21.09.2013 Views

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

117<br />

spoed, op hem heeft iedereen het gemunt. Dit werd de arme Bruun heel duidelijk.<br />

Menigeen zat hem nu op de huid die zich rustig gehouden zou hebben als Bruun<br />

naar believen had kunnen handelen.<br />

(777) Het was aan de rand van een rivier dat Bruun, rampzaligste van alle dieren,<br />

door vele dorpelingen was omsingeld. Toen werd er weinig gepraat. Hij kreeg het<br />

zwaar te verduren. De een sloeg, de ander stak; de een sloeg, de ander wierp.<br />

Lamfroyt bestookte hem het hevigst. Een zekere Lottram Lancvoet, die droeg een<br />

met hoorn beslagen stok waarmee hij hem voortdurend naar zijn oog stak. Vrouwe<br />

Vulmaerte pijnigde hem zozeer met een stok dat hij moest urineren*. Abelquac en<br />

mevrouw Bave lagen beiden op de grond en streden beiden om een teelbal.<br />

Ludmoer met de lange neus droeg een loden bal aan een koord en zwaaide ermee<br />

in het rond. Ludolf met de kromme vingers gaf in alles het voorbeeld, want hij was<br />

van de hoogste afkomst, slechts met uitzondering van Lamfroyt. Hughelijn met de<br />

kromme benen was zijn vader, dat is algemeen bekend, en hij was geboren te<br />

Abstale als zoon van vrouwe Ogernen, een oplapster van lantaarns.<br />

(805) Nog andere vrouwen en mannen, meer dan ik opnoemen kan, bezorgden<br />

Bruun groot leed, zodat hij veel bloed verloor. Bruun kreeg betaald van alle kanten.<br />

De pastoor liet de kruisstaf onophoudelijk neerdalen, slag na slag, en de koster viel<br />

Bruun met het vaandel krachtig aan. Lamfroyt naderde op hetzelfde moment met<br />

een scherpe bijl en sloeg hem tussen hals en hoofd. Bruun was zo versuft dat hij<br />

door de slag opzij sprong, tussen de rivier en de heg, in een troep van oude vrouwen<br />

en duwde er een vijftal in de rivier die daar stroomde en die flink breed was en<br />

diep. De pastoorsvrouw was er een van. Daarover was de pastoor weinig verheugd.<br />

Toen hij zijn vrouw in de rivier zag liggen, had hij er geen zin meer in om Bruun te<br />

steken of te slaan. Hij riep: ‘Ziet, edele parochianen, daar drijft vrouwe Julocke met<br />

haar weefklos en haar spi<strong>nr</strong>okken. Wie haar helpen kan, erop af! Ik geef hem een<br />

heel jaar volledige vergeving en kwijtschelding van alle zonden.’<br />

(837) Man en vrouw lieten de arme stakker Bruun voor dood liggen en gingen naar<br />

waar de pastoor hen gebood, met touwen en met haken. Terwijl zij de vrouw eruit<br />

trokken, bereikte Bruun de rivier en zwom snel van hen weg. De dorpelingen waren<br />

allen kwaad: ze zagen Bruun van hen wegzwemmen, zodat zij hem niet konden volgen.<br />

Verbolgen stonden ze op de oever en begonnen hem uit te schelden.<br />

(850) Bruun lag daar in de rivier waar hij de sterkste stroming vond. Al drijvende<br />

bad hij dat God de boom waarin hij zijn oor en zijn beide wangen had achtergelaten,<br />

mocht vervloeken en verdoemen. Verder vervloekte hij dat woeste dier, de<br />

boosaardige vos Reynaert, die hem met zijn bruine baard zo diep in de eik had doen<br />

kruipen. Daarna Lamfroyt vanwege de schandpaal waarmee deze hem zoveel leed<br />

berokkend had. In dergelijke gebeden lag Bruun zulk een lange tijd dat hij zeker een<br />

halve mijl van de plaats was weggedreven waar de dorpelingen waren achtergebleven.<br />

Hij was uitgeput en moe en verzwakt door het bloedverlies, zodat hij slecht<br />

opschoot. Toen zwom hij landwaarts en kroop de oever op om er te liggen. U zag<br />

nooit een deerniswekkender dier of mens. Hij lag jammerlijk te kreunen en schokte<br />

met beide zijden. Dat had hij geheel en al te danken aan Reynaert.<br />

(877) Nu hoort wat Reynaert gedaan heeft. Hij had een vette kip gevangen op het<br />

veld bij Lamfroyts huis, voordat hij er vertrokken was. Hij had haar naar een heuvel<br />

gedragen, ver van iedere weg af, waar het heel eenzaam was. Dat was naar zijn<br />

wens, omdat er niemand kwam en hij door niemand gedwongen werd om zijn prooi<br />

op te geven. Toen hij de kip op de veren na in zijn maag gebracht had, daalde hij af<br />

langs een geheim pad. Hij was buitengewoon verzadigd. Het weer was mooi en<br />

Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!