Voorlichtingsblad van ForFarmers JUNI 2011 jaargang 35
Voorlichtingsblad van ForFarmers JUNI 2011 jaargang 35
Voorlichtingsblad van ForFarmers JUNI 2011 jaargang 35
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Voorlichtingsblad</strong> <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> <strong>JUNI</strong> <strong>2011</strong> <strong>jaargang</strong> <strong>35</strong><br />
VOERTAAL
2<br />
Klankbordgroepen<br />
<strong>ForFarmers</strong> is gestart met klankbordgroepen voor de verschillen-<br />
de sectoren. Per klankbordgroep schrijft een deelnemer over zijn<br />
bedrijf, zijn toekomstvisie, de rol en meerwaarde <strong>van</strong> de klank-<br />
bordgroep. In deze Voertaal presenteren we u varkenshouder<br />
Adriaan <strong>van</strong> Bergen.<br />
Mijn naam is Adriaan <strong>van</strong> Bergen, 50 jaar,<br />
ben getrouwd en heb vier kinderen in de<br />
leeftijd <strong>van</strong> 13 tot 22 jaar. In 1985 zijn we<br />
gestart met een vleesvarkensbedrijf te<br />
Duiven met de intentie om hier een gesloten<br />
bedrijf <strong>van</strong> te maken. Tot dan was<br />
ik werkzaam bij verschillende fokkerijgroeperingen,<br />
eerst als dierverzorger, later als<br />
inseminator.<br />
In verband met woningbouwplannen <strong>van</strong><br />
de gemeente Duiven tegenover onze bedrijfslocatie<br />
werd de bouwvergunning, voor<br />
de zeugenstal, die we wilden bouwen, ingetrokken.<br />
Daardoor stagneerde onze bedrijfsontwikkeling.<br />
Uiteindelijk is ons bedrijf<br />
verkocht aan de gemeente en zijn we<br />
in 1992 opnieuw gestart in Rosmalen. Omdat<br />
toen de verruimde ver<strong>van</strong>gingsreserve<br />
nog niet was toegestaan, zijn we opnieuw<br />
met vleesvarkens verdergegaan.<br />
In 1997, ten tijde <strong>van</strong> de varkenspest,<br />
waarbij we een jaar geen biggen konden<br />
opleggen, heb ik een opleiding makelaardij<br />
gevolgd. Vanaf 1999 heb ik diverse taxaties<br />
verricht voor opkoop c.q. verplaatsingsregelingen<br />
voor DLG en de Provincie Noord-<br />
Brabant. Sinds 2004 ben ik VastgoedCert<br />
Klankbordgroep varkenshouderij 2<br />
Zwarte Cross Festival 3<br />
Duurzaamheid bij <strong>ForFarmers</strong> 4<br />
Prijswinnaars Innovatiefonds 6<br />
Maximale eiwitproductie in de zomerdag 8<br />
Preventie <strong>van</strong> hittestress 10<br />
BEX geeft inzicht in mineralenefficiëntie 12<br />
Sojahullen <strong>van</strong> FarmFeed 13<br />
Reportage: optimale jongveeopfok 14<br />
gecertificeerd makelaar-taxateur Wonen/<br />
MKB/WOZ. Verder ben ik bestuurlijk actief<br />
in onze plaatselijke ZLTO afdeling.<br />
Er heeft zich nog geen bedrijfsopvolger<br />
aangediend, maar om de continuïteit <strong>van</strong><br />
het bedrijf te waarborgen wordt er momenteel<br />
bijgebouwd. Onze bedrijfsom<strong>van</strong>g<br />
groeit naar 5000 vleesvarkens. Mochten<br />
we geen bedrijfsopvolger vinden, dan blijft<br />
het bedrijf dankzij deze groei ook gewild<br />
voor aankoop door een andere varkenshouder.<br />
De huidige stallen worden deels<br />
emissiearm gemaakt middels een chemische<br />
luchtwasser en de klimaatregeling<br />
wordt ook up-to-date via centrale afzuiging<br />
en frequentiegestuurde ventilatoren. De<br />
nieuwbouw is voorzien <strong>van</strong> een ICV-systeem<br />
en in de stallen werken we met een<br />
brijvoerinstallatie en bijproducten.<br />
Afgelopen voorjaar ben ik benaderd om<br />
klankbordlid te worden bij <strong>ForFarmers</strong>.<br />
Daar heb ik positief op gereageerd omdat<br />
ik een bijdrage wil leveren aan het streven<br />
<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> om diverse zaken te bespreken,<br />
zodat <strong>ForFarmers</strong> een nog betere<br />
partner kan zijn voor de boeren.<br />
De eerste bijeenkomst is inmiddels ge-<br />
Nieuwbouw in de kalverhouderij 16<br />
Tips tegen hittestress bij geiten 17<br />
Fosfaatefficiëntie in de varkenshouderij 18<br />
Reportage: reductie dierdagdosering 20<br />
Biggen wegen is zinvol 22<br />
Feedcare ® : optimalisatie brijvoerrantsoen 24<br />
Voorkom hittestress bij pluimvee 26<br />
Reportage: innovatieve bedrijfsvoering 28<br />
Gildehoen: duurzaam kipconcept 30<br />
COLOFON<br />
Redactieadres: <strong>ForFarmers</strong>, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31(0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99<br />
Eindredactie: Afdeling communicatie. De eerstvolgende Voertaal verschijnt in augustus <strong>2011</strong>.<br />
weest. Hierbij hebben we onder andere<br />
de sterke punten en de aandachtspunten<br />
<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> besproken. Sterke punten<br />
zijn bijvoorbeeld de bereidheid <strong>van</strong><br />
<strong>ForFarmers</strong> om te veranderen en verder<br />
te ontwikkelen. Ook de open organisatie,<br />
de goede voorlichting en het voer <strong>van</strong><br />
goede prijs/kwailteit-verhouding zijn sterk.<br />
Als veehouder vinden we het belangrijk<br />
dat de voorlichters nieuwswaarde brengen<br />
tijdens een bedrijfsbezoek. Het scherp<br />
houden <strong>van</strong> de voorlichters (via trainingen<br />
of technische informatiedagen) is dus gewenst.<br />
Ook de communicatie tussen de<br />
voorlichters onderling, wanneer er meerdere<br />
bij één klant komen, vraagt aandacht.<br />
Verder hebben we aanpassingen en tips<br />
voor de website <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>, MyFor-<br />
Farmers en Agrisell besproken, gevraagd<br />
of het mogelijk is om informatiebijeenkomsten<br />
betreffende Vermogen Op Naam te<br />
organiseren en tips gegeven omtrent de<br />
klantbetrokkenheid en klantbinding <strong>van</strong><br />
<strong>ForFarmers</strong>.<br />
Het feit dat <strong>ForFarmers</strong> deze actiepunten<br />
oppakt geeft mijns inziens aan, dat er<br />
daadwerkelijk inhoud aan het initiatief <strong>van</strong><br />
klankbordgroepen wordt gegeven.<br />
INHOUD<br />
Belang <strong>van</strong> een goede grasmat 32<br />
Groenbemesters voor betere structuur 34<br />
Reportage: nieuwe aardappelbewaarloods 36<br />
Korte berichten akkerbouw 38<br />
Productierechten 39<br />
Luchtwassers nader bekeken 40<br />
Reportage: ervaring met nieuwbouw 42
Zwarte Cross Festival<br />
<strong>ForFarmers</strong> is dit jaar wederom aanwezig op het Zwarte Cross<br />
Festival in Lichtenvoorde, dat plaatsvindt op vrijdag 15, zaterdag<br />
16 en zondag 17 juli <strong>2011</strong> in Lichtenvoorde. Dit keer presenteren<br />
we de spectaculaire attractie <strong>ForFarmers</strong> bungeecar.<br />
Het Zwarte Cross Festival vindt dit jaar<br />
voor de vijftiende keer plaats en <strong>ForFarmers</strong><br />
is daar voor het derde jaar bij. Het festival<br />
biedt drie dagen plezier voor jong en oud,<br />
staat bekend als het grootste muziekfestival<br />
<strong>van</strong> Oost-Nederland en is het grootste<br />
motorcrossspektakel <strong>van</strong> Europa. U komt<br />
toch ook?<br />
<strong>ForFarmers</strong> heeft op het Zwarte Cross Festival<br />
een eigen VIP-parkeerplaats en een<br />
terrein, waarop zich het Hard Brok Café<br />
bevindt. Hier wordt u ont<strong>van</strong>gen door onze<br />
medewerkers en kunt u onder het genot<br />
<strong>van</strong> een hapje en een drankje bijpraten. U<br />
mag gratis een uniek “Hard Brok Café” Tshirt<br />
afhalen en u kunt uw chauffeurscapaciteiten<br />
testen op de rodeobulkwagen.<br />
De band “Bökkers dut Normaal” verzorgt<br />
op zaterdag en zondag een aantal optredens<br />
voor de gasten op het <strong>ForFarmers</strong> VIPterrein.<br />
Zij zingen dan ook het <strong>ForFarmers</strong><br />
lijflied “Boeren met ambitie”.<br />
De openingstijden <strong>van</strong> het <strong>ForFarmers</strong>-terrein<br />
zijn:<br />
Vrijdag 15 juli: 14.00 - 21.00 uur<br />
Zaterdag 16 juli: 10.00 - 17.00 uur<br />
Zondag 17 juli: 9.00 - 17.00 uur<br />
Let op: de locatie is veranderd ten opzichte<br />
<strong>van</strong> voorgaande jaren. Het <strong>ForFarmers</strong>-terrein<br />
bevindt zich nu op de Engelse Schans.<br />
<strong>ForFarmers</strong> bungeecar<br />
Dit jaar heeft <strong>ForFarmers</strong> een specta-<br />
culair evenement op het festivalterrein.<br />
Stap in de <strong>ForFarmers</strong> bungeecar en doe<br />
de ultieme test: wordt u de grootste brokkenpiloot<br />
<strong>van</strong> het Zwarte Cross Festival?<br />
De bungeecar is een spectaculaire attractie<br />
waarmee <strong>ForFarmers</strong> op het festivalterrein<br />
naast de discotent komt te staan. Met<br />
maximaal twee personen wordt u in een<br />
Dodge Viper naar een hoogte <strong>van</strong> zestig<br />
meter gehesen. De auto wordt losgeklikt<br />
en in een spectaculaire vrije val raast u in<br />
sneltreinvaart naar beneden! Dankzij de<br />
vier elastieken, gaat u vervolgens in de<br />
zesde versnelling weer naar boven. Beleef<br />
de kick <strong>van</strong> een vrije val!<br />
Op de website www.debestebrokkenmakers.nl<br />
vindt u meer informatie.<br />
Daar is tevens een routebeschrijving<br />
te vinden naar het <strong>ForFarmers</strong>-terrein, met<br />
VIP-parkeerplaats. Wanneer u in de buurt<br />
<strong>van</strong> Lichtenvoorde de borden “<strong>ForFarmers</strong>”<br />
aanhoudt, bent u op de goede weg!<br />
3
4<br />
Duurzaamheid integraal onderdeel<br />
bij de nutritionisten <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong><br />
Leon Marchal, hoofd Research & Development (R&D), is één <strong>van</strong> de leden<br />
<strong>van</strong> de Task Force Duurzaamheid. Deze werkgroep bij <strong>ForFarmers</strong> heeft<br />
als doel om duurzaamheidsdoelstellingen binnen de organisatie te reali-<br />
seren. Wij vragen aan Leon, welke rol de nutritionisten <strong>van</strong> R&D op het<br />
gebied <strong>van</strong> duurzaamheid vervullen.<br />
De Task Force<br />
heeft duurzaamheid<br />
ingedeeld in<br />
meerdere thema’s.<br />
De thema’s, waar<br />
de nutritionisten<br />
<strong>van</strong> R&D aan<br />
werken zijn diergezondheid,mineralenreductie<br />
(fosfaat en stikstof) en<br />
voerefficiëntie. Op het gebied <strong>van</strong> diergezondheid<br />
werken we op dit moment<br />
sterk aan het item antibioticareductie.<br />
<strong>ForFarmers</strong> stopt dit jaar met de productie<br />
<strong>van</strong> gemedicineerd varkensvoer en<br />
daarom geven we de varkenshouders advies<br />
over alternatieve methoden om an-<br />
tibiotica te verstrekken, bijvoorbeeld via<br />
drinkwatermedicatie. Het is algemeen<br />
bekend dat zieke varkens minder voer<br />
opnemen, maar nog wel blijven drinken.<br />
Verschuiving <strong>van</strong> de antibioticagift<br />
<strong>van</strong> voermedicatie naar drinkwatermedicatie<br />
is vast niet de<br />
enige oplossing?<br />
Nee, het is juist ons streven dat er zo<br />
min mogelijk antibiotica op een veehouderijbedrijf<br />
wordt ingezet. Dit kan door<br />
verhoging <strong>van</strong> de diergezondheid op veehouderijbedrijven,<br />
want op bedrijven met<br />
gezonde dieren, wordt minder antibiotica<br />
ingezet. Onze bijdrage hieraan is de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> voeders, die de darmge-<br />
zondheid <strong>van</strong> het dier verbeteren. Want<br />
een gezonde darm, zorgt voor een goede<br />
opname en vertering <strong>van</strong> voedingsstoffen.<br />
Daarnaast speelt de darm een centrale<br />
rol bij de afweer <strong>van</strong> het dier. Hoe<br />
gezonder de darm, hoe minder gevoelig<br />
het dier is voor ziekte. Via onderzoek,<br />
het doen <strong>van</strong> proeven en het ontwikkelen<br />
<strong>van</strong> nieuwe voerconcepten is R&D hierbij<br />
betrokken.<br />
Ook heeft <strong>ForFarmers</strong> een dierenarts in<br />
dienst, die actief bekijkt hoe klanten het<br />
antibioticagebruik kunnen verminderen.<br />
Een manier om veehouders inzicht te geven<br />
in de bedrijfsgezondheidsstatus is<br />
het uitvoeren <strong>van</strong> een scan. Binnen de<br />
concepten Cowcare ® , Pigcare ® en Poultrycare<br />
® hebben we verschillende scans<br />
beschikbaar. Na het uitvoeren <strong>van</strong> een<br />
scan krijgt de veehouder tips om de diergezondheid<br />
verder te verbeteren. Hij kan<br />
hier dan binnen zijn bedrijfsmanagement<br />
rekening mee houden.<br />
Kortom, het werken aan antibioticareductie<br />
uit zich op drie gebieden:<br />
1. <strong>ForFarmers</strong> stopt met de productie<br />
<strong>van</strong> gemedicineerd voer.<br />
2. Via onze concepten Cowcare ® , Pigcare<br />
® en Poultrycare ® adviseren we<br />
veehouders, waardoor de bedrijfsgezondheidsstatus<br />
<strong>van</strong> het bedrijf hoger<br />
wordt.<br />
3. De nutritionisten ontwikkelen voeders,<br />
die sturen op een hogere darmgezondheid.<br />
Dit heeft een positieve<br />
invloed op de algemene gezondheid<br />
<strong>van</strong> het dier.
Hier wordt eendenkroos gekweekt als alternatieve eiwitbron voor de toepassing in veevoeders.<br />
Welke rol kan R&D vervullen in het<br />
item mineralenreductie?<br />
Vooral het item fosfaatreductie is actueel.<br />
Wij zorgen voor verbetering <strong>van</strong> de<br />
voeders, zodat het dier het fosfaat in het<br />
voer beter om kan zetten naar een nuttig<br />
product (fosfaat is een onderdeel <strong>van</strong> eiwit),<br />
denk aan fosfaat in melk of fosfaat<br />
in vlees. Het kengetal voederconversie<br />
speelt een belangrijke rol bij de verbetering<br />
<strong>van</strong> de fosfaatefficiëntie: hoe scherper<br />
de voederconversie, hoe efficiënter<br />
het dier met het fosfaat in veevoer om<br />
kan gaan. Op het gebied <strong>van</strong> ammoniakreductie<br />
bij varkens liggen een aantal<br />
voerconcepten op de spreekwoordelijke<br />
plank, maar het is op dit moment nog<br />
wachten op de noodzakelijke wettelijke<br />
erkenning als erkende emissiefactor.<br />
Verder begeleiden wij onze voorlichters,<br />
zodat zij de veehouders <strong>van</strong> de beste adviezen<br />
kunnen voorzien.<br />
Vorig jaar schreven we in Voertaal<br />
over het project eendenkroos als<br />
veevoer. Wat is de status <strong>van</strong> dit<br />
project?<br />
“De eerste resultaten <strong>van</strong> eendenkroos<br />
als alternatieve eiwitbron voor de toepassing<br />
in veevoeders zijn positief. De<br />
productie bevindt zich op dit moment<br />
nog in de opschalingsfase. Nog dit teeltseizoen<br />
gaan we op onze proeflocatie<br />
naar 0,5 tot 1 hectare teelt. Eendenkroos<br />
is een snelgroeiend, eiwitrijk gewas,<br />
dat relatief eenvoudig geteeld kan<br />
worden. Het kan na de oogst direct als<br />
nat product ingezet worden op veehouderijbedrijven.<br />
Rundveehouders kunnen<br />
het bijvoorbeeld direct toepassen, door<br />
het door het ruwvoer te mengen. Drogen<br />
met restwarmte <strong>van</strong> een biovergister<br />
geeft de mogelijkheid tot opslag voor<br />
de winterdag of eventueel levering aan<br />
<strong>ForFarmers</strong>. In de fabriek wordt het dan<br />
vermengd met andere grondstoffen tot<br />
compleet mengvoer. We zien eendenkroos<br />
als een nieuwe aanvulling op het<br />
gebied <strong>van</strong> lokale eiwitteelt. Met name<br />
in de biologische sector is hier een grote<br />
behoefte aan.<br />
Welke resultaten heeft <strong>ForFarmers</strong><br />
in 2010 behaald?<br />
Over de hele linie hebben we ons in 2010<br />
verbeterd ten opzichte <strong>van</strong> vorige jaren.<br />
We streven ieder jaar naar een verbetering<br />
<strong>van</strong> 2% op de gebieden voer-, stikstof-<br />
en fosfaatefficiëntie.<br />
Wat houdt voerefficiëntie in?<br />
Voerefficiëntie is de vraag, hoeveel melk,<br />
vlees of eieren de dieren per kg voer kunnen<br />
produceren. We proberen ervoor te<br />
zorgen dat een dier minder voer nodig<br />
heeft om hetzelfde of meer te kunnen<br />
produceren. Minder kilogrammen voer<br />
betekent, bij een ongeveer vergelijkbaar<br />
grondstofpatroon, uiteindelijk ook minder<br />
land-, water- en fosfaatgebruik voor<br />
de teelt en minder kilometers transport.<br />
Dit draagt dus bij aan een verdere verduurzaming<br />
<strong>van</strong> onze voedselproductie.<br />
5
6<br />
Prijswinnaars Innovatiefonds<br />
De innovatieve ideeën in de rundveehouderij, die afgelopen december een geldprijs uit<br />
het Innovatiefonds Farmers for Farmers hebben gewonnen, worden in deze Voertaal nader<br />
beschreven. Wilt u ook kans maken op een geldbedrag? Meld uw innovatie dan aan via de website<br />
www.farmersforfarmers.eu. Binnenkort gaat de jury de nieuwste inzendingen beoordelen.<br />
Klara heeft voorrang<br />
Melkveehouders Jaap en Marente Hupkes<br />
en Johan Hissink uit Voorst hebben sinds<br />
december 2009 een melkrobot. Dit willen<br />
ze combineren met weidegang. “Niet alleen<br />
omwille <strong>van</strong> het imago <strong>van</strong> de sector, maar<br />
ook uit kostenoogpunt en ter bevordering<br />
<strong>van</strong> de diergezondheid willen we de dieren<br />
in de wei houden. Maar onze huiskavel<br />
bedraagt zeven hectare. Dit is voor de<br />
honderd melkkoeien te klein om de hele zomer<br />
in geweid te worden. Aan de overkant<br />
<strong>van</strong> een weg ligt een ander weideperceel<br />
<strong>van</strong> tien hectare. Voorheen brachten we<br />
de koeien daar ‘s ochtends na het melken<br />
naartoe en haalden we ze later op de dag<br />
weer op, maar nu de koeien door een melkrobot<br />
worden gemolken, willen we dat ze<br />
de gehele dag terug kunnen naar de robot.<br />
Daarom is het idee <strong>van</strong> een koeoversteek<br />
ontstaan. Compleet met veeroosters in de<br />
weg.”<br />
Vernieuwend aan dit idee is het feit dat<br />
er voor realisatie <strong>van</strong> deze koeoversteekplaats<br />
eerst twee verkeersbesluiten genomen<br />
moesten worden. Het eerste besluit<br />
is dat de weg een 30 kilometerzone wordt,<br />
het tweede besluit houdt in dat de gemeen-<br />
Volgens Marente en Jaap Hupkes zijn binnenkort de vergunningen rond en dan gaat de schop de grond in.<br />
De officiële opening <strong>van</strong> de koeoversteek vindt plaats op zaterdag 17 september <strong>2011</strong>.<br />
te een ontheffing geeft <strong>van</strong> het verbod dat<br />
gehouden dieren geen vrije toegang tot de<br />
openbare weg mogen. De overheid stelde<br />
de volgende criteria: de weg, waar de koeoversteekplaats<br />
gerealiseerd wordt, mag<br />
geen verbindingsweg zijn. Het moet bovendien<br />
een weg zijn, waar de verkeersfrequentie<br />
laag is. “Dat is bij deze weg het<br />
geval. Het is een weg voor aanwonenden<br />
en wordt gebruikt als toeristische route.<br />
De aanwonenden reageren positief op ons<br />
idee. Zij zijn blij met het besluit dat er minder<br />
snel over de weg gereden wordt en zien<br />
ook veel liever koeien in de wei (in hun achtertuin).<br />
Wij zijn met dit idee voorlopers in<br />
de sector. Ons idee is daarom uitgeroepen<br />
tot pilotproject en hiermee hopen we dat<br />
andere melkveehouders, in verschillende<br />
delen <strong>van</strong> het land, eenzelfde mogelijkheid<br />
krijgen. We weten al dat naast de gemeente<br />
Voorst nu vijf andere gemeenten in<br />
Nederland bezig zijn met wijziging <strong>van</strong> de<br />
twee verkeersbesluiten. We zijn blij dat dit<br />
initiatief zo goed wordt opgepakt door de<br />
overheid.”<br />
De ondernemers houden rekening met de<br />
omgeving. Zo gaat de oversteekplaats in<br />
de zomermaanden alleen bij daglicht open,<br />
na 19.00 uur kunnen de koeien alleen nog<br />
maar in het huisperceel komen. En omdat<br />
de weg een toeristische route is, waar veel<br />
mensen te voet, te paard of met paard en<br />
wagen over gaan, worden er aan beide zijden<br />
<strong>van</strong> de veeroosters mooie, in het landschap<br />
passende, hekken geplaatst.
Ver<strong>van</strong>gen tepelvoering<br />
Melkveehouder Marty Reurink uit Neede<br />
ontwikkelde, samen met zijn vader Wim,<br />
een apparaat om zonder al te veel inspanning<br />
de tepelvoering <strong>van</strong> de tepelbekers<br />
<strong>van</strong> de melkrobot te ver<strong>van</strong>gen. “Hiervoor<br />
heb ik een oude geboortekrik, die al jaren<br />
op zolder lag, gebruikt. Op deze geboortekrik<br />
heb ik met behulp <strong>van</strong> een oude schuddertand<br />
een houder gelast, waarin de tepelbeker<br />
past. De voering kan nu met de<br />
krik door de beker getrokken worden. Dit<br />
vergt heel wat minder inspanning dan alles<br />
met de hand ver<strong>van</strong>gen.”<br />
Marty houdt zich aan het advies om elke<br />
2.500 melkbeurten de tepelvoeringen te<br />
ver<strong>van</strong>gen. “Om de 2,5 week moet ik bij<br />
acht tepelbekers de voering ver<strong>van</strong>gen.<br />
Omdat dit zo vaak per jaar plaatsvindt,<br />
wilde ik de handeling vereenvoudigen. Het<br />
moest me minder arbeid en lichamelijke<br />
inspanning kosten. Want een niet prettige<br />
handeling stel ik eerder uit. Terwijl het regelmatig<br />
ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de tepelvoering<br />
juist positief is voor de speenkwaliteit <strong>van</strong><br />
de uiers. Ik vind het belangrijk om de uiergezondheid<br />
bij het melkvee op peil te houden.<br />
Daarom hebben we er een minder lichaamsbelastende<br />
handeling <strong>van</strong> gemaakt.<br />
Deze innovatie is een goedkope oplossing<br />
én het levert veel arbeidsgemak op.”<br />
Marty Reurink toont de werking <strong>van</strong> de tepelvoeringver<strong>van</strong>ger, een aangepaste geboortekrik. Hij heeft de<br />
innovatie op werkhoogte gehangen, zodat hij de werkzaamheden met rechte rug kan uitvoeren.<br />
“Dit is het!”<br />
Hebt u ook een goed idee? Een idee waar niet alleen uzelf, maar de gehele sector profijt <strong>van</strong> kan hebben? Meld<br />
uw innovatie dan aan via de website www.farmersforfarmers.eu. Stuur het inschrijfformulier in en maak kans<br />
op een geldprijs <strong>van</strong> maximaal € 5.000,- om uw idee verder te ontwikkelen. Twee keer per jaar beoordeelt een<br />
onafhankelijke jury welke inzendingen een prijs gewonnen hebben en daar koppelen ze een geldbedrag aan.<br />
Een baanbrekend idee wint € 5.000,-, de prestigeprijs bedraagt € 2.500,- en als aanmoedigingsprijs wordt<br />
€ 1.000,- uitgekeerd. De jury beoordeelt het idee, niet of de innovatie al is uitgevoerd / in werking is of niet.<br />
7
8<br />
Maximale e<br />
Zodra de buitentemperatuur stijgt,<br />
daalt het eiwitgehalte in de melk.<br />
Het gaat veelal om een daling <strong>van</strong><br />
tienden <strong>van</strong> procenten, maar een<br />
tiende minder melkeiwit geeft bij<br />
een productie <strong>van</strong> 700.000 kilo-<br />
gram melk al snel € 1.500,- minder<br />
aan melkopbrengst per jaar. Wij<br />
presenteren u de belangrijkste suc-<br />
cesfactoren om het eiwitgehalte in<br />
de melk tijdens de zomer op niveau<br />
te houden.<br />
<strong>ForFarmers</strong> heeft onderzocht waarom het ene<br />
bedrijf een grotere daling in het eiwitgehalte<br />
heeft dan het andere. Factoren als diergezondheid,<br />
huisvesting, klimaat, de voeding en het<br />
voerregime zijn bij het onderzoek meegenomen.<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> lactatiestadium en<br />
leeftijd<br />
Het is algemeen bekend dat het eiwitgehalte<br />
bij koeien afhankelijk is <strong>van</strong> het lactatiestadium<br />
(grafiek 1). Zo heeft een nieuwmelkte koe een<br />
lager eiwitgehalte in de melk dan een oudmelkte<br />
koe. Daarnaast hebben jongere dieren een hoger<br />
eiwitgehalte dan oudere dieren. Ook speelt<br />
het afkalfseizoen een rol. Dieren, die in de zomermaanden<br />
afkalven hebben meer moeite om<br />
hun energievoorziening op peil te brengen en te<br />
houden (hittestress), dan dieren die in de winter<br />
afkalven.<br />
Verschillende succesfactoren<br />
Het onderzoek is door <strong>ForFarmers</strong>-rundveevoorlichter<br />
Bas Haarhuis uitgevoerd bij een tweetal<br />
typen melkveebedrijven. Bedrijven met een beperkte<br />
eiwitdip gedurende de zomermaanden<br />
versus bedrijven met een grote eiwitdip. De bedrijven<br />
met een grote eiwitdip lieten tweetiende<br />
procent meer verval in eiwitpercentage gedurende<br />
de zomermaanden zien.<br />
Op het gebied <strong>van</strong> de succesfactoren diergezondheid,<br />
huisvesting, klimaat, voeding en voer-
iwitproductie in de zomerdag<br />
regime, zijn een aantal belangrijke verschillen<br />
gekomen. Deze worden in grafiek 2<br />
weergegeven.<br />
Succesfactoren huisvesting<br />
Uit grafiek 2 blijkt dat de bezettingsgraad<br />
en de maatvoering <strong>van</strong> de ligboxen en het<br />
voerhek belangrijke factoren zijn. Bedrijven<br />
met een overbezetting aan het voerhek<br />
en met een krap aantal ligplekken hebben<br />
meer last <strong>van</strong> een daling in het eiwitgehalte,<br />
dan bedrijven die voor elke koe een<br />
geschikte ligplek of voerplaats hebben.<br />
Gedurende de koelere perioden blijken<br />
deze vormen <strong>van</strong> overbezetting relatief<br />
minder gevolgen te hebben dan in de zomer.<br />
Bij een hogere temperatuur heeft de<br />
koe meer behoefte aan ruimte om te vreten<br />
en te liggen, zodat ze haar lichaamswarmte<br />
kwijt kan.<br />
Succesfactor klimaat<br />
Ook wordt het belang <strong>van</strong> een regelbaar<br />
klimaat in de stal nog eens bevestigd.<br />
Bedrijven die op warme dagen de koeien<br />
verkoeling kunnen bieden via ventilatoren/<br />
sproeiers op het dak of een geïsoleerd dak,<br />
zijn beter in staat om het eiwitgehalte in de<br />
melk op niveau te houden.<br />
Succesfactor voeding<br />
Om de daling <strong>van</strong> het eiwitgehalte tot een<br />
minimum te beperken is het belangrijk<br />
dat de koeien voer blijven opnemen. De<br />
drogestofopname dient dus gestimuleerd<br />
te worden. De bedrijven, waar het eiwitgehalte<br />
in de melk gedurende de zomer<br />
nauwelijks daalt, hanteren een aangepast<br />
voerregime. 90% <strong>van</strong> deze bedrijven voert<br />
meerdere malen per dag en/of verwijdert<br />
vaker het restvoer. Fris en smakelijk voer,<br />
onbeperkt gevoerd, is cruciaal voor het op<br />
peil houden <strong>van</strong> het eiwitgehalte. Daarnaast<br />
wordt de schade <strong>van</strong> broei in de kuil,<br />
en dus een lagere voeropname, op veel bedrijven<br />
onderschat.<br />
Uit het onderzoek blijkt tevens dat pensbuffering<br />
een belangrijk hulpmiddel is ter<br />
voorkoming <strong>van</strong> de daling in het eiwitgehalte.<br />
Ruim 60% <strong>van</strong> de bedrijven met een beperkte<br />
daling voegen bufferende mineralen<br />
zoals Univit Buffer aan het rantsoen toe.<br />
Bij bedrijven met een grote daling zien we<br />
dat 20% bufferende mineralen verstrekt.<br />
Zorg voor goede klauwgezondheid<br />
Op de bedrijven, die zomers een grotere<br />
daling in het eiwitgehalte hebben, scoren<br />
de koeien relatief slechter op klauwgezondheid<br />
dan op de bedrijven die het eiwitgehalte<br />
beter op peil weten te houden. Uit het<br />
onderzoek blijkt dat een goede klauwgezondheid<br />
<strong>van</strong> groot belang is om een daling<br />
<strong>van</strong> het eiwitgehalte tegen te gaan. Een<br />
goede klauwgezondheid is immers cruciaal<br />
voor een hoge drogestofopname. Hoe meer<br />
drogestof een koe opneemt, hoe beter het<br />
eiwitgehalte op peil blijft.<br />
Conclusie<br />
Om het eiwitgehalte gedurende de zomer<br />
op peil te houden, dient u te zorgen voor<br />
een gezonde melkkoe, die –met behulp <strong>van</strong><br />
verschillende managementmaatregelen–<br />
volop aan het eten blijft.<br />
Aandachtspunten samengevat<br />
• Voorkom overbezetting, geef iedere koe<br />
een vreet- en ligplek<br />
• Tref klimaatmaatregelen, biedt koeien<br />
tijdens de zomerdag verkoeling<br />
• Zorg voor een fris en smakelijk rantsoen,<br />
dat onbeperkt beschikbaar is<br />
• Geef onbeperkt fris drinkwater<br />
• Voer bufferende mineralen<br />
• Bewaak een goede klauwgezondheid<br />
Grafiek 1. Verloop <strong>van</strong> het eiwitpercentage in de melk gedurende een jaar, bij verschillende<br />
lactatiegroepen<br />
4,10<br />
3,90<br />
3,70<br />
3,50<br />
Eiwit %<br />
3,30<br />
3,10<br />
2,90<br />
jan. febr. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sept. okt. nov. dec.<br />
Eiwit % 0-60 dgn<br />
Eiwit % 61-120 dgn<br />
Eiwit % 121-200 dgn<br />
Eiwit % 200-305 dgn<br />
Grafiek 2. De belangrijkste verschillen tussen bedrijven met weinig daling <strong>van</strong> het eiwit-<br />
gehalte en bedrijven met Lage een grote eiwit dip daling versus <strong>van</strong> hoge het eiwit eiwitgehalte, dip gemeten in de maand juli<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Bezetting ligboxen voldoet<br />
Maatvoering ligboxen voldoet<br />
Bezetting voerhek voldoet<br />
Maatvoering voerhek voldoet<br />
Geen broei<br />
Verwijderd restvoer elke dag<br />
Verstrekt bufferende voeders<br />
Kan stalklimaat beïnvloeden<br />
Warme dag anders weiden<br />
Lage dip<br />
Hoge dip<br />
9
10<br />
Preventie <strong>van</strong> hittestress<br />
De ideale omgevingstemperatuur voor koeien ligt tussen de 5 °C en 15 °C. Wordt de temperatuur<br />
veel hoger en is de luchtvochtigheid hoog, dan kunnen de koeien flink last krijgen <strong>van</strong> hittestress.<br />
Koeien met hittestress hebben een versnelde<br />
en oppervlakkige ademhaling. Ze doen<br />
dit om de overtollige warmte aan de omgeving<br />
af te geven. Met name bij de vertering<br />
<strong>van</strong> ruwvoer in de pens (fermentatie) komt<br />
veel warmte vrij. Koeien proberen deze<br />
overmaat aan warmte te reguleren door<br />
minder voer op te nemen. Wanneer de koe<br />
in stress raakt, kan dit leiden tot een 25%<br />
lagere voeropname.<br />
Doordat er minder ruwvoer wordt verteerd,<br />
neemt de herkauwactiviteit af en daalt het<br />
vetgehalte. Bovendien komt de energievoorziening<br />
en dus de melk- en eiwitproductie<br />
onder druk te staan. Daarnaast heeft<br />
hittestress ook een negatieve uitwerking op<br />
uiergezondheid, vruchtbaarheid en klauwgezondheid.<br />
Rantsoen en voeropname<br />
Bij hittestress is het zinvol om te kiezen voor<br />
een rantsoen dat veel energie levert, terwijl<br />
bij de vertering er maar weinig warmte vrijkomt.<br />
Zo geeft de vertering <strong>van</strong> snijmaïs<br />
minder warmteproductie dan die <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />
graskuil. Ook tussen krachtvoeders<br />
bestaan verschillen. <strong>ForFarmers</strong> houdt<br />
hier bij de samenstelling <strong>van</strong> de voeders<br />
rekening mee. Voeders met een hoger aandeel<br />
bestendig zetmeel en beschermd vet<br />
omzeilen de warmteproductie in de pens en<br />
voorzien de koeien toch in hun hogere energiebehoefte.<br />
Ook goed verteerbare energie<br />
Actie Univit BUffer<br />
Bestel minimaal 500 kg Univit Buffer (15039)<br />
en ont<strong>van</strong>g het unieke <strong>ForFarmers</strong> strandlaken cadeau!<br />
(Deze actie loopt tot 1 september <strong>2011</strong>. Maximaal twee strandlakens per klant.)<br />
uit celwanden geeft een lagere warmteproductie.<br />
Supplement Energie booster is hierin<br />
uniek en daarom uitermate geschikt om bij<br />
hoge temperaturen te verstrekken.<br />
Om de dip in drogestofopname zoveel mogelijk<br />
te beperken is het vooral <strong>van</strong> belang<br />
dat het ruwvoer fris, smakelijk en <strong>van</strong> goede<br />
kwaliteit is. Verstrek daarom broeivrij ruwvoer.<br />
Houd hier bij het uitkuilen rekening<br />
mee, zorg voor een voersnelheid <strong>van</strong> minimaal<br />
twee meter per week in de zomer. Ook<br />
wordt het voer bij warme dagen aan het<br />
voerhek eerder warm en onsmakelijk. Het<br />
vaker voeren en restvoer verwijderen werkt<br />
stimulerend op de voeropname.<br />
Bufferen<br />
Normaalgesproken is structuurrijk ruwvoer<br />
het middel om pensverzuring tegen te gaan.<br />
Bij hittestress valt het effect hier<strong>van</strong> vaak<br />
tegen, omdat juist het ruwvoer minder goed<br />
door de melkkoe wordt opgenomen. Voor<br />
deze situatie heeft <strong>ForFarmers</strong> Univit Buffer<br />
beschikbaar. Dit mineralenmengsel bevat<br />
als extra een combinatie <strong>van</strong> specifieke buffers.<br />
Hiermee wordt het eventueel gevormde<br />
zuur in de pens snel geneutraliseerd. Door<br />
de specifieke buffers heeft Univit Buffer een
ProBleemloos melken in de zomer<br />
In de zomerperiode is het belangrijk om bij de melkrobot te zorgen<br />
voor extra hygiëne en het werken aan de preventie <strong>van</strong> hittestress.<br />
In het kort volgen enkele belangrijke punten waaraan u kunt denken.<br />
Robotruimte:<br />
Hygiëne in de robotruimte.<br />
• Bestrijd vliegen, zowel in de ruimte als<br />
in de stal<br />
• Voorkom melkresten, reinig de ruimte<br />
dagelijks en sluit melkseparatieemmers<br />
vliegvrij af (gebruik eventueel een zeef)<br />
• Voorkom rechtstreekse zoninstraling op<br />
de camera/laser <strong>van</strong> de robot.<br />
Melkrobot:<br />
Een aangenaam verblijf <strong>van</strong> de koe in de<br />
melkrobot.<br />
• Bestrijd vliegen op de koe<br />
• Houd de koeien schoon. Scheer de<br />
staarten en uiers op tijd<br />
• Wees alert op een schone voerbak<br />
• Zorg voor een aangenaam klimaat in de<br />
robot. Een ventilator naast de robot kan<br />
uitkomst bieden<br />
• Laat niet teveel koeien in de wachtruimte<br />
(max. vijf per robot).<br />
grotere buffercapaciteit en een langdurigere<br />
werking dan natriumbicarbonaat. De dosering<br />
<strong>van</strong> Univit Buffer is normaalgesproken<br />
125 gram, maar op dagen met hittestress<br />
dient de gift te worden verdubbeld tot 250<br />
gram per koe. Pensverzuring wordt op die<br />
manier voorkomen en het verlies aan zouten,<br />
doordat de koeien zweten, wordt snel weer<br />
aangevuld. De maatregelen ter preventie<br />
<strong>van</strong> hittestress kunnen het beste nog enkele<br />
weken na de warme periode worden toegepast.<br />
Dorst<br />
De koe gebruikt water om haar vochtverlies<br />
aan te vullen, maar ook om zich te koelen.<br />
De wateropname kan stijgen tot meer dan<br />
150 liter per dag. Onbeperkt vers en schoon<br />
drinkwater moet daarom <strong>van</strong>zelfsprekend<br />
voorhanden zijn.<br />
Niet alleen de hoeveelheid, maar ook de bereikbaarheid<br />
<strong>van</strong> water is <strong>van</strong> belang. Een<br />
extra drinkbak tijdens warme dagen is geen<br />
overbodige luxe.<br />
Wanneer u nog vragen heeft naar aanleiding<br />
<strong>van</strong> dit artikel, dan kunt u contact opnemen<br />
met uw voorlichter <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>.<br />
Melksysteem:<br />
De melkkwaliteit vormt in de zomerperiode<br />
een hoger risico.<br />
• Reinig minimaal drie keer per dag (dit is<br />
vooral bij overcapaciteit <strong>van</strong> belang).<br />
• Besteed extra aandacht aan de reiniging<br />
<strong>van</strong> de kleppen en afsluiters bij de tank.<br />
• Berg de melkfilters schoon en droog op.<br />
Ruim vieze filters direct op in verband<br />
met het aantrekken <strong>van</strong> vliegen<br />
• Zorg voor voldoende reinigingsmiddel,<br />
desinfectiemiddel en of spraymiddel.<br />
Preventie<br />
Voorkom hittestress door:<br />
• Het aanbieden <strong>van</strong> voldoende vers drinkwater<br />
en schaduw of beschutting tegen<br />
zonlicht<br />
• De koeien binnen te houden tijdens de<br />
warmste perioden <strong>van</strong> de dag en te beweiden<br />
tijdens de koelere perioden<br />
• Extra luchtverplaatsing in de stal door<br />
ventilatoren<br />
• Overbezetting in de stal te vermijden<br />
• Vaker te voeren en restvoer sneller weg<br />
te halen. Voorkom broei in de kuil<br />
• Geconcentreerder voer aan te bieden.<br />
Denk bijvoorbeeld aan:<br />
- krachtvoer met meer energie en<br />
eiwit per kg<br />
- meer snijmaïs, minder graskuil<br />
- een verhoging <strong>van</strong> het basisrantsoen<br />
met Supplement Energie booster<br />
• Verstrek Univit Buffer <strong>van</strong>af het begin<br />
<strong>van</strong> de zomer (125 gram per koe).<br />
Verdubbel de dosering op warme dagen<br />
(250 gram) en ga door met deze maatregelen<br />
tot enkele weken ná de warme<br />
periode.<br />
oPen dAg<br />
vrijdAg 8 jUli<br />
10.00 tot 16.00 UUr<br />
De familie Roeterdink uit Bathmen heeft<br />
onlangs haar bedrijf uitgebreid met een<br />
nieuwe ligboxenstal. De nieuwe 3 + 3 ligboxenstal<br />
is tegen de bestaande stal gebouwd.<br />
Hierdoor beschikt het bedrijf nu<br />
over een ligboxenstal met een 1 + 0 + 6<br />
+ 0 + 3 opstelling en een capaciteit voor<br />
circa 300 melkkoeien. De droogstaande<br />
koeien worden apart gehuisvest.<br />
De koeien worden gemolken in een 2 x<br />
24 stand Swingover melkstal. De melkstal<br />
beschikt over twee middenuitgangen<br />
waardoor de koeien zeer snel de<br />
melkstal kunnen verlaten (semi rapid<br />
exit). Als boxbedekking zijn koematrassen<br />
gemonteerd. De geproduceerde<br />
melk wordt buiten de stal opgeslagen in<br />
een staande silotank.<br />
Om u de gelegenheid te geven de<br />
nieuwe stal te bezichtigen, nodigen<br />
familie Roeterdink en de deelnemende<br />
bedrijven u <strong>van</strong> harte uit<br />
voor een bezoek aan de open dag<br />
op vrijdag 8 juli <strong>2011</strong>.<br />
Adres:<br />
Familie Roeterdink<br />
Arkelsteijnweg 2<br />
PC Bathmen<br />
U wordt verzocht om de open dag niet in<br />
bedrijfskleding te bezoeken.<br />
11
12<br />
BEX geeft inzicht in de<br />
mineralenefficiëntie<br />
De uitstoot <strong>van</strong> fosfaat op varkens- en rundveebedrijven moet in<br />
<strong>2011</strong> tien miljoen kg verminderen. Om deze doelstellingen te kun-<br />
nen realiseren is het <strong>van</strong> groot belang dat iedere rundveehouder<br />
weet hoe de fosfaatefficiëntie op zijn bedrijf is. Deelname aan de<br />
bedrijfsspecifieke excretie (BEX) kan hier inzicht in geven.<br />
Het mestbeleid hanteert normen voor<br />
mestproductie, de zogenaamde excretieforfaits.<br />
Voor melkveehouders die daar<strong>van</strong><br />
willen afwijken, heeft het ministerie <strong>van</strong><br />
LNV de ‘Handreiking bedrijfsspecifieke<br />
Tabel 1. Gemiddelde BEX-deelnemer<br />
Kenmerk Gemiddeld<br />
Kg melk/ha 17.084<br />
Aantal jongvee/10 melkkoeien<br />
7,5<br />
Kg krachtvoer/100 kg melk 22,4<br />
Gram Re/kg drogestof 154<br />
Gram P/kg drogestof 3,6<br />
Oppervlakte grasland (ha) 34,6<br />
Oppervlakte bouwland (ha) 10,3<br />
Quotum/bedrijf 742.007<br />
Aantal melkkoeien 86,3<br />
Melkproductie per<br />
melkkoe (kg)<br />
8.598<br />
Gemiddeld Ureum 21,0<br />
Voordeel BEX in kg stikstof 1760<br />
Voordeel BEX in kg fosfaat 946<br />
Voordeel BEX stikstof in % 12,5<br />
Voordeel BEX fosfaat in % 18,1<br />
excretie melkvee’ (BEX) opgesteld. Met<br />
deze handreiking kunnen zij de bedrijfsspecifieke<br />
mestproductie voor hun bedrijf berekenen.<br />
Ook voor extensieve bedrijven is<br />
deelname interessant. Men verkrijgt inzicht<br />
in fosfaat- en stikstofproductie, waardoor<br />
men mogelijk efficiëntieslagen kan maken.<br />
<strong>ForFarmers</strong> adviseert haar klanten om uit<br />
te zoeken of deelname aan de bedrijfsspecifieke<br />
excretie interessant is.<br />
Deelname aan BEX loont<br />
<strong>ForFarmers</strong> klanten die nu al meedoen aan<br />
de bedrijfsspecifieke excretie, halen gemiddeld<br />
een fosfaatvoordeel <strong>van</strong> 18.1 procent<br />
en een stikstofvoordeel <strong>van</strong> 12.5 procent.<br />
Dit blijkt uit een eerste analyse <strong>van</strong> de gegevens<br />
over het jaar 2010 (zie tabel 1). Veel<br />
melkveebedrijven hoeven dus minder mest<br />
af te voeren. Daardoor worden er minder<br />
kosten gemaakt. Minder mestafvoer bete-<br />
Tabel 2. B€X voeders in assortiment <strong>ForFarmers</strong><br />
kent tevens behoud <strong>van</strong> veel kilogrammen<br />
organische stof, stikstof, fosfaat en overige<br />
mineralen op het bedrijf.<br />
Het fosfaatvoordeel ontstaat, doordat de<br />
BEX aantoont dat er op het melkveebedrijf<br />
in werkelijkheid minder stikstof en fosfaat<br />
wordt geproduceerd, dan volgens forfaitaire<br />
norm is bepaald. Bedrijfsspecifiek komt<br />
het bedrijf gunstiger uit.<br />
Resultaten veehouders <strong>ForFarmers</strong><br />
Ruim 60% <strong>van</strong> alle melkveehouderijbedrijven<br />
maakten in 2010 gebruik <strong>van</strong> de bedrijfsspecifieke<br />
excretie. Dit aantal is de<br />
laatste jaren fors toegenomen. Ruim 80<br />
procent <strong>van</strong> alle <strong>ForFarmers</strong> klanten hebben<br />
voorbereidende maatregelen getroffen,<br />
in de vorm <strong>van</strong> het opmeten en analyseren<br />
<strong>van</strong> de kuilen, om deel te kunnen<br />
nemen aan de BEX.<br />
Artikelnummer Naam MELK WDVE FEB<br />
20046 Super Plusmixbrok 920 105 5<br />
20146 Super efficientbrok 1000 100 -25<br />
20296 Super Energiebalansbrok 1000 100 0<br />
20196 Super MELK Optimaalbrok 1080 100 -5<br />
20815 Supplement Uniek* 880 200 -25<br />
20845 Supplement Rumen* 880 175 175<br />
208<strong>35</strong> Supplement Stimulans* 1200 85 -50<br />
20132 Supplement Enegie booster 1260 80 -20<br />
* Dit artikel is ook in meelvorm verkrijgbaar
<strong>ForFarmers</strong> heeft de cijfers <strong>van</strong> een groot<br />
aantal <strong>van</strong> deze bedrijven geanalyseerd.<br />
Gemiddeld komen we dan uit op de getallen<br />
in tabel 1.<br />
Voorwaarden voor deelname aan de BEX<br />
Mocht u ook mee willen doen met de bedrijfsspecifieke<br />
excretie dan moet u onder<br />
andere aan de volgende voorwaarden voldoen:<br />
• De kuilen moeten geanalyseerd en opgemeten<br />
worden.<br />
• Er dient op 1 januari <strong>van</strong> een nieuw jaar<br />
voorraadbepaling plaats te vinden.<br />
Betere fosforbenutting met B€X<br />
voeders<br />
LTO en de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie<br />
(Nevedi) hebben afspraken<br />
gemaakt over een efficiëntere benutting<br />
<strong>van</strong> fosfor via ‘het voerspoor’ om<br />
zodoende de uitstoot <strong>van</strong> fosfaat door de<br />
Nederlandse varkens- en rundveehouderij<br />
te verminderen.<br />
Door de gemaakte afspraken om de fosfaatefficiëntie<br />
op bedrijven te verbeteren<br />
komen voeders met een laag fosforgehalte<br />
steeds meer in de belangstelling.<br />
<strong>ForFarmers</strong> heeft in haar assortiment een<br />
uitgebreide keuze aan voeders met een<br />
laag fosforgehalte aangeduid als B€X voeders<br />
(zie tabel 2). Door het gebruik <strong>van</strong> de<br />
B€X voeders daalt de aanvoer <strong>van</strong> bruto<br />
fosfor via krachtvoer, waarbij er nog steeds<br />
voldoende fosforaanbod voor de melkkoe is<br />
om de melkproductie op peil te houden. Bovendien<br />
is de inzet <strong>van</strong> deze voeders niet<br />
nadelig voor diergezondheid en dierwelzijn.<br />
Vraag uw <strong>ForFarmers</strong> voorlichter naar de<br />
mogelijkheden.<br />
Nieuws uit de markt<br />
<strong>van</strong> FarmFeed<br />
Veel veehouders zijn met een relatief beperkte ruwvoervoorraad<br />
uit de winter gekomen en de droogte <strong>van</strong> de afgelopen maanden<br />
heeft voor een verdere achterstand gezorgd. Nu staan ze voor<br />
de vraag, wanneer ze het beste snijmaïs kunnen kopen.<br />
Dit voorjaar kregen we bij FarmFeed diverse<br />
snijmaïskuilen aangeboden voor redelijke<br />
prijzen. Kopers waren op dat moment afwachtend,<br />
onzeker over het komende groeiseizoen.<br />
De regen bleef uit en de vraag naar<br />
ingekuilde maïs nam toe. Op datzelfde moment<br />
werden de verkopers afwachtend. Zij<br />
noemden als reden: “Ik wacht nog, de prijs<br />
stijgt nog wel” of “Misschien hebben we de<br />
mais voor het eigen vee nodig, wanneer het<br />
klimaat zo droog blijft”.<br />
Van een aanbodgestuurde markt, zijn we nu<br />
naar een vraaggestuurde markt geswitched.<br />
Dit heeft gevolgen voor de prijsvorming.<br />
Momenteel is er nog voldoende ingekuilde<br />
snijmaïs beschikbaar, maar dit kan snel veranderen.<br />
Wellicht kunt u samen met uw voorlichter<br />
de balans opmaken. Hoeveel ruwvoer hebt u<br />
voor uw vee nodig? Hoeveel is er al beschikbaar<br />
en wat verwacht u de komende tijd nog<br />
te krijgen? Wanneer moet u beslissen om te<br />
gaan kopen?<br />
Wanneer u maïs aan te bieden hebt, dan horen<br />
we dit graag.<br />
FeedMail<br />
Met FeedMail bent u, via e-mail, nog eerder<br />
op de hoogte <strong>van</strong> aanbiedingen of de<br />
komst <strong>van</strong> nieuwe of betere producten op<br />
het gebied <strong>van</strong> ruwvoeders, vochtige voeders,<br />
enkelvoudige voeders en strooisels.<br />
Meld u aan voor FeedMail via de “button” op<br />
www.farmfeed.eu<br />
Sojahullen als ruwvoerver<strong>van</strong>ger<br />
Bij de oliewinning uit sojabonen blijven<br />
twee producten over die geschikt zijn als<br />
veevoer: eiwitrijk sojaschroot en ruwe<br />
celstofrijke sojahullen.<br />
Sojaschroot is een bekende, veel gebruikte<br />
eiwitbron in de veevoeding. Sojahullen<br />
zijn juist in te zetten bij een ruwvoertekort.<br />
Ze bevatten veel goede en geleidelijk verteerbare<br />
ruwe celstof. Het fosforgehalte<br />
is laag en door de geleidelijke afbraak <strong>van</strong><br />
de ruwe celstof is de kans op pensverzuring<br />
nihil. Bij melkkoeien kunt u tot drie<br />
kilogram sojahullen in het rantsoen opnemen.<br />
Bespreek dit met uw voorlichter.<br />
Sojahullen zijn in brokvorm maar ook in<br />
ongeperste vorm beschikbaar. FarmFeed<br />
kan sojahullen geblazen en gekipt leveren<br />
in vrachten <strong>van</strong>af zestien ton. De prijs-/<br />
kwaliteitverhouding is gunstig, maar bij<br />
enkelvoudige voeders gelden dagprijzen.<br />
Vraag ons daarom naar een passende offerte.<br />
Sojahullen: (Gehalten per kg ds)<br />
Droge stof 88 %<br />
VEM 1021<br />
DVE 85<br />
OEB -17<br />
P 1,5<br />
13
14<br />
Reportage<br />
Eastland Frona 419, temidden <strong>van</strong> de familie Hilhorst (rechts) en <strong>ForFarmers</strong> voorlichter jongveeopfok Jordi Berends en rundveespecialist Henk Woolderink (links).<br />
Optimale jongveeopfok<br />
De basis voor een succesvolle<br />
melkkoe<br />
Familie Hilhorst uit Laag Keppel was in 2008 winnaar <strong>van</strong> de<br />
<strong>ForFarmers</strong> Unimel melkpoederactie. Ze wonnen het kalf Eastland<br />
Frona 419, afkomstig <strong>van</strong> fokker Oosterink uit Angeren. We zijn nu<br />
twee jaar verder en benieuwd hoe het met Frona 419 gaat.<br />
‘We ervaren haar als een mooi geschenk.<br />
Ze kwam bij ons als kalf <strong>van</strong> een half jaar<br />
oud en ze groeide zonder problemen goed<br />
mee met ons eigen jongvee. Eind maart <strong>van</strong><br />
dit jaar heeft ze haar tweede kalf gekregen.<br />
Haar eerste lijst heeft ze afgesloten met<br />
een productie <strong>van</strong> 7.1<strong>35</strong> liter, 4,15% vet,<br />
3,58% eiwit en een lactatiewaarde <strong>van</strong> 99”,<br />
vertellen melkveehouders Johan en Rita<br />
Hilhorst.<br />
Samen met hun zoon John runnen ze het<br />
melkveebedrijf. John is een fokkerijliefhebber<br />
en heeft er hobby aan om zelf de juiste<br />
stier bij de juiste melkkoe te kiezen. Hij kan<br />
dan ook precies vertellen met welke stieren<br />
Frona 419, zelf dochter <strong>van</strong> Survivor, is<br />
geïnsemineerd. “Op een leeftijd <strong>van</strong> vijftien<br />
maanden hebben we Frona 419 geïnsemineerd<br />
met Kian. Jammer genoeg kwam<br />
hier<strong>van</strong> geen levend kalf ter wereld. We kozen<br />
voor Kian omdat Frona zelf veel lengtemaat<br />
en melkrijkheid heeft. Daarentegen<br />
kan ze aan kracht en laatrijpheid compensatie<br />
gebruiken. Ook wil ik graag bloedlijnen<br />
benutten die meer de no-nonsense koe
fokken. De show is hobby en de slagroom<br />
op de taart. Maar ik geniet daar pas <strong>van</strong><br />
wanneer de dieren zonder extra aandacht<br />
met de veestapel meedraaien. De tweede<br />
inseminatie is <strong>van</strong> de stier Tiamo. Ze kreeg<br />
een vaarskalf, die hebben we nu in de opfok.<br />
Tot nu een onopvallend dier, maar we melken<br />
twee dochters <strong>van</strong> Tiamo en dat lijkt, ik<br />
zeg het niet gauw, uitzonderlijk goed. Véél<br />
kwaliteit in combinatie met jeugd. Ik wil<br />
overigens niet ongenoemd laten dat familie<br />
Oosterink een knappe prestatie heeft geleverd<br />
in het fokken <strong>van</strong> Frona.”<br />
Verschijning in de stal<br />
De ondernemers vertellen dat Frona 419<br />
een goede en praktische melkkoe is. Johan:<br />
“Haar beenwerk en uier zijn goed, maar ze<br />
is geen opvallende verschijning in de stal.<br />
Na de geboorte <strong>van</strong> haar tweede kalf zit ze<br />
nu op een melkproductie <strong>van</strong> ongeveer 37<br />
liter per dag met 4,64% vet en 3,26% eiwit.<br />
Haar lactatiewaarde is ook een punt toegenomen<br />
tot 100 punten.”<br />
Exterieurkenmerken<br />
Hilhorst neemt deel aan het bedrijfsinspectierapport.<br />
Dit geeft ze meer inzicht in de<br />
fokwaarde <strong>van</strong> de melkkoeien, vooral op<br />
het gebied <strong>van</strong> exterieur. Op basis <strong>van</strong> dit<br />
rapport krijgt elke melkkoe punten voor<br />
bepaalde exterieurkenmerken. Frona 419<br />
is als volgt gescoord: frame: 83, robuustheid:<br />
84, uier: 89, benen: 83 en algemeen<br />
voorkomen: 85.<br />
In september 2010 heeft Hilhorst Frona<br />
419 nog mee mogen nemen naar de fokkerijkeuring<br />
in Eibergen. “Helaas hebben we<br />
toen geen prijs met haar gewonnen, maar<br />
het is wel een leuke waardering dat ze mee<br />
kan komen met andere keuringskoeien. Ze<br />
draaide zeer goed mee. Samen met bedrijfsgenoot<br />
Ria (v. Paramount) stonden ze<br />
op de derde en vierde plaats in de kampioenskeuring<br />
bij de vaarzen.”<br />
Optimale jongveeopfok<br />
Goede melkkoeien komen deels voort uit<br />
het fokkerijbeleid, maar ook de jongveeopfok<br />
speelt een belangrijke rol. Wordt het<br />
jongvee goed verzorgd, dan kan het dier<br />
later als melkkoe goed presteren. Het jongvee<br />
bij Hilhorst wordt de eerste dagen na<br />
de geboorte opge<strong>van</strong>gen in eenlingboxen<br />
op stro. Daarna gaan ze over naar een<br />
groepshok op stro, waar ze Unimel kalveropfokmelk<br />
krijgen via een kalverdrinkautomaat.<br />
Dit bevalt de familie Hilhorst prima.<br />
Johan vertelt: “We hebben sinds 2007 een<br />
kalverdrinkautomaat. We kozen hiervoor<br />
<strong>van</strong>wege ons eigen gemak (beter voor de<br />
rug) en omdat het kalf nu een uitgekiendere<br />
voeding krijgt, dat beter past bij het<br />
dier. Het voordeel <strong>van</strong> een drinkautomaat<br />
is dat het kalf altijd melk kan drinken en dat<br />
de melk ook de juiste temperatuur heeft.”<br />
Voordeel kalverdrinkautomaat<br />
Een ander voordeel <strong>van</strong> de kalverdrinkautomaat<br />
is de mogelijkheid om in de wintermaanden<br />
de concentratie <strong>van</strong> het melkpoeder<br />
te verhogen. “Tijdens de koude<br />
maanden moet een kalf harder werken om<br />
haar lichaam op temperatuur te houden.<br />
We kunnen haar daarbij ondersteunen door<br />
geconcentreerdere melk aan te bieden.”<br />
De juiste instelling <strong>van</strong> het apparaat wordt<br />
besproken met Jordi Berends, specialist<br />
jongveeopfok bij <strong>ForFarmers</strong>.<br />
Jordi vertelt: “Een optimale jongveeopfok<br />
is <strong>van</strong> belang om te komen tot sterke en<br />
productieve vaarzen. De familie Hilhorst<br />
heeft dit goed in de gaten en zijn ook bereid<br />
om hierin te investeren. Door <strong>van</strong>af de<br />
geboorte tot aan het spenen een duidelijke<br />
structuur te hanteren, wordt er volop aandacht<br />
geschonken aan de kwetsbaarste<br />
periode in de jongveeopfok. Belangrijke<br />
punten daarbij zijn het minimaal tien dagen<br />
individueel huisvesten <strong>van</strong> de jonge kalveren,<br />
het voeren op de norm en het zo vlak<br />
mogelijk laten verlopen <strong>van</strong> veranderingen<br />
(bijvoorbeeld qua rantsoen). Daardoor zien<br />
we goede resultaten op het melkveebedrijf<br />
<strong>van</strong> Hilhorst.”<br />
John en jongveespecialist Jordi Berends controleren<br />
de afstelling <strong>van</strong> de kalverdrinkautomaat.<br />
BEDRIjFSGEGEVENS<br />
V.l.n.r.: John, Johan en rundveespecialist Henk<br />
Woolderdink analyseren het rantsoen.<br />
Johan, Rita en John Hilhorst uit Laag Keppel<br />
houden ruim 100 melkkoeien en hebben<br />
58 hectare grond ter beschikking. Tien<br />
hectare grond wordt benut voor de verbouw<br />
<strong>van</strong> mais, de overige grond is grasland.<br />
De koeien realiseren een gemiddelde productie<br />
<strong>van</strong> 10.303 kg melk met 4,26% vet<br />
en 3,54% eiwit. De gemiddelde leeftijd bedraagt<br />
4.08 jaar. Hilhorst vindt duurzaamheid<br />
belangrijk, ze zijn bewust bezig om de<br />
gemiddelde levensproductie <strong>van</strong> de veestapel<br />
te verhogen. “Op oudere leeftijd kunnen<br />
de koeien de productie gemakkelijker aan.”<br />
Hilhorst kiest voor een eenvoudig rantsoen<br />
voor de melkkoeien. Ze krijgen vooral gras<br />
en mais, daar wordt nog drie tot vier kg<br />
graanborstel als eiwitbron en krachtvoerver<strong>van</strong>ger<br />
bijgevoerd. Verder krijgen de<br />
koeien vruchtbaarheidsmineralen. Tijdens<br />
warme dagen besteed Hilhorst extra aandacht<br />
aan het voorkomen <strong>van</strong> hittestress bij<br />
de melkkoeien. Hij geeft ze dan natriumbicarbonaat<br />
door het rantsoen.<br />
De droogstaande koeien blijven binnen<br />
en worden in twee groepen gehouden. De<br />
eerste groep (begin droogstand) krijgt<br />
meer structuur in de vorm <strong>van</strong> graszaadhooi<br />
(roodzwenkgras). De tweede groep,<br />
die in de laatste twee tot drie weken voor<br />
kalven zit, krijgt meer <strong>van</strong> het rantsoen <strong>van</strong><br />
de melkkoeien. Beide groepen krijgen ook<br />
droogstandsmineralen.<br />
De pasgeboren kalveren krijgen de eerste<br />
week biestmelk, daarna gaan ze naar een<br />
kalverdrinkautomaat. Kalveren die <strong>van</strong> de<br />
melk af zijn krijgen graskuil en krachtvoerbrok.<br />
In juni gaat het jongvee, dat minimaal<br />
acht maanden oud is, naar buiten en dan<br />
krijgen ze alleen vers weidegras.<br />
De ambitie <strong>van</strong> Hilhorst:<br />
Gestaag groeien en zorgen dat het bedrijf<br />
kan worden voortgezet door zoon John.<br />
15
16<br />
Tips bij nieuwbouw in<br />
de rosékalverhouderij<br />
De rosésector heeft zich de laatste vijf jaar sterk geprofessionali-<br />
seerd. De sector is volop in ontwikkeling. Er vindt veel nieuwbouw<br />
<strong>van</strong> rosékalverstallen plaats. In dit artikel geven wij u een aantal<br />
adviezen en aanbevelingen met betrekking tot de nieuwbouw.<br />
Plannen beginnen met het bepalen <strong>van</strong> de<br />
toekomstvisie <strong>van</strong> het bedrijf. Wij raden<br />
u aan uw plan voor te leggen aan de accountant<br />
en eventueel de bank. Als deze<br />
partijen positief staan tegenover uw plannen,<br />
dan kunt u de afdeling BOMAP <strong>van</strong><br />
<strong>ForFarmers</strong> inschakelen. Zij stellen vast of<br />
de plannen ook haalbaar zijn binnen de huidige<br />
wet- en regelgeving.<br />
BOMAP werkzaamheden<br />
Allereerst controleert BOMAP het bestemmingsplan.<br />
De grootte <strong>van</strong> uw bouwblok<br />
is belangrijk, maar zeker zo belangrijk is<br />
bijvoorbeeld het feit of uw locatie aangemerkt<br />
is als intensieve locatie (reconstructiegebieden)<br />
of dat er voldoende grond beschikbaar<br />
is om uitbreiding onder de vlag<br />
<strong>van</strong> grondgebonden veehouderij te kunnen<br />
realiseren. Dit verschilt per provincie en<br />
gemeente.<br />
Zodra er bestemmingsplantechnisch voldoende<br />
mogelijkheden zijn, kijken we naar<br />
de wetgeving rondom Natura 2000. Elke<br />
provincie heeft hier een eigen beleid in, dit<br />
betekent dus maatwerk. Daarna is de wet<br />
“Ammoniak en Veehouderij” aan de beurt.<br />
Hierbij is het <strong>van</strong> belang of de locatie buiten<br />
de 250 meter <strong>van</strong> een verzuringsgevoelig<br />
gebied ligt.<br />
Natuurlijke of mechanische ventilatie<br />
Als al deze punten positief zijn bekijken<br />
we de wet “Geurhinder en veehouderij”.<br />
Dit gaat om de beoordeling of er qua geur<br />
voldoende ruimte voor de uitbreiding is ten<br />
opzichte <strong>van</strong> een geurgevoelig object in de<br />
buurt. In de rosékalverhouderij wordt <strong>van</strong><br />
oudsher natuurlijke ventilatie toegepast.<br />
Deze vorm veroorzaakt meer geurhinder<br />
dan het toepassen <strong>van</strong> mechanische ventilatie.<br />
Soms geeft het toepassen <strong>van</strong> mechanische<br />
ventilatie dus meer uitbreidingsmogelijkheden.<br />
Op dit moment worden er door de overheid<br />
nog geen aanvullende eisen op het gebied<br />
<strong>van</strong> emissie gesteld, maar voor deelname<br />
aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (bij<br />
toepassen <strong>van</strong> MIA/Vamil) is het gebruik<br />
<strong>van</strong> een emissiearm systeem noodzakelijk.<br />
Momenteel lopen er proeven met verschillende<br />
systemen in roostervloeren, luchtwassers<br />
en mestbanden. Overweeg of dit<br />
voor u ook interessant kan zijn.<br />
Kunnen uw plannen volgens de huidi<br />
worden, dan is het tijd voor de bouwt<br />
handige leidraad.<br />
Opfok<br />
• In een opfokstal is 1,5 m² per dier<br />
verplicht.<br />
• Het is aan te raden de ligplaatsen te<br />
verwarmen. Dit kan bijvoorbeeld door<br />
vier leidingen onder de houten roosters<br />
te monteren. Tijdens de koude dagen<br />
<strong>van</strong> afgelopen winter kunnen de hokken<br />
extra verwarmd worden.<br />
• Zorg voor gasaansluitingen op logische<br />
plaatsen, bijvoorbeeld in de voerkeuken<br />
en bij luchtinlaten.<br />
• Brede gangpaden zorgen voor veel<br />
werkplezier en bieden in de toekomst<br />
kansen voor automatisering <strong>van</strong> het<br />
voersysteem.<br />
Afmest<br />
• In een afmeststal is 1,8 m² per dier verplicht,<br />
maar meer ruimte (2 m²) heeft<br />
positieve effecten op de ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> de dieren. Zorg voor voldoende<br />
vreetruimte aan het voerhek en maak<br />
de stallen niet te diep om een goed<br />
overzicht te houden.<br />
• Zorg voor stevig, gemakkelijk hanteerbaar<br />
en draaibaar hekwerk. We raden<br />
u aan om de schoftboom aan de kant<br />
<strong>van</strong> de voergang voor de staander te<br />
monteren, zodat er meer ruimte voor<br />
het kalf ontstaat.<br />
• Maak een weloverwogen beslissing<br />
met betrekking tot het ventilatiesysteem.<br />
De voordelen <strong>van</strong> het mecha-
ge wet- en regelgeving gerealiseerd<br />
ekening. Onderstaande tips zijn een<br />
nisch ventileren (onderdruk- of voergangventilatie)<br />
zijn bijvoorbeeld het<br />
constante stalklimaat, het hebben <strong>van</strong><br />
meer mogelijkheden op emissiegebied<br />
en de mogelijkheid tot het inbouwen<br />
<strong>van</strong> groeicurven, die rekening houden<br />
met de groei <strong>van</strong> de kalveren.<br />
• Dakisolatie wordt steeds meer toegepast.<br />
Het voordeel <strong>van</strong> isolatie is de<br />
betere geleiding <strong>van</strong> luchtstromen en<br />
de geringere temperatuursverschillen<br />
in de stal. Het isoleren <strong>van</strong> muren levert<br />
als voordeel dat er in koude jaargetijden<br />
geen condensvorming aan de<br />
binnenzijde <strong>van</strong> de muur optreedt.<br />
• Vloeren zijn er in alle soorten en maten.<br />
Kies voor een systeem waarbij<br />
op langere termijn nog aanpassingen<br />
mogelijk zijn op het gebied <strong>van</strong> emissie<br />
en comfort. Zo blijft u flexibel in uw<br />
bedrijfsvoering.<br />
• Zorg voor voldoende licht, zonder<br />
daarbij overbodige warmte binnen te<br />
halen. Voorkom lichtplaten op de zonkant,<br />
kies liever voor natuurlijk licht via<br />
de zijkanten en de kopgevel. Kunstlicht<br />
in de vorm <strong>van</strong> natrium-lampen, LED-<br />
TL of HF-TL doen ook hun intrede in de<br />
rosésector. Het advies blijft 16 uur licht<br />
en 8 uur donker.<br />
• Water, in de vorm <strong>van</strong> ruime waterbakjes,<br />
is aan te bevelen. Zorg voor een<br />
rondpompsysteem met verwarmingselement.<br />
Voorraadvaten e.d. zijn vaak<br />
een bron <strong>van</strong> bacteriën, laat deze liever<br />
achterwege.<br />
Hittestress bij geiten<br />
De lammerij, de meest intensieve periode in de geitenhouderij, is<br />
voor de meesten alweer achter de rug. De verse geiten zijn opgestart,<br />
het is nu tijd om vooruit te kijken. De warme maanden <strong>van</strong><br />
het jaar vragen om extra maatregelen, zodat de (producerende)<br />
geiten goed op de been blijven.<br />
Jaarlijks ervaart een geit stress door een<br />
combinatie <strong>van</strong> een te hoge temperatuur<br />
gepaard met een hoge luchtvochtigheid. De<br />
huisvesting heeft invloed op de mate <strong>van</strong><br />
stress. Wanneer de dieren het klimaat als<br />
onprettig ervaren, zoeken ze de meest koele<br />
plekjes op. Beton is dan bijvoorbeeld een geliefde<br />
plek om te gaan liggen.<br />
In tijden <strong>van</strong> hittestress worden druk bezette<br />
plekken, zoals bij de waterbakken, extra<br />
smerig. Vochtige plekken creëren een goed<br />
klimaat voor ziekteverwekkers en vliegen. De<br />
kans op uierontsteking en een toename <strong>van</strong><br />
het celgetal is dan ook hoger. U kunt vochtige<br />
plekken drogen door bijvoorbeeld Brecalsan<br />
Box te strooien. Dit kalkpoeder zorgt voor<br />
een, voor ziekteverwekkers, ongunstige pH.<br />
Voedingstechnische aanpassingen<br />
Hittestress uit zich ook in een verlaagde drogestofopname.<br />
Daarnaast laten de dieren<br />
minder herkauwactiviteit zien. Hierdoor is<br />
een lagere productie in zowel liters als gehalten<br />
te verwachten. Wij adviseren u om de<br />
pens in de zomermaanden te ‘bufferen’. Hiermee<br />
voorkomt u een pH-daling in de pens. Dit<br />
kan door natriumbicarbonaat te verstrekken.<br />
Vanwege het ‘korte’ effect in de pens is het<br />
wel <strong>van</strong> belang dat de geiten dit product de<br />
gehele dag kunnen opnemen.<br />
Bij <strong>ForFarmers</strong> kunt u Univit Buffer bestellen.<br />
Dit mineralenmengsel realiseert een langdurige<br />
buffering <strong>van</strong> de pens.<br />
Ook drinkwater is een stabilisator <strong>van</strong> de<br />
pens. Zeker met warm weer is de behoefte<br />
aan drinkwater groot. Geef de geiten onbeperkt<br />
de beschikking tot vers drinkwater.<br />
Algemene tips bij warm weer:<br />
• Vermijd stressvolle situaties, zoals<br />
klauwbekappen, in de warmste periode<br />
• Denk tijdig aan het uitmesten. Hoe minder<br />
mest in de pot, hoe minder warmte<br />
op stal<br />
• Maak uw windbreekgaas schoon voor<br />
extra luchtinlaat<br />
• Geef onbeperkt vers drinkwater<br />
• Meten is weten! Stem de giften <strong>van</strong><br />
pensbuffers af op de temperatuur en<br />
luchtvochtigheid<br />
• Bied vaker vers voer met geleidelijk verteerbare<br />
krachtvoeders aan<br />
17
18<br />
Fosfaatefficiëntie:<br />
eerste praktijkcijfers 2010<br />
Uit het rekenprogramma Check, dat wordt gebruikt om uw mestboekhouding te maken, kan <strong>ForFarmers</strong><br />
de fosfaatefficiëntie herleiden. Daartoe is per bedrijf de aangevoerde hoeveelheid fosfaat gerelateerd<br />
aan de hoeveelheid fosfaat in de afgevoerde dierlijke producten (kg big of kg varkensvlees). Via een<br />
tussenberekening is de gemiddelde fosfaatbenutting bekeken.<br />
Uit een inventarisatie <strong>van</strong> de eerste praktijkberekeningen<br />
<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>-klanten<br />
over het jaar 2010 blijkt dat de zeugenhouders<br />
een gemiddelde fosfaatbenutting bereiken<br />
<strong>van</strong> 40,1% terwijl de vleesvarkenshouders<br />
op een niveau <strong>van</strong> 48,2% uitkomen.<br />
Vergeleken met de landelijke cijfers over de<br />
periode 2007-2009 (zie tabel) betekent dit<br />
een duidelijk verbeterde efficiëntie op de<br />
bedrijven <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>-klanten.<br />
In het programma Check zijn intussen 250<br />
berekeningen <strong>van</strong> klanten opgenomen. Het<br />
gaat dan om de berekening <strong>van</strong> de stalbalans<br />
<strong>van</strong> heel 2010, dit is een officiële berekening<br />
die elke varkenshouder aan het<br />
begin <strong>van</strong> het jaar verplicht moet insturen<br />
naar de overheid.<br />
Voor bepaling <strong>van</strong> bovengenoemde benuttingpercentages<br />
is een selectie gemaakt<br />
<strong>van</strong> bedrijven waar alleen maar zeugen<br />
liggen of alleen maar vleesvarkens, dit om<br />
een goede beoordeling <strong>van</strong> het kengetal<br />
per diercategorie mogelijk te maken.<br />
Eerste conclusies<br />
• Zeugenhouderij<br />
De overheid heeft zich, in overleg met de<br />
sector, als doel gesteld om in 2013 uit te<br />
komen op een gemiddelde benutting op<br />
zeugenhouderijen <strong>van</strong> 43% terwijl het
niveau over de periode 2007-2009 rond de<br />
37% lag. Bij de <strong>ForFarmers</strong> klanten ligt de<br />
benutting nu op 40,1%, dus hier is men ongeveer<br />
halverwege met het realiseren <strong>van</strong><br />
de doelstelling.<br />
Wanneer we echter kijken naar de spreiding<br />
tussen de bedrijven, dan blijkt dat slechts<br />
één op de vier zeugenbedrijven boven de<br />
42% scoort en één op de acht bedrijven boven<br />
de 43%. In de komende periode zullen<br />
we met name de goed scorende zeugenbedrijven<br />
verder analyseren, zodat we kunnen<br />
verklaren waarom deze bedrijven beter uitkomen<br />
met hun benutting.<br />
• Vleesvarkenshouderij<br />
De doelstelling voor de vleesvarkenssector<br />
is het bereiken <strong>van</strong> een gemiddelde benutting<br />
<strong>van</strong> 47% in 2013. Positief is dus dat<br />
Diercategorie Gem. landelijk<br />
2007-2009<br />
EEn fosfaatEfficiëntiE <strong>van</strong> 59%<br />
De fosfaatefficiëntie op het vleesvarkensbedrijf <strong>van</strong> Wilfried<br />
Zieverink uit Ruurlo ligt op 59%. Hij realiseert dus zeer efficiënte<br />
resultaten. Waardoor komt dit?<br />
onze klanten, op basis <strong>van</strong> een eerste inventarisatie,<br />
gemiddeld genomen dit niveau<br />
in 2010 al bereikten. Het is wel zo<br />
dat op individueel niveau ongeveer de helft<br />
<strong>van</strong> de bedrijven een lagere benutting kent.<br />
Zij zullen tot 2013 een verbetering moeten<br />
doorvoeren. Om deze bedrijven te ondersteunen,<br />
zorgen we voor extra inzicht in<br />
de fosfaatefficiëntieverbetering op vleesvarkensbedrijven.<br />
We weten dat met name<br />
het kengetal voederconversie een grote invloed<br />
heeft op de benutting <strong>van</strong> het aangevoerde<br />
fosfaat.<br />
Vervolg<br />
We verwachten op korte termijn <strong>van</strong> in<br />
totaal ongeveer 400 bedrijven de fosfaatefficiëntie<br />
in beeld te brengen. Op basis<br />
<strong>van</strong> deze informatie analyseren we in welke<br />
De klanten <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> scoren gemiddeld gelijk tot beter dan de landelijke streefwaarden<br />
Fosfaatefficiëntie in procenten bij <strong>ForFarmers</strong> ten opzichte <strong>van</strong> de landelijke cijfers. De landelijke cijfers <strong>van</strong> 2010 zijn nog niet bekend.<br />
Gem. <strong>ForFarmers</strong><br />
2010<br />
mate de efficiëntie te verbeteren is door<br />
het nemen <strong>van</strong> managementmaatregelen.<br />
Handvatten voor het adviseren op dit gebied<br />
komen voort uit het analyseren <strong>van</strong> de<br />
bedrijfsvoering <strong>van</strong> bedrijven, die bovengemiddeld<br />
presteren.<br />
Per diercategorie wordt, met name voor<br />
de groep varkenshouders die onvoldoende<br />
scoren, een plan <strong>van</strong> aanpak opgesteld.<br />
Met dit plan <strong>van</strong> aanpak werkt de voorlichter<br />
samen met de varkenshouder gericht<br />
aan verbetering <strong>van</strong> de fosfaatbenutting.<br />
Deze maatregelen (bijv. een verlaging <strong>van</strong><br />
het voerverbruik) leveren geld op!<br />
In een volgende editie <strong>van</strong> Voertaal zullen<br />
we nader op de te nemen maatregelen ingaan.<br />
Streefwaarde<br />
landelijk <strong>2011</strong><br />
Streefwaarde<br />
landelijk 2012<br />
Zeugen 37 40 40 43<br />
Vleesvarkens 41 48 44 47<br />
Wilfried Zieverink<br />
“Dit zal vooral komen door de scherpe voederconversie die Zieverink realiseert. Deze ligt op zijn bedrijf bij 2,47, terwijl een<br />
gemiddeld vleesvarkensbedrijf rond de 2,60 scoort. Hieruit concludeer ik dat de vleesvarkens bij Zieverink het voer beter benutten”,<br />
vertelt Rene Kuipers, technisch specialist varkenshouderij bij <strong>ForFarmers</strong>.<br />
Wilfried bevestigt deze aanname. Niet alleen via Agroscoop ® heeft hij inzicht in de technische prestaties <strong>van</strong> zijn 750 vleesvarkens.<br />
Hij houdt ook al jaren deze prestaties in Excel werkbladen bij, waardoor hij kan aantonen dat de voederconversie scherp<br />
is. “De voeropname/dier/dag ligt rond de 2,15. We voeren wel voeders met een hoog EW-gehalte, het luxere voer. Dit past<br />
het beste bij de Topigs 50 x Pietrain, het type varken dat ik huisvest. Iedere varkenshouder zal weten dat de voederconversie<br />
scherper is bij voer met een hoger EW-gehalte.”<br />
De gezondheid <strong>van</strong> de dieren speelt ook een rol bij het realiseren <strong>van</strong> een scherpe voederconversie. Zieverink past all-in/all-out<br />
per stal toe. Voordat er nieuwe varkens komen maakt hij alles goed schoon. “Verder werk ik met gezond uitgangsmateriaal.<br />
De biggen <strong>van</strong> de fokker realiseren een hoge gezondheid, ik krijg een goed product, hoef nauwelijks medicijnen in te zetten.”<br />
Een ander kengetal waar Zieverink goed op scoort is de classificatie <strong>van</strong> de varkens. De dieren realiseren veel spier en weinig<br />
spek. “Op het laatste classificatieformulier stond dat de dieren 67 mm spier hadden. Dit is wel erg hoog, meestal realiseren de<br />
dieren die ik aflever een spierdikte <strong>van</strong> 63 mm. Maar dit toont wel aan hoe efficiënt de dieren met het voer om kunnen gaan.”<br />
19
20<br />
Reportage<br />
Varkenshouder Toebes realiseert<br />
een dierdagdosering <strong>van</strong> 3,32<br />
De omschakeling naar een vierwekensysteem heeft de dierge-<br />
zondheid op het varkensbedrijf <strong>van</strong> Clemens Toebes uit Harreveld<br />
verbeterd. Van een dierdagdosering <strong>van</strong> 11,54 in 2009 daalde het<br />
bedrijf naar een huidige dierdagdosering <strong>van</strong> 3,32. Toebes reali-<br />
seert dit op een bestaand bedrijf, met stallen <strong>van</strong> vijftien jaar oud<br />
en zonder SPF-uitgangsmateriaal.<br />
“Het is voor ons geen doel op zich geweest<br />
om zo laag mogelijk uit te komen in dierdagdosering.<br />
Maar we merken dat de omschakeling<br />
<strong>van</strong> een weeksysteem naar een<br />
vierwekensysteem voor veel profijt heeft<br />
gezorgd. De gezondheid <strong>van</strong> de dieren is<br />
verbeterd en de werkzaamheden zijn beter<br />
in te plannen.”<br />
Varkenshouder Clemens Toebes vertelt en-<br />
thousiast over de omschakeling naar een<br />
vierwekensysteem en de voordelen, die<br />
hij nu ervaart. Wat heeft de omschakeling<br />
opgeleverd? “In het afgelopen halfjaar is<br />
het aantal levend geboren biggen per zeug<br />
praktisch gelijk gebleven, maar de uitval tot<br />
spenen is gedaald <strong>van</strong> 12% naar 8,7% en de<br />
uitval na spenen is gedaald <strong>van</strong> 2,5% naar<br />
2%. Daardoor zien we in totaal toch vier<br />
procent minder uitval en daardoor dus meer<br />
gespeende biggen per zeug/jaar.”<br />
Kengetal dierdagdosering<br />
De verbetering in de gezondheid is tevens<br />
duidelijk terug te vinden in de dierdagdosering.<br />
In 2009 bedroeg dit getal bij Toebes<br />
11,54; in 2010 5,38 en op dit moment ligt<br />
het op 3,32. <strong>ForFarmers</strong> dierenarts Rutger<br />
Jansen is benieuwd naar de middelen, die<br />
Toebes nog wel inzet. “We gebruiken nog<br />
antibiotica tegen luchtwegproblemen bij<br />
biggen.” Rutger vraagt aan de varkenshouder,<br />
waarom er in 2009 nog een dierdagdosering<br />
<strong>van</strong> 11,54 was. “We hebben <strong>van</strong>wege<br />
hoest toen een koppelbehandeling bij de gespeende<br />
biggen toegepast.” Rutger: “Een<br />
koppelbehandeling telt zwaarder mee in de<br />
uiteindelijke berekening <strong>van</strong> de dierdagdosering<br />
(zie kader), waardoor het bedrijf dus<br />
al snel een hogere dierdagdosering krijgt.<br />
Maar de 11,54 die Toebes toen scoorde, is<br />
ook al zeer netjes.”
Toename diergezondheid<br />
Na de omschakeling naar een meerwekensysteem<br />
is de dierdagdosering nog meer<br />
gedaald. Dat komt, omdat de diergezondheid<br />
is toegenomen. Toebes kan nu all-in/<br />
all-out toepassen, de diergroepen gescheiden<br />
houden en ze trekken kleding en schoeisel<br />
per diergroep aan. “Na elke ronde zijn de<br />
kraamhokken leeg en worden ze schoongemaakt<br />
en ontsmet. En we werken met verschillende<br />
kleuren overalls en laarzen, wisselen<br />
per afdeling <strong>van</strong> naald en handschoen<br />
enzovoort. Ook op twee vleesvarkensbedrijven<br />
wordt all-in/all-out toegepast. Hier<br />
wordt in drie keer afgeleverd (voorlopers,<br />
middengroep en achterblijvers), waarna de<br />
stal schoongemaakt kan worden. De twee<br />
grotere vleesvarkensbedrijven leggen twee<br />
leeftijden op. De biggen komen per sexe en<br />
grootte bij elkaar in een hok.”<br />
Toebes merkt op dat de technische resultaten<br />
op de vleesvarkensbedrijven omhoog<br />
gaan dankzij de toename <strong>van</strong> de diergezondheid<br />
op zijn bedrijf.<br />
Aandacht voor medicijnreductie<br />
Toebes is bewust bezig met medicijnreductie.<br />
Hij vertelt: “In het kader <strong>van</strong> maatschap-<br />
pelijke acceptatie <strong>van</strong> de varkenssector<br />
moeten we kritisch kijken naar de medicijnen<br />
die gegeven worden. Vooral na de<br />
MRSA-problematiek moeten we als sector<br />
de doelstellingen voor reductie gewoon halen.<br />
Ik heb het idee dat veel varkenshouders<br />
hier serieus mee aan de slag zijn. Toch ervaar<br />
ik, dat medicatie soms noodzakelijk is.”<br />
Rutger Jansen vult aan dat het soms niet<br />
anders kan. “Maar er zijn wel verschillende<br />
opties. De dierenarts kan eerste, tweede, of<br />
derde keus middelen voorschijven. Eerste<br />
keus middelen zijn veilig en smalwerkend.<br />
Tweede keus middelen werken breder en<br />
derde keus middelen kunnen ingezet worden<br />
wanneer andere antibiotica niet helpen.<br />
Alleen vind ik dat er ook naar andere managementmaatregelen<br />
moet worden gekeken.<br />
Bijvoorbeeld een aanpassing in het klimaat<br />
of de voeding. <strong>ForFarmers</strong> zorgt voor<br />
de juiste voedingstechnische aanpassingen.<br />
En met behulp <strong>van</strong> de Pigcare ® -Scan kunnen<br />
we de biosecurity op het bedrijf beoordelen.<br />
Zo krijgt de varkenshouder tips op welk gebied<br />
hij het management kan aanpassen ter<br />
verbetering <strong>van</strong> de diergezondheid.”<br />
UitlEg ovER hEt kEngEtal diERdagdosERing (ddd)<br />
Het kengetal dierdagdosering (DDD) is opgesteld om het antibioticagebruik op bedrijven<br />
onderling met elkaar te kunnen vergelijken. Het kengetal is de optelsom <strong>van</strong><br />
de behandelde kilo’s dier delen door het gemiddeld aantal aanwezige kilo’s levende<br />
have.<br />
Als eerste de optelsom <strong>van</strong> de behandelde kilo’s dier. Van alle geleverde antibiotica<br />
wordt per jaar berekend hoeveel kilo levend dier hiermee behandeld kan worden. Preparaten<br />
met een langere werkingsduur tellen zwaarder. Naxcel (derde keus middel) is<br />
bijvoorbeeld vijf dagen werkzaam per dosering, Procpen (eerste keus middel) is dat<br />
slechts één dag.<br />
Ten tweede het gemiddeld aantal aanwezige kilo’s levende have op het bedrijf. Hiervoor<br />
gelden de volgende criteria (methode volgens het LEI/MARAN):<br />
Aantal gemiddeld aanwezige zeugen x 220 kilo<br />
Aantal gemiddeld aanwezige gelten x 107,5 kg<br />
Aantal gemiddeld aanwezige volwassen beren x <strong>35</strong>0 kg<br />
Aantal aanwezige kilo’s biggen wordt gebaseerd op aantal zeugen x 5,7 x 12,5 kg<br />
Aantal gemiddeld aanwezige vleesvarkens x 70,2 kg<br />
Het LEI heeft op basis <strong>van</strong> een steekproef onder 48 zeugenbedrijven en 72 vleesvarkenbedrijven,<br />
een schatting gemaakt <strong>van</strong> het Nederlands gemiddelde. Zeugenbedrijven<br />
realiseren in deze rapportage (MARAN 2009) een gemiddelde <strong>van</strong> 25 DDD<br />
en vleesvarkenbedrijven komen uit op een gemiddelde <strong>van</strong> 16 DDD. Het werkelijk<br />
Nederlands gemiddelde ligt tussen de 21 en 30 voor zeugenbedrijven en tussen de 11<br />
en 20 voor vleesvarkenbedrijven. Gesloten bedrijven kunnen de DDD berekenen per<br />
diergroep. Dit alles is mogelijk via de site www.antibioticawijzer.nl.<br />
BEDRIjFSGEGEVENS<br />
Mariët en Clemens Toebes.<br />
Clemens en Mariët Toebes uit Harreveld (Gld.)<br />
hebben samen met Clemens broer Willy en<br />
zijn vrouw Marion en zoon Derk meerdere varkensbedrijven.<br />
Clemens en Mariët verzorgen<br />
vijfhonderd vermeerderingszeugen incl. biggenopfok.<br />
Op de gesloten locatie in Zieuwent<br />
waar Willy met zijn gezin woont, worden 400<br />
Finse fokzeugen gehouden. Deze zijn voor de<br />
fokkerij <strong>van</strong> Topigs 50 fokzeugen. Deze zeugen<br />
zijn vrij <strong>van</strong> een zevental aandoeningen,<br />
waaronder Mycoplasma en APP. Deze hoge<br />
gezondheidsstatus vormt indirect de basis, samen<br />
met de weerstand en robuustheid, <strong>van</strong> de<br />
Topigs 50, voor de lage aantal dierdagdoseringen<br />
(DDD). Clemens en Mariët kruisen deze<br />
Topigs 50 zeugen met Pietrain.<br />
De biggen gaan na tien weken naar meerdere<br />
vleesvarkensbedrijven. Zo heeft Toebes twee<br />
stallen <strong>van</strong> 2.000 en 1.800 vleesvarkens en<br />
maken ze gebruik <strong>van</strong> een vaste afnemer voor<br />
540 dieren en een voergeldstal voor 750 dieren.<br />
De vleesvarkens worden geleverd aan de<br />
Duitse slachterij Westfleisch. De overtallige<br />
biggen worden via Reuling Intervar afgezet.<br />
Toebes wordt bij de voeding geadviseerd door<br />
voorlichter Roy Nieuwenhuis. De volgende<br />
producten worden ingezet: In de kraamstal<br />
krijgen de zeugen Super Smullacto. Na spenen<br />
(tot insemineren) krijgen ze Bronstbooster<br />
en extra melasse (Smulextra Stroop). In<br />
de wachtstal en de zeugen aan het begin <strong>van</strong><br />
de dracht krijgen Super Grodra. Aan het einde<br />
<strong>van</strong> de dracht wordt Super Maxitop gegeven.<br />
De biggen krijgen <strong>van</strong>af vijf dagen leeftijd<br />
Nuklospray Yoghurt en <strong>van</strong>af veertien dagen<br />
leeftijd wordt geleidelijk overgeschakeld<br />
op Bambig. Na spenen krijgen de biggen<br />
eerst 0,3 kg Bambig in droogvoer. In<br />
een dag of drie wordt dan overgeschakeld<br />
op Super Speenkorrel. Om hierbij een<br />
speendip te voorkomen, voert Toebes gedurende<br />
vier dagen Bambig in brijvorm bij.<br />
Op het drinkwater <strong>van</strong> de gespeende biggen<br />
zit Selko-pH.<br />
De ambitie <strong>van</strong> Toebes:<br />
technisch goed blijven draaien met dieren<br />
met een hoge gezondheid.<br />
21
22<br />
Structureel biggen w<br />
De aanleiding voor <strong>ForFarmers</strong> om de bigvitaliteitscheck te ont-<br />
wikkelen is dat het aantal biggen per zeug per jaar enorm stijgt,<br />
maar de bigvitaliteit <strong>van</strong> de extra geboren biggen vaak achter-<br />
blijft. Om ook de extra biggen vitaal op de wereld te zetten, is<br />
goede zeugenvoeding belangrijk. Inzicht in de geboortegewichten<br />
<strong>van</strong> de biggen is een handig hulpmiddel om het beste voedings-<br />
advies te kunnen geven.<br />
Varkenshouders en onze voorlichters<br />
zijn enorm enthousiast over de bigvitaliteitscheck.<br />
Deze aanpak geeft extra<br />
structuur in de begeleiding op het boerenerf.<br />
Het eerste jaar verliep zo succesvol<br />
dat inmiddels meerdere bedrijven<br />
voor de tweede keer aan het wegen zijn.<br />
Uit de praktijk blijkt dat wegen een gemakkelijke<br />
manier is om inzicht te krijgen<br />
in de bigvitaliteit. Het zijn cijfers die spreken.<br />
De bedrijven, die al vroeg mee hebben<br />
gedaan aan de bigvitaliteitscheck,<br />
willen meer. Ze hebben de adviezen, die<br />
bij de eerste weging zijn ontstaan, opgevolgd,<br />
aanpassingen gedaan en nu willen<br />
ze graag monitoren of de aanpassingen<br />
effect hebben gehad of dat er nog andere<br />
maatregelen moeten worden genomen<br />
In overleg met de voorlichter pakken varkenshouders<br />
de bigvitaliteitscheck structureel<br />
op in het begeleidingsprogramma.<br />
25,0%<br />
20,0%<br />
15,0%<br />
10,0%<br />
5,0%<br />
0,0%<br />
Procentuele verdeling geboortegewichten (gram/big)<br />
Dankzij de bigvitaliteitscheck ont<strong>van</strong>gen<br />
ze zinvolle informatie en nieuwe inzichten<br />
op dit deelgebied.<br />
Uniformiteit<br />
Biggewicht is dé belangrijkste maat voor<br />
bigvitaliteit. Zwaardere biggen groeien<br />
harder en hebben een hogere overlevingskans.<br />
Naast het biggewicht is uniformiteit<br />
binnen de toom belangrijk. Uniformiteit<br />
geeft minder werk en een betere<br />
diergezondheid, omdat er minder biggen<br />
worden overgelegd. Daarbij vertaalt een<br />
hoog biggewicht zich ook naar voordelen<br />
voor de vleesvarkenshouders, met name<br />
in de groei per dag. 500 gram geboortewicht<br />
extra resulteert namelijk ook in 50<br />
gram groei extra bij het vleesvarken.<br />
Naar behoefte voeren<br />
Ook andere parameters op het bedrijf<br />
spelen een rol bij de resultaten. Om een<br />
nog beter inzicht te krijgen wordt er dit<br />
Grafiek 1. Bijsturen na wegen geeft resultaat<br />
De kolommen geven de procentuele verdeling <strong>van</strong> de wegingen weer. De rode lijn is het streeftraject en de<br />
blauwe lijn geeft de praktijk <strong>van</strong> alle 50.000 wegingen (<strong>van</strong> alle deelnemende bedrijven) weer.<br />
2de weging: apr <strong>2011</strong><br />
1ste weging: jan <strong>2011</strong><br />
Streven<br />
Praktijk<br />
< 700 700 - 900 900 - 1100 1100 - 1300 1300 - 1500 1500 - 1700 1700 - 1900 > 1900
egen is zinvol<br />
jaar extra aandacht besteed aan de relaties<br />
tussen bigvitaliteit en bijvoorbeeld<br />
genetica, het verloop in spekdikte bij de<br />
zeug en het gehanteerde voerschema.<br />
Voer daarbij naar behoefte en beoordeel<br />
daarbij iedere fase <strong>van</strong> de cyclus. De conditie<br />
<strong>van</strong> de zeug is erg belangrijk. Zeugen<br />
in een ruime conditie werpen vaak<br />
lichtere biggen en een hoger aantal doodgeboren<br />
biggen.<br />
Lichte biggen<br />
In grafiek 1 zijn de resultaten weergegeven<br />
<strong>van</strong> een praktijkweging met lichte<br />
biggen. In januari, bij de eerste weging<br />
(blauwe kolom) bleken er teveel lichte<br />
biggen te zijn. Het gemiddelde toomgewicht<br />
lag net iets onder de 20 kg. Lichte<br />
biggen leiden tot een hogere uitval bij<br />
de biggen, daarnaast vertaalt het zich<br />
ook door naar het uiteindelijke vleesvarkensbedrijf<br />
waar de varkens minder hard<br />
groeien.<br />
Na de eerste weging was het advies om de<br />
zeugen in de kraamstal meer te voeren dan<br />
in de vorige cyclus. Er werd altijd zuinig gevoerd<br />
en de eindvoergift was nooit hoger<br />
dan 6 kg. Hieruit concludeerde de voorlichter<br />
dat de voergift te langzaam werd verhoogd.<br />
Hij adviseerde om in de eerste week<br />
na werpen sneller met de voergift omhoog<br />
te gaan, waardoor de zeugen binnen een<br />
week op 4,8 kg voer zitten. Dit moest dan<br />
vervolgens opgebouwd worden naar een<br />
eindvoergift <strong>van</strong> 7 kg.<br />
De resultaten <strong>van</strong> dit advies staan in de<br />
Grafiek 2. Goede verdeling toch aanleiding tot verdieping<br />
30,0%<br />
25,0%<br />
20,0%<br />
15,0%<br />
10,0%<br />
5,0%<br />
0,0%<br />
Bedrijf<br />
Pierik<br />
Streefwaarde<br />
Praktijk<br />
< 700 700 - 900 900 - 1100 1100 - 1300 1300 - 1500 1500 - 1700 1700 - 1900 > 1900<br />
meet BigvitAliteit voor een Bigg€r Big<br />
Om een plan <strong>van</strong> aanpak te maken voor een betere bigvitaliteit op uw bedrijf, beschikt<br />
<strong>ForFarmers</strong> over de bigvitaliteitscheck. Voor het goed kunnen analyseren <strong>van</strong> de bigvitaliteit,<br />
hebben we de geboortegewichten <strong>van</strong> veertig biggentomen op uw bedrijf<br />
nodig. U meet de gewichten, daarna verzorgt uw voorlichter een analyse <strong>van</strong> de geboortegewichten<br />
<strong>van</strong> uw biggen. Dit maakt sturen op bigvitaliteit mogelijk.<br />
tweede weging (groene kolom) weergegeven.<br />
Op het oog beoordeelde de<br />
varkenshouder de biggen lichter bij de<br />
geboorte. Dat bleek niet zo te zijn. De<br />
geboortegewichten <strong>van</strong> de biggen zijn inmiddels<br />
met 54 gram gestegen tot 1418<br />
gram, waarmee het gemiddelde toomgewicht<br />
ook met ruim 1 kg tot 21 kg gestegen<br />
is.<br />
Inseminatieleeftijd<br />
Ook de leeftijd <strong>van</strong> insemineren en de<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> de opfokgelten is essentieel.<br />
Want één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />
U ont<strong>van</strong>gt een bedrijfsspecifiek advies voor de voeding<br />
<strong>van</strong> uw dragende en lacterende zeugen. Het<br />
voordeel is dat u in veel gevallen al direct het advies<br />
kunt toepassen en dus snel resultaat ziet. Vraag uw<br />
voorlichter naar de mogelijkheden.<br />
Kijk ook eens op de nieuwe website www.debestebiggen.eu.<br />
Test uw kennis over bigvitaliteit en maak<br />
daarbij kans op een vitaliteitsarrangement. Ook<br />
staan er filmreportages en praktische tips over het<br />
krijgen <strong>van</strong> vitale biggen.<br />
www.debestebiggen.eu<br />
conclusies <strong>van</strong> de 50.000 biggewichten,<br />
die <strong>ForFarmers</strong> het afgelopen jaar geanalyseerd<br />
heeft, is dat er bij de gelten,<br />
waar<strong>van</strong> het biggewicht 150 gram per big<br />
onder het gemiddelde ligt, meer problemen<br />
voorkomen. Het is wel zo dat de biggewichten<br />
bij gelten lager mogen liggen,<br />
zodat er niet teveel geboorteproblemen<br />
optreden.<br />
Analyse per cyclus<br />
Een goede verdeling <strong>van</strong> de geboortegewichten<br />
(grafiek 2) doet vermoeden dat<br />
de bigvitaliteitscheck overbodig is en dat<br />
aanpassingen aan de voerschema’s of het<br />
kraamstalmanagement niet noodzakelijk<br />
zijn. Niets is minder waar. Een analyse<br />
per cyclus kan tot verrassende gegevens<br />
leiden. Op dit praktijkbedrijf blijkt, dat de<br />
uniformiteit <strong>van</strong> de biggen bij de gelten<br />
te wensen overlaat. De gelten worden vrij<br />
licht aangedekt. Daarom is de instroom<br />
<strong>van</strong> gelten op dit bedrijf onder de loep<br />
genomen en geoptimaliseerd. Doel <strong>van</strong><br />
de optimalisatie is dat de gelten voor de<br />
eerste dekking en aan het begin <strong>van</strong> de<br />
dracht zwaarder worden, zodat er aan<br />
het einde <strong>van</strong> de dracht meer voer voor<br />
de groei <strong>van</strong> de biggen overblijft. Op die<br />
manier wordt de bigvitaliteit op dit bedrijf<br />
dus verder verbeterd.<br />
23
24<br />
Feedcare ® maakt nauwkeuriger optim<br />
Ruim een jaar geleden heeft <strong>ForFarmers</strong> Feedcare ® geïntrodu-<br />
ceerd. Met behulp <strong>van</strong> Feedcare ® kunt u structureel bijproducten,<br />
in de verschillende fases <strong>van</strong> het voerproces monitoren. Zo houdt<br />
u meer grip op de kwaliteit <strong>van</strong> het brijvoer.<br />
De kwaliteit <strong>van</strong> bijproducten is een belangrijke<br />
factor voor een goede voeropname.<br />
Zeker in de zomermaanden kunnen sneller<br />
gisten en schimmels in het product optreden.<br />
Deze zorgen voor smaakbederf en<br />
energieverlies <strong>van</strong> het bijproduct, met als<br />
gevolg dat de varkens minder voer tot zich<br />
nemen, waardoor ze minder hard groeien.<br />
Het Feedcare ® programma geeft u inzicht<br />
in de kwaliteit <strong>van</strong> uw bijproducten en de<br />
werking <strong>van</strong> de brijvoerinstallatie. Er worden<br />
analyses gemaakt om te bekijken of er<br />
zwakke punten in uw brijvoersysteem zitten.<br />
Deze analyses worden per fase in het<br />
proces uitgevoerd. Uw bijproductenspecialist<br />
verzamelt de monsters op uw bedrijf.<br />
Deze monsters worden op het laboratorium<br />
<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> onderzocht.<br />
Rapport Feedcare<br />
In een speciaal daarvoor ontwikkelde<br />
Feedcare ® -database verwerkt uw bijproductenspecialist<br />
de uitslagen <strong>van</strong> de analyses<br />
en presenteert deze in een overzichtelijk<br />
rapport. Per fase krijgt u een algemene<br />
beoordeling <strong>van</strong> het betreffende onderdeel,<br />
een plan <strong>van</strong> aanpak (dit is het advies om<br />
kwaliteitsverlies <strong>van</strong> bijproducten te voorkomen)<br />
en de vermelding, wanneer er weer<br />
monsters genomen worden.<br />
Brijteam <strong>ForFarmers</strong><br />
De specialisten <strong>van</strong> het brijteam hebben<br />
altijd inzicht in alle monsteruitslagen en bespreken<br />
dit eens per zes weken met elkaar.<br />
Zo krijgt iedereen voldoende informatie om<br />
u nog beter te kunnen adviseren.<br />
Gestructureerde aanpak Feedcare ®<br />
Feedcare ® draagt bij aan een planmatige aanpak op het brijbedrijf.<br />
Het grote voordeel <strong>van</strong> Feedcare ® is het advies per fase, over de uit<br />
te voeren maatregelen. Hierbij enkele voorbeelden per fase:<br />
Aankoop en opslag bijproducten<br />
• Het is belangrijk dat aangekochte producten<br />
kwalitatief goed zijn.<br />
• Houd registratielijsten bij <strong>van</strong> de aangekochte<br />
bijproducten. Maak bijvoorbeeld<br />
gebruik <strong>van</strong> de lijsten uit de bijproductenmap<br />
<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>.<br />
• Onderzoek alle ont<strong>van</strong>gen bijproducten op<br />
smaak, geur, drogestof en pH.<br />
• Onderzoek ont<strong>van</strong>gen producten vier keer<br />
per jaar op gisten en schimmels.<br />
• Onderzoek deze ook op nutriënten (houdbaarheid<br />
en kwaliteit).<br />
• De monsteruitslagen in Feedcare ® kunnen<br />
u helpen de bijproducten te kiezen die bij<br />
uw bedrijf passen. Een hogere omloop-<br />
snelheid maakt het bijvoorbeeld mogelijk<br />
ook andere producten in te zetten dan<br />
wanneer de omloopsnelheid laag is.<br />
Watermanagement<br />
• Resten water kunnen de brijsmaak en<br />
kwaliteit <strong>van</strong> de brij negatief beïnvloeden.<br />
• Zorg ervoor dat de wateropslagvaten leeg<br />
kunnen lopen door tussen de opslagen te<br />
pendelen.<br />
• Zuur het brijwatervat maandelijks aan.<br />
• Onderzoek het water vierjaarlijks op gisten,<br />
schimmels en entero’s.<br />
• Neem monsters bij de bron of WMO, het<br />
brijwatervat, het bruikwater en de drinknippel.<br />
Tarwezetmeel<br />
De Feedcare ® -database bevat inmiddels<br />
veel informatie over de verschillende<br />
grondstoffen, die ingezet worden<br />
op bijproductenbedrijven. Als voorbeeld<br />
bespreken we nu het product tarwezetmeel.<br />
Dit is een vloeibaar bijproduct, dat<br />
ontstaat bij het uitwassen <strong>van</strong> verse tarwebloem.<br />
De voordelen <strong>van</strong> deze energieleverancier<br />
in het rantsoen zijn de<br />
smakelijkheid, de gunstige pH (3 tot 4)<br />
en het vormt een goede basis in het brijrantsoen.<br />
Om de constantheid <strong>van</strong> tarwezetmelen<br />
te kunnen beoordelen worden de gemiddeld<br />
gevonden waarden vergeleken met<br />
de door de leverancier opgegeven waarden.<br />
Bovendien wordt de variatie in de<br />
uitslagen bepaald. Wanneer er grote afwijkingen<br />
zijn tussen de gemiddelde uitslagen<br />
<strong>van</strong> bijvoorbeeld het zetmeel <strong>van</strong> een<br />
bijproduct en de opgegeven hoeveelheid<br />
zetmeel in het product volgens de leverancier,<br />
dan wordt de matrixwaarde <strong>van</strong> het<br />
betreffende bijproduct in nauw overleg met<br />
de nutritionist <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> aangepast.<br />
Deze aanpassingen worden dan recht-<br />
Kuil<br />
• In een kuil wordt er geconserveerd door<br />
het maximaal onttrekken <strong>van</strong> zuurstof aan<br />
de kuil.<br />
• Laat de drogestof <strong>van</strong> de in te kuilen CCM<br />
niet boven de 65% uitkomen.<br />
• Zuur de kuil aan volgens het advies <strong>van</strong> de<br />
fabrikant.<br />
• Zuur in de zomer de snijvlakken extra aan.<br />
• Gebruik een vogelnet in plaats <strong>van</strong> een zeil<br />
voor het afdekken <strong>van</strong> snijvlakken. Dit vermindert<br />
de kans op gistvorming.<br />
• Onderzoek de kuil jaarlijks op drogestof,<br />
zetmeel, ZEA en DON en eventueel op<br />
maalfijnheid.<br />
Voormengsel<br />
• Een voormengsel is maximaal een week<br />
houdbaar.<br />
• Zuur een voormengsel eventueel aan bij<br />
aanmaken.<br />
• Gebruik een goede tarwezetmeel zodat de<br />
pH voldoende laag is.<br />
• Onderzoek het voormengsel vierjaarlijks<br />
op gisten/schimmels en pH.
aliseren mogelijk<br />
Resultaten Agroscoop ® bijproducten, periode 1-1-2010 tot 31-12-2010<br />
Landelijk<br />
bijproducten<br />
(VW)<br />
20%<br />
laagste<br />
20%<br />
hoogste<br />
Voerwinst/gem. aanwezig vleesvarken 94 67 122<br />
Aantal vleesvarkens 2.403 1.783 2.311<br />
Gecorricgeerde voerconversie 2,58 2,71 2,49<br />
Gecorrigeerde groei/dier/dag 785 770 796<br />
Gecorrigeerde EW-conversie 2,86 2,96 2,75<br />
Pakketprijs totaal voer/100 EW 18,48 19,33 18,22<br />
Gecorrigeerd voerkosten/kg gewicht 0,53 0,57 0,5<br />
streeks doorvertaald in het berekende<br />
rantsoen. Het rantsoen blijft altijd actueel<br />
en sluit aan bij de nutritionele normen.<br />
Technische resultaten<br />
Bedrijven die met Feedcare ® bezig<br />
zijn en de opslagverliezen weten te<br />
• Beoordeel wekelijks de drogestof,<br />
geur, smaak en pH op het bedrijf.<br />
Menger<br />
• In de menger komen verschillende producten<br />
bij elkaar. Mengen veroorzaakt<br />
gisten. Daarom zijn mengsels beperkt<br />
houdbaar.<br />
• Controleer het automatisch reinigingsproces<br />
<strong>van</strong> de menger regelmatig.<br />
• Maak de menger om de veertien dagen<br />
schoon met een hogedrukspuit.<br />
• Controleer maandelijks het indoseerproces.<br />
• Controleer het roerproces <strong>van</strong> bijproductensilo’s<br />
tijdens en voor indoseren.<br />
• Controleer jaarlijks de indoseervolgorde.<br />
Stuurvloeistof<br />
• Stuurvloeistof is het hart <strong>van</strong> de brijvoerinstallatie.<br />
Als de stuurvloeistof<br />
niet goed is, heeft dit een negatieve<br />
invloed op alle mengsels.<br />
• Spoel de leidingen elke dag minimaal<br />
beperken, realiseren een betere<br />
voederconversie. Vooral bij de<br />
huidige hoge pakketprijzen leidt<br />
dit tot de hoogste voerwinsten.<br />
feed<br />
één keer honderd procent door.<br />
• Voer de stuurvloeistof op aan oudere<br />
varkens.<br />
• Gebruik liever geen zuivelproducten<br />
om te sturen.<br />
• Maak eventueel een mengsel <strong>van</strong><br />
water en tarwezetmeel om meer<br />
stuurvloeistof op te kunnen voeren.<br />
Eindmengsels<br />
• Tussen de menger en de trog kan<br />
er nog veel verkeerd gaan. Om dit<br />
te achterhalen is controle <strong>van</strong> het<br />
eindmengsel nodig.<br />
• Voorkom tussenopslag. Ledig<br />
tussenopslag dagelijks<br />
en laat de tussen-<br />
opslagtank automatisch reinigen.<br />
• Maak leidingen en valbuizen met<br />
een rioolslang schoon.<br />
• Controleer de eindmengsels uit<br />
de trog wekelijks op drogestof,<br />
smaak, geur en pH.<br />
25
26<br />
Nuttige voorbereidingen voor<br />
de warme zomerdagen<br />
Dagen met een temperatuur groter dan 32 ºC en met een hogere luchtvochtigheid (meer dan 70%)<br />
zorgen voor problemen met hittestress bij het pluimvee. De grootste problemen ziet men bij hard<br />
groeiende dieren, zoals vleeskuikens ouder dan vier weken en kalkoenen ouder dan twaalf weken.<br />
Maar ook vleeskuikenouderdieren jonger dan <strong>35</strong> weken zijn gevoelig voor hoge temperaturen. Hoe<br />
kan men het beste hittestress bij het pluimvee voorkomen?<br />
Een te hoge som <strong>van</strong> temperatuur (in graden)<br />
en luchtvochtigheid (in procenten) in<br />
de stal kan hittestress veroorzaken. Komt<br />
de som boven de 110 punten uit, dan is het<br />
risico op hittestress bij pluimvee groot. Een<br />
rekenvoorbeeld: in de stal is het 33 ºC en<br />
de relatieve luchtvochtigheid loopt op tot<br />
80%. In totaal is dit 33 + 80 = 113 punten.<br />
Bij deze waarde kunnen de dieren last krijgen<br />
<strong>van</strong> hittestress.<br />
Vooral bij lang aanhoudende hoge temperaturen<br />
kan het in de avonduren misgaan<br />
bij de dieren, omdat ze dan eerder uitgeput<br />
zijn en omdat de relatieve luchtvochtigheid<br />
gedurende de dag hoger wordt.<br />
Wat te doen?<br />
Het voorkomen <strong>van</strong> hittestress begint met<br />
een goede voorbereiding. Zorg er voor dat<br />
de opzetaantallen bij koppels die geslacht<br />
worden <strong>van</strong>af eind april tot aan half september<br />
aangepast zijn aan de zomerbezetting.<br />
In de tabel ziet u een overzicht <strong>van</strong> de<br />
maximale zomerbezettingsnorm.<br />
Ventilatiebehoefte en hoeveelheid<br />
inlaatopeningen goed in balans<br />
Voor pluimvee wordt over het algemeen<br />
Aanbeveling zomerbezetting bij vleeskuikens<br />
(uitgezonderd wettelijke bepalingen)<br />
een maximale ventilatiebehoefte gerekend<br />
<strong>van</strong> 3,6m 3 /kilogram/uur en in stallen met<br />
tunnelventilatie bedraagt het maximaal<br />
5m 3 /kilogram/uur.<br />
De laatste jaren zijn in veel stallen grote<br />
gevelventilatoren bijgeplaatst om extra<br />
lucht bij de dieren te brengen. Maar een<br />
goede afstelling <strong>van</strong> de inlaatopening en<br />
het aantal te openen inlaatventielen is minstens<br />
zo belangrijk. Wanneer de klepopening<br />
onvoldoende is, loopt de onderdruk<br />
te hoog op. De luchtverdeling in de stal is<br />
dan niet meer optimaal, waardoor er meer<br />
problemen met hittestress ontstaan. Ter<br />
voorkoming <strong>van</strong> een verkeerde klepopening<br />
kunt u uw installateur een berekening<br />
laten maken. Ook uw voorlichter is u hierbij<br />
graag behulpzaam.<br />
Test de installatie<br />
Tijdens de leegstand is het mogelijk om de<br />
gehele elektrische installatie en de noodstroomvoorziening<br />
te testen. Dit is belangrijk,<br />
want met name de accu wil regelmatig<br />
problemen geven. Tevens kunt u dan alle<br />
elektromotoren laten lopen en controleren<br />
of de aggregaat en de zekeringen voldoende<br />
capaciteit hebben. Controleer ook<br />
Aflevergewicht Max. kilogram per m2 Opzetaantal per m2 bij 3%<br />
uitval*<br />
1500 33 22,3<br />
1750 34 20,1<br />
2000 36 18,6<br />
2250 38 17,5<br />
2500 40 16,5<br />
Ad *: Ofwel maximale bezetting na het uitladen<br />
of de luchtverdeling in de stal goed is. Dit<br />
kan door een rookproef te doen. Vraag uw<br />
voorlichter om u hierbij te helpen.<br />
Schone ventilatoren voor meer lucht<br />
Voordat de warme dagen beginnen, is het<br />
belangrijk de ventilatoren maar ook een<br />
eventuele luchtwasser achter de ventilatoren<br />
goed schoon te maken. Met vuile ventilatoren,<br />
luchtwasser en/of inlaatventielen<br />
kan gemakkelijk 10 tot 25% ventilatiecapaciteit<br />
verloren gaan. In het voorjaar is het
handig om te testen of de nevelkoeling nog<br />
afdoende werkt. Maak, indien nodig, de<br />
nozzels schoon of ver<strong>van</strong>g ze. Let er ook op<br />
dat het koelsysteem schoon is. In stilstaand<br />
water kunnen gemakkelijk kiemen groeien,<br />
die schadelijk zijn voor mens en dier.<br />
Een week voor de warmte<br />
Het is verstandig om voor de warmte begint,<br />
de kuikens al wat te laten wennen aan<br />
de hogere staltemperaturen. Het is beter<br />
om in de zomer de bandbreedte anders in<br />
te stellen, zie tabel.<br />
Tijdens de warme dag<br />
Door de lucht in de stal goed te bewegen<br />
is het mogelijk om de gevoelstemperatuur<br />
voor het pluimvee fors te verlagen. Hiermee<br />
is hittestress te voorkomen.<br />
Pluimvee kan de hitte ook reguleren door<br />
versneld te gaan ademhalen. Dit kost het<br />
dier echter veel energie en hierdoor verbruikt<br />
ze extra mineralen en vitaminen.<br />
Verstrek daarom een hittestressmix of extra<br />
vitaminen. Dit zal positief bijdragen aan<br />
de vitaliteit <strong>van</strong> de dieren. De kuikens zijn<br />
beter bestand tegen de warmte.<br />
Streefwaarden staltemperatuur bij normale en hoge buitentemperaturen<br />
Gewenste bandbreedte: 3 ºC tot 4 ºC. (Let op: per stal kunnen de gewenste waarden sterk verschillen!)<br />
Leeftijd (dagen)<br />
Streefwaarde<br />
bij < 25 ºC<br />
Streefwaarde<br />
bij > 25 ºC<br />
0 34 34<br />
7 30 30<br />
14 28 28<br />
21 25 26<br />
28 22 23<br />
<strong>35</strong> 20 22<br />
42 19 21<br />
Geef de vitaminen vooral in de ochtend,<br />
omdat het minstens zes uur duurt, voordat<br />
het dier de vitaminen heeft opgenomen.<br />
Hittestressmix (drinkwatertoepassing) kan<br />
het beste in de middag, tijdens de warmte,<br />
worden gegeven, want de mineralen in de<br />
hittestressmix worden sneller opgenomen<br />
en stimuleren de wateropname. Zorg ervoor<br />
dat de kuikens voldoende beschikking<br />
hebben over water.<br />
Bij een te lage wateropname kunnen de<br />
dieren uitdrogen en ook meer last hebben<br />
<strong>van</strong> hittestress.<br />
Na de warmte<br />
Indien de dieren niet geleden hebben <strong>van</strong><br />
de warmte, kunnen ze weer snel normaal<br />
produceren. Geef direct na de warme periode<br />
nog een extra vitaminegift, om de dieren<br />
vitaal te houden.<br />
27
28<br />
Reportage<br />
‘Binnen onze groeistrategie hebben<br />
we aandacht voor de maatschappij’<br />
Vanwege een innovatieve bedrijfsvoering, financieel bewustzijn<br />
en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn pluimveehou-<br />
ders Twan en Jeroen Engelen uit Someren genomineerd voor<br />
Agrarisch Ondernemer <strong>van</strong> het jaar. Twan geeft inzicht in het on-<br />
dernemerschap <strong>van</strong> de familie.<br />
“We hebben veel geleerd <strong>van</strong> de aankoop<br />
<strong>van</strong> andere bedrijven. Dit geeft inzicht in de<br />
werkwijze <strong>van</strong> de eigenaar <strong>van</strong> dat bedrijf,<br />
waardoor we ook kijk op het ondernemerschap<br />
<strong>van</strong> een ander krijgen. De goede<br />
dingen <strong>van</strong> elk aangekocht bedrijf zorgen<br />
samen voor een optimale bedrijfsvoering<br />
op al onze bedrijven.”<br />
Groeistrategie<br />
Sinds 1993, toen Noud en Toos wisten dat<br />
hun zonen Twan en Jeroen interesse in de<br />
pluimveehouderij hadden, kochten ze stallen<br />
om te groeien. Twan vertelt: “In 1993,<br />
1996, 1997, 2004 en 2008 hebben we stallen<br />
op verschillende locaties aangekocht.<br />
Ons bedrijf omvatte uiteindelijk dus zes<br />
verschillende locaties in de gemeente Someren.<br />
We hebben voor groei gekozen in<br />
plaats <strong>van</strong> bijvoorbeeld een tweede tak.<br />
En deze groei is nodig om ervoor te zorgen<br />
dat drie ondernemers een goede boterham<br />
kunnen verdienen.”<br />
Zes verschillende locaties is niet optimaal.<br />
Liever hebben de ondernemers één locatie,<br />
maar dat gaat binnen de gemeente niet lukken.<br />
Wel heeft de gemeente Someren al jaren<br />
geleden aangegeven enkele locaties te<br />
stimuleren om te verplaatsen om de overheidsplannen<br />
te kunnen verwezenlijken. De<br />
familie Engelen is hierop ingegaan en na<br />
de nodige aanpassingen (o.a. een bestemmingsplanwijziging)<br />
wordt het bedrijf nu<br />
over drie locaties verdeeld. “De derde locatie<br />
is nog in ontwikkeling. Hier komt een<br />
nieuw te bouwen vermeerderingsbedrijf.”<br />
Zeven kleinere stallen<br />
Het nieuw te bouwen bedrijf zal bestaan<br />
uit zeven stallen met een oppervlakte <strong>van</strong><br />
1.000 m2 in plaats <strong>van</strong> drie grotere stallen<br />
met een oppervlakte <strong>van</strong> 2.000 – 2.500<br />
m2. Twan: “Daardoor krijgt het plan een<br />
vriendelijkere uitstraling. In het midden<br />
<strong>van</strong> de stallen komt een centrale gang voor<br />
de luchtbehandeling. Hiermee kunnen we
fijnstof, ammoniak en geur reduceren. Zo<br />
voldoen we dus ruim aan de milieueisen,<br />
die – naar mijn verwachting – alleen maar<br />
strenger zullen worden.”<br />
Landschappelijke inpassing<br />
De ondernemers houden ook op andere<br />
manieren rekening met het milieu en de<br />
omgeving. Een deel <strong>van</strong> de grond bij de<br />
nieuwe locatie staan ze af aan het Waterschap.<br />
Deze realiseert hier een ecologische<br />
verbindingszone. De nieuwbouw wordt<br />
landschappelijk ingepast. “Aan de zijde <strong>van</strong><br />
de verbindingszone leggen we sedum (vetplanten)<br />
op het dak. Verder gebruiken we<br />
bouwmaterialen in aardekleuren en passen<br />
we de bouwvorm aan, aan de omgeving.<br />
Daardoor valt het bedrijf zo min mogelijk<br />
op in het landschap.”<br />
Minder efficiency, meer dierwelzijn<br />
De ondernemers scoren op het gebied <strong>van</strong><br />
dierenwelzijn wettelijk hoger dan nodig (ze<br />
voldoen ruim aan de maatlat duurzame veehouderij)<br />
en de stallen worden brandveilig<br />
gebouwd. Door te kiezen voor een bedrijfsopzet<br />
<strong>van</strong> zeven kleine stallen in plaats <strong>van</strong><br />
drie grote en het toepassen <strong>van</strong> een centrale<br />
gang verwacht Twan dat het bedrijf<br />
over veertig jaar nog steeds voldoet aan<br />
de geldende wetgeving. “Hadden we voor<br />
efficiency gekozen door drie grotere stallen<br />
te bouwen, dan zie ik het wel gebeuren<br />
dat we over een aantal jaren deze stallen<br />
weer moeten opdelen, omdat de wetgeving<br />
dan andere eisen stelt aan het houden <strong>van</strong><br />
pluimvee.”<br />
Traditioneel legnest<br />
De inrichting <strong>van</strong> de nieuw te bouwen stallen<br />
is identiek aan de bestaande stallen.<br />
Twan: “Er komt een traditioneel legnest,<br />
met de waterlijn dicht bij het legnest en<br />
de voerlijnen daarnaast. Alleen omdat we<br />
nu voor kleinere stallen hebben gekozen,<br />
komt er maar één beun in het midden <strong>van</strong><br />
de stal.”<br />
De manier <strong>van</strong> verwarmen is wel anders.<br />
Vijftien procent <strong>van</strong> de ingaande lucht<br />
wordt via warmtewisselaars opgewarmd.<br />
Deze lucht komt via de nok <strong>van</strong> de stal naar<br />
binnen. Hierdoor is minimumventilatie (via<br />
zijkleppen) niet meer nodig.<br />
Invloed op kostprijs<br />
Voor de nieuwbouw moeten 50.000 productierechten<br />
worden aangekocht. Deze<br />
aanschaf omvat veertien procent <strong>van</strong> de totale<br />
kosten. Twan heeft, om de kostprijs te<br />
drukken, overwogen om in het buitenland<br />
een bedrijf te starten, maar in een ander<br />
land hebben andere factoren invloed op de<br />
totale kosten. Zo bedraagt de rente voor<br />
een lening daar bijvoorbeeld tien procent,<br />
terwijl de banken in Nederland vijf procent<br />
hanteren. Nederland blijft voor Engelen<br />
de beste keus. “We zijn een gezinsbedrijf.<br />
Werken beide met onze echtgenotes in het<br />
bedrijf en onze kinderen krijgen precies<br />
mee wat het inhoudt om een agrarische onderneming<br />
te runnen. Zouden we het principe<br />
<strong>van</strong> een gezinsbedrijf verlaten, dan is<br />
het veel moeilijker om je gezin te enthousiasmeren<br />
voor bijvoorbeeld bedrijfsovername.”<br />
Het hebben <strong>van</strong> de eigen regie is een belangrijke<br />
peiler op het bedrijf. “Het is onze<br />
toegevoegde waarde dat we zoveel mogelijk<br />
werkzaamheden, niet alleen rondom het<br />
werk in de stallen, maar ook in de boekhouding<br />
en het vermarkten <strong>van</strong> onze producten,<br />
zelf doen. Daardoor lopen we minder<br />
risico op het maken <strong>van</strong> fouten en kunnen<br />
we de focus leggen op een optimale kwaliteit<br />
<strong>van</strong> ons eindproduct.”<br />
Verder heeft Engelen het doel om een lagere<br />
kostprijs dan gemiddeld te halen. “Wij streven<br />
daarom naar een bepaalde bedrijfsom<strong>van</strong>g.<br />
Want in mijn ogen heeft elk bedrijf<br />
dat een groeiontwikkeling doormaakt, een<br />
lagere kostprijs dan gemiddeld.”<br />
BEDRIjFSGEGEVENS<br />
Op de foto staan de beide broers Engelen met hun<br />
gezin. V.l.n.r. Mariëlle met Jan, Jeroen, Tim, Twan,<br />
Michelle, Diane en Luc.<br />
Twan (37) en Jeroen (33) Engelen uit het<br />
Brabantse Someren hebben een drie locaties<br />
tellend pluimveebedrijf bestaande<br />
uit één opfokbedrijf (voor 90.000 opfokdieren)<br />
en twee vermeerderingsbedrijven<br />
(voor elk 55.000 vermeerderingsdieren) Al<br />
het pluimvee op het bedrijf is <strong>van</strong> het merk<br />
Ross. Het bedrijf hanteert een all-in/allout<br />
strategie en het voordeel <strong>van</strong> drie locaties<br />
is dat de risico’s op het gebied <strong>van</strong><br />
de werkzaamheden (arbeidspieken), maar<br />
ook de bedrijfsovernamemogelijkheden,<br />
gespreid zijn.<br />
De opfokstal is voorzien <strong>van</strong> twee drinksystemen:<br />
ronddrinkers en drinknippels. Zodoende<br />
zijn de ondernemers klantgerichter:<br />
het ene vermeerderingsbedrijf heeft ronddrinkers<br />
in de stal, het andere drinknippels.<br />
Verder hangen er spinfeeders in de stal, die<br />
ervoor zorgen dat het voer over de bodem<br />
wordt gestrooid. Dit bevordert het dierwelzijn.<br />
En er hangen springplateaus in de<br />
stal om het natuurlijke springgedrag en de<br />
beenontwikkeling <strong>van</strong> de jonge dieren te<br />
trainen.<br />
De opfokdieren komen als eendagskuikens<br />
op het bedrijf. Een deel <strong>van</strong> deze kuikens<br />
wordt geleverd door Opfok de KuikenaeR.<br />
Ze worden opgefokt tot ouderdieren voor<br />
zowel het eigen vermeerderingsbedrijf, als<br />
voor anderen. Op het vermeerderingsbedrijf<br />
worden op dit moment per dag ongeveer<br />
40.000 broedeieren geproduceerd.<br />
Het doel hierbij is om eieren <strong>van</strong> goede<br />
kwaliteit, met een hoog bevruchtingspercentage<br />
en een schone schaal te leveren.<br />
De ambitie <strong>van</strong> Engelen:<br />
Met veel werkplezier een bedrijf runnen<br />
met een positieve uitstraling naar de<br />
maatschappij.<br />
Foto: Gé Hirdes.<br />
29
30<br />
Goede resultaten<br />
Gildehoen-concept<br />
Er is veel positieve aandacht<br />
voor het Gildehoen-concept.<br />
De afzet <strong>van</strong> het pluimveevlees<br />
verloopt zeer succesvol. Wat<br />
zijn de ervaringen <strong>van</strong> de diver-<br />
se ketenpartners?<br />
Zowel onder pluimveehouders als in de<br />
markt leeft de introductie <strong>van</strong> het Gildehoen-concept,<br />
het nieuwe tussensegment<br />
tussen reguliere en biologische pluimveehouderij.<br />
De aan dit concept deelnemende<br />
veehouders zijn tevreden, consumenten<br />
kiezen bewust voor dit betaalbare duurzame<br />
kipproduct.<br />
Media-aandacht<br />
Op verschillende websites is te zien hoe de<br />
vleeskuikens gehouden worden. De vlees-<br />
kuikens leven minimaal 49 dagen en worden<br />
geslacht op een gewicht <strong>van</strong> rond de<br />
2.200 gram. De kuikens worden gevoerd<br />
met honderd procent plantaardig voer,<br />
waarin minimaal zeventig procent granen<br />
zitten. De kuikens hebben de beschikking<br />
over daglicht en afleidingsmateriaal. Dit<br />
wordt positief ont<strong>van</strong>gen door zowel de<br />
pluimveehouder als de consument. De bijdrage<br />
aan Solidaridad, die ervoor zorgt er<br />
een duurzame teelt <strong>van</strong> soja plaatsvindt,<br />
draagt ook positief bij aan de belangstelling<br />
<strong>van</strong> consumenten. De ketenpartners<br />
zijn trots op de positieve aandacht. Het<br />
concept komt positief in het daglicht, consumenten<br />
geven aan, dat het goed is dat<br />
de sector aandacht schenkt aan meer dierwelzijn<br />
bij de productie <strong>van</strong> kippenvlees.<br />
En het product is nog betaalbaar ook.<br />
Afzet groot succes<br />
Het project Gildehoen loopt al meer<br />
dan een kalenderjaar en vergde veel<br />
onderzoek en afstemming in de keten.<br />
Mede daardoor zijn de ketenpartners zeer<br />
tevreden dat de afzet <strong>van</strong> de vleesproducten<br />
nu al boven verwachting verloopt. In de<br />
tweede week na de introductie waren de<br />
kipproducten volledig uitverkocht. Een zeer<br />
goed teken dus. De kipproducten zijn nu in<br />
verschillende supermarkten verkrijgbaar,<br />
C1000 is hier als eerste mee begonnen. Bij<br />
C1000 worden de producten verkocht onder<br />
naam ‘Onze Kip’. De kip is verkrijgbaar<br />
in allerlei verschijningsvormen, <strong>van</strong> hele<br />
kip tot kipfilet en <strong>van</strong> kipkarbonade tot<br />
kipkluifjes. De aandacht die C1000 er aan<br />
geeft is positief. Op dit moment zijn ook<br />
andere supermarkten geïnteresseerd in de<br />
kipproducten, <strong>van</strong>daar dat de ketenpartners<br />
kunnen zorgen voor opschaling. Ze<br />
verwachten dat de afzet richting het einde<br />
<strong>van</strong> het jaar is verdubbeld ten opzichte <strong>van</strong><br />
mei <strong>2011</strong>.<br />
Technische resultaten<br />
De Hubbard JA 757 kuikens worden gevoerd<br />
met speciaal voor dit concept geproduceerde<br />
voeders. De pluimveehouder<br />
zet drie verschillende voerfasen in, welke<br />
zijn afgestemd op de leeftijd <strong>van</strong> het kuiken.<br />
De samenstellingen <strong>van</strong> het rantsoen<br />
wordt afgestemd op de behoefte <strong>van</strong> de<br />
langzaam groeiende kuikens. De dieren<br />
behalen een slachtgewicht <strong>van</strong> 2.200 gram<br />
met een netto voederconversie <strong>van</strong> 1,95.<br />
Deze resultaten worden gerealiseerd <strong>van</strong>wege<br />
de lagere bezetting <strong>van</strong> maximaal<br />
vijftien kuikens per vierkante meter. Verder<br />
zien we minder uitval en een langzamere<br />
groei. Na de eerste rondes realiseerden de<br />
deelnemende puimveehouders een gemiddelde<br />
uitval <strong>van</strong> 2,37%, waarbij een aantal<br />
veehouders in staat is gebleken om minder<br />
dan 0,5% uitval te realiseren.<br />
Ketenconcept<br />
Gildehoen is opgezet in samenwerking met<br />
broederij Morren, slachterij Esbro BV en<br />
<strong>ForFarmers</strong>. Het product wordt vermarkt<br />
door InterChicken, die de kipproducten<br />
aan supermarkten levert. Morren broedt<br />
de eieren uit en Esbro slacht de kuikens<br />
voor het Gildehoen. <strong>ForFarmers</strong> levert voeders<br />
en geeft advies aan veehouders in dit<br />
concept.<br />
Wanneer u nog vragen heeft over dit concept,<br />
dan kunt u contact opnemen met uw<br />
voorlichter.
In de vorige Voertaal kwam pluimveehouder Bert de Boer aan<br />
het woord over dit nieuwe concept. In deze Voertaal geven we<br />
de ervaringen <strong>van</strong> de ketenpartners. Hoe kijken zij aan tegen de<br />
resultaten <strong>van</strong> het Gildehoen-concept?<br />
Henk Morren, broederij Morren<br />
“De levering <strong>van</strong> kuikens binnen het Gildehoen-concept<br />
past mooi binnen de werkzaamheden<br />
<strong>van</strong> onze broederij. We hadden<br />
al ervaring met het broeden <strong>van</strong> kuikens voor<br />
de biologische sector en het Gildehoen-kuiken<br />
is een mooie aanvulling op ons assortiment.<br />
Natuurlijk vraagt het concept wel wat<br />
aanpassingen op het gebied <strong>van</strong> planning<br />
en logistiek, maar dat hebben we er graag<br />
voor over. We gebruiken voor dit concept de<br />
eendagskuikens die afkomstig zijn <strong>van</strong> onze<br />
Hubbard JA 757 moederdieren. Na uitkomst<br />
in de broederij zijn het erg plezierige kuikens.<br />
De kuikens zijn <strong>van</strong> een langzaamgroeiend<br />
ras en erg vitaal. Daardoor is het een fijn kuiken<br />
om mee te werken. Dat blijkt ook uit de<br />
contacten met de pluimveehouders. De uitval<br />
is bovengemiddeld laag, namelijk ver onder<br />
de 1%. Daar ben ik erg trots op. Sinds enkele<br />
maanden houd ik de resultaten <strong>van</strong> alle<br />
uitgebroede kuikens gedurende de eerste levensweek<br />
precies bij. De Gildehoen-kuikens<br />
blijken in de eerste zeven dagen tot nu toe<br />
honderd procent medicijn- en antibioticavrij<br />
te zijn. Ik vind dit een uitstekende prestatie!”<br />
jan Tjassens, <strong>ForFarmers</strong><br />
“Gildehoen is een goed concept naast onze<br />
reguliere vleeskuikens. Zowel de kuikens<br />
als de veehouders voelen zich goed bij het<br />
Gildehoen-concept. De veehouders zetten<br />
tweederde <strong>van</strong> het aantal kuikens op dan<br />
voorheen. De kuikens hebben meer ruimte<br />
in de stal. Door het sterke Hubbard-ras en<br />
de lagere bezetting is de uitval in de koppel<br />
beduidend lager, waardoor het arbeidsplezier<br />
voor de pluimveehouder toeneemt.<br />
Onze voorlichters en klanten komen met<br />
veel plezier in de Gildehoen stallen. De kuikens<br />
zijn levendig en zeer vitaal. Zodra de<br />
veehouder graan gaat strooien, komen de<br />
kuikens naar hem toe en lopen achter hem<br />
aan. Voor veehouders is het een prettig kuiken<br />
om mee te werken. Samenvattend is<br />
het mooi dat het traject, dat we ruim een<br />
jaar geleden samen met onze ketenpartners<br />
zijn gestart, nu tot een succes komt.<br />
Als sector zetten we ons in voor probleemloos<br />
kuikens houden zonder de inzet <strong>van</strong><br />
antibiotica. Dat is het streven <strong>van</strong> de hele<br />
sector!“<br />
GILDEHOEN<br />
joop Eskes, slachterij Esbro BV<br />
”Het is een mooi kuiken om mee te werken.<br />
Het Gildehoen-concept vergde wel aanpassingen<br />
in de slachterij, maar door onze ervaring<br />
met biologische kuikens wisten wij<br />
daar snel op in te spelen. De uniformiteit<br />
<strong>van</strong> de kuikens stemt mij positief en de<br />
uitval bij aankomst op de slachterij is zeer<br />
laag. Bij deze kuikens is de spreiding in gewichten<br />
zeer klein. De gewichten <strong>van</strong> de<br />
hennen en hanen liggen dichter bij elkaar.<br />
Het gewichtspercentage <strong>van</strong> het pluimveevlees<br />
is na inslachting iets lager dan bij<br />
regulier pluimvee. Daardoor zijn de slachtkosten<br />
voor dit concept iets hoger. We<br />
kunnen in deze slachterij goed met deze<br />
kuikens werken. Het is een mooi en stevig<br />
kuiken. Doordat de dieren een stevige huid<br />
hebben, komen er weinig beschadigingen<br />
voor. Wij ervaren het Gildehoen-kuiken als<br />
een mooi kuiken. Hier<strong>van</strong> kunnen we een<br />
goed kipproduct maken, betaalbaar geproduceerd,<br />
voor de bewuste consument.”<br />
31
32<br />
Bij frequent doorzaaien<br />
blijft het aandeel goede<br />
grassen groot<br />
Doordat melkveebedrijven steeds groter worden en meer melk per koe willen produceren, moet<br />
het ruwvoer <strong>van</strong> goede kwaliteit zijn. Dit lukt alleen, wanneer de botanische samenstelling <strong>van</strong> het<br />
grasland op peil blijft, zodat er voldoende opbrengst en voederwaarde <strong>van</strong> het grasland komt.<br />
Productmanager Plant René Verhoeven<br />
vertelt dat 55% <strong>van</strong> het Nederlandse grasland<br />
onder de maat is. En dat terwijl de<br />
hoge melkproducties <strong>van</strong> de Nederlandse<br />
veestapel vragen om gras met een hoge<br />
energiewaarde. Want hoogwaardig ruwvoer<br />
<strong>van</strong> het eigen melkveebedrijf is een<br />
belangrijke kostenverlager: goed gras bespaart<br />
tot 30% op de krachtvoerkosten.<br />
Daarom moet de botanische samenstelling<br />
<strong>van</strong> het grasland op peil zijn.<br />
Aandeel goede grassen<br />
Een goede methode om dit op blijvend<br />
grasland te realiseren is het toepassen<br />
<strong>van</strong> doorzaaien. Bij frequent doorzaaien,<br />
blijft het aandeel goede grassen groot,<br />
waardoor het moment <strong>van</strong> grasland ver-<br />
nieuwen kan worden uitgesteld. Door te<br />
kiezen voor de nieuwste grasrassen <strong>van</strong><br />
hoogwaardige kwaliteit, wordt blijvend<br />
grasland verbeterd. René: “De nieuwste<br />
rassen gaan efficiënt met stikstof om, zijn<br />
beter resistent tegen ziekten als kroonroest<br />
en weten topopbrengsten te realiseren.<br />
<strong>ForFarmers</strong> heeft hiervoor goede<br />
mengsels in haar assortiment.“<br />
Presentatie <strong>van</strong> René Verhoeven (midden) over het belang <strong>van</strong> een goede grasmat met op de voorgrond de nieuwe doorzaaimachine <strong>van</strong> Evers Agro.
Wanneer het aandeel goede grassen te<br />
laag is, raden wij u aan om het grasland te<br />
vernieuwen via scheuren en herinzaaien.<br />
Een andere methode is het toepassen <strong>van</strong><br />
rotatieteelt waarbij gras, mais en eventueel<br />
andere gewassen achtereenvolgend<br />
op hetzelfde perceel geteeld worden. Het<br />
voordeel op zandgrond is dat hierdoor het<br />
organische stofgehalte toeneemt.<br />
Belang <strong>van</strong> goede grasmat<br />
Half mei heeft René Verhoeven tijdens<br />
een demonstratie <strong>van</strong> een nieuwe doorzaaimachine<br />
<strong>van</strong> Evers Agro uit Almelo<br />
een korte presentatie gehouden over het<br />
belang <strong>van</strong> een goede grasmat. Tijdens<br />
deze demonstratie waren een aantal geinteresseerde<br />
loonwerkers aanwezig. Zo<br />
ook loonwerker Grefelman uit Luttenberg.<br />
Zijn reactie op de vraag wat hij <strong>van</strong><br />
de nieuwe doorzaaimachine vindt is: “Ik<br />
zie er zeker toekomst in, maar is de melkveehouder<br />
wel genoeg overtuigd <strong>van</strong> het<br />
belang <strong>van</strong> doorzaaien? Ziet de melkveehouder<br />
het profijt? Wij zijn voorzichtig,<br />
voordat we overgaan tot aanschaf <strong>van</strong><br />
deze machine, want een investering moet<br />
wel rendabel zijn.”<br />
Grotere capaciteit<br />
Nu blijken de aanschafkosten voor de<br />
nieuwe doorzaaimachine mee te vallen,<br />
deze ligt om en nabij de 25.000 euro.<br />
Voor 25 – 30 euro per hectare zou een<br />
loonwerker hiermee de werkzaamheden<br />
kunnen verrichten, dit in tegenstelling<br />
tot de 70 euro per hectare die ze nu voor<br />
het doorzaaien rekenen (excl. graszaad).<br />
Evers Agro: “Voordeel <strong>van</strong> deze nieuwe<br />
machine is de grotere capaciteit: de<br />
werkbreedte ligt op zes meter, in tegenstelling<br />
tot de standaard doorzaaimachines<br />
die 2,5 meter breed zijn. En de machine<br />
kan ook meerdere handelingen in<br />
één werkgang uitvoeren. De machine beschikt<br />
over een egalisatiebord voor grove<br />
oneffenheden zoals molshopen, twee<br />
rijen zware eggetanden die niet alleen de<br />
dode grassen maar ook de mestflarden<br />
en viltlagen losmaken en bovendien een<br />
zaaibed voor het graszaad creëren. Het<br />
graszaad wordt in de bodem vastgelegd<br />
en aangedrukt en de bodem wordt niet<br />
dichtgesmeerd. Wanneer het zaad vastligt<br />
in niet dichtgesmeerde grond, kan het<br />
eerder tot kieming overgaan.”<br />
Een hoge voerwaarde bespaart krachtvoer en vergroot de opname <strong>van</strong> het<br />
ruwvoer<br />
In dit voorbeeld is het verschil € 472,70, wanneer we een KVEM-prijs <strong>van</strong> € 0,163 aanhouden.<br />
Grasland Drogestofopbrengst VEM KVEM/ha<br />
Slecht 10 ton 850 8.500<br />
Nieuw 12 ton 950 11.400<br />
loonwerk velddAgen<br />
De Loonwerk Velddagen vinden plaats op woensdag 29 juni en<br />
donderdag 30 juni a.s., <strong>van</strong> 13.00 uur tot 22.30 uur. Er zijn dagelijks demonstraties<br />
om 14.00 uur en 19.30 uur.<br />
<strong>ForFarmers</strong> is op de Loonwerk Velddagen aanwezig en begeleidt bezoekers in vier<br />
stappen naar beter ruwvoer. Deze stappen sluiten aan bij de machines, die gedemonstreerd<br />
worden, en spelen in op de actualiteiten rond bemesting en inkuilmiddelen.<br />
Waar?<br />
U vindt de Loonwerk Velddagen op het perceel <strong>van</strong> Maatschap Wessels te Rijssen.<br />
Neem op de A1 afslag 27 en volg de bewegwijzeringsborden.<br />
Kijk voor meer informatie op de website www.loonwerkvelddagen.nl.<br />
33
34<br />
Dankzij groenbemesters betere<br />
bodemstructuur<br />
Vanwege het droge voorjaar kan de graanoogst dit jaar vroeg uit-<br />
pakken. Via de inzet <strong>van</strong> de juiste groenbemester in combinatie<br />
met het beste zaaitijdstip heeft u nu de ruimte om aaltjesproble-<br />
men en bodemziekten gericht aan te pakken.<br />
Om aaltjesproblemen te voorkomen kunt<br />
u het beste aaltjesresistent bladrammenas<br />
of gele mosterd zaaien. Wanneer u<br />
zoekt naar verbetering <strong>van</strong> de bodemvruchtbaarheid<br />
of een betere vastlegging<br />
<strong>van</strong> de stikstof, dan kunt u niet-aaltjesresistent<br />
bladrammenas, gele mosterd,<br />
bladkool of een grasachtige groenbemester<br />
zaaien.<br />
Het hebben <strong>van</strong> een groenbemester zorgt<br />
voor een hoger organische stofpercentage<br />
in de bodem. Daardoor wordt de bodemstructuur<br />
verbeterd en kan de grond<br />
vocht en voedingsstoffen beter vasthouden<br />
(bufferen).<br />
Tip: zorg bij het zaaien <strong>van</strong> een groenbemester<br />
voor een goed zaaibed en voldoende<br />
stikstof als startgift.<br />
Enkele groenbemesters nader beschreven:<br />
• Bladrammenas:<br />
Bladrammenas heeft een snelle beginont-<br />
Overzicht teeltmaatregelen groenbemesters<br />
Gewas<br />
1000-korrel-<br />
gewicht (gr)<br />
Zaaizaad<br />
(kg/ha)1<br />
wikkeling en vormt in korte tijd een massaal<br />
gewas, waardoor het onkruid gemakkelijk<br />
wordt onderdrukt. Het kan ook bij late<br />
zaai nog voldoende gewas vormen om’s<br />
winters de bodem te beschermen. Wanneer<br />
de vorst intreedt vriest bladrammenas<br />
dood. De planten hebben penwortels, maar<br />
door de beperkte hoeveelheid zijwortels is<br />
de doorworteling <strong>van</strong> de grond en de wortelopbrengst<br />
veel minder dan bij grasgroenbemesters<br />
Bladrammenas wordt geteeld<br />
<strong>van</strong>wege de toevoer <strong>van</strong> organische stof,<br />
als stikstof <strong>van</strong>ggewas, als bietencystenaaltjesbestrijder<br />
of als bescherming <strong>van</strong> de<br />
grond tegen verstuiven. Naast resistentie<br />
tegen het bietencystenaaltje is het hebben<br />
<strong>van</strong> een multiresistentie bladrammenas tegen<br />
Melodoigyne chitwoodi en Melodoigyne<br />
fallax steeds belangrijker aan het worden.<br />
• Gele mosterd:<br />
Gele mosterd behoort tot de kruisbloemigen.<br />
Onder gunstige groeiomstandigheden<br />
kan het gewas in korte tijd veel organische<br />
stof produceren. Gele mosterd<br />
Zaaidiepte<br />
(cm)<br />
N-gift<br />
(kg/ha)<br />
Onder<br />
dekvrucht<br />
Bladrammenas 10-20 20-50 2-3 40-80 nee<br />
Gele mosterd 5-10 15-25 2-3 30-50 nee<br />
Bladkool 3-4 8-12 2-3 50-80 nee<br />
Engels raaigras 2-3 15-30 1-2 40-60 ja<br />
Italiaans raaigras 2-4 20-<strong>35</strong> 1-2 40-60 ja<br />
vormt dan een lang (één tot twee meter)<br />
en massaal gewas met een beperkte stevigheid.<br />
Meestal is een voorbewerking<br />
nodig (klepelen, maaien) om het gewas<br />
goed te kunnen onderploegen. Zijn de<br />
omstandigheden minder gunstig dan zal<br />
de groei tegenvallen. Gele mosterd wordt<br />
veelal gebruikt als groenbemester op laat<br />
vrijkomend land. Het gewas heeft een<br />
stevige penwortel die zich niet verdikt.<br />
In zes weken tijd is de grond tot zo’n 70<br />
centimeter doorworteld. Gele mosterd is<br />
sterk (nacht)vorstgevoelig. Bij een flinke<br />
nachtvorst vriezen de waterige stengels<br />
en bladeren kapot. Gele mosterd stelt<br />
niet veel eisen aan de grond en kan op<br />
de meeste grondsoorten geteeld worden.<br />
Alleen zure gronden zijn niet erg geschikt<br />
voor de teelt. Gele mosterd wordt vooral<br />
voor de toevoer <strong>van</strong> organische stof verbouwd<br />
en als antistuifgewas, vrijwel nooit<br />
voor voederdoeleinden. Voor bestrijding<br />
<strong>van</strong> bietencystenaaltjes is de zaaitijd <strong>van</strong><br />
het gewas meestal te laat.<br />
• Bladkool:<br />
Bladkool is goed wintervast en dient voor<br />
de winter goed ontwikkeld te zijn. Omdat<br />
bladkool traag kiemt is vroeg zaaien (voor<br />
1 september) gewenst.<br />
• Engels raaigras:<br />
Engels raaigras is wintervast en schiet in<br />
het voorjaar laat door. Hiermee voorkom<br />
je opslag in het volggewas. Engels raaigras<br />
zorgt verder voor een goede beworteling<br />
en smakelijk gras.<br />
• Italiaans raaigras:<br />
Italiaans raaigras is geschikt voor kortdurend<br />
grasland, vooral voor maaidoeleinden<br />
voor één tot maximaal twee jaar.<br />
Onder goede groeiomstandigheden geeft<br />
het een hoge productie. Het heeft een<br />
snellere beginontwikkeling dan Engels<br />
raaigras, maar is minder wintervast en<br />
minder standvastig.
Proefvelden groenbemesters<br />
Overzicht gewaseigenschappen groenbemesters<br />
De grondbedekking is een maat voor de bladmassa/m2 . Een hoog cijfer betekent veel blad per m2 Een hoog cijfer in de kolom “gevoeligheid vorst” betekent dat het gewas “weinig vorstgevoelig” is. Een laag cijfer staat voor “zeer vorstgevoelig”.<br />
Gewas Grondbedekking Gevoeligheid<br />
vorst<br />
Drogestofopbrengst bij goed<br />
geslaagd gewas (kg/ha)<br />
Effectieve organische<br />
stof (kg/ha)<br />
Bladrammenas 9 3 3900 850<br />
Gele mosterd 9 1 3900 850<br />
Bladkool 9 5 4000 850<br />
Engels raaigras 7 7 4200 1000<br />
Italiaans raaigras 9 5 4200 1100<br />
Zaaitijdstip groenbemesters<br />
Bladrammenas<br />
Gele mosterd<br />
Bladkool<br />
Engels raaigras<br />
Italiaans raaigras<br />
mrt april mei juni juli aug sept okt<br />
geel = zaaien onder dekvrucht (maart - half mei)<br />
groen = zaaien op braak land (mei - juni)<br />
rood = zaaien in vroege stoppel (juli - half aug.)<br />
blauw = late stoppel (half aug. - half sept.)<br />
<strong>35</strong>
36<br />
Reportage<br />
Een medewerker <strong>van</strong> pootgoedbedrijf Prinzen Somsen verplaatst de kisten. In de nieuwe bewaarloods kan 8.000 ton pootgoed bewaard worden.<br />
Nieuwbouw bewaarloods:<br />
capaciteit en efficiëntie zijn verbeterd<br />
Honderdvijftig hectare pootgoed, die in kisten worden gerooid, een<br />
eigen rassenvermeerdering en een nieuwe bewaarloods voor de be-<br />
waring <strong>van</strong> 8.000 ton aardappelen in kisten. Dat zijn enkele belang-<br />
rijke kenmerken <strong>van</strong> het pootgoedbedrijf Prinzen Somsen uit Aalten.<br />
“De nieuwe bewaarloods met een oppervlakte<br />
<strong>van</strong> 4.000 m 2 , is een verademing.<br />
We kunnen nu efficiënter werken,<br />
het pootgoed droogt mooier en daardoor<br />
kunnen we nog meer kwaliteit leveren.”<br />
Aan het woord zijn pootgoedtelers<br />
Anno Prinzen en Hilbert Somsen.<br />
In het verleden plaatsten ze de kisten nog<br />
in bestaande pluimveestallen, elke stal kon<br />
zo’n 500 ton bewaren. Hilbert Somsen vertelt:<br />
“We konden de kisten niet op elkaar<br />
stapelen. De nieuwe bewaarloods benutten<br />
we <strong>van</strong>af oktober 2010. Hier kunnen<br />
zes kisten op elkaar staan en hebben we de<br />
mogelijkheid om in totaal 8.000 ton pootaardappelen<br />
te bewaren. Dat is nog eens<br />
een capaciteitsverbetering!”<br />
De nieuwe bewaarloods verrees op de plek<br />
<strong>van</strong> de pluimveestallen. Tot 2004 hadden<br />
de zwagers Anno Prinzen en Hilbert Somsen<br />
naast het akkerbouwbedrijf nog een<br />
pluimveetak. Deze is beëindigd, omdat<br />
Anno’s vader toen uit het bedrijf stapte.<br />
Anno: “Wij hebben meer feeling met de akkerbouw,<br />
daarom zijn we daarin uitgebreid.<br />
We zijn geleidelijk gegroeid <strong>van</strong> 55 hectare<br />
naar het huidige aantal <strong>van</strong> 150 hectare<br />
pootgoed. Alle werkzaamheden, het poten,<br />
de bespuitingen, het rooien en de bewaring<br />
worden met vier medewerkers rondgezet.<br />
In de winter, tijdens het sorteren komen er<br />
extra krachten bij, want iedere aardappel<br />
moet gezien worden.”<br />
Leveren <strong>van</strong> kwaliteit<br />
Doel <strong>van</strong> de ondernemers is om een kwaliteitsproduct<br />
te leveren. Vooral bij export,<br />
op dit bedrijf wordt tweederde <strong>van</strong> de aardappelen<br />
geëxporteerd, is kwaliteit erg belangrijk.<br />
“Je wilt geen klachten krijgen dat<br />
er bacterieziek of schimmels (bv. Fusarium)<br />
in het pootgoed zit. Dit ontstaat vooral<br />
door versmering. Daarom is hygiënisch<br />
werken tijdens het rooien en in de opslag<br />
zo belangrijk. We beschikken over een kistenwasser,<br />
waar de kisten gedesinfecteerd
worden en we rooien de aardappelen ook in<br />
kisten. Het product komt onbeschadigd en<br />
schoon in de kisten. Na het rooien worden<br />
de kisten voor de droogwand gezet en zodra<br />
het product droog genoeg is, gaan de<br />
kisten naar een koelcel. De aardappelen<br />
blijven in dezelfde kist, waardoor we een<br />
handeling uitsparen. In de periode september<br />
t/m maart wordt het pootgoed gesorteerd,<br />
dan bekijken we iedere aardappel<br />
<strong>van</strong> dichtbij en lezen we ze uit op de gewenste<br />
kwaliteit.”<br />
Het gaat om de kilo’s<br />
In de koelcellen in de nieuw gebouwde bewaarloods<br />
wordt bij de koeling geen gebruik<br />
gemaakt <strong>van</strong> buitenlucht, maar <strong>van</strong><br />
mechanische koeling. Anno: “We hebben<br />
bewust gekozen voor andere koelcellen<br />
dan we in het verleden hadden. Mechanische<br />
koeling geeft minder indroging <strong>van</strong><br />
het pootgoed. Er verdwijnt minder vocht uit<br />
het pootgoed, waardoor er meer kilo’s in de<br />
kisten overblijven. En het gaat ons nu juist<br />
om de kilo’s, want we worden vooral op het<br />
aantal kilo’s dat we leveren uitbetaald.”<br />
Eigen vermeerdering<br />
Natuurlijk speelt de kwaliteit <strong>van</strong> het product<br />
mee bij de uitbetaling. Daarom is het<br />
voor de pootgoedtelers belangrijk om met<br />
gezond uitgangsmateriaal te beginnen.<br />
Omdat ze geregeld merkten, dat aangekocht<br />
pootgoed al bacterieziek was, hebben<br />
de ondernemers ervoor gekozen om<br />
hoogwaardig pootgoeduitgangsmateriaal<br />
te gaan vermeerderen. “Dit betekent dat<br />
er plantjes, honderd procent gezond uitgangsmateriaal,<br />
in het laboratorium worden<br />
gekweekt. Deze plantjes, <strong>van</strong> circa<br />
twee centimeter hoog, worden daarna in<br />
een kas uitgeplant. Hieraan komen twee<br />
tot vijf aardappelen per plant. Het volgende<br />
jaar worden deze knollen in het veld uitgeplant.<br />
Dit zijn zogenaamde miniknollen, de<br />
oogst heet tweedejaarsstam, daarna volgt<br />
een derdejaarsstam. De derdejaarsstam<br />
vermeerderen we tot eigen pootgoed. We<br />
proberen te komen tot vijf generaties pootgoed.<br />
Standaard worden enkele generaties<br />
meer geteeld, maar daardoor is er meer<br />
kans op besmetting.”<br />
De vermeerdering <strong>van</strong> plantjes en eerste-<br />
en tweedejaarsstam gebeurt niet op het<br />
bedrijf <strong>van</strong> Prinzen Somsen, maar wordt<br />
gedaan in nauwe samenwerking met een<br />
collega akkerbouwer.<br />
Bescherming noodzakelijk<br />
De kwaliteit <strong>van</strong> het eindproduct staat of<br />
valt ook met de juiste teeltomstandigheden.<br />
Op advies <strong>van</strong> voorlichter Ria Wolters<br />
zijn de pootgoedtelers vorig jaar overgegaan<br />
naar het gebruik <strong>van</strong> Olie H.” Ria<br />
vertelt: “Dit middel geeft een film over het<br />
blad. Het zorgt voor een goede bescherming<br />
tegen virusinfecties. En het kan goed<br />
in combinatie met andere middelen toegepast<br />
worden. Vorig jaar hebben Prinzen en<br />
Somsen bijvoorbeeld Olie H in combinatie<br />
met Ranman toegepast voor de beste<br />
knolbescherming. Op dit moment werken<br />
ze met Olie H en Valbon, want deze combinatie<br />
geeft de beste bescherming tegen<br />
Phytophthora.”<br />
Veldspuit op GPS<br />
Hilbert vertelt dat mensen geregeld aan<br />
hem vragen waarom ze hem zo vaak met<br />
een spuit in het perceel aardappelen zien.<br />
“Het is voor de consument moeilijk te begrijpen<br />
dat we de aardappelen moeten<br />
beschermen. We werken met streng geselecteerde,<br />
goedgekeurde middelen en we<br />
proberen de concentratie werkzaam middel<br />
zo laag mogelijk te houden. Bovendien werken<br />
we met een veldspuit op GPS. Zodra<br />
de GPS registreert dat we in een bepaalde<br />
rij al geweest zijn, dan sluiten de spuitdoppen,<br />
die boven die rij hangen, automatisch.<br />
Daardoor gaan we nooit twee keer met het<br />
middel over dezelfde aardappelplanten.”<br />
Hilbert Somsen maakt bij de veldspuit gebruik <strong>van</strong> GPS. Zo voorkomt hij dat er overlap <strong>van</strong> het middel op<br />
het gewas plaatsvindt. Hier spuit hij een combinatie <strong>van</strong> de middelen Olie H, Sumicidin en Valbon.<br />
BEDRIjFSGEGEVENS<br />
Anno Prinzen en Hilbert Somsen zijn blij met de<br />
nieuwe bewaarloods.<br />
Akkerbouwers Anno Prinzen en Hilbert<br />
Somsen uit Aalten (Gld.) verbouwen rond<br />
de honderdvijftig hectare pootaardappelen.<br />
Dit pootgoed wordt o.a. geleverd aan de<br />
HZPC, Averis Seeds en vrije afzet. Tweederde<br />
<strong>van</strong> dit pootgoed wordt geëxporteerd,<br />
de rest is pootgoed voor fabrieksaardappelen.<br />
De ondernemers verzetten<br />
alle werkzaamheden samen met vier medewerkers<br />
en in drukke tijden worden er nog<br />
enkele parttimers ingezet.<br />
Het bedrijf heeft twintig hectare grond in<br />
eigendom, het overige huren ze bij verschillende<br />
veehouders of andere ondernemers<br />
in de buurt. De gronden liggen in een cirkel<br />
<strong>van</strong> maximaal vijftien kilometer <strong>van</strong> het akkerbouwbedrijf.<br />
De grondsoort loopt uiteen<br />
<strong>van</strong> puur zand, leem tot klei. Dit maakt het<br />
telen <strong>van</strong> aardappelen gevarieerd, want<br />
elke grondsoort heeft weer zijn eigen voor-<br />
en nadelen.<br />
De ondernemers telen licentierassen, dit<br />
betekent dat er <strong>van</strong> te voren is bepaald<br />
hoeveel hectare <strong>van</strong> welke rassen ze gaan<br />
telen. De ondernemers willen graag de gehele<br />
winter aardappelen (gespreid) afzetten,<br />
daarom kiezen ze zowel voor vroege<br />
als late rassen. Op dit moment telen ze<br />
zo’n vijftien rassen, waaronder Altus, Asterix,<br />
Avarna, Aveka, Baraka, Bartina, Festien,<br />
Monalisa, Seresta en Spunta. Altus en<br />
Bartina zijn twee nieuwe rassen die in het<br />
kader <strong>van</strong> rasvernieuwing worden ingezet.<br />
Anno: “De verwachtingen <strong>van</strong> Altus zijn<br />
hoog. Het ras moet zich echter nog bewijzen.”<br />
Voor de gewasbescherming maakt het bedrijf<br />
gebruik <strong>van</strong> producten <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>.<br />
Voorlichter Ria Wolters adviseert de ondernemers<br />
over het gebruik en de inzet <strong>van</strong><br />
deze producten. Daarnaast geeft ze advies<br />
over de bemesting.<br />
De ambitie <strong>van</strong> Prinzen en<br />
Somsen:<br />
Bedrijfsoptimalisatie inclusief verdere<br />
automatisering.<br />
37
38<br />
Maïsdemovelden <strong>2011</strong><br />
<strong>ForFarmers</strong> heeft op een vijftal locaties demovelden met maïsrassen. Het doel <strong>van</strong> deze<br />
demovelden is om de rassen, die <strong>ForFarmers</strong> in haar rassenadvies voor <strong>2011</strong> heeft opgenomen<br />
én een aantal veelbelovende rassen voor de komende jaren te laten zien.<br />
Door de aangescherpte normen in de mestwetgeving wordt het vooral op zandgrond<br />
steeds moeilijker om een goede opbrengst te realiseren.<br />
De doelstelling <strong>van</strong> minimaal zestien ton drogestof moet op zandgrond echter te realiseren<br />
zijn.<br />
De velden zijn in <strong>2011</strong> gelegen op de volgende locaties:<br />
Rodedijk 2, Gelselaar<br />
Misterweg/hoek Meenkmolenweg, Winterswijk-Miste<br />
Rengersweg, Laren<br />
Rijksweg 101-111, Toldijk<br />
Zuthemerweg, Laag Zuthem<br />
Wanneer u een demoveld wilt bezoeken, alleen of in studieclubverband, en een toelichting<br />
wenst, dan kunt u uw voorlichter hiervoor raadplegen.<br />
Lelieshow Lemelerveld B(l)oeit!<br />
De lelie(bollen)teelt is al enige decennia prominent aanwezig in<br />
het oosten <strong>van</strong> het land. De leliebollen, die hier geteeld worden,<br />
zijn gewild <strong>van</strong>wege de goede broeikwaliteit <strong>van</strong> de bollen. Mede<br />
daardoor leek het enkele lelietelers een goede zaak om u in de<br />
gelegenheid te stellen, de prachtige en veelzijdige kleuren <strong>van</strong> de<br />
lelies te ontdekken. Dit kan <strong>van</strong> woensdag 3 augustus t/m zondag<br />
7 augustus in Lemelerveld.<br />
De wereld aan lelies<br />
De show Lemelerveld B(l)oeit! heeft dit jaar<br />
als thema: De wereld aan lelies. Het product<br />
lelies is letterlijk en figuurlijk een wereldproduct:<br />
naar allerlei windstreken worden de<br />
lelies geëxporteerd, waar de bol uiteindelijk<br />
door lokale bloemenkwekers tot bloei wordt<br />
getrokken. De lelieshow zal dit jaar opgebouwd<br />
worden rondom een aantal voor de<br />
leliebranche belangrijke afzetlanden.<br />
Openingstijden<br />
Lemelerveld B(l)oeit is <strong>van</strong> woensdag 3 augustus<br />
tot en met zaterdag 6 augustus geopend<br />
<strong>van</strong> 10.00 uur tot 21.00 uur. Zondag<br />
7 augustus zijn de deuren open <strong>van</strong> 13.00<br />
uur tot 18.00 uur. De entreeprijs is € 3,00<br />
voor iedereen <strong>van</strong>af 13 jaar. Voor jongere<br />
kinderen is de toegang gratis. ForFamers is<br />
bij deze show aanwezig. De locatie is Zaal<br />
Reimink, Dorpsstraat 2 in Lemelerveld.<br />
Graaninname<br />
De graanoogst is nabij. De meeste graanleveranciers<br />
hebben hun graanovereenkomst<br />
teruggestuurd naar <strong>ForFarmers</strong>.<br />
Belangrijk is dat u bij levering altijd uw leverbewijzen<br />
meeneemt en afgeeft op de<br />
ont<strong>van</strong>gstlocatie.<br />
Let op: wilt u uw granen niet afrekenen tegen<br />
een poolprijs, maar bent u geïnteresseerd<br />
in een dagprijs? Neem dan contact<br />
op met een medewerker <strong>van</strong> de afdeling<br />
Klantenservice tel.: +31 (0)573 28 88 11.<br />
Ook wanneer u <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> geen<br />
graanbrochure hebt ont<strong>van</strong>gen, dan kunt<br />
u dit bij een medewerker <strong>van</strong> de afdeling<br />
Klantenservice aangeven.<br />
fotografie Eelke Rieks Wilms
Productierechten<br />
In dit artikel staan de cijfers <strong>van</strong> 8 juni <strong>2011</strong> vermeld.<br />
Koopmelk<br />
De prijs <strong>van</strong> melkquotum schommelt sinds<br />
april tussen de 17,50 en 18 eurocent per %<br />
vet. Er is wat meer aanbod dan begin april<br />
maar dit blijft beperkt. Op dit moment is de<br />
vraag wat afwachtend, waarschijnlijk door<br />
de aanhoudende droogte.<br />
Leasemelk<br />
Ondanks een krap aanbod, is er in het huidige<br />
quotumjaar meer bemiddeld in leasemelk.<br />
De prijs ligt rond de 4,8 eurocent per<br />
% vet. De laatste weken wordt het aanbod<br />
iets ruimer. Dit is echter bij deze marktconforme<br />
prijs snel verleasd.<br />
Varkensrechten koop<br />
Door onduidelijke wetgeving is de vraag<br />
naar rechten afwachtend. De verkopers<br />
hebben ook geen haast waardoor er weinig<br />
handel is op dit moment.<br />
In Oost is er gehandeld voor 120 euro voor<br />
benutbare varkensrechten, op dit moment<br />
ligt de prijs iets lager.<br />
De prijs in Overig en Zuid ligt lager, maar<br />
daar is het aantal transacties zeer beperkt.<br />
Varkensrechten lease<br />
In de lease <strong>van</strong> varkensrechten gebeurt de<br />
laatste weken weinig. Een enkele transactie<br />
in Oost voor prijzen lager dan 18 euro<br />
per varkenseenheid. In Zuid en Overig zijn<br />
er bijna geen transacties. De leaser wacht<br />
nog af.<br />
Pluimveerechten<br />
De bemiddeling in pluimveerechten is rustig,<br />
af en toe wordt er een partij overgedragen.<br />
De prijs was in Oost circa 8,5 euro per<br />
pluimvee-eenheid. In Overig en Zuid is de<br />
prijs een fractie lager.<br />
Voor de lease <strong>van</strong> pluimveerechten geldt<br />
hetzelfde, maar het is nog vroeg in het jaar.<br />
De vraagprijs voor lease bedraagt circa<br />
€ 1,10 per pluimvee-eenheid in Oost. Zowel<br />
koop als lease zijn qua prijsniveau wat<br />
gedaald ten opzichte <strong>van</strong> begin dit jaar.<br />
Toeslagrechten<br />
Op dit moment is er veel vraag, maar weinig<br />
aanbod. De toeslagrechten, die nu worden<br />
aangeboden, zijn voor de koper te benutten<br />
<strong>van</strong>af 2012. Omdat de regelgeving in<br />
Grafiek: prijsverloop koopmelk 2009-2010-<strong>2011</strong>, prijs per % vet, excl. BTW<br />
Bron: Gerealiseerde omzet <strong>ForFarmers</strong> Prijsverloop Bomap. koopmelk 2009-2010-<strong>2011</strong><br />
prijs per % vet, excl btw<br />
Prijs<br />
prijs<br />
34<br />
31<br />
28<br />
25<br />
22<br />
19<br />
16<br />
13<br />
10<br />
1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52<br />
2014 kan veranderen, willen veel agrariërs<br />
voor elke hectare graag een toeslagrecht.<br />
Er hebben al meerdere transacties plaatsgevonden.<br />
Contact met BOMAP<br />
Heeft u vraag naar of aanbod <strong>van</strong> melkquotum,<br />
varkensrechten, pluimveerechten of<br />
Week<br />
Week<br />
bron: gerealiseerde omzet <strong>ForFarmers</strong> BOMAP<br />
toeslagrechten, neem dan contact op met<br />
de afdeling BOMAP <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> tel.:<br />
+31 (0)573 28 89 89. Of stuur een mail<br />
naar bomap@forfarmers.eu.<br />
Kijk op de website voor de actuele prijsinformatie.<br />
Specialisten productierechten v.l.n.r.: Clemens Goselink, Roel Visscher en Ria Zieverink.<br />
2009<br />
2010<br />
<strong>2011</strong><br />
39
40<br />
Wel of geen luchtwasser,<br />
de keus is aan u<br />
Voor de ondernemers, die voor de keuze staan om wel of geen lucht-<br />
wasser aan te schaffen, licht BOMAP in dit artikel toe, welke soor-<br />
ten luchtwassers er zijn. Ook krijgt u een indicatie <strong>van</strong> de jaarkosten.<br />
Er gaan verhalen rond dat alle varkens- en<br />
pluimveestallen in 2013 <strong>van</strong> een luchtwasser<br />
voorzien moeten zijn. Dit is onjuist.<br />
Een luchtwasser kan toegepast worden<br />
om de stal emissiearm te maken. Er zijn<br />
echter meer goedgekeurde emissiearme<br />
systemen. Een andere mythe is dat luchtwassers<br />
niet goed functioneren en altijd<br />
in storing staan. Het komt zeker voor, dat<br />
een luchtwasser in storing staat, het is tenslotte<br />
techniek. Maar in de praktijk draait<br />
de nieuwste generatie luchtwassers goed.<br />
Een ander veelgehoord item, is dat de veehouder<br />
de wasser uitzet om stroomkosten<br />
te besparen. In de praktijk blijken alle wassers<br />
volop te draaien. Bovendien controleren<br />
de gemeenten hier streng op. Een wasser<br />
uitzetten is dus geen optie.<br />
Wat wel zo is, is dat de luchtwasser jaarlijks<br />
extra kosten met zich meebrengt. De<br />
energiekosten verschillen per wasser, maar<br />
elke wasser brengt de nodige exploitatiekosten<br />
met zich mee.<br />
Waarom een luchtwasser<br />
Iedere ondernemer dient zelf een afweging<br />
te maken om wel of geen luchtwasser te<br />
plaatsen. Sommige ondernemers houden<br />
niet <strong>van</strong> de “toeters en bellen” in de mestkelder<br />
en kiezen daarom bewust voor een<br />
luchtwasser. De luchtwasser is een “End-of<br />
Pipe” systeem, de stal kan <strong>van</strong> binnen traditioneel<br />
worden uitgevoerd.<br />
Andere ondernemers maken liever eenmalig<br />
extra kosten voor een kelder, dan jaarlijks<br />
de extra kosten <strong>van</strong> de luchtwasser<br />
te hebben. Bovendien zitten zij ook niet te<br />
wachten op het extra onderhoud dat deze<br />
techniek met zich meebrengt.<br />
Er is ook een categorie ondernemers, die<br />
geen keuze hebben. Zij moeten op basis<br />
<strong>van</strong> de ligging <strong>van</strong> het bedrijf, op een plek<br />
waar geen uitbreiding <strong>van</strong> ammoniak en/<br />
of geuruitstoot mag plaatsvinden, wel een<br />
luchtwasser aanschaffen om überhaupt<br />
een vergunning te krijgen. Dit speelt bij-<br />
Schematisch overzicht <strong>van</strong> de werking <strong>van</strong> een luchtwasser<br />
NAAM:<br />
Chemisch luchtwassysteem 95 %<br />
ammoniakemissiereductie, voor<br />
kraamzeugen, gespeende biggen,<br />
guste en dragende zeugen,<br />
dekberen en vleesvarkens<br />
NUMMER:<br />
BWL 2008.09.V1<br />
Systeembeschrijving<br />
April 2009<br />
voorbeeld wanneer het bedrijf naast een<br />
Natura 2000 gebied ligt en/of de huidige<br />
geurbelasting te hoog is.<br />
Soorten luchtwassers<br />
Gaat u voor een luchtwasser, dan kunt u<br />
kiezen uit drie soorten wassers:<br />
1. Biologische wassers<br />
2. Chemische wassers<br />
3. Combiwassers<br />
Biologische luchtwasser<br />
Bij een biologische luchtwasser wordt de<br />
lucht meestal via de ruimte onder het waspakket,<br />
door het waspakket geleid. In deze<br />
ruimte onder het waspakket vindt alvast<br />
enige bevochtiging <strong>van</strong> de lucht plaats.<br />
Verder wordt hier de lucht optimaal verdeeld<br />
over het gehele aanstroomoppervlak<br />
<strong>van</strong> de wassectie. De wassectie bestaat<br />
uit een kolom met vulmateriaal dat continu<br />
wordt bevochtigd met wasvloeistof. Bij het<br />
passeren <strong>van</strong> de ventilatielucht door het<br />
luchtwassysteem wordt 70% <strong>van</strong> de ammoniak<br />
opge<strong>van</strong>gen in de wasvloeistof, hierbij<br />
vindt tevens een geurreductie plaats <strong>van</strong><br />
45%. De gereinigde ventilatielucht verlaat<br />
de luchtwasser vervolgens via een druppel<strong>van</strong>ger.<br />
De wasvloeistof wordt afgevoerd<br />
naar een aparte biologische sectie. De biologische<br />
sectie (nitrificatie) bestaat uit een<br />
kolom vulmateriaal waardoor continu waswater<br />
stroomt. Bacteriën die zich op het<br />
vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden<br />
zetten de ammoniak om in nitriet en/of nitraat.<br />
Met het spuiwater worden deze stoffen<br />
uit het wassysteem afgevoerd.<br />
Chemische luchtwasser<br />
Bij een chemische luchtwasser is sprake<br />
<strong>van</strong> een horizontale luchtstroom welke<br />
door een staande kolom vulmateriaal wordt<br />
geleid. Deze kolom vulmateriaal wordt<br />
continu bevochtigd met een aangezuurde<br />
wasvloeistof. Bij passage <strong>van</strong> de ventilatielucht<br />
door het luchtwassysteem wordt<br />
de ammoniak opge<strong>van</strong>gen in de wasvloeistof,<br />
waarna de gereinigde ventilatielucht<br />
het systeem verlaat. Door toevoeging <strong>van</strong><br />
zwavelzuur aan de wasvloeistof, wordt de<br />
ammoniak gebonden als ammoniumsulfaat,<br />
waarna deze met het spuiwater wordt af-
Investerings- en jaarkosten luchtwassers<br />
Combiwassers zijn 5% tot 25% duurder in investerings- en jaarkosten.<br />
Aantal<br />
Nieuwbouw Bestaande stallen<br />
vleesvarkens Investering jaarkosten Investering jaarkosten<br />
500 € 88,- € 27,50 € 130,- € 33,75<br />
1000 € 60,- € 19,50 € 103,- € 26,00<br />
2000 € 46,- € 15,75 € 85,- € 21,50<br />
3000 € 41,- € 14,00 € 75,- € 19,25<br />
4000 € 39,- € 13,75<br />
Bron: HAS Den Bosch 2010<br />
gevoerd. De chemische luchtwassers worden<br />
altijd opgebouwd uit standaard modules,<br />
welke gezamenlijk als unit bij de stal<br />
worden geplaatst. Bij de aanschaf <strong>van</strong> een<br />
chemische wasser kan worden gekozen<br />
voor een ammoniakreductie <strong>van</strong> 70% of<br />
een ammoniakreductie <strong>van</strong> 95%. De geurreductie<br />
<strong>van</strong> een chemische luchtwasser is<br />
altijd 30%.<br />
Combiwasser<br />
Er zijn twee soorten combiwassers op de<br />
markt, namelijk de puur biologische combiwassers<br />
en de combiwassers met een chemische<br />
stap, waarbij dus ook zwavelzuur<br />
wordt toegevoegd.<br />
De ammoniakemissie (inclusief geur- en<br />
stofemissie) wordt beperkt door de ventilatielucht<br />
te behandelen in een luchtwassysteem<br />
die is opgebouwd uit meerdere<br />
wasstappen. Meestal bestaat de installatie<br />
uit een watergordijn met daarachter een biologische<br />
of chemische wasser. Het watergordijn<br />
is in de voorruimte aanwezig waarin<br />
de lucht optimaal wordt verdeeld over het<br />
gehele aanstroomoppervlak <strong>van</strong> de wassectie.<br />
De biologische of chemische wasser<br />
betreft een kolom met vulmateriaal, waarover<br />
continu wasvloeistof wordt gesproeid.<br />
De gezuiverde lucht verlaat vervolgens via<br />
een druppel<strong>van</strong>ger de installatie. Bij het<br />
passeren <strong>van</strong> de ventilatielucht door het<br />
luchtwassysteem wordt de ammoniak opge<strong>van</strong>gen<br />
in de wasvloeistof.<br />
De bacteriën die zich bij een biologische<br />
combiwasser op het vulmateriaal en in de<br />
wasvloeistof bevinden, zetten de ammoniak<br />
om in nitriet en/of nitraat, waarna<br />
deze stoffen met het spuiwater worden afgevoerd.<br />
Bij een chemische combiwasser<br />
wordt de ammoniak gebonden door het toegevoegde<br />
zwavelzuur. De verwijdering <strong>van</strong><br />
stof en geurcomponenten gebeurt hoofdzakelijk<br />
in het eerste watergordijn. Een combiwasser<br />
geeft een ammoniakreductie <strong>van</strong><br />
85% en een geurreductie <strong>van</strong> 70% tot 85%,<br />
afhankelijk <strong>van</strong> het soort combiwasser.<br />
Spuiwater<br />
Het spuiwater <strong>van</strong> alle luchtwassers is erkend<br />
als meststof. Dit spuiwater kan als<br />
zodanig afgevoerd of op eigen grond aangewend<br />
worden.<br />
Wel of geen luchtwasser toepassen<br />
op uw bedrijf? De keuze is uiteindelijk<br />
aan de uzelf. Bij het maken <strong>van</strong><br />
deze keuze kan de afdeling BOMAP<br />
<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> u <strong>van</strong> dienst zijn.<br />
Voor vragen kunt u bellen naar tel:<br />
+31 (0)573 28 89 89.<br />
41
42<br />
Reportage<br />
Om te voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij heeft Pelgrom gekozen voor ruime looppaden en een ruime maatvoering <strong>van</strong> de boxen. Als boxenvulling<br />
heeft de melkveehouder gekozen voor een waterbed.<br />
“Ik haal plezier uit de diversiteit<br />
<strong>van</strong> het werk”<br />
Vorig jaar schreven we in Voertaal over de nieuwbouw bij melkvee-<br />
houder Ronald Pelgrom in Hummelo. BOMAP heeft de nieuwbouw-<br />
plannen getoetst aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en de ver-<br />
gunningaanvragen verzorgd. Wij vragen Ronald naar zijn ervaringen.<br />
“Eind 2008 dacht ik voor het eerst aan<br />
nieuwbouwplannen. Het jongvee werd namelijk<br />
op een andere locatie gehuisvest en<br />
het melken in de 2x4 melkstal ging me ook<br />
tegenstaan. Omdat ik naast de melkveehouderij<br />
ook een ijsmakerij run, kwam ik<br />
tijd tekort. In het voorjaar <strong>van</strong> 2009 heb ik<br />
contact gezocht met BOMAP, zodat zij me<br />
verder konden helpen met de milieuvergunningsaanvraag<br />
en Maatlat Duurzame Veehouderij<br />
(MDV). We hebben besloten om<br />
rekening te houden met de MDV, zodat ik<br />
gebruik kan maken <strong>van</strong> het fiscale voordeel<br />
<strong>van</strong> de milieu-investeringsaftrek en het willekeurig<br />
afschrijven volgens de Vamil.”<br />
Ruime maatvoering<br />
Geerten Wassink <strong>van</strong> BOMAP vult aan: “we<br />
proberen bij nieuwbouw altijd rekening te<br />
houden met de eisen <strong>van</strong> de Maatlat, want<br />
het fiscale voordeel is zeer groot. Dit is mooi<br />
meegenomen.” De maatregelen die meetellen<br />
voor de MDV zijn bijvoorbeeld een ruime<br />
maatvoering <strong>van</strong> de boxen (op dit bedrijf<br />
1,15 meter breed en 2,5 tot 2,8 meter diep)<br />
en ruime looppaden <strong>van</strong> 3,5 tot vier meter.<br />
Als boxenvulling heeft de melkveehouder<br />
gekozen voor een waterbed. Geerten: “En<br />
dankzij dakisolatie en een klimaatcomputer<br />
reduceert Pelgrom de ammoniakemissie. Dit<br />
maakt de stal extra duurzaam.”<br />
Simpel met luxe<br />
Eind september 2010 is de nieuwe melkveestal<br />
met 73 ligplaatsen en een melkrobot<br />
in gebruik genomen. Er staat volgens<br />
Ronald een simpele, doelmatige stal, maar<br />
wel met de luxe <strong>van</strong> een melkrobot, een<br />
mestrobot en een automatisch klimaatsysteem.<br />
De bouw <strong>van</strong> de stal is goed verlopen.<br />
Ronald is daarbij blij, dat hij het project<br />
heeft aanbesteed. “Daardoor waren<br />
voor mij de kosten bij voorbaat duidelijk,<br />
zo kon ik onverwachte tegenvallers voorkomen.<br />
Bovendien heeft de aanbesteding een<br />
scherpe kostprijs voor de stal opgeleverd.”
Aandachtspunten robot<br />
Voor de keuze <strong>van</strong> het merk melkrobot<br />
heeft Ronald meerdere merken in werking<br />
gezien. De keuze viel op Lely, omdat dit bedrijf<br />
een totaalpakket levert, bestaande uit<br />
melkrobot, mestrobot en koeborstel. “Alles<br />
<strong>van</strong> één leverancier werkt prettiger.” Maar<br />
de melkveehouder heeft achteraf wel ervaren<br />
dat hij toch nog te weinig is voorbereid<br />
op het melken met een robot. “Er komen<br />
bij het robotmelken andere aandachtspunten<br />
naar voren, dan ik eerst had verwacht.<br />
Daarom is mijn tip aan melkveehouders,<br />
die overwegen om een melkrobot aan te<br />
schaffen, om een paar dagen bij een robotboer<br />
in de stal mee te lopen. Om te ervaren<br />
hoe de robot gedurende de dag functioneert<br />
en <strong>van</strong> de veehouder te horen, hoe<br />
het met het onderhoud en ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong><br />
materialen zit.”<br />
Voorzorgsmaatregelen<br />
De start in de nieuwe stal is naar tevredenheid<br />
verlopen. Alleen ervaart Pelgrom nu<br />
nog de naweeën <strong>van</strong> de invloed <strong>van</strong> een<br />
nieuwe roostervloer op de klauwen <strong>van</strong> de<br />
melkkoeien. “In nieuwe betonnen roosters<br />
zitten zuren, die er eerst uit moeten. We<br />
hebben de scherpe kanten <strong>van</strong> de roosters<br />
verwijderd (afbramen) en ze met lijnzaadolie<br />
ingesmeerd. En bij de koeien zijn extra<br />
voorzorgsmaatregelen genomen, zoals het<br />
aanbieden <strong>van</strong> extra structuur en Univit<br />
Mobiel. Univit Mobiel is een mineralenmengsel<br />
met organische sporenelementen,<br />
biotine en gisten. Er is ook een bekapbeurt<br />
overgeslagen. Helaas heeft dit nog niet<br />
voldoende geholpen. De klauwen hebben<br />
een opdonder gehad, waardoor de conditie<br />
<strong>van</strong> de koeien wat achteruit is gegaan. Mijn<br />
tip is dan ook om een nieuwbouw zo in te<br />
plannen, dat de stal klaar is, wanneer de<br />
De nieuwe ligboxenstal met links de ijsmakerij.<br />
koeien overdag nog naar buiten gaan. Dan<br />
kunnen de klauwen in de weide iets ontlast<br />
worden.”<br />
Fit naar nieuwe stal<br />
Geerten Wassink reageert hierop. “In de<br />
voorbereiding kan er wat aan dit probleem<br />
gedaan worden door de roosters ruim op<br />
tijd te bestellen. Ze kunnen beter een tijd<br />
op het erf liggen uitharden, dan dat ze<br />
direct na levering in de stal worden geplaatst.”<br />
En voorlichter Patrick Wevers vult<br />
aan: “De melkkoeien kunnen al ruim voor<br />
de overplaatsing worden voorbereid op de<br />
nieuwe stal. Met behulp <strong>van</strong> mineralen ter<br />
bevordering <strong>van</strong> de klauwgezondheid, het<br />
geven <strong>van</strong> extra structuur in het rantsoen<br />
en door de klauwen al regelmatig te controleren<br />
en zo nodig te behandelen gaat het<br />
melkvee fit over naar de nieuwe stal.”<br />
Denk aan het rendement<br />
Andere tips, die Ronald melkveehouders<br />
wil meegeven zijn: betrek goede adviseurs<br />
bij de plannen, wees open en eerlijk, dan<br />
krijg je daar ook een open en eerlijk antwoord<br />
voor terug en denk bij investeringen<br />
altijd om het rendement. Ronald: “Ik heb<br />
bijvoorbeeld bij calculaties altijd mezelf de<br />
vraag gesteld of ik daar wakker <strong>van</strong> ga liggen<br />
of niet. Deze nieuwbouw heeft de kostprijs<br />
met vijf tot zes cent per kg melk op het<br />
bedrijf verhoogd. Maar we hebben bij de<br />
berekeningen niet ingecalculeerd dat we op<br />
kosten zouden gaan besparen <strong>van</strong>wege de<br />
betere leefomstandigheden <strong>van</strong> ons melk-<br />
en jongvee. De dieren produceren meer kg<br />
melk, de leeftijd <strong>van</strong> de dieren wordt hoger<br />
en we zien lagere dierenartskosten. Alles<br />
wat we nu beter doen dan gecalculeerd,<br />
geeft ruimte in verdere verlaging <strong>van</strong> onze<br />
kostprijs.”<br />
BEDRIjFSGEGEVENS<br />
V.l.n.r.: Ronald Pelgrom, BOMAP specialist Geerten<br />
Wassink en voorlichter Patrick Wevers.<br />
Ronald Pelgrom woont samen met zijn vriendin<br />
Petra en zijn twee dochters op een melkveebedrijf<br />
in het Gelderse Hummelo. Hij<br />
houdt daar 60 melkkoeien en heeft 57 hectare<br />
grond. Tien hectare <strong>van</strong> de grond is voor<br />
het verbouwen <strong>van</strong> mais, op zes hectare<br />
worden consumptieaardappelen verbouwd<br />
en de overige percelen zijn grasland.<br />
Met de komst <strong>van</strong> de nieuwbouw heeft Pelgrom<br />
de mogelijkheid gecreëerd om anderen<br />
een kijkje te geven op het melkveebedrijf.<br />
Bij de ijsmakerij komt een terras en boven<br />
de stal zit een ont<strong>van</strong>gstruimte met zicht<br />
op de koeien in de stal. Ronald heeft bij de<br />
nieuwbouw geen enorme bedrijfsgroei voor<br />
ogen gehad. “Ik ben geen boer die naar 140<br />
koeien wil. Naast melkveehouder ben ik ook<br />
ijsmaker. Ik haal mijn plezier uit de diversiteit<br />
<strong>van</strong> mijn werk en het verbeteren <strong>van</strong> het bedrijfsrendement.”<br />
De melkkoeien produceren gemiddeld 9.100<br />
kg melk met 4,40% vet en 3,53% eiwit. Het<br />
melkquotum bedraagt 560.000 kg. Samen<br />
met voorlichter Patrick Wevers en robotspecialist<br />
Rob Rutgers is er voor het robotmelken<br />
een robotscan gemaakt. Daarnaast is<br />
er veel tijd gestoken in een aangepast rantsoen<br />
en ander krachtvoer voor het robotmelken.<br />
Hierbij wordt gestreefd naar verhoging<br />
<strong>van</strong> de vet- en eiwitgehaltes. Omdat Ronald<br />
kiest voor het aanbieden <strong>van</strong> veel eigen ruwvoer<br />
(scherpe voerkosten) worden er geen<br />
bijproducten gevoerd, die op korte termijn<br />
extra effect op het eiwitgehalte hebben.<br />
De toename <strong>van</strong> klauwproblemen en de toegenomen<br />
productie geeft een daling in de<br />
gehaltes. Patrick: “Wanneer een koe minder<br />
goed loopt, vreet ze minder, waardoor<br />
de gehaltes onder druk staan. Met behulp<br />
<strong>van</strong> een intensief klauwmanagement en een<br />
aangepast droogstandsmanagement werken<br />
we aan het verhogen <strong>van</strong> de gehaltes.”<br />
De ambitie <strong>van</strong> Pelgrom:<br />
Melk en ijs <strong>van</strong> goede kwaliteit maken<br />
met aandacht voor maatschappelijk<br />
verantwoord ondernemen.<br />
43
<strong>ForFarmers</strong><br />
Klantenservice T: +31 (0)573 28 88 11<br />
Weekenddienst T: +31 (0)573 28 89 22<br />
BOMAP T: +31 (0)573 28 89 89<br />
Subli paardenvoeders T: +31 (0)900 20 25 321<br />
FarmFeed<br />
Rundveehouderij T: +31 (0)573 40 84 50<br />
Varkenshouderij T: +31 (0)33 246 31 32<br />
<strong>ForFarmers</strong> verkoopleiders<br />
Rundveehouderij Noord Wilfred Jonkman T: +31 (0)6 22 24 67 99<br />
Rundveehouderij Midden en Vleesvee Henk <strong>van</strong> der Vegt T: +31 (0)6 51 34 43 25<br />
Rundveehouderij Zuid en Geiten en Schapen Gertie Klein Hegeman T: +31 (0)6 53 31 <strong>35</strong> 88<br />
Varkenshouderij Noord Richard Orriëns T: +31 (0)6 53 40 08 55<br />
Varkenshouderij Midden Rinze Exterkate T: +31 (0)6 22 37 33 09<br />
Varkenshouderij Brabant, Limburg, België Marleen <strong>van</strong> Sleuwen T: +31 (0)6 10 41 27 63<br />
Pluimveehouderij Jan Tjassens T: +31 (0)6 53 40 40 46<br />
Akkerbouw & Loonwerk Erik Schieven T: +31 (0)6 51 64 04 73<br />
<strong>ForFarmers</strong>, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31 (0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99, info@forfarmers.eu, www.forfarmers.eu