br />

“Prijsbeheersching grijpt in”<br />

(naast het instituut van <strong>de</strong> Economische rechter was er <strong>de</strong> Inspecteur op <strong>de</strong> Prijsbeheersching,<br />

Mr. van Kempen. Deze leg<strong>de</strong> zeer zware straff<strong>de</strong>n op. Bijv. een boer uit Staphorst die 1 ons<br />

vet en 2 ons boter had verkocht voor f.35,- kreeg een boete van f.1000,- en inbeslagname van<br />

7 koeien, 2 pinken en een geslacht varken)<br />

22-2-1945<br />

“Rechtbank”<br />

(ook <strong>de</strong> straffen wor<strong>de</strong>n forser: geëist 6 mnd gevangenis voor heling van een paar fietsban<strong>de</strong>n,<br />

heling van sigaren 3 mnd, diefstal van een fiets 1 jaar<br />

(10-4-1945 nog rechtbankzitting echtscheidingszaak)<br />

(29-3-1945 nog zitting kantongerecht)<br />

77

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!