JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Elke lezer zijn eigen Reynaert<br />
166<br />
Nu kun je met reden zeggen dat een kind van pakweg 12 jaar – voor wie dit verhaal<br />
tenslotte in de eerste plaats bedoeld is – niets heeft aan het feit dat Verplancke de<br />
middeleeuwse cultuur zo goed vat, of dat hij naar Jeroen Bosch verwijst. Dat is juist.<br />
Maar het mooie aan zijn prenten is dus dat ze hun betekenis op verschillende<br />
niveaus hebben: want je moet Bosch niet kennen om meteen de sfeer op te pikken<br />
van de situatie. Kijk naar de lichaamstaal, de gezichtsuitdrukking, de houdingen en<br />
je hebt genoeg informatie om de juiste conclusies te trekken. Deze prenten zijn<br />
ongecompliceerd, erg visueel en ze werpen geen drempels op ondanks het feit dat<br />
ze verankerd zijn in een cultuurhistorisch kader. De ‘emotionele laag’ van deze<br />
prenten begrijpt ook een kind, en al de rest is surplus. En dat is dus heel wat.<br />
Verplancke voegt historische, kunsthistorische kennis toe, er is een filosofische<br />
betekenislaag… Het zal afhankelijk zijn van de lezer, van zijn leeftijd en van zijn<br />
levenservaring in hoeverre die verschillende betekenislagen voor hem kunnen werken.<br />
Frits van Oostrom zei dat elke tijd zijn eigen Reynaert verdient; ik denk dat elke<br />
lezer in deze prenten van Verplancke zijn eigen Reynaert kan vinden.<br />
Verplancke heeft tot slot ook een onovertroffen gevoel voor absurde, soms hardhandige,<br />
humor. Dat maakt dat de erg grimmige taferelen waar de Reynaert vol van<br />
zit, goed toegankelijk blijven, dat ook de hardste scènes toch geen weerstand<br />
oproepen. Je kijkt en je lacht. En plots zie je dat wat daar gebeurt helemaal niet om<br />
te lachen is. Je balanceert bij deze prenten voortdurend tussen lachen en gêne,<br />
omdat je plezier vindt in iets wat op zich tragisch is. Maar de humor werkt drempelverlagend<br />
en het is o.m. door deze humor dat een zodanig ruw verhaal onverkort in<br />
beeld kan worden gebracht en dat het toch verteerbaar is, ook voor kinderen.<br />
Dit zijn allemaal elementen die maken dat Reinaart de vos, de felle met de rode<br />
baard een lange levensduur zal hebben en een zeer ruim publiek. Het is zeker een<br />
geschikte versie voor kinderen en het is even zeker ook een uiterst boeiend verhaal<br />
voor volwassenen want elk van de prenten zit boordevol verhaal. En het is een versie<br />
die met recht een ‘klassieker’ mag worden genoemd. Naar Reynaert de vos kijken,<br />
is in een spiegel kijken, dat was het in de dertiende eeuw en dat is het nog<br />
altijd. Klaas Verplancke heeft het verhaal heel mooi opengeplooid in twee richtingen:<br />
hij geeft een authentieke kijk op het middeleeuws verhaal en doet dat toegankelijk<br />
en met een open geest in een beeldtaal van vandaag. Ze is geïnspireerd door<br />
oude meesters, ze is gekaderd in de oude iconografie, maar het is een beeldtaal die<br />
onmiskenbaar authentiek Verplancke is.<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07