Notulen BuitengewoneAlgemene Vergadering van Aandeelhouders ...

Notulen BuitengewoneAlgemene Vergadering van Aandeelhouders
Datum: 23 december 2008
Aanwezig:
Vivenda Media Groep NV
• De heer Mirck President Commissaris, voorzitter
• De heer Van Versendaal CEO
• De heer Van der Maarel administrateur
• De heer Noach accountant Mazars Paardekooper Hoffman N.V.
• De heer Koedam aandeelhouder Vereniging van Effectenbezitters
• De heer Verheijen aandeelhouder
• De heer Van Stappershoef aandeelhouder
• De heer Rienks aandeelhouder
• De heer Russs aandeelhouder Aegon Leven
• De heer P. Maat aandeelhouder De Groote Zandschulp I BV
1. Opening
De voorzitter: Goedemiddag, iedereen van harte welkom op deze bijzondere
aandeelhoudersvergadering van Vivenda Media Groep. Allereerst wil ik vragen of telefoons zoveel
mogelijk uitgezet kunnen worden en ook laptops op zwart kunnen om te voorkomen dat wellicht op
ongelukkige momenten informatie eerder of later beschikbaar kan komen of dat er andere dingen mee
kunnen gebeuren. Ik verzoek u graag dat in te willigen. Nogmaals, iedereen van harte welkom. Er zijn
geen dames, maar wel heren. Er zijn vijftien miljoen honderdeenenzeventig duizend
vijfhonderdvierenzestig (15.171.564) aandelen aangemeld, wat overeenkomt met een percentage van
iets boven de achtentwintig procent (28%). Als iemand nog stukken mist dan zijn de notulen, de
jaarrekening en agendapunten beschikbaar. Voordat ik tot de agendapunten overga, wilde ik een
aantal mededelingen doen en dat betreft een stukje informatievoorziening, mijn activiteiten vanuit mijn
bestuurderschap met In Regio uitgeven BV, activiteiten van de grootaandeelhouder De Grote
Zandschulp en we hebben een stukje Internetstrategie voor zover dat ook niet later aan de orde komt.
Uiteraard hebben we allemaal geconstateerd dat het ons niet gelukt is om de informatievoorziening,
die de vennootschap nu heeft middels de financiële jaarcijfers, eerder dan op 30 november van dit
jaar gereed te hebben met de goedkeurende verklaring van de accountant. Dat heeft ons zeker parten
gespeeld. En omdat die cijfers later zijn, zijn ook de verbanden tussen de cijfers van 2007 en 2008 en
ook de halfjaarcijfers van 2008 opgehouden. Vlak voor deze vergadering is een persbericht uitgegaan
waarvan u net een exemplaar overhandigd heeft gekregen. Dat zijn de eerste halfjaarcijfers van 2008.
Wij zijn aan de ene kant blij dat de situatie achter ons ligt en eigenlijk net als ieder ander
beursgenoteerd fonds voortaan, zoals gebruikelijk is, ook de rapporten en jaarrekeningen keurig op
tijd gereed te hebben. Dat houdt ook in dat daar nu veranderingen in zijn gekomen. Wij zullen moeten
voldoen aan de plicht om binnen vier maanden met de jaarrekening 2008 naar buiten te komen. Wij
verontschuldigen ons voor dit ongemak en de ernstige vertraging van de informatievoorziening daar
rondom. Een ander stukje wat ik wilde toelichten is mijn bestuurderschap van In Regio Uitgeven. Daar
is middels een publicatie van de curator informatie over beschikbaar geweest over Internet. Ik kan
daar helaas niet zoveel over zeggen als dat ik graag had willen doen. Ik denk ook dat zodra dit met
curatoren uit de wereld is, alle openbaarheid hier in de vergadering betracht kan worden en alle
informatie beschikbaar kan komen. Het ligt nu ook bij de curator. Daar worden bedragen in genoemd.
Wat ik daarvan kan zeggen is dat het helaas onvolledig is. Het is verre van volledig, maar gezien de
situatie, dus lopende dat er nog gesprekken met de curator worden gevoerd, kan ik daar helaas
verder geen mededelingen over doen.
De heer Koedam: Mag ik u even in de rede vallen?
De voorzitter: Ja.
pagina 1/33

De heer Koedam: Mijn naam is Koedam van de Vereniging van Effectenbezitters. Goedemiddag. Ik
heb een vraagje, want ik heb die Internetberichten niet gelezen waar u het over heeft. Ik weet ook niet
goed wat u bedoelt. Het lijkt voor mij alsof u een beetje in raadsels praat. Kunt u even uileggen waar u
het over hebt. Ik heb zelf in mijn voorbereiding wel iets gevonden over PPN en de curators, maar daar
heeft u het geloof ik niet over nietwaar?
De voorzitter: Nee, daar heb ik het niet over.
De heer Koedam: Daar gaan wij het nog wel over hebben, maar ik wil graag een toelichting wat u
bedoelt.
De voorzitter: Ik heb dat stuk wel ergens staan. In het kader van faillissementen van In Regio Druk en
In Regio Uitgeven is er informatie gekomen op Internet. Men kan daar de conclusie trekken dat een
aantal vennootschappen waar ik bestuurder van ben geweest en die in de transactie zitten met
Factotum, waar ik bestuurder van ben geweest en die in de transactie zitten met Factotum, dat die
voor een laag bedrag verkocht zouden zijn aan De Grote Zandschulp. Men kan daar de indruk uit
krijgen omdat dat ogenschijnlijk...
De voorzitter:...nogal ver weg staat van de bedragen waar de acquisitie heeft plaatsgevonden bij de
Vivenda Media Groep. Daar gaat het over. De curator is onvolledig daarin, verre van volledig, en
daardoor kan wellicht de verkeerde indruk ontstaan. Dus nogmaals dat is het enige eigenlijk wat ik
daarover kan zeggen.
De heer Van Stappershoef: Mijn naam is Van Stappershoef. Ik neem aan dat er een boekhouding is.
Dus ik begrijp niet dat de curator met onvolledige bedragen komt.
De voorzitter: Er is uiteraard een boekhouding en waarom de curator deze punten op zijn site heeft
gezet en niet meer informatie is niet aan mij. Maar dat is nogmaals heel vervelend. Ik wilde doorgaan
ook naar een volgend punt van de activiteiten van grootaandeelhouder De Grote Zandschulp, zeker
ook omdat de buitenstaanders wellicht over minder informatie beschikken en krijgen om een goede
opinie te vormen. Ik wil even een aantal dingen opsommen. Op 3 december 2007 is de Vivenda Media
Groep ontstaan. Het lijkt daarmee een jong bedrijf maar zowel De Grote Zandschulp, de investeerder
in De Grote Zandschulp, als ikzelf zijn al sinds 1984 of midden tachtiger jaren bezig in deze branche.
De korte termijn doelstelling was eind december het verkrijgen van een beursnotering. Als lange
termijn doelstelling zijn onder de paraplu van de Vivenda Media Groep de Europese media-activiteiten
die de makelaar, de woningzoeker en de woningaanbieder kunnen ondersteunen in het proces van
het kopen of verkopen van woningen. We zijn ervan uitgegaan dat deze beursnotering ons zal helpen
bij het verder uitvoeren van deze strategie. Het positieve effect op de korte termijn van de
beursnotering is een misrekening gebleken. Het vertrouwen van beleggers en banken in de
onderneming is zeer gering gebleken. Dat is deels begrijpelijk omdat natuurlijk een jaarrekening lang
op zich heeft laten wachten en daardoor ook de halfjaarcijfers lang op zich hebben laten wachten.
Uiteraard is het zonder die informatie zeer moeilijk een mening te vormen voor beleggers en banken.
Wat de vennootschap daaraan kan doen, wil ze ook doen. Ik geef dan ook even een opsomming over
afspraken met grootaandeelhouder in betrekking tot de vennootschap om het beeld te geven hoe de
visie is van de grootaandeelhouder, De Grote Zandschulp, en hoe zij in het geheel zitten. Met de heer
Van der Steeg van De Grote Zandschulp is een afspraak gemaakt om hem verder te binden aan de
onderneming om op te treden als adviseur bij de vennootschap voor het voorbereiden van fusies,
overnames, samenwerking en dergelijke om de realisatie van het business plan strakker en duidelijker
vorm te geven. Daarnaast is een afspraak gemaakt 6 maart tot uitgifte van bijna vijf miljoen (5 miljoen)
aandelen tegen een koers van eenentwintig cent (EUR 0,21). Met die opbrengst is een betaling
geweest van ongeveer een miljoen euro. Die is aangewend voor de betaling van de kosten
voortvloeiend uit de overname, de afwikkeling en overbruggingskredieten en het betalen van de
schulden van Vivenda Media Groep aan de verkopende aandeelhouder. Daarnaast is met De Grote
Zandschulp overeengekomen dat zij in plaats van een bank zou voorzien in een financiering. Die
afspraken lagen al in eerdere overeenkomsten en we komen denk ik zo meteen nog terug op wat
eventueel daarin veranderd is in visie of stappen daarin. Maar De Grote Zandschulp heeft zich al in
een eerdere fase bereid verklaard om indien Vivenda Media Groep geen financiering zou krijgen bij
banken zoals het is omschreven dat De Grote Zandschulp daarvoor garant zou staan. Daarnaast is in
afwachting van de juridische levering besloten dat 10 juni aangemerkt zou worden als de datum
waarop de economische overdracht van aandelen van Factotum aan Vivenda Media Groep heeft
plaatsgevonden en ook de datum waarop de operationele resultaten van Factotum een bijdrage
leveren aan de resultaten van de groep en die is dan teruglopend tot 1 juni 2008. Verder denk ik dat
ook voor de meningvorming van belang is dat we geen meldingen van de AFM hebben gekregen dat
pagina 2/33

De Grote Zandschulp onder een dertig procent (30%) belang of boven een veertig procent (40%)
belang is gekomen. Dat wil zeggen dat dit stabiel blijft binnen de dertig procent (30%). Details daarvan
ken ik niet. Wellicht kunnen die bij aanwezigheid van de heer van der Steeg een volgende keer ter
sprake komen. Maar hieruit blijkt ook, mochten die meningen er zijn, dat er geen sprake van is dat De
Grote Zandschulp aandelen overvloedig op de markt zou loslaten. Uit deze opsomming en
gesprekken met De Grote Zandschulp blijkt en is ons ook gebleken dat De Grote Zandschulp een
grote en trouwe aandeelhouder is, die altijd bereid is om indien er fondsen nodig zijn dit op te pakken
en met ons mee te denken. Als laatste puntje wilde ik de Internetstrategie nog een keer naar voren
brengen. Vorige vergadering zijn er ook vragen over gesteld wat de status daarvan is. De financiering
die zou voortkomen uit het afsluiten van de transactie heeft nog niet plaatsgevonden. Dat moge
bekend zijn. Daardoor hebben de investeringen in Internet nog niet direct plaatsgevonden. Zoals we
vorige keer hebben meegedeeld liggen de plannen natuurlijk klaar en zijn de voorbereidingen daar
zeker wel voor getroffen. Maar wij zijn inmiddels ook met een tweesporenbeleid daarin bezig. We
kijken zowel naar het zelf ontwikkelen van een site waardoor je gebruik kan maken van nieuwe
technieken en je wellicht meteen een vooraanstaande rol kan spelen op dit gebied. Daarnaast kijken
we naar acquisitie van bestaande sites in de markt waardoor je op een rijdende trein kan stappen en
je meteen een positie hebt ingenomen. Deze informatie wilde ik u alvast geven voordat we met punt 1
van de vergadering beginnen. Er zullen ongetwijfeld lopende de vergadering hier ook teruggekomen
worden op een aantal feiten. Die komen in de agendapunten naar voren, maar ik wilde dit alvast als
informatie vooraf met u delen.
De heer Van Stappershoef: Mijnheer de voorzitter, mag ik u even wat vragen?
De voorzitter: Zeker.
De heer Van Stappershoef: Mijn naam is Van Stappershoef. Ik ben hier voor het eerst en u hebt het
steeds over De Grote Zandschulp. Heeft die te maken met mijnheer Tóth?
De voorzitter: Nee.
De heer Van Stappershoef: Oké, dat is het enige wat ik wilde weten.
De heer Koedam: Mijn naam is Koedam van de Vereniging van Effectenbezitters. Ik begrijp heel goed
dat we hier niet bij een heel grote onderneming zitten waarbij het gebruikelijk is dat er mooie
naambordjes zijn, al of niet gedrukt. U heeft zich aan mij voorgesteld omdat u toevallig tegen mij
aanliep. Mijnheer Mirck zei u. U hebt niet gezegd wie er naast u zit en ik weet ook niet of de mensen
die naast mij zitten van uw onderneming zijn. U hebt ook in uw inleiding niet even gezegd: “Van links
naar rechts zijn dit de mensen achter de tafel.” Ik vind dat jammer. Zou u daar nog gehoor aan kunnen
geven?
De voorzitter: Uiteraard. Excuses daarvoor. Naast mij zit de heer Van Versendaal, CEO van Vivenda
Media Groep. Daarnaast liep ik niet toevallig tegen u aan maar ben ik welbewust uw hand gaan
schudden om u welkom te heten. Naast u zit de heer Van der Maarel. Hij heeft onze cijfers
beschikbaar gesteld en we hebben hem gevraagd deze vergadering aanwezig te zijn om eventueel
informatie te verstrekken mocht het nodig zijn. Achter u zit de heer Noach van Mazars, Paardekooper
en Hoffman, onze huisaccountant en achterin in de hoek zit de geluidsman, waarvan ik de naam niet
ken.
De heer Koedam: Dank u wel.
De voorzitter: Graag gedaan. De oproep voor deze vergadering heeft tijdig in de krant gestaan. De
datum is mij niet bekend, maar het is wel tijdig geweest. Ook de stukken zijn beschikbaar gesteld via
de site en opvraagbaar en inzichtelijk geweest op het kantoor van Vivenda Media Groep. Dan komen
we aan punt 2 van de agenda.
2. Kennisnemen en vaststellen notulen Algemene Vergadering van Aandeelhouders van
25 juli 2008 en ingekomen stukken
Voorzitter: Bij de notulen van de algemene vergadering van 25 juli 2008 hebben we een iets andere
methodiek toegepast. Voorheen hadden we in de zaal een geluidsband meelopen en werkte iemand
van het notariskantoor later de notulen uit. Vorige keer is de geluidsband meegelopen, die nu naar ik
van uitga ook meeloopt, waardoor ook de vraag zal zijn of u in de microfoon wilt spreken en uw naam
kenbaar wilt maken. Dat is gemakkelijk voor degene die het later uit zal schrijven, maar heeft ook tot
gevolg dat de notulen vatgesteld moeten worden wat ik bij deze wil doen. U hebt allen de notulen in
pagina 3/33

kunnen zien en mijn vraag is of u aan- of opmerkingen hebt aangaande de notulen? Dan stel ik die bij
deze vast.
3. Toelichting directie op het jaarverslag 2007
De voorzitter: Cees, mag ik jou daar het woord voor geven?
De heer Van Versendaal: Ja, dank je wel. Zoals de voorzitter al aangaf zijn wij bijna heel 2007 bezig
geweest om te komen tot de jaarrekening 2007. We hebben in juli een Algemene Vergadering van
Aandeelhouders eraan gewijd om uitstel te vragen aan deze vergadering aangezien wij na een jaar
hard werken tot de conclusie kwamen dat het beeld van de toen door ons opgestelde cijfers eigenlijk
niet spoorde met de uitgangspunten die we daar voor ogen hadden. Dat had met name te maken met
de wijze van consolideren in relatie tot de internationale IFRS, accountancyregels, die daarvoor staan.
We hebben daarvoor wat extra advies ingewonnen en nadat we de juiste richting te pakken hadden,
bleek het ook nog een enorme klus om op alle vlakken de boel goed bij elkaar te krijgen. Dat heeft op
30 november geleid tot een goedkeuring door de accountant die ook in de zaal is om eventuele
vragen te beantwoorden. Waar heeft de discussie zich op toegespitst? Dat is niet zozeer op de
onderliggende cijfers van de activiteiten waarin de business wordt gedaan en waar de daadwerkelijke
opbrengsten en omzet vandaan komen, maar met name over de manier waarop je dit moet
consolideren, de manier waarop je de overname moet verwerken uitgaande van deze internationale
spelregels. Ik heb daar een paar slides voor gemaakt om daar in vogelvlucht nog even doorheen te
gaan en om iedereen heel even in dat proces mee te nemen. Het staat op zich zeer uitgebreid
beschreven in hoofdstuk 1 van de jaarrekening die u net in print allemaal hebt gekregen. Maar
misschien dat ik het dan toch nog even in eigen woorden uitleg. Feitelijk is er in december 2006 door
de toenmalige aandeelhoudersvergadering van wat ik bewust even RT-Company heb genoemd, een
eerste keer goedkeuring verleend voor de overname van Vivenda BV. RT-Company had toen deze
juridische structuur en de wijze van consolideren was ook gebaseerd op het schema wat u hier ziet
staan. Uiteindelijk op het moment dat op 3 december 2007 dan de transactie een feit is, ontstaat er
vanuit juridische optiek, het volgende plaatje. De naam van RT-Company wordt gewijzigd in de
Vivenda Media Groep conform afspraken daarover. Het bestuur wordt vervangen. Ik ben in dienst
gekomen. De commissaris uit de Vivendastal was al even eerder aan Board, maar is daar feitelijk ook
een exponent van. Je ziet hier eigenlijk de wijze waarop, als je daar puur van buitenkant in juridische
zin naar kijkt, die juridische structuur is ontstaan en ook in eerste aanleg de wijze waarop je een
consolidatie zou laten plaatsvinden vanuit de NV. Echter als je kijkt naar wat er daadwerkelijk volgens
deze internationale regels IFRS gebeurd is, dan is door de overname een dermate groot percentage
aandelen bij de verkopende partij terechtgekomen dat je kunt spreken dat daar de zeggenschap
terechtkomt. Als je daar in het verlengde meeneemt de benoeming van de commissarissen en bestuur
dan is er in termen van IFRS sprake van een omgekeerde overname. Dus met andere woorden als ik
het heel plat verwoord, en volg mij alstublieft even voordat u zegt: “Ik haak af,” dan wordt Vivenda BV,
dus dat is de partij die hier links op het scherm staat, eigenlijk niet overgenomen door RT-Company,
maar neemt Vivenda BV eigenlijk RT-Company over. Dan krijg je eigenlijk een heel gekke situatie
waarbij aan de ene kant een beursgenoteerde entiteit, RT-Company, een BV overneemt, maar waarbij
je in je geconsolideerde cijfers eigenlijk het omgekeerde gaat doen. Wat gebeurt er dan met de
vergelijkingen uit het verleden? Wat gebeurt er dan met de vergelijking tussen enkelvoudig en
geconsolideerd? Ik kan u gelijk uit de droom helpen. U kunt het niet meer vergelijken. Op
3 december is eigenlijk een volledig nieuw bedrijf ontstaan, bestaande uit een Vivenda BV met een
aantal activiteiten en een overgenomen RT-Company. Dus die omgekeerde overname heeft eigenlijk
tot gevolg dat, als je naar de geconsolideerde jaarrekening kijkt, je dit plaatje krijgt. Vivenda BV staat
aan het hoofd. Dat had twee activiteiten op de datum van de transactie, waar de feitelijke activiteiten
in zitten. Dat zijn dan Vivenda en Esto BV, de twee uitgeverijen waarmee we gestart zijn. Dat neemt
eigenlijk RT-Company over met de desbetreffende entiteiten die daaronder hingen. Dat betekent, als
je het op die manier gaat consolideren dat je eigenlijk een heel ander plaatje krijgt dan het
enkelvoudige plaatje. Nogmaals, het verandert niets in de onderliggende cijfers van de desbetreffende
BV, maar je krijgt geconsolideerd een totaal ander beeld op organisatie die niet aansluit bij
voorgaande jaarrekeningen. Dus u kunt de jaarrekening 2006 van RT-Company absoluut niet leggen
naast de jaarrekening 2007 van de Vivenda Media Groep. Daar is echt hoe gek het ook klinkt een
nieuw bedrijf ontstaan. Er verandert niets aan de verhandelbaarheid van aandelen van de moeder, de
Vivenda Media Groep intussen gegeten. Daar verandert helemaal niets aan. Dus de beursnotering,
enzovoorts, is allemaal hetzelfde, maar puur in de geconsolideerde cijfers ziet u dat dit de wijze van
optellen is. Er zijn natuurlijk een paar dingen en ik heb er even twee elementen uitgelicht. Wat
pagina 4/33

etekent dat dan voor de cijfers? Dat is ook altijd lastig als je dat in een persbericht zet, want je moet
natuurlijk persberichten de deur uitdoen vanuit de beursgenoteerde entiteit gezien. Die heeft op
3 december feitelijk 2 BV’s verworven. Dan gaan vanaf dat moment feitelijk alle geconsolideerde
cijfers tellen. Ik ben hier even begonnen aan de andere kant. Vivenda BV heeft, als je daar vanuit een
jaaroptiek naar zou kijken, een omzet gehaald van ongeveer vijf miljoen euro (EUR 5 miljoen) en een
resultaat van achthonderd duizend euro (EUR 800.000). Als je naar de enkelvoudige jaarrekening van
de desbetreffende bedrijven kijkt, zal die optelling aardig kloppen. Dat kan helaas niet. Je moet kijken
naar de datum van 3 december waarop het geheel tot stand is gekomen. Dan mag je één maand
omzet meetellen en het resultaat van één maand en dan ontstaat het rare beeld dat je in de
geconsolideerde jaarrekening een omzet hebt van vierhonderddertig duizend euro (EUR 430.000) met
een verlies. En dat verlies komt dan meer voort uit een aantal posten die verrekend moesten worden,
waaronder onder andere een stuk afschrijving goodwill. Daar kom ik zo even op. Dat geeft natuurlijk
een heel raar beeld als je dit moet publiceren ten opzichte van een jaar gewerkt te hebben en dit
zouden de echte activiteiten zijn. Maar nogmaals door de datumovername van 3 december is één
maand meegenomen in de cijfers.
De heer Van Versendaal: Ik heb ook even een sheet gemaakt vanuit het enkelvoudige stuk. Hoe
wordt dat dan feitelijk in de balans verwerkt? De overname destijds was zeven en een half miljoen
euro (EUR 7,5 miljoen) voor die twee entiteiten. Dan krijg je een uitsplitsing naar een drietal punten:
• Een stukje eigen vermogen;
• De immateriële vaste activa. Dat zijn eigenlijk de immateriële vaste activa die te benoemen en te
adresseren zijn aan klantcontracten, aan titels die je in huis hebt en dergelijke rechten;
• De rest is dan goodwill. Die is feitelijk verwerkt in de enkelvoudige jaarrekening.
Ga je naar het geconsolideerde stuk toe dan moet je eigenlijk een kunstmatige berekening gaan doen.
Die staat vrij goed beschreven in de jaarrekening en als er vragen over zijn kan ik u nog verwijzen
naar de desbetreffende toelichting. Maar dan ontstaat er een soort van verrekenmethodiek waardoor
Vivenda BV eigenlijk RT-Company overneemt. Als je dat dan allemaal berekent komt daar een bedrag
uit, ik hoop dat ik daar het goede bedrag heb opgeschreven, van ongeveer één komma één miljoen
euro (EUR 1,1 miljoen) aan goodwill. Kan de geconsolideerde groep uit een holdingsoptiek die nog
terugverdienen? Gaat de holding zelf cash genereren? Daarvan is de conclusie nee, want alle
activiteiten zitten in de onderliggende werkmaatschappijen en dan ben je feitelijk gedwongen dit
bedrag af te schrijven. Ik weet trouwens niet of die één één drie precies klopt, maar dat getal is om en
nabij? Dat betekent eigenlijk dat je in de geconsolideerde jaarrekening een afschrijving krijgt van dit
getal wat mede het verlies veroorzaakt wat ik een paar sheets terug heb laten zien. Dit betreft even op
hoofdlijnen de toelichting. Als je het nu ziet dan is het allemaal relatief eenvoudig, maar het heeft ons
aardig wat bloed, zweet en tranen gekost om tot deze inzichten te komen. Dus nogmaals, u kunt geen
vergelijking meer maken met de jaren daarvoor. Enkelvoudig en geconsolideerd moet u ook niet
proberen te vergelijken, want er is geen enkele aansluiting en zoals één van onze adviseurs zei: “Als
het u wel lukt dan hebben wij het niet goed gedaan.” Zijn daar nog vragen over?
De heer Van Stappershoef: Was het te voorzien bij het instappen in RT-Company dat dit allemaal zo
zou gebeuren en wie draagt hier uiteindelijk de kosten van?
De voorzitter: Of dit te voorzien was? Nee, niet met de kennis die toen aanwezig was, dat zeg ik er
ook eerlijk bij. We hebben verschrikkelijk veel kennis vergaard. Er zijn een aantal mensen die zich
voor specialist uitgeven in Nederland. Ik denk dat inmiddels de heer Van Versendaal daar ook toe
mag behoren, zeker specifiek op dit deel. Hadden we het kunnen voorzien, dan hadden we het
natuurlijk in de aanpak ook anders gedaan. Achteraf kan je zeggen: “Het had anders gekund.” Zeker.
Maar ook lopende het traject zijn deskundigen het niet altijd met elkaar eens geweest. Het is een heel
moeilijk traject geweest waar we, nogmaals, heel veel van geleerd hebben en dat heeft dan ook heel
veel gekost wat betaald moet worden door de onderneming. Dat is veel leergeld.
De heer Van Stappershoef: Op hoeveel schat u dat bedrag?
De heer Van Versendaal: Ten opzichte van de inschatting die wij vooraf gemaakt hadden voor de
jaarrekeningkosten, want u praat dan ten opzichte van die kosten, denk ik alles bij elkaar dat die in
totaal ongeveer drie keer zo hoog zijn.
De heer Van Stappershoef: U kunt dat vergelijken met de hele beursnotering zelfstandig aanvragen.
De heer Van Versendaal: Maar in welke zin bedoelt u dat vergelijken?
pagina 5/33

De heer Van Stappershoef: Als de beursnotering x kost en u hebt hier kosten y gemaakt in deze
onderneming, wegen die twee dan tegen elkaar op of is y hoger uitgekomen dan x?
De heer Van Versendaal: De kosten van de beursnotering zijn volgens mij ook verwerkt in de cijfers.
De heer Van Stappershoef: Nee, als Vivenda apart een beursnotering had gehad en niet RT-
Company had gekocht.
De heer Van Versendaal: De vraag die u stelt is van stel je voor dat Vivenda een zelfstandige
beursgang had gedaan en niet deze omgekeerde route had gekozen, was je dan goedkoper
uitgeweest of was je dan nu verder geweest?
De heer Van Stappershoef: Ja.
De heer Van Versendaal: De heer Mirck gaf al aan dat los van deze financiële elementen en de tijd
die we kwijt geweest zijn, wij natuurlijk dachten dat de stemming ten aanzien van het fonds minder
zwaar zou wegen. Dat is ons tegengevallen. Of je het op dezelfde manier weer zou doen? André, dat
kun jij als investeerder beter zeggen? Ik denk dat we er nog een keertje goed over na zouden denken.
De heer Van Stappershoef: Dus uiteindelijk is Vivenda NV, zoals die nu op de beurs genoteerd is,
duurder uit dan wanneer Vivenda zelfstandig naar de beurs was gegaan? Dat is de conclusie die ik uit
uw woorden trek.
De voorzitter: Nee, ik denk dat dit niet een juiste conclusie is. Nogmaals, het is een beetje koffiedik
kijken, maar dat denk ik niet.
De heer Van Stappershoef: U weet wat de beursnotering kost.
De voorzitter: Ja, maar ook de stappen daar naartoe vragen heel wat. Ik denk dat een belangrijke
factor voor ons is.
De heer Van Stappershoef: Iedere deskundige of iedere bankier zelfs, voor zover je tegenwoordig van
bankiers kunt spreken, weet drommels goed wat een beursnotering kost en welke investeringen
daarmee gemoeid zijn. Dat is bijna op de achterkant van een sigarendoosje uit te schrijven en mijn
vraag was: als ik dat sigarendoosje pak en ik zet het tegen het juwelenkistje van RT-Company aan,
welke van de twee is het duurste geweest? Dat is de eenvoudige vraag.
Voorzitter: Ik kan heel eenvoudig het antwoord geven. Ik ben sigarenroker. Dus ik zou mij keren tot het
sigarenkistje. Maar ik denk dat er meer factoren meespelen behalve het financiële plaatje waar,
nogmaals, moeilijk inzicht in te geven is. Achteraf, ook gezien het verleden waar we er ook met het
uitbrengen van de eerste prospectus veel mee te maken hebben gehad, kan ik eigenlijk zeggen dat
het ons is tegengevallen. Het verleden heeft lang meegespeeld, waarvan we nu merken dat het nog
steeds meespeelt met het financieren en gesprekken met banken. Dat hebben we onderschat en of
dat direct in geld uit te drukken is, is moeilijk.
De heer Van Stappershoef: Dat vind ik an sich niet eens zo belangrijk. Ik vind het meest belangrijke de
‘direct costs’ en de ‘direct costs’ zijn meetbaar.
De heer van der Heijden: Mag ik daar iets van zeggen? Mijn naam is van der Heijden. Eerlijk gezegd
denk ik dat dit bedrijf te klein is om zelfstandig naar de beurs te gaan. Dus wat dat betreft ligt die weg
eigenlijk niet open voor een bedrijf van vijf miljoen euro (EUR 5 miljoen) om naar de beurs te gaan.
Dan had er toch wat meer moeten gebeuren. En als je werkelijk alle kosten neemt, inclusief ook de
kosten die u al in rekening heeft gebracht omdat u zelf plannen had om naar de beurs te gaan in
welke vorm dan ook, plus dan nog het hele moeilijke traject wat bijna een jaar geduurd heeft in de
onderhandelingen met RT-Company, plus dan nog deze zaak met de IFRS en dergelijke, dan moet
het volkomen duidelijk zijn dat deze weg duurder is dan gewoon naar de beurs gaan voor een bedrijf.
De heer Van Versendaal: Mee eens.
De heer van der Heijden: U bent klaar, mijnheer Stappershoef?
De heer Van Stappershoef: Ik ben klaar. Dank u wel.
De heer van der Heijden: Dan had ik nog een vraag over dat IFRS. Is het niet zo, dat wat deze
problematiek aangaat, dit toch met name bij de accountant ligt en dat je dus bij Mazars terecht zou
moeten en de instructie zou moeten krijgen van: “Jongens, dit moet zo en zo gebeuren.” Hoe zit dat?
Is dat gebeurd?
Voorzitter: Mijnheer Noach, gaat uw gang.
pagina 6/33

De heer Noach: Mijn naam is Jacques Noach van Mazars. Er is veelvuldig overleg geweest met de
vennootschap. Primair is het zo dat de vennootschap de jaarrekening opstelt, zoals u weet en de
accountant controleert die. De vennootschap heeft zich laten begeleiden door deskundigen van een
ander kantoor omdat je je daar vanuit je onafhankelijkheidsoogpunt als controlerend accountant zo
weinig mogelijk mee moet bemoeien. En in het beslissende laatste traject is er zeer veelvuldig overleg
geweest tussen de controlerende accountant en het management.
De heer van der Heijden: Alles goed en wel. U zegt de onderneming stelt de jaarrekening op.
De heer van der Heijden: Doet u dat met instructies?
De heer Noach: Zoals ik zei hebben we veelvuldig overleg gehad.
De heer van der Heijden: Nee, maar de vraag is: “Denk eraan onderneming wij gaan de jaarrekening
controleren. Dan willen wij dat dit en dat gedaan is en dat het er zo en zo uitziet, dat het zo is
opgezet.”
De heer Noach: Dat alles volgens IFRS 3, reverse takeover plaatsvindt. Dat is correct. En men heeft
zich daar laten begeleiden door een ander, zeer goed bekend kantoor. We hebben dus vooraf
instructies met elkaar doorgesproken: wat verwacht je aan gegevens, hoe ziet het dossier eruit? Het
management heeft het advies overgenomen om zich daarin te laten begeleiden door deskundigen op
het gebied van de IFRS. En in een bepaalde fase toen dus de jaarrekening klaar was ter controle zijn
wij daarmee verder gegaan.
De heer van der Heijden: Dan is toch de vraag aan de accountant: had u een mening of
geconsolideerd moest worden vanuit RT-Company, dus dat RT-Company de moedermaatschappij
was, of dat geconsolideerd moet worden vanuit Vivenda BV Had u daar een mening over en hebt u
dat ook aan ze aangegeven?
De heer Noach: De mening ligt volledig vast in de voorschriften van IFRS. Wij hebben alleen, werkend
met wat daaruit komt, gekeken of daar nog andere mogelijkheden zijn. IFRS is een vrij strak
boekwerk, waar je nauwelijks van af kunt wijken tenzij je dat met gegronde redenen toelicht. Maar
zoals de heer Van Versendaal al aangaf geeft het een raar beeld van wat je in eerste instantie bedoelt
en ook verwacht. Dus uit dien hoofde is er nog eens gekeken naar wat zijn de andere mogelijkheden
en vervolgens kom je tot de conclusie dat je toch het pad af moet gaan wat je oorspronkelijk bent
ingegaan. Dat is waarschijnlijk wat het tijdspad betekend heeft voor het opmaken van deze
jaarrekening.
De heer Van Versendaal: ik wil daar nog wel iets aan toevoegen. Als ik nu terugkijk op dat traject,
want achteraf kun je een hoop lessen trekken die we ook eigenlijk vandaag aan het toepassen zijn op
de halfjaarcijfers. Wat dat betreft is het niet helemaal weggegooid geld maar hopen we dat we het
tempo daardoor wat kunnen versnellen. Wat ik uit dit traject geleerd heb en eigenlijk nu ook bij de
overname van Factotum zie, is, en ik chargeer het want ik ben absoluut geen accountant dus ik geef
dat even in mijn Jip en Janneke taal weer, je vroeger eigenlijk zei: “Joh, tel maar op en dan gaan we
wel eens kijken wat eruit komt en dan komt er een beetje links en een beetje rechts en dan zeg je van
ik voel me er toch niet helemaal senang bij. We passen het hier een beetje aan en daar een beetje
aan.” Ik heb nu ook gemerkt in alle discussies die we gehad hebben en nu ook met de halfjaarcijfers
waarbij we ook adviseurs hebben ingehuurd, dat je eigenlijk moet zeggen: “Vergeet even dat optellen
van de cijfers. Gooi die ouderwetse methode eens helemaal overboord, maar ga je eerst eens over
alles wat je tegenkomt in een bepaalde periode of bij een bepaalde overname een mening vormen.
Vorm eerst eens de mening waarop je iets beoordeelt. Stem die met elkaar af. En als je het daarover
eens bent, timmer het dan eens in die systemen en in de cijfers en dan ben je zo klaar.” Mijn ervaring
is, en dat is in de breedte van onszelf als bedrijf, want we kunnen ook best de hand deels in eigen
boezem steken, maar ook met alle adviseurs waar we mee gewerkt hebben in de breedte en dan
praat ik niet alleen over Mazars maar ook over andere trajecten, dat we nogal de neiging hebben om
gelijk aan het werk te gaan en te zeggen: “Oké, u vraagt mij dit, dus ik zal wel eventjes op een paar
knoppen drukken en dan is het klaar.” Nee, eerst komt de subjectieve, laat ik het noemen,
oordeelsvorming over iets en als je dat hebt uitgevoerd en je bent het daar met elkaar over eens, met
andere woorden je hebt je model gebouwd, pas dan kun je het verwerken. Als ik achteraf terugkijk op
het traject van de jaarrekening dan zijn we eigenlijk gewoon aan de slag gegaan van: “Jongens, we
moeten het doen.” Het woord omgekeerde overname, reverse takeover, is meerdere malen gevallen
en er is ook gestoeid met hoe je het zou moeten optellen, maar we zijn eigenlijk toch te snel met
elkaar aan de slag gegaan om dat, zo noem ik het maar weer even, in de systeempjes te zetten en
een rapport op te leveren met teksten daarbij. Als ik dan het eindproduct onder handen kreeg, dan zei
pagina 7/33

iedereen van: “Ja, ja, alle discussies staan er verwrongen in.” Zo helder als ze er nu in staan was je
continu op twee gedachten aan het hinken: deels de Vivenda Media Groep, deels BV. Alles liep door
elkaar heen in terminologieën dat je zegt: “Ja, hier staat wel iets maar het voelt gewoon niet goed.”
Dan begin je eigenlijk, als ik heel eerlijk ben, halverwege het jaar gewoon opnieuw. Toen hebben we
gezegd: “Laten we nu het model eens even goed bouwen. Zijn we het met zijn allen eens dat we het
zo moeten optellen en wat zijn daar dan de consequenties van.” Dat betekent dus dat je geen
vergelijkende cijfers hebt met Vivenda BV 2006, want dat was toen een lege vennootschap. Dat is
toch raar, maar dat is wel logisch als je een nieuwe entiteit hebt. Dus eerst heb je een aantal
subjectieve oordelen en met zijn allen een mening vormen dat het zo is. Als dat klaar is, timmer je het
in de systemen en de cijfers, waardoor je eigenlijk stapsgewijs wel tot het eindresultaat komt. En dat
vind ik de oorzaak van de vertraging van een half jaar.
De heer van der Heijden: U geeft nu aan wat achteraf gezien naar uw inzicht de optimale methode is
om tot een dergelijke jaarrekening te komen.
De heer Van Versendaal: Ja.
De heer van der Heijden: En in feite zou ik aan een accountant vragen als bedrijf: “Jongens welke
methode moet ik volgen.” En hebt u daar een functie in of zegt u van: “Nee, ik zeg u moet het doen
volgens IFRS 3.cf a.b. enzovoorts, enzovoorts. En alstublieft.” Dat is mijn vraag aan u. Ziet u dat?
Hebt u dat of niet?
De heer Van Versendaal: Ik wil daar nog één ding aan toevoegen, mijnheer van der Heijden.
Natuurlijk hebben wij daar onze mening neergelegd. Want feitelijk wat de heer Noach van Mazars
aangeeft is dat de vennootschap opstelt en de accountant controleert. Wij hadden wellicht in eerste
aanleg, omdat het ook voor de eerste keer was dat je natuurlijk als partijen samenwerkt, een wat
rigide houding in van: “U levert aan en wij controleren.” Er is natuurlijk best een grijs gebied waar je
dat model vooraf met elkaar zou kunnen afstemmen. Eigenlijk toen we halverwege het jaar opnieuw
begonnen zijn, is ook op die manier gewerkt: “Zijn we het erover eens.” Je praat hier niet over
advisering versus controle. Het is het vaststellen van de manier van werken. Het is het bepalen van op
welke manier je aan de slag gaat en dan is het aan de onderneming om zijn huiswerk te doen. Ja, dat
is leergeld geweest. Maar die voorstellen zijn wel neergelegd, waarvan de accountant zei: “Ik kan het
volgen. Werk het uit.” Toen was het eindproduct eigenlijk niet wat we er met zijn allen van
verwachtten.
De heer van der Heijden: Ik wil nogmaals aan de accountant vragen, A, laat ik het gemakkelijk maken:
bent u het eens met de visie van de heer Van Versendaal wat de methodiek aangaat dat achteraf
gezien wat hij verwoordt inderdaad ook de goede methodiek is geweest? En B, ziet u voor een
accountant enige rol in het van tevoren aangeven van de methodiek?
De heer Noach: Voor mijn begrip heeft de heer Van Versendaal zojuist correct aangegeven hoe de
systematiek is geweest en dat is precies wat u net zegt als A en B. Wij hebben daar na afloop van een
paar maanden een uitgebreide rol in gehad en overeenstemming over bereikt en afspraken over
gemaakt.
De heer van der Heijden: Ik wil nog even de vraag herhalen. De vraag is: ziet u voor een accountant
een rol om voordat de cijfers opgesteld worden, aan te geven welke methodiek gevolgd moet worden?
Dat is de vraag. Ziet u daarvoor een rol?
De heer Noach: Volgens mij zei de heer Van Versendaal dat we daar gezamenlijk onze rollen hebben
verdeeld. Mijn antwoord is: zoals de heer Van Versendaal het verwoordt is correct en daar zou ik het
nu ook bij willen laten.
De heer van der Heijden: Nee, mijnheer de accountant, de vraag is of u daarin enige
verantwoordelijkheid draagt? Dat is de vraag. Is dat ja of nee? En dat vind ik zeer essentieel. U hoeft
niet te antwoorden. Dat vind ik ook prima als u niet antwoordt, maar dan nemen wij aan dat u daarin
geen verantwoordelijkheid draagt. Dat wordt dan ook gepubliceerd natuurlijk.
De heer Noach: Ik gaf al aan dat in het traject naar deze jaarrekening toe, er zeer veelvuldig overleg is
geweest tussen het bestuur van de vennootschap bestaande uit Raad van Commissarissen en het
management en de controlerende accountant, daarbij bij tijd en wijle gebruik makend van anderen,
ook deskundigen, op het gebied van IFRS. Wij hebben een duidelijke rolverdeling daarover
afgesproken en met elkaar overlegd. Ik kan me niet voorstellen dat ik daar nog iets meer over zou
moeten zeggen dan wel dat ik uw vraag niet beantwoord.
pagina 8/33

De heer van der Heijden: Mijnheer de voorzitter, neemt u mij niet kwalijk, maar ik ben zeer
verontwaardigd over het gebrek aan antwoord wat de accountant wenst te geven over zijn
verantwoordelijkheid in het aangeven van de methodiek die het bedrijf behoort te volgen bij het tot
stand brengen van de cijfers.
De heer Van Stappershoef: Mijnheer de voorzitter, ik ben het helaas met de heer van de Heijden niet
eens, omdat namelijk de accountant zijn handtekening onder het jaarverslag heeft gezet en die
handtekening kwalificeert naar mijn mening dat hij daar verantwoordelijkheid voor draagt, ook over de
systematiek waarop gewerkt is. Dat is zijn handtekening. Dat is zijn verantwoording.
De heer van der Heijden: Natuurlijk. Maar de vraag is: als een onderneming met een dergelijke situatie
geconfronteerd wordt, de accountant van tevoren moet aangeven: “Jongens, we moeten deze
methodiek volgen om tot die cijfers te komen.” Dat is de vraag. Want anders doe je er drie of vier keer
zo lang over dan van tevoren is aangegeven.
De heer Van Stappershoef: Dat ben ik met de heer van der Heijden eens, maar als je met een
dergelijke systematiek, die niet te grijpen dus, wordt geconfronteerd dan zul je, of je wilt of niet, naar
een weg moeten zoeken om tot een oplossing te komen. Dat is nu eenmaal de harde realiteit. En we
kunnen wel zeggen van: “Accountant je mag dit niet of dat niet, of accountant je moet zus doen en je
moet zo doen,” maar je staat op dat moment voor een moeilijke puzzel. Wat ik tot nu toe begrepen
heb, is dat die hele overname zoals de heer Mirck zo even zei, laat ik het heel vriendelijk zeggen,
eigenlijk moeilijker geweest dan dat ze gedacht hadden. Daar komt het in feite op neer.
De heer Van Versendaal: Ik wil daar nog een ding aan toevoegen. In gesprekken met adviseurs die
wij recentelijk hebben gehad in het kader van de overname van Factotum gaven die eigenlijk aan door
deze richtlijnen dat voordat je eigenlijk een overname doet, je eigenlijk met de boekhoudregels in de
hand zou moeten kijken naar wat de beste manier is waarop je een contract opstelt en op welke
manier je het bedrijf binnen wilt hebben, want dan kun je eigenlijk vooraf al rekening houden met het
op eenvoudige wijze daarna kunnen verwerken. Dat was voor mij ook weer een eyeopener. Want
normaal sluit je een contract, ben je blij en ga je daarna aan de slag. Maar ze zeiden: “Denk hier in het
vervolg twee keer langer over na, want dat voorkomt je daarna een hoop ellende.”
De heer Van Stappershoef: Maar u hebt daar wel een boekonderzoek gedaan. Dus u wist donders
goed hoe die cijfers eruit zagen?
De heer Van Versendaal: Nee, het ging niet om die cijfers. Het ging erom hoe je bijvoorbeeld een
overname in je boeken opneemt. Dus hoe ga je om met je goodwill.
De heer Van Stappershoef: Als u die cijfers kent, dan weet u donders goed hoe dat bij u in uw
boekhouding gaat uitwerken.
De heer Van Versendaal: Absoluut.
De voorzitter: Dank u voor deze discussie. Zijn er verder nog vragen over de jaarrekening?
De heer Rienks: Mijn naam is Henk Rienks en ik begrijp dat de heer Koedam van de Vereniging van
Effectenbezitters ook nog heel veel wil weten. Hij wilde geloof ik weten hoe dat met die PPN zit, met
die enorme vordering. Ik wilde eerder een beter idee krijgen van wat dit bedrijf zou kunnen worden
volgend jaar, want dit jaar is bijna om. Wat gaat de toekomst ons brengen? In dat verband zijn er
natuurlijk ook een aantal interessante dingen aan de orde te stellen. Het eerste is over die
ondernemingen die meegekomen zijn uit de tijd van vroeger. Het zijn zes stuks geeft u zelf aan. Die
hebben nog een zodanige waarde dat ze nog op de balans staan. Het gaat bij elkaar om twee miljoen
euro (EUR 2 miljoen) bij elkaar. Die Diginotar is daar nog verreweg de grootste van. Die boekwaardes
van twee miljoen (EUR 2 miljoen) in totaal zijn ongetwijfeld door de accountant getoetst. Zijn dat een
soort ondergrens van wat die ondernemingen op zouden kunnen brengen? Want als de accountant
aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze minder waard zijn dan die bedragen dan moeten ze
afgeweerd worden. Maar kunnen ze ook veel meer op gaan brengen? Hoe zit het met de
mogelijkheden om ze daadwerkelijk te verkopen, want het zijn BV’s. Dus dan moet u de aandelen
aanbieden aan de andere aandeelhouders die erin zitten. Die zullen op dit moment er niet om zitten te
springen waarschijnlijk om ze te kopen. Dus als je ze beslist wilt verkopen, moet je of een heleboel
korting geven of je moet ze het geld lenen waarvan ze het gaan betalen en dan kan je nog twee, drie,
vier of vijf jaar wachten tot ze het afbetaald hebben. Met die twee dingen zijn we natuurlijk ook niet
echt blij, niet met korting de deur uit en ook niet met op afbetaling de deur uit. Dus mijn concrete vraag
is hoe de waardes van die twee miljoen die op de balans staan zich verhouden met realistische
verwachtingen voor de opbrengst als je ze nu zou verkopen en, ten tweede, hoe zit het inderdaad met
pagina 9/33

concrete mogelijkheden om ze van de hand te doen? Want in principe is van de hand doen natuurlijk
toch waar het een keer op uit moet draaien, want ze hebben eigenlijk geen enkele band met de
nieuwe activiteiten die nu hier binnengebracht zijn in de onderneming. Je hebt geen
synergievoordelen. Er zit wel geld in vast en geld kunnen we eigenlijk veel beter gebruiken. Dan die
toekomst waar ik het net al over had. Er zijn hier nu een aantal bladen binnengebracht. Het blad
Vivenda is waarschijnlijk het grootst en meest bekend. Er zijn een paar bladen die in Zeeland
verschijnen. Er is een website, maar die website schijnt verbetering nodig te hebben. Dus wat ik graag
van u zou willen weten, is wat u zelf als toekomstbeeld ziet van wat deze onderneming gaat worden. U
hebt nu Vivenda overgenomen en Factotum. Hoe werken die nu eigenlijk precies met elkaar samen,
want het is mij ook nog niet duidelijk op welke manier die met elkaar verbonden zijn. Vertelt u mij
gewoon eens in het kort en duidelijk wat voor mooi bedrijf dit over één, twee of drie jaar moet zijn. En
dat verhaal moet u natuurlijk paraat hebben, want als u dat niet uit kunt leggen aan mij, dan kunt u het
ook niet aan andere beleggers uitleggen en dan wordt het dus nooit iets met dit bedrijf op de beurs.
Dat is dus gewoon het verhaal wat u kwijt wilt aan mensen die hier in zouden willen stappen.
De voorzitter: Bedankt voor uw vraag. Gelukkig hebt u zelf al op een aantal onderdelen antwoord
gegeven. Allereerst uw vraag of de opbrengst van twee miljoen (EUR 2 miljoen) zoals het nu
gewaardeerd is reëel is? We zitten momenteel natuurlijk in een fase waarin je helemaal geen
zekerheden meer lijkt te hebben. We zijn ervan uitgegaan dat het een conservatieve waardering is.
We weten natuurlijk dat bij Diginotar dit jaar of eind vorig jaar er een waardering is geweest waarop zij
fondsen hebben binnengehaald op een waardering van tien miljoen (EUR 10 miljoen). Dit is ook op de
vorige vergadering aan de orde geweest met de vraag of wij dan ons zevenendertig procents (37%)
belang, waar we naartoe verwaterd zijn, gaan waarderen naar drie komma zeven miljoen (EUR 3,7
miljoen). Wij hebben gezegd vooralsnog niet. Het kan best zijn dat het die waarde heeft. Het kan ook
best zijn dat het een veel hogere waarde heeft, maar we willen dat gewoon conservatief houden en uit
mijn hoofd staat het op één komma twee miljoen euro (EUR 1,2 miljoen). Bij de andere participaties is
het natuurlijk hetzelfde. De waardering daarvan is op dezelfde manier gedaan. Het is een
conservatieve waardering. Nogmaals, als ik het vandaag moest doen of voor de jaarrekening 2008,
dan wordt het weer tegen het licht gehouden en dan kan er wellicht een andere waardering uitkomen.
Dat is evident aan de situatie, waarin we nu zitten. Dus daar kan ik geen zinnig antwoord op geven,
maar wel dat dit uiteraard weer tegen het licht wordt gehouden waar dan weer een reële en,
afhankelijk van onze benadering, een conservatieve waardering uit kan komen. U vroeg of het te
verkopen is, tegen welke prijs, wanneer en of we het zouden willen doen tegen enorme kortingen.
Daar lopen we een beetje vooruit op de punten die nog zullen komen. We hebben een schuld aan De
Grote Zandschulp van drie en een half miljoen (EUR 3,5 miljoen). Daarbij is overeengekomen dat
participaties naast cash flow ervoor zouden zorgen om de schuld af te betalen. Wij hebben natuurlijk
niet de intentie om dat op een dergelijke korte termijn te doen dat we met een enorme discount de
participaties moeten dumpen op de markt. Daar moet natuurlijk een zo reëel mogelijke prijs uitkomen,
maar dat blijft elke keer dan de afweging ten opzichte van het moment van het aflossen van schuld en
ten opzichte van wat een participatie in de markt waard is. Dan moet je een discount geven, maar
vooralsnog is daar geen sprake van. We willen dat natuurlijk, mochten we daartoe overgaan, op het
juiste of het meest juiste moment doen. Nogmaals de situatie is nu niet zo dat je ervoor kunt krijgen
wat je ervoor vraagt. We zullen ook de komende jaren nog een andere situatie zien dan het afgelopen
half jaar of het vorige halfjaar. Maar we zullen er uiteraard zo zorgvuldig mogelijk mee omgaan om
een zo hoog mogelijk prijs eruit te halen.
De heer Rienks: Die tijd om dat af te wachten hebt u nog denkt u?
De voorzitter: Ik weet niet hoe lang de huidige malaise gaat duren. Maar vooralsnog denken we die
tijd te hebben. Ja. Heb jij daar nog wat aan toe te voegen?
De heer Van Versendaal: Ja, ik wil nog even terugkomen op de vraag of daar synergie of strategische
voordelen inzitten. Dat leek toen we begonnen aanvankelijk met een aantal werkmaatschappijen
hetgeval te zijn. Met name Diginotar en Ooip richting Internet waren twee activiteiten waar je direct
ook inhoudelijke gesprekken voerde over de business waar wij vandaan kwamen, de makelaardij, en
activiteiten waar zij in zaten. Als je dat dan in een aantal sessies wat doorexerceert, kom je eigenlijk
tot de conclusie dat het helemaal niet noodzakelijk is om daar middels een aandelenbelang tot
transacties te komen maar dat het eigenlijk veel eenvoudiger is om dat in klant-leveranciers relatie te
doen en dat je dan misschien soms wel eens wat scherper met elkaar kan omgaan omdat je geacht
wordt als aandeelhouder je toch over het algemeen wat netter te gedragen dan dat je dat misschien
als klant zou doen, omdat je dan wellicht wat meer eisen kunt stellen. Dus in die zin is gebleken in
vervolgstappen dat die synergie of toegevoegde waarde of strategische fit relatief beperkt was. Er zijn
pagina 10/33

est linken om samen wat te doen. Maar nogmaals, daar hoef je geen aandeelhouder voor te zijn, laat
staan een hele kleine aandeelhouder. Dus in die zin hebben we alle partijen gemeld dat wij ons
belang aanbieden. Zoals u zegt moet je dan toe naar de aandeelhouders die op dit moment
aandeelhouder zijn in de desbetreffende bedrijven. De reactie daarop was bij allemaal over het
algemeen positief, begrijpelijk en “we zijn allemaal geïnteresseerd.” Daar zijn we ongeveer in de
zomer mee gestart. Dat is natuurlijk ook het moment dat iedereen toch even een beetje voorzichtig om
zich heen kijkt. “Ja, graag, maar timing is niet helemaal gelukkig. Dus we houden het even aan om te
kijken hoe wij zelf ons ontwikkelen.” Het zijn allemaal winstgevende bedrijven op dit moment. Het zijn
allemaal bedrijven die de eerste helft van het jaar goed gedraaid hebben en ook vorig allemaal positief
gedraaid hebben voor zover wij weten. Dus de aandeelhouders zijn best bereid om daar weer een
stapje bij te doen vanuit het verleden. Je ziet vaak vanuit het verleden dat er een enorme
versnippering van aandeelhouders heeft plaatsgevonden om die bedrijven te laten overleven in het
verleden. Je ziet eigenlijk dat initiatiefnemers of gewoon aandeelhouders zeggen van ik wil
langzamerhand wel weer een stukje terugharken om daar meer zeggenschap te krijgen in de hoop dat
ze daar in de toekomst natuurlijk wijzer van worden. We hebben gezegd laten we het niet onder druk
zetten, we gaan het niet tegen grote discounts verkopen, want als die liquiditeit er toch niet is bij de
desbetreffende aandeelhouder, dan heeft hij er misschien met twintig procent (20%) korting er ook
geen geld voor over.
De heer Rienks: En hoe denkt u over op afbetaling kopen?
De heer Van Versendaal: Ja, maar daar ben ik niet echt voorstander van.
De heer Rienks: Nee, ik ook niet. Dan krijg je een kredietrisico op die mensen.
De heer Van Versendaal: Nee, dat doen we liever niet. Dan houden we ze liever nog even in de tas.
Geeft dat voldoende antwoord op uw vraag? Dan wilt u antwoord op uw vraag over het
toekomstverhaal?
De heer Rienks: Ja, dat verhaal wil ik voordat ik naar huis ga in ieder geval ook nog een keer gehoord
hebben.
De heer Van Versendaal: Misschien is het slimmer dat we eerst even een aantal formele punten doen
en dat we wat later in de agenda nog even specifiek tijd daarvoor inruimen zodat we daar wat meer op
duidelijkheid kunnen geven.
De heer Rienks: Dat vind ik ook goed. Als u het maar niet overslaat.
De heer Van Versendaal: Als wij het toch per ongeluk overslaan, trekt u dan alstublieft aan de bel,
want het is niet onze intentie.
De heer Van Stappershoef: Als ik het goed begrepen heb gaan deze participaties dienen als
onderpand van een lening die De Grote Zandschulp gaat verstrekken. Klopt dat?
De voorzitter: Dat klopt.
De heer Van Stappershoef: Stel eens dat De Grote Zandschulp die participaties aan zich wil hebben
overgedragen ter delging van uw schuld en een van de andere aandeelhouders in die BV’s ligt dwars.
Hoe hebt u dat probleem opgelost?
De voorzitter: Ik weet niet in hoeverre die dwars kunnen liggen. We hebben natuurlijk een
aanbiedingsplicht en als er een koper is voor een prijs waar wij mee akkoord kunnen gaan, dan zie ik
daar geen probleem in.
De heer Van Stappershoef: In sommige B.V.’s wordt het dringend voorgeschreven dat ze allemaal
akkoord moeten gaan.
De heer Van Versendaal: Dat klopt ook. De ene aandeelhoudersovereenkomst is daar strikter in dan
de andere. Ik maak het maar even heel neutraal. Ik kijk even niet naar een ‘related party’ karakter,
maar gewoon naar een willekeurige bank. Dan zal die ook zijn zekerheden willen hebben. Dus in die
zin acteert De Grote Zandschulp wat mij betreft gewoon als bank en stelt dezelfde voorwaarden. Het
overdragen ligt natuurlijk heel erg voor de hand. Alleen waren wij daar persoonlijk geen voorstander
van omdat je daarmee toch een aantal assets buiten de deur zet waarvan je de opbrengst niet weet in
goede en slechte tijden. Laten we dat wel voorop stellen. De verwachting is natuurlijk bij iedereen dat
het aan het eind van de rit hoger zal zijn maar dat weten we dan pas weer achteraf te beoordelen.
Dus in die zin is het gewoon een onderpand zoals een bank dat ook zou vestigen. Je hebt met die
aandeelhoudersovereenkomsten die er liggen wel gewoon te maken op het moment dat je dat zou
pagina 11/33

willen overdragen. Dus dat is niet van het een op het andere moment geregeld. Daar zullen dus best
wel wat discussies uit voortkomen als je gedwongen wordt in wat voor situatie dan ook die rechten
over te dragen. Daar hebt u helemaal gelijk in.
De heer Van Stappershoef: Ja, want ik heb zevenendertig (37) jaar in het kredietbedrijf gezeten. Alle
banken waar ik gewerkt heb, wilden deze constructie nooit als onderpand hebben, omdat je komt in
een wespennest waarin je niet weet hoe je gestoken wordt.
De heer Van Versendaal: Nogmaals we hadden een term sheet liggen aanvankelijk om het extern te
financieren waarbij vergelijkbare zekerheden gevraagd werden. Dus in die zin zijn de zekerheden
vanuit een grootaandeelhouder niet anders dan wat we bij een willekeurige bank gekregen hebben.
Want die zullen op dezelfde manier proberen hun handen te leggen op iedere asset die er binnen het
bedrijf is als zekerstelling, wetende dat je tegen dit soort discussies aanloopt en het dus toch in een
complexe situatie kan terechtkomen.
De voorzitter: Ik wil toch even teruggaan naar de jaarrekening, want ook dit punt komt later nog ter
sprake. Zijn er verder nog vragen rondom?
De heer Koedam: Mijn naam is Koedam van de Vereniging van Effectenbezitters. Ik heb inderdaad
rondom vragen zoals u dat noemt. Eén van mijn vragen ging ook over dit punt om nog eventjes iets
wat net is blijven liggen helder te halen, met name op die bankalternatieven. Mijn vraag is of er echt
een bankalternatief was? Wilde een bank iets financieren of niet of was u noodgedwongen uitgeweken
naar De Grote Zandschulp?
De voorzitter: Ik houd die vraag aan, want op punt twaalf komen we daarop terug.
De heer Koedam: Oké. Dan de rondom vragen zoals u dat noemt. Op bladzijde 49 van het jaarverslag
staat dat de beurswaarde van de gehouden aandelen van De Vries Robbé Groep was per
31 december in totaal drieëndertig duizend vijfhonderd euro (EUR 33.500). In 2008 hebt u die
verkocht. Begin 2008 stond het aandeel ongeveer zeventig cent (EUR 0,70). Nu is het ongeveer een
dubbeltje waard. Wat is het boekverlies wat u hebt geleden op deze transactie en voor hoeveel hebt u
ze dus verkocht? Dat staat onder het hoofdje effecten op bladzijde 49.
De voorzitter: U bedoelt punt 15 nietwaar?
De heer Koedam: Ja.
De voorzitter: Cor heb jij dat even zo paraat, want dan moet ik toch even op jouw parate kennis een
beroep doen?
De heer Van der Maarel: Dank u voorzitter, mijn naam is Cor Van der Maarel. Ik doe dit bij parate
kennis. Wij dachten dat er ongeveer een verlies was geleden bij de verkoop van deze effecten van
rond de zeven of zeven en een half duizend euro (EUR 7000-7500), zodat een bedrag van rond de
vijfentwintig tot achtentwintig duizend euro (EUR 25.000-28.000) door de vennootschap is ontvangen
voor het belang wat op 31 december nog op drieëndertig duizend euro (EUR 33.000) stond.
De heer Koedam: Dank u wel, mijnheer Van der Maarel. Ik heb een faillissementsverslag gelezen van
Publishing Partners Nederland B.V. en dat was het oude Newconomy. Dat gaat om honderdvijftig
duizend gulden of euro (EUR 150.000) die zouden zijn overgemaakt en er zou een claim boven uw
hoofd hangen van ruim veertien miljoen euro (EUR 14 miljoen) als u niet kon duidelijk maken of u dat
bedrag hebt overgemaakt in het verleden. Ik heb dat faillissementsverslag overigens niet uitgeprint bij
me. Het was 19 bladzijden. De curator zegt in dat faillissementsverslag op bladzijde 4 dat de
procedure van PPN redelijk kansrijk is. Mijn vraag is natuurlijk dan hoe het bestuur van uw
onderneming hiertegen aankijkt en waarom u dan geen voorziening hebt getroffen voor iets wat
volgens een curator redelijk kansrijk is. En is het niet zo dat de geringe marktkapitalisatie van Vivenda
deze claim in het slechtste geval tot een faillissement van Vivenda zou kunnen leiden?
De heer Van Versendaal: Ik wil daar het volgende over zeggen. De rechter heeft de vennootschap
eigenlijk de kans gegeven om aan te tonen dat wel aan alle verplichtingen is voldaan, waarmee de
destijds afgesloten vaststellingsovereenkomst daadwerkelijk dus standhoudt. Wij hebben daar onze
administratie uit het verleden op doorgespit en de desbetreffende stukken aangeleverd waarvan wij
van mening zijn dat het voldoende bewijsmateriaal is om aan te tonen dat wij als vennootschap aan
onze verplichting voldaan hebben. Het is nu aan de rechter om dat te beoordelen. Wij zitten te
wachten op het op de rol zetten van de zaak om daar een oordeel over te horen. Het kan zijn,
afhankelijk van wat de rechter oordeelt, dat wij daar ook nog een aantal getuigen voor zullen oproepen
die destijds betrokken waren bij de desbetreffende settlements. Dat zijn bestuurders, commissarissen,
pagina 12/33

accountants en wat dies meer zij, want die hebben dat destijds natuurlijk allemaal naar eer en
geweten gedaan. Uw vervolgvraag zou kunnen zijn van: “Is het dan niet helder uit het bankboekje of u
wel of niet betaald hebt.”
De heer Koedam: Ja.
De heer Van Versendaal: Ik ben er destijds niet bij geweest, maar als ik een beetje de
geschiedenisboekjes doorlees en in de archieven kijk, dan zat de vennootschap in die desbetreffende
tijd in vrij roerig vaarwater en is op alle manieren geprobeerd, links en rechts, met iedereen tot
overeenkomst te komen om van allerlei verplichtingen af te komen en feitelijk het faillissement te
voorkomen. Dan is niet altijd helemaal duidelijk over in welk bankboekje of in welke verrekening
bepaalde dingen plaatsvinden en is het niet altijd een betaling van rekening A naar B, maar kan het
best zijn dat andere stukken verwijzen naar een verrekening van andere zaken.
De heer Koedam: Dus dat zijn onjuiste namen op onjuiste rekeningnummers?
De heer Van Versendaal: Of uit oude deals of wat dan ook. Die stukken hebben wij aangeleverd en
dat totale plaatje zal door de rechtbank beoordeeld moeten worden of het ter dekking is van alle
verplichtingen.
Voorzitter: Mijnheer Van der Maarel, hebt u nog aanvullende informatie?
De heer Van der Maarel: Ja voorzitter, voor alle duidelijkheid, misschien is het in iets andere
bewoordingen dan de heer Van Versendaal het zegt, maar we hebben concreet het bankafschrift
gewoon gevonden waarop de betaling staat. De bedragen zijn betaald via de bankrekening. Enkel de
wederpartij betwist dat die betalingen bedoeld waren voor het compromis wat er toentertijd is gesloten.
Dus het is nu aan de wederpartij om aan te tonen dat die betalingen geen betrekking hadden op het
compromis. Dus in het curatorverslag wordt gevraagd van hebben wij betaald. Ja, wij hebben betaald.
Het staat op het bankafschrift. Er zijn drie bankafschriften. We hebben de bankafschriften naar de
rechtbank gestuurd. Enkel de wederpartij beweert nu dat dit geen onderdeel daarvan was. Die
discussie laten we graag aan de deskundigen en we zien dat vol vertrouwen tegemoet.
De heer Koedam: Het vol vertrouwen tegemoet zien is prachtig, maar, desalniettemin, had er dan
geen voorziening opgenomen kunnen worden?
De voorzitter: Nee. We zijn van mening ook gezien de afgelopen jaren, waarin de voorziening niet is
opgenomen en nu lopende deze zaken zijn we ook van mening dat dit niet nodig is.
De heer Van der Maarel: Voorzitter, even een tweede reden die daar meespeelt. De claim die daar is
neergelegd richt zich zowel tegen Vivenda Media Groep NV als tegen de deelneming Newconomy
Ventures. Als het al een claim zou zijn die gerechtvaardigd is tegen Vivenda Media Groep NV dan
wordt die geblokkeerd door de homologatie van het vonnis waarbij de surseance van betaling is
opgeheven. Dus ook al zou de claim gehonoreerd worden en ook al zouden we in het ongelijk gesteld
worden dan nog is de kans dat het tot betaling vanuit de NV moet worden overgegaan nihil of
verwaarloosbaar omdat er toentertijd een akkoord aangeboden is dat lager lag dan drie procent (3%)
van de openstaande posten.
De voorzitter: Dank je wel. Je was me voor. Dank je wel.
De heer Koedam: Volgende vraag. Vivenda is nog steeds geen juridisch eigenaar van Factotum, maar
bestuurt het bedrijf al sinds 10 juni van dit jaar. Uit de notulen van de aandeelhoudersvergadering van
25 juli blijkt dat zij er grote moeite mee hebben. Hoe gaat het operationeel met dit bedrijf en is de
vooruitgestelde Internetportaal al gestart? Inmiddels is er natuurlijk ook grote achterstand opgelopen
ten opzichte van bedrijven als Funda en Jaap. In de mededelingen zei u er al iets over maar
misschien kunt u nog wat duidelijker zijn over de mogelijkheden van Factotum en of dat daadwerkelijk
nog een plaats n de markt kan verwerven naast die partijen zoals Jaap en Funda?
De voorzitter: Ik wil toch de jaarrekening proberen af te sluiten.
De heer Van Versendaal: Mijnheer de voorzitter, mag ik voorstellen om dit punt mee te nemen in het
toekomstplaatje wat uw geachte collega-aandeelhouder vroeg om een beeld te geven op de
onderneming. Zal ik daar Factotum en Internet nog een keer in meenemen?
De heer Koedam: Ja. Ik heb ook nog die financiering staan voor later. Dus we zijn hier nog niet weg.
De heer Van Versendaal: Dat staat bij punt 12. Dus daar kom ik ook op terug.
pagina 13/33

De heer Koedam: Ja. Ik heb nog iets gevonden in het jaarverslag op bladzijde 18. In de
risicoparagraaf wordt duidelijk dat de Belastingdienst twijfelt aan het gebruikte aftrekrecht over de
omzet van Vivenda. Het bedrijf onderbouwt de aftrek door te stellen dat zij betaald dienen te worden
voor verrichte managementactiviteiten bij haar deelnemingen in 2005, 2006 en 2007. Het gaat om een
behoorlijk bedrag van ruim driehonderdvijftig duizend euro (EUR 350.000), wat nog eens verhoogd
kan worden met heffingsrente en boete. Hoe kijkt u hiertegen aan en, daar kom ik weer met mijn
voorzieningen, had hier ook geen voorziening voor getroffen moeten worden?
De heer Van Versendaal:Daar kan ik iets over zeggen. De fiscale paragraaf, als u de wat oudere
stukken bekeken hebt, achtervolgt de vennootschap al een tijdje, niet alleen qua omzet maar ook qua
vennootschapsbelasting. We maken daar stappen in hoewel het eindresultaat nog niet altijd helemaal
zichtbaar is. Je ziet ook hier dat de dominosteentjes een beetje achter elkaar aan vallen. Als je er een
hebt geregeld, dan kun je naar de volgende en vervolgens kom je ergens aan het eind van de rit
terecht op een volledige settlement met de belastingdienst. Ten aanzien van de omzetbelasting kan ik
u melden dat wij op dit moment in druk overleg zijn met de belastingdienst om daar tot een finale
afspraak te komen en het lijkt erop zoals wij hier geschreven hebben dat de belastingdienst dat gaat
accepteren. Dus met andere woorden dat er sprake is van het runnen van een onderneming en dat je
dus de mogelijke verplichting zoals die hier geschreven staat er dus niet zal zijn.
De heer Koedam: En dat is ook de reden dat u geen voorzieningen getroffen heeft is omdat u weer
positiever bent dan de andere kant.
De heer Van Versendaal: Je moet natuurlijk zeer voorzichtig zijn op het moment dat je nog niet
definitief tot overeenstemming bent. En ook een belastingdienst heeft veel tijd nodig, want die heeft
gesteld: “Lever eerst eens al je aanslagen vennootschapsbelasting in. Geef ons eerst eens een
compleet beeld van de hele onderneming en dan zijn we bereid stapsgewijs de dossiers af te ronden.”
Plat gezegd: “We willen niet in een soort salamitechniek terechtkomen vanuit de onderneming maar
het totale fiscale plaatje helder hebben en dan gaan we eens een voor een de dossiers afwikkelen en
afsluiten.” Daar is de omzetbelasting de eerste van en nogmaals die eerste stap ziet er erg positief uit.
De heer Koedam: U bent nu heel positief, maar wat is de reden dat voordat u dit schreef u niet een
voorziening hebt genomen? Dat is toch eigenlijk gebruikelijk bij dit soort latente claims?
De heer Van Versendaal: Dat is omdat wij ook daar van mening waren dat het een kwestie is van heel
goed uitleggen en heel goed op papier zetten en nog eens bij elkaar langsgaan en de argumenten
uitwisselen. Dat was tot op dat moment onvoldoende gebeurd. Het blijkt ook na één gesprek met de
juiste ervaringsdeskundige erbij dat je heel snel tot conclusies kunt komen. Maar nogmaals dat is
ervan uitgaand dat we alle belastingdossiers ook daadwerkelijk gemeld hebben, zoals de
belastingdienst daarom gevraagd had. Dus er zijn geen open dossiers, geen verleden van zaken die
niet inzichtelijk waren, maar van daaruit proberen om de dossiers te sluiten.
De heer Koedam: Dank u wel.
De voorzitter: Dan wil ik komen tot de vaststelling van de jaarrekening en daaruit voortvloeiend
decharge verlenen aan de directie over het gevoerde beleid.
De heer Koedam: Ik refereer aan de hele procedure en de tijd die daarmee om is gegaan. Ik refereer
ook nog even aan de notulen van 25 juli. Toen hebt u ook nog aangekondigd dat september goed
haalbaar zou worden. Dat is ook weer niet gelukt. Als je hier al een goedkeuring en decharge moet
verlenen bij wie moet je hem dan niet verlenen. Dus helaas de Vereniging van Effectenbezitters zal
geen goedkeuring voor decharge verlenen en ook niet voor vaststelling van de jaarrekening.
De voorzitter: Dank u wel. Dan wil ik overgaan tot vaststellen van de jaarrekening. Is iemand tegen het
vaststellen van de jaarrekening zoals die nu gedeponeerd is?
De heer Van Stappershoef: Kunt u aangeven met hoeveel stemmen is tegengestemd ten opzichte van
dat gedeponeerde aantal stemmen?
De voorzitter: Er is tegengestemd met twee stemmen ten opzichte van vijftig miljoen
honderdeenenzeventig duizend vijfhonderdvierenzestig (50.171.564).
De heer Van Stappershoef: Dank u wel.
De voorzitter: Dan ga ik over tot de resultaatsbestemming.
pagina 14/33

5. Resultaatsbestemming
De voorzitter: We stellen voor om het resultaat toe te voegen aan het eigen vermogen. Zijn er
bezwaren om dit toe te voegen aan het eigen vermogen?
De heer Van Stappershoef: Als ik het goed begrijp hebt u verlies gemaakt. Dus u voegt niets toe. U
haalt alleen maar van het eigen vermogen af. Sorry, maar dat moest even van mijn hart.
De voorzitter: Ja. Het negatieve resultaat wordt toegevoegd aan het vermogen. Zijn er verder geen
tegenstemmen? Akkoord. Dan wilde ik gaan naar punt 6.
6. Het verlenen van decharge aan de directie voor het gevoerde beleid
De heer Van Stappershoef: Ik heb alleen maar een compliment voor de directie hoe zij zich uit deze
augiasstal heeft ontworsteld. Succes.
De voorzitter: Dank u wel. De Vereniging van Effectenbezitters heeft aangegeven tegen te stemmen.
Dan is er bij deze ook decharge voor het gevoerde beleid.
7. Het verlenen van decharge aan de Raad van Commissarissen voor het uitgeoefende toezicht
De heer Koedam: Tegen.
De voorzitter: De Vereniging van Effectenbezitters stemt tegen. Dan is bij deze vastgesteld dat
decharge is verleend. Dan zijn we aan punt 8 toegekomen.
8. Benoeming van de accountant voor het jaar 2008
De voorzitter: U hebt voor de benoeming van de accountant voor het jaar 2008 aanvullende informatie
ontvangen. Mag ik daar nog iemand het woord over geven?
De heer Koedam: Het is vandaag 23 december en we gaan iemand benoemen voor het jaar 2008.
Kunt u dat toelichten?
De heer Van Versendaal: Dat is voor de jaarrekening 2008. Dat klopt. Ik weet niet naar welke
toelichting u zoekt. Ik kan er wel iets over zeggen maar dan weet ik niet of ik uw vraag beantwoord.
De heer Koedam: Maar ik vind het een beetje laat. Het is nog maar zeven dagen december en we
gaan iemand benoemen voor het jaar 2008.
De heer Van Versendaal: Ik ben het helemaal met u eens. Er zijn twee dingen. Ten eerste dachten wij
natuurlijk dat de jaarrekening veel sneller afgewikkeld zou worden dan uiteindelijk is gebeurd. Ten
tweede hebben wij ervoor gekozen om eerst deze jaarrekening maar eens af te wikkelen en met
elkaar te kijken of je tot een resultaat zou komen om vervolgens de accountant voor 2008 voor te
stellen. We dachten daar in eerste instantie aan juni. Vervolgens hebben we natuurlijk ook
half september gemeld. Helaas zitten we hier pas vandaag bij elkaar. Dus het is inderdaad absoluut
laat. Dan ga ik gelijk één stapje verder. Los van het feit dat het natuurlijk heel laat is, denk ik dat we
met Mazars enorme ervaring hebben opgebouwd van hoe dit bedrijf in elkaar zit en hoe je met elkaar
aan de slag moet. Mazars heeft aan de zijlijnen ook meegekeken wat er in 2008 gebeurd is. Dus wij
zien geen enkele reden om Mazars niet ook weer voor dit jaar als controlerend accountant te kunnen
voordragen en je eigenlijk integraal direct door kunt starten met het opstellen van de jaarrekening voor
2008. Dus we hebben daar absoluut gekozen voor continuïteit om de aangegeven redenen.
Tegelijkertijd als je dat om zou draaien en je zou een nieuwe partij voordragen die eigenlijk nu pas aan
de slag kan, die ook weer erg veel tijd verliest om je weer helemaal in te werken in dossiers wetende
dat je eind april met de jaarrekening moet komen. Dus nogmaals er zijn positieve en negatieve
elementen.
De heer Koedam: Ik begrijp helemaal wat u zegt. Het zou een verkwisting van geld zijn om nu nog een
andere accountant voor 2008 te benoemen. Maar u kunt aan mij toch niet vragen terwijl wij zeven
pagina 15/33

dagen voor het einde van het jaar zijn, nog iemand te benoemen voor 2008. U kunt wel aan mij
vragen kunnen we voor 2009 Mazars benoemen vind ik.
De heer Van Versendaal: Nee, want dat zullen we ergens na de goedkeuring van de jaarrekening
2008, hopelijk ergens in mei dat we bij elkaar zijn, als we uitgaan van de transparantie richtlijn, zullen
we dat opnieuw direct op de agenda zetten. Ik begrijp uw punt of fRusstratie of hoe ik het ook mag
verwoorden, alleen wij hebben geacht het in de juiste volgorde van stappen te moeten doen.
De heer Koedam: Het is geen persoonlijke fRusstratie.
De heer Van Versendaal: Dat weet ik wel. U verwoordt de mening van aandeelhouders. Wij zitten daar
op dezelfde manier in, maar tegelijkertijd vonden wij het reëel om eerst de jaarrekening 2007 af te
maken en daar een helder beeld op te hebben.
De heer Koedam: Dan heb ik nog een andere vraag over het functioneren van de accountant voor
2008, wat toch al voor het leeuwendeel is gepasseerd. Mijn vraag aan u is of de accountant bij de
vertraging die is opgetreden, waar u heel veel bij heeft stilgestaan tijdens deze meeting, waarvoor
dank, geen enkele blaam treft? Volgens mij wel, want ik zie het bestuur nadenken.
De heer Van Versendaal: Volgens mij is de onderneming verantwoordelijk voor het opstellen van het
verslag. Dus in die zin ligt de eindverantwoordelijkheid bij de onderneming. Had je anders moeten
starten? Dat heb ik geprobeerd te verwoorden. Ja, dat zou ik nu heel anders doen en zo zijn we ook
gestart met de halfjaarcijfers en de opname van Factotum. Dus in die zin hebben we aardig wat lessen
geleerd. Treft hij blaam? Nee, ik houd de verantwoordelijkheid even bij de onderneming.
De heer Koedam: Dank voor uw toelichting. De Vereniging van Effectenbezitters stemt tegen deze
benoeming gezien het tijdstip en niet gezien uw laatste opmerking.
De heer Van Stappershoef: Mijnheer de voorzitter, ik had graag in de opdracht aan de accountant dat
de opdracht door u wordt vervuld namens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders zoals dat in
uw statuten staat. De aandeelhoudersvergadering heeft daar het recht toe. Ik heb dat bij meer
vennootschappen voorgesteld. Ik vind dat een juistere, een gavere omstandigheid. Want als het
bestuur een opdracht geeft dan is er toch een zekere mate van samenwerking mogelijk terwijl als een
aandeelhoudersvergadering een opdracht geeft, dan heb je functiescheiding zoals ze dat deftig in
accountantstermen noemen.
De heer Van Versendaal: Wij zullen dat toevoegen aan de notulen en in een volgende fase zorgvuldig
formuleren. Dank u wel.
De heer van der Heijden: U hebt ongetwijfeld een offerte gevraagd aan de accountant voor de
controle van de jaarrekening. Ligt er een groot verschil tussen het offertebedrag en de uiteindelijk
gepresenteerde rekening en in welke marge moet ik dan denken?
De voorzitter: Doelt u dan op 2007?
De heer van der Heijden: Uiteraard.
De voorzitter: Die vraag is eerder gesteld door de heer Van Stappershoef.
De heer Van Stappershoef: Nee, ik heb geen vraag gesteld.
De voorzitter: De vraag is geweest, tenminste ik kan me het antwoord nog herinneren, dat het een
factor drie keer hoger lag dan.
De heer Van Versendaal: Ja, inclusief alle advieskosten die daarbij een rol gespeeld hebben. Het is in
dezelfde orde van grootte.
De heer van der Heijden: Ook ongeveer drie tot vijf keer?
De heer Van Versendaal: Nee. De voorstellen die daar liggen, waarbij wij als bestuur heel erg de
ervaring mee laten wegen door ons in de dossiervorming te laten adviseren door experts waardoor je
feitelijk de desbetreffende controle efficiënter kunt laten uitvoeren en je dus eigenlijk dichter bij het
budget uitkomt.
De heer van der Heijden: Even voor de duidelijkheid, ik begrijp hieruit dat u zegt: “Kijk eens even, de
offerteprijs was ongeveer gelijk aan de rekening die ik over de controle van 2007 heb ontvangen.”
Interpreteer ik dat goed?
pagina 16/33

De heer Van Versendaal: Nee, dat klopt niet. Het is gelijk aan de offerte die gemaakt is voor 2007.
Alleen doordat wij natuurlijk een aantal slagen extra gemaakt hebben, kunt u begrijpen dat je ook een
rekening van je accountant gepresenteerd krijgt. Dus in die zin is de insteek van de accountant
hetzelfde. Alleen zullen wij als onderneming met onze eigen adviseurs moeten zorgen voor een
dermate goede dossiervorming dat een accountant feitelijk een hamerstuk voor ogen krijgt.
De heer Van Stappershoef: Zodat - zoals ze dat in de aannemerij noemen - u geen meerwerk
rekening krijgt.
De heer Van Versendaal: Precies. Ja.
De heer van der Heijden: Moet ik dan over 2007 denken aan het dubbele?
De heer Van Versendaal: Als je appels met appels vergelijkt en je zou dezelfde entiteit controleren
zonder Factotum, want daar praten we dan in eerste aanleg over, dan zouden het dezelfde bedragen
zijn. Het is natuurlijk logisch als je de controle van Factotum eraan toe gaat voegen dat je daar
natuurlijk meer voor betaald dan dat je dat niet hebt. Het is een entiteit extra.
De heer van der Heijden: Maar hoeveel keer zijn nu de accountantskosten geweest over 2007 ten
opzichte van de offerteprijs.
De heer Van Versendaal: Dat heb ik aangegeven. Dat zal inclusief alle advieskosten zijn geweest die
je dan moet meetellen voor het opstellen van de jaarrekening.
De heer van der Heijden: Maar de advieskosten zijn externe adviseurs geweest, die u geadviseerd
hebben over de aanpak en de interpretatie van de IFRS.
De heer Van Versendaal: Ik gaf eerder aan dus een keer of drie, maar daar zitten ook de
advieskosten bij. Praat je puur over de accountant dan zal het een keer of twee zijn.
De heer van der Heijden: Oké. Dan een andere vraag, maar dat is terugkomend op de wijze waarop
de accountant de in deze vergadering gestelde vragen wenste te beantwoorden. Als we inderdaad
besluiten dat deze accountant het wordt, dan zou ik gaarne aan u willen verzoeken om hem te vragen
en adviseren om duidelijker antwoord te geven. Inderdaad antwoord te geven en niet vier keer te
herhalen dat er een of andere rolverdeling is, maar onduidelijk te laten wat zijn standpunt echt is.
De heer Van Versendaal: Uw opmerking nemen we mee, maar ik wil daar toch ook gelijk even op
reageren. Zoals de heer Noach eerder aangaf is in de tweede fase van het feitelijk komen tot een
goede jaarrekening zeer zorgvuldig overleg geweest over de juiste aanpak, het juiste model, wat zijn
de consequenties daarvan en zijn we, en ik moet voorzichtig zijn met mijn woorden om daarin niet de
controlerende rol ter discussie te stellen, behoorlijk zij aan zij bezig geweest om tot een eindresultaat
te komen, nogmaals met ieder zijn rol respecterend.
De heer van der Heijden: Maar daar bevestigt u dus in feite dat inderdaad de controlerend accountant
daarin dus een rol heeft en liefst natuurlijk vooraf. Als een onderneming straks aan u komt vragen van:
“Hoe moet ik dat aanpakken bij een reversed takeover volgens IFRS en dergelijke,” dan gaat u
natuurlijk die methodiek aangeven.
De heer Van Versendaal: Ja.
De voorzitter: Mag ik daar nog iemand anders het woord over geven?
De heer Russ: Mijn naam is Russ. Ik vertegenwoordig een binnenlandse investeerder. Op dit punt wil
ik me van stemming onthouden met negenentwintig duizend zevenhonderdnegenendertig (29.739)
stemmen.
De voorzitter: Dat aantal stemmen klopt. Dank u. Dan stel ik vast dat voor het jaar 2008 als accountant
aan de Vivenda Media Groep verbonden zal zijn Mazars. Dan ga ik over tot punt 9 van de agenda.
Dat is een lang gekoesterd punt, namelijk de benoeming van Commissarissen.
9. Benoeming Commissarissen
De voorzitter: Er is slechts één Commissaris aanwezig. De heer van Maasakker laat zich
verontschuldigen als wel als de heren Neef en Hylkema. De CV van de heer van Maasakker is erg laat
op de site zichtbaar geworden. Even uit mijn hoofd is die vanmorgen op de site zichtbaar gekomen.
Excuses daarvoor. We realiseren ons dat dit zonder meer eerder had gemoeten. Helaas door het
veelvuldig in het buitenland zitten van de heer van Maasakker, en hij bevind zich in gebieden waar het
telefoonverkeer moeizaam is, is het ons niet gelukt om dat eerder voor elkaar te krijgen. Nogmaals
pagina 17/33

onze welgemeende excuses daarvoor. U hebt de andere CV’s van de voorgedragen Commissarissen
kunnen inzien.
De heer Van Versendaal: Misschien mag ik daar iets aan toevoegen. In de stukken die u op uw tafel
gevonden heeft, of die u net zijn uitgereikt, is in bijlage 2 de desbetreffende CV wel opgenomen. Dus
als u zegt: “Ik heb hier geen Internetsite bij de hand,” dan kunt u in de dossiers die voor u liggen in
bijlage 2 toch de CV van de heer van Maasakker zien. Dus in die zin als u zegt: “Ik wil daar toch nog
even mijn blik over laten gaan,” dan hebt u in bijlage 2 de desbetreffende factuur nummer 1 ter
beschikking.”
De voorzitter: Het zit bijna helemaal achterin. U ziet staan dat de kandidaten voorgedragen worden in
volgorde van voorkeur. Naast dat de heer van Maasakker bereid is gevonden om zitting te nemen in
de Raad van Commissarissen, zijn we uiteraard blij dat ook de heer Van Versendaal na zijn aftreden
zich bereid heeft verklaard om zitting te nemen in de Raad van Commissarissen. Wij stellen dat zeer
op prijs. We hebben net geconstateerd dat we heel veel leergeld hebben betaald. We zijn blij dat we
de informatie van de heer Van Versendaal nog in huis kunnen houden. U had een vraag?
De heer Rienks: Ja, ik wil graag op twee dingen wijzen.
De voorzitter: Dat kan.
De heer Rienks: De eerste vraag ligt voor de hand en daarom verbaast het me dat u het antwoord niet
al gegeven heeft. Hoe gaat het dan straks met de directie verder, de statutaire directeur van deze
onderneming. Wie is dat dan? Een Commissaris is dat in het algemeen natuurlijk niet. Dus de heer
Van Versendaal zal straks als hij Commissaris is zeker geen statutair directeur van deze onderneming
zijn of blijven. Dus ik had eigenlijk verwacht dat dit gewoon ergens in de informatie zou staan, maar ik
zie het alleen niet.
De voorzitter: Dat klopt. Wij hebben nog geen definitieve keuze gemaakt voor de kandidaat voor de
invulling van de functie van heer Van Versendaal. Zodra we daar inzicht in hebben zal het bekend
worden gemaakt. We zijn in gesprek met.
De heer Rienks: Dus dat horen wij binnenkort?
De voorzitter: Ja, dat hoort u zo snel mogelijk. Ja, uiteraard.
De heer Rienks: En tot die tijd zitten we even zonder eigen directeur voor de holding?
De voorzitter: Nee, dat is niet van tevoren aan te geven. De heer Van Versendaal zal vertrekken per
1 februari en als er na 1 februari nog geen vervanger is dan hebt u gelijk. Maar uiteraard trachten wij
voor die tijd een vervanger voor heer Van Versendaal te hebben.
De heer Rienks: En de komende vijf of zes weken vervult hij dus allebei de functies tegelijk?
De voorzitter: Nee. De heer Van Versendaal zal aantreden vanaf februari, maar na het
afscheidsfeestje van hem als CEO.
De heer Rienks: Wat betreft de heer van Maasakker, vind ik het toch wel slecht. Als iemand denkt hier
serieus een rol te kunnen gaan spelen, dan moet je toch tenminste op het moment dat daar afspraken
over gemaakt worden een dergelijk CV kunnen leveren. En dan zegt u dat hij erg veel in het
buitenland zit. Vertrouwt u er dan werkelijk op dat hij tijd genoeg heeft voor deze onderneming? Want
commissaris zijn is geen vrijblijvende functie. Dat betekent dat je je er echt voor in moet zetten en als
het nodig is er tijd voor vrij moet kunnen maken en moet kunnen komen.
De voorzitter: Ja. Ik ben het met u eens in zoverre dat de heer van Maasakker zijn
verontschuldigingen aanbiedt dat hij hier vandaag niet aanwezig kon zijn. Dat heeft de oorzaak in het
feit dat wij het moment van vergaderen hebben geplaatst op deze dag zonder zijn medeweten. We
hebben natuurlijk die periode nodig tussen het bekend maken van de Buitengewone Algemene
Vergadering van Aandeelhouders en de daadwerkelijke datum. Daar zit een periode van uit mijn hoofd
vijftien werkdagen tussen. We wilden het absoluut nog dit jaar doen. Wij hebben hem daar niet in
gekend of hij aanwezig kon zijn. Het is nu de kerstvakantie. Wij hebben hem daar niet in gekend,
wetende dat wij daarbij het risico nemen dat hij niet aanwezig kon zijn. Wij hebben toch daarvoor niet
de vergadering willen uitstellen, omdat we dan toch simpel in het nieuwe jaar terechtkomen en dat
wilden we absoluut niet. Dus het is een combinatie van de tijdsdruk waarvan de oorzaak ligt in de late
jaarrekening met daarna de maand waarin alles gerealiseerd moet gaan worden. Onder die tijdsdruk
hebben we toch helaas deze datum moeten kiezen en de heer van Maasakker kon helaas niet
aanwezig zijn.
pagina 18/33

De heer Rienks: Ik hoop dat dit slechts één vergadering is. U vergadert natuurlijk straks als Raad van
Commissarissen ook regelmatig.
De voorzitter: Ik twijfel er niet aan dat de heer van Maasakker absoluut aanwezig zal zijn.
De heer Rienks: Het is dan niet zo dat als ik het over een jaar weer zal vragen dat u dan moet melden
dat hij maar de helft van de vergaderingen heeft bijgewoond.
De voorzitter: Nee. Ik ga ervan uit dat u over een jaar niet voor het eerst kennis met hem maakt.
Uiteraard niet nee. Bovendien is de heer van Maasakker zeer betrokken bij Vivenda Media Groep. Hij
heeft ook een flink percentage in Vivenda Media Groep. Daardoor heeft hij een binding met Vivenda
Media Groep en hij is absoluut bereid zich daar volledig voor in te zetten.
De heer Rienks: Dat was precies de vraag die ik nog wilde stellen. U bent me al half voor. Ik wilde
weten hoeveel aandelen hij op dit moment precies heeft? Staat dat erin?
De voorzitter: Dat staat erin.
De heer Rienks: Staat dat in die informatie?
De voorzitter: Ja. Hij heeft zeven komma vierenzestig procent (7,64%) in de Vivenda Media Groep.
De heer Rienks: Dan kunt u mij misschien ook nog uitleggen of de grootaandeelhouders hier met
elkaar overleg over hebben gehad, wie van hen commissaris wilde worden of hoe het is gekomen met
de kandidaatstelling?
De voorzitter: Ik begrijp uw vraag niet helemaal.
De heer Rienks: Normaal gesproken heb je dus een Raad van Commissarissen en die zoeken
meestal hun eigen opvolgers en als ze niemand kennen dan kennen ze wel iemand die wel weer
iemand anders kent en dat zijn hele netwerken van meestal oud-directeuren van andere
beursgenoteerde ondernemingen. Hier is dat dan toevallig niet het geval, maar ik zie die Raden van
Commissarissen bij meer beursfondsen. Zo werkt het meestal en je kunt ook nog een speciale
stichting inschakelen, die Commissarissen voor je kan vinden als je er zelf wat moeite mee hebt. Maar
zo is het volgens mij in dit geval niet gelopen.
De voorzitter: Nee, de heer van Maasakker heeft januari vorig jaar al aangegeven dat als wij hem
kunnen gebruiken binnen het bedrijf, of dat een Commissarisfunctie is of een andere bedrijfsfunctie,
hij daartoe zeer wel toe bereid was om die in te nemen. En daar hebben we gebruik van gemaakt.
De heer Rienks: Dan nog zit je ermee dat als een grootaandeelhouder Commissaris wordt, dat hij er
toch op een andere manier bijzit dan heer Van Versendaal straks in die raad zal zitten. En ik weet
trouwens niet hoeveel aandelen uzelf hebt, moet ik bekennen. Wellicht kunnen we dat gelijk even
vragen. Dan is dat helemaal duidelijk.
De voorzitter: Eerst even terugkomend op uw eerste suggestie of vraag. Ik ben ervan uitgegaan en ik
ga ervan uit dat de heer van Maasakker door zijn deelname in de Vivenda Media Groep zeer
betrokken is bij de Vivenda Media Groep. Dat zijn ook de woorden van de heer van Maasakker. Wat
betreft mijn aandeel in de Vivenda Media Groep, heb ik daar niet direct zicht in. Daar ben ik heel
duidelijk in. Ik heb een tien procents belang in De Grote Zandschulp en De Grote Zandschulp heeft
een belang in de Vivenda Media Groep. Hoe groot om daadwerkelijk die functiescheiding goed te
kunnen doen heb ik geen enkele bemoeienis wat dat betreft met De Grote Zandschulp. Het ligt boven
de dertig procent (30%) en onder de veertig procent (40%). Ik heb geen enkel idee of het
negenendertig komma negen procent (39,9%) is of dertig komma nul één procent (30,01%). Dat kan ik
u niet vertellen. Wat ik u kan vertellen, en dat staat ook in een eerdere prospectus, is dat ik een tien
procent (10%) aandeel heb in De Grote Zandschulp.
De heer Rienks: Ik moet bekennen dat ik die getallen niet paraat had. Maar mijn bezwaar is tegen dat
er teveel Commissarissen komen die substantiële hoeveelheden aandelen hebben.
De voorzitter: Dat klopt. Daar is een regelgeving voor.
De heer Rienks: Daar is inderdaad regelgeving voor van de Commissie Tabaksblak en zo.
De voorzitter: Ja. Dus we voldoen wat dat betreft aan die regelgeving. Het blijft natuurlijk allemaal
adviezen en na te volgen waarbij van belang is dat er een afhankelijke Commissaris bij mag zitten. Er
zijn nog wat regelgevingen. Maar belangrijk is dat de andere Commissarissen individueel niet boven
de tien procent (10%) aandeel van in dit geval de Vivenda Media Groep mogen zitten.
pagina 19/33

De heer Rienks: Want je wilt natuurlijk toch een beursnotering houden neem ik aan. Want al de moeite
is voor niets geweest als je nu nog van de beurs af zou gaan. Je wilt natuurlijk in betere tijden op de
beurs staan en daar ook het plezier van hebben en mensen zoals ik aan je binden en binnen halen en
hopen dat die aandelen kopen enzovoorts. Dan kunnen de grootaandeelhouders hun belang
misschien ook wat verminderen tegen aantrekkelijke koersen wat op dit moment natuurlijk totaal niet
mogelijk is. Dus in dat licht gezien vind ik dat er gewoon voldoende Commissarissen van buitenaf
moeten zijn straks. Daarom heb ik het gevoel dat er straks eigenlijk teveel Commissarissen zijn die dat
formeel wel zijn maar voor mijn gevoel niet.
De voorzitter: U kunt ons daar natuurlijk de komende tijd in blijven controleren. Als
President-commissaris van de onderneming heb ik gemeend om juist de betrokkenheid van
aandeelhouders, in dit geval dan de commissaris Robert van Maasakker, en de geschiedenis die heer
Van Versendaal heeft in het bedrijf, juist te gebruiken ten behoeve van de Raad van Commissarissen.
En u kunt ons daar de komende periode ook weer op aanspreken. Daar bent u uiteraard ook voor. En
wij zijn erop aanspreekbaar.
De heer Rienks: Ik wil het hierbij laten. Ik ga niet tegenstemmen. Dat vind ik een beetje flauw. Ik ken
de heer van Maasakker niet persoonlijk. Ik heb eigenlijk niets tegen hem. Maar ik heb er toch mijn
bedenkingen bij en ik geloof dat ik er duidelijk over geweest ben.
De voorzitter: Ik ga ervan uit dat hij de volgende keer aanwezig zal zijn en dan kunt u in ieder geval
met hem kennis maken en wellicht ook nog formeel of informeel vragen aan hem stellen daarover.
De heer Koedam: Bedankt voor de introductie. Ik wou daar even op doorgaan. Overigens als je niet
tegen wilt stemmen omdat dat als flauw overkomt, kun je je ook nog altijd onthouden. Mijn vraag is,
President-commissaris, of u kunt aangeven hoe u het kunt waarborgen dat er geen
belangenverstrengeling plaatsvindt met de Commissaris van de Maasakker. Hij heeft immers ook een
belang. Dat betekent concreet dat hij niet op hetzelfde moment als de overige aandeelhouders
informatie zal krijgen omdat hij immers met u om tafel zit terwijl er deals worden afgesproken en die
informatie hebben wij als aandeelhouders niet. Dus er is altijd een voorsprong van informatie voor een
Commissaris die ook aandeelhouder is en dat is natuurlijk het probleem wat zich hierbij voordoet. Hoe
kunt u dat waarborgen?
De voorzitter: Uiteraard is daar regelgeving rondom, maar misschien kan ik het in één zin
samenvatten. Het enige bezwaar dat de heer van Maasakker had om als lid van de Raad van
Commissarissen hier zitting te nemen is dat hij zei: “Dat vind ik jammer, want dan kan ik niet meer zo
snel en zo gemakkelijk reageren op de markt als ik nu kan.”
De heer Koedam: Dat is ook zo natuurlijk, want anders kom je toch echt in de problemen. Dan verspil
je bijna je notering als je hiermee dingen zou doen.
De voorzitter: Uiteraard. Ja.
De heer Koedam: Maar daar is ook altijd een grijs gebied en dat is lastig altijd natuurlijk.
De voorzitter: Altijd, ja.
De heer Koedam: Hij zal zeggen dat hij nooit iets weet en daar niet op anticipeert en dat is allemaal
lastig. Vandaar dat mijnheer Rienks terecht zegt, als ik het in mijn eigen woorden vertaal: “Ik heb een
unheimisch gevoel met het feit dat er Commissarissen zijn die ook aandeelhouder zijn en ook nog
behoorlijk aandeelhouder.” Zeven komma vierenzestig (7,64%) procent is niet niets. Dus uit die hoofde
zal ik als Vereniging van Effectenbezitters ook tegenstemmen ook als is het maar voor twee aandelen
zoals mijnheer Van Stappershoef al eerder heeft blootgesteld. Maar het is wel namens veertigduizend
(40.000) leden.
De voorzitter: Op zich vind ik dat heel jammer, want ik ga ervan uit dat de Vereniging van
Effectenbezitters zeker bij machte is om bijzonder kritische vragen te stellen aan de Commissaris. Er
wordt nu in ieder geval de mogelijkheid geboden om dat ook continu te volgen. Maar ik begrijp uw
standpunt.
De heer Van Stappershoef: Ik zou daar toch een groot vraagteken bij willen zetten. Ten eerste ken ik
de heer van Maasakker niet. Hij komt wel uit de stal van LiberteI en Libertel is niet versus zijn moeder
Vodafone een kleine jongen. Hij zal daar echt wel het klappen van de zweep geleerd hebben. Ten
tweede zou ik willen vragen of mijnheer Koedam en de andere aandeelhouders die bezwaar hadden
eens zouden willen kijken naar de positie indertijd van Minister-president Lubbers, die zijn belang
veilig heeft gesteld in een stichting, maar wel in het buitenland aan het lobbyen is geweest toen de NV
pagina 20/33

of BV achterwege kreeg. Dat houd je altijd hoe je het ook doet. En ik persoonlijk heb er nooit bezwaar
tegen als een commissaris aandelen heeft want ik ga er vanuit dat als hij goed voor zijn aandelen
zorgt, zorgt hij ook goed voor de mijne. En als ik hem wantrouw dan moet ik gewoon tegenstemmen.
Klaar. Punt uit. Dat is mijn mening.
De voorzitter: Dank u wel. Mag ik nog anderen het woord geven over zowel de heer van Maasakker
als de heer Van Versendaal en uiteraard de heren Neef en Hylkema?
De heer Russ: Ik deel toch wel de bezwaren van enkele andere aandeelhouders. Ik wil niet
tegenstemmen, maar ik wil me onthouden van stemming.
De voorzitter: Dan wil ik bij deze benoemen de heer van Maasakker en vanaf 1 februari de heer Van
Versendaal als aanvulling op de Raad van Commissarissen. Ik ga er ook vanuit dat u dat kritisch blijft
volgen. Cees, misschien dat als aanvulling hierop jij zelf nog iets kunt zeggen over jouw aandelen in
de Vivenda Media Groep. Want we hebben het natuurlijk over de heer van Maasakker gehad.
De heer Van Versendaal: Conform hetgeen in de jaarrekening is gemeld heb ik geen aandelen in de
Vivenda Media Groep.
De voorzitter: Dank je wel. Dan gaan we naar punt 10 van de agenda.
10. Machtiging van de directie tot inkoop van eigen aandelen.
De voorzitter: Dit is een punt wat we op de agenda hebben gezet om de mogelijkheid te hebben. Het
is niet zo dat we daar momenteel direct een doel of iets in gedachten voor hebben. Maar we willen in
ieder geval de mogelijkheid hebben om tot inkoop van eigen aandelen over te kunnen gaan op het
moment dat de organisatie daartoe besluit. Ik geloof dat het voor een periode van achttien maanden
geldig is. Het is ook op de agenda gekomen omdat de vorige periode afgelopen is of gaat aflopen. Ik
vraag u het bestuur te machtigen om tot inkoop van eigen aandelen over te kunnen gaan. Zijn er
bezwaren? Dan gaan we over tot punt 11.
11. Besluit tot statutenwijziging van Vivenda Media Groep NV inzake afstempeling nominale
waarde per aandeel (vermindering nominale waarde per aandeel zonder terugbetaling teneinde
toekomstige uitgifte van nieuwe aandelen mogelijk te maken)
De voorzitter: Dit agendapunt heeft te maken met het afstempelen van de nominale waarde. U hebt
daar uitgebreide informatie over ontvangen. Cees, misschien wil jij daar nog een toelichting op geven.
De heer Van Versendaal: De beurskoers bevindt zich op dit moment op een niveau lager dan de
nominale waarde. Dat betekent dat de vennootschap niet in de gelegenheid is om aandelen uit te
geven.
De heer Koedam: U kunt ze wel uitgeven, maar niemand wil ze hebben.
De heer Van Versendaal: Nee, niemand wil ze hebben. Dank u wel voor deze precisering van de
woorden. Wij zijn in het kader van de overname van Factotum gehouden een prospectus uit te
brengen om de overname deels met aandelenuitgifte te financieren en dat kan niet normaal zolang de
nominale waarde boven de beurskoers ligt. Dat is eigenlijk de belangrijkste reden om dit in gang te
zetten en daarvoor vragen wij uw toestemming.
De heer Van Stappershoef: Dat verschil roept u uit naar een reserve toe. Gaat u daar straks een
aparte reserve voor vormen of stopt u dat in de algemene reserve zodat als aandeelhouder het zich
verdwijnt dat als u verliezen maakt u die aanwendt om uw verliezen te reduceren op het eigen
vermogen? Begrijpt u wat ik bedoel?
De heer Van Versendaal: Ja, ik begrijp wat u bedoelt en we moeten even zorgen dat u een juist
antwoord krijgt en niet een half antwoord. Dus ik vraag even aan mijn collega Van der Maarel of hij mij
daarbij kan assisteren.
De heer Van der Maarel: Voorzitter, in het verleden werden afstempelingen bij Vivenda Media Groep,
toen nog RT-Company, altijd afgeboekt via de agio. Nu hebben wij daar vooraf nog geen
bestuursbesluit voor liggen en het zal zeker ook eerst gecommuniceerd worden met de accountant,
want er is een mogelijkheid om het zowel richting de algemene reserve ter demping van geleden
verliezen als voor de agio te doen. Er zijn twee mogelijkheden en we moeten dat nog even als
pagina 21/33

estuursmemo nadrukkelijk vaststellen en dat gebeurt eerst nadat uw aandeelhoudersvergadering
heeft ingestemd met dat afstempelen.
De heer Van Stappershoef: Sorry, mijnheer Van der Maarel. Ik vind het jammer dat niet van tevoren
de weg wordt aangegeven langs welke richtlijnen men denkt.
De heer Van der Maarel: Ik gaf u aan dat het in het verleden telkenmale via de agio is gebeurd. We
hebben gezien dat ook de totstandkoming van de jaarrekening een moeilijk proces was. We willen
eerst zeker weten of het weer op dezelfde wijze kan dan wel of er vanuit de richtlijnen nu een
verplichting is om het via de algemene reserve te laten lopen.
De heer Van Stappershoef: Ik heb uw antwoord goed begrepen, maar ik vind ook aan de andere kant
dat een bestuur de plicht heeft om vooruit te zien. Dus op dat punt hebben ze toch zeker ook een
sturingselement. Maar ik wil het hier verder bij laten.
De voorzitter: Mijnheer Van Stappershoef, dank u wel. Zijn er andere bezwaren om tot besluit van
statutenwijziging over te gaan?
De heer Van Stappershoef: Ik heb geen bezwaar tegen de statutenwijziging.
De voorzitter: Dan zullen de statuten gewijzigd worden op de punten die daarvoor nodig zijn. Dan ga
ik over op punt 12 met daarin nog wat aanvullende vragen die eerder zijn gesteld.
12. Goedkeuren vestigen van zekerheden ten behoeve van verbonden partij ter meerdere
zekerheid van het nakomen van financiële verplichtingen
De voorzitter: Punt 12 hebben we op de agenda gezet omdat het een ‘related party’ betreft. Hadden
wij in andere omstandigheden een bank bereid gevonden om financiering te verstrekken dan zou dat
minder nodig zijn geweest. Maar we willen hier de zorgvuldigheid betrachten door dit op de agenda te
zetten. Het gaat om het goedkeuren vestigen van zekerheden ten behoeve van verbonden partij ter
meerdere zekerheid van het nakomen van de financiële verplichtingen. Daar is een heel stuk
informatie over gegeven. Het betreft de betaling van elf miljoen euro (EUR 11 miljoen) die overeen
gekomen is tot de verwerving van Factotum en Microweb. Daarvan hebben we in het begin gezegd
dat het de voorkeur heeft om een deel van drie en een half miljoen (EUR 3,5 miljoen) in cash te doen
en een deel van zeven en een half miljoen (EUR 7,5 miljoen) in een converteerbare lening, waar een
prospectus voor uitgegeven zou moet worden. Zoals de heer Van Versendaal zegt was er toen wij
daarmee startten daadwerkelijk een term sheet aanwezig van een bank om tot de versterking van de
drie en een half miljoen euro (EUR 3,5 miljoen) over te gaan. Echter in de gesprekken daarna heeft
deze zulke voorwaarden gesteld dat wij zeiden daar kunnen we geen zaken meedoen. Wij hebben
getracht, althans de heer Van Versendaal is daar druk mee bezig geweest, om diverse andere banken
te benaderen om daar een financiering van los te krijgen. Misschien kun je kort aangeven hoe Kuifje in
Afrika daar is gevaren?
De heer Van Versendaal: Ja, misschien even ter verduidelijking. Op het moment dat Factotum op de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 28 maart gepresenteerd is, was er inderdaad
daadwerkelijk een term sheet van de bank aanwezig. Op het moment dat je dan naar de finale gaat
blijkt dat condities worden aangescherpt, om wat voor reden dan ook, op een dermate manier dat wij
daar ons niet in konden vinden en verder op zoektocht zijn gegaan. We hebben met een aantal
banken gesproken. Gaandeweg het jaar in het verslechterende financiële klimaat werden wij eigenlijk
geconfronteerd met een steeds duidelijker nee signaal van banken die zeiden: “We zijn al blij als we
onze bestaande klanten kunnen faciliteren.” Wij hebben geen zin in een nieuw avontuur tot allerlei
andere argumenten. Mijn collega’s zeggen altijd: “Het maakt niet uit welke afwijzing ze van het
sleutelbord halen maar ze pakken er een en het eindresultaat is altijd nee.” En of het de
kredietbeoordelingscommissies zijn of de condities die verstrekt worden, aan het eind van de rit is er
nergens een bank geweest waarvan wij vonden dat we ermee verder konden om dat te verstrekken.
De overeenkomsten die er lagen bij de verkoop boden de gelegenheid om de verkoper het geheel te
laten financieren. Die bood ook, en op een vorige Algemene Vergadering van Aandeelhouders
hebben we dat al even expliciet genoemd, de mogelijkheid om het eventueel in aandelen mee te
nemen. Dus dan zou het zeven en een half miljoen euro (EUR 7,5 miljoen) plus drie en een half
miljoen euro (EUR 3,5 miljoen) in aandelen zijn. Destijds is dat niet gemeld omdat wij van mening
waren dat wij een term sheet hadden en dus waren zijn klaar. Maar het is toch even goed om dat hier
voor de volledigheid te melden. Gaandeweg de maanden zagen wij dat die financiering niet zou
pagina 22/33

komen en is ook de drie en een half miljoen euro (EUR 3,5 miljoen) middels een converteerbare
leningsovereenkomst vastgelegd. En we moesten binnen een jaar aan bepaalde verplichtingen
voldoen. De partijen hebben elkaar nog eens diep in de ogen gekeken en geconstateerd dat het
wellicht verstandiger is om de termijn van één jaar op te rekken en te kijken of je uit de cash flow en
de verkoop van deelnemingen zodanig je opbrengsten kunt genereren om die drie en een half miljoen
euro (EUR 3,5 miljoen) toch in cash te doen, waarbij het argument, zeker bij de huidige beurskoers,
van nog verdere verwatering uiteindelijk de doorslag heeft gegeven om deze keuze te maken. We zijn
dus eigenlijk tot overeenstemming gekomen om die condities zodanig aan te passen dat we
vierentwintig (24) maanden aan de slag gaan om deze lening terug te betalen uit verkoop
deelnemingen, uit cashflow en dat we na vierentwintig (24) maanden de balans opmaken om te kijken
of we dan op dat moment met elkaar verdergaan. Dan kom ik terug op de vragen die eerder in de
vergadering gesteld zijn. Dat haalt de druk af van het verkopen van deelnemingen. Dat haalt de druk
af van de dagelijkse operatie. Want gedurende die periode zal er alleen sprake zijn van een
renteverplichting vanuit de onderneming richting de verstrekker van een lening en kunnen we in alle
Russt zoeken naar de juiste kopers op het juiste moment voor de participatie.
De heer Van Versendaal: Dus in die zin helpt het ons als je dan even kijkt hoe een bank zou acteren.
Die zou er dan misschien veel strakker inzitten en je in een strak schema zetten en alle zekerheden
ook naar zich toetrekken. Wij zijn van mening dat wij hier voor de onderneming een zeer flexibel
arrangement hebben kunnen bewerkstelligen bij weliswaar een grootaandeelhouder, maar op die
manier de onderneming de ruimte geven om op het juiste moment aan zijn verplichtingen te kunnen
voldoen door de juiste middelen daarvoor te kunnen inzetten. Dus wij zijn daar blij mee en misschien
is het in dit financiële klimaat nog wel een prettigere overeenkomst dan met een externe financiële
instelling die zeer er bovenop zou zijn gaan zitten.
De heer van der Heijden: Voorzitter, als ik het goed begrijp is er al een converteerbare obligatielening
van zeven en een half miljoen euro (EUR 7,5 miljoen) conversiekoers tegen beurskoers en is het aan
de onderneming om te kiezen of die drie en een half miljoen euro (EUR 3,5 miljoen) ook
geconverteerd wordt of dat het cash wordt. Ligt die keuze bij de onderneming of ligt die keuze bij de
grootaandeelhouder?
De heer Van Versendaal: De aanvankelijke overeenkomst sprak over het voorzien in cash, dus
middels een lening voor een bepaalde datum en als dat niet zou lukken op dezelfde datum in
aandelen. Dus in die zin lag er een verplichting als je het niet in cash kunt voldoen om het in aandelen
te doen. Dat is later nog eens bekrachtigd in een overeenkomst om dat daadwerkelijk ook te doen.
Gaandeweg als je daar nog een kritisch naar kijkt, kom je met zijn allen tot de conclusie dat dit
misschien niet helemaal slim is voor alle aandeelhouders. We hebben daar dus toch de ‘cashweg’
gekozen maar wel dus onder druk. Met andere woorden het converteerdeel, zo noem ik het dan maar
even, is feitelijk uit de finale overeenkomst geschrapt.
De heer Koedam: Er was geen prospectus?
De heer Van Versendaal: Dat was natuurlijk de grap als je dat vanuit de onderneming bekeek. Voor
de zeven en een half miljoen euro (EUR 7,5 miljoen) moet er een prospectus komen. Om daar dan
met één pennenstreek drie en een half miljoen euro (EUR 3,5 miljoen) in mee te nemen is natuurlijk
relatief eenvoudig. Maar we hebben daar toch gekozen om zoveel mogelijk verwatering te voorkomen.
Dus het zou in dezelfde prospectus mee gekund hebben.
De heer van der Heijden: Ja, maar kan de grootaandeelhouder op ieder willekeurig moment die elf
miljoen euro (EUR 11 miljoen) of die zeven en een half miljoen euro (EUR 7,5 miljoen) converteren als
hij wil?
De heer Van Versendaal: Zoals de Vereniging van Effectenbezitters aangeeft zal daar een prospectus
voor uitgegeven moeten worden en eerder zullen de aandelen niet ter beschikking komen.
De heer van der Heijden: Oké.
De heer Van Versendaal: En de termijn die daarvoor stond was meen ik formeel achttien (18)
maanden na de levering van de aandelen.
De heer van der Heijden: U bedoelt de termijn waarbinnen er een prospectus moet komen?
De heer Van Versendaal: Ja.
De heer van der Heijden: Ik kan me voorstellen dat de grootaandeelhouder zou converteren op een
beurskoers van vier cent of zo dan heeft de grootaandeelhouder samen met Parnassia als ik dat bij
pagina 23/33

elkaar optel iets van negentig procent (90%) van de aandelen van het bedrijf. Als hij negentig procent
(90%) van de aandelen heeft, dan geef ik hem nog liever die drie en een half miljoen euro (EUR 3,5
miljoen) in aandelen dan dat ik cash drie en een half miljoen (EUR 3,5 miljoen) uit de onderneming ga
halen.
De heer Van Versendaal: Kunt u dat nog verduidelijken, want er zijn wellicht mensen in de zaal die de
vraag niet hebben begrepen?
De heer van der Heijden: Hij heeft natuurlijk al een belang van tussen de dertig en veertig procent
(30-40%) of iets dergelijks en het totaal aantal aandelen is ongeveer vijfenvijftig miljoen (55 miljoen),
iets in die orde van grootte.
De heer Van Versendaal: Ja.
De heer van der Heijden: Hoeveel is zeven en een half tegen vier cent?
De heer Van Versendaal: Dat is honderdvijftig miljoen (150 miljoen) aandelen.
De heer van der Heijden: Ja, dat is honderdvijftig miljoen (150 miljoen). Dus dan heeft hij bij elkaar
honderdvijfentachtig miljoen (185 miljoen) aandelen en het totaal aantal aandelen is tweehonderd
miljoen (200 miljoen).
De heer Van Stappershoef: Dat is ook verhoogd met het aantal wat hij gekregen heeft.
De heer van der Heijden: Ja, dat zeg ik ook.
De heer Van Versendaal: Hij heeft er honderdvijfentachtig miljoen (185 miljoen) en de nieuwe situatie
wordt dan meer dan tweehonderd miljoen (200 miljoen) meer. Hij heeft dan wel negentig procent
(90%) wat u zegt.
De heer van der Heijden: Ja, en dan heeft hij over negentig procent (90%), terwijl het bedrijf niets
meer waard is geworden.
De heer Van Versendaal: Het heeft Factotum gekregen daarvoor.
De heer van der Heijden: Ja, het bedrijf heeft Factotum. De vraag in die situatie, waar de
aandeelhouder negentig procent (90%) heeft ga je dan zeggen haal er maar drie en een half miljoen
euro (EUR 3,5 miljoen) uit cash of laat hem dan ook maar die drie en een half miljoen (EUR 3,5
miljoen) in aandelen krijgen?
De heer Rienks: Je vergeet nog dat hij dan waarschijnlijk verplicht is om een bod te doen.
De heer van der Heijden: Dat nog even terzijde. Ik dacht dat die regeling trouwens weg was, maar dat
doet er niet toe.
De heer Van Versendaal: Nee, die geldt alleen op het moment dat je de aandelen actief verworven
hebt, terwijl het nu als betaalmiddel, even plat gezegd, is gebruikt. Dus je krijgt ze niet uit actieve
verwerving. Als je daar boven de dertig procent (30%) komt, zoals Teleatlas versus TomTom, dan ben
je genoodzaakt om dat bod te doen. Maar als je ze krijgt voor de verwerving van een vennootschap
dan geldt die regel niet. Het zou ook heel raar zijn, want dan verkoop je iets en tegelijkertijd word je
gedwongen om een bod te doen op het bedrijf wat je net verkocht hebt.
De heer Van Stappershoef: Ik zou me kunnen voorstellen dat de grootaandeelhouder zegt: “Geef mij
maar cash. In deze tijd kan ik met die cash meer andere zaken kopen dan mijn belang verhogen in
Vivenda.” Dat zou ik tenminste doen als ik grootaandeelhouder was.
De heer van der Heijden: Ja, daarom. Maar ik ben geen grootaandeelhouder. Ik ben gewoon
aandeelhouder. Dus ik doe het omgekeerde. Ik zeg: “Geef me maar die converteerbare obligatie van
drie en een half miljoen euro (EUR 3,5 miljoen) met die aandelen.”
De heer Van Versendaal: Ik kan u antwoorden dat ik het in onze beraadslagingen een aantal keren
een duivels dilemma heb genoemd, omdat je inderdaad als je naar de onderneming kijkt zegt van:
“Geef nog maar een aantal aandelen extra uit en dan houd je een aantal waardes in de onderneming.”
Dus daar ben ik het helemaal mee eens. Tegelijkertijd hoor je aan de andere kant natuurlijk het
geroep van: “De verwatering is al groot, maak hem niet nog groter.” Dus in mijn beleving zit je daar in
een soort spagaat, waarbij je eigenlijk niemand tevreden maakt, want een verkoper verkoopt en wil
daar liefst cash voor hebben. Dus de balans zeven en een half en drie en een half, wat de
oorspronkelijke doelstelling was waarbij ook nog eens qua inhoud het feitelijk aan de vennootschap is
hoe ze die in de toekomst als daar recht op komt betaald kan worden. Alles wikkend en wegend
pagina 24/33

hebben we geprobeerd ieders belang in onze besluitvorming mee te nemen. Maar ik heb het
regelmatig een duivels dilemma genoemd.
De heer Van Stappershoef: Je kunt het ook andersom stellen. Je kunt ook zeggen dat als de
grootaandeelhouder kiest voor aandelen dan heeft hij hoge verwachtingen van het bedrijf. Kiest hij
voor contanten dan zijn die verwachtingen, laat ik het heel vriendelijk zeggen, lager gesteld. Dat is ook
een andere kant van het verhaal. Dus je kunt vanuit verschillende kanten redeneren.
De heer Van Versendaal: Dat klopt. Dus als je zegt: “Ik doe zeven en een half miljoen euro (EUR 7,5
miljoen) in aandelen en drie en een half miljoen (EUR 3,5 miljoen) in cash dan slaat de balans door in:
“Ik heb vol vertrouwen in de onderneming?”
De heer Van Stappershoef: Ja. Dus het is voor ons te hopen dat hij zegt: “Geef mij maar aandelen.”
Dan weten we dat we bij een goede onderneming zitten.
De heer Van Versendaal: Dat zijn de zeven en een half miljoen euro (EUR 7,5 miljoen). Mijnheer Van
der Maarel, u hebt een vraag.
De heer Van der Maarel: Ja voorzitter, ik denk aan alle kanten van de discussie. Je hebt er ook mee te
maken dat als je het in aandelen doet, je je voor kunt stellen dat een grootaandeelhouder nadien een
deel van zijn belang zal afbouwen en dan heb je weer een koersdruk op de aandelen die andere
aandeelhouders dan ook niet wensen. Dus ik denk dat het altijd een prisoner’s dilemma blijft zoals u
zegt. Als de onderneming het goed doet dan weet ik zeker dat men graag de aandelen had willen
hebben. Gaat het wat minder dan zijn ze blij met cash. We wisten een jaar geleden ook niet dat de
kredietcrisis er vandaag zou zijn.
De voorzitter: Misschien mag ik daar meteen een eerder gestelde vraag aan toevoegen. Want we
hebben het over Factotum. Wat is de toekomst van Vivenda Media Groep en wat voegt Factotum toe?
Wat is de positie van Factotum?
De heer Van Versendaal: Ik stel voor dat helemaal aan het einde van de vergadering te doen tussen
agendapunt 14 en 15.
De voorzitter: Uitstekend. Oké, dan blijven we even bij punt twaalf van het goedkeuren van het
vestigen van de zekerheden. De heer van der Heijden begon eigenlijk met de zin ‘als de koers zo laag
blijft staan’. Ik denk dat het in het belang van de Vivenda Media Groep is om inderdaad te zorgen dat
de koers al snel van vier naar vijf cent gaat, want dan spreken we over een vijfentwintig procent (25%)
koersstijging. We moeten uiteraard zoveel mogelijk die koers zo hoog mogelijk krijgen voor
daadwerkelijke conversie.
De heer Van Stappershoef: Ik heb een opmerking, mijnheer de voorzitter. Waarom heeft hij niet, wat ik
tegenwoordig noem, de richting Bos gevolgd. En met de richting Bos bedoel ik onze eminente minister
van Financiën, die van alle kanten geprezen wordt, die overal toezichthouders aanstelt. Waarom heeft
hij daar niet voor gekozen en deze zekerheden vrij gelaten?
De voorzitter: Ik kan hem die vraag stellen.
De heer Van Stappershoef: Ja, want dat had ik eleganter gevonden tegenover de overige
aandeelhouders en vandaar dat ik bij dit punt ook tegen ga stemmen met tien aandelen om het
Vereniging van Effectenbezitters op de hoogte te stellen.
De heer Koedam: Ik waarschijnlijk niet geïnteresseerd in het aantal.
De voorzitter: U vraagt dat uiteraard terecht en wij zullen dat doorspelen aan De Grote Zandschulp en
ik verwacht daar ook antwoord op.
De heer Van Stappershoef: Ik had dat eleganter en juister gevonden. Ik heb in het bankwezen
gezeten. Dus ik begrijp af en toe denk ik waar ik over praat. Dit noem ik de methode Slavenburg.
De voorzitter: Dat is ook een bank.
De heer Van Stappershoef: Ja, dat was ooit een bank en dat is later Fortis geworden.
De voorzitter: De heer Van Stappershoef heeft zijn stemming aangegeven. Ik wilde inderdaad tot
stemming overgaan. Zijn er bezwaren? Zo niet, dan keuren we deze vestiging van zekerheden goed.
We zijn toegekomen aan agendapunt 13 en wellicht is het verstandig een korte pauze in te lassen.
[pauze]
pagina 25/33

De voorzitter: De heer Russ is, naar ik heb begrepen, vertrokken. We zijn bij punt 13 aangekomen.
13. Kennisnemen van het voornemen om te besluiten tot een fusie van Vivenda Media Groep en
Vivenda BV.
De voorzitter: Ik denk na de uitleg van de heer Van Versendaal in het begin over waarom de
jaarrekening zo lang heeft geduurd en alle besluiten, beslissingen en al het leergeld wat daarvoor is
betaald, willen we daar natuurlijk naar een duidelijke meer overzichtelijke jaarrekening gaan, waardoor
meer en duidelijker inzicht gegeven kan worden het in reilen en zeilen van de diverse BV’s. Om dat te
bewerkstelligen is een juridische fusie voor nodig. Er is informatie gegeven over het hoe en waarom.
Cees, wil jij nog nadere uitleg geven over die juridische fusie?
De heer Van Versendaal: Het staat heel goed verwoord op pagina 4 van de toelichting in de derde of
vierde alinea te beginnen met ‘het voorstaande’. Misschien moet ik het plaatje maar weer even op het
bord zetten, want dat maakt het wellicht wat inzichtelijker. Feitelijk zie je hier een aantal blokjes,
waarbij Newconomy Ventures en Newconomy Publishing eigenlijk geen entiteiten zijn waar echte
activiteiten zitten, behalve nog wat deelnemingen uit het verleden. Wij hebben gezegd dat als je
Vivenda Media Groep en Vivenda BV laat fuseren, dan kun je het grote gebrek aan inzicht tussen de
enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening opheffen en kunnen ze eigenlijk weer gelijk gaan
worden. Dat is eigenlijk de allerbelangrijkste reden om die juridische fusie door te voeren. Feitelijk zit
in die vennootschap ook geen activiteit. Als we daarmee ook weer een stukje administratie opruimen
helpt dat tegelijkertijd ook.
De heer Van Stappershoef: Waarom is er niet voor gekozen om alle activa en passiva van Vivenda
over te dragen aan de Vivenda Media Groep en tenslotte de BV te verkopen als aparte, lege BV?
Want nu moet er een stukje kapitaalvernietiging plaatsvinden omdat namelijk ooit kapitaalbelasting is
betaald over het aandelenkapitaal van de BV.
De heer Van Versendaal: Dat antwoord moet ik helaas schuldig blijven.
De heer Van der Maarel: Voorzitter, Vivenda BV is opgericht in een periode dat de kapitaalsbelasting
al was afgeschaft. Dus vanuit dat oogpunt is er geen kapitaalsvernietiging. Echter ik denk dat de
reden om hiertoe met elkaar te besluiten is om de verschillen van inzicht weg te nemen wie de
bovenliggende vennootschap is in de consolidatie. En als je de aandelen zou gaan verhangen, dan
heb je weer andere elementen die daar meespelen. Dan heb je een intercompany. En op het moment
dat je juridisch fuseert, dan gaan alle rechten en plichten van Vivenda BV onder algemene titel over
naar Vivenda Media Groep. Het is een vennootschap die alleen is opgericht om de overname van
Vivenda Magazine en Esto door Vivenda Media Groep mogelijk te maken. Dus het doel van de
vennootschap is bereikt. Einde doel zou in ieder geval kunnen betekenen dat je de structuur, die
alleen maar is opgezet om dit te realiseren, kunt elimineren.
De heer Van Stappershoef: Bedankt voor de toelichting. Ik begrijp hem.
De voorzitter: Zijn er nog andere vragen aangaande dit bestuursbesluit? Mijnheer Van der Maarel hebt
u zelf een vraag?
De heer Van der Maarel: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat het heel goed is om te zeggen dat we
hiertoe niet besluiten met elkaar. Het is een oproep vanuit de vennootschap aan aandeelhouders om
zich niet te verzetten.
De heer van der Heijden: Mag ik nog een vraagje aan de deskundige stellen. Jullie hebben Vivenda
BV opgericht met het oog op deze overname door RT-Company. Als je dat niet had gedaan en u had
gezegd: “We nemen eerst Vivenda Magazine over en daarna nemen we Esto BV over, was dan al dat
gedonder niet nodig geweest met de reversed overname?
De heer Van Versendaal: Dat klopt. Daar hebt u gelijk in.
De heer van der Heijden: Als je het in fasen had gedaan, was het allemaal niet nodig geweest.
De heer Van Versendaal: Wacht even. Laat ik daar niet direct antwoord op geven want feitelijk word je
weer betaald in aandelen, je krijgt een bepaalde zeggenschap, een bestuur wordt benoemd. Dus ik
geef daar niet één op één zo maar antwoord op. Maar het was iets eenvoudiger geweest en het
inzicht was groter geweest. Dus ik zeg niet dat het één op één een heel ander beeld had gegeven.
De heer Koedam: Voorzitter, ter illustratie denk ik dat de problematiek dan nog complexer was
geweest omdat je dan twee bovenliggende vennootschappen had gehad en dan had je een keuze
moeten maken tussen de dochter of de zuster.
pagina 26/33

De heer Van Versendaal: Dus het antwoord is niet automatisch van: “Nee, het was eenvoudiger
geweest.” Maar dat is de reden dat recentelijk adviseurs zeiden: “Als je van tevoren met deze
regelgeving in je hoofd even erover nadenkt dan kies je misschien een andere route dan dat je vanuit
je eigen creativiteit en inzicht ontwikkeld zou hebben.
De voorzitter: Ik dank iedereen daarvoor.
14. Toelichting inzake het besluit van de directie inzake de reversed stock split
De voorzitter: Hierover is op de vergadering van 28 maart veel gesproken. Toen is besloten vanwege
unaniem besluit om het vooralsnog uit te stellen en wederom in gesprek te gaan met Euronext. Cees
heeft daar veelvuldig gesprekken mee gevoerd en kan daar ook een verslag van doen waardoor we
tot de conclusie zijn gekomen om de reversed stocksplit vooralsnog uit te stellen en dat als beslissing
aan de directie en de Raad van Commissarissen over te laten tot het moment dat Vivenda Media
Groep het nuttig en noodzakelijk vindt om tot een reversed stock split over te gaan.
De heer Van Versendaal: Voor degenen die niet helemaal op de hoogte zijn van het verleden een
klein stukje historie. Destijds was er sprake van een noteringsmaatregel ten aanzien van RT-
Company. Ze zaten op het zogenaamde strafbankje. En om van dat bankje af te komen stelde
Euronext als voorwaarde dat er een reversed stocksplit zou worden uitgevoerd om het grote aantal
aandelen wat destijds werd uitgegeven weer terug te brengen tot normale proporties. Behoud me
even alle juridische termen maar daar komt het aan het eind van de rit op neer. Dat moest één op
honderd zijn als ik het me goed herinner. Daar is een eerste reversed stock split van één op vijftig
doorgevoerd in het verleden en dan stond er dus eigenlijk nog een van één op vijftig op de rol. Op het
moment dat Vivenda in beeld kwam, zijn er ook door de Vivenda initiatiefnemers gesprekken gevoerd
met Euronext en is aangegeven: “Dit staat nog op de rol. Respecteert u dit of niet?” Er is aangegeven:
“Ja, wij respecteren dat.” Maar gaandeweg zijn wij eigenlijk tot inzicht gekomen door aangereikte
marktonderzoeken uit Amerika dat als je dat doet onder een negatief gesternte of een negatief
sentiment, het is maar welk woord je wilt gebruiken, je eigenlijk nadat je een reversed split hebt
uitgevoerd direct zult zien dat de koers weer gaat zakken omdat er onvoldoende steun of positief
sentiment rondom het aandeel is om die uitgevoerde reversed stock split op de koers te houden waar
je voor gekozen hebt. Daar hebben we gesprekken over gevoerd. Je maakt een afspraak. Dus die wil
je nakomen. Tegelijkertijd weet iedereen op het moment dat je hem doorvoert je eigenlijk grote schade
zult toebrengen aan het belang van alle aandeelhouders. Wij hebben gezocht naar elementen om het
niet door te voeren en eigenlijk was het argument wat ik u net gaf dat het direct grote schade oplevert
zeker in dit financiële klimaat. Daarom hebben wij als onderneming besloten om daar voor onbepaalde
tijd van af te zien. Dat betekent niet dat het een afstel is, maar het komt min of meer op hetzelfde neer.
Wij gaan kijken op het moment dat het de onderneming goed uitkomt, cq dat we met zijn allen het
gevoel hebben dat we in een heel andere sfeer opereren, of het op dat moment zinvol is om hem
alsnog door te voeren. Want alle argumenten die Euronext hanteert, zoals fair en only market, het
aantal aandelen wat uitstaat ten opzichte van je beurswaarde, onderschrijven wij. Maar het kan niet zo
zijn dat je het onderschrijven van die regels boven het belang van de aandeelhouders stelt. Dus wij
hebben Euronext, en zij willen ook van dit dossier af, laten weten dat wij dit besluit genomen hebben
en dat hebben zij voor kennisgeving aangenomen en daarmee is tot nader order het dossier gesloten
en zal door ons in de te voorziene tijd geen reversed stock split geagendeerd worden.
De heer Rienks: Nog een praktische kant hiervan is dat als de koers tussen de vier, vijf en misschien
zes cent springt en je wilt een keer kopen voor vier centen, het niet lukt omdat er teveel orders zijn
voor vier cent in de markt zitten en dan moet je meteen vijf cent betalen. Dat is vijfentwintig procent
(25%) extra voor hetzelfde aantal aandelen. Op een dergelijk moment begint de handel lastig te
worden.
De heer Van Versendaal: Daar wil ik wel het volgende over zeggen. Een van de redenen dat Euronext
van deze, ik noem het even penny stocks af wil, is omdat koersfluctuaties van één cent in percentage
enorme uitschieters naar boven en beneden geven.
De heer Rienks: Kunt u niet in aanmerking komen voor die notering in tienden van centen?
De heer Van Versendaal: Die is er al begrijp ik.
De heer Rienks: Is dat er al? Dat is me dan ontgaan. Dat kan in ieder geval nog niet erg lang zijn.
Spreker (geen microfoon): Dat is er twee weken.
pagina 27/33

De heer Van Versendaal: Dat klopt. Maar dat was ook één van de argumenten. Euronext voert het
argument aan dat als je van vier naar vijf cent gaat dan zorg je in percentages voor enorme
uitschieters op de beurs. Daar willen ze eigenlijk vanaf omdat dat eigenlijk geen getrouw beeld geeft.
Tegelijkertijd hebben ze de drie digits noteringen geïntroduceerd, waarmee je feitelijk gelijk ook het
probleem oplost, want die fluctuaties worden veel minder. Ze zijn met de grote fondsen begonnen en
ik begrijp nu dat nu sinds enkele weken ook voor Vivenda in drie cijfers gehandeld kan worden.
De heer Rienks: Dat is me dan ontgaan. Dan begin ik over een probleem dat opgelost is begrijp ik.
De heer Van Versendaal: Dat geeft helemaal niets. Dus eigenlijk is het meer een mededeling. Wij
gaan geen reversed stock split agenderen tot nader order en wij van mening zijn dat het iedereen, de
onderneming en de aandeelhouder wel goed uitkomt. Als je daarmee het aantal aandelen zou kunnen
verminderen dan is dat ook wat waard, maar niet op dit moment. Dus tot nader order is dat geen
agendapunt van deze kant.
15. Rondvraag
De voorzitter: dank je wel. Dan zijn we bij de rondvraag aangekomen, waar ik dan nu meteen de vraag
van de heer Rienks wil neerleggen over de toekomst van Vivenda Media Groep. Hoe werken Vivenda
en Factotum samen? Wat is de positie van Factotum in de markt? Ik heb net even in de pauze gemeld
dat op de site het business plan is te downloaden. Daar staat heel veel in. Maar dat wil niet zeggen
dat we er hier natuurlijk geen toelichting op willen geven. Integendeel, denk ik dat het goed is om elk
moment aan te grijpen om te zeggen waarom je trots bent op een bedrijf en waar je denkt het te willen
brengen. Misschien zal ik zelf even een aftrap nemen. De samenwerking tussen Vivenda en Factotum
is eigenlijk ontstaan eind 2005. Toen waren de eerste gesprekken met RT-Company aan de gang en
de doelstelling was om de BV’s waar we het nu continu over hebben samen te voegen in een Vivenda
BV en dat middels een verkoop, een reversed takeover, RT-Company naar de beurs te brengen en
daarmee de stappen te willen nemen zoals we die toen gedefinieerd hebben. Dat hebben we helaas
niet in één stap kunnen doen, maar in twee stappen moeten doen, waarvan dan de tweede stap nu
dan in de afrondende fase zit. Wat hebben ze aan elkaar toe te voegen? Vivenda is een absolute
marktleider op OG-gebied met magazines daarin in een oplage daarin van gemiddeld per maand
tussen de anderhalf en twee miljoen. Het is rond de anderhalf miljoen. Het fluctueert natuurlijk nogal.
Het heeft een enorm bereik daarin. Vivenda als merknaam in de markt is nog steeds wereldbekend.
Ondank dat een Funda, een Jaap, een Alle Huizen, een Movik en alle anderen die er nog zijn een
aardige positie in de markt hebben ingenomen, is Vivenda nog steeds het blad voor de OG in geprinte
versie. Het is een sterke merknaam. Factotum is, zoals ik ook al in het begin aangaf, ik geloof in 1975
opgericht, waar ik dan bij betrokken ben sinds 1984. Dat is ook absolute marktleider, toentertijd in het
uitgeven van de wereldbekende fotopresentatie en magazines en alles wat er rondom met makelaardij
te maken heeft. Die twee grote marktpartijen samengevoegd met een Internetstrategie gecombineerd
met de mogelijkheden die een beursgenoteerde onderneming kan bieden, was voor ons de
belangrijkste drijfveer om deze stappen te ondernemen. Factotum heeft een stuk software in huis: de
media manager. De media manager is een stuk ‘monkeyproof’ software of ‘idiot proof’ software, Dat is
geen definiëring wat verder met de makelaardij te maken heeft, maar wil wel aangeven dat het een
heel eenvoudige software is waardoor makelaars heel eenvoudig allerlei producten kunnen bestellen.
Dat gaat heel ver. Daar worden ook nog steeds nieuwe producten in gehangen. Het is een tool die op
de desktop van de makelaar moet komen te zitten, waar de makelaar niet meer omheen kan en
middels deze software ook zijn Internet sites kan vullen, ook een Funda, Jaap, Alle Huizen en allerlei
sites kan vullen vanuit zijn ene tool van die software. Daarmee kan hij ook de magazines vullen.
Eigenlijk kan je het zien als een stuk software waarmee je een printopdracht geeft. Dat is in feite een
grote printer die niet in deze ruimte kan. Maar dat is in principe wat die makelaar doet middels die
software, namelijk die printer aansturen. Het gaat dus om magazines en dergelijke. Zoals ik al zeg zijn
we al jaren marktleider in Nederland. We zijn innovatief en dat biedt natuurlijk kansen om dat ook
Europees en ook verder uit te rollen. De eerste stappen zijn daar gezet. We hebben denk ik niet
aangekondigd en ook voor ons gehouden de stappen die we kortgeleden in Duitsland hebben gezet.
Maar daar zijn diverse contracten getekend. Wij hebben in het verleden ook onderzoeken ernaar
gedaan hoe de markt daar te benaderen. Er zijn een aantal grote marktpartijen in Duitsland en
middels onze software proberen wij daar voet aan de grond te krijgen. Dat lukt en dat lukt aardig. Ik
heb er met Cees toevallig van de week over gesproken. De eerste trainingen zijn gegeven aan de
diverse makelars en gaan daadwerkelijk ook van de producten gebruik maken. En het is nu natuurlijk
zaak om zo snel mogelijk dat hele softwarepakket verder uit te rollen in die markt. Maar ook dat is een
heel specifieke markt. We komen daar ook tot de ontdekking naar aanleiding van eerdere
onderzoeken uit 2006 dat de producten die Vivenda Media Groep onder zijn hoede heeft waarvan wij
pagina 28/33

in Nederland wel eens denken dat het aan het einde van de levenscyclus is, vooral de presentatie wat
vervangen is door een Internet en magazines en kranten, staat daar nog helemaal, ik wil niet zeggen
in de kinderschoenen, maar de manier waarop wij die producten kunnen leveren daarin zijn we nog
steeds wereldwijd uniek. Dat houdt dus ook in dat de oude producten die hier aan het einde van de
levenscyclus zijn, we daar weer volledig op kunnen pakken alsof het nieuwe producten zijn en
daarmee de markt in kunnen. Nogmaals middels die software zijn ook diverse sites te vullen. De
doelstelling is om behalve in Nederland die positie in te nemen, maar daar heb ik al eerder aan
gerefereerd, de Internetsite, het tweesporenbeleid ontwikkelen of een acquisitie, maar we willen het
natuurlijk ook in het buitenland gaan doen. Op het moment dat men gebruik maakt van de software is
ook op een heel eenvoudige manier die overkoepelende Internetsite te vullen.
De voorzitter: Noorwegen is een pilot die al een aantal jaren loopt middels een licentieovereenkomst.
Nu is Duitsland aan de beurt en wij verwachten daar op zich heel veel van. Het is een enorme
groeimarkt, waar je ziet dat je hier in Nederland fors moet vechten met concurrentie. Want op elk
onderdeel hebben we natuurlijk onze concurrentie. Alleen in de compleetheid zijn we uniek. Maar je
ziet dat de concurrentie in het buitenland op een heel andere manier benaderd kan worden. Dat is
even een aftrapje. Cees, jij kunt wellicht verder iets zeggen over hoe Factotum en Vivenda
samenwerken en in welke vorm dat al gegoten is.
De heer Van Versendaal: In operationele zin kun je daar nog aan toevoegen dat de software waar de
makelaar mee werkt feitelijk zorgt voor het doorleveren van advertenties aan de uitgeverij. Dus in die
zin zit daar een operationele samenwerking in. Je ziet feitelijk dat de software waarmee de makelaar
al zijn mediakanalen kan produceren en beheren zorgt voor toegang tot het makelaarskantoor. Dan
heb je toegang tot zijn activiteiten, zijn objecten en kun je eigenlijk zoveel mogelijk mediakanalen
erachter zetten. De uitgeverij is als je puur naar data kijkt een van de partijen of kanalen die gebruik
kan maken van de daar opgeslagen data. Tegelijkertijd kun je met alle magazines die je daar als
uitgeverij uitgeeft het bereik creëren naar de consument voor allerlei diensten in samenwerking met de
makelaar. Want in die zin zijn wij natuurlijk een partij die samen optrekt met de makelaardij. Maar wat
dat betreft is de grootste aandacht in dit plaatje gericht op het invullen van die Internetstrategie al dan
niet door eigen bouw of door het tweede spoor van overnames. En we moeten kijken naar onze
expertise. In Nederland lopen we echt voorop wat betreft de marketing en transparantie in de
makelaardij. We moeten kijken hoe we onze opgedane expertise ook in het buitenland kunnen
uitzetten met als achterliggende doelstelling een toonaangevende speler te zijn onder de Vivendavlag
van marketing en mediamaterialen rondom het verhuismoment. Want dat is natuurlijk waar we het
over hebben. Het gaat om het verhuismoment en in de praktijk blijkt dat een consument die verhuist
rondom dat moment het meeste geld uitgeeft aan de verhuizing en dan praat je over financiering,
opnieuw verzekeren, opnieuw nutsvoorziening, het inrichten, het verbouwen. Ik denk dat het voor
iedereen duidelijk is dat als je rondom dat moment, waar een Internetstrategie natuurlijk redelijk
strategisch in is en je met die consument, cq met de leveranciers van alles kunt, je op die manier een
dienstverlener kan worden die zowel de consument als de makelaar eigenlijk kan ondersteunen in zijn
dagelijks proces. De makelaar verkoopt en verkrijgt opdrachten, helpt de consument in het zoeken en
aan de andere kant helpt hij hem bij het maximaal presenteren van zijn huis op het moment dat hij het
in de verkoop brengt. Dus in die zin willen wij een toonaangevende speler worden op het gebied van
marketing, media en aanverwante diensten in onroerend goed land als je dat even als oneliner neer
zou willen zetten. Daarbij helpt het brand Vivenda ons vanwege de bekendheid bij in ieder geval de
makelaardij.
De heer Rienks: Denkt u dat de bladen ook nog winstgevend blijven in de toekomst?
De heer Van Versendaal: Daar zijn we zeer kritisch op, want als je kijkt naar de advertentiemarkt dan
denk ik dat u de cijfers hebt gezien van Wegener en de Telegraaf. Dan zie je dat alle adverteerders
hun kruit droog houden. Zoals wij ook in de jaarrekening gezegd hebben en ook in het halfjaarbericht,
ondervinden wij daar natuurlijk ook de tegenwind van. Dus wij zijn daar zeer kritisch op om te kijken
hoe zich dat ontwikkelt want feitelijk bestaan die bladen voor honderd procent uit inkomsten uit
advertenties. Of dat uit de makelaar komt of vanuit de adverteerder die badkamers of aanverwante
diensten verkoopt rondom dat verhuismoment, het blijven allemaal adverteerders. Je kunt wel iedere
dag adverteren maar als de kopende en zoekende consument even niet komt kijken, kan ik me
voorstellen dat iemand zegt: ik adverteer een keertje minder. Dus we zijn daar zeer, zeer alert op en
ondervinden daar absoluut effecten van.
De heer Koedam: Uniek in de compleetheid is wat mij nog bijgebleven is mijnheer Mirck en ik wil wel
begrijpen dat het een uniek concept is wat toonaangevend en het beste in Nederland is en wat nog
heel veel potentie heeft in Duitsland en in veel andere landen, maar met uw uitleg hebt u mij niet
pagina 29/33

ereikt. Ik ben ook zo benieuwd of u mijnheer Rienks bereikt hebt. Waarom mijnheer Rienks?
Mijnheer Rienks heeft ook altijd nogal een kritische blik op alles. Ik heb niet echt begrepen waarom u
nu zo uniek bent op het verhuismoment. Kunt u dan daadwerkelijk andere spelers wegduwen in die
markt om hun keuken te kopen bij een bedrijf via u? U bent mij verloren. Haal mij eens terug.
De voorzitter: Dat zal ik trachten te doen. Wat de heer Van Versendaal zegt, op het moment dat je
natuurlijk voet krijgt binnen die makelaardij en tentakels hebt rondom alles wat koop en verkoop
betreft, dan biedt dat de mogelijkheden om alles wat rondom verhuizen zit op diezelfde manier
natuurlijk te kunnen bereiken. Op het moment dat je weet dat een potentiële koper of verkoper de
plannen heeft kun je hem er helemaal in gaan begeleiden hoe je dat tot een goed einde brengt tot hij
weer in zijn nieuw huis zit met nieuw ingerichte tuin en dergelijke. Die willen we helemaal middels een
verhuisplan, een paspoort, hoe je het ook maar wilt noemen, begeleiden in hoe hij de stappen daarin
moet nemen en natuurlijk daarin ook een adviserende rol hebben. Op die momenten kun je hem
natuurlijk beïnvloeden hoe diverse beslissingen te nemen. En het zou me ook niet verbazen als we
middels een site Vivenda hypotheken kunnen gaan aanbieden, of Vivenda nutskortingen of Vivenda
mobiele telefoonkortingen of iets dergelijks. Op het moment dat je eenmaal dat bereik hebt, biedt het
ongekende mogelijkheden. Dat zijn de mogelijkheden die iedereen natuurlijk wel ziet, alleen hoe kom
je zover. Wat wij in de markt herkennen, en dat is dan het voordeel van een beursgenoteerd bedrijf
omdat men ons benadert, is dat andere typen bedrijven die toch een vergelijkbare stap willen zetten in
het buitenland zeggen: “Wij willen wel met jullie zaken doen. Mogen wij jullie software gebruiken.” Ik
ken geen anderen maar bijna iedereen komt bijna altijd iets bij die makelaar halen. Ze komen
spideren, ze komen informatie halen. Ze willen iets van die makelaar. En tot op heden, en dat zeg ik
dan toch, zijn wij de enige die ook iets komen brengen. Wij komen een goed product brengen. Wij
komen een stuk software brengen. We komen een stuk bereik en marketingtools bij die makelaar
brengen. We brengen professionalisering en dat is voornamelijk in het buitenland nodig, waardoor die
makelaar zich beter kan presenteren en profileren voor die klant in het buitenland. In Nederland zijn
wij heel ver. Nederland is uniek in de wereld, maar in het buitenland is men nog niet zo ver. En als
daar die slag gemaakt wordt naar een stukje professionalisering, dan kunnen wij als Vivenda zeggen:
“Wij komen jullie iets brengen. Wij hebben software. Je kunt er met die tools in en dergelijke.” Daar
verdienen we natuurlijk ook centen mee. Maar wij zijn de enige die daadwerkelijk iets komen brengen,
maar tegelijkertijd een soort paard van Troje binnenbrengen waardoor je grip krijgt op die content en
met die content middels natuurlijk die Internetsites de consumenten kunt gaan bereiken.
De heer Rienks: Kunt u mij vertellen in hoeverre het op dit moment in Nederland al operationeel is? In
het buitenland moet het nog gaan komen, maar in hoeverre draait het in Nederland echt zeg maar
vandaag al.
De voorzitter: Het draait al een aantal jaren. Wat ik u zei zijn we bezig met de Internetsite. Daar
hebben we aandacht aan gegeven. Daarnaast draait de software al sinds het begin van de jaren
negentig.
De heer Rienks: Maar zitten daar dan ook de advertenties op van keuken- en badkamerbedrijven?
De voorzitter: Dat is nu niet omdat we nu niet die koppeling hebben in Nederland met Internet. Met
Internet zijn natuurlijk al grote spelers in de markt. Daarvan hebben we eerder aangegeven dat je daar
een vergelijkbare site neer kunt zetten om dat te bereiken of je kunt een acquisitie doen. De
combinatie met Internet hebben we nog niet. Dat is duidelijk aangegeven. En die is natuurlijk absoluut
nodig om deze markt te kunnen benaderen.
De heer Rienks: Want met alleen dat blad gaat het natuurlijk toch steeds een beetje minder. Alle
bladen klagen, de kranten en noem het maar op. De meeste bladen klagen dat mensen steeds minder
geneigd zijn om abonnee te worden. De verkopen in de winkel lopen terug.
De voorzitter: Bladen hebben een levenscyclus. Ook daarin zie je dat lopende de jaren gaan
makelaars naar kantoorpresentaties van een duizend magazines. Een paar jaar later gaan ze naar
een oplage van honderdtachtig duizend (180.000). Dan gaan ze weer terug naar enkele flyers. Dus
daar zit een cyclus in, waarbij wel terecht de trend is dat het minder wordt. Nogmaals de
fotopresentatie die jaren geleden wereldleider was in Nederland zien we nu veel minder. Dat is
daadwerkelijk Internet geworden.
De voorzitter: Maar wat we daarnaast zien is dat de software die op de desktop van de makelaar staat
steeds meer gebruikt wordt. De producten die daar onderkomen te hangen zullen ook verder
uitgebreid worden en daar zien we een daadwerkelijke groei in het aantal aangesloten kantoren
gecombineerd met het gebruik daarvan.
pagina 30/33

De heer Rienks: Maar er moet dus nog een hele hoop gaan plaatsvinden voordat dat ideaal van u
bereikt is begrijp ik?
De voorzitter: Het zal morgen niet gerealiseerd zijn en dit jaar ook nog niet. Nee. Maar daarnaast op
het moment dat een Internetsite er staat is de combinatie heel gemakkelijk te maken en dan zijn we
wederom uniek. Er is geen Internetsite die een printout heeft. Een Jaap, een zoek alle huizen, zeg
maar even de spiders rondom een Funda en nog een aantal sites, natuurlijk ook het VBO heeft een
site, worden alleen maar gevuld op basis van het jatten bij anderen.
De heer Rienks: Maar u weet hoe dat met dit soort sites werkt. Er ontstaan altijd marktleiders. De
marktleider trekt alles naar zich toe en de anderen kunnen het dan op een gegeven moment vergeten.
Ik zie dat ook bij veilingsites en advertentiesites en zo. Daar ben ik dan meer in thuis. Als je naar
websites kijkt, dan zie je altijd bij dit soort websites dat er één marktleider is of hooguit twee en die
trekt dan de hele markt in een land naar zich toe en de rest kan het vergeten. Waarom kun je op de
Nederlandse Ebay zo weinig kopen? Dat komt omdat marktplaats het gewonnen heeft. En wat doet
Ebay dan? Ebay koopt marktplaats op voor heel veel geld. Dan hebben ze het toch weer binnen. Maar
de eigen Nederlandse Ebay kon het niet winnen. Zo is het in andere landen ook. In Amerika en
Duitsland heeft Ebay het gewonnen. Daarom kunnen ze daar de tarieven van de handelaren tot
ongekende hoogtes opdrijven. Maar als je in Nederland iets op Ebay wilt zetten dan kost het niet half
zoveel als dat je het op de Duitse Ebay wilt zetten. En als u straks de winnaar hebt onder de
onroerend goed websites in Nederland, dan kunt u hem heel lang gaan melken en dan worden we er
allemaal rijk van. Maar als het toevallig een andere is dan redt u het nooit meer of u moet die andere
opkopen. Ik denk dat het met onroerend goed websites net zo is als met veilingsites en
advertentiesites en zo.
De voorzitter: Om het misschien wat korter te zeggen het is een digitale techniek van enen en nullen.
Vandaag ben je er niet, morgen ben je er wel en overmorgen ben je er weer niet. Maar ik sluit niet uit
dat net als wat u aangeeft voor marktplaats en Ebay een samenwerking ook geen probleem hoeft te
zijn. Wat dat betreft kun je zeggen dat wij een tweede Ebay willen worden of wij willen de marktplaats
op huizengebied worden of wij willen Funda twee of Funda 1.1 worden. Samenwerkings- en
overnamevormen zijn zeker mogelijk. Nogmaals, het is niet de doelstelling om het per definitie zelf te
maken. Dat heeft ons wel in het verleden groot gemaakt. Maar het is niet wat boven mijn bed hangt
van: “Wij moeten het zelf.” Dat is per definitie niet. Je kunt ook dus bij marktplaats dus aansluiten.
De heer Rienks: Als u mij nog een minuut gunt, zal ik u uitleggen hoe dat mechanisme volgens mij
werkt. De marktleider trekt alles naar zich toe omdat die de grootste naamsbekendheid en inhoud
heeft. Waarom zou je dan als makelaar je huis zetten op een kleine concurrent daarvan. Daar kijken
minder mensen naar, want daar staat minder op, minder mensen kennen hem en die mechanismes
werken vrij snel. In twee of drie jaar kan die ene dus alles opvreten en die anderen die daarnaast
staan krimpen en kunnen stoppen en ik heb dat in de praktijk zien gebeuren op andere terreinen.
De voorzitter: Dat ben ik helemaal met u eens. Het zou mij zeer welkom zijn als er als er binnen de
kortste keren een Google Vivenda bestaat. Want dan heb je met een marktleider te maken die niet zo
snel omver geblazen kan worden. Dat is zo.
De heer Rienks: Je kunt niet met zijn tweeën of drieën naast elkaar allemaal een stukje hebben. Dat
blijkt niet te werken bij dit soort dingen.
De voorzitter: Deels ben ik het met u eens en daarom oriënteren wij ons ook voornamelijk op het
buitenland. Nederland is nogmaals uniek in de wereld. Daar zijn de bakens aardig gezet. Dat wil niet
zeggen dat we daar niet alsnog een positie in kunnen nemen. Maar in het buitenland is die markt nog
veel meer af te grazen. Maar u hebt volkomen gelijk. Je moet zorgen dat je de grootste bent, want de
volgende grootste die slokt je op.
De heer Van Versendaal: Staat u mij toe voorzitter om misschien daar nog iets aan toe te voegen? Ik
wil nog even misschien een heel klein stukje geschiedenis terugpakken. Ik pak even twee stukjes
geschiedenis terug. Het eerste stukje geschiedenis is toen ik zelf net bij Factotum in dienst kwam in
2001. Ik wil u even melden dat er toen nog geen Funda bestond. Dus toen waren er eigenlijk nog
geen huizenportals zoals we die vandaag de dag kennen. Funda is voortgekomen uit de database van
alle NVM-makelaars samen. Dus dat was met één druk op de knop feitelijk hun interne database ter
beschikking stellen aan de wereld. Vervolgens heb je gezien dat er een aantal partijen, waar we zelf in
het verleden bij betrokken geweest zijn, onder anderen bijvoorbeeld een woonkrant, ook dat soort
initiatieven ontwikkeld hebben of parallel daaraan. En dan zie je in een paar jaar dat die eigenlijk
allemaal niet sterker worden en Funda veruit nummer één is, verreweg de meeste huizen heeft omdat
pagina 31/33

er eenmaal heel veel NVM-makelaars zijn met heel veel huizen. Het is wel een gesloten omgang waar
niemand wat mee kan behalve de NVM-makelaars. Dus daar zit een soort afscheiding in. Als je kijkt
wat er de laatste twee jaar gebeurd is, dan is het aantal huizensites en hoe ze aan hun aanbod komen
erg geëxplodeerd. Ik denk dat er nu als je alle sites bij elkaar optelt dan heb je eigenlijk een
versnippering gezien van de marktposities. Je neemt ze van de brancheverenigingen, waarbij ik dan
Funda maar even aan de NVM koppel, een VBO, de NMV, maar je hebt ook sites als huizenzoeken.nl
en Jaap. En zo zijn er nog een tiental. Dat is eigenlijk in tegenstelling tot wat iedereen verwacht had,
want we hadden eigenlijk een enorme nummer één. In mijn optiek zie je dus dat het hele speelveld
weer uit elkaar gevallen is. En u hebt inderdaad gelijk dat er aan het einde van de rit weer een paar
groten over zullen blijven over een paar jaar. Onze doelstelling is om daarbij te zijn. Maar waar het mij
even om ging is dat het ging van een heel dominante partij naar een totale versnippering en er zal nu
wel weer een proces op gang komen dat je een aantal partijen overhoudt. Wij zullen moeten zorgen
dat wij daarbij zijn. Maar dat er een paar overblijven ben ik helemaal met u eens.
De voorzitter: Zijn er nog andere vragen voor de rondvraag?
De heer Koedam: Dank overigens voor de uiteenzetting over de toekomstverwachtingen. Ik heb nog
twee vragen over weten te houden na deze informatieve bijeenkomst. De eerste is over dat
prospectus. Hoever bent u daar en wanneer denkt u dat dit prospectus gaat komen en de goedkeuring
AFM en dergelijke? Hebt u dat hele traject/tijdspad al uitgezet?
De heer Van Versendaal: We hebben daar toevallig vanochtend met betrokken partijen over
beraadslaagd. Wij verwachten eind maart het geheel te hebben afgerond.
De heer Koedam: U weet dat dit allemaal opgenomen wordt nietwaar?
De heer Van Versendaal: In 2009.
De heer Koedam: Dan is het afgerond compleet met vergunning en prospectus?
De heer Van Versendaal: Ja.
De heer Koedam: Mooi. Wij zullen dat graag zien tegen die tijd. Dan heb ik nog één vraag over iets
wat eigenlijk al een beetje uitgemolken is, maar het is voor mijn idee toch een beetje blijven liggen ook
omdat ik in mijn hoofd nog steeds die charismatische Richard Homburg heb, waar ik twee weken
geleden ben geweest in de jaarbeurs in Utrecht. Hij en zijn commissarissen hebben uitgelegd waarom
er een reversed stock split moet komen. Dat is omdat de koers dan omhoog gaat en dat heeft hij ook
toegelicht. Hoeveel mensen waren daar wel niet? Er waren heel veel mensen. Volgens mij waren er
wel vijftienhonderd mensen in die zaal. Ik weet niet of hij uiteindelijk iedereen heeft overtuigd maar hij
gaf wel goede argumenten. Hij zei: “De aandelen worden helemaal niet gevolgd door de analisten. Die
worden niet voor vol aangezien. Dus het is alleen maar goed om een reversed stock split te doen.” Dat
is eigenlijk wel de grootste reden denk ik. En de handel wordt door grotere partijen helemaal niet
gedaan in die kleine penny stocks. Dus hij heeft ook in deze tijd besloten voor het aantal aandelen
Homburg wat in Toronto en in Nederland is genoteerd aan de Amsterdamse Exchange om dat van
tachtig eurocent (EUR 0,80) waar die geloof ik vandaag op staat te brengen naar acht euro (EUR 8).
Dus hij gaat dat wel doen. En u geeft juist de reden van: “Ik ga het niet doen omdat het sentiment
negatief is.” Mijn concrete vraag is dus waarom denkt u dat de gevolgen negatief zullen zijn? Dan zal
ik niet erbij zeggen terwijl een andere het tegenovergestelde denkt. Maar daar denk ik wel aan.
De heer Van Versendaal: De argumenten die u meebrengt uit een andere aandeelhoudervergadering
onderschrijven wij volledig. Op het moment dat je een pennystock bent, ben je inderdaad niet in het
zicht van de grote investeerders zoals de pensioenfondsen terwijl dat wellicht best interessant is. Er
zijn ook partijen die wellicht een belang willen nemen die daar wat afstand van houden. Dus die
argumenten onderschrijven wij volledig. Echter als dat positief is en je hebt het gevoel dat je die
reversed stock split kunt ondersteunen en op peil kunt houden dan zijn wij de eerste die hem door
zullen voeren. Want dat is wel laten we zeggen het ‘gecommitted’ uitgangspunt door de
grootaandeelhouder en het nieuwe bestuur waar ik dan zelf onderdeel van ben, cq van was
binnenkort. Dan staan wij direct vooraan in de rij om het door te voeren om dezelfde argumenten die
aangevoerd zijn. Echter de eerste reversed stocksplit die doorgevoerd is heeft ons geleerd dat het wel
degelijk snel bergafwaarts is gegaan met de koers daarna. Toen was het gevoel ook van dat blijft wel
overeind staan. Dat bleek dus niet zo te zijn. En hoe komt dat nu? Dat is feitelijk ondersteund door
een aantal marktonderzoeken uit Amerika, waaruit blijkt dat als het positieve ‘Umfeld’ om uw woorden
te gebruiken rondom dat aandeel er niet is dat je het dan uit moet stellen, want het is vernietiging. Als
Homburg het gevoel heeft dat zij wel in dat positieve gesternte zitten en in die zin een positieve track
record hebben waar iedereen vertrouwen in heeft dan ben ik ervan overtuigd dat die koers ook wel
pagina 32/33

lijft staan. Als wij daar voor onszelf garantie voor zouden hebben dan zou ik hier gloedvol betogen
om het morgen uit te voeren. Maar nogmaals wij zijn daar niet van overtuigd. Wij kunnen u de
onderzoeken die wij op het gebied van pennystocks aangereikt hebben gekregen u doen toekomen
waardoor u ook een eigen gevoel kunt creëren op dat vlak met ervaringen die daar gedaan zijn. Dat
vernemen wij graag. Wij onderschrijven de uitgangspunten die daar gepresenteerd zijn. Alleen wij
hebben het gevoel dat we daar nog niet zijn.
De heer Van Stappershoef: Ik heb net het gloedvolle betoog gehoord om in Duitsland te gaan
opereren. Mijn vraag aan u is of u voldoende financiële armslag hebt om dit aan te kunnen gaan.
Want het vereist natuurlijk toch een stukje liquiditeit om dat te kunnen financieren. Meestal is het zo
dat het mijn ervaring is dat wanneer je een dergelijke activiteit start altijd vergeten wordt dat het een
bodemloze put is, omdat je steeds blijft rennen in de hoop dat je toch een goede slag slaat.
De heer Van Versendaal: Dat ben ik helemaal met u eens. Als je in ‘the blind’ zou starten, houd je het
misschien ook veel te lang vol totdat je je zegeningen een keertje telt. Dus het is herkenbaar ook uit
eigen ervaring op sommige vlakken wat dat betreft. We hebben veel nieuwe business gedaan. Het
grote verschil waarom we toch gestart zijn is omdat wij vanuit onze visie Duitsland zagen als een
interessante markt. Het is dicht bij huis met grote parallellen. Tegelijkertijd zoals de heer Mirck aangaf
waren er ook grote verschillen. Maar het was in ieder geval dicht bij huis. Dus je hebt er aardig zicht
op. De belangrijkste reden is omdat wij nu samen met een partij gestart zijn waar we feitelijk op
voorhand een contract mee gesloten hebben. Ik wil niet zeggen een vliegende start, maar we weten in
ieder geval dat we een eerste contract gesloten hebben met een aantal makelaars. En dat geeft je
eigenlijk een kickstart om met eigenlijk een bewezen case de rest van de markt te gaan bedienen. Dat
blijkt nu ook omdat je zegt van: “Hé, we gaan het verzorgen voor deze partij.” We kunnen daar hopelijk
binnenkort iets meer over zeggen. Als je daarmee aanklopt bij alle andere marktpartijen van: “Hé, dat
is interessant want ik ben leverancier daarvan en als we het bij hen kunnen doen dan kunnen we het
ook daar doen.” Dan zie je dat je vanuit een bestaande positie die je eigenlijk krijgt omdat je gevraagd
wordt met een partij in die markt te stappen, die komt je eigenlijk vragen wil je me helpen, je direct
eigenlijk met die case deuren kunt openen die als je als ‘out of the blind’ op de deur zou koppen niet
geopend zou krijgen. Dat blijkt nu al na een halve maand bewaarheid te zijn dat die mensen bij je
aankloppen van: “Hé, maar als je het voor hen kunt doen, kun je het ook voor ons doen.” Dus wij
zullen daarover binnenkort wat nadere berichten over de wereld uit doen in samenwerking met die
partij. Dus we zijn daar beducht op, maar we hebben in ieder geval een positieve start en we beginnen
niet helemaal als een greenfield operatie.
De heer Van Stappershoef: Brengt u deze activiteiten onder een aparte vennootschap?
De heer Van Versendaal: Onze doelstelling is om op het moment dat we daaraan toe zijn daar een
aparte vennootschap voor te maken, zodat je ook in de Duitse markt de zichtbaarheid hebt die daarbij
hoort.
De voorzitter: Mag ik nog een ander het woord geven? Zo niet dan sluit ik de rondvraag en dan zijn we
bij punt 16 aangekomen.
16. Sluiting
De voorzitter: Dan dank ik u hartelijk voor uw bijdrage. Ik wens u namens Vivenda Media Groep en al
haar medewerkers hele fijne kerstdagen, een goede jaarwisseling en een gezond 2009, waarin we
hopen niet als laatste maar wellicht als eerste een jaarrekening te hebben. Dank u voor uw bijdrage.
De heer Van Stappershoef: Succes volgend jaar.
De voorzitter: Dank u wel.
pagina 33/33