JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

reynaertgenootschap.be
from reynaertgenootschap.be More from this publisher
21.09.2013 Views

werking van fictionele literatuur te begrijpen. Hiermee neemt het gedicht stelling in het debat over het waarheidsgehalte van teksten. De dichter voert een pleidooi voor fictionele literatuur en draagt daarmee een moderne literatuuropvatting uit. * Dit artikel is voortgekomen uit mijn afstudeerscriptie ‘Help, wat lettren zijn dit?’ Een poëticale interpretatie van Van den vos Reynaerde. Opleiding Nederlands, Vrije Universiteit Amsterdam, begeleider dhr. R.M.Th. Zemel, oktober 2004. Noten 152 1. Green, D.H., The Beginnings of Medieval Romance. Fact and Fiction, 1150-1220, Cambridge, 2002, p. 4. 2. Green, 2002, p. 27. 3. Jacob van Maerlant, Spiegel historiael, M. de Vries, E. Verwijs (ed.), Leiden, 1863, Partie I, Boek I, vs. 55-64. 4. Stuiveling, Garmt (ed.), Esopet, Amsterdam, 1965, vs. 19-22. 5. Veerdeghem, Frans van (ed.), Leven van Sinte Lutgart, Leiden, 1899, Boek II, vs. 89-101. 6. Bouwman, A. & B. Besamusca (ed.), Reynaert in tweevoud, Amsterdam, 2002, deel I, Van den vos Reynaerde, p. 183. 7. Dit voorbeeld komt uit R. van Daele, Ruimte en naamgeving in Van den vos Reynaerde, Gent, 1994, p. 352. 8. De geciteerde verzen komen uit het Comburgse handschrift, editie Bouwman en Besamusca 2002. 9. Van Daele, 1994, p. 415. Zie verder voor meer voorbeelden van overeenkomstig taalgebruik tussen Reynaert en verteller. 10. Van Daele, 1994, p. 511 e.v. 11. Lulofs, F., Nu gaet reynaerde al huten spele. Over commentaar en interpretatie, Amsterdam, 1975, p. 18 e.v. 12. Stuip, R.E.V. (red.), Franse literatuur van de Middeleeuwen, Muiderberg, 1988, p. 46. 13. Jauss-Meyer, H, (vert.), Le Roman de Renart, München, 1965, vs. 1029. 14. Claassens, Geert (ed.), Karel ende Elegast, Amsterdam, 2002. 15. Stuip 1988, p. 46. 16. Van Daele, 1994, p. 493 e.v. 17. Jacob van Maerlant, Sinte Franciscus leven, P. Maximilianus (ed.), Zwolle, 1954, dl. I, vs. 31-36. 18. Partie III, Boek V, Kapitel LIV, vs. 51-59. Tiecelijn, 20, 2007

■ John Buyse Carlos de Vleesschauwer en het vijfde handschrift van Reynaert I Ontdekte fragmenten wel degelijk uit Reinaert I De fragmenten van de Reinaert I, die verleden jaar door een landgenoot uit Frankrijk werden meegebracht en die zich thans in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel bevinden, behoorden wel degelijk tot een vroege vijftiende-eeuwse versie van het dierenepos. Tot dit besluit is Carlos De Vleesschauwer gekomen, de leraar uit de Oostvlaamse Leiestreek, die als eerste de fragmenten heeft onderzocht. Onlangs werd zijn konklusie bevestigd door J. Deschamps, wetenschappelijk advizeur bij het handschriftenkabinet in de Koninklijke Bibliotheek. Bovenvermelde titel met intro was te lezen in De Standaard 1 van 16 juni 1972 en verwijst naar de bijdrage van Carlos de Vleesschauwer uit Deinze bij de ontdekking van het vijfde handschrift van Reynaert I (Van den vos Reynaerde). In de latere publicaties over deze ontdekking 2 worden de rollen van Albert van Loock, Jan Deschamps en Herman Liebaers genoegzaam beschreven. Hoe de Deinzenaar hierin werd betrokken, vraagt nog enige toelichting. Carlos de Vleesschauwer viert dit jaar zijn 87ste verjaardag. Hij was tijdens zijn beroepsleven leraar in het secundair onderwijs. Nadien bleef hij actief met de studie van boeken, geschiedenis, kunst, met muziek en met tekenen. Rond 1957 leerde ik hem kennen aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze. Om zijn leerlingen cultuur bij te brengen, organiseerde onze klastitularis Antoon Ottevaere excursies naar enkele Vlaamse steden. Zijn collega Carlos de Vleesschauwer was de toeristische gids. Bij een eerste uitstap naar Brugge bezochten we talrijke bezienswaardigheden en beëindigden de dag in het eeuwenoude café Vlissinghe. De gids heeft met zijn cultuurhistorische kennis op ons een blijvende indruk nagelaten. In de jaren 1971-1972 verschenen berichten in de pers over de fragmenten van het vijfde handschrift van Reynaert I. Toen de naam van Carlos de Vleesschauwer hierin voorkwam, was zijn relatie tot deze vondst me onduidelijk. Een reden om hem hierover, na ruim 35 jaar, opheldering te vragen. Eerst worden de gebeurtenissen over de ontdekking chronologisch op een rij gezet. Kroniek 153 De handschriftfragmenten van Reynaert I werden ontdekt door Albert van Loock in 1971 in een zestiende-eeuwse boekband. 3 De Brusselse antiquaar had de boekband tijdens de paasvakantie gekocht bij L. Bouwman, een Nederlandse collega die in Monte Carlo woonde. De band bevatte, in omgekeerde volgorde, het zesde en vijfde deel van een zesdelige uitgave van het Oude Testament. Deze uitgave werd Tiecelijn, 20, 2007 portret

■ John Buyse<br />

Carlos de Vleesschauwer en het vijfde handschrift<br />

van Reynaert I<br />

Ontdekte fragmenten wel degelijk uit Reinaert I<br />

De fragmenten van de Reinaert I, die verleden jaar door een landgenoot<br />

uit Frankrijk werden meegebracht en die zich thans in de<br />

Koninklijke Bibliotheek in Brussel bevinden, behoorden wel degelijk<br />

tot een vroege vijftiende-eeuwse versie van het dierenepos. Tot<br />

dit besluit is Carlos De Vleesschauwer gekomen, de leraar uit de<br />

Oostvlaamse Leiestreek, die als eerste de fragmenten heeft onderzocht.<br />

Onlangs werd zijn konklusie bevestigd door J. Deschamps,<br />

wetenschappelijk advizeur bij het handschriftenkabinet in de<br />

Koninklijke Bibliotheek.<br />

Bovenvermelde titel met intro was te lezen in De Standaard 1 van 16 juni 1972 en<br />

verwijst naar de bijdrage van Carlos de Vleesschauwer uit Deinze bij de ontdekking<br />

van het vijfde handschrift van Reynaert I (Van den vos Reynaerde). In de latere<br />

publicaties over deze ontdekking 2 worden de rollen van Albert van Loock, Jan<br />

Deschamps en Herman Liebaers genoegzaam beschreven. Hoe de Deinzenaar<br />

hierin werd betrokken, vraagt nog enige toelichting.<br />

Carlos de Vleesschauwer viert dit jaar zijn 87ste verjaardag. Hij was tijdens zijn<br />

beroepsleven leraar in het secundair onderwijs. Nadien bleef hij actief met de studie<br />

van boeken, geschiedenis, kunst, met muziek en met tekenen.<br />

Rond 1957 leerde ik hem kennen aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze. Om<br />

zijn leerlingen cultuur bij te brengen, organiseerde onze klastitularis Antoon<br />

Ottevaere excursies naar enkele Vlaamse steden. Zijn collega Carlos de<br />

Vleesschauwer was de toeristische gids. Bij een eerste uitstap naar Brugge bezochten<br />

we talrijke bezienswaardigheden en beëindigden de dag in het eeuwenoude<br />

café Vlissinghe. De gids heeft met zijn cultuurhistorische kennis op ons een blijvende<br />

indruk nagelaten.<br />

In de jaren 1971-1972 verschenen berichten in de pers over de fragmenten van<br />

het vijfde handschrift van Reynaert I. Toen de naam van Carlos de Vleesschauwer<br />

hierin voorkwam, was zijn relatie tot deze vondst me onduidelijk. Een reden om hem<br />

hierover, na ruim 35 jaar, opheldering te vragen. Eerst worden de gebeurtenissen<br />

over de ontdekking chronologisch op een rij gezet.<br />

Kroniek<br />

153<br />

De handschriftfragmenten van Reynaert I werden ontdekt door Albert van Loock in<br />

1971 in een zestiende-eeuwse boekband. 3 De Brusselse antiquaar had de boekband<br />

tijdens de paasvakantie gekocht bij L. Bouwman, een Nederlandse collega die<br />

in Monte Carlo woonde. De band bevatte, in omgekeerde volgorde, het zesde en<br />

vijfde deel van een zesdelige uitgave van het Oude Testament. Deze uitgave werd<br />

Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07<br />

portret

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!