JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
174<br />
wat hij zelf ‘beladen’ voorwerpen noemt’ (p. 125). Halfweg het boek wordt het Lucas<br />
– en mét hem de lezer – duidelijk dat ‘de lezingen slechts een alibi, een bezigheid,<br />
een vingeroefening’ zijn (p. 161) om zijn gretigheid naar de graal te maskeren.<br />
Diezelfde Leander wordt des te verdachter wanneer Rosseel hem ervan verdenkt<br />
bij hem te hebben ingebroken en zijn kamer overhoop te hebben gehaald (zie<br />
p. 126).<br />
Even verdacht is het groepje dat zich rond vader en zoon Stubbe ophoudt en<br />
waarvan Lucas’ oud-klasgenoot én vastgoedmakelaar Tony Marchand deel uitmaakt.<br />
Voor hen komt het erop aan een hype te creëren op basis van een onvindbaar<br />
mystiek voorwerp, aangezien ‘de vondst van het voorwerp in kwestie die golf<br />
weleens zou kunnen breken’ (p. 132). Hetzelfde kan worden gezegd van een groepje<br />
skinheads, de vermoedelijke plegers van een aanslag op Lucas in ‘de oude vestingstad’<br />
(p. 51), en klaarblijkelijk ook op zoek naar een nieuw (Germaans) symbool,<br />
dat door de leider van hun ‘Blikpartij’ is gevraagd. Uiteraard zou zoiets als de ‘graal’<br />
uitkomst bieden, maar in een ironisch getint praatje suggereert Lucas hun de Wase<br />
raap als Vlaams-nationalistisch symbool te omhelzen. Ze lijken zelfs enigszins<br />
onder de indruk. ‘Lucas kon eigenlijk niet meer geloven dat zij hem die klap op zijn<br />
hoofd hadden gegeven’ (p. 236).<br />
Behalve personages van veeleer criminele snit, komen er ook in voor die het mysterie<br />
behoorlijk op peil houden en het tegelijk een menselijk gezicht verlenen. Een<br />
van hen is de ‘zwaarwichtige’ Simpelman, de goedaardige dorpsgek van Graauw,<br />
uitgerust met een uitneembaar glazen oog en een zelfgemaakt kunstgebit van blik.<br />
Hij helpt onhandelbare hanen naar de andere wereld en komt vervaarlijk uit het<br />
niets opgedoken als hij meent in Cesar, de hond van Bart, de Wase wolf te herkennen.<br />
Bart is overigens van al déze personages veruit het interessantst. Hij is de dertienjarige,<br />
éénkennige zoon van buurvrouw Agnes, met wie Lucas lang geleden een<br />
kortstondige romance beleefde. Hij uit zich nauwelijks in gesproken taal, blijkt te lijden<br />
aan een of andere vorm van autisme (p. 53, p. 308) en verkent op zijn manier<br />
ononderbroken de omgeving. Wat hij ziet, vermoedt of verzamelt, tekent hij nauwgezet<br />
na. Wat hij schetst blijkt naderhand een betrouwbare weergave te zijn van het<br />
gangenstelsel dat zich onder Fiens huis bevindt. ‘Plichtsgetrouw als een boekhouder<br />
zette hij al zijn bodemschatten op papier, soms vanuit verschillende hoeken. Het<br />
waren geen sierlijke tekeningen, daarvoor zette hij te veel kracht op het potlood,<br />
maar ze waren bijzonder nauwkeurig en gedetailleerd’ (p. 177).<br />
Deze merkwaardige jongen doet onwillekeurig denken aan Christopher Francis<br />
Boone in Mark Haddons jeugdmisdaadroman The Curious Incident of the Dog in the<br />
Night-Time (<strong>20</strong>03), of aan dokter Victor Hoppe in Stefan Brijs’ onvolprezen roman<br />
De engelenmaker (<strong>20</strong>05). In ieder geval bevestigt een helikoptervlucht over Lucas’<br />
domein de geografische röntgenfoto die door Bart is samengesteld. Dat Lucas erin<br />
slaagt zich te verstaan met deze zwijgzame knaap en later met hem in de gangen<br />
afdaalt, is uiteraard een door de auteurs gewilde toevalligheid. Zoals ook de al<br />
genoemde Wase wolf een gewilde toevalligheid is, die meteen duidelijk maakt dat<br />
de werkelijkheid (jawel, een wolf in het Land van Waas!) de fictie (hoezo, een wolf<br />
in Vlaanderen?) vaak moeiteloos overtreft (zoals Saul Bellow ooit met klem beweerde).<br />
Een wolf in een door de Reynaert geïnspireerd verhaal is uiteraard meegenomen,<br />
al is het maar omdat daardoor de aloude ‘wapenbroederschap’ opnieuw tot leven<br />
komt. Maar veel meer dan een zijsprong wordt de wolf niet gegund. Daar is ander<br />
materiaal voor ingezet. Materiaal dat bedoeld is om de lezer even op het verkeerde<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07