JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
154<br />
in 1522 gedrukt door Johannes Knobloch te Straatsburg. 4 Op de titelpagina staat de<br />
naam van een vroegere eigenaar: Nicolaus Biedburch of Bredburch, met bovenaan<br />
een fragment uit Jeremia 5 en onderaan de inhoud van het vijfde deel.<br />
Van Loock kocht de bijbel omdat deze in een Vlaamse boekband was ingebonden.<br />
De bruine kalfslederen band heeft vier gelijkaardige stempels met twee psalmteksten<br />
in het Nederlands. Op het perkamenten schutblad aan de binnenzijde van<br />
het achterplat stond een Middelnederlandse tekst in versvorm.<br />
Op 11 juni 1971 toonde hij de postincunabel aan Jan Deschamps, wetenschappelijk<br />
attaché bij de afdeling Handschriften aan de Koninklijke Bibliotheek Albert I.<br />
Deschamps vroeg om afzonderlijk het perkamenten schutblad te mogen aankopen.<br />
Van Loock ging hiermee akkoord. Er was een verzamelaar bereid de postincunabel<br />
te kopen, ook al was het schutblad met de Middelnederlandse tekst hieruit verwijderd.<br />
Op 16 juni 1971 werden de perkamenten schutbladen beter onderzocht. Het<br />
schutblad aan de voorzijde was een blad van een Latijns juridisch foliohandschrift<br />
van Italiaanse oorsprong uit de veertiende eeuw. Het intussen losgeweekte schutblad<br />
van het achterbord was een Middelnederlands handschrift van omstreeks 1300<br />
met de proloog en het begin van een onbekend heiligenleven van de Heilige<br />
Alexius, in totaal 54 verzen.<br />
Met de verwijdering van het achterste schutblad kon de vulling van de kalfslederen<br />
band gezien worden. Dit waren op elkaar geplakte en beschreven vellen papier.<br />
Deschamps adviseerde de bladen uit de band te halen en ze te laten losweken<br />
omdat ze mogelijk met literaire teksten waren beschreven.<br />
Op 18 juni werden de bladen uit het achterbord, en op 23 juni die uit het voorbord<br />
losgeweekt. Er kwamen 22 papieren vellen te voorschijn van vijf verschillende<br />
handschriften en een oude druk.<br />
De bladen werden door Van Loock voor onderzoek toevertrouwd aan Carlos de<br />
Vleesschauwer, die tot de conclusie kwam dat een blad uit het voorbord en vijf bladen<br />
uit het achterbord tot een tot dusver onbekend handschrift van Van den vos<br />
Reynaerde hadden behoord.<br />
Van zodra de nieuwe Reynaertfragmenten aan het licht waren gekomen, vroeg en<br />
verkreeg de Koninklijke Bibliotheek een aankoopoptie op de postincunabel en al de<br />
fragmenten die erin waren gevonden.<br />
Op 4 augustus kwam Van Loock de fragmenten en de postincunabel te koop aanbieden.<br />
Ze werden op 24 augustus door de Koninklijke Bibliotheek verworven en op<br />
24 november in de inventaris opgenomen.<br />
De zes Reynaertfragmenten bevinden zich sindsdien in de handschriftenafdeling<br />
onder nummer hs. IV 774, 1-6. Ze zijn in de Inventaris van de Middelnederlandse<br />
handschriften beschreven als: ‘papier; zes losse bladen, 17x11 cm; 1 kol., één hand,<br />
littera cursiva; eerste helft 15de eeuw’. Deschamps noemde de nieuwe fragmenten<br />
de ‘Brusselse fragmenten of hs. H’. 6 Ze bevatten de verzen 578-641, 830-891, 956-<br />
1023, 1465-1523, 1706-1766 en <strong>20</strong>79-2142 in de nummering van Hellinga. 7 Dit zijn<br />
in totaal 369 verzen of een kleine 11 % van de volledige Reynaert I.<br />
De boekband waarin de fragmenten werden gevonden, wordt bewaard in de afdeling<br />
Kostbare Werken onder nummer LP 9997 A.<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07