JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
131<br />
Was het overdag of ’s nachts, ik was altijd waakzaam. Daarna gebeurde het op een<br />
keer dat ik mij bedekte met grote varens en plat op de grond lag en van de schat<br />
die ik begeerde graag iets had vernomen.<br />
(2376) Toen zag ik mijn vader uit een hol komen lopen. Toen begon ik hoop op de<br />
schat te krijgen door de listige manier waarop hij zich gedroeg, zoals ik u zal vertellen.<br />
Want toen hij uit het hol kwam, lette ik goed op en ik bemerkte dat hij om zich<br />
heen keek om te zien of er iemand in zijn buurt was. En toen hij niemand zag,<br />
begroette hij het daglicht en stopte het hol dicht met zand en hij maakte het gelijk<br />
met de grond eromheen. Dat ik dit zag, wist hij niet. Toen zag ik, voordat hij vandaar<br />
vertrok, dat hij zijn staart liet slepen daar waar zijn poten hadden gestaan, en zijn<br />
sporen met aarde uitwiste. Daar leerde ik van de slimme oude een subtiele meestertruc<br />
die ik daarvoor niet kende. Aldus vertrok mijn vader daar, in de richting van<br />
het dorp, waar de hanen en de vette hennen waren.<br />
(2400) Zodra ik mij durfde te vertonen sprong ik overeind en liep naar het hol. Ik<br />
wilde niet langer in onzekerheid zijn en ik was er toen snel. Vlug krabde ik het zand<br />
weg met mijn poten en kroop naar binnen. Aldaar vond ik grote buit. Daar vond ik<br />
zilver en goud. Hier is nu niemand hoe oud ook die ooit zoveel bij elkaar zag! Toen<br />
aarzelde ik geen moment om te gaan slepen en sjouwen zonder kar en wagen,<br />
zowel overdag als ’s nachts, met inspanning van al mijn krachten. Mijn echtgenote,<br />
vrouwe Hermeline, hielp mij. We moesten ons vreselijk inspannen voordat wij de<br />
enorme schat in een ander hol gebracht hadden, waar hij meer binnen ons bereik<br />
lag. We brachten hem onopgemerkt onder een struik in een hol. Toen was ik in het<br />
bezit van de schat.<br />
(2423) Nu hoort wat zij die de koning hadden verraden, intussen deden. Bruun de<br />
beer verzond in het geheim zijn groet door het land en beloofde grote rijkdom aan<br />
allen die hem tegen betaling wilden dienen. Hij beloofde hun met milde hand zilver<br />
en goud te geven. Mijn vader liep het hele land door met de brieven van Bruun. Hij<br />
wist in het geheel niet dat de dieven bij zijn schat gekomen waren, die zij hem<br />
afhandig hadden gemaakt. Was de schat niet weggenomen, dan zou hij er de hele<br />
stad Londen mee hebben kunnen kopen. Dit leverde het rondlopen hem op!<br />
(2441) Toen mijn vader al het land tussen de Elbe en de Somme in alle richtingen<br />
had doorkruist en hij met zijn goud menig dappere soldaat had geworven, die hem<br />
te hulp zou komen als de zomer zou aanbreken, keerde mijn vader terug naar waar<br />
hij Bruun en zijn makkers trof. Toen vertelde hij over de grote moeite en de vele<br />
gevaren die hij voor de hoge burchten in het land van Saksen had doorstaan, toen<br />
de jagers dagelijks passeerden met hun honden, die hem vaak angst aanjoegen.<br />
Dit alles vertelde hij schertsend. Daarna toonde mijn vader brieven die Bruun zeer<br />
bevielen, waarin twaalfhonderd bij name genoemde verwanten van heer Ysingrijn<br />
stonden, met scherpe klauwen, met grote bekken, nog afgezien van de katers en<br />
de beren die alle door Bruun betaald werden, en de vossen en de dassen van<br />
Thüringen en van Saksen. Deze hadden alle gezworen dat als men hun twintig<br />
dagen soldij vooruit betaalde, zij hem naar vermogen zouden gehoorzamen. Dit verijdelde<br />
ik geheel en al, God dank!<br />
(2473) Toen mijn vader zijn opdracht vervuld had, wilde hij zijn schat gaan bekijken.<br />
En toen hij op dezelfde plaats kwam waar hij hem eerder achtergelaten had,<br />
was de schat volledig verdwenen en was zijn hol opengebroken. Wat baat het hier<br />
veel over te zeggen? Toen mijn vader dat zag, werd hij treurig en boos, zodat hij<br />
zich uit spijt verhing. Zo mislukte Bruuns plan, geheel en al door mijn slimheid. Nu<br />
begrijpt hier mijn ongeluk: heer Ysingrijn en Bruun de vreetzak zijn nu duidelijk de<br />
Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07