Huurprijzen en richthuurprijzen. Deel I - Steunpunt wonen
Huurprijzen en richthuurprijzen. Deel I - Steunpunt wonen
Huurprijzen en richthuurprijzen. Deel I - Steunpunt wonen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Huurprijz<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> richthuurprijz<strong>en</strong><br />
<strong>Deel</strong> I:<br />
Literatuurstudie over richthuurprijz<strong>en</strong><br />
Si<strong>en</strong> Winters
Auteurs:<br />
Si<strong>en</strong> Winters<br />
Datum:<br />
31 januari 2012<br />
Verantwoordelijke uitgever:<br />
<strong>Steunpunt</strong> Ruimte <strong>en</strong> Won<strong>en</strong><br />
Kasteelpark Ar<strong>en</strong>berg 51 bus 2429 - 3001 Heverlee<br />
Tel: +32 (0)16/32 13 36<br />
Email: info@steunpuntruimte<strong>en</strong>won<strong>en</strong>.be<br />
ISBN 000-00-000-0000-0<br />
Dit rapport kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap: Programma <strong>Steunpunt</strong><strong>en</strong> voor<br />
Beleidsrelevant Onderzoek. In deze tekst komt de m<strong>en</strong>ing van de auteur naar voor <strong>en</strong> niet die van de<br />
Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap. De Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap kan niet aansprakelijk gesteld word<strong>en</strong> voor het gebruik<br />
dat kan word<strong>en</strong> gemaakt van de meegedeelde gegev<strong>en</strong>s.<br />
ii
Inhoudstafel<br />
Inleiding 1<br />
1. Theoretisch kader 3<br />
1.1 Definities 3<br />
1.1.1 Private huurmarkt 3<br />
1.1.2 Huurprijsregulering 3<br />
1.1.3 Geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> 3<br />
1.2 Is huurprijsregulering theoretisch te verantwoord<strong>en</strong>? 4<br />
1.2.1 Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de economische theorie 4<br />
1.2.2 Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> 6<br />
1.3 Vorm<strong>en</strong> van huurprijsregulering 6<br />
1.3.1 Eerste <strong>en</strong> tweede g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering (Arnott, 1995) 6<br />
1.3.2 De vijf types van huurprijsregulering volg<strong>en</strong>s Lind (2001) 7<br />
1.3.3 Regulering op basis van kost<strong>en</strong>, marktprijz<strong>en</strong> of kwaliteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 8<br />
2. Huurprijsregulering in België <strong>en</strong> andere land<strong>en</strong> 9<br />
2.1 België 9<br />
2.2 Andere Europese land<strong>en</strong> 10<br />
2.2.1 Nederland 11<br />
2.2.2 Zwed<strong>en</strong> 12<br />
2.2.3 Frankrijk 12<br />
2.2.4 Spanje 12<br />
2.2.5 Engeland 13<br />
2.2.6 Duitsland 13<br />
2.2.7 Luxemburg 14<br />
2.3 Toepassing van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> 15<br />
2.4 Evaluaties van vorm<strong>en</strong> van huurprijsregulering 15<br />
3. Juridische mogelijkhed<strong>en</strong> tot het invoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stelsel van richthuurprijz<strong>en</strong> 17<br />
3.1 Is uitschakeling van de contractvrijheid bij de huurprijsbepaling mogelijk? 17<br />
3.2 Welk niveau is bevoegd? 17<br />
3.3 Wetsvoorstell<strong>en</strong> 18<br />
3.4 De pilootexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de paritaire huurcommissies 18<br />
3.5 Het voorstel Dambre (2009) 20<br />
4. Conclusie 21<br />
iii
Inleiding<br />
Huurprijsregulering is e<strong>en</strong> thema dat nogal snel felle reacties uitlokt. Er zijn zowel sterke voorstanders als<br />
hevige teg<strong>en</strong>standers. Doorgaans zijn voorstanders te vind<strong>en</strong> bij organisaties die belang<strong>en</strong> van huurders <strong>en</strong><br />
arm<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong>. Huurprijsregulering is voor h<strong>en</strong> vooral huurprijsbeperking: ze acht<strong>en</strong> in bepaalde<br />
omstandighed<strong>en</strong> nodig om vooral voor zwakkere huurders de huur betaalbaar te houd<strong>en</strong>. Verteg<strong>en</strong>woordigers<br />
van de vastgoedsector <strong>en</strong> van eig<strong>en</strong>aars-verhuurders hebb<strong>en</strong> doorgaans nogal wat weerstand teg<strong>en</strong><br />
regulering van huurprijz<strong>en</strong>. Hun argum<strong>en</strong>t is dat regulering t<strong>en</strong> koste kan gaan van het r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t dat nodig<br />
is om te will<strong>en</strong> invester<strong>en</strong> in huurwoning<strong>en</strong>, zodat het aanbod op de markt zal terugvall<strong>en</strong> <strong>en</strong> huurwoning<strong>en</strong><br />
slechter onderhoud<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De standpunt<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> daarmee moeilijk overbrugbaar. In dergelijke<br />
discussies word<strong>en</strong> echter vaak alle mogelijke vorm<strong>en</strong> van regulering van huurprijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hoopje gegooid.<br />
Nochtans bestaat e<strong>en</strong> breed spectrum aan praktijk<strong>en</strong>, waaronder ook zeer milde vorm<strong>en</strong> van huurprijsregulering.<br />
Hetzelfde geldt voor het begrip ‘richthuurprijz<strong>en</strong>’, geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de synoniem<strong>en</strong> die daarvoor<br />
in gebruik zijn. Zeld<strong>en</strong> wordt gedefinieerd wat hieronder wordt verstaan. In de wetgeving op vlak van<br />
won<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we in artikel 5 van het Kamerdecreet dat de Vlaamse Regering ‘richtprijz<strong>en</strong>’ opstelt voor verhuur<br />
van kamers in kamerwoning<strong>en</strong>, stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schapshuiz<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d<br />
met kwaliteit, oppervlakte, voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> locatie. Er is echter nog ge<strong>en</strong> uitvoeringsbesluit versch<strong>en</strong><strong>en</strong> dat<br />
deze richthuurprijz<strong>en</strong> in de praktijk br<strong>en</strong>gt, zodat het begrip voorlopig zonder inhoud blijft. Onduidelijkheid<br />
over de inhoud van het begrip blijkt ook uit het ‘Eindverslag van de studie over het opstart<strong>en</strong> van pilootproject<strong>en</strong><br />
voor paritaire huurcommissies in Brussel, Charleroi <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t’ (Noël et al., 2007; zie ook verder). E<strong>en</strong><br />
van de opdracht<strong>en</strong> van deze commissies was ‘het uitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> indicatief rooster voor het bepal<strong>en</strong> van<br />
de huurprijz<strong>en</strong> op basis van objectieve <strong>en</strong> subjectieve criteria, die op alle woningtypes van toepassing zijn’.<br />
Omdat echter nerg<strong>en</strong>s nader omschrev<strong>en</strong> was wat hieronder di<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />
commissies dit op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> geïnterpreteerd.<br />
Ook in de wijze waarop geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast, zijn er meerdere variant<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>.<br />
In teg<strong>en</strong>stelling tot het beeld dat erover bestaat, zijn deze prijz<strong>en</strong> niet steeds bind<strong>en</strong>d, maar kunn<strong>en</strong><br />
ze bijvoorbeeld ook bedoeld zijn om verhuurders te informer<strong>en</strong> over gangbare prijz<strong>en</strong> of om h<strong>en</strong> te verzeker<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t.<br />
In haar ‘Beleidsnota Won<strong>en</strong> 2009-2014’ formuleert de Minister het voornem<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> maatstaf te ontwikkel<strong>en</strong><br />
om de redelijkheid van de private huurprijz<strong>en</strong> aan af te toets<strong>en</strong>. Deze maatstaf zou word<strong>en</strong> toegepast<br />
ingeval van overheidsfinanciering aan verhuurders. Het gaat hier dus om e<strong>en</strong> zeer specifieke variant van het<br />
gebruik van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong>. Er is echter nog niet nader omschrev<strong>en</strong> hoe deze maatstaf tot<br />
stand zou kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe die zou word<strong>en</strong> toegepast.<br />
Deze studie kadert binn<strong>en</strong> de beleidsint<strong>en</strong>tie van de Minister tot invoering van zo’n maatstaf. Het doel van<br />
deze beperkte literatuurstudie is te verduidelijk<strong>en</strong> wat de mogelijkhed<strong>en</strong> zijn voor gebruik van geobjectiveerde<br />
huurprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> van mogelijke variant<strong>en</strong> te besprek<strong>en</strong>. Omdat geobjectiveerde<br />
huurprijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke vorm zijn van huurprijsregulering, start<strong>en</strong> we met e<strong>en</strong> meer algem<strong>en</strong>e discussie<br />
over huurprijsregulering. We gaan na of er theoretische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bestaan voor dergelijke vorm van regulering<br />
<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> af op basis van ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderzoek in andere land<strong>en</strong>. Verder<br />
gaan we na hoe objectivering van huurprijz<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> toegepast. We hop<strong>en</strong> met deze literatuurstudie te<br />
kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> tot het inhoudelijk stoffer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde discussie over de w<strong>en</strong>selijkheid van<br />
huurprijsregulering <strong>en</strong> in het bijzonder de objectivering van huurprijz<strong>en</strong> in de Vlaamse context.<br />
Onze uitdrukkelijke dank gaat uit naar Marietta Haffner van het OTB - TUDelft voor het aanreik<strong>en</strong> van literatuur<br />
<strong>en</strong> voor het nalez<strong>en</strong> <strong>en</strong> becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontwerpversie van deze tekst.<br />
1
1. Theoretisch kader<br />
1.1 Definities<br />
1.1.1 Private huurmarkt<br />
Doorgaans wordt het onderscheid tuss<strong>en</strong> private <strong>en</strong> sociale huurmarkt gemaakt op basis van wie eig<strong>en</strong>aar is<br />
van de woning: private huurwoning<strong>en</strong> zijn dan eig<strong>en</strong>dom van private person<strong>en</strong> of onderneming<strong>en</strong>, terwijl<br />
sociale huurwoning<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>dom zijn van publieke instanties. Soms wordt ook in rek<strong>en</strong>ing gebracht of de<br />
woning<strong>en</strong> al dan niet gesubsidieerd zijn <strong>en</strong> of de verhuring al dan niet winstgev<strong>en</strong>d is. Dergelijke definities<br />
roep<strong>en</strong> echter al snel vrag<strong>en</strong> op. Zo kunn<strong>en</strong> sommige subsidies ook van toepassing zijn op private huurwoning<strong>en</strong><br />
(bv. <strong>en</strong>ergiepremies). En word<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> verhuurd via e<strong>en</strong> SVK doorgaans wel private huurwoning<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oemd, terwijl de verhuring vaak niet winstgev<strong>en</strong>d is. Zoals ook geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> OCMW’s op<br />
verhuur van sommige woning<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marktr<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> nastrev<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> definitie die ons meer houvast biedt, vind<strong>en</strong> we bij Haffner et al. (2010). Na e<strong>en</strong> beschrijving van de verschill<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de huurmarkt<strong>en</strong> van meerdere land<strong>en</strong>, omschrijv<strong>en</strong> deze auteurs de private huurmarkt als ‘a<br />
set of arrangem<strong>en</strong>ts whereby housing is allocated on the basis of demand and supply in a process that is<br />
moderated by rules determined by governm<strong>en</strong>t’.<br />
Of met andere woord<strong>en</strong>: de private huurmarkt bevat alle woning<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> verhuurd via de vrije markt. In<br />
deze definitie vormt de private huurmarkt het spiegelbeeld van de wijze waarop we in vroeger onderzoek de<br />
sociale huurmarkt definieerd<strong>en</strong>, met name als het deel van de huurmarkt waar de woningallocatie niet verloopt<br />
via de principes van de vrije markt (Winters et al., 2007). Dat in de meeste land<strong>en</strong> de private huurmarkt<br />
op min of meerdere wijze wordt gereguleerd, vind<strong>en</strong> de auteurs ge<strong>en</strong> probleem.<br />
1.1.2 Huurprijsregulering<br />
Huurprijsregulering (‘r<strong>en</strong>t regulation’ in de literatuur, soms ook ‘r<strong>en</strong>t control’) wordt onderscheid<strong>en</strong> van meer<br />
algem<strong>en</strong>e ‘huurwetgeving’ of ‘huurreglem<strong>en</strong>tering’. Deze laatste bevat naast regels voor het bepal<strong>en</strong> van de<br />
hoogte van de huurprijs ook regels voor de vorm van het huurcontract, de voorwaard<strong>en</strong> waaronder huurcontract<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beëindigd, <strong>en</strong>z. (Lind, 2001). ‘Huurprijsregulering’ gaat specifiek over de wijze<br />
waarop de huur wordt bepaald.<br />
1.1.3 Geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong><br />
Voor ‘geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong>’ vind<strong>en</strong> we in de literatuur meerdere synoniem<strong>en</strong>: huurprijsomkadering,<br />
huurprijsrooster, indicatief rooster van huurprijz<strong>en</strong>, maatstaf van huurprijz<strong>en</strong>, richthuurprijz<strong>en</strong>,<br />
refer<strong>en</strong>tiehur<strong>en</strong>, ... Geme<strong>en</strong>schappelijk aan al deze term<strong>en</strong> is de bedoeling, namelijk e<strong>en</strong> objectieve relatie<br />
legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwaliteit van de woning <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de huurprijs anderzijds. De huurprijz<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> daarbij vaak gepres<strong>en</strong>teerd in tabel- of roostervorm. Het verder ligg<strong>en</strong>de doel van dergelijke<br />
‘objectivering van huurprijz<strong>en</strong>’ is om onredelijke huurprijz<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door ze op te legg<strong>en</strong><br />
als maximum. Het is dus e<strong>en</strong> specifieke vorm van huurprijsregulering. Zelfs als de objectieve huurprijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
louter informatieve functie hebb<strong>en</strong>, kan er e<strong>en</strong> reguler<strong>en</strong>de invloed van uitgaan (zie verder).<br />
<strong>Huurprijz<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> ‘geobjectiveerd’ word<strong>en</strong> op basis van kostprijz<strong>en</strong> of marktprijz<strong>en</strong>. Maar de relatie tuss<strong>en</strong><br />
prijs <strong>en</strong> kwaliteit kan ook puur normatief word<strong>en</strong> bepaald. Verder kunn<strong>en</strong> geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> op<br />
meerdere manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast: de prijz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>d zijn voor huurder <strong>en</strong> verhuurder, maar<br />
ook <strong>en</strong>kel informatief of richtinggev<strong>en</strong>d. De term<strong>en</strong> ‘richthuurprijz<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘indicatief rooster’ lijk<strong>en</strong> er op te wijz<strong>en</strong><br />
dat de vooropgestelde relatie tuss<strong>en</strong> huurprijs <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woning niet bind<strong>en</strong>d is, maar <strong>en</strong>kel<br />
richtinggev<strong>en</strong>d. Het wijst eerder op e<strong>en</strong> zachte vorm van regulering, terwijl de andere term<strong>en</strong> ook bruikbaar<br />
kunn<strong>en</strong> zijn wanneer de relatie bind<strong>en</strong>d is, bijvoorbeeld wanneer de huurprijz<strong>en</strong> gebruikt word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
maximum, zoals bijvoorbeeld in Nederland. Met andere woord<strong>en</strong> er bestaat ook e<strong>en</strong> groot verschil in de<br />
3
wijze waarop huurroosters <strong>en</strong> aanverwant<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast. We gaan hierop nader in na de bespreking<br />
van e<strong>en</strong> aantal buit<strong>en</strong>landse modell<strong>en</strong>.<br />
De effect<strong>en</strong> op de markt zull<strong>en</strong> sterk afhankelijk zijn van de wijze waarop de roosters word<strong>en</strong> vastgelegd <strong>en</strong><br />
toegepast. Het is daarom belangrijk om van bij aanvang de verschill<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> op dat vlak te verduidelijk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> bij het voer<strong>en</strong> van de discussie erover steeds duidelijk aan te gev<strong>en</strong> over welke vorm <strong>en</strong> toepassing<br />
m<strong>en</strong> het heeft.<br />
1.2 Is huurprijsregulering theoretisch te verantwoord<strong>en</strong>?<br />
1.2.1 Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de economische theorie<br />
1.2.1.1 De sociale welvaartstheorie<br />
De sociale welvaartstheorie is e<strong>en</strong> toepassing van de economische theorie op de welvaartsstaat <strong>en</strong> het<br />
sociaal beleid. De kracht van de theorie bestaat er in dat ze e<strong>en</strong> theoretische argum<strong>en</strong>tatie biedt voor het<br />
bestaan van e<strong>en</strong> sociaal beleid <strong>en</strong> houvast biedt om te beoordel<strong>en</strong> hoe dit beleid verbeterd kan word<strong>en</strong>. In<br />
‘The Economics of the Welfare State’ (oorspronkelijk van 1987 <strong>en</strong> later meerdere ker<strong>en</strong> herwerkt) leverde<br />
Barr hiervoor e<strong>en</strong> standaardhandboek. Het hoofdstuk waarin Barr deze theorie toepast op het beleidsdomein<br />
huisvesting, wordt dan ook vaak als basis g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de literatuur voor dit soort analyses. Ook Oxley (2004)<br />
past de sociale welvaartstheorie toe op de woningmarkt. Winters <strong>en</strong> Marchal (2004) <strong>en</strong> Vand<strong>en</strong>broucke et al.<br />
(2007) vertal<strong>en</strong> de theorie naar de private huurmarkt in Vlaander<strong>en</strong>. Winters et al., (2007) gebruik<strong>en</strong> ze als<br />
basis voor de modulering van e<strong>en</strong> mogelijk Vlaams stelsel voor huursubsidies. Haffner <strong>en</strong> Elsinga (2007)<br />
pass<strong>en</strong> de theorie concreet toe op huurprijsregulering.<br />
Het vertrekpunt van deze theorie is dat in e<strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de markt individu<strong>en</strong> (huishoud<strong>en</strong>s) de productiefactor<strong>en</strong><br />
die zij bezitt<strong>en</strong> (arbeid, kapitaal, grond) aan marktprijs verkop<strong>en</strong> aan onderneming<strong>en</strong>. Deze<br />
verkoop levert h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>, dat zij vervolg<strong>en</strong>s bested<strong>en</strong> aan goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> vanuit de optiek het<br />
nut ervan te maximaliser<strong>en</strong>. Firma’s van hun kant maximaliser<strong>en</strong> hun winst<strong>en</strong> <strong>en</strong> minimaliser<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>.<br />
Vrije toegang tot de markt verzekert e<strong>en</strong> efficiënte productie (e<strong>en</strong> correcte mix van productiefactor<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de<br />
correcte mix van geproduceerde goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Alle kost<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorgerek<strong>en</strong>d in de prijz<strong>en</strong>.<br />
De prijszetting zorgt er voor dat productiefactor<strong>en</strong> daar word<strong>en</strong> ingezet waar ze het meest oplever<strong>en</strong>, dit<br />
alles uitgaande van e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverdeling <strong>en</strong> consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>voorkeur<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> de beschikbaarheid<br />
van de nodige productiefactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> productietechnologie. De markt is dus e<strong>en</strong> efficiënt systeem.<br />
Overheidsinterv<strong>en</strong>tie is niet noodzakelijk <strong>en</strong> kan <strong>en</strong>kel de efficiënte marktwerking verstor<strong>en</strong>. Om deze red<strong>en</strong><br />
is de economische theorie erg kritisch t<strong>en</strong> opzichte van elke vorm van regulering.<br />
Het bov<strong>en</strong>staande gaat echter maar op voor zover de markt perfect functioneert. Cruciaal is dan ook de<br />
vraag of de woningmarkt aan de voorwaard<strong>en</strong> voor perfecte marktwerking voldoet. Is dit niet het geval, dan<br />
zijn er hierin argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> voor het bijstur<strong>en</strong> van de markt via overheidsoptred<strong>en</strong>. Dit zijn de ‘efficiëntiered<strong>en</strong><strong>en</strong>’.<br />
Voor de sociale welvaartstheorie zijn deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> de belangrijkste. Daarnaast zijn er de<br />
‘rechtvaardigheidsred<strong>en</strong><strong>en</strong>’ voor overheidsoptred<strong>en</strong>. We gaan na of deze red<strong>en</strong><strong>en</strong> spel<strong>en</strong> op de private huurmarkt.<br />
1.2.1.2 Efficiëntie als argum<strong>en</strong>t voor overheidsoptred<strong>en</strong><br />
Economische efficiëntie kan zowel betrekking hebb<strong>en</strong> op de productie als op de consumptie van goeder<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> ‘efficiënt’ g<strong>en</strong>oemd als op de best mogelijke manier gebruik wordt gemaakt van<br />
goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> efficiënte combinatie van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> kan gegev<strong>en</strong> de voorkeur<strong>en</strong><br />
(van consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) het nut van niemand word<strong>en</strong> verhoogd zonder het nut van iemand<br />
anders te verminder<strong>en</strong>. Of nog anders gezegd: de verdeling van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> is efficiënt als de<br />
consum<strong>en</strong>t met de hoogste bereidheid tot betal<strong>en</strong> het goed kan kop<strong>en</strong> of (voor produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) als de onderneming<br />
aan de laagste kost<strong>en</strong> het product produceert. Als de overheid tuss<strong>en</strong>komt, kan dit de efficiënte<br />
marktwerking verstor<strong>en</strong>.<br />
4
E<strong>en</strong> voorwaarde voor efficiëntie is ev<strong>en</strong>wel dat dit alles zich afspeelt in e<strong>en</strong> perfecte markt. E<strong>en</strong> perfecte<br />
markt k<strong>en</strong>merkt zich door perfecte informatie van alle actor<strong>en</strong> op die markt, volledige mededinging <strong>en</strong> de<br />
afwezigheid van marktfaling<strong>en</strong>. Hoe zit het hiermee op de private huurmarkt?<br />
E<strong>en</strong> eerste vaststelling is dat op de private huurmarkt niet is voldaan aan volledige informatie. Dit speelt<br />
vooreerst aan de kant van de huurders. De verhuurder k<strong>en</strong>t beter de kwaliteit<strong>en</strong> van de woning dan de huurder<br />
(Winters & Marchal, 2004). Dit informatievoordeel zou de verhuurder kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> hogere<br />
prijs te vrag<strong>en</strong> dan wat overe<strong>en</strong>stemt met de kwaliteit. Anderzijds beschikt ook de verhuurder niet over volledige<br />
informatie: hij kan moeilijk inschatt<strong>en</strong> hoe goed de huurder de woning zal onderhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> of hij op tijd<br />
de huur zal betal<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong> zal de verhuurder e<strong>en</strong> ‘risicopremie’ inrek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de huur, in het bijzonder<br />
voor woning<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong> in achterstandswijk<strong>en</strong> of bij verhuring aan gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> laag inkom<strong>en</strong>. Dergelijke<br />
asymmetrische informatie kan e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t zijn om de prijz<strong>en</strong> voor nieuwe verhuring<strong>en</strong> te reglem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>,<br />
in het bijzonder door er over te wak<strong>en</strong> dat de huurprijz<strong>en</strong> de marktprijz<strong>en</strong> niet overstijg<strong>en</strong>. Om het informatievoordeel<br />
voor de verhuurder niet te lat<strong>en</strong> uitmond<strong>en</strong> in hogere prijz<strong>en</strong>, kan het ook volstaan om louter<br />
de transparantie op de markt te verhog<strong>en</strong>.<br />
Ook aan de voorwaarde van volledige mededinging is op de private huurmarkt niet voldaan. Deze voorwaarde<br />
houdt in dat er op de markt zeer vele aanbieders van huurwoning<strong>en</strong> zijn die all<strong>en</strong> dezelfde macht<br />
hebb<strong>en</strong>. In de praktijk is dit niet het geval. De huurmarkt is e<strong>en</strong> gesegm<strong>en</strong>teerde markt: als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> huurwoning<br />
zoekt, is dit e<strong>en</strong> woning van e<strong>en</strong> zekere grootte <strong>en</strong> kwaliteit, in e<strong>en</strong> bepaalde regio, onder e<strong>en</strong> maximale<br />
prijs, ... Maar er staan doorgaans maar e<strong>en</strong> beperkt aantal woning<strong>en</strong> te huur. Daardoor is de keuze<br />
beperkt <strong>en</strong> kan m<strong>en</strong> niet meer sprek<strong>en</strong> van perfecte mededinging. Lind geeft het voorbeeld van e<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong><br />
dat e<strong>en</strong> welbepaalde woning wil hur<strong>en</strong> omdat deze geleg<strong>en</strong> is naast de huidige woning. Als de verhuurder<br />
dit weet, kan hij dit doorrek<strong>en</strong><strong>en</strong> in de huurprijs. Ook hier gaat het over monopoliemacht, maar dan<br />
wel t<strong>en</strong> opzichte van nieuwe huurders. Ook dit kan e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t zijn om de huurprijz<strong>en</strong> te reguler<strong>en</strong>.<br />
Aan de voorwaarde voor perfecte mededinging is ook niet voldaan voor zitt<strong>en</strong>de huurders. Als e<strong>en</strong> huurder<br />
e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> dezelfde woning bewoont, wordt voor hem de waarde van de woning hoger dan de marktprijs:<br />
omdat de bewoner zich id<strong>en</strong>tificeert met de woning, omdat hij heeft geïnvesteerd in inrichting, omdat hij<br />
geïntegreerd is in de buurt, de kinder<strong>en</strong> er naar school gaan, ... Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gaat e<strong>en</strong> verhuis gepaard met<br />
transactiekost<strong>en</strong> (bv. tijd om iets anders te zoek<strong>en</strong>, kost<strong>en</strong> van verhuis). Op dat og<strong>en</strong>blik heeft de eig<strong>en</strong>aar<br />
dus meer macht t<strong>en</strong> opzichte van de huurder dan andere pot<strong>en</strong>tiële verhuurders. De huisbaas kan deze<br />
monopoliemacht omzett<strong>en</strong> in huurprijsverhoging<strong>en</strong>. Dergelijke prijszetting waarbij monopoloïde overwinst<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gemaakt, kom<strong>en</strong> vooral voor in situaties van e<strong>en</strong> woningtekort (Boelhouwer & Haffner, 2002). Het is<br />
e<strong>en</strong> van de belangrijkste argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om de huurprijsstijging voor lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> aan band<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong><br />
(zie huurprijsregulering type A).<br />
T<strong>en</strong> slotte kunn<strong>en</strong> ook marktfaling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t bied<strong>en</strong> om in te grijp<strong>en</strong> in de markt. De meest gek<strong>en</strong>de<br />
vorm<strong>en</strong> daarvan zijn externaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> schaalvoordel<strong>en</strong>. ‘Externaliteit<strong>en</strong>’ bestaan als goeder<strong>en</strong> of di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />
het nut van derd<strong>en</strong> positief of negatief beïnvloed<strong>en</strong>. De prijs die de gebruiker bereid is te betal<strong>en</strong>, reflecteert<br />
dan niet het nadeel (of voordeel) dat ander<strong>en</strong> hiervan ondervind<strong>en</strong>. Wat betreft de private huurprijz<strong>en</strong> lijkt dit<br />
argum<strong>en</strong>t ons minder relevant. E<strong>en</strong> schaalvoordeel houdt in dat goeder<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> lagere prijs kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
aangebod<strong>en</strong> wanneer ze geproduceerd word<strong>en</strong> in grote hoeveelhed<strong>en</strong>. Hierin ligt één van de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
voor sociale woningbouw.<br />
1.2.1.3 Rechtvaardigheid als argum<strong>en</strong>t voor overheidsoptred<strong>en</strong><br />
Zelfs in e<strong>en</strong> perfect werk<strong>en</strong>de markt kan ingrijp<strong>en</strong> van de overheid gerechtvaardigd zijn. Dit is het geval als<br />
het ev<strong>en</strong>wicht dat tot stand komt in de markt niet aan alle huishoud<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> consumpti<strong>en</strong>iveau verzekert dat<br />
overe<strong>en</strong> stemt met hun behoeft<strong>en</strong>. Het staat bek<strong>en</strong>d als het ‘rechtvaardigheidsargum<strong>en</strong>t’ (equity). We onderscheid<strong>en</strong><br />
verticale <strong>en</strong> horizontale rechtvaardigheid.<br />
Wat baat het dat de markt efficiënt werkt, wanneer bepaalde groep<strong>en</strong> omwille van e<strong>en</strong> te laag inkom<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
toegang hebb<strong>en</strong> tot de markt? Dit is wat m<strong>en</strong> verstaat onder ‘verticale rechtvaardigheid’. Om hieraan tegemoet<br />
te kom<strong>en</strong> kan de overheid ofwel inkom<strong>en</strong>s herverdel<strong>en</strong> (cash transfer) ofwel direct huisvesting ter<br />
beschikking stell<strong>en</strong> van gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> te laag inkom<strong>en</strong> (in-kind transfer). Het reguler<strong>en</strong> van de huurprijz<strong>en</strong><br />
wordt echter niet als e<strong>en</strong> goed instrum<strong>en</strong>t gezi<strong>en</strong> om deze problematiek aan te pakk<strong>en</strong>, omdat het minder<br />
gericht kan word<strong>en</strong> op de doelgroep<strong>en</strong> die deze problem<strong>en</strong> ondervind<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voordeel van huurprijs-<br />
5
egulering t<strong>en</strong> opzichte van subsidies die de vraag stimuler<strong>en</strong> is dan weer dat hiervan e<strong>en</strong> minder groot<br />
effect op de prijz<strong>en</strong> zou uitgaan.<br />
‘Horizontale rechtvaardigheid’ houdt in dat alle groep<strong>en</strong> gelijke toegang hebb<strong>en</strong> tot de markt, maar het kan<br />
ook verwijz<strong>en</strong> naar gelijkheid van kost<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> alle groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> gelijkheid van subsidies (Barr, 1998). In de<br />
literatuur wordt gesteld dat het moeilijk concreet is te mak<strong>en</strong> wat het inhoudt onder andere omdat gelijkheid<br />
e<strong>en</strong> normatief begrip is (Oxley, 2004). E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige <strong>en</strong> weinig omstred<strong>en</strong> toepassing van gelijke toegang<br />
is dat alle groep<strong>en</strong>, ongeacht afkomst of andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> 1 toegang moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> minimum<br />
niveau van huisvesting. Hierin vind<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> basis voor antidiscriminatiewetgeving, maar ook voor e<strong>en</strong><br />
publiek aanbod aan goedkope huisvesting. Gelijke kost<strong>en</strong> houdt in dat wie op e<strong>en</strong> of andere wijze wordt<br />
b<strong>en</strong>adeeld, daarvoor moet word<strong>en</strong> gecomp<strong>en</strong>seerd. Hierin kan m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t vind<strong>en</strong> voor huurprijsregulering,<br />
meer bepaald wanneer eig<strong>en</strong>domsverwerving sterk gesubsidieerd wordt. Vermits de woningmarkt<br />
e<strong>en</strong> inelastische markt is, leid<strong>en</strong> fiscale voordel<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> woning tot prijsopdrijving in de<br />
eig<strong>en</strong>domsmarkt. Aangezi<strong>en</strong> koop- <strong>en</strong> huurwoning<strong>en</strong> tot op zekere hoogte substitueerbaar zijn, leidt dit ook<br />
tot prijsverhoging in de huursector. Huurprijsregulering kan deze prijsverhoging in toom houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo de<br />
nadelige gevolg<strong>en</strong> die huurders ondervind<strong>en</strong> als gevolg van de bestaande fiscale behandeling van de eig<strong>en</strong><br />
woning beperk<strong>en</strong>. Volgt m<strong>en</strong> dit argum<strong>en</strong>t, dan is hierin e<strong>en</strong> verantwoording te vind<strong>en</strong> voor het oplegg<strong>en</strong> van<br />
maximum huurprijz<strong>en</strong> zelfs b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de marktr<strong>en</strong>te.<br />
1.2.1.4 Het belang van deze argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
In de literatuur bestaat ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sgezindheid over het belang van de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijgevolg<br />
aan de noodzaak tot huurregulering. Barr, als liberaal econoom, dringt aan op terughoud<strong>en</strong>dheid bij<br />
overheidsingrijp<strong>en</strong> in de woningmarkt in het algeme<strong>en</strong> <strong>en</strong> hecht vooral belang aan de efficiëntiered<strong>en</strong><strong>en</strong> als<br />
argum<strong>en</strong>t om dat wel te do<strong>en</strong>. Oxley (2000) daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> stelt dat het probleem op de woningmarkt niet<br />
zozeer is dat gezinn<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de de voordel<strong>en</strong> van kwaliteitsvol won<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, maar dat bepaalde groep<strong>en</strong><br />
bij gebrek aan middel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> toegang hebb<strong>en</strong> tot kwaliteitsvol won<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hecht daarmee e<strong>en</strong> groter belang<br />
aan de rechtvaardigheidsargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Veel hangt echter ook af van de aard van ingrijp<strong>en</strong>. Vorm<strong>en</strong> van ‘eerste g<strong>en</strong>eratie huurregulering’ word<strong>en</strong> in<br />
de literatuur sterk bekritiseerd omdat ze inefficiënties in de markt teweeg br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. ‘Tweede g<strong>en</strong>eratie regulering’<br />
tracht hieraan tegemoet te kom<strong>en</strong>, maar staat op basis van empirische bevinding<strong>en</strong> ook meer <strong>en</strong><br />
meer bloot aan kritiek. In 1.3 gaan we nader in op de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van huurprijsregulering.<br />
1.2.2 Argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
In de sociaal-wet<strong>en</strong>schappelijke huisvestingsliteratuur vindt m<strong>en</strong> ook nog andere, meer sociaal geïnspireerde<br />
argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor huurprijsregulering, die vaak word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd door economist<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de<br />
doel<strong>en</strong> die daarin word<strong>en</strong> vooropgesteld, is het voorkom<strong>en</strong> van sociale segregatie. Het doel van het sociaal<br />
beleid is dan om de laagste inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> toegang te gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> betaalbare private huurwoning in<br />
gelijk welke wijk. Als dit het geval is, wordt de kans dat zwakke groep<strong>en</strong> zich conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> in achtergestelde<br />
wijk<strong>en</strong> kleiner <strong>en</strong> verminder<strong>en</strong> de kans<strong>en</strong> op sociale uitsluiting. Haffner et al. stell<strong>en</strong> dat huurprijsregulering<br />
minder populair is dan vroeger om hieraan tegemoet te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat andere beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong><br />
huursubsidie <strong>en</strong> ruimtelijke planning (bv. het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sociale verplichting bij nieuwe verkaveling<strong>en</strong><br />
zoals het grond- <strong>en</strong> pand<strong>en</strong>decreet doet) hiervoor meer doelgericht geacht word<strong>en</strong> (zie ook Glaeser, 2003).<br />
1.3 Vorm<strong>en</strong> van huurprijsregulering<br />
1.3.1 Eerste <strong>en</strong> tweede g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering (Arnott, 1995)<br />
Onder ‘eerste g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering’ wordt e<strong>en</strong> strikte vorm van huurprijsregulering verstaan die<br />
doorgaans alle private huurprijz<strong>en</strong> bevriest op e<strong>en</strong> bepaald niveau. In het beste geval wordt <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> jaarlijkse<br />
stijging toegelat<strong>en</strong> die b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de inflatie blijft (Arnott, 1995; Lind, 2001).<br />
1 Behalve inkom<strong>en</strong>, want in dit geval gaat het over verticale gelijkheid.<br />
6
Tweede g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> is meer e<strong>en</strong> regulering ‘op maat’. Meestal wordt e<strong>en</strong><br />
onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> nieuwe <strong>en</strong> lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong>. Vaak ook is deze vorm van regulering ingebed<br />
in e<strong>en</strong> geheel van maatregel<strong>en</strong> met betrekking tot woonzekerheid, woonkwaliteit, woningverbetering <strong>en</strong><br />
-onderhoud, de relaties tuss<strong>en</strong> huurder <strong>en</strong> verhuurder. Het hanter<strong>en</strong> van richthuurprijz<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> vorm van<br />
tweede g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering.<br />
1.3.2 De vijf types van huurprijsregulering volg<strong>en</strong>s Lind (2001)<br />
E<strong>en</strong> eerste belangrijk onderscheid in huurprijsregulering gaat uit van de groep op wie de regels betrekking<br />
hebb<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>de huurders zijn (type A <strong>en</strong> B). In dit geval betreft de regulering de hoogte van de<br />
huurprijs bij verl<strong>en</strong>ging van het huurcontract of wanneer de periode waarvoor de huurprijs vastlegt, eindigt.<br />
De tweede groep van types dekt alle huurders, zowel bij nieuwe verhuring<strong>en</strong> als voor zitt<strong>en</strong>de huurders<br />
(type C, D <strong>en</strong> E).<br />
1.3.2.1 Type A<br />
Type A huurprijsregulering beschermt de zitt<strong>en</strong>de huurder teg<strong>en</strong> huurprijsverhoging<strong>en</strong> die bov<strong>en</strong> de marktr<strong>en</strong>te<br />
ligg<strong>en</strong>. Dit type van regulering vindt zijn argum<strong>en</strong>tatie in de monopoliepositie van verhuurders e<strong>en</strong>maal<br />
e<strong>en</strong> huurder gevestigd is. Lind merkt op dat deze vorm van regulering niet beschermt teg<strong>en</strong> verhoging van<br />
de markthuur.<br />
1.3.2.2 Type B<br />
Type B biedt de zitt<strong>en</strong>de huurder wel bescherming teg<strong>en</strong> verhoging van de markthuur. Dergelijke verhoging<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> bij plotse of plaatselijke stijging<strong>en</strong> van de vraag naar dit soort van woning<strong>en</strong>. Deze<br />
regulering beschermt huurders teg<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> verhuis als gevolg van dergelijke vraagstijging, maar laat<br />
wel toe dat gesteg<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> van verhuurders word<strong>en</strong> doorgerek<strong>en</strong>d in de huurprijs. Lind merkt op dat er ook<br />
andere manier<strong>en</strong> zijn om dit risico te beperk<strong>en</strong>, zoals het oplegg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minimum termijn voor huurcontract<strong>en</strong>.<br />
Dit is e<strong>en</strong> veel voorkom<strong>en</strong>de vorm van regulering. Ook onze federale huurwetgeving bevat dergelijke<br />
controle van huurprijz<strong>en</strong>, met name door huurprijsverhoging<strong>en</strong> voor zitt<strong>en</strong>de huurders te beperk<strong>en</strong> tot maximaal<br />
de gezondheidsindex.<br />
1.3.2.3 Type C<br />
Type C beschermt alle huurders teg<strong>en</strong> huurprijz<strong>en</strong> die hoger ligg<strong>en</strong> dan de markthuur. Het bestaan van<br />
asymmetrische informatie biedt hiervoor e<strong>en</strong> mogelijk argum<strong>en</strong>t. Ook de monopoliemacht van verhuurders<br />
t<strong>en</strong> opzichte van nieuwe huurders kan e<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t zijn. En t<strong>en</strong> slotte biedt ook horizontale gelijkheid hiervoor<br />
e<strong>en</strong> motivatie: dergelijke regulering beschermt huurders die t<strong>en</strong> opzichte van de verhuurder in e<strong>en</strong><br />
zwakke onderhandelingspositie staan bijvoorbeeld omwille van e<strong>en</strong> lage scholing of vreemde afkomst.<br />
1.3.2.4 Type D<br />
Type D heeft tot doel korte termijn schommeling<strong>en</strong> in de markthuur af te zwakk<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong>ering er achter is<br />
dat vraagstijging<strong>en</strong> op korte termijn leid<strong>en</strong> tot huurprijsstijging<strong>en</strong>, maar dat na verloop van tijd, als het aanbod<br />
reageert op de prijsstijging, de prijs terug zal zakk<strong>en</strong>. De piek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan afgevlakt door e<strong>en</strong> ‘cap’ te<br />
zett<strong>en</strong> op de prijsstijging<strong>en</strong>, dit is e<strong>en</strong> maximum prijsstijging gedur<strong>en</strong>de het lop<strong>en</strong>de jaar. Het is niet de<br />
bedoeling ook op langere termijn de prijz<strong>en</strong> onder de markthuur te houd<strong>en</strong>.<br />
1.3.2.5 Type E<br />
Type E t<strong>en</strong> slotte houdt in dat alle huurprijz<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de marktr<strong>en</strong>te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> vindt zijn argum<strong>en</strong>tatie in<br />
het teg<strong>en</strong>gaan van segregatie. Dergelijke regulering moet het mogelijk mak<strong>en</strong> dat ook huishoud<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong><br />
lager inkom<strong>en</strong> toegang krijg<strong>en</strong> tot huurwoning<strong>en</strong> in de betere wijk<strong>en</strong>. Onder dit type valt de eerste g<strong>en</strong>eratie<br />
huurprijsregulering. Het komt nag<strong>en</strong>oeg niet meer voor. In 1995 had alle<strong>en</strong> nog Oost<strong>en</strong>rijk dergelijke regulering.<br />
7
1.3.3 Regulering op basis van kost<strong>en</strong>, marktprijz<strong>en</strong> of kwaliteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
Haffner <strong>en</strong> Elsinga (2007) stell<strong>en</strong> dat naast het onderscheid dat Lind maakt tuss<strong>en</strong> op wie de regulering van<br />
toepassing is (zitt<strong>en</strong>de huurders of alle huurders) nog e<strong>en</strong> tweede onderscheid relevant is, namelijk of de<br />
regulering vertrekt van de kostprijs of van de marktprijs. Bij Noël et al. (2007) wordt nog e<strong>en</strong> derde vertrekpunt<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: de kwaliteit van de woning zoals ze wordt gewaardeerd door de bewoner. We opter<strong>en</strong> er<br />
hier voor dit iets ruimer te omschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> waardering die tot stand komt in overleg tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />
betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> (zoals in Zwed<strong>en</strong>) hier mee onder te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
De kostprijs omvat alle investeringskost<strong>en</strong>, zowel voor de bouw van de woning als voor r<strong>en</strong>ovatiewerk<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast kunn<strong>en</strong> ook de waardevermindering<strong>en</strong> als gevolg van slijtage in rek<strong>en</strong>ing gebracht <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong><br />
gew<strong>en</strong>st r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t uit verhuring word<strong>en</strong> ingerek<strong>en</strong>d.<br />
E<strong>en</strong> tweede mogelijke optie is dat de regulering vertrekt van markthuurprijz<strong>en</strong>. In dit geval heeft m<strong>en</strong> nood<br />
aan de markwaarde van vergelijkbare woning<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vergelijkbare locatie. De marktwaarde kan zowel<br />
bov<strong>en</strong> als b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de kostprijs ligg<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> markt of e<strong>en</strong> marktsegm<strong>en</strong>t waar er krapte is, ligt de marktwaarde<br />
doorgaans bov<strong>en</strong> de kostprijs.<br />
De derde variant is e<strong>en</strong> normatieve b<strong>en</strong>adering waarbij de kwaliteit van de woning gekoppeld wordt aan<br />
normatieve prijz<strong>en</strong>. Die normering kan resulter<strong>en</strong> uit de waardering die de consum<strong>en</strong>t geeft aan de kwaliteit.<br />
In dit geval kan m<strong>en</strong> zich bijvoorbeeld baser<strong>en</strong> op <strong>en</strong>quêtes waarbij bewoners de kwaliteit van woningk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
uitdrukk<strong>en</strong> in geldterm<strong>en</strong>. Maar de relatie kwaliteit-prijs kan ook het resultaat zijn van overleg tuss<strong>en</strong><br />
betrokk<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> of word<strong>en</strong> opgelegd door de overheid.<br />
Merk op dat de verschill<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> soms dicht teg<strong>en</strong> elkaar kunn<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>. Zo kan de waardering<br />
van de kwaliteit rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de kostprijs (incl. r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t) wanneer deze waardering tot stand komt<br />
met inbr<strong>en</strong>g van verhuurders. De kostprijsb<strong>en</strong>adering komt overe<strong>en</strong> met de marktprijsb<strong>en</strong>adering indi<strong>en</strong> er<br />
sprake zou zijn van e<strong>en</strong> goed werk<strong>en</strong>de vrije markt, zoals bov<strong>en</strong> gedefinieerd.<br />
8
2. Huurprijsregulering in België <strong>en</strong> andere land<strong>en</strong><br />
2.1 België<br />
De Belgische Woninghuurwet vertrekt van het principe van contractvrijheid (Dambre, 2009). Telk<strong>en</strong>s wanneer<br />
e<strong>en</strong> nieuwe overe<strong>en</strong>komst wordt afgeslot<strong>en</strong>, wordt de huurprijs vrij bepaald tuss<strong>en</strong> de contractant<strong>en</strong>.<br />
De <strong>en</strong>ige uitzondering daarop is wanneer het gaat over ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> van korte duur met verschill<strong>en</strong>de<br />
huurders, die beëindigd word<strong>en</strong> door de verhuurder. In dit geval mag de huurprijs niet word<strong>en</strong><br />
gewijzigd. Ook wanneer huurder <strong>en</strong> verhuurder besliss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst van korte duur te verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong>,<br />
laat de huurwet niet toe de huurprijs te wijzig<strong>en</strong>. De overe<strong>en</strong>komst wordt dan in dit geval beschouwd als<br />
zijnde e<strong>en</strong> langlop<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst van neg<strong>en</strong> jaar, wat de regel is (FOD Justitie, 2010).<br />
Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>d contract kan de huurprijs jaarlijks word<strong>en</strong> aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex,<br />
2 behalve wanneer het contract dit uitdrukkelijk uitsluit (FOD Justitie, 2010).<br />
Daarnaast bestaat sedert de aanpassing van de Huurwet in 1997 de mogelijkheid om de huurprijs te herzi<strong>en</strong><br />
omdat de omstandighed<strong>en</strong> zijn gewijzigd. Deze herzi<strong>en</strong>ing kan slechts plaatsvind<strong>en</strong> op het einde van elke<br />
driejarige periode. Ze kan gevraagd word<strong>en</strong> zowel door de huurder als de verhuurder. De herzi<strong>en</strong>ing gebeurt<br />
in overe<strong>en</strong>stemming, of de vrederechter kan de herzi<strong>en</strong>ing toestaan. Dit kan in twee gevall<strong>en</strong>:<br />
de vrag<strong>en</strong>de partij bewijst dat de ‘normale huurwaarde’ t<strong>en</strong> gevolge van ‘nieuwe omstandighed<strong>en</strong>’<br />
t<strong>en</strong>minste 20% hoger of lager is;<br />
de verhuurder bewijst dat de normale huurwaarde t<strong>en</strong> gevolge van werk<strong>en</strong> op zijn kost<strong>en</strong> met t<strong>en</strong>minste<br />
10% is gesteg<strong>en</strong>, waarbij werk<strong>en</strong> die di<strong>en</strong><strong>en</strong> om het goed in overe<strong>en</strong>stemming te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met de minimale<br />
kwaliteitsvereist<strong>en</strong> niet in aanmerking kom<strong>en</strong>.<br />
Deze regeling voor aanpassing van de huurprijz<strong>en</strong> omwille van omstandighed<strong>en</strong> is van toepassing op contract<strong>en</strong><br />
afgeslot<strong>en</strong> na 31 mei 1997. Ze geldt <strong>en</strong>kel voor overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van 9 jaar of langer <strong>en</strong> niet voor<br />
overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van korte duur, t<strong>en</strong>zij deze als gevolg van verl<strong>en</strong>ging<strong>en</strong> zijn omgevormd tot e<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>jarige<br />
huurovere<strong>en</strong>komst (FOD Justitie, 2010).<br />
Interessant voor de discussie over richthuurprijz<strong>en</strong> is het begrip ‘normale huurwaarde’ in deze regeling.<br />
Hieronder verstaat m<strong>en</strong> ‘de waarde die e<strong>en</strong> doorsnee huurder voor het gehuurde goed zou bied<strong>en</strong>, die wordt<br />
bepaald op basis van de gegev<strong>en</strong>s van de vastgoedmarkt <strong>en</strong> door e<strong>en</strong> vergelijking van de huurwaarde van<br />
soortgelijke onroer<strong>en</strong>de goeder<strong>en</strong> op het vlak van standing <strong>en</strong> comfort in dezelfde omgeving’ (Dambre,<br />
2009). Het gaat hier dus over e<strong>en</strong> marktprijs. De ‘nieuwe omstandighed<strong>en</strong>’ moet<strong>en</strong> objectieve omstandighed<strong>en</strong><br />
zijn die onafhankelijk zijn van het toedo<strong>en</strong> van huurder <strong>en</strong> verhuurder, zoals (Dambre, 2009):<br />
de verslechtering van de toestand van het gehuurde goed;<br />
de verhoging van de onroer<strong>en</strong>de voorheffing;<br />
de ontwikkeling van de markt;<br />
de verbetering van de omgeving rond het gehuurde goed<br />
Dambre merkt op dat e<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus groeit dat de algem<strong>en</strong>e ontwikkeling van de vastgoedmarkt niet als<br />
nieuwe omstandigheid kan geld<strong>en</strong>. De rechter die op basis daarvan e<strong>en</strong> huurprijsherzi<strong>en</strong>ing zou toestaan,<br />
zou zo namelijk zelf bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e stijging van de prijz<strong>en</strong> op de vastgoedmarkt, waardoor één<br />
van de belangrijkste doelstelling<strong>en</strong> van de Woninghuurwet, namelijk het beheers<strong>en</strong> van de huurprijz<strong>en</strong> door<br />
grotere woonzekerheid, zou word<strong>en</strong> t<strong>en</strong>iet gedaan (Dambre, 2009).<br />
De bewijslast ligt bij deg<strong>en</strong>e die de herzi<strong>en</strong>ing aanvraagt. De rechter oordeelt naar billijkheid. Die beoordeling<br />
br<strong>en</strong>gt mee dat de rechter niet verplicht is de huurprijs aan te pass<strong>en</strong> in dezelfde verhouding als de<br />
wijziging van de normale huurwaarde.<br />
2 Uitzondering hierop zijn de contract<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> voor 1991 waarin de indexatie van de huurprijs niet is voorzi<strong>en</strong>.<br />
9
Op basis van gepubliceerde rechtspraak kan m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> definitieve uitsprak<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de mate waarin er<br />
in de praktijk van de regeling gebruik wordt gemaakt, maar volg<strong>en</strong>s Dambre lijkt dit toch e<strong>en</strong> indicatie te zijn<br />
dat er zeer weinig procedures over huurprijsherzi<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gevoerd.<br />
Om het belang ervan te kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> hierover <strong>en</strong>kele vrag<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> mogelijke nieuwe woonsurvey.<br />
2.2 Andere Europese land<strong>en</strong><br />
Huurprijsregulering werd in Europa ingevoerd na de eerste wereldoorlog. Meestal werd<strong>en</strong> huurprijz<strong>en</strong> vastgelegd<br />
los van de marktomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> op dat niveau bevror<strong>en</strong>. Op basis van de ervaring<strong>en</strong> met deze<br />
vorm<strong>en</strong> van regulering werd<strong>en</strong> echter achteraf diverse aanpassing<strong>en</strong> aan deze stelsels doorgevoerd. Na e<strong>en</strong><br />
zeer uitgebreide literatuurstudie wereldwijd stell<strong>en</strong> Turner <strong>en</strong> Malpezzi (2003) vast dat mom<strong>en</strong>teel e<strong>en</strong> breed<br />
spectrum aan praktijk<strong>en</strong> bestaat met aan de <strong>en</strong>e kant vorm<strong>en</strong> van volledige prijscontrole zoals die zichtbaar<br />
war<strong>en</strong> in socialistische economieën <strong>en</strong> aan de andere kant door de overheid gefinancierde vorm<strong>en</strong> van<br />
commissies van huurders <strong>en</strong> verhuurders die huurprijz<strong>en</strong> onderhandel<strong>en</strong>. Uit het overzicht besluit<strong>en</strong> Turner<br />
<strong>en</strong> Malpezzi dat het veel meer gebruikelijk is om huurprijsverhoging<strong>en</strong> te reguler<strong>en</strong> dan prijz<strong>en</strong> van nieuwe<br />
verhuring<strong>en</strong>. Ook Pareja-Eastaway <strong>en</strong> Sanchez-Martinez (2010) kom<strong>en</strong> tot het besluit van vandaag de<br />
meeste Europese land<strong>en</strong> zijn geëvolueerd naar e<strong>en</strong> huurprijsregulering die jaarlijkse indexaanpassing<strong>en</strong><br />
voor lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> mogelijk maakt, terwijl onder beleidsmakers cons<strong>en</strong>sus groeit dat vrije prijsvorming<br />
voor nieuwe contract<strong>en</strong> mogelijk moet zijn, zodat de huurprijz<strong>en</strong> tred kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met de markt.<br />
Verder stell<strong>en</strong> zij vast dat in bijna alle system<strong>en</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traal orgaan werkzaam is dat de huurprijz<strong>en</strong> vastlegt<br />
<strong>en</strong> belast is met het beheer <strong>en</strong> de handhaving van de prijz<strong>en</strong>. De huurprijsregulering gaat daarbij steeds<br />
gepaard met e<strong>en</strong> mechanisme dat de huurprijz<strong>en</strong> ook afdwingbaar maakt.<br />
Meerdere van de reeds geciteerde studies <strong>en</strong> ook Haffner et al. (2008) bevatt<strong>en</strong> beschrijving<strong>en</strong> van system<strong>en</strong><br />
van huurprijsregulering in andere Europese land<strong>en</strong>. We gev<strong>en</strong> op basis hiervan e<strong>en</strong> kort overzicht.<br />
Tabel 1 plaatst op basis van deze informatie de land<strong>en</strong> in de indeling<strong>en</strong> die hierbov<strong>en</strong> zijn voorgesteld.<br />
Omdat de regulering voor nieuwe contract<strong>en</strong> <strong>en</strong> lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> vaak verschilt, mak<strong>en</strong> we hiertuss<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> onderscheid.<br />
De tabel toont vooreerst hoe verschill<strong>en</strong>d de praktijk<strong>en</strong> zijn. Tev<strong>en</strong>s maakt de tabel duidelijk dat voor de helft<br />
van de land<strong>en</strong> die zijn besprok<strong>en</strong>, de prijsvorming voor nieuwe verhuring<strong>en</strong> volledig vrij is. In de andere land<strong>en</strong><br />
wordt de aanvangshuur bepaald op basis van marktprijz<strong>en</strong> (Frankrijk), op basis van kost<strong>en</strong> met inbegrip<br />
van e<strong>en</strong> redelijk r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t (Luxemburg) of op basis van prijs-kwaliteitsnorm<strong>en</strong> die zijn vastgelegd door de<br />
overheid (Nederland) of na lokaal overleg (Zwed<strong>en</strong>).<br />
Voor lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> wordt meestal e<strong>en</strong> beperking opgelegd aan prijsstijging<strong>en</strong>, waarbij de inflatie vaak<br />
het vertrekpunt vormt, maar soms ook kost<strong>en</strong>stijging<strong>en</strong> of stijging<strong>en</strong> van de marktprijs in rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong><br />
gebracht. In België bestaat zoals bov<strong>en</strong> toegelicht de mogelijkheid om de huur aan te pass<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de verhuurder<br />
kost<strong>en</strong> doet aan de woning die verder reik<strong>en</strong> dan het onderhoud waartoe hij wettelijk gehoud<strong>en</strong> is.<br />
Wettelijk is in België ook e<strong>en</strong> aanpassing mogelijk bij wijziging van de normale huurwaarde, maar dit wordt<br />
maar beperkt in de praktijk gebracht.<br />
In het hierna volg<strong>en</strong>d overzicht beperk<strong>en</strong> we ons tot e<strong>en</strong> beschrijving van de huurprijsregulering. Gezi<strong>en</strong> de<br />
beperkte opzet van deze studie is het niet mogelijk daarbij ook het ruimere woonbeleid van de betreff<strong>en</strong>de<br />
land<strong>en</strong> in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Het is echter belangrijk voor og<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> dat de huurprijsregulering in vele<br />
van deze land<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gaat met e<strong>en</strong> systeem van huursubsidies. Beide instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beog<strong>en</strong> de betaalbaarheid<br />
te verbeter<strong>en</strong> voor huurders. Maar er is ook e<strong>en</strong> dubbele sam<strong>en</strong>hang. Enerzijds kan regulering de<br />
kost van de huursubsidie voor de overheid beperk<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat de subsidie resulteert in prijsstijging<strong>en</strong><br />
op de huurmarkt bij e<strong>en</strong> inelastisch aanbod. Anderzijds kan de huursubsidie ook de betaalbaarheid<br />
verzeker<strong>en</strong> voor huurprijz<strong>en</strong> die als gevolg van weinig regulering de markthuur volg<strong>en</strong>. Daarnaast is er ook<br />
e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de huurprijsregulering <strong>en</strong> andere aspect<strong>en</strong> van de huurreglem<strong>en</strong>tering. Maar ook<br />
daarop kunn<strong>en</strong> we hier niet verder ingaan. We verwijz<strong>en</strong> naar de geciteerde werk<strong>en</strong> voor nadere informatie<br />
daarover.<br />
10
Tabel 1 System<strong>en</strong> van huurprijsregulering in acht Europese land<strong>en</strong><br />
Zitt<strong>en</strong>de huurders Nieuwe verhuring<strong>en</strong><br />
Kost<strong>en</strong> Marktprijs Vrij Kost<strong>en</strong> Marktprijs Normatief Vrij<br />
Nederland inflatie + % Op basis<br />
van punt<strong>en</strong><br />
bepaald<br />
door overheid<br />
Zwed<strong>en</strong> Op basis<br />
van overleg<br />
bewoners <strong>en</strong><br />
sociale huisvestingsorganisaties<br />
Frankrijk Inflatie +<br />
kost<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatie<br />
Spanje Inflatie<br />
(eerste<br />
5 jaar van<br />
contract)<br />
Op basis<br />
van refer<strong>en</strong>tiewoning<strong>en</strong><br />
(<strong>en</strong>kel bij<br />
hernieuwing<br />
van het contract<br />
<strong>en</strong><br />
manifeste<br />
onderwaardering)<br />
Engeland Volledige<br />
markt<br />
Duitsland Max 20% op<br />
3 jaar.<br />
Herzi<strong>en</strong>ing<br />
bij bouwkost<strong>en</strong><br />
mogelijk<br />
Refer<strong>en</strong>tiewoning<strong>en</strong><br />
of<br />
‘Mietspiegel’<br />
Luxemburg Investeringskost<strong>en</strong><br />
+ 5%<br />
r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t<br />
België Gezondheidsindex<br />
Herzi<strong>en</strong>ing<br />
bij kost<strong>en</strong><br />
aan woning<br />
2.2.1 Nederland<br />
Herzi<strong>en</strong>ing<br />
bij nieuwe<br />
omstandighed<strong>en</strong><br />
(o.a.<br />
marktprijs)<br />
Op basis<br />
van refer<strong>en</strong>tiewoning<strong>en</strong> <br />
Refer<strong>en</strong>tiewoning<strong>en</strong><br />
of<br />
‘Mietspiegel’<br />
Voor woning<strong>en</strong><br />
met<br />
huurprijs<br />
hoger dan<br />
615 euro<br />
Voor nieuwe<br />
<strong>en</strong> gemeubeldewoning<strong>en</strong><br />
Volledige<br />
markt<br />
Volledige<br />
markt<br />
Volledige<br />
markt<br />
In Nederland is de private huurmarkt met e<strong>en</strong> aandeel van 11% relatief klein. De huurprijz<strong>en</strong> van 95% van<br />
de totale huurmarkt gereguleerd: voor woning<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huurprijs van bov<strong>en</strong> de 615,01 euro (peiljaar 2006)<br />
is de prijsvorming vrij. De sociale <strong>en</strong> de private huurmarkt zijn onderworp<strong>en</strong> aan hetzelfde systeem, dat voor<br />
nieuwe verhuring<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maximum huurprijs oplegt. Deze maximumprijs is gebaseerd op e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>systeem<br />
(het ‘woningwaarderingsstelsel’) dat k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woning <strong>en</strong> de woonomgeving in rek<strong>en</strong>ing br<strong>en</strong>gt. Het<br />
is de overheid die de punt<strong>en</strong> bepaalt. Het betreft dus e<strong>en</strong> normatief systeem. Daarnaast bepaalt de regering<br />
jaarlijks de maximale huurprijsstijging (Haffner & Elsinga, 2007). Sedert 2007 is de huurstijging beperkt tot<br />
inflatie.<br />
Initieel wordt de huurprijs in de gereglem<strong>en</strong>teerde markt tuss<strong>en</strong> huurder <strong>en</strong> verhuurder in Nederland vrij<br />
bepaald, mits deze niet hoger is dan de voor de woning maximaal bepaalde huurprijs. Huurders kunn<strong>en</strong> de<br />
‘huurcommissie’ verzoek<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong> over de redelijkheid van de huurprijs. De huurcommissie toetst<br />
11
dan de overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> huurprijs aan het ‘woningwaarderingsstelsel’ <strong>en</strong> houdt daarbij rek<strong>en</strong>ing met gebrek<strong>en</strong><br />
van de woning die bij aanvang van het contract al aanwezig war<strong>en</strong>. Is de huurprijs hoger dan de maximale<br />
gr<strong>en</strong>s volg<strong>en</strong>s dit stelsel, dan wordt de huurprijs vanaf de ingangsdatum van het contract verlaagd tot<br />
dat maximum. Huurcommissies zijn zelfstandige bestuursorgan<strong>en</strong> die paritair zijn sam<strong>en</strong>gesteld tuss<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers<br />
van huurders <strong>en</strong> verhuurders. Hun werkingsgebied is e<strong>en</strong> arrondissem<strong>en</strong>t (Dambre, 2009).<br />
2.2.2 Zwed<strong>en</strong><br />
In Zwed<strong>en</strong> is het aandeel van de private huurmarkt met 17% iets hoger. Het systeem vertrekt van de huurprijz<strong>en</strong><br />
in de non-profit sector. Deze word<strong>en</strong> bepaald op lokaal niveau in overleg tuss<strong>en</strong> bewonersorganisaties<br />
<strong>en</strong> de sociale huisvestingsmaatschappij. De private huurprijz<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s niet meer dan 5%<br />
hoger ligg<strong>en</strong> dan de prijz<strong>en</strong> van vergelijkbare woning<strong>en</strong> in de publieke sector. M<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong><br />
dat op deze wijze de huurprijz<strong>en</strong> te laag ligg<strong>en</strong> om winstgev<strong>en</strong>d te zijn voor private verhuurders, maar dit<br />
blijkt niet steeds het geval. Want hoewel de sociale huisvestingsmaatschappij<strong>en</strong> niet winstgev<strong>en</strong>de organisaties<br />
zijn, kunn<strong>en</strong> de lokale bestur<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> financier<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘normaal’ r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t op de verhuring<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> huurdersorganisaties er van uitgaan dat als ze de prijz<strong>en</strong> te laag zett<strong>en</strong>, dit t<strong>en</strong> koste<br />
zal gaan van het onderhoud van de woning<strong>en</strong>. Interessant aan dit Zweedse systeem is dat de prijsvorming<br />
onderwerp is van onderhandeling. In 2008 bestond het voornem<strong>en</strong> om deze onderhandeling uit te breid<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiging van de private verhuurders. Daarnaast is er e<strong>en</strong> probleem met de EU-wetgeving<br />
wat betreft competitie. Omdat de sociale huisvesting in Zwed<strong>en</strong> gesubsidieerd is, heeft m<strong>en</strong> hier te<br />
mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verstoorde marktwerking. Ook private huurprijz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dus verstoord zijn omdat ze zijn<br />
afgestemd op de sociale huisvesting. Ook om die red<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing in voorbereiding (Haffner et al.,<br />
2008a).<br />
We hebb<strong>en</strong> niet terug gevond<strong>en</strong> hoe in Zwed<strong>en</strong> huurprijsverhoging<strong>en</strong> mogelijk zijn.<br />
2.2.3 Frankrijk<br />
In Frankrijk (met 22% private huur) wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> private huurwoning<strong>en</strong>.<br />
De prijsvorming is vrij voor nieuwe huurwoning<strong>en</strong>, voor leegstaande woning<strong>en</strong> waaraan werk<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
uitgevoerd om ze te lat<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> aan kwaliteitsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor leegstaande woning<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong><br />
aan kwaliteitsnorm<strong>en</strong>, maar waaraan belangrijke investeringswerk<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> (Dambre, 2009).<br />
Voor andere woning<strong>en</strong> die nieuw of opnieuw word<strong>en</strong> verhuurd, wordt de prijs bepaald op basis van refer<strong>en</strong>tiewoning<strong>en</strong>,<br />
dit zijn woning<strong>en</strong> met vergelijkbare k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in dezelfde regio (Noël et al., 2007; Haffner &<br />
Elsinga, 2008). De verhuurder is verplicht vergelijkingspunt<strong>en</strong> op te gev<strong>en</strong>. Laat de verhuurder dit na, dan<br />
kan de huurder de zaak voor e<strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>ingscommissie (‘Commission départem<strong>en</strong>tale de conciliation’)<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, desgevall<strong>en</strong>d om de rechter de huurprijs te lat<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. De verzo<strong>en</strong>ingscommissies zijn paritair<br />
sam<strong>en</strong>gesteld uit verteg<strong>en</strong>woordigers van huurders <strong>en</strong> verhuurders. In drie agglomeraties word<strong>en</strong> de noodzakelijke<br />
gegev<strong>en</strong>s verzameld door ‘observatoria voor de huurprijz<strong>en</strong>’ (Dambre, 2009).<br />
Ook bij hernieuwing van de overe<strong>en</strong>komst kan de nieuwe huurprijs word<strong>en</strong> vastgesteld op basis van e<strong>en</strong><br />
vergelijking met de normale huurprijz<strong>en</strong> in de buurt. Maar hier kan echter pas tot verhoging van de huurprijs<br />
word<strong>en</strong> overgegaan indi<strong>en</strong> de huurprijs manifest ondergewaardeerd blijkt. De nieuwe huurprijs zal pas geld<strong>en</strong><br />
nadat de huurder hem aanvaardt. Bij ontst<strong>en</strong>t<strong>en</strong>is van akkoord w<strong>en</strong>t de verhuurder zich tot de verzo<strong>en</strong>ingscommissie<br />
<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> ook daar ge<strong>en</strong> akkoord wordt bereikt, tot de rechter, waarna de rechter de nieuwe<br />
huurprijs vaststelt (Dambre, 2009).<br />
Voor lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> mag de huurprijsstijging niet hoger zijn dan e<strong>en</strong> indexcijfer dat gebaseerd is op de<br />
prijz<strong>en</strong> van consumptiegoeder<strong>en</strong>, van onderhoud <strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatie <strong>en</strong> van nieuwbouw (Haffner et al., 2008). Hier<br />
betreft het dus e<strong>en</strong> regulering die kostprijsbepaald is.<br />
2.2.4 Spanje<br />
Spanje heeft e<strong>en</strong> zeer onev<strong>en</strong>wichtige woningmarkt. De huurmarkt verteg<strong>en</strong>woordigt er slechts 11%,<br />
bestaande uit 10% private huur <strong>en</strong> 1% sociale huur. Tot 1985 was er e<strong>en</strong> zeer strikte huurregulering van de<br />
12
eerste g<strong>en</strong>eratie, die verantwoordelijk wordt geacht voor de sterke krimp van de private huurmarkt (in 1950<br />
was het aandeel nog 54%). In 1985 werd e<strong>en</strong> liberalisering doorgevoerd, maar omwille van onduidelijke<br />
regels <strong>en</strong> het naast elkaar blijv<strong>en</strong> bestaan van verschill<strong>en</strong>de types van huurcontract<strong>en</strong> bracht deze ge<strong>en</strong><br />
soelaas voor de private huurmarkt. Wel was er e<strong>en</strong> duidelijk opwaarts effect op de huurprijz<strong>en</strong>. De hervorming<br />
in 1994 creëerde opnieuw e<strong>en</strong> stabiel kader voor de relatie tuss<strong>en</strong> huurders <strong>en</strong> verhuurders (Pareja-<br />
Eastaway & Sanchez-Martinez, 2010). Hiermee werd de prijsvorming voor nieuwe contract<strong>en</strong> volledig vrij,<br />
maar gedur<strong>en</strong>de de eerste vijf jaar van het contract mag de huur niet meer stijg<strong>en</strong> dan de index van de consumptieprijz<strong>en</strong>.<br />
Wanneer het in het contract wordt overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>, mag de huurprijs na die vijf jaar word<strong>en</strong><br />
aangepast (Haffner et al., 2008). Toch zijn voorlopig nog ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> hiervan zichtbaar.<br />
2.2.5 Engeland<br />
Ook Engeland heeft e<strong>en</strong> erg kleine private huurmarkt (10%) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is van zeer strikte huurprijsregulering.<br />
Deze wordt door vel<strong>en</strong> verantwoordelijk geacht voor de sterke krimp van de private huurmarkt.<br />
Onder Thatcher kwam er in 1988 e<strong>en</strong> volledige liberalisering. De ‘Housing Act’ van 1988 liet verhuurders toe<br />
om de huurprijs voor nieuwe verhuring<strong>en</strong> vrij te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> om tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>d huurcontract de huurprijs<br />
te verhog<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het in Engeland mogelijk te verhur<strong>en</strong> met korte termijn contract<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minimum<br />
van 6 maand<strong>en</strong> (shorthold t<strong>en</strong>ancies), e<strong>en</strong> mogelijkheid waarvan in 2008 85% van de verhuurders<br />
gebruik maakte. M<strong>en</strong> kan dus stell<strong>en</strong> dat de private huurmarkt in Engeland e<strong>en</strong> gedereguleerde markt is, die<br />
sterk onderworp<strong>en</strong> is aan marktwerking (Kemp & Koffner, 2010).<br />
Interessant in het kader van de onderzoeksvraag in deze literatuurstudie is het systeem dat voorhe<strong>en</strong> in<br />
Engeland van toepassing was, dat werd ingevoerd met de R<strong>en</strong>t Act 1977. De ‘r<strong>en</strong>t officer’ was hierin de spilfiguur.<br />
Dit was e<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>aar tot wie partij<strong>en</strong> zich kond<strong>en</strong> w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> billijke huurprijs (‘fair r<strong>en</strong>t’) te<br />
lat<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>. Van zodra deze geregistreerd was, verviel de huurprijs in de overe<strong>en</strong>komst. De aldus geregistreerde<br />
huurprijs bond niet alle<strong>en</strong> de partij<strong>en</strong>, maar kleefde aan het goed. De r<strong>en</strong>t officer beschikte over<br />
soepele bevoegdhed<strong>en</strong> om de partij<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> plaatsbezoek te do<strong>en</strong>. Bij het bepal<strong>en</strong> van de fair<br />
r<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>de hij rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met ouderdom, aard <strong>en</strong> staat van de woning. E<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele schaarste op<br />
de huurmarkt mocht niet in rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gebracht, ev<strong>en</strong>min als de financiële situatie van de huurder. In<br />
de praktijk werd gebruik gemaakt van vergelijking met geregistreerde huurprijz<strong>en</strong> in de buurt of werd berek<strong>en</strong>d<br />
wat e<strong>en</strong> billijke opbr<strong>en</strong>gst zou zijn voor de kapitaalwaarde van de woning. Maar de r<strong>en</strong>t officer<br />
beschikte ook over e<strong>en</strong> ruime beoordelingsmarge. Het systeem werd afgeschaft onder meer omdat het tot<br />
wetsontduiking leidde <strong>en</strong> omdat eig<strong>en</strong>aars zich terugtrokk<strong>en</strong> uit de markt (Dambre, 2009).<br />
In het huidige systeem zijn de r<strong>en</strong>t officers afgeschaft, maar is er wel nog sprake van ‘r<strong>en</strong>t assessm<strong>en</strong>t<br />
committees’. Huurders met e<strong>en</strong> shorthold t<strong>en</strong>ancy kunn<strong>en</strong> hier gedur<strong>en</strong>de de eerste zes maand<strong>en</strong> van hun<br />
contract e<strong>en</strong> huurverlaging aanvrag<strong>en</strong>. De commissie velt e<strong>en</strong> oordeel op basis van vergelijkingspunt<strong>en</strong> in<br />
de buurt. Wordt e<strong>en</strong> verlaging toegek<strong>en</strong>d, dan moet de verhuurder minst<strong>en</strong>s twaalf maand<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong> om<br />
e<strong>en</strong> huurprijsverhoging te vrag<strong>en</strong>. Dergelijke verhoging di<strong>en</strong>t de verhuurder aan te vrag<strong>en</strong> bij de huurder. Bij<br />
gebrek aan akkoord, kan ook hiervoor het r<strong>en</strong>t assessm<strong>en</strong>t committee word<strong>en</strong> ingeschakeld. Het comité<br />
di<strong>en</strong>t zich op te stell<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ‘willing landlord’, dit wil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhuurder die op de hoogte is van de<br />
marktomstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> bereid is te verhur<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> huurprijs die e<strong>en</strong> redelijke opbr<strong>en</strong>gst op zijn vastgoedinvestering<br />
oplevert (Dambre, 2009).<br />
Interessant ook in Engeland is dat er nog steeds e<strong>en</strong> indirecte vorm van regulering is via de huursubsidie.<br />
E<strong>en</strong> huursubsidie wordt namelijk alle<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d voor woning<strong>en</strong> waarvan de huurprijs onder de gemiddelde<br />
markthuur ligt van woning<strong>en</strong> in dit gebied (de ‘local refer<strong>en</strong>ce r<strong>en</strong>t’). Het gevolg hiervan is dat ongeveer<br />
de helft van de private verhuurders (op vrijwillige basis) hun huurprijs afstemm<strong>en</strong> op deze refer<strong>en</strong>tiehuur<br />
(Haffner et al., 2008). Ongeveer één op vijf private huurders is in Engeland afhankelijk van huursubsidie.<br />
Met andere woord<strong>en</strong> in Engeland fungeert de ‘local refer<strong>en</strong>ce r<strong>en</strong>t’ uit het systeem huursubsidie de facto<br />
als e<strong>en</strong> vorm van geobjectiveerde huur met invloed op de prijszetting in de private huurmarkt.<br />
2.2.6 Duitsland<br />
Duitsland is op Zwitserland na het Europese land met het hoogste aandeel private huur: 56%. De regulering<br />
in Duitsland is duidelijk e<strong>en</strong> voorbeeld van regulering op basis van markprijz<strong>en</strong> (Haffner & Elsinga, 2007).<br />
13
De basis van het Duitse stelsel is de ‘Mietspiegel’. Is er ge<strong>en</strong> Mietspiegel, dan geld<strong>en</strong> de huurprijz<strong>en</strong> van drie<br />
vergelijkbare woning<strong>en</strong> als refer<strong>en</strong>tie. De Mietspiegel is e<strong>en</strong> databank met gegev<strong>en</strong>s van alle huurcontract<strong>en</strong><br />
van de afgelop<strong>en</strong> vier jaar in het gebied <strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiehuurprijz<strong>en</strong> voor woning<strong>en</strong> met vergelijkbare k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
Zowel woningk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als locatie word<strong>en</strong> daarbij in rek<strong>en</strong>ing gebracht. Hoe groter de geme<strong>en</strong>te, hoe<br />
groter de kans dat dergelijke ‘Mietspiegel’ bestaat. Om in werking te kunn<strong>en</strong> tred<strong>en</strong>, moet de Mietspiegel<br />
word<strong>en</strong> goedgekeurd ofwel door de geme<strong>en</strong>te ofwel geme<strong>en</strong>schappelijk door de koepels van huurders <strong>en</strong><br />
verhuurders. Het betrekk<strong>en</strong> van vakm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vanuit de commerciële, professionele verhuurders, makelaars of<br />
huurrechters wordt aanbevol<strong>en</strong>. De Mietspiegel moet na twee jaar aangepast word<strong>en</strong> aan de ontwikkeling<strong>en</strong><br />
op de markt, aan de hand van e<strong>en</strong> steekproef of inflatie (Haffner & Elsinga, 2007).<br />
Wanneer e<strong>en</strong> woning te huur wordt gesteld, kan de verhuurder de Mietspiegel raadpleg<strong>en</strong>. De huurprijs mag<br />
tot 50% bov<strong>en</strong> de markthuur ligg<strong>en</strong>. In regio’s met e<strong>en</strong> woningtekort (<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> grotere druk op de prijz<strong>en</strong>)<br />
is deze marge beperkt tot 20%. Ook voor lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> heeft de eig<strong>en</strong>aar het recht de huurprijs te verhog<strong>en</strong><br />
om die in overe<strong>en</strong>stemming te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met de markprijz<strong>en</strong>. Maar in dit geval mag de huur niet uitstijg<strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong> de marktprijs zoals die blijkt uit de Mietspiegel. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mag voor lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> de huurprijsverhoging<br />
niet meer dan 20% bedrag<strong>en</strong> over drie jaar (Kemp & Koffner, 2010). W<strong>en</strong>st hij e<strong>en</strong> huurprijsverhoging<br />
door te voer<strong>en</strong>, dan di<strong>en</strong>t hij daarvoor e<strong>en</strong> verzoek te richt<strong>en</strong> aan de huurder, die moet instemm<strong>en</strong>.<br />
Geeft de huurder ge<strong>en</strong> toestemming, dan kan de verhuurder de zaak voor de rechtbank br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> derde mogelijkheid om de huurprijs van e<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>d contract te verhog<strong>en</strong>, is er als de verhuurder verbeteringswerk<strong>en</strong><br />
heeft uitgevoerd die de gebruikswaarde <strong>en</strong> het wooncomfort verhog<strong>en</strong> of die besparing<strong>en</strong><br />
op <strong>en</strong>ergie- <strong>en</strong> waterverbruik mogelijk mak<strong>en</strong>. In dit geval geld<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>staande regels van vergelijking<br />
met marktprijz<strong>en</strong> niet <strong>en</strong> moet de huurder ook ge<strong>en</strong> toestemming gev<strong>en</strong>. De verhoging bedraagt 11% van de<br />
bouwkost<strong>en</strong> gedeeld door twaalf. In geval van huurprijsverhoging<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet de huurder e<strong>en</strong> bijzonder opzeggingsrecht<br />
in zijn voordeel (Dambre, 2009).<br />
Interessant in Duitsland is dat sinds de aanpassing van de Huurwet van 2001, naast e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige Mietspiegel,<br />
ook e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke Mietspiegel kan word<strong>en</strong> opgesteld. Indi<strong>en</strong> deze wordt gebruikt als argum<strong>en</strong>t<br />
voor e<strong>en</strong> huurverhoging, staat e<strong>en</strong> verhuurder sterk, ook voor e<strong>en</strong> gerechtshof. De huurder kan er dan<br />
bijna niet onderuit om zijn toestemming voor de huurverhoging, die verplicht is, te gev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
Mietspiegel moet gebaseerd zijn op e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van onderligg<strong>en</strong>de markthur<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>d zijn met erk<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong>schappelijke method<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> regressiemethode of e<strong>en</strong><br />
methode waar minimaal dertig waarneming<strong>en</strong> per cel (e<strong>en</strong> woning met bepaalde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>) zijn verzameld<br />
(Haffner & Elsinga, 2007).<br />
Nietteg<strong>en</strong>staande het Duitse systeem sterk geënt is op de evolutie van de markt, lijkt het e<strong>en</strong> milder<strong>en</strong>d<br />
effect te hebb<strong>en</strong> in tijd<strong>en</strong> van sterke prijsstijging<strong>en</strong>. Het is vooral gericht op het voorkom<strong>en</strong> van uitwass<strong>en</strong><br />
van de markt (Haffner & Elsinga, 2007). Onredelijk hoge huurprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> machtsmisbruik van de verhuurder<br />
zijn strafbaar door middel van nietigverklaring van de overe<strong>en</strong>komst wat betreft de huurprijs (Dambre, 2009).<br />
2.2.7 Luxemburg<br />
In Luxemburg zijn 70% van de woning<strong>en</strong> bewoond door de eig<strong>en</strong>aars. Het aanbod aan sociale woning<strong>en</strong> is<br />
met 1,5% erg beperkt; 27,5% van de woning<strong>en</strong> zijn huurwoning<strong>en</strong>.<br />
Het Luxemburgse system is e<strong>en</strong> duidelijk voorbeeld van e<strong>en</strong> model gebaseerd op kostprijz<strong>en</strong>. Om de kostprijs<br />
in te schatt<strong>en</strong>, vertrekt m<strong>en</strong> van de ouderdom van het goed. Voor pand<strong>en</strong> gebouwd na 1944 geld<strong>en</strong><br />
vooral de bouw- of aankoopkost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aangegev<strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatiekost<strong>en</strong>. Verder wordt systematisch de waardevermindering<br />
van het gebouw als gevolg van slijtage in rek<strong>en</strong>ing gebracht. Op basis van al die gegev<strong>en</strong>s<br />
wordt berek<strong>en</strong>d hoeveel de eig<strong>en</strong>aar heeft geïnvesteerd. Het verhur<strong>en</strong> van het pand mag de verhuurder<br />
jaarlijks niet meer dan 5% van het geïnvesteerde kapitaal opbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (Noël et al., 2007).<br />
Ook in Luxemburg bestaan paritair sam<strong>en</strong>gestelde huurcommissies die kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingeschakeld als er<br />
ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming wordt bereikt tuss<strong>en</strong> huurder <strong>en</strong> verhuurder. Als e<strong>en</strong> verhuurder niet meer beschikt<br />
over bewijsstukk<strong>en</strong> om zijn investeringskost<strong>en</strong> te stav<strong>en</strong>, kan de huurcommissie het geïnvesteerde kapitaal<br />
bepal<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de waarde van de grond, het volume van het gebouw, de gehuurde oppervlakte,<br />
de kwaliteit van de uitrusting, de staat van onderhoud <strong>en</strong> de afwerking.<br />
14
We hebb<strong>en</strong> niet terug gevond<strong>en</strong> hoe in Luxemburg huurprijsverhoging<strong>en</strong> mogelijk zijn.<br />
2.3 Toepassing van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong><br />
In het bov<strong>en</strong>staande overzicht valt op hoeveel land<strong>en</strong> in hun huurprijsregulering gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> of<br />
andere vorm van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong>. Voor zover we het goed kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> op basis van de<br />
literatuur, is dit van de acht besprok<strong>en</strong> land<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel niet het geval in België <strong>en</strong> Spanje.<br />
Tev<strong>en</strong>s valt op hoe verschill<strong>en</strong>d de toepassing van dergelijke geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> is. Aan de <strong>en</strong>e<br />
kant van het spectrum vind<strong>en</strong> we Nederland <strong>en</strong> Zwed<strong>en</strong>. Hier lijkt de toepassing de meest directe gevolg<strong>en</strong><br />
te hebb<strong>en</strong> voor de huurprijs. De refer<strong>en</strong>tieprijz<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> hier als maxima, die in vele gevall<strong>en</strong> wel degelijk<br />
bind<strong>en</strong>d zijn.<br />
Aan het andere einde van het spectrum vind<strong>en</strong> we Duitsland, waar de Mietspiegel vooral e<strong>en</strong> informatieve<br />
functie heeft naar huurders <strong>en</strong> verhuurders <strong>en</strong> het systeem tot doel heeft zo marktconform mogelijk te zijn.<br />
De Mietspiegel is voor concrete contract<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel bind<strong>en</strong>d ingeval de verhuurder hoge (meer dan 20%) huurstijging<strong>en</strong><br />
wil doorvoer<strong>en</strong> of wanneer woekerhur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevraagd bij nieuwe verhuring<strong>en</strong>.<br />
Tuss<strong>en</strong> beide land<strong>en</strong> in plaats<strong>en</strong> we de toepassing van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> in de andere land<strong>en</strong>. In<br />
Frankrijk, Engeland, Nederland <strong>en</strong> Luxemburg zijn er paritair sam<strong>en</strong>gestelde huurcommissies waar het<br />
mogelijk is in geval van on<strong>en</strong>igheid tuss<strong>en</strong> huurder <strong>en</strong> verhuurder <strong>en</strong> gebruik mak<strong>en</strong>d van geobjectiveerde<br />
huurprijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verzoek tot aanpassing in te di<strong>en</strong><strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> paritair sam<strong>en</strong>gestelde huurcommissie. De<br />
gevolg<strong>en</strong> hiervan op de huurpraktijk zijn moeilijk in te schatt<strong>en</strong>. Veel hangt af van de aanwezige drempels<br />
om beroep te do<strong>en</strong> op dergelijke commissies. In België zoud<strong>en</strong> de vrederechters e<strong>en</strong> vergelijkbare functie<br />
kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, maar hier wordt in de praktijk relatief weinig gebruik van gemaakt. Verzo<strong>en</strong>ingsprocedures<br />
gaan zeld<strong>en</strong> over de relatie prijs-kwaliteit. Winters <strong>en</strong> Marchal (2004) meld<strong>en</strong> dat 80% van de eis<strong>en</strong> met<br />
betrekking tot huisvesting bij de vrederechter door de verhuurder word<strong>en</strong> ingesteld <strong>en</strong> dat de drempel tot de<br />
vrederechter vooral voor kansarme gezinn<strong>en</strong> te hoog is, zodat zij zich zeld<strong>en</strong> aanmeld<strong>en</strong> bij de vrederechter.<br />
Vooral om deze red<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> in België meerdere voorstell<strong>en</strong> geformuleerd tot het opricht<strong>en</strong><br />
van gelijkaardige bemiddelingscommissies (zie verder).<br />
E<strong>en</strong> specifieke toepassing van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we t<strong>en</strong> slotte in Engeland, waar de private<br />
huurmarkt sedert 1997 gedereguleerd is, maar waar de ‘local refer<strong>en</strong>ce r<strong>en</strong>t’ uit het systeem huursubsidie de<br />
facto fungeert als e<strong>en</strong> huurprijsrooster met invloed op de prijszetting in de private huurmarkt. De invloed is er<br />
maar zo sterk omdat e<strong>en</strong> grote groep van de private huurders e<strong>en</strong> huursubsidie ontvangt. De invoering van<br />
richthuurprijz<strong>en</strong> die Minister Van d<strong>en</strong> Bossche voor og<strong>en</strong> heeft in haar beleidsnota, leunt aan bij dit Engelse<br />
systeem. De Minister overweegt de objectivering van huurprijz<strong>en</strong> te koppel<strong>en</strong> aan het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van overheidssubsidies<br />
aan verhuurders. De invloed op de markt zal in dit geval vooral bepaald zijn door de omvang<br />
van deze subsidies.<br />
2.4 Evaluaties van vorm<strong>en</strong> van huurprijsregulering<br />
Huurregulering komt neer op het schipper<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bescherming van de huurder <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor<br />
voldo<strong>en</strong>de r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t van de verhuurder anderzijds. E<strong>en</strong> goede balans tuss<strong>en</strong> huurder <strong>en</strong> verhuurder komt<br />
de markt <strong>en</strong> ook het imago van de sector t<strong>en</strong> goede (Haffner et al., 2008a).<br />
De evaluatie van huurprijsregulering van de eerste g<strong>en</strong>eratie is in dat opzicht onomstred<strong>en</strong> negatief. Mocht<br />
de betaalbaarheid voor huurders er op vooruitgaan, eig<strong>en</strong>aars led<strong>en</strong> er in het verled<strong>en</strong> alleszins verliez<strong>en</strong><br />
door die niet opwog<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> voor de huurders, met als gevolg e<strong>en</strong> verlies aan efficiëntie voor<br />
de hele sam<strong>en</strong>leving (J<strong>en</strong>kins, 2009). Turner <strong>en</strong> Malpezzi (2003) kom<strong>en</strong> tot dezelfde conclusie op basis van<br />
e<strong>en</strong> zeer groot aantal empirische studies wereldwijd. Deze auteurs stell<strong>en</strong> wel vast dat de negatieve effect<strong>en</strong><br />
van tweede g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering minder groot zijn dan van de eerste g<strong>en</strong>eratie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> stell<strong>en</strong><br />
ze grote verschill<strong>en</strong> in efficiëntieverlies vast naargelang de aard van het systeem.<br />
15
Dit laatste is ook de voornaamste conclusie van Arnott (1995), die vaststelt dat er zo grote verschill<strong>en</strong> in het<br />
ontwerp van tweede g<strong>en</strong>eratie huurprijsregulering bestaan, dat het onjuist is om algem<strong>en</strong>e uitsprak<strong>en</strong> te<br />
do<strong>en</strong> over de impact van daarvan.<br />
Ook Haffner et al. (2008a) zijn kritisch t<strong>en</strong> opzichte van de algeme<strong>en</strong> negatieve beoordeling van huurprijsregulering<br />
<strong>en</strong> het oorzakelijk verband dat vaak wordt gelegd tuss<strong>en</strong> huurprijsregulering <strong>en</strong> het krimp<strong>en</strong>d aandeel<br />
van de private huurmarkt in vele Europese land<strong>en</strong>. Na studie van huurprijsregulering in zes land<strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong> deze auteurs tot de conclusies dat de relatie niet zo rechtlijnig is als doorgaans wordt aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Ze argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> dat bij de afweging van de voor- <strong>en</strong> nadel<strong>en</strong> voor huurders <strong>en</strong> verhuurders niet alle<strong>en</strong> de<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de huurprijsregulering in rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht, maar ook de andere aspect<strong>en</strong><br />
van huurdersbescherming <strong>en</strong> de interactie met de rest van de woningmarkt. Huurprijsregulering kan ook<br />
voordel<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong> voor verhuurders, in de zin dat e<strong>en</strong> systeem dat kan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> breed draagvlak<br />
dat kan bijdrag<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> positief imago van de sector, maar ook omdat huurprijsregulering e<strong>en</strong> minder groot<br />
verloop tot gevolg heeft <strong>en</strong> daarmee stabielere inkomst<strong>en</strong> voor de verhuurder betek<strong>en</strong>t. Wordt hiermee<br />
rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> bij het ontwerp van de huurprijsregulering, dan is de negatieve invloed ervan op de private<br />
huurmarkt minder rechtlijnig. Niettemin concluder<strong>en</strong> zij uit hun overzicht dat land<strong>en</strong> waar de jongste<br />
jar<strong>en</strong> het aandeel van de private huurmarkt stabiel is of to<strong>en</strong>eemt, gek<strong>en</strong>merkt word<strong>en</strong> door minder regulering<br />
dan land<strong>en</strong> waar de private huursector terrein prijsgeeft. Tev<strong>en</strong>s bevestig<strong>en</strong> ze dat empirisch onderzoek<br />
er tot nu toe niet in geslaagd is de theoretische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor huurprijsregulering te bevestig<strong>en</strong>.<br />
16
3. Juridische mogelijkhed<strong>en</strong> tot het invoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
stelsel van richthuurprijz<strong>en</strong><br />
3.1 Is uitschakeling van de contractvrijheid bij de huurprijsbepaling<br />
mogelijk?<br />
Dambre (2009) voert e<strong>en</strong> uitgebreid juridisch onderzoek naar de mogelijkheid om in België e<strong>en</strong> objectivering<br />
van de huurprijz<strong>en</strong> in te voer<strong>en</strong>. Het vertrekpunt in de analyse van Dambre is dat de contractvrijheid in het<br />
Belgische recht erk<strong>en</strong>d is als e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> rechtsbeginsel. Het beginsel van de contractvrijheid houdt in dat<br />
e<strong>en</strong>ieder vrij is al dan niet te contracter<strong>en</strong>, vrij zijn contractuele wederpartij mag kiez<strong>en</strong>, vrij is de inhoud van<br />
de overe<strong>en</strong>komst te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrij verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kan schepp<strong>en</strong>, wijzig<strong>en</strong> of do<strong>en</strong> uitdov<strong>en</strong>. Dambre stelt<br />
dat afwijking<strong>en</strong> van dit algeme<strong>en</strong> beginsel maar te verantwoord<strong>en</strong> zijn op basis van ev<strong>en</strong>waardige of hogere<br />
beginsels. Specifiek op het gebied van het huurrecht kom<strong>en</strong> de grondrecht<strong>en</strong> van het gelijkheidsbeginsel,<br />
het verbod van discriminatie <strong>en</strong> het recht op e<strong>en</strong> behoorlijke huisvesting daarbij op het voorplan. Na grondig<br />
onderzoek concludeert Dambre dat e<strong>en</strong> objectivering van de huurprijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te verantwoord<strong>en</strong> beperking<br />
van het beginsel van de contractvrijheid is, dit omdat de realisatie van het grondrecht op behoorlijke huisvesting<br />
problematisch is voor e<strong>en</strong> grote groep van gezinn<strong>en</strong> op de private huurmarkt.<br />
E<strong>en</strong> gelijkaardige afweging geldt volg<strong>en</strong>s Dambre t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het eig<strong>en</strong>domsrecht: dit is ge<strong>en</strong> louter<br />
egoïstisch recht dat <strong>en</strong>kel geldt in het persoonlijke belang van de eig<strong>en</strong>aar, maar kan doelgericht word<strong>en</strong><br />
beperkt door <strong>en</strong> moet in ev<strong>en</strong>wicht word<strong>en</strong> gebracht met andere ev<strong>en</strong>waardige recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>, zoals<br />
het grondrecht op huisvesting. Het spanningsveld tuss<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong>domsrecht <strong>en</strong> het recht op behoorlijke<br />
huisvesting di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> opgelost door de complem<strong>en</strong>taire inschatting van de wederzijdse belang<strong>en</strong> van<br />
huurders, verhuurders <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>leving bij e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>swaardig won<strong>en</strong> voor iedere<strong>en</strong>: huurders hebb<strong>en</strong> verhuurders<br />
nodig die h<strong>en</strong> kwaliteitsvolle woning<strong>en</strong> ter beschikking stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhuurders hebb<strong>en</strong> baat bij zorgvuldige<br />
huurders die de gehuurde woning als e<strong>en</strong> goede huisvader bewon<strong>en</strong> <strong>en</strong> stipt de huur betal<strong>en</strong>.<br />
Dambre vindt het daarom dan ook merkwaardig dat anno 2008 de wetgever wel is overgegaan tot objectivering<br />
van de handelshuur <strong>en</strong> pachtprijz<strong>en</strong> ter bescherming van de (voornamelijk economische) belang<strong>en</strong> van<br />
de handelshuurder <strong>en</strong> de pachter, maar diezelfde stap (nog) niet heeft gezet voor de private woningverhuurder,<br />
waar nochtans e<strong>en</strong> grondrecht mee in overweging moet word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Dambre neemt<br />
België in dit verband internationaal gezi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitzonderingspositie in. De conclusie is dus dat er wel degelijk<br />
red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn om in te grijp<strong>en</strong> in de contractvrijheid.<br />
3.2 Welk niveau is bevoegd?<br />
Kracht<strong>en</strong>s de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instelling<strong>en</strong> behoort huisvesting in<br />
België tot de bevoegdheid van de gewest<strong>en</strong>. De bevoegdheid om de contractuele verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
huurder <strong>en</strong> verhuurder bij de verhuring van e<strong>en</strong> goed, is de bevoegdheid van de federale overheid<br />
(Vanoevel<strong>en</strong>, 2009). Hubeau (1999) wijst er op dat dit het gevolg is van de Economische <strong>en</strong> Monetaire Unie<br />
<strong>en</strong> de daarin vervatte prijsreglem<strong>en</strong>tering, maar dat daarbij wel wordt aanvaard dat de huurprijz<strong>en</strong> voor<br />
sociale woning<strong>en</strong> tot het gewestelijk bevoegdheidsgebied behor<strong>en</strong>, terwijl de huurprijz<strong>en</strong> op de private markt<br />
zonder meer tot het federale terrein behor<strong>en</strong>.<br />
Naar aanleiding van de invoering van ‘richtprijz<strong>en</strong>’ in het kamerdecreet (zie supra), stelde zich de vraag of<br />
hiermee het Vlaamse Gewest niet op het terrein van de federale overheid treedt. Volg<strong>en</strong>s Hubeau (1999)<br />
relativeert echter het begrip ‘richtprijs’ het contractuele aspect van de prijsbepaling in de verhouding tuss<strong>en</strong><br />
huurder <strong>en</strong> verhuurder: omdat het gaat over e<strong>en</strong> niet-bind<strong>en</strong>de waardeschatting van de overheid, betreedt<br />
de decreetgever het domein van het algeme<strong>en</strong> normatief kader van de Economische Unie niet.<br />
Hieruit kunn<strong>en</strong> we besluit<strong>en</strong> dat het Vlaamse gewest tot op hed<strong>en</strong> ook voor de overige woninghuur niet<br />
bevoegd is voor de regulering van huurprijz<strong>en</strong>. Dit sluit echter niet uit dat de Vlaamse overheid wel over de<br />
17
mogelijkheid beschikt te werk<strong>en</strong> met geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong>, voor zover die ge<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>d karakter<br />
hebb<strong>en</strong> in de contractuele verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> huurder <strong>en</strong> verhuurder.<br />
In het kader van het regeerakkoord van de federale regering van einde 2011 is echter sprake van e<strong>en</strong><br />
overdracht van de bevoegdheid met betrekking tot de handelshuur, de woninghuur <strong>en</strong> de pacht naar de<br />
gewest<strong>en</strong> (p. 87). In het zog<strong>en</strong>aamde “Institutioneel akkoord voor de zesde staatshervorming: e<strong>en</strong><br />
efficiëntere federale staat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere autonomie voor de deelstat<strong>en</strong>” vindt m<strong>en</strong> bij de “overige domein<strong>en</strong>”<br />
van bevoegdheidsoverdracht onder meer “sted<strong>en</strong>bouw, huisvesting <strong>en</strong> ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing” <strong>en</strong> in concreto<br />
“handelshuur, woninghuur <strong>en</strong> pacht” (p. 44). In het “Regeerakkoord” van de federale regering van 1<br />
december wordt deze overdracht van de handelshuur, de woninghuur <strong>en</strong> de pacht bevestigd (p. 50).<br />
Belangrijk is ook te vermeld<strong>en</strong> dat er tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> luik “prijz<strong>en</strong>controle” is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: de deelstat<strong>en</strong> zull<strong>en</strong><br />
bevoegd zijn om de prijz<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong> in materies die onder hun bevoegdheid vall<strong>en</strong>, onder meer “de<br />
huur van goeder<strong>en</strong> bestemd voor verblijf, pacht <strong>en</strong> handel” (p. 42 van het Vlinderakkoord <strong>en</strong> p. 48 van het<br />
federaal regeerakkoord).<br />
3.3 Wetsvoorstell<strong>en</strong><br />
In het verled<strong>en</strong> zijn reeds meerdere wetsvoorstell<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d voor wijziging van de huurprijsregulering,<br />
maar deze hebb<strong>en</strong> het politiek nooit gehaald. Bij wijze van voorbeeld beschrijv<strong>en</strong> we er <strong>en</strong>kele.<br />
Zo was er e<strong>en</strong> voorstel tot invoering van e<strong>en</strong> redelijke <strong>en</strong> gecontroleerde huurprijs in 1989, ingedi<strong>en</strong>d door<br />
Vogels <strong>en</strong> Simons. De eerste basishuurprijs zou rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met het bruto kadastraal inkom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />
partij<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> hiervan, onder bepaalde voorwaard<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong> met 15%. In bepaalde gevall<strong>en</strong> zou<br />
e<strong>en</strong> huurprijsherzi<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> toegestaan. In november 1995 di<strong>en</strong>de Landuyt e<strong>en</strong> wetsvoorstel in waarbij<br />
e<strong>en</strong> maximale huurprijs zou word<strong>en</strong> ingevoerd, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s berek<strong>en</strong>d op basis van het kadastraal inkom<strong>en</strong><br />
(KI). Het KI zou word<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldigd met vijf <strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldigd met e<strong>en</strong> coëfficiënt. Bij overschrijding<br />
van deze huurprijs zou deze tot de maximale huurprijs word<strong>en</strong> ingekort (Winters & Marchal, 2004).<br />
Het ‘Wetsvoorstel tot wijziging van sommige bepaling<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>’ ingedi<strong>en</strong>d op<br />
18 mei 2005 door mevrouw Nagy <strong>en</strong> de heer Nollet beoogde e<strong>en</strong> huurprijsblokkering in te voer<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> al dan niet met dezelfde huurder. Dit kwam in feite neer op e<strong>en</strong> veralgem<strong>en</strong>ing<br />
van de regeling voor ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> van korte duur (zie 2.1). De regeling inzake indexering <strong>en</strong><br />
huurprijsherzi<strong>en</strong>ing tijd<strong>en</strong>s lop<strong>en</strong>de contract<strong>en</strong> zou behoud<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Dambre (2009) vergat<strong>en</strong> de<br />
indi<strong>en</strong>ers daarbij e<strong>en</strong> oplossing te zoek<strong>en</strong> voor de stroeve <strong>en</strong> moeilijke toegankelijkheid van huurovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong><br />
die war<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> met de vorige huurder. Dambre wijst ook op e<strong>en</strong> zwakke motivering van het<br />
voorstel.<br />
Het meest uitgewerkte voorstel tot wetswijziging is volg<strong>en</strong>s Dambre het voorstel ingedi<strong>en</strong>d op 29 juni 2005<br />
door de heer Frédéric, mevrouw Baecke et al. Het voorstel hield in dat e<strong>en</strong> ‘indicatieve huurprijs’ zou word<strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>d op basis van e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>systeem dat erg gelijkt op het Nederlandse model. Daarnaast beoogde<br />
het voorstel de oprichting van paritair sam<strong>en</strong>gestelde huurcommissies naar Nederlands, Luxemburgs <strong>en</strong><br />
Frans model. De huurcommissies zoud<strong>en</strong> de vrederechter adviser<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> aanpassing van de huurprijs<br />
aan de indicatieve huurprijs zou word<strong>en</strong> gevorderd. Verder hield het voorstel in dat e<strong>en</strong> ‘huurvergoeding’<br />
zou word<strong>en</strong> uitbetaald aan de verhuurder ingeval van minimum drie maand<strong>en</strong> huurachterstal, waarbij<br />
de verhuurder zou word<strong>en</strong> aangespoord de kwaliteit van de woning te garander<strong>en</strong> <strong>en</strong> huurprijz<strong>en</strong> aan te bied<strong>en</strong><br />
in overe<strong>en</strong>stemming met de indicatieve huurprijs (Dambre, 2009).<br />
3.4 De pilootexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de paritaire huurcommissies<br />
In 2004 besliste de federale regering om via pilootproject<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong> met paritair sam<strong>en</strong>gestelde<br />
huurcommissies. Er werd hierover e<strong>en</strong> protocolakkoord geslot<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de federale Staat <strong>en</strong> de<br />
sted<strong>en</strong> G<strong>en</strong>t, Brussel <strong>en</strong> Charleroi die elk e<strong>en</strong> subsidie ontving<strong>en</strong> om dit experim<strong>en</strong>t uit te voer<strong>en</strong>. De paritaire<br />
commissies bevatt<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van eig<strong>en</strong>aars <strong>en</strong> huurders van de op<strong>en</strong>bare <strong>en</strong> de privésector,<br />
van de stad, van federale kabinett<strong>en</strong>, federale overheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, het kadaster, e<strong>en</strong> vrederechter,<br />
e<strong>en</strong> aangeduide bemiddelaar <strong>en</strong> onderzoekers die het experim<strong>en</strong>t opvolgd<strong>en</strong>.<br />
18
De paritaire huurcommissies di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> aan drie doelstelling<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong> (Noël et al., 2007):<br />
e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gerechtelijke di<strong>en</strong>st voor bemiddeling bij huurgeschill<strong>en</strong> opstart<strong>en</strong>;<br />
e<strong>en</strong> rooster opstell<strong>en</strong> met objectieve <strong>en</strong> subjectieve refer<strong>en</strong>tiecriteria voor het bepal<strong>en</strong> van de prijz<strong>en</strong> op<br />
de private huurmarkt;<br />
e<strong>en</strong> modelcontract voor hoofdverblijfplaats opstell<strong>en</strong>.<br />
De drie sted<strong>en</strong> bepaald<strong>en</strong> autonoom hun aanpak. Na e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>tele periode van twee jaar zou de<br />
methode over heel het land kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast.<br />
Noël et al. (2007) br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> verslag uit over de werkzaamhed<strong>en</strong> van de commissies, echter nog geruime tijd<br />
voordat hun werking effectief afliep. Het werk van de commissies was op dat og<strong>en</strong>blik nog niet afgerond. Het<br />
modelcontract di<strong>en</strong>de nog verder afgewerkt te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> het indicatieve rooster di<strong>en</strong>de nog bijgestuurd te<br />
word<strong>en</strong>. Maar de onderzoekers bevol<strong>en</strong> alvast aan definitief e<strong>en</strong> federale paritaire huurcommissie te installer<strong>en</strong><br />
die adviser<strong>en</strong>d zou optred<strong>en</strong> naar de federale overheid voor collectieve problem<strong>en</strong> van woninghuur.<br />
E<strong>en</strong> ander voorstel dat resulteerde uit het onderzoek was dat op niveau van de arrondissem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> paritaire<br />
commissies zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevormd die de klacht<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in ontvangst nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> behandel<strong>en</strong><br />
van huurders die zich b<strong>en</strong>adeeld voel<strong>en</strong> door de huurprijs. Bemiddeling werd niet gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> taak van<br />
deze commissies. Deze taak zou word<strong>en</strong> toevertrouwd aan ‘bemiddelingsadviesorganisaties’.<br />
E<strong>en</strong> van de opdracht<strong>en</strong> van de commissies was dus ook e<strong>en</strong> huurprijsrooster op te stell<strong>en</strong>. Elke stad is<br />
daarbij anders te werk gegaan:<br />
in Brussel werd gestart met de uitvoering van e<strong>en</strong> onderzoek naar de huurprijz<strong>en</strong>. Daartoe werd<strong>en</strong><br />
person<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> adreswijziging kwam<strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong> bevraagd over de woning<strong>en</strong> die ze verliet<strong>en</strong>. M<strong>en</strong><br />
beschikte over e<strong>en</strong> steekproef van 500 person<strong>en</strong>. Uit de 70 vrag<strong>en</strong> werd via e<strong>en</strong> lineair regressiemodel<br />
15 criteria bepaald die de huurprijs bepal<strong>en</strong>. Zonder dit vooraf als uitdrukkelijk uitgangspunt voorop te<br />
stell<strong>en</strong>, werd zo in Brussel in de feit<strong>en</strong> geopteerd voor e<strong>en</strong> systeem dat vertrekt van de markthuur. De<br />
onderzoekers beslot<strong>en</strong> hieruit dat daarom nog e<strong>en</strong> verdere discussie zou nodig zijn over de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
relevantie van de criteria om er e<strong>en</strong> huurprijsrooster van te mak<strong>en</strong>;<br />
in Charleroi verzamelde m<strong>en</strong> informatie door twee person<strong>en</strong> via ‘te huur’-advert<strong>en</strong>ties contact te lat<strong>en</strong><br />
nem<strong>en</strong> met verhuurders. Ze bezocht<strong>en</strong> de woning<strong>en</strong> ter plaatse <strong>en</strong> registreerd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgebreide set van<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Omwille van selectieve weigering tot medewerking was m<strong>en</strong> echter niet zeker over e<strong>en</strong><br />
repres<strong>en</strong>tatieve steekproef te beschikk<strong>en</strong>;<br />
in G<strong>en</strong>t werd via de geme<strong>en</strong>telokett<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst bezorgd aan iedere<strong>en</strong> die verhuisde. Maar de<br />
plaatselijke commissie stelde vast dat deze methode niet werkte. Daarnaast was het in G<strong>en</strong>t de bedoeling<br />
e<strong>en</strong> indicatief huurprijsrooster gebaseerd op e<strong>en</strong> combinatie van de werkwijze in Nederland, Duitsland<br />
<strong>en</strong> Engeland te test<strong>en</strong> op zijn praktische werkbaarheid. Hier was het probleem dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
waarde kon toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan bepaalde kwaliteitsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> door gebrek aan repres<strong>en</strong>tatieve gegev<strong>en</strong>s.<br />
Volg<strong>en</strong>de conclusies m<strong>en</strong><strong>en</strong> we te mog<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> aan de pilootexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
het verzamel<strong>en</strong> van repres<strong>en</strong>tatieve data over markthuurprijz<strong>en</strong> verliep problematisch <strong>en</strong> er is nood aan<br />
duidelijke afsprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> financiering om in de toekomst tot goede gegev<strong>en</strong>s te kom<strong>en</strong>;<br />
hoewel dat niet uitdrukkelijk zo in het rapport staat, lijkt het alsof m<strong>en</strong> de markthuurprijz<strong>en</strong> niet als basis<br />
wil nem<strong>en</strong> voor de indicatieve huurprijz<strong>en</strong>, maar normatieve elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> daarin mee wilde verwerk<strong>en</strong>. Het<br />
grote probleem waar m<strong>en</strong> dan op botste was dat ge<strong>en</strong> methodiek beschikbaar was om dergelijke normatieve<br />
keuzes te mak<strong>en</strong>. Zo wilde m<strong>en</strong> bijvoorbeeld gewicht<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan woningk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,<br />
maar vond m<strong>en</strong> het bepal<strong>en</strong> van die gewicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beleidskeuze;<br />
e<strong>en</strong> van de knelpunt<strong>en</strong> was de onduidelijkheid over de doel<strong>en</strong> van het indicatief huurprijsrooster. Het<br />
formuler<strong>en</strong> van deze doel<strong>en</strong> achtte zowel de commissies als de onderzoekers niet als hun taak. Dat de<br />
standpunt<strong>en</strong> hierover binn<strong>en</strong> de commissies ver uite<strong>en</strong> lag<strong>en</strong>, bemoeilijkte e<strong>en</strong> duidelijke uitspraak hierover.<br />
Toch werd<strong>en</strong> ook <strong>en</strong>kele aanbeveling<strong>en</strong> gedaan voor het uitwerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> indicatief huurprijsrooster. Tot<br />
de voornaamste behoort het voorstel om e<strong>en</strong> typeformulier te ontwerp<strong>en</strong> waarop de gegev<strong>en</strong>s voor het vaststell<strong>en</strong><br />
van de huurprijs word<strong>en</strong> vermeld. Dit typeformulier zou dan verplicht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegevoegd aan<br />
het huurcontract <strong>en</strong> er sam<strong>en</strong> mee word<strong>en</strong> geregistreerd.<br />
19
3.5 Het voorstel Dambre (2009)<br />
Na grondig juridisch onderzoek van de huurprijsregeling in België <strong>en</strong> in andere land<strong>en</strong> <strong>en</strong> na studie van de<br />
problematiek op de private huurmarkt, stelt Dambre dat er nood is aan e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>d vraag- <strong>en</strong> aanbodbeleid<br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de Belgische huurmarkt <strong>en</strong> in het bijzonder dat er e<strong>en</strong> duidelijke maatschappelijke<br />
verantwoording te gev<strong>en</strong> is voor de invoering van e<strong>en</strong> stelsel tot objectivering van de woninghuurprijz<strong>en</strong>.<br />
Dambre kiest daarbij niet voor e<strong>en</strong> bevriezing van de huurprijz<strong>en</strong>, maar voor het vastlegg<strong>en</strong> van maximum<br />
huurprijz<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> vastgesteld op de ‘normale huurwaarde’, verhoogd met e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage. Om de normale<br />
huurwaarde te bepal<strong>en</strong>, opteert Dambre voor e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>systeem naar Nederlands voorbeeld <strong>en</strong> gebaseerd<br />
op zes parameters. Dambre lijkt daarbij te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> normale huurwaarde die gebaseerd is op<br />
markthuurprijz<strong>en</strong>. Het punt<strong>en</strong>systeem di<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s hem immers pas definitief te word<strong>en</strong> vastgelegd na e<strong>en</strong><br />
grootschalig vergelijk<strong>en</strong>d onderzoek van de markthuurprijz<strong>en</strong>.<br />
Wat betreft de toepassing bepleit Dambre minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> limiet in de vorm van e<strong>en</strong> maximum huurprijs naar<br />
het model van de (afgeschafte) Engelse R<strong>en</strong>tal Act of het Duitse voorbeeld. Bij overschrijding van e<strong>en</strong><br />
bepaalde marge bov<strong>en</strong> de normale huurwaarde zou er ge<strong>en</strong> ruimte meer zijn voor contractvrijheid. Paritair<br />
sam<strong>en</strong>gestelde huurcommissies zoud<strong>en</strong> de taak krijg<strong>en</strong> te bemiddel<strong>en</strong> in huurgeschill<strong>en</strong>, te adviser<strong>en</strong> over<br />
de normale huurprijs <strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s te verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> voor verfijning van het objectiveringsstelsel.<br />
Deze commissies zoud<strong>en</strong> administratieve organ<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> naar Nederlands voorbeeld zou de uitspraak van<br />
de commissie geacht word<strong>en</strong> de overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> uit te mak<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte pleit Dambre voor<br />
invoering van e<strong>en</strong> stelsel van verhuurtoelag<strong>en</strong>, geïnspireerd op het wetsvoorstel Frédéric et al.<br />
In het besluit van zijn doctoraat (nr. 1182) schreef Dambre daarover:<br />
“E<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t woonbeleid impliceert ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat m<strong>en</strong> het bestuursniveau bepaalt waar dit beleid op de<br />
meest efficiënte wijze kan word<strong>en</strong> gevoerd. Op politiek vlak lijkt m<strong>en</strong> het erover e<strong>en</strong>s te zijn dat dit het best<br />
kan word<strong>en</strong> ingepast in e<strong>en</strong> homog<strong>en</strong>e regionale bevoegdheid op het gebied van huisvesting.”<br />
Aangezi<strong>en</strong> het mij logisch is dat e<strong>en</strong> dergelijke regeling e<strong>en</strong> onderdeel zou zijn van de woninghuurwet, hangt<br />
het er daarom van af wie er over het woninghuurrecht bevoegd is/wordt. Dit is vooralsnog het federale<br />
niveau. In het communautair akkoord van oktober 2011 wordt e<strong>en</strong> overheveling naar de gewest<strong>en</strong> in het<br />
vooruitzicht gesteld.<br />
20
4. Conclusie<br />
In de huidige situatie is ingrijp<strong>en</strong> in de huurprijsbepaling in België e<strong>en</strong> bevoegdheid van het federale beleidsniveau.<br />
Het politieke akkoord over de staatshervorming van oktober 2011 stelt e<strong>en</strong> overheveling van de<br />
huurwetgeving naar de gewest<strong>en</strong> in het vooruitzicht. Als deze bevoegdheid in de toekomst is overgedrag<strong>en</strong>,<br />
krijgt de Vlaamse overheid e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t om in te grijp<strong>en</strong> in de huurprijsbepaling.<br />
Mom<strong>en</strong>teel is er voor de Vlaamse overheid wel al ruimte tot invoering van zachte vorm<strong>en</strong> van objectivering<br />
van huurprijz<strong>en</strong>. Toepassing<strong>en</strong> die vooral e<strong>en</strong> informatieve functie hebb<strong>en</strong>, zijn mogelijk binn<strong>en</strong> huidige<br />
bevoegdheidsverdeling. Het voorbeeld van de Duitse Mietspiegel toont dat ook dergelijk instrum<strong>en</strong>t al e<strong>en</strong><br />
milder<strong>en</strong>de invloed kan hebb<strong>en</strong> op de prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral woekerprijz<strong>en</strong> kan voorkom<strong>en</strong>.<br />
Ook e<strong>en</strong> toepassing die maximale huurprijz<strong>en</strong> koppelt aan toek<strong>en</strong>ning van subsidies is mogelijk binn<strong>en</strong> de<br />
huidige bevoegdheidsverdeling. Dergelijke koppeling is logisch omdat zo voorkom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> dat overheidssubsidies<br />
word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d voor verhuring van woning<strong>en</strong> waarvoor de huurder onredelijke prijz<strong>en</strong><br />
betaalt. De invloed van dergelijke toepassing op de marktprijz<strong>en</strong> zal vooral afhankelijk zijn van de omvang<br />
van het subsidiesysteem.<br />
Als er in Vlaander<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem van geobjectiveerde huurprijz<strong>en</strong> wordt uitgewerkt, dan is er de mogelijkheid<br />
om de prijz<strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong> op basis van kostprijz<strong>en</strong>, op basis van marktprijz<strong>en</strong> of op e<strong>en</strong> normatieve<br />
manier. Welke methode de beste is, hangt af van het doel dat m<strong>en</strong> voor og<strong>en</strong> heeft.<br />
Als het doel is betaalbaarheid te verbeter<strong>en</strong>, dan zou e<strong>en</strong> normatief systeem het beste zijn. M<strong>en</strong> kan dan<br />
huurprijz<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> op basis van wat betaalbaar is voor de huurder, zoals bijvoorbeeld nu al in de sociale<br />
huisvesting gebeurt. De kans is echter groot dat dit onvoldo<strong>en</strong>de r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>t voor verhuurders oplevert,<br />
waardoor die zich nog verder gaan terugtrekk<strong>en</strong> uit de markt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het moeilijk om te bepal<strong>en</strong> waar<br />
juist de lat te legg<strong>en</strong>. De betaalbaarheid zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> objectiver<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van maximale woonquotes<br />
of minimum rester<strong>en</strong>d inkom<strong>en</strong> (Winters et al., 2011), maar gewet<strong>en</strong> wat het inkom<strong>en</strong> is van de huidige<br />
private huurders, zou dit voor e<strong>en</strong> groot deel van de markt ongetwijfeld leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> huurprijs die e<strong>en</strong><br />
onredelijke vergoeding voor de verhuurder betek<strong>en</strong>t.<br />
E<strong>en</strong> objectivering op basis van marktprijz<strong>en</strong> of kostprijz<strong>en</strong> heeft in vergelijking hiermee minder risico’s op<br />
verdere krimp van de markt. Het vaststell<strong>en</strong> van kostprijz<strong>en</strong> is administratief erg omslachtig. Gebruik van<br />
marktprijz<strong>en</strong> ligt nog het meest voor de hand. Maar dan is er databestand nodig om die marktprijz<strong>en</strong> vast te<br />
stell<strong>en</strong>. Op langere termijn biedt de databank van de geregistreerde huurcontract<strong>en</strong> (zie deel II) hiervoor<br />
perspectiev<strong>en</strong>. Op kortere termijn biedt e<strong>en</strong> voorlopige objectivering op basis van de VMSW-databank met<br />
schatting<strong>en</strong> van markthuurprijz<strong>en</strong> door notariss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oplossing. Deze mogelijkheid wordt verk<strong>en</strong>d in deel III<br />
van dit rapport.<br />
21
Bibliografie<br />
Arnott R. (1995), ‘Time for revisionism on R<strong>en</strong>t Control?’, Journal of Economic Perspectives, vol. 9, nr. 1,<br />
p. 99-120.<br />
Barr N. (1998), The economics of the welfare state, Third edition, Oxford University Press, Oxford.<br />
Boelhouwer P.J. & Haffner M. (2002), Subjectsubsidiëring in de huursector onder de loep, Dgvh/Nethur<br />
Partnership 16, Nethur/Vrom, Utrecht.<br />
Dambre M. (2009), De huurprijs, die Keure, Brugge.<br />
FOD Justitie (2010), De huurwet, 11de editie – januari 2010, FOD Justitie, Brussel.<br />
Glaeser E.L. (2003), ‘Does r<strong>en</strong>t control reduce segregation?’, Swedisch Economic Policy Review, vol. 10,<br />
p. 179-202.<br />
Haffner M. & Elsinga M. (2007), ‘Huurprijsomkadering in de private huursector in Nederland <strong>en</strong> Duitsland’,<br />
Ruimte <strong>en</strong> Planning, vol. 27, nr. 4, p. 18-29.<br />
Haffner M., Elsinga M. & Hoekstra J. (2008a), ‘R<strong>en</strong>t Regulation: The Balance betwe<strong>en</strong> Private Landlords and<br />
T<strong>en</strong>ants in Six European Countries’, European Journal of Housing Policy, vol. 8, nr. 2, p. 217-233.<br />
Haffner M., Elsinga M. & Hoekstra J. (2008b), ‘Huurregulering vanuit de welvaartseconomie ontleed’, Tijdschrift<br />
voor de volkshuisvesting, vol. 15, nr. 1, p. 43-48.<br />
Haffner M., Hoekstra J. & Oxley M. (2010), ‘Conceptual issues in comparing private r<strong>en</strong>ting across countries.’,<br />
The Future of the Private R<strong>en</strong>tal Sector: Residual Sector or Cornerstone of Housing Provision?<br />
Seminar at the International Meeting C<strong>en</strong>tre of St. Mari<strong>en</strong>thal, 5-9 February 2010.<br />
Hubeau B. (1999), ‘Algem<strong>en</strong>e inleiding: het juridische kader voor woonkwaliteitsregeling<strong>en</strong>’, in P. De Smedt,<br />
B. Hubeau, E. Janss<strong>en</strong>s & L. Peeters, De Vlaamse Wooncode: lokaal woonbeleid <strong>en</strong> woonkwaliteit, Die<br />
Keure, Brugge, p. 1-55.<br />
J<strong>en</strong>kins B. (2009), ‘R<strong>en</strong>t Control: Do Economists Agree?’, Economic Journal Watch, vol. 6, nr. 1, p. 73-112.<br />
Kemp P. & Koffner S. (2010), ‘Contrasting varieties of private r<strong>en</strong>ting: England and Germany’, The Future of<br />
the Private R<strong>en</strong>tal Sector: Residual Sector or Cornerstone of Housing Provision? Seminar at the International<br />
Meeting C<strong>en</strong>tre of St. Mari<strong>en</strong>thal, 5-9 February 2010.<br />
Lind H. (2001), ‘R<strong>en</strong>t Regulation: a Conceptual Framework and Comparative Analysis’, International Journal<br />
of Housing Policy, vol. 1, nr. 1, p. 41-57.<br />
Noël F., Dawance T., Gooss<strong>en</strong>s L., Laureys J., Bernard N. & Lemaire L. (2007), Studie over het opstart<strong>en</strong><br />
van pilootproject<strong>en</strong> voor paritaire huurcommissies in Brussel, Charleroi <strong>en</strong> G<strong>en</strong>t. Eindverslag maart 2007,<br />
ULB-UA-FUSL.<br />
Oxley M. (2000), The Future of Social Housing: Learning from Europe, IPPR, s.l.<br />
Oxley M. (2004), Economics, Planning and Housing, Planning, Environm<strong>en</strong>t, Cities, Palgrave McMillan,<br />
Hampshire & New York.<br />
Pareja-Eastaway M. & Sachez-Martinez M.T. (2010), ‘European R<strong>en</strong>tal Markets: Regulation or<br />
Liberalization? The Spanish Case’, in P. Arestes, P. Mooslechner & K. Wagner, Housing Market Chall<strong>en</strong>ges<br />
in Europe and the United States, p. 131-157.<br />
Turner B. & Malpezzi S. (2003), ‘A review of empirical evid<strong>en</strong>ce on the costs and b<strong>en</strong>efits of r<strong>en</strong>t control’,<br />
Swedish Economic Policy Review, vol. 10, p. 11-56.<br />
Vand<strong>en</strong>broucke P., Buyst E., Winters S., Elsinga M., Haffner M. & Hoekstra J. (2007), Naar e<strong>en</strong> aanbodbeleid<br />
voor de Vlaamse private huurmarkt, Departem<strong>en</strong>t Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing, Woonbeleid <strong>en</strong><br />
Onroer<strong>en</strong>d Erfgoed, Woonbeleid, Brussel.<br />
Vanoevel<strong>en</strong> A. (2009), Woninghuur, Die Keure, Brugge.<br />
23
Winters S., Elsinga M., Heyl<strong>en</strong> K., Haffner M., Tratsaert K., Van Damme B. & Van Daal<strong>en</strong> G. (2007), Op weg<br />
naar e<strong>en</strong> nieuw Vlaams sociaal huurstelsel?, Ministerie van de Vlaamse Geme<strong>en</strong>schap, Departem<strong>en</strong>t<br />
RWO, Brussel.<br />
Winters S. & Marchal A. (2004), Op zoek naar huurwoning<strong>en</strong>. Onderzoek naar de betaalbaarheid <strong>en</strong> de<br />
kwaliteit van het won<strong>en</strong> op de private huurmarkt <strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> gepast beleid, HIVA-KU Leuv<strong>en</strong>, Leuv<strong>en</strong>.<br />
Winters S., Heremans F., Elsinga M., Marchal A., Vandekerckhove B. & Van Ste<strong>en</strong> G. (2004), Op weg naar<br />
e<strong>en</strong> Vlaamse Huursubsidie?, K<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum voor Duurzaam Woonbeleid, Leuv<strong>en</strong><br />
24