Bedienings- handleiding1.1 MB - Viessmann

Bedieningshandleiding
voor de gebruiker van de installatie
Houtvergassingsketel
voor kloofhout tot 50 cm of tot 100 cm lengte
PYROMAT ECO
5618 797 NL Bewaren a.u.b.!

Veiligheidsvoorschriften
2
Voor uw veiligheid
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk
letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschriften
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor persoonlijk
letsel.
! Opgelet
Dit teken waarschuwt voor materiële
schade en schade aan het
milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking"
bevatten aanvullende informatie.
Doelgroep
Deze bedieningshandleiding is bedoeld
voor de eigenaar van de verwarmingsinstallatie.
Dit toestel is niet bestemd voor gebruik
door personen (inclusief kinderen) met
beperkte lichamelijke, sensorische of
geestelijke mogelijkheden of met een
gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij
ze onder toezicht staan van een persoon
die voor hun veiligheid verantwoordelijk
is en instructies hebben gekregen over
het gebruik van het toestel.
Opgelet ! Kinderen moeten onder toezicht
staan.
Garanderen dat kinderen niet
met het toestel spelen.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden
aan de verwarmingsinstallatie
kunnen leiden tot
levensgevaarlijke ongevallen.
■ Werkzaamheden aan gasinstallaties
mogen alleen door
installateurs worden uitgevoerd.
■ Elektrische werkzaamheden
mogen alleen door elektromonteurs
worden uitgevoerd.
Wat te doen bij een gasgeur
Gevaar
Ontsnappend gas kan explosies
veroorzaken met zeer ernstige
verwondingen als gevolg.
■ Niet roken! Vermijd open vuur
en vonkvorming. Nooit schakelaars
van verlichting en elektrische
toestellen bedienen.
■ Gasafsluitkraan sluiten.
■ Ramen en deuren open zetten.
■ Personen verwijderen uit de
gevarenzone.
■ Energiebedrijf en/of installateur
waarschuwen
■ Stroom naar het gebouw vanaf
een veilige plaats (buiten het
gebouw) laten onderbreken.
5618 797 NL

5618 797 NL
Voor uw veiligheid (vervolg)
Wat te doen bij een rookgasgeur
Gevaar
Rookgassen kunnen levensbedreigende
vergiftiging veroorzaken.
■ Verwarmingsinstallatie uitschakelen.
■ Plaats van installatie ventileren.
■ Deuren van woonverblijven
sluiten.
Wat te doen bij brand
Gevaar
Bij brand bestaat gevaar voor
verbranding en explosie.
■ Verwarmingsinstallatie uitschakelen.
■ Afsluitkleppen in de brandstofleidingen
sluiten.
■ Gebruik een gekeurde brandblusser
(brandklasse ABC).
Veiligheidsvoorschriften
Eisen aan de verwarmingsruimte
Opgelet ! Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden
kunnen schade aan de
verwarmingsinstallatie veroorzaken
en een veilige werking
belemmeren.
■ Zorg voor een omgevingstemperatuur
tussen 0 ºC en 35 ºC.
■ Luchtverontreiniging door
halogeen-koolwaterstoffen
(bijv. uit verf, oplos- en schoonmaakmiddelen)
en overdreven
stofvorming (bijv. door slijpwerkzaamheden)
dient te worden
voorkomen.
■ Permanent hoge luchtvochtigheid
(bijv. door het permanent
laten drogen van de was) voorkomen.
■ Aanwezige luchttoevoeropeningen
niet afsluiten.
Bijkomende componenten, reserveonderdelen
en slijtende onderdelen
Opgelet ! Componenten die niet met de
verwarmingsinstallatie zijn
gekeurd, kunnen leiden tot
schade aan de verwarmingsinstallatie
of de goede werking
belemmeren.
Montage resp. vervanging uitsluitend
door het installatiebedrijf
laten uitvoeren.
3

Inhoudsopgave
Eerst informeren
Eerste inbedrijfstelling.......................................................................................... 7
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld...................................................... 7
Vaktermen............................................................................................................ 8
Brandstof.............................................................................................................. 8
Tips om energie te sparen.................................................................................... 12
Bediening
Bedieningselementen en onderdelen van de ketel.............................................. 14
Bedieningselementen en indicaties van de regeling............................................ 15
De ketel bedienen
Voorbereidingen voor het opstoken..................................................................... 16
Opstoken.............................................................................................................. 17
Brandstof bijvullen................................................................................................ 21
Maatregelen bij keteloververhitting....................................................................... 23
Bediening van de regeling
Navigatie in het menu van de regeling................................................................. 26
Menustructuur van de regeling............................................................................. 28
Ruimteverwarming
Vereiste instellingen............................................................................................. 31
CV-circuit kiezen.................................................................................................. 31
ruimtetemperatuur instellen.................................................................................. 32
Werkingsprogramma instellen.............................................................................. 33
Tijdprogramma instellen....................................................................................... 34
Stooklijnen wijzigen.............................................................................................. 37
Ruimteverwarming uitschakelen.......................................................................... 40
Comfort- en energiespaarfuncties
Partymodus kiezen............................................................................................... 41
Spaarwerking kiezen............................................................................................ 42
Vakantieprogramma kiezen.................................................................................. 43
Warmwaterbereiding
Benodigde instellingen......................................................................................... 46
Warmwatertemperatuur instellen......................................................................... 46
Werkingsprogramma instellen.............................................................................. 46
Tijdprogramma instellen....................................................................................... 47
Warmwaterbereiding uitschakelen....................................................................... 49
4
Inhoudsopgave
5618 797 NL

5618 797 NL
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Overige instellingen
Contrast in het display instellen............................................................................ 50
Helderheid van de displayverlichting instellen...................................................... 50
Naam voor de CV-circuits invoeren...................................................................... 50
Tijd en datum instellen......................................................................................... 51
Taal instellen........................................................................................................ 52
Temperatuureenheid (°C/°F) instellen.................................................................. 52
Ketelwatertemperatuur wijzigen........................................................................... 52
Gewenste waarde restzuurstof wijzigen............................................................... 53
Instelling van de fabriek weer herstellen.............................................................. 53
Opvragen
Meldingen opvragen............................................................................................. 55
Informatie opvragen............................................................................................. 56
■ Temperaturen opvragen................................................................................... 57
Buitenbedrijfstelling voor een langere stookpauze
Buitenbedrijfstelling.............................................................................................. 59
Werking met olie-/gasbrander (indien aanwezig)
Olie-/gasbrander in-/uitschuiven........................................................................... 60
Olie-/gasbrander-bedrijf........................................................................................ 61
Wat doen?
Ruimten te koud................................................................................................... 62
Ruimten te warm.................................................................................................. 63
Geen warm water................................................................................................. 64
Warm water te heet.............................................................................................. 64
”Storing” verschijnt in het display......................................................................... 64
Onderhoud en reiniging
Reiniging, inspectie en onderhoud....................................................................... 65
Aanwijzingen voor de reiniging............................................................................. 66
Onderhoudsoverzicht........................................................................................... 67
Onderhoudsinterval.............................................................................................. 68
Asruimte, vuurhaard onder reinigen..................................................................... 69
Asruimte onder reinigen....................................................................................... 70
Buizenwarmtewisselaar reinigen.......................................................................... 72
Kijkglas reinigen................................................................................................... 73
Rookgasventilator reinigen................................................................................... 74
Aslade buizenwarmtewisselaar leegmaken......................................................... 75
Vuurhaard boven reinigen.................................................................................... 77
5

Inhoudsopgave
Appendix
Begripsverklaringen.............................................................................................. 78
Index.................................................................................................................... 80
6
Inhoudsopgave (vervolg)
5618 797 NL

5618 797 NL
Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling en aanpassing
van de regeling aan de plaatselijke en
bouwkundige situatie moeten worden
uitgevoerd door uw CV-installateur.
Servicehandleiding
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld
De regeling van uw houtgestookte CVketel
is ingesteld in de fabriek.
■ De CV-circuits zijn ingesteld op het
werkingsprogramma ”Stoken”.
■ De tapwaterbereiding is ingesteld op
het werkingsprogramma ”Warm
water”.
Uw CV-installatie is daarmee klaar voor
gebruik:
Ruimteverwarming
■ Uw ruimtes worden van 06:00 tot
22:00 uur met 22 °C ”ruimtetemp.
gew.” verwarmd (normale stookwerking).
■ Uw CV-installateur kan bij de eerste
inbedrijfstelling meer instellingen voor
u invoeren.
U kunt alle instellingen steeds individueel
volgens uw wensen wijzigen (zie
pagina 31).
Eerst informeren
Als gebruiker van een nieuwe stookinstallatie
bent u verplicht dit direct bij de
Stichting Certificering Onderhoud en
Inspectie van Stookinstallaties (SCIOS)
aan te melden. De erkende installateur
geeft informatie over werkzaamheden
aan uw stookinstallatie (bijvoorbeeld
regelmatige metingen, reiniging).
Warmwaterbereiding
■ Het warm water wordt alle dagen van
00:00 tot 24:00 uur op
50 °C ”gewenste warmwatertemperatuur”
verwarmd.
■ Uw CV-installateur kan bij de eerste
inbedrijfstelling meer instellingen voor
u invoeren.
U kunt alle instellingen steeds individueel
volgens uw wensen wijzigen (zie
vanaf pagina 46).
Vorstbescherming
■ De vorstbescherming van uw houtgestookte
CV-ketel, warmwaterboiler en
CV-waterbuffer is gegarandeerd.
Winter-/zomertijdomschakeling
■ Deze omschakeling gebeurt automatisch.
Tijd en datum
■ Weekdag en tijd werden door uw CVinstallateur
bij de eerste inbedrijfstelling
ingesteld.
7

Eerst informeren
Stroomuitval
■ Bij stroomuitval blijven alle gegevens
behouden.
8
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld (vervolg)
Vaktermen
Om de functies van uw houtgestookte
CV-ketel beter te begrijpen, vindt u in de
appendix het hoofdstuk ”Begripsverklaringen”.
Brandstof
Brandstof
De CV-ketel is geschikt voor de verbranding
van kloofhout met een vochtigheid
van 15 tot 25%, blokvormig resthout,
houtbriketten en resthout met spanen.
Maximale houtlengte
Bij een watergehalte van meer dan 25%
kunnen energieverliezen en verontreiniging
van de CV-ketel en aan de rookgasinstallatie
optreden.
Optioneel op de stookwerking kan de
CV-ketel worden uitgerust met een olieof
gasbrander.
Model Maximale houtlengte
Pyromat ECO 35, 45, 55, 65 0,5 m
Pyromat ECO 61, 81, 101, 151 1 m
! Opgelet
Geen andere dan de in deze
bedieningshandleiding opgesomde
brandstoftypes gebruiken.
Bij gebruik van andere brandstoffen
wordt geen garantie voor de
veiligheid, werking en levensduur
van de ketel aanvaard.
! Opgelet
Verkeerd inbrengen van blokvormig
resthout, houtbriketten en
resthout met spanen kan tot
schade aan de ketel leiden!
5618 797 NL

5618 797 NL
Brandstof (vervolg)
Bij gebruik van blokvormig resthout,
houtbriketten en resthout
met spanen moet u er bij het
inbrengen van deze brandstoffen
op letten dat de vulruimte voor
een derde is gevuld met stukhout.
Dit is bereikt zodra de vuurvaste
bekleding van de vuurhaard
niet meer zichtbaar is en
het rooster volledig is bedekt met
stukhout.
Opmerking
Bij het inbrengen van blokvormig resthout,
houtbriketten en resthout met spanen
moet u regelmatig stukhout toevoegen.
Dit garandeert dat de brandstof
beter opbrandt.
Toelaatbare houtsoorten
■ Luchtdroog, natuurlijk stukhout zoals
kloof-, knuppel- respectievelijk rondhout
hard hout: maximaal 7 15 cm
zacht hout: maximaal 7 12 cm
■ Natuurlijke, kleinere houtformaten in
de vorm van grove houtsnippers met
een maximaal watergehalte van 25%.
Inclusief schors met een kantlengte
groter dan 5 cm.
Opmerking
Grove houtsnippers met een kantlengte
> 5 cm. Dat komt overeen met
de gebruikelijke handelsnormering >
G50.
■ Briketten uit spanen (productie zonder
bindmiddel). De diameter moet > 4 cm
zijn.
■ Afval van timmerfabrieken in de vorm
van verlijmd hout en houtresten. Er
mogen op of in het hout geen houtconserveringsmiddelen
aanwezig zijn.
De kantlengte moet > 5 cm zijn.
Inhoudstoffen
Eerst informeren
Bij het selecteren van hout voor verbranding
in een Pyromat Eco moet u erop
letten dat geen vreemde materialen aanwezig
zijn (bijvoorbeeld stenen, metalen
delen, metselresten, kunststoffen enzovoort).
Deze veranderen de samenstelling
van de brandstof en daarmee de
belangrijke parameters van het verbrandingsproces.
Bepaalde waarden mogen niet onder of
boven volgende grenswaarden (per kg
droge brandstof) van de niet brandbare
inhoudstoffen liggen (as bij analysetemperatuur
van 815 °C):
Grenswaarde Vergelijking natuurlijk
boshout
Chloor Cl mg/kg maximaal 300 10
Zwavel S mg/kg maximaal 1000 120
9

Eerst informeren
Brandstof (vervolg)
Grenswaarde Vergelijking natuurlijk
boshout
Som Cl, S mg/kg maximaal 1000 130
Asgehalte totaal g/kg maximaal 15,0 5,0
Alkalioxide in de as (K2O en
Na2O) g/kg maximaal 1,0 0,35
SB sinterbegin van de as °C minstens 1000 circa 1200
Een gevolg van de overschrijding van
bovenstaande grenswaarden is een verkorte
levenstijd van de vuurhaard en de
houtgestookte CV-ketel. In verband
daarmee is er meer onderhoud nodig en
worden de onderhoudsintervallen korter.
Het aandeel aan stofvormige en fijnkorrelige
materialen moet eveneens worden
geminimaliseerd (conform
ÖNORM M 7133).
Watergehalte
Het nominaal vermogen van de CV-ketel
wordt alleen met luchtdroog hout met
een watergehalte van 15 tot 25% bereikt
(stookwaarde > 4 kWh/kg).
Een hoger watergehalte verlaagt de
stookwaarde en dus de stookcapaciteit
van uw ketel.
Opslag en droging van hout
Een natuurlijke droging tot een watergehalte
van 20-25% vraagt circa 1 tot 2,5
jaar.
10
Richtwaarden voor de opslag:
■ hard hout: 2 tot 2,5 jaar
■ zacht hout: 1 tot 1,5 jaar
De opslag van hout
■ Rondhout vanaf 10 cm doormeter klieven.
■ Kloofhout op een geventileerde, zo
zonnig mogelijke plaats tegen regen
beschermd opstapelen.
■ Kloofhout met voldoende tussenruimte
stapelen, opdat doorstromende
lucht de ontsnappende vochtigheid
kan opnemen.
■ Onder de houtstapel moet een holle
ruimte, bijvoorbeeld in de vorm van
balken, zijn, zodat vochtige lucht kan
wegstromen.
■ Vers hout niet in de kelder opslaan,
omdat voor het drogen lucht en zon
nodig zijn. Droog hout daarentegen
kan in een geventileerde kelder worden
bewaard.
Opslagtijd Watergehalte van de brandstof
over een zomer circa 30% watergehalte
over meerdere jaren circa 15% watergehalte
5618 797 NL

5618 797 NL
Brandstof (vervolg)
Toegelaten brandstof bij bedrijf van de oliebrander
Toegelaten brandstof: stookolie extra licht
Niet-toegelaten brandstoffen
Gevaar
Vergiftigingsgevaar door ongeschikte
brandstoffen! Het verbranden
van afval of van hout,
dat met houtconserveringsmiddelen
is behandeld of dat een
beschermlaag van halogeenorganische
verbindingen heeft,
leidt tot het ontstaan van hooggiftige
rookgassen.
Uitsluitend toegelaten brandstof
gebruiken.
Eerst informeren
! Opgelet
Beschadiginggevaar van de
stookinstallatie door ongeschikte
brandstoffen! Het verbranden
van afval of van hout, dat met
houtconserveringsmiddelen is
behandeld of dat een beschermlaag
van halogeenorganische
verbindingen heeft, kan leiden tot
zware corrosieschade aan de
ketel.
Uitsluitend toegelaten brandstof
gebruiken.
In geen geval mag worden verbrand:
■ Steenkolen en cokes
■ Houtafval met beschermlagen uit
halogeenorganische verbindingen
(PVC).
■ Houtpellets
11

Eerst informeren
Tips om energie te sparen
Maak gebruik van de instelmogelijkheden
van de regeling van uw houtgestookte
CV-ketel:
■ Kies voor de ruimteverwarming het
modusprogramma dat aan uw actuele
eisen voldoet:
– Voor korte afwezigheden (enkele
uren, bijvoorbeeld boodschappen)
kiest u ”Spaarwerking” (zie
pagina 42).
Zolang de spaarwerking is ingeschakeld,
wordt de ruimtetemperatuur
verlaagd.
– Als u op reis gaat, stelt u
het ”Vakantieprogramma” in (zie
pagina 43).
Zolang het vakantieprogramma is
ingeschakeld, wordt het werkingsprogramma
van de kamerverwarming
automatisch ingesteld op
de ”Uitschakelwerking”.
– Als u gedurende een langere periode
noch ruimtes wilt verwarmen
noch warm water nodig heeft, stelt u
voor de desbetreffende CV-circuits
en warm water het werkingsprogramma
”Uitschakelwerking” in.
– zie pagina 40 voor de desbetreffende
CV-circuits
– zie pagina 49 voor de warmwaterbereiding
■ Stel de temperatuur in de warmwaterboiler
niet te hoog in (zie pagina
46).
12
Voor meer energiespaarfuncties van de
regeling van uw houtgestookte CV-ketel
wendt u zich tot de CV-installateur.
5618 797 NL

5618 797 NL
Tips om energie te sparen (vervolg)
Meer algemeen advies om energie te besparen:
A
B
E
D
C
Eerst informeren
■ Correct ventileren.
Ramen A kortstondig helemaal open
zetten en daarbij de thermostaatkranen
B sluiten.
■ Niet te warm stoken, streef naar een
kamertemperatuur van 20 °C, elke
graad kamertemperatuur minder betekent
een besparing van maximaal 6%
op de stookkosten.
■ Rolluiken (indien aanwezig) van de
ramen neerlaten zodra het donker
wordt.
■ Thermostaatkranen B correct instellen.
■ Radiatoren C en thermostaatkranen
B niet afdekken.
■ Benut de instelmogelijkheden van de
regeling D, bijvoorbeeld ”normale
ruimtetemperatuur” afwisselen
met ”verlaagde ruimtetemperatuur”.
■ Warmwatertemperatuur van de warmwaterboiler
E op de regeling D
instellen.
■ Gecontroleerd verbruik van warm
water: een douche vereist doorgaans
minder energie dan een vol bad.
13

Bediening
Bedieningselementen en onderdelen van de ketel
14
G
A B
A Reinigingsdeksel warmtewisselaar
B Kijkglas
C Deksel vulruimte
D Vulruimte
E Betimmering oliebranderflens
F Reinigingsdeur onder
G Deksel asruimte
C
D
E
F
5618 797 NL

5618 797 NL
Bedieningselementen en indicaties van de regeling
De bedieningseenheid
Alle instellingen aan uw regeling kunt u
centraal aan de bedieningseenheid uitvoeren.
Afname buffer
Ketel
CV
Warm water
Toel.ketel
Kiezen met (
U gaat een stap in het menu terug
of breekt de begonnen instelling af.
Cursor-toetsen
U bladert in het menu of stelt waarden
in.
Bediening
d U bevestigt uw keuze of bewaart de
ingevoerde instelling.
U roept de helptekst bij het gekozen
menupunt op.
U roept het uitgebreide menu op.
15

De ketel bedienen
Voorbereidingen voor het opstoken
16
1. Controleer de druk van de CV-installatie
op de manometer A:
Als de wijzer onder de rode markering
staat, is de druk van de installatie
te laag (minimum installatiedruk 1,0
bar). Vul dan water bij of informeer uw
CV-installateur.
2. Controleer of de be- en ontluchtingsopeningen
van de installatieruimte
niet zijn geblokkeerd.
Opmerking
De verbrandingslucht wordt bij open
werking uit de installatieruimte
gehaald.
3. Controleer of de warmteopname
door de CV-installatie of de CVwaterbuffer
is gegarandeerd, eventueel
de radiatorkranen openen.
4. Controleer of de CV-installatie is ontlucht.
5. Garandeer dat alle afsluitschuiven
voor CV-aanvoer en -retour zijn
geopend.
6. Controleer of alle deuren en deksels
aan ketels zijn gesloten.
7. Garandeer dat alle kogelkranen van
de retourtemperatuurverhoging zijn
geopend.
5618 797 NL

5618 797 NL
Voorbereidingen voor het opstoken (vervolg)
Opstoken
Voordat u de ketel opstookt: Controleer
of de voorwaarden zijn vervuld. (zie het
hoofdstuk ”Voorbereidingen voor het
opstoken” vanaf pagina 16
8. Garandeer dat de stroomtoevoer van
de ketel is gegarandeerd.
Opgelet ! Beschadiginggevaar van de
olie-/gasbrander (indien aanwezig)
tijdens de werking met
stukhout.
Garandeer dat de olie-/gasbrander
stroomtoevoer van
de ketel is uitgevaren. Anders
kunnen er storingen en
beschadigingen van de brander
optreden.
Vuldeur openen
De ketel bedienen
Gevaar
Explosies en andere giftige rookgassen
leiden tot verwondingen
en schaden de gezondheid.
Open bij geen enkele van de volgende
bedrijfstoestanden de vuldeur
alvorens de rookgastemperatuur
onder 120° C is gedaald.
17

De ketel bedienen
Opstoken (vervolg)
18
A
Brandstof bijvullen en ontsteken
B
1. Open de vuldeur eerst tot aan de vergrendeling
A.
2. Ontgrendel de vuldeur door de paddenstoelhendel
te verdraaien B en
open de vuldeur volledig.
Opmerking
Brandstof volgens de warmtebehoefte bijvullen.
Bij lage buitentemperaturen en een koude CV-waterbuffer de vulruimte volledig bijvullen.
Tijdens de overgangsperiode alleen brandstof bijvullen volgens de werkelijke
warmtebehoefte en het buffervolume.
Garandeer voorafgaand aan de werking dat het stooksysteem de geproduceerde
warmtehoeveelheid kan opnemen en opslaan. Wanneer de warmtehoeveelheid niet
kan worden opgenomen, treedt een oververhitting van de ketel op en wordt de veiligheidsthermostaat
(STB) geactiveerd. De ketel wordt via veiligheidswarmtewisselaars
gekoeld met koud leidingwater en stookenergie gaat verloren.
5618 797 NL

5618 797 NL
Opstoken (vervolg)
Gevaar
Broeigasvorming door blokvormig
resthout, houtbriketten, resthout
met spanen of pellets tijdens
het opstookproces.
Vul nooit blokvormig resthout,
spanen, zaagsel, hakresten,
houtbriketten, resthout met spanen
direct op het rooster.
01. Verwijder de fijne as uit de vulruimte.
Schuif de fijne as met een
schraper in de aslade.
02. ! Opgelet
Te grote houtblokken hebben
een nadelige invloed op
het werken van de CV-ketel
en kunnen leiden tot
schade.
Houd bij het kiezen van het
kloofhout rekening met de
diepte vulruimte en de
grootte van de deuropening.
De maximale lengte van de
kloofhout niet overschrijden
(zie pagina 8.
Leg op de houtskoolresten A,
papier, kartonB en goed brandbare
houtstukken C.
Opmerking
De laag mag niet hoger zijn dan
circa 25 cm en moet het gehele
rooster bedekken.
De ketel bedienen
03. Leg het kloofhout en de houtstukken
D horizontaal en compact over de
gehele ketelbreedte in de vulruimte.
Opmerking
Wanneer de vuurhaard voor een
derde is gevuld met stukhout, is het
mogelijk blokvormig resthout, houtbriketten
en resthout met spanen bij
te vullen. Dit is bereikt zodra het
rooster volledig is bedekt met stukhout
en de vuurvaste bekleding van
de vuurhaard niet meer zichtbaar
is.
Om een betere verbranding te krijgen,
moet u bij het bijvullen van
blokvormig resthout, houtbriketten
en resthout met spanen regelmatig
stukhout toevoegen.
04. Verwijder van de draagvlakken van
de vulruimdeuren F eventueel
aanwezige verontreinigingen.
F
E
D
C
B
A
19

De ketel bedienen
Opstoken (vervolg)
05. Sluit de vuldeur F. Opmerking
Garandeer dat de veiligheidsvergrendeling
is vastgeklikt en de vuldeur
veilig is gesloten.
06. Open de asdeur.
07. Gevaar
Zwaar letsel door makkelijk
brandbare materialen bij het
aansteken van de brandstof.
Steek de brandstof nooit aan
met makkelijk brandbare
stoffen als benzine, olie,
alcohol of oplosmiddelen.
20
Steek het papier over de gehele vulruimte
aan.
Opmerking
Op deze manier kan het vuur zich
over het gehele roosteroppervlak
uitbreiden. Een snel opwarmen van
de vuurhaard zorgt snel voor een
perfecte verbranding.
08. Schakel de ketel aan de regeling uit.
Druk op ”Start”.
09. Klap nu de asdeur naar onderen en
laat hem circa 10 cm wijd open.
10. Houd de CV-installatie tijdens de
opwarmprocedure, tot een rookgastemperatuur
van 110 °C wordt weergegeven.
Voor het weergeven van de rookgastemperatuur
selecteert u het
menuonderdeel ”Ketel” in het
basismenu.
5618 797 NL

5618 797 NL
Opstoken (vervolg)
11. Sluit de asdeur zodra de rookgastemperatuur
110 °C heeft bereikt.
Brandstof bijvullen
Een volledig gevulde vulruimte leidt
afhankelijk van de warmteopname en de
brandstofkwaliteit tot een brandduur van
3-4 uur.
Rookgastemperatuur > 120°C
(248° F)
Maatregelen Geen brandstof
bijvullen
Gevaar
Rookgas dat uit de vuldeur ontsnapt,
schaadt de gezondheid en
leidt tot milieuvervuiling.
Uitsluitend wanneer de rookgastemperatuur
onder 120° C is
gedaald, de vulruimtedeksel na
het bijvullen van brandstof kortstondig
openen.
De ketel bedienen
Opmerking
Garandeer dat alle deksels en deuren
tijdens het verbranden goed zijn
afgesloten, om een optimale verbranding
te garanderen.
< 120° C tot > 60° C < 60° C
Brandstof bijvullen CV-ketel opnieuwopstoken.
(zie pagina
18
21

De ketel bedienen
Brandstof bijvullen (vervolg)
22
A
1. Druk op de toets ”START”. De rookgasventilator
start.
2. Open de vuldeur eerst tot aan de vergrendeling
A.
3. Even wachten a.u.b... Gedurende
deze tijd wordt het broeigas uit de
vulruimte weggezogen.
4. Ontgrendel de vuldeur door de paddenstoelhendel
naar rechts te verdraaien
B en open de deksel van de
vulruimte volledig.
5. Controleer het brandstofniveau respectievelijk
de gloedhoogte.
Wanneer uitsluitend nog gloed aanwezig
is, gaat u verder.
B
6. Vul brandstof bij naargelang uw
warmtebehoefte.
Opgelet ! Te grote houtblokken hebben
een nadelige invloed op het
werken van de CV-ketel en
kunnen leiden tot schade.
Houd bij het kiezen van het
kloofhout rekening met de
diepte vulruimte en de grootte
van de deuropening. De maximale
lengte van de kloofhout
niet overschrijden (zie pagina
8.
5618 797 NL

5618 797 NL
Brandstof bijvullen (vervolg)
Gevaar
Langzaam bijvullen. Het bijvullen
van grote hoeveelheden
kloofhout en het bijvullen
van blokvormig brandhout
begunstigt het vrijkomen van
broeigassen in de vulruimte
en kan leiden tot explosies.
■ Vul snel hout bij.
■ leg nooit houtstukken
(hakresten, spanen, zaagsel
enzovoort) direct op de
gloed.
Maatregelen bij keteloververhitting
7. Open de asruimtedeksel wanneer
dat nodig is. Dit ondersteunt het verbrandingsproces
en wordt aanbevolen
bij een rookgastemperatuur
onder 120 °C na het bijvullen.
8. Sluit de vulruimtedeksel.
Uw ketel is door een veiligheidsconcept bij oververhitting van de ketel beveiligd.
Componenten van het veiligheidsconcept:
■ Veiligheidsthermostaat
■ Thermische afvoerbeveiliging
Opmerking
Informeer uw CV-installateur, als een
oververhitting van de ketel na korte tijd
opnieuw of regelmatig voorkomt.
Ketelwatertemperatuur bereikt 95 °C
Thermische afvoerbeveiliging
De ketel bedienen
Opmerking
De genoemde componenten maken
deel uit van het veiligheidsconcept.
Modificaties, respectievelijk wijzigingen
aan deze componenten zijn zonder uitzondering
verboden, op straffe van verlies
van iedere garantie of waarborg.
Defecte componenten mogen uitsluitend
door originele vervangingsonderdelen
van identieke constructie worden vervangen.
De thermische afvoerbeveiliging wordt door uw CV-installateur geleverd en gemonteerd.
De afvoerbeveiliging is op de in de ketel geïntegreerde veiligheidswarmtewisselaar
aangesloten. Deze bevindt zich op de ketel aan de achterzijde.
23

De ketel bedienen
Maatregelen bij keteloververhitting (vervolg)
Opmerking
Neem de instructies in de fabrikantdocumentatie van de thermische afvoerbeveiliging
in acht!
U bent verplicht de ketel uit te rusten met een thermische afvoerbeveiliging!
24
Fabrikantdocumentatie van de thermische afvoerbeveiliging
Opmerking
Controleer de thermische afvoerbeveiliging regelmatig op lekken.
Inschakelen van de functie:
De thermische afvoerbeveiliging wordt
actief wanneer de ketelwatertemperatuur
hoger wordt dan circa 95 °C.
Er stroomt koud water door de veiligheidswarmtewisselaar.
De ketel wordt
afgekoeld en het verwarmde water in de
afvoer geleid.
Ketelwatertemperatuur bereikt 100 °C
Veiligheidsthermostaat (STB)
De functie opheffen:
Opmerking
Het terugstellen vindt naargelang de
gemonteerde thermische afvoerbeveiliging
automatisch plaats, wanneer de
ketelwatertemperatuur is gedaald.
De veiligheidsthermostaat is onderdeel van de ketel en bevindt zich in de frontplaat
onder de vulruimtedeur.
Opmerking
Wanneer de veiligheidsthermostaat (STB) actief is geworden, moet u deze handmatig
ontgrendelen.
Inschakelen van de functie:
De STB wordt actief wanneer de ketelwatertemperatuur
hoger wordt dan
100 °C.
De functie opheffen:
Opmerking
het terugstellen is pas mogelijk bij een
ketelwatertemperatuur van circa 70 °C.
! Opgelet
Wanneer het terugstellen niet
plaatsvindt, wordt de werking van
het veiligheidssysteem gehinderd
en kan er schade aan de
installatie optreden.
Controleer na een geactiveerde
terugstelling altijd de thermische
afvoerbeveiliging!
5618 797 NL

5618 797 NL
Maatregelen bij keteloververhitting (vervolg)
1. Schroef de afsluiting aan de STB eraf
en druk op de knop. U hoort een
zacht ”klakken”. De STB is teruggesteld.
2. Schroef de sluiting er weer op.
De ketel bedienen
25

Bediening van de regeling
Navigatie in het menu van de regeling
A
26
Afname buffer
Ketel
CV
Warm water
Toel.ketel
Kiezen met (
Het gekozen menupunt heeft een witte
achtergrond.
In het volgende voorbeeld wordt de
werkwijze van de instellingen met verschillende
dialoogregels weergegeven.
In de dialoogregel A staan de nodige
handelingsinstructies.
5618 797 NL

5618 797 NL
Navigatie in het menu van de regeling (vervolg)
Verwarmingscircuit 1
Keteltemperatuur
Verwarming
Warm water
Zonne-energie
Informatie
Kiezen met (
OK
Gewenste ruimtetemperatuur
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
Kiezen met (
ÙÙ VC1 Ú
ß 20°C
48°C
Ú
OK OK
Verwarmingscircuit 1
V v
of
OK
OK
Gewenste ruimtetemperatuur
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
Kiezen met (
Verwarmingscircuit 2
Gewenste ruimtetemperatuur VC1
20°C
Wijzigen met (
Gewenste ruimtetemperatuur VC1
22°C
Overnemen met OK
Gewenste ruimtetemperatuur VC1
22°C
Overgenomen
Keuze verwarmingscircuit Ù VC2Ú
Werd gekozen
Gewenste ruimtetemperatuur
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
Kiezen met (
ÙVC1Ú 22°C
ß 22°C
Verwarmingscircuit 2
OK
Ù VC2
Ú
ß 20°C
Bediening van de regeling
27

Bediening van de regeling
Menustructuur van de regeling
Er staan twee bedieningsniveaus ter
beschikking, het ”Basismenu” en
het ”Uitgebreide menu”.
Basismenu
28
Afname buffer
Ketel
CV
Warm water
Toel.ketel
Kiezen met (
In het basismenu kunt u de meest
gebruikte instellingen en opvragingen
realiseren:
■ Gewenste ruimtetemperatuur instellen
■ modusprogramma instellen
■ Comfortfunctie ”Partymodus” instellen
■ energiespaarfunctie ”Spaarmodus”
instellen
■ werkingsmodus opvragen
■ Temperaturen opvragen, bijvoorbeeld
buitentemperaturen
■ Informatie opvragen
■ Opmerkingen, waarschuwingen en
storingsmeldingen opvragen
Zo roept u het basismenu op:
■ screensaver is geactiveerd:
Druk op een willekeurige toets.
■ U bevindt zich ergens in het menu:
Druk op tot het basismenu verschijnt.
5618 797 NL

5618 797 NL
Menustructuur van de regeling (vervolg)
Uitgebreid menu
Menu
Ketel
CV
Warm water
Informatie
Kiezen met (
In het uitgebreid menu kunt u instellingen
uit de weinig gebruikte functieomvang
van de regeling invoeren en opvragen,
bijvoorbeeld vakantieprogramma en tijdprogramma's
instellen.
Screensaver
Zo roept u het uitgebreide menu op:
■ screensaver is geactiveerd:
Druk op een willekeurige toets en
aansluitend op .
■ U bevindt zich ergens in het menu:
Druk op .
Als u gedurende enkele minuten geen instellingen aan de bedieningseenheid heeft
ingevoerd, wordt de screen saver geactiveerd.
Druk op een willekeurige toets. U gaat
naar het basismenu (zie pagina 28).
Bediening van de regeling
29

Bediening van de regeling
Menustructuur van de regeling (vervolg)
Menu ”Help”
U krijgt in de vorm van een korte handleiding
verklaringen bij de bedieningselementen
en een aanwijzing voor de
keuze van het CV-circuit ().
Zo roept u de korte handleiding op:
■ U bevindt zich ergens in het menu:
Druk op tot het basismenu verschijnt
(zie pagina 28).
Roep het menupunt ”Help” op.
30
5618 797 NL

5618 797 NL
Vereiste instellingen
Als u ruimteverwarming wenst, controleer
dan de volgende punten:
■ Heeft u het CV-circuit gekozen?
Instellingen zie hoofdstuk ”CV-circuit
kiezen” op pagina 31.
■ Heeft u de gewenste ruimtetemperatuur
ingesteld?
Instelling zie pagina 32.
CV-circuit kiezen
De verwarming van alle ruimtes kan
eventueel over meerdere CV-circuits
worden verdeeld.
■ Bij CV-installaties met meerdere CVcircuits
kiest u voor alle instellingen
voor de ruimteverwarming eerst het
CV-circuit dat u wilt wijzigen.
■ Bij CV-installaties met slechts een CVcircuit
is die keuzemogelijkheid niet
aanwezig.
Verwarmingscircuit 1 Ù VC1
Ú
ruimtetemp. gew.
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
21°C
ß
Kiezen met (
De CV-circuits worden in de fabriek
gemarkeerd met ”CV-circuit 1” (HK1)
en ”CV-circuit 2” (HK2).
Ú
■ Heeft u het juiste werkingsprogramma
ingesteld?
Instelling zie pagina 33.
■ Heeft u het gewenste tijdprogramma
ingesteld?
Instelling zie pagina 34.
Voorbeeld:
■ ”CV-circuit 1” is het CV-circuit voor
de door u bewoonde ruimtes.
■ ”CV-circuit 2” is het CV-circuit voor
de ruimtes van een aanleunwoning.
Keuze verwarmingscircuitÙ VC2
Ú
Verwarmingscircuit 2
Werd gekozen
Ruimteverwarming
Als u of de CV-installateur de CV-circuits
heeft hernoemd (bijvoorbeeld bij ”een
aanleunwoning” en dergelijke), wordt in
plaats van ”CV-circuit 1” de naam
weergegeven (zie pagina 50).
31

Ruimteverwarming
ruimtetemperatuur instellen
Voor het overeenkomstige CV-circuit
kunt u de normale ruimtetemperatuur
(voor overdag) (zie pagina 32) en de
verlaagde ruimtetemperatuur (voor de
nacht) (zie pagina 32) instellen.
Ruimtetemperatuur voor normaal
stookbedrijf instellen
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de selectie van ”CV-circuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit 3”
(HK3).
4. |/~ voor ”Ruimtetemp. gew.”.
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor de gewenste temperatuur.
7. d ter bevestiging.
In de dialoogregel van het
display verschijnt kort ”Overgenomen”.
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
32
Ruimtetemperatuur voor gereduceerd
stoken instellen (nachttemperatuur)
CV-circuit 1
Ruimtetemp. gew.
Gew. verl. ruimtetemp.
Bedrijfsprogramma
Partywerking
Kiezen met
Druk op de volgende toetsen:
HK1
1. å voor het ”Uitgebreide menu” op.
2. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
3. d ter bevestiging.
4. Ù/Ú voor de keuze van ”CV-circuit 1”
(HK1) of ”CV-circuit 2” (HK2).
5. |/~ voor ”verl. Ruimtetemp. gew.”.
6. d ter bevestiging.
7. |/~ voor de gewenste temperatuur.
Gew. verl. ruimtetemp.
Wijzigen met
21 °C
5618 797 NL

5618 797 NL
ruimtetemperatuur instellen (vervolg)
8. d ter bevestiging.
9. g zo vaak tot het basisscherm ver-
In de dialoogregel van het display
verschijnt kort ”Overgenomen”.
schijnt.
Werkingsprogramma instellen
Controleer of voor het overeenkomstig CV-circuit ”Verwarmen” is ingesteld.
CV-circuit 1
Ruimtetemp. gew.
Bedrijfsprogramma
Partywerking
Spaarmodus
Kiezen met
HK1
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Verwarming”
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de keuze van ”CV-circuit
1” (HK1) of ”CV-circuit
2” (HK2).
4. |/~ voor ”Werkingsprogramma”;
het haakje moet
bij ”Verwarmen” staan.
Indien niet, ga dan als volgt te
werk:
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor ”Verwarmen”.
7. d ter bevestiging.
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Bedrijfsprogramma
Verwarmen
Uitschakelmodus
Kiezen met
Ruimteverwarming
■ De ruimtes van het gekozen CV-circuit
worden volgens de instellingen voor
de ruimtetemperatuur en het tijdprogramma
verwarmd.
33

Ruimteverwarming
Tijdprogramma instellen
Wanneer voor het CV-circuit ruimteverwarming met normale of verlaagde ruimtetemperatuur
plaatsvindt, hangt af van de instelling van de schakeltijden voor de
betreffende dag (vier mogelijke periodes, zie pagina).
■ Als er één of meerdere periodes zijn ingesteld, vindt tijdens deze tijd ruimteverwarming
tot normale ruimtetemperatuur plaats.
■ Als er geen periodes zijn ingesteld, vindt de gehele dag ruimteverwarming met
verlaagde ruimtetemperatuur plaats.
Druk op de volgende toetsen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
op.
2. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
3. d ter bevestiging.
4. Ù/Ú voor de selectie van ”CV-circuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit 3”
(HK3).
■ Bij de ruimteverwarming kan maximaal
viermaal per dag tussen normale
en verlaagde ruimtetemperatuur worden
gewisseld (vier periodes).
■ In de fabriek is voor alle weekdagen de
periode ! van 6.00 tot 22.00 uur
ingesteld; dat wil zeggen: in deze periode
worden uw ruimtes tot normale
ruimtetemperatuur verwarmd.
■ U kunt schakeltijden individueel
instellen voor de volgende dagen of
weekgedeeltes:
– Voor alle weekdagen gelijk: Maandag
tot zondag
– Voor afzonderlijke delen van de
week: maandag tot en met vrijdag
en zaterdag tot en met zondag
– Voor elke weekdag apart: maandag,
dinsdag, etc.
34
5. |/~ voor ”Tijdprogramma verwarming”.
6. d ter bevestiging.
7. |/~ voor de instelling van de
gewenste tijd. (zie volgende
paragrafen)
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Houd er bij het instellen van de schakeltijden
rekening mee dat uw CV-installatie
enige tijd nodig heeft om de vertrekken
tot de gewenste temperatuur te verwarmen.
■ Handelingen voor de instelling van de
schakeltijden, zie pagina 35.
■ Zie pagina 36 voor de handelingen
om een periode te wissen.
Opmerking
Tijdens de ingestelde schakeltijden
wordt het overeenkomstige CV-circuit op
de ingestelde normale kamertemperatuur
geregeld.
5618 797 NL

5618 797 NL
Tijdprogramma instellen (vervolg)
Schakeltijden instellen
Tijdprogramma verwarming
Maandag - Zondag
Maandag - Vrijdag
Zaterdag - Zondag
Maandag
Kiezen met
Druk op de volgende toetsen:
HK1
1. å voor het ”Uitgebreide
menu” op.
2. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
3. |/~ voor de keuze van ”CV-circuit
1” (HK1), of ”CV-circuit
2” (HK2).
4. d ter bevestiging.
5. |/~ voor ”Tijdprogramma verwarming”.
6. d ter bevestiging.
Opmerking
Als u de instellingen voor de
schakeltijden vroegtijdig wilt
afbreken, druk dan op de
toets g tot de basisindicatie
verschijnt (zie
pagina 28).
7. |/~ tot het gewenste weekgedeelte
of de gewenste weekdag
verschijnt.
8. d ter bevestiging.
9. |/~ voor de keuze van de periode.
De betreffende periode
wordt aangegeven door
middel van een getal
(!, ?, § of $).
10. d ter bevestiging.
11. |/~ voor het begintijdstip van de
tijdfase.
12. d ter bevestiging.
13. |/~ voor het einde van de tijdfase.
14. d ter bevestiging.
15. Voor de instelling van begin en einde
van andere periodes gaat u te werk
zoals in de stappen 9 tot 14 is
beschreven.
16. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
CV Ma - Zo HK1
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
! 06:00 - 22:00 u Normaal
? - -:- - - - -:- - u ---
Kiezen met
Ruimteverwarming
(
35

Ruimteverwarming
Tijdprogramma instellen (vervolg)
Periodes wissen
Als u een periode wilt wissen, drukt u op
de volgende knoppen:
1. Ga te werk zoals in de punten 1 tot 11
van het hoofdstuk ”Schakeltijden instellen”
is beschreven.
2. d tot het einde van de gekozen
periode verschijnt.
3. |/~ tot voor het eindtijdstip de indicatie
”- - : - -”verschijnt.
36
Opmerking
De indicator ”- - : - -” verschijnt,
wanneer start- en eindtijd gelijk
zijn.
Verwarming Ma - Vr
VC1
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
? - -:- - - - -:- - u Normaal
§ - -:- - - - -:- - u Normaal
Overnemen met OK
4. d ter bevestiging.
5. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Periodes naar de fabrieksmatige
basisinstelling brengen
Als u alle periodes naar de fabrieksmatige
basisinstelling wilt brengen, drukt u
op de volgende toetsen:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu” op.
2. |/~ voor de selectie van ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Basisinstelling”.
5. d ter bevestiging.
6. Ù/Ú voor de selectie van ”CVcircuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit
3” (HK3).
7. |/~ voor ”Verwarming”.
8. d ter bevestiging.
9. |/~ voor de selectie van ”Ja”.
10. d ter bevestiging.
11. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
5618 797 NL

5618 797 NL
Stooklijnen wijzigen
■ U kunt het stookgedrag wijzigen als de
ruimtetemperatuur gedurende een
langere periode niet aan uw wensen
voldoet.
■ U beïnvloedt het stookgedrag door de
steilheid en het niveau van de stooklijn
te wijzigen. Meer informatie over de
stooklijn staat op pagina 38.
■ Volg het gewijzigde stookgedrag
gedurende meerdere dagen (zo
mogelijk een grote weersverandering
afwachten), voordat u de instellingen
opnieuw wijzigt.
Steilheid en niveau wijzigen
Als instelhulp maakt u gebruik van de volgende tabel:
Stookgedrag Maatregel Voorbeeld
De woonruimte is in het
koude seizoen te koud
De woonruimte is in het
koude seizoen te warm
De woonruimte is in het
overgangsseizoen en in
het koude seizoen te
koud
De woonruimte is in het
overgangsseizoen en in
het koude seizoen te
warm
Stel de steilheid van de
stooklijn op de eerstvolgende
hogere waarde (bijvoorbeeld
1,5) in
Stel de steilheid van de
stooklijn op de eerstvolgende
lagere waarde (bijvoorbeeld
1,3) in
Stel het niveau van de stooklijn
op een hogere waarde
(bijvoorbeeld +3) in
Stel het niveau van de stooklijn
in op een lagere waarde
(bijvoorbeeld −3)
Ruimteverwarming
Steilheid 1,5
Niveau 0 K
Steilheid 1,3
Niveau 0 K
Steilheid 1,4
Niveau 3 K
Steilheid 1,4
Niveau -3 K
37

Ruimteverwarming
Stooklijnen wijzigen (vervolg)
Stookgedrag Maatregel Voorbeeld
De woonruimte is in het
overgangsseizoen te
koud, in het koude seizoen
echter warm genoeg
De woonruimte is in het
overgangsseizoen te
warm, in het koude seizoen
echter warm genoeg
Druk op de volgende toetsen:
1. å voor het ”uitgebreide menu”.
2. Ù/Ú voor de selectie van ”CV-circuit
1” (HK1), ”CV-circuit 2”
(HK2) of ”CV-circuit 3”
(HK3).
3. |/~ voor ”Stooklijn”.
4. d ter bevestiging.
5. |/~ voor ”Steilheid”
of ”Niveau”.
6. d ter bevestiging.
7. |/~ voor de gewenste waarde.
38
Stooklijn VC1
100°C
23°C
41°C
Steilheid
Wijzigen met
55°C
Stel de steilheid van de
stooklijn op de eerstvolgende
lagere waarde in, het niveau
op een hogere waarde
Stel de steilheid van de
stooklijn op de eerstvolgende
hogere waarde in, het niveau
op een lagere waarde
68°C
81°C
20 10 0 -10 -20 -30
8. d ter bevestiging.
1,5
(
Steilheid 1,3
Niveau 3 K
Steilheid 1,5
Niveau -3 K
9. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Opmerking
Een te hoge of lage instelling van steilheid
of niveau veroorzaakt geen schade
aan de CV-installatie.
Voor de technisch geïnteresseerde
gebruiker van de installatie
■ Stooklijnen tonen het verband tussen
de buitentemperatuur en de ketelwater-
respectievelijk aanvoertemperatuur.
Eenvoudiger gezegd: hoe lager
de buitentemperatuur, hoe hoger de
aanvoertemperatuur.
De getoonde stooklijnen gelden bij de
volgende instellingen:
■ niveau van de stooklijn = 0
Bij een andere instelling van het
niveau worden de stooklijnen parallel
in loodrechte richting verschoven.
■ Normale ruimtetemperatuur = circa
20 ºC
Bij levering is de steilheid op 1,4 en het
niveau op 0 ingesteld.
5618 797 NL

5618 797 NL
Stooklijnen wijzigen (vervolg)
Ketelwater- resp.
aanvoertemperatuur in °C
90
80
70
60
50
40
35 30 25 20 15 10 5
Gew. ruimtetemperatuur in °C
30
10
Voorbeeld voor buitentemperatuur
−14°C:
A Vloerverwarming, steilheid 0,2 tot
0,8
B Lagetemperatuurverwarming, steilheid
0,8 tot 1,6
C CV-installatie met ketelwatertemperatuur
boven 75 °C, steilheid 1,6 tot
2,0
2,6
2,4
2,8
3,0 3,2
3,4
2,2
2,0
1,8
Steilheid
0 -10 -20 -30
-14
Buitentemperatuur in °C
Ruimteverwarming
1,6
1,4
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
C
B
A
39

Ruimteverwarming
Ruimteverwarming uitschakelen
Bedrijfsprogramma
Verwarmen
Uitschakelmodus
40
Kiezen met
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Verwarming”
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de selectie van ”CV-circuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit 3”
(HK3).
4. d ter bevestiging.
5. |/~ voor ”werkingsprogramma”
6. d ter bevestiging.
7. |/~ voor ”Uitschakelwerking”
8. d ter bevestiging.
9. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
5618 797 NL

5618 797 NL
Partymodus kiezen
Met deze comfortfunctie kunt u de ruimtetemperatuur
van een CV-circuit voor
een paar uur wijzigen, bijvoorbeeld als
de gasten 's avonds langer blijven.
Reeds uitgevoerde regelingsinstellingen
moet u daarbij niet wijzigen.
■ De ruimtes worden met de gewenste
temperatuur verwarmd.
Verwarmingscircuit 1
ruimtetemp. gew.
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
Ù VC1Ú
Aan
Þ
Kiezen met (
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Verwarming”.
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de selectie van ”CV-circuit
1” (HK1), ”CV-circuit 2”
(HK2) of ”CV-circuit 3”
(HK3).
Partywerking beëindigen
Comfort- en energiespaarfuncties
4. |/~ voor ”Partywerking”.
5. d ter bevestiging.
In het display wordt een
waarde voor de ruimtetemperatuur
tijdens de partywerking
aangegeven.
Partywerking
Wijzigen met
20°C
6. |/~ voor de gewenste temperatuurwaarde
als u de waarde wilt
veranderen.
7. d ter bevestiging.
In de dialoogregel van het display
verschijnt kort ”Overgenomen”.
In het volgende menu
verschijnt op de rechter zijde
van het display de weergave
”Aan”.
De partymodus wordt automatisch beëindigd bij de eerstvolgende overschakeling
naar ruimteverwarming met normale ruimtetemperatuur, uiterlijk na 8 uur.
(
41

Comfort- en energiespaarfuncties
Partymodus kiezen (vervolg)
Verwarmingscircuit 1
ruimtetemp. gew.
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
42
Ù VC1Ú
Aan
Þ
Kiezen met (
Als u de partymodus voortijdig wilt beëindigen,
drukt u op de volgende toetsen:
1. |/~ voor ”Verwarming”.
Spaarwerking kiezen
Om energie te besparen, kunt u de ruimtetemperatuur
tijdens de normale stookmodus
verlagen, bijvoorbeeld als u de
woning gedurende een paar uur verlaat.
Spaarwerking instellen
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de keuze van ”CV-circuit
1” (HK1) of ”CV-circuit
2” (HK2).
4. |/~ voor ”Partywerking”.
5. d ter bevestiging.
In de dialoogregel van het
display verschijnt kort ”Partywerking
Uit”. In het volgende
menu verschijnt op de
rechter zijde van het display
de weergave ”Uit”.
Bij de spaarwerking wordt de normale kamertemperatuur automatisch verlaagd.
Verwarmingscircuit 1
ruimtetemp. gew.
Werkingsprogramma
Partywerking
Spaarwerking
Ù VC1Ú
Aan
â
Kiezen met (
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Verwarming”.
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de keuze van ”CV-circuit
1” (HK1) of ”CV-circuit
2” (HK2).
4. |/~ voor ”Spaarwerking”.
5618 797 NL

5618 797 NL
Spaarwerking kiezen (vervolg)
5. d ter bevestiging.
Op het display verschijnt
kort ”Spaarwerking Aan”. In
het volgende menu verschijnt
op de rechter zijde van het
display de weergave ”Aan”.
Spaarwerking beëindigen
De Spaarwerking wordt automatisch beëindigd bij de eerstvolgende overschakeling
naar ruimteverwarming met normale ruimtetemperatuur.
Als u de partymodus voortijdig wilt beëindigen,
drukt u in het basismenu op de
volgende toetsen:
1. |/~ voor ”Verwarming”.
2. d ter bevestiging.
3. Ù/Ú voor de selectie van ”CV-circuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit 3”
(HK3).
Vakantieprogramma kiezen
Om energie te besparen, bijvoorbeeld bij
langere afwezigheid tijdens de vakantie,
kunt u het vakantieprogramma activeren.
Vakantieprogramma instellen
Comfort- en energiespaarfuncties
4. |/~ voor ”Spaarwerking”.
5. d ter bevestiging.
Op het display verschijnt
kort ”Spaarwerking Uit”.
In het volgende menu verschijnt
op de rechter zijde van
het display de weergave
”Uit”.
Het vakantieprogramma start om 0.00 uur van de dag die volgt op de vertrekdag en
eindigt om 0.00 uur van de dag van terugkomst, d.w.z. op de vertrek- en dag van
terugkomst zijn de ingestelde schakeltijden actief.
43

Comfort- en energiespaarfuncties
Vakantieprogramma kiezen (vervolg)
Opmerking
De regeling is zo ingesteld dat het vakantieprogramma alle CV-circuits beïnvloedt.
Als u een wijziging wilt, neemt u contact op met de CV-installateur.
Vakantieprogramma
Vertrekdag:
Datum
Dag van terugkomst:
Datum
44
Di 24.02.09
Wijzigen met (
VC1
Woe 25.02.09
Druk op de volgende toetsen:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu” op.
2. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
3. d ter bevestiging.
4. Ù/Ú voor de selectie van ”CVcircuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit
3” (HK3).
5. |/~ voor ”Vakantieprogramma”.
6. d ter bevestiging; de actuele
datum ”Vertrekdag” en de
erop volgende
datum ”Terugreisdag”verschijnen.
Vakantieprogramma beëindigen
7. |/~ voor vertrekdatum.
Als u de instellingen voor het
vakantieprogramma vroegtijdig
wilt afbreken, druk dan
op de toets g tot de basisindicatie
verschijnt (zie
pagina 28).
8. d ter bevestiging.
9. |/~ voor het instellen van de
gewenste datum.
10. d ter bevestiging.
11. |/~ voor datum van terugkomst.
12. d ter bevestiging.
Op het display verschijnt
kort ”Overgenomen”.
13. |/~ voor het instellen van de
gewenste datum.
14. d ter bevestiging.
In de dialoogregel van het
display verschijnt
kort ”Overgenomen”.
Het vakantieprogramma eindigt automatisch op de dag van terugkomst.
5618 797 NL

5618 797 NL
Vakantieprogramma kiezen (vervolg)
Als u het vakantieprogramma voortijdig
wilt beëindigen, drukt u op de volgende
toetsen:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu” op.
2. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
3. d ter bevestiging.
4. Ù/Ú voor de selectie van ”CVcircuit
1” (HK1), ”CV-circuit
2” (HK2) of ”CV-circuit
3” (HK3).
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor ”Vakantieprogramma”.
7. d ter bevestiging.
8. |/~ voor ”Programma wissen”.
9. d ter bevestiging.
10. |/~ voor ”Ja”.
11. d ter bevestiging.
In de dialoogregel van het
display verschijnt
kort ”Overgenomen”.
12. g zo dikwijls tot de basisindicatie
verschijnt (zie
pagina 28).
Comfort- en energiespaarfuncties
Ingesteld vakantieprogramma wijzigen
Als u het ingestelde vakantieprogramma
wilt beëindigen, drukt u op de volgende
toetsen:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu” op.
2. |/~ voor de selectie van ”Verwarming”
3. d ter bevestiging.
4. Ù/Ú voor de keuze van ”CV-circuit
1” (HK1) of ”CV-circuit
2” (HK2).
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor ”Vakantieprogramma”.
7. d ter bevestiging.
8. |/~ voor ”Wijzigen?”
9. d ter bevestiging.
10. Stel de nieuwe gegevens in volgens
de stappen 7 tot en met 15 in het
hoofdstuk ”Vakantieprogramma
instellen” op pagina 43
45

Warmwaterbereiding
Benodigde instellingen
Als u warmwaterbereiding wenst, controleer
dan de volgende punten:
■ heeft u de gewenste warmwatertemperatuur
ingesteld?
Instelling zie pagina 46.
■ Heeft u het juiste werkingsprogramma
ingesteld?
Instelling zie pagina 46.
Warmwatertemperatuur instellen
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Warm water”
2. d ter bevestiging.
3. |/~ voor ”Gewenste temperatuur”.
4. d ter bevestiging.
Werkingsprogramma instellen
Bedrijfsprogramma
Warm water
Uitschakelmodus
46
Kiezen met
■ Heeft u het gewenste tijdprogramma
ingesteld?
Instelling zie pagina 47.
5. |/~ voor de gewenste temperatuur.
6. d ter bevestiging.
In de dialoogregel van het
display verschijnt kort ”Overgenomen”.
7. g zo dikwijls tot de basisindicatie
verschijnt (zie pagina 28).
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Warm water”.
2. d ter bevestiging.
3. |/~ voor ”werkingsprogramma”.
4. d ter bevestiging.
5618 797 NL

5618 797 NL
Werkingsprogramma instellen (vervolg)
5. |/~ voor ”Warm water” of ”Uitschakelbedrijf”.
6. d ter bevestiging.
Tijdprogramma instellen
7. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Op welk tijdstip voor het CV-circuit warmwaterbereiding plaatsvindt, hangt af van de
instelling van de schakeltijden (vier mogelijke periodes) voor de betreffende dag.
■ Het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding
bestaat uit periodes. In de
fabriek wordt een tijdfase van 06:00 tot
22.00 uur voor alle weekdagen ingesteld.
■ In de fabriek wordt voor de warmwaterbereiding
Automatische werking
ingesteld.
■ Als u geen automatische werking
wenst, kunt u voor de warmwaterbereiding
individueel tot en met 4 tijdfasen
per dag kiezen. Voor iedere periode
voert u het begin en het einde in.
■ In het ”Uitgebreide menu” kunt u
onder ”Informatie” het actuele tijdprogramma
oproepen (zie
pagina 56).
Instelling in het Uitgebreide menu:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu” op.
2. |/~ voor ”Warm water”
3. ”OK” ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Tijdprogr. warm
water”
Warmwaterbereiding
5. ”OK” ter bevestiging.
6. |/~ voor ”Individueel”
7. ”OK” ter bevestiging.
8. |/~ voor de keuze van het
gewenste gedeelte van de
week of de gewenste dag.
9. ”OK” ter bevestiging.
10. |/~ voor de keuze van de periode
!, ?, § of $ .
11. ”OK” ter bevestiging.
12. |/~ voor de instelling van het
begintijdstip.
13. ”OK” ter bevestiging.
14. |/~ voor de instelling van het
eindtijdstip.
15. ”OK” ter bevestiging.
47

Warmwaterbereiding
Tijdprogramma instellen (vervolg)
Weergegeven voorbeeld:
■ tijdprogramma voor maandag tot vrijdag
(”ma-vr”)
■ Periode !:
Van 4.30 tot 6.30 uur
■ Periode ?:
Van 15.30 tot 20.30 uur
48
! ?
Warm water Ma - Vr VC1
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
! 04:30 - 06:30 u Aan
? 15:30 - 20:30 u Aan
Kiezen met
Periodes wissen
Als u een tijdfase wilt wissen, drukt u op
de volgende toetsen:
(
1. Ga te werk zoals in de punten 1 tot 12
van het hoofdstuk ”Schakeltijden
instellen” is beschreven.
2. d tot het einde van de gekozen
periode verschijnt.
3. |/~ tot voor het eindtijdstip de
indicatie ”- - : - -”verschijnt.
4. d ter bevestiging.
Voorbeeld:
U wilt behalve voor maandag voor alle
weekdagen hetzelfde tijdprogramma
instellen:
Kies de periode ”Maandag–Zondag”
en stel het tijdprogramma in.
Kies vervolgens ”maandag” en stel
voor die dag het tijdprogramma in.
Opmerking
Als u de instelling voortijdig wilt stopzetten,
drukt u op tot de gewenste indicatie
verschijnt.
5. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Tijdprog. warm water Ma - Zo
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
? - -:- - - - -:- - u ---
§ - -:- - - - -:- - u ---
Wijzigen met
(
5618 797 NL

5618 797 NL
Tijdprogramma instellen (vervolg)
Periodes naar de fabrieksmatige basisinstelling brengen
Als u alle tijdfasen van de warmwaterbereiding
naar de fabrieksmatige basisinstelling
wilt brengen, drukt u op de volgende
toetsen:
1. å voor het ”uitgebreide menu”
2. |/~ voor ”Instellingen”.
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Basisinstelling”.
Warmwaterbereiding uitschakelen
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. |/~ voor ”Warm water”.
2. d ter bevestiging.
3. |/~ voor ”werkingsprogramma”.
4. d ter bevestiging.
5. |/~ voor ”Uitschakelwerking”:
6. d ter bevestiging.
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor ”Warm water”.
7. d ter bevestiging.
8. |/~ voor ”Ja”.
Warmwaterbereiding
9. d ter bevestiging.
10. g zo dikwijls tot de basisindicatie
verschijnt (zie
pagina 28).
49

Overige instellingen
Contrast in het display instellen
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
2. |/~ voor ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Contrast”
50
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor het gewenste contrast
7. d ter bevestiging.
Helderheid van de displayverlichting instellen
U wilt de teksten in het menu beter kunnen
lezen. Wijzig daarvoor de helderheid
voor ”Bediening”.
De helderheid voor de screensaver kunt
u ook wijzigen.
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu”
2. |/~ voor ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
Naam voor de CV-circuits invoeren
U kunt de CV-circuits 1, 2 en 3
(”HK1”, ”HK2” en ”HK3”) individueel
beschrijven. De afkortingen
”HK1”, ”HK2” en ”HK3” blijven
behouden.
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
4. |/~ voor ”Helderheid”
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor ”Bediening”
of ”Screensaver”
7. d ter bevestiging.
8. |/~ voor de gewenste helderheid
9. d ter bevestiging.
10. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide
menu”
5618 797 NL

5618 797 NL
Naam voor de CV-circuits invoeren (vervolg)
2. |/~ voor ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”CV-circuitopschrift”
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor ”CV-circuit 1”, ”CVcircuit
2” of ”CV-circuit 3”
7. d ter bevestiging.
8. Verander de letters met de knoppen
(. U gaat naar het volgende teken
met behulp van de knoppen Ø.
9. d ter bevestiging.
10. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Voorbeeld:
Naam voor CV-circuit 1: ingebouwde
zelfstandige wooneenheid, bijvoorbeeld
aanleunwoning
Tijd en datum instellen
Tijd en datum worden af fabriek ingesteld.
Als uw CV-installatie langere tijd
buiten gebruik is geweest, kan het nodig
zijn datum en tijd in te stellen.
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
Verwarmingscircuit 1 VC1
g
f
E eVerwarmingscircuit
1
d
c
Wijzigen met
(
Verwarmingscircuit 1 VC1
Aanleunwoning
Overgenomen
In het menu staat voor CV-circuit 1 ”Aanleunwoning”.
Aanleunwoning
ÙVC1Ú Gewenste ruimtetemperatuur
22°C
Werkingsprogramma
Partywerking ß
Spaarwerking
Kiezen met
(
2. |/~ voor ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Tijd/datum”
5. d ter bevestiging.
Overige instellingen
6. Stel de datum en de tijd in.
51

Overige instellingen
Tijd en datum instellen (vervolg)
7. d ter bevestiging. 8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
Taal instellen
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
2. |/~ voor ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Taal”
Temperatuureenheid (°C/°F) instellen
Fabrieksinstelling: °C
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
2. |/~ voor ”Instellingen”
3. d ter bevestiging.
Ketelwatertemperatuur wijzigen
52
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor de gewenste taal.
7. d ter bevestiging.
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
4. |/~ voor ”Temperatuureenheid”
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor de gewenste eenheid.
7. d ter bevestiging.
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
In de uitleveringstoestand is de ketelwatertemperatuur ingesteld op 85 °C. De ketelwatertemperatuur
wordt op de ingestelde waarde geregeld.
5618 797 NL

5618 797 NL
Ketelwatertemperatuur wijzigen (vervolg)
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
2. |/~ voor ”Ketel”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Keteltemperatuur”
Gewenste waarde restzuurstof wijzigen
Gewenste waarde restzuurstof wijzigen
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor de gewenste temperatuur.
7. d ter bevestiging.
Bij levering is de minimale gewenste waarde op 7% ingesteld.
Druk in het basismenu op de volgende
knoppen:
1. å voor het ”Uitgebreide menu”
2. |/~ voor ”Ketel”
3. d ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Rookgas rest-O2”
Instelling van de fabriek weer herstellen
U kunt alle gewijzigde waarden voor
ieder CV-circuit afzonderlijk op de instelling
van de fabriek zetten.
1. å voor het ”Uitgebreide
menu”
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
5. d ter bevestiging.
6. |/~ voor de gewenste waarde.
7. d ter bevestiging.
8. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
2. | / ~ voor ”Instellingen”
3. ”OK” ter bevestiging.
Overige instellingen
4. | / ~ voor ”Basisinstellingen”
53

Overige instellingen
Instelling van de fabriek weer herstellen (vervolg)
5. ”OK” ter bevestiging.
6. | / ~ voor de selectie van de
gewenste parametergroep.
U staan ”Algemeen”,
”Ketel”, ”Verwarming”
of ”Warm water” ter
beschikking.
Kies het gewenste CV-circuit
onder ”Verwarming ”
met Ù / Úen ga verder.
7. ”OK” ter bevestiging.
8. | / ~ voor het veranderen
van ”Nee” in ”Ja”
9. g zo vaak tot het basisscherm
verschijnt.
De volgende instellingen en waarden
worden teruggezet:
■ Gewenste ruimtetemperatuur
■ Gewenste temperatuur warm water
■ tijdprogramma voor de ruimteverwarming
■ tijdprogramma voor de warmwaterbereiding
■ tijdprogramma voor de omlooppomp
■ partywerking wordt gewist
■ spaarwerking wordt gewist
■ vakantieprogramma wordt gewist
■ Steilheid en niveau van de stooklijn
54
5618 797 NL

5618 797 NL
Meldingen opvragen
Storingsmeldingen dienen de CV-monteur voor een snelle afgrenzing van de storingsoorzaak
van de CV-ketel. Daardoor kan de vereiste tijd voor het verhelpen van
storingen worden verminderd en daarmee kunt u op de kosten besparen.
Noteer daarom, voordat u contact opneemt met uw CV-installateur, de weergegeven
storingsmelding en geef deze door aan de CV-monteur. Dit maakt een betere voorbereiding
mogelijk en bespaart eventuele extra voorrijkosten.
Gevaar
Gevaar door niet-verholpen storingen
van de CV-installatie.
■ Leg bij een storing de installatie
stil en vergrendel deze.
■ Neem onmiddellijk contact op
met uw CV-installateur.
■ Verhelp de storing onmiddellijk.
■ Tijdens het verhelpen van storingen
mogen zich geen
andere personen in de gevarenzone
van de CV-installatie
bevinden.
Als aan uw CV-installatie storingen zijn
voorgekomen, knippert in het display het
symbool ” ” en ”Storing” wordt aangegeven.
1. Met de toets OK kunt u de storingsoorzaak
oproepen.
Storing
Buitensensor 18
Storing A2
Bevestigen met
Ø
OK
2. Met de toets ? kunt u aanwijzingen
over het gedrag van de CV-installatie
oproepen.
Bovendien krijgt u tips over welke
maatregelen u zelf kunt treffen, alvorens
u uw CV-installateur op de
hoogte brengt.
3. Noteer de storingsoorzaak en de storingscode
rechts ernaast. Bijvoorbeeld:
”Buitensensor 18” en ”Storing
A2”.
Daarmee is de CV-installateur beter
voorbereid en bespaart u op eventuele
extra voorrijkosten.
4. Als u de storingsmelding wilt accepteren,
volg dan de instructies in het
menu.
De storingsmelding wordt in het menu
overgenomen.
Keteltemperatuur
Storing
Verwarming
Warm water
Zonne-energie
Verder met
Opvragen
ã
OK
48°C
Opmerking
■ Als u voor storingsmeldingen een
signaalinrichting (bijvoorbeeld een
claxon) heeft aangesloten, wordt de
signaalinrichting door het accepteren
van de storingsmelding uitgeschakeld.
■ Als de storingen pas op een later
tijdstip kunnen worden verholpen,
verschijnt de storingsmelding de
volgende dag opnieuw en de signaalinrichting
wordt opnieuw ingeschakeld.
55

Opvragen
Meldingen opvragen (vervolg)
Bevestigde storingsmelding in het basismenu oproepen:
1. | / ~ voor ”Storingen” 2. ”OK” ter bevestiging.
Informatie opvragen
U kunt informatie in het basismenu en in
het uitgebreide menu opvragen. Bij
opvraging van de ”Verwarming” kunt u
met de knoppen ”Ù/Ú” de informatie van
het gewenste CV-circuit opvragen.
Opvragen in het Basismenu:
■ buitentemperatuur
■ Submenu ”Verwarming:”
– Gewenste aanvoertemperatuur
– Actuele aanvoertemperatuur
– CV-pomp
– Klep
– Bedrijfsprogramma
– Werkingsstatus
■ Submenu ”Warm water”
– Gewenste warmwatertemperatuur
– Actuele warmwatertemperatuur
– Gewenste retourtemperatuur
– Actuele retourtemperatuur
– CV-pomp
– Klep
– Bedrijfsprogramma
– Werkingsstatus
56
Opvragen in het ”Uitgebreid menu”:
■ Submenu ”Algemeen”:
– buitentemperatuur
– Buffervoeler hierboven
– Buffervoeler midden
– Buffervoeler beneden
– Bufferklep
– Gewenste systeemtemperatuur
– Vrijgave extra ketel
– Tijd
– Datum
■ Submenu ”Ketel”:
– Keteltemperatuur
– Ketelretour
– Rookgastemperatuur
– Rookgas restzuurstof
– primaire luchtklep
– secundaire luchtklep
– Ketelpomp
– Ketelklep
– Rookgasventilator
– Bedrijfsuren
5618 797 NL

5618 797 NL
Informatie opvragen (vervolg)
■ Submenu ”Verwarming”:
– Bedrijfsprogramma
– Werkingsstatus
– Tijdprogramma
– gewenste ruimtetemperatuur
– Gewesnte verlaagde kamertemperatuur
– Gewenste aanvoertemperatuur
– Actuele aanvoertemperatuur
– Steilheid
– Niveau
Temperaturen opvragen
– CV-pomp
– Klep
■ Submenu ”Warm water”
– Bedrijfsprogramma
– Status
– Tijdprogramma warm water
– Gewenste warmwatertemperatuur
– Actuele warmwatertemperatuur
– Gewenste retourtemperatuur
– Actuele retourtemperatuur
– Pomp
– Klep
U kunt temperaturen in het basismenu en in het uitgebreide menu opvragen. In het
uitgebreide menu hebben de weergegeven waarden een grotere omvang. Daarom
adviseren we u de temperaturen in het uitgebreide menu op te vragen.
Temperaturen in het basismenu opvragen:
1. |/~ voor ”Informatie”.
2. ”OK” ter bevestiging.
3. |/~ voor ”Buitentemperatuur”,
”Verwarming”
of ”Warm water”.
In het volgende overzicht ziet
u de weergegeven temperaturen
van de submenu's
”Verwarming”
en ”Warm water”.
Submenu ”Verwarming”:
■ Gewenste aanvoertemperatuur
■ Actuele aanvoertemperatuur
Submenu ”Warm water”:
■ Gewenste warmwatertemperatuur
■ Actuele warmwatertemperatuur
■ Gewenste retourtemperatuur
■ Actuele retourtemperatuur
Temperaturen in het uitgebreide menu
opvragen:
1. å voor het uitgebreide menu.
2. |/~ voor ”Informatie”.
3. ”OK” ter bevestiging.
4. |/~ voor ”Algemeen”,
”Ketel”, ”Verwarming”
of ”Warm water”.
U kunt de weergegeven temperaturen
van het submenu
in de volgende overzichten
bekijken.
5. ”OK” ter bevestiging.
Opvragen
57

Opvragen
Informatie opvragen (vervolg)
Temperaturen in het submenu ”Algemeen”:
■ buitentemperatuur
■ Temperatuur buffervoeler boven
■ Temperatuur buffervoeler midden
■ Temperatuur buffervoeler onder
■ Gewenste systeemtemperatuur
Temperaturen in het submenu ”Ketel”:
■ Keteltemperatuur
■ Ketel-retour
■ Rookgastemperatuur
Temperaturen in het submenu ”Verwarming”:
■ gewenste ruimtetemperatuur
■ Gewesnte verlaagde kamertemperatuur
Temperatuur in het submenu ”Warm
water”:
■ Gewenste warmwatertemperatuur
■ Actuele warmwatertemperatuur
■ Gewenste retourtemperatuur
■ Actuele retourtemperatuur
58
5618 797 NL

5618 797 NL
Wanneer u uw CV-installatie niet wilt gebruiken, kunt u deze uitschakelen. Als u de
installatie gedurende een langere tijd buiten bedrijf wilt stellen, raden wij aan dat u
contact opneemt met uw CV-installateur.
Uw CV-installateur zal dan, voor zover nodig, de geschikte maatregelen treffen om
bijvoorbeeld uw installatie te beschermen tegen vorst of de stookvlakken te behandelen
tegen corrosie.
Opmerking
Voor de tijdelijk buitenbedrijfstelling zijn geen speciale maatregelen noodzakelijk.
Buitenbedrijfstelling
1. Opmerking
Trek de stekker er uitsluitend uit voor
onderhouds- en reparatiedoeleinden!
■ De lambdasonde wordt anders niet
verwarmd; dit kan bij langer uitschakelen
leiden tot schade aan de
lambdasonde.
■ De ketelpomp wordt periodiek voor
een korte tijd ingeschakeld.
2. Verwijder korstvorming van de vulruimte-
en ketelwanden met een spatel
of een vlakke schraper.
3. Verricht alle werkzaamheden die zijn
opgesomd in het overzicht van het
hoofdstuk ”Inspectie en onderhoud”
op pagina 68.
4. Bij vorstgevaar de houtgestookte CVketel
onder inachtneming van de
voorschriften van de CV-installateur
aftappen of antivriesmiddel laten bijvullen.
Buitenbedrijfstelling voor een langere stookpauze
Buitenbedrijfstelling voor een langere… (vervolg)
59

Werking met olie-/gasbrander (indien aanwezig)
Olie-/gasbrander in-/uitschuiven
! Opgelet
Het uitschuifsysteem van de
brander is voorgespannen met
behulp van veren. Onvoorzichtig
in- en uitschuiven kan leiden tot
schade aan de olie-/gasbrander.
1. Schuif de olie-/gasbrander
langzaam in en uit.
2. Laat het uitschuifsysteem van
de brander nooit te snel werken.
60
Gevaar
De olie-/gasbrander kan kort na
de werking nog heet zijn. Letselgevaar
door hete onderdelen.
1. Laat de CV-installatie afkoelen.
2. Raak uitsluitend handgrepen
en als zodanig gemarkeerde
delen aan.
3. Raak beslist de brander-buis
niet aan.
Olie-/gasbrander inschuiven
Voorwaarde voordat u de olie-/gasbrander
inschuift:
■ Garandeer dat de stukhout-modus is
afgesloten en geen gloed meer aanwezig
is.
■ De ketel is compleet gereinigd, rookgasventilator
en schoorsteen is gereinigd,
geen as meer
■ De rookgasventilator en de schoorsteen
zijn gereinigd.
■ Er is geen as meer aanwezig.
Opmerking
Reinig de ketel voordat u de olie-/gasbrander
inschakelt. As in combinatie met
verbrandingsresten van olie geeft een
moeilijk te reinigen, vettige afzetting.
1. Trek de olie-/gasbrander een stukje
naar achteren. Handhaaf deze positie.
2. Open de klep.
3. Schuif de olie-/gasbrander langzaam
tot aan de aanslag in.
Olie-/gasbrander uischuiven
Voorwaarde voordat u de olie-/gasbrander
uitschuift:
■ De stookwerking is beëindigd.
■ De olie-/gasbrander is afgekoeld.
1. Trek de olie-/gasbrander tot aan de
aanslag naar achteren. Handhaaf
deze positie.
2. Sluit de klep.
3. Schuif de olie-/gasbrander een stukje
naar voren om de klep te fixeren.
Opmerking
De olie-/gasbrander is uitgeschoven. De
branderopening wordt afgesloten door
de veerbelaste klep.
5618 797 NL

5618 797 NL
Olie-/gasbrander-bedrijf
Olie-/gasbrander starten
Voorwaarde voor de start van de brander:
■ De olie-/gasbrander is ingeschoven.
■ De olie-/gasbrander is ingesteld in de
regeling.
Opmerking
De olie-/gasbrander is ingesteld in de
regeling, wanneer in het basismenu
het punt ”Brander” aanwezig is.
1. Selecteer in het basismenu ”Brander”
en druk op ”OK”
2. Verander ”Nee” in ”Ja” en bevestig
uw keuze met ”OK”.
Opmerking
De olie-/gasbrander wordt automatisch
gestart wanneer er weer warmte nodig
is. De luchtkleppen worden automatisch
gesloten.
Olie-/gasbrander stoppen
1. Selecteer in het basismenu ”Brander”
en bevestig dit met ”OK”.
2. Verander ”Ja” in ”Nee” en bevestig
uw keuze met ”OK”.
De olie-/gasbrander wordt gestopt.
Werking met olie-/gasbrander (indien aanwezig)
61

Wat doen?
Ruimten te koud
Oorzaak Oplossing
Ruimteverwarming is uitgeschakeld
Regeling is verkeerd ingesteld Controleer en corrigeer eventueel de instellingen:
■ CV-circuit moet ingeschakeld zijn (zie
pagina 33)
■ Ruimtetemperatuur (zie pagina 32)
■ Tijd (zie pagina 51)
■ Schakeltijden (zie pagina 34)
CV-waterbuffer- en ketelwatertempera- Vul de houtgestookte CV-ketel met
tuur zijn laag.
brandstof en stook hem opnieuw op.
Storing van de regeling:
”Storing” verschijnt in het scherm en de
rode storingindicator knippert
62
Vraag de soort storing op (zie pagina
55) en informeer de CV-installateur
De CV-pomp werkt niet. Neem contact op met uw CV-installateur.
In combinatie met het mengklepcircuit: Hang de motorhendel A eruit en stel de
mengklepmotor defect
mengklephendel B met de hand in (bijvoorbeeld
op ”5”).
Informeer uw CV-installateur.
5618 797 NL

5618 797 NL
Ruimten te warm
Oorzaak Oplossing
Regeling is verkeerd ingesteld Controleer en corrigeer eventueel de instellingen:
■ CV-circuit (moet ingeschakeld zijn. Zie
pagina 33)
■ Ruimtetemperatuur (zie pagina 32)
■ Tijd (zie pagina 51)
■ Schakeltijden (zie pagina 34)
Storing in de regeling of buitentemperatuursensor
of keteltemperatuursensor
defect:
”Storing” verschijnt op de display, de rode
storingsindicatie knippert (zie pagina)
In combinatie met het mengklepcircuit:
mengklepmotor defect
Wat doen?
Vraag de soort storing op (zie pagina
55) en informeer de CV-installateur
Hang de motorhendel A eruit en stel de
mengklephendel B met de hand in (bijvoorbeeld
op ”5”).
Informeer uw CV-installateur.
63

Wat doen?
Geen warm water
Oorzaak Oplossing
Regeling is verkeerd ingesteld Controleer en corrigeer eventueel de instellingen:
■ Warmwaterbereiding (moet ingeschakeld
zijn. Zie pagina 46)
■ Warmwatertemperatuur (zie pagina
46)
■ Tijd (zie pagina 51)
■ Schakeltijden (zie pagina 47)
Warmwaterboiler is koud Controleer de stooktijden van de warmwaterboiler
(zie pagina 47)
Controleer de gewenste temperatuur
warm water. (zie pagina 46
Zijn de stooktijden in orde: Controleer de
temperatuur van de warmwaterboiler.
Is deze te laag: stook de houtgestookte
CV-ketel op. (zie pagina 17)
De warmwaterboiler- en de keteltemperatuur
zijn te laag
De pomp van de opwarmeenheid voor
gebruikt water draait niet.
64
Vul de houtgestookte CV-ketel met
brandstof en stook hem op. (zie pagina
17)
Controleer de stooktijden. Wanneer de
pomp conform de ingestelde tijden in de
regeling moet lopen: Informeer uw CV-installateur.
Mengklep defect Stel uw CV-installateur op de hoogte.
Warm water te heet
Oorzaak Oplossing
Regeling is verkeerd ingesteld Controleer en corrigeer eventueel de
warmwatertemperatuur (zie pagina 46).
Sensorfout Informeer uw CV-installateur.
”Storing” verschijnt in het display
Oorzaak Oplossing
Storing van de CV-installatie Vraag de soort storing op (zie pagina
55) en informeer de CV-installateur
5618 797 NL

5618 797 NL
Reiniging, inspectie en onderhoud
De inspectie en het onderhoud van een CV-installatie wordt door de EN 806 voorgeschreven.
Regelmatig onderhoud garandeert probleemloos, energiebesparend en milieuvriendelijk
stoken. U kunt hiervoor het beste een inspectie- en onderhoudscontract met
uw Cv-installateur afsluiten.
CV-ketel
Naarmate de verontreiniging van de
ketel toeneemt, stijgt de rookgastemperatuur
en wordt daardoor ook het energieverlies
groter. Daarom moet de ketel
naast de opgesomde reinigingsintervallen
jaarlijks een keer grondig worden
gereinigd.
Warmwaterboiler (indien aanwezig)
EN 806 schrijft voor dat uiterlijk twee jaar
na inbedrijfstelling en daarna indien
nodig onderhoud of reiniging moet
plaatsvinden.
Het intern reinigen van de warmwaterboiler
met inbegrip van de tapwateraansluitingen
mag uitsluitend door een
erkende cv-installateur worden uitgevoerd.
Als zich in de koudwatertoevoer van de
warmwaterboiler een toestel voor waterbehandeling
bevindt (bijvoorbeeld een
sluis- of injecteerinrichting), moet de vulling
tijdig worden vernieuwd. Lees hiervoor
de gegevens van de fabrikant.
Onderhoud en reiniging
Tevens bij Vitocell 100:
Voor het testen van de verbruiksanode
raden wij een jaarlijkse werkingscontrole
aan door een CV-installateur. De functiecontrole
van de anode kan zonder
bedrijfsonderbreking plaatsvinden. De
CV-installateur meet de beveiligingsstroom
met een anodetester.
Veiligheidsklep (warmwaterboiler)
De goede werking van de veiligheidsklep
moet elk half jaar door de gebruiker of
door de CV-installateur worden gecontroleerd.
Het gevaar bestaat dat de klepzitting
vuil is (zie handleiding van de
klepfabrikant).
Tapwaterfilter (indien aanwezig)
Om hygiënische redenen:
■ bij filters die niet kunnen worden teruggespoeld
elke 6 maanden het filterelement
vernieuwen (visuele controle
elke 2 maanden)
■ bij filters die kunnen worden teruggespoeld
elke 2 maanden terugspoelen.
65

Onderhoud en reiniging
Aanwijzingen voor de reiniging
66
Gevaar
Het aanraken van spanning voerende
onderdelen kan door elektrische
stroom tot levensgevaarlijke
verwondingen leiden.
Schakel voor u met de reinigingswerkzaamheden
begint de netspanning
(bijvoorbeeld aan de
zekering of aan een hoofdschakelaar)
uit en wacht tot de CVketel
is afgekoeld.
■ Voer de reiniging volgens de
genoemde intervallen uit.
■ Reinig de ketel alleen met de meegeleverde
reinigingstoestellen en een
aszuiger. Gebruik geen chemische
reinigingsproducten.
Opmerking
De reinigingsintervallen zijn richttijden
die naargelang brandstofkwaliteit en de
bedrijfsomstandigheden anders kunnen
zijn.
5618 797 NL

5618 797 NL
Onderhoudsoverzicht
B
A
A Asruimte, vuurhaard onder
B Vulruimte
C Kijkglas
D Buizen-warmtewisselaar
C
D
Onderhoud en reiniging
E Vuurhaard boven
F Rookgasventilator
G Aslade buizenwarmtewisselaar
G
E
F
67

Onderhoud en reiniging
Onderhoudsinterval
PYROMAT ECO
Vóór iedere opstookprocedure
Installatiebeheerder
Klantendienst
Asruimte, vuurhaard onder controleren, desgewenst
reinigen (A)
Wekelijks
X
Asruimte onder reinigen (A)
Na 100 bedrijfsuren
X
Buizenwarmtewisselaar reinigen (D) X
Niveau aslade buizenwarmtewisselaar controleren,
desgewenst bak leegmaken (G)
Na 300 bedrijfsuren
X
Kijkglas reinigen (C) X
Vuurhaard boven reinigen (E)
Na circa 900 bedrijfsuren, minstens jaarlijks
X
Rookgasventilator reinigen (F) X
Alle pakkingen op schade controleren; indien
gewenst laten vervangen door de klantendienst
Elke 5 jaar
X X
Bufferbatterij in de aansturing vervangen X
68
5618 797 NL

5618 797 NL
Asruimte, vuurhaard onder reinigen
Let op de onderhoudsintervallen op pagina 68.
A Aslade
B Asruimte
1. Klap de deur van de asruimte naar
boven.
2. Controleer de pakkingen op slijtage
en schade. Vervang deze naar
behoefte.
3. Trek de aslade eruit en deponeer de
as in een daartoe geschikte container.
C
B
A
Onderhoud en reiniging
C Deur van de asruimte
4. ! Opgelet
Brandgevaar door hete as!
Hete as kan filters en kunststoffen
in een ongeschikte
stofzuiger aansteken.
1. Gebruik een geschikte,
speciale aszuiger.
2. Gebruik nooit een kunststof
huishoudelijke stofzuiger
met weefsel-/papierfilter.
Reinig de asruimte met een stoffer of
een aszuiger (optioneel).
69

Onderhoud en reiniging
Asruimte, vuurhaard onder reinigen (vervolg)
5. Plaats de aslade weer en sluit de reinigingsdeur.
Asruimte onder reinigen
Let op de onderhoudsintervallen op pagina 68.
A Aslade
B Asruimte
1. Open de reinigingsdeur:
Maak de afsluiting los en klap de deksel
zijdelings weg.
70
C
B
A
Opmerking
Controleer dat alle reinigingsdeuren
en deksels dicht zijn afgesloten! Een
slecht sluitende reinigingsdeksel kan
leiden tot een slechte verbranding.
C Deur van de asruimte
2. Controleer de pakkingen op slijtage
en schade. Vervang deze naar
behoefte.
5618 797 NL

5618 797 NL
Asruimte onder reinigen (vervolg)
3. Trek de aslade eruit en deponeer de
as in een daartoe geschikte container.
4. Reinig de asruimte met een stoffer of
een aszuiger (indien aanwezig).
Onderhoud en reiniging
5. Plaats de aslade en sluit de reinigingsdeur.
Opmerking
Controleer dat alle reinigingsdeuren
en deksels dicht zijn afgesloten!
Een slecht sluitende reinigingsdeksel
kan leiden tot een slechte verbranding.
71

Onderhoud en reiniging
Buizenwarmtewisselaar reinigen
Let op de onderhoudsintervallen op pagina 68.
72
A
A Bovenste reinigingsdeksel
B Wirbulatoren met ophangbeugel
1. Maak de afsluiting van de bovenste
reinigingsdeksel los. Hef de deksel
zover tot de borging vastklikt.
2. Ontgrendel de deksel aan het paddenstoelhandvat.
Open de deksel.
B
C
C Afsluiting reinigingsdeksel
3. Controleer de pakkingen op slijtage
en schade. Vervang deze naar
behoefte.
5618 797 NL

5618 797 NL
Buizenwarmtewisselaar reinigen (vervolg)
Pyromat ECO-model Wirbulatoren standaard gemonteerd
35 - 65, 81, 151 Ja
61, 101 Nee
Herhaal de stappen 1 tot 3 tot de buizenwarmtewisselaar
is gereinigd:
1. Gevaar
Letselgevaar aan de ogen
door vallende as! Voor het reinigen
van de buizenwarmtewisselaar
worden de wirbulatoren
boven kophoogte
getrokken: vastplakkende as
kan in de ogen terecht
komen.
Gebruik een beschermbril.
Verwijder de wirbulatoren (indien
aanwezig). Reinig deze met een borstel
/ staalborstel.
2. Reinig de warmtewisselaarbuizen
met de meegeleverde reinigingsborstel.
3. Veeg de op de warmtewisselaar liggende
as in de onder de aslade onder
de warmtewisselaar.
4. Hef de deksel licht op. Hef de borging
licht op en sluit de deksel.
5. Draai de afsluiting van de deksel
dicht tot deze dicht sluit.
Kijkglas reinigen
Let op de onderhoudsintervallen op pagina 68.
Aslade legen:
Onderhoud en reiniging
1. Open de reinigingsdeur:
Maak de afsluiting los en klap de deksel
zijdelings weg.
2. Controleer de pakkingen op slijtage
en schade. Vervang deze naar
behoefte.
3. Trek de aslade eruit en deponeer de
as in een daartoe geschikte container.
4. Reinig de asruimte met een stoffer of
een aszuiger (indien aanwezig).
5. Plaats de aslade en sluit de reinigingsdeur.
6. Draai de afsluiting van de deksel
dicht tot de deksel dicht sluit
Opmerking
Controleer dat alle reinigingsdeuren
en deksels dicht zijn afgesloten!
Een slecht sluitende reinigingsdeksel
kan leiden tot een slechte verbranding.
73

Onderhoud en reiniging
Kijkglas reinigen (vervolg)
Reiniging uitsluitend bij koude ketel.
1. Schroef het kijkglas erop.
2. Neem het kijkglas uit de kijkopening.
Rookgasventilator reinigen
Let op de onderhoudsintervallen op pagina 68.
74
Gevaar
Werkzaamheden aan de lopende
rookgasventilator leiden tot
gevaarlijke verwondingen.
Maak voorafgaand aan de werkzaamheden
aan de ventilator de
steekverbinding van de rookgasventilator
naar de ketel los.
6x
B
A
A Rookgasventilator B Motor
3. Reinig het kijkglas.
4. Monteer het kijkglas in omgekeerde
volgorde.
5618 797 NL

5618 797 NL
Rookgasventilator reinigen (vervolg)
1. Maak de steekverbinding van de
rookgasventilator van de ketel los.
2. Maak de vleugelschroeven aan de
rookgasventilator A los en trek de
motor B met ventilatorwaaier eruit.
3. Reinig de ventilatorwaaier, de ventilatorbehuizing
en rookgasaansluiting
met een spatel en een aszuiger.
4. Monteer de rookgasventilator in
omgekeerde volgorde.
Aslade buizenwarmtewisselaar leegmaken
Let op de onderhoudsintervallen op pagina 68.
A Reinigingsdeur
Onderhoud en reiniging
5. Herstel de steekverbinding van de
rookgasventilator van de ketel.
Opgelet ! Elektrische kabels worden door
hete onderdelen beschadigd.
De rookgasventilator moet zodanig
worden gemonteerd dat de
elektrische kabel de ventilatorbehuizing
niet aanraakt.
A
75

Onderhoud en reiniging
Aslade buizenwarmtewisselaar leegmaken (vervolg)
1. Open de reinigingsdeur. Maak de
afsluiting los en klap de deksel zijdelings
weg.
2. Controleer de pakkingen visueel:
Controleer de pakkingen op slijtage
en schade. Vervang deze naar
behoefte.
3. Trek de aslade eruit en deponeer de
as in een geschikte container.
76
4. Reinig de asruimte met een stoffer of
aszuiger (optioneel).
5. Plaats de aslade weer en sluit de reinigingsdeur.
6. Draai de afsluiting van de deksel
dicht tot de deksel dicht sluit.
5618 797 NL

5618 797 NL
Vuurhaard boven reinigen
A Onderhoudsdeksel
1. Verwijder de onderhoudsdeksel naar
de vuurhaard links of rechts:
Schroef alle vleugelmoeren eraf en
verwijder de onderhoudsdeksel.
2. Controleer de pakkingen visueel:
Controleer de pakkingen op slijtage
en schade. Vervang deze naar
behoefte.
Onderhoud en reiniging
3. Schuif de as met het reinigingsapparaat
naar onderen of verwijder de as
met een aszuiger.
4. Monteer de onderhoudsdeksel en
draai alle vleugelmoeren met de
hand vast.
A
77

Appendix
Begripsverklaringen
Verlaging (verlaagde stookwerking)
Zie ”Verlaagde stookwerking”.
Uitbreidingsset voor CV-circuit met
mengklep
Bouwgroep (accessoires) voor de regeling
van een CV-circuit met mengklep.
Zie ”Mengklep”.
CV-circuit
Een CV-circuit is een gesloten kringloop
tussen CV-ketel en radiatoren waarin het
CV-water stroomt.
In een CV-installatie kunnen meerdere
CV-circuits aanwezig zijn. Bijvoorbeeld
een CV-circuit voor de ruimtes die u
bewoont en een CV-circuit voor de ruimtes
van aanleunwoning.
CV-pomp
Circulatiepomp voor de circulatie van het
CV-water in het CV-circuit.
Werkelijke temperatuur
Actuele temperatuur op het tijdstip van
de opvraging; bijvoorbeeld werkelijke
warmwatertemperatuur.
78
Mengklep
Een mengklep mengt het water dat in de
CV-ketel wordt opgewarmd met het
afgekoelde water dat uit het CV-circuit
terugstroomt. Het water dat zo al naargelang
de behoefte op temperatuur
wordt gebracht, wordt met de CV-pomp
naar het CV-circuit gebracht. De regeling
past via de mengklep de aanvoertemperatuur
van het CV-circuit aan de verschillende
omstandigheden aan, bijvoorbeeld
aan een gewijzigde buitentemperatuur.
Nachtverlaging
Zie ”Verlaagde stookwerking”.
Normale stookwerking
Gedurende de tijd dat u overdag thuis
bent, verwarmt u uw ruimtes met de normale
stookwerking. De periodes legt u
vast met het tijdprogramma voor de
ruimteverwarming. Gedurende die periodes
worden uw ruimtes met de normale
ruimtetemperatuur verwarmd.
Normale ruimtetemperatuur
Voor de tijd dat u overdag thuis bent,
stelt u de normale ruimtetemperatuur in
(zie pagina VERWEIS EINFÜGEN).
Open werking
De verbrandingslucht wordt aangezogen
uit de ruimte waarin de CV-ketel
staat.
5618 797 NL

5618 797 NL
Begripsverklaringen (vervolg)
Verlaagde stookwerking
Gedurende de tijd dat u afwezig bent of
tijdens de nacht verwarmt u uw ruimtes
met verlaagde stookwerking (verlaging).
De periodes legt u vast met het tijdprogramma
voor de ruimteverwarming.
Gedurende die periodes worden uw
ruimtes met de verlaagde ruimtetemperatuur
verwarmd.
Verlaagde ruimtetemperatuur
Gedurende de tijd dat u afwezig bent of
tijdens de nacht stelt u de verlaagde
ruimtetemperatuur in (zie pagina VER-
WEIS EINFÜGEN). Zie ook ”Verlaagde
stookwerking”.
Veiligheidsklep
Veiligheidsinrichting die door uw CVinstallateur
in de koudwaterleiding moet
worden gemonteerd. De veiligheidsklep
opent automatisch, opdat de druk in de
warmwaterboiler niet te hoog wordt.
Gewenste temperatuur
Ingestelde temperatuur die moet worden
bereikt; bijvoorbeeld gewenste warmwatertemperatuur.
Tapwaterfilter
Toestel dat de vaste stoffen aan het tapwater
onttrekt. Het tapwaterfilter is in de
koudwaterleiding gemonteerd voor de
ingang naar de warmwaterboiler of het
doorstroomelement.
Weersafhankelijke werking
Appendix
Bij een weersafhankelijke werking wordt
de CV-aanvoertemperatuur afhankelijk
van de buitentemperatuur geregeld.
Daardoor wordt niet meer warmte geproduceerd
dan nodig is om de ruimtes met
de door u ingestelde gewenste ruimtetemperatuur
te verwarmen.
De buitentemperatuur wordt door een
sensor die buiten het gebouw is aangebracht,
geregistreerd en aan de regeling
doorgegeven.
79

Index
Index
B
Basisinstelling....................................53
Basismenu
■ Bediening........................................28
■ instructies.......................................29
Bedrijfstoestanden opvragen.............56
Bijvullen..............................................21
Brandstof
■ bijvullen.....................................18, 21
■ maximale houtlengte........................8
■ niet-toelaatbare...............................11
■ toelaatbare houtsoorten....................9
Branfhout
■ grenswaarden...................................9
Brennstoff
■ ontsteken........................................18
Buizenwarmtewisselaar
■ Aslade reinigen...............................75
■ Reiniging.........................................72
C
Comfortfunctie partymodus................41
Contrast instellen...............................50
Cursor-toets.......................................15
CV-circuit...........................................78
CV-circuit kiezen................................31
CV-circuit met mengklep....................78
CV-circuitopschrift..............................50
CV-installatie inschakelen..................16
CV-pomp............................................78
D
Dagbedrijf...........................................78
Dagtemperatuur (normale ruimtetemperatuur)................................................32
Datum................................................51
Datum/tijd
■ fabrieksinstelling...............................7
Display
■ contrast instellen.............................50
■ helderheid instellen.........................50
■ taal instellen....................................52
Displayverlichting...............................50
80
E
Eerste inbedrijfstelling..........................7
Eerste of Bijzondere inspectie.............7
Energiespaarfunctie
■ Spaarwerking..................................42
■ vakantieprogramma........................43
Energie sparen (tips)..........................12
F
Filter...................................................79
Fout (storing)......................................64
G
Gewenste temperatuur......................79
H
Helderheid instellen...........................50
Helpmenu...........................................30
Helptekst......................................15, 30
houtlengte............................................8
I
Informatie
■ opvragen.........................................56
■ temperaturen..................................57
Inhoudstoffen
■ grenswaarden...................................9
Inschakelen
■ comfortfunctie.................................41
■ warmwaterbereiding.......................46
Inschakelen van de installatie............16
Inspectie.............................................65
Instellingen
■ meer instellingen............................50
■ voor ruimteverwarming...................31
■ warmwaterbereiding.......................46
Instelling van de fabriek weer herstellen......................................................53
5618 797 NL

5618 797 NL
Index (vervolg)
K
Ketel
■ Bedieningselementen en onderdelen...................................................14
■ ketelwatertemperatuur wijzigen......52
■ oververhitting..................................23
M
Manometer.........................................16
Meldingen
■ opvragen.........................................55
Mengklep...........................................78
Menu
■ Basismenu......................................28
■ help.................................................30
■ selectie...........................................26
■ structuur..........................................28
■ Uitgebreid menu.............................29
N
Nachttemperatuur (verlaagde ruimtetemperatuur)......................................32
Nachtverlaging...................................78
Namen voor de CV-circuits................50
Niveau wijzigen..................................37
Normale ruimtetemperatuur.................7
Normale ruimtetemperatuur (dagtemperatuur)................................................32
normale stookwerking........................78
Normale stookwerking...................7, 78
O
Olie-/gasbrander
■ inschuiven.......................................60
■ starten.............................................61
■ stoppen...........................................61
■ uitschuiven......................................60
■ waarschuwingsinstructies...............60
Onderhoud.........................................65
■ overzicht.........................................67
Onderhoudscontract..........................65
Open werking.....................................78
Opnieuw in bedrijf stellen...................16
Index
Opstoken............................................17
■ Voorbereidingen.............................16
Opvraging
■ Bedrijfstoestanden..........................56
■ Informatie........................................56
■ storingsmelding..............................55
■ Temperaturen.................................56
P
Partymodus........................................41
Partywerking
■ beëindigen......................................41
Periodes, basisinstelling
■ Circulatiepomp................................49
■ Ruimteverwarming..........................36
■ Warmwaterbereiding......................49
Periodes wissen
■ kamerverwarming...........................36
Pomp
■ CV-circuit........................................78
R
Regeling
■ Bedieningselementen en indicaties 15
■ Navigatie.........................................26
■ temperaturen opvragen..................57
Regeling in bedrijf stellen...................16
Reiniging............................................66
■ Aslade buizenwarmtewisselaar......75
■ Asruimte onder...............................69
■ buizenwarmtewisselaar..................72
■ Kijkglas...........................................73
■ overzicht.........................................67
■ Rookgasventilator...........................74
Reparatie...........................................65
Reset..................................................53
Restzuurstof
■ Gewenste waarde wijzigen.............53
Ruimtetemperatuur
■ normale...........................................78
■ verlaagde........................................79
81

Index
Index (vervolg)
Ruimtetemperatuur wijzigen..............32
Ruimteverwarming
■ CV-circuit kiezen.............................31
■ fabrieksinstelling...............................7
■ Tijdfasen.........................................34
■ Tijdprogramma...............................34
■ werkingsprogramma.......................33
S
Schakeltijden
■ voor ruimteverwarming...................35
Schakeltijden instellen.......................35
Screen saver......................................29
Spaarwerking.....................................42
■ beëindigen......................................43
■ instellen..........................................42
Steilheid wijzigen...............................37
Stooklijn
■ niveau wijzigen...............................37
■ steilheid wijzigen.............................37
■ toelichting.......................................38
Stookwerking
■ normale...........................................78
■ verlaagde........................................79
Storingen verhelpen...........................62
Storingsindicatie
■ op de display..................................64
Storingsmelding
■ bevestigen......................................55
■ oproepen (bevestigd)......................56
■ opvragen.........................................55
Stroomuitval.........................................8
T
Taal instellen......................................52
Tapwaterfilter...............................65, 79
Temperaturen opvragen....................56
Temperaturen wijzigen.......................32
Temperatuur
■ gewenste temperatuur....................79
■ Warmwater.....................................46
■ Werkelijke temperatuur...................78
Temperatuureenheid..........................52
82
Tijd.....................................................51
Tijd/datum
■ fabrieksinstelling...............................7
Tijdfasen
■ ruimteverwarming...........................34
■ warmwaterbereiding.......................47
Tijdfasen wissen
■ Warm water....................................48
Tijdprogramma
■ ruimteverwarming...........................34
■ warmwaterbereiding.......................47
Tips om energie te sparen.................12
Toestel inschakelen...........................16
Toetsen..............................................15
U
Uitbreidingsset...................................78
Uitgebreid menu
■ Bediening........................................29
V
Vakantieprogramma
■ beëindigen......................................44
■ instellen..........................................43
■ kiezen.............................................43
■ wijzigen...........................................45
Veiligheidsklep...................................79
Veiligheidsklep (warmwaterboiler).....65
Verdere instellingen...........................51
Verlaagde ruimtetemperatuur............79
Verlaagde ruimtetemperatuur (nachttemperatuur)......................................32
verlaagde stookwerking.....................79
Verlaging......................................78, 79
Verwarmingstijden wijzigen................35
Vorstbescherming (fabrieksinstelling)..7
5618 797 NL

5618 797 NL
Index (vervolg)
W
Warmwasser
■ tijdfasen wissen..............................48
Warmwaterbereiding
■ fabrieksinstelling...............................7
■ inschakelen.....................................46
■ Temperatuur instellen.....................46
■ tijdfasen..........................................47
■ tijdprogramma.................................47
■ werkingsprogramma.......................46
Warmwaterboiler................................65
Warmwatertemperatuur instellen.......46
Index
Wat te doen?......................................62
Weersafhankelijke werking................79
Werkelijke temperatuur......................78
Werkingsprogramma
■ voor ruimteverwarming...................33
■ warmwaterbereiding.......................46
Winter-/zomertijdomschakeling............7
Wintertijdomschakeling........................7
Z
Zomertijdomschakeling........................7
83

Uw contactpersoon
Voor vragen over uw installatie of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunt u
contact opnemen met uw installateur.
84
voorbehouden.
wijzigingen
Viessmann Nederland B.V.
Postbus 322
Technische
2900 AH Capelle a/d IJssel
Tel. : 010-458 44 44
NL
Fax : 010-458 70 72
e-mail : info-nl@viessmann.com
797
www.viessmann.com 5618