21.09.2013 Views

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

JG 20 nr 2 - Reynaertgenootschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

melde volk, dat u deze boodschap doet. Ook dring ik er bij u op aan dat u wijs handelt,<br />

en op uw hoede bent voor listen. Reynaert is boosaardig en slecht. Hij zal u<br />

vleien en voorliegen. Krijgt hij de kans, dan zal hij u bedriegen, met valse en mooie<br />

woorden. Bij God, hij zal u te schande maken, als hij kan.’ – ‘Heer,’ zei Bruun, ‘stop<br />

uw vermaningen! Moge God mij vervloeken, indien Reynaert mij zo te grazen neemt<br />

dat ik het hem niet betaald zal zetten, zodat hij aan het kortste eind trekt. Wees nu<br />

niet bezorgd om mij.’ Nu neemt Bruun afscheid en hij zal daar komen waar het hem<br />

zeer slecht zal vergaan.<br />

Eerste indaging<br />

114<br />

(497) Nu is Bruun onderweg en hij acht het onaannemelijk en het leek hem overdreven<br />

dat iemand zo boosaardig zou zijn en dat Reynaert hem te schande zou<br />

maken. Door een donker bos kwam hij gelopen en door een woeste streek, waar<br />

Reynaert zijn paden had gebaand, krom en talrijk, telkens als hij uit het bos gelopen<br />

was om te jagen. Voorbij de woestenij lag een berg, hoog en uitgestrekt. Die<br />

moest Bruun dwars oversteken om bij Manpertuus te arriveren. Reynaert had vele<br />

woningen, maar het kasteel Manpertuus was de beste van zijn burchten. Daar trok<br />

hij in als hij bevreesd was en in nood verkeerde.<br />

(518) Nu heeft Bruun de beer zo ver gelopen dat hij bij Manpertuus aankwam,<br />

waar hij de poort opmerkte waaruit Reynaert gewoonlijk naar buiten ging. Toen ging<br />

hij voor de versperring op zijn staart zitten en sprak: ‘Bent u in huis, Reynaert? Ik<br />

ben Bruun, de bode van de koning. Die heeft bij zijn God gezworen: voer ik u niet<br />

met mij mee en komt u niet naar de rechtszitting om u aan het recht te onderwerpen<br />

en om zonder vete verder te leven, dan zal hij u laten radbraken. Reynaert, doe<br />

wat ik u adviseer en ga met mij mee naar het hof.’ Dit alles nu vernam Reynaert, die<br />

in het voorste gedeelte van zijn poort lag, waar hij vaak placht te liggen, vanwege<br />

de warmte van de zon. Aan de woorden die Bruun was begonnen te spreken, herkende<br />

Reynaert hem direct en hij trok zich verder terug in het donkerste deel van<br />

zijn hol. Hij dacht diep na om een plan te bedenken waarmee hij Bruun, de enorme<br />

vreetzak, te pakken kon nemen zonder zijn eigen eer te verliezen.<br />

(547) Toen sprak Reynaert na een hele tijd: ‘Hartelijk dank voor uw goede raad,<br />

heer Bruun, beste vriend. Hij heeft u een slechte dienst bewezen die u deze tocht<br />

aa<strong>nr</strong>ied en u deze uitgestrekte berg liet oversteken. Ik zou naar het hof zijn gegaan,<br />

al had u het me niet geadviseerd, maar mijn buik zit zo vol en op zo’n extreme<br />

manier met een of ander vreemd nieuw voedsel dat ik vrees dat ik niet zal kunnen<br />

gaan. Ik kan niet zitten of staan. Ik ben helemaal verzadigd.’ – ‘Reynaert, wat heb<br />

je gegeten; wat?’ – ‘Heer Bruun, ik at waardeloos voedsel. Een arm man is geen<br />

graaf, dat kunt u aan mij wel zien. Wij armelui moeten eten hetgeen we niet zouden<br />

eten als we er iets op wisten. Goede, verse honingraten heb ik in grote voorraad.<br />

Die moet ik eten uit noodzaak, als ik niets anders kan bemachtigen. Maar als ik ze<br />

op heb, voel ik me beroerd.’<br />

(574) Bruun hoorde dit en sprak: ‘Help, beste vos Reynaert, veracht u honing<br />

zozeer? Honing is lekker voedsel, dat ik boven alle gerechten waardeer en boven<br />

alle gerechten bemin. Reynaert, help mij om het te bemachtigen. Edele Reynaert,<br />

beste neef, zo lang als ik leef, zal ik u daarom liefhebben. Reynaert, help mij het te<br />

bemachtigen.’ – ‘Bemachtigen, Bruun? U drijft de spot met mij!’ – ‘Dat doe ik niet,<br />

Reynaert, ik zou dwaas zijn, als ik met u de spot dreef, nee ik niet.’ Reynaert sprak:<br />

Tiecelijn, <strong>20</strong>, <strong>20</strong>07

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!