JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
175<br />
been te zetten. Eén zo’n ‘red herring’ (om een door Chistopher Boone geliefde term<br />
over te nemen) is de ontdekking van Lucas dat een Leuvense professor lid is ‘van<br />
een obscuur rechts groepje, de Sodalitas, dat ijverde voor de hereniging van het<br />
Heilig Bloed en de Heilige Kelk’ (p. 183). Het gaat hier dan wel om een gerespecteerd<br />
redactielid van Neuphilologische Forschungen, het blad waar Rosseel destijds<br />
zijn veelbesproken artikel in publiceerde. Bij de lezer moet weldegelijk de vraag rijzen<br />
of die professor (niet) aan de basis ligt van alle commotie.<br />
Van dezelfde orde is de verdachtmaking van Lucas als vermoedelijke moordenaar<br />
van Adhemar Verellen, bij leven directeur van een chemisch labo, bij wie Fien<br />
een wateranalyse had besteld. De voor de hand liggende reden is natuurlijk dat ‘hij<br />
de laatste bezoeker en de laatste persoon was die hem nog in leven had gezien’<br />
(p. 252). Men zal zich herinneren dat precies dezelfde reden wordt ingeroepen in ’t<br />
Harts De kroongetuige om Thomas Kuyper verantwoordelijk te achten voor de vermeende<br />
verdwijning van Jenny Fortuyn. Wie even verder leest, komt te weten dat<br />
Lucas inderdaad de schijn tegen zich heeft. De argumenten die Arthur Nobel opdist,<br />
lijken dan ook verpletterend (zie p. 256), maar hoe dan ook ongegrond en in die zin<br />
een beknopte heruitgave van de argumenten die schijnbaar tegen He<strong>nr</strong>i Osewoudt<br />
pleiten in Willem Frederik Hermans’ De donkere kamer van Damokles (1958).<br />
Een goede detective bestaat doorgaans bij de gratie van langdurig achtergehouden<br />
informatie, en dat is voor Het leugenverhaal niet anders. De lezer wil weten,<br />
maar de auteur moet er alles aan doen om de lezer tot aan (na) de laatste bladzijde<br />
aan zich te binden. Ook Kisling en Verhuyck bedienen zich van dit beproefde<br />
recept. Zo slaagt Rosseel erin zijn hypothese, waarin hij de graal via een ‘gradus<br />
caeli’ (een hemeltrap) met Graauw verbindt, maar mondjesmaat aan Lucas, en dus<br />
aan de lezer, prijs te geven. De manier waarop de theorie en het belang daarin van<br />
de tiende-eeuwse kluizenaar Dunstan zich ontwikkelen, vormt een spannend verhaal-in-het-verhaal.<br />
Ook de vermelding van een ‘ontbrekend’ element bezorgt het<br />
verhaal precies halfweg een nieuw elan. ‘We zijn er nog niet. Ik zou mijn hypothese<br />
nog graag een extra zetje geven; er nog één element aan toevoegen’, oppert<br />
Rosseel (p. 168). En dat element dient zich, zoals verwacht, in het laatste hoofdstuk<br />
aan, in de vorm van de ‘onduidelijkste tekening’ die door de onfortuinlijke Bart is<br />
neergekalkt.<br />
Een literaire en historische thriller?<br />
Kisling en Verhuyck hebben in alle opzichten een ‘lichtvoetig’ misdaadverhaal<br />
geschreven, en voldoen daarmee voortreffelijk aan het belangrijkste kwaliteitsvoorschrift<br />
dat Maarten ’t Hart op het einde van zijn befaamde opstel over de detectiveroman<br />
citeert. 6 Die lichtheid wordt allerminst doorbroken door de spaarzame, maar<br />
goed getimede ‘quotes’ die van Rosseel en Mingus op zijn minst ‘ongewone’ speurders<br />
maken. De verwijzing naar André Gides fameuze slagzin ‘Familles, je vous<br />
hais’ (p. 84) is geen voorbeeld van affectatie, maar een passende verwijzing naar<br />
Lucas’ gemoedsgesteltenis, als zoon van in ongewone omstandigheden gestorven<br />
ouders. Wanneer Lucas prakkiseert over het door Diederik van den Elzas naar<br />
Brugge overgebrachte ‘genetisch materiaal van God’, noemt hij het in gedachten<br />
‘De God kloonbaar, kloonbaar de God’ (p. 184) en roept daarmee De God denkbaar,<br />
denkbaar de God van W.F. Hermans in herinnering. Even verder wordt eer betoond<br />
aan de grondleggers van de detective, met name Edgar Allan Poe en Chesterton,<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07