21.09.2013 Views

Notitie Beschermd dorpsgezicht - Vereniging Oud Oegstgeest

Notitie Beschermd dorpsgezicht - Vereniging Oud Oegstgeest

Notitie Beschermd dorpsgezicht - Vereniging Oud Oegstgeest

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong><br />

Juni 2008<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau<br />

Februari 2008<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Oegstgeest</strong>


<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong><br />

Juni 2008<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Oegstgeest</strong>


<strong>Oegstgeest</strong> mooier in beschermd <strong>dorpsgezicht</strong><br />

Nadere regels te stellen aan bouw- en verbouwplannen in<br />

de gemeente <strong>Oegstgeest</strong><br />

1. Inleiding<br />

De <strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Oegstgeest</strong> (VOO) geeft in deze notitie een visie op de manier waarop in de<br />

gemeente <strong>Oegstgeest</strong> kan worden omgegaan met de eisen, die kunnen worden gesteld aan bouw- en<br />

verbouwplannen in het algemeen en in beschermde <strong>dorpsgezicht</strong>en in het bijzonder.<br />

Dit is ons inziens nodig, omdat in de afgelopen jaren de inrichting van ons dorp en het vooraanzicht<br />

van huizen in vele straten door verbouwingen nogal zijn veranderd. Veranderingen die niet altijd veranderingen<br />

ten goede zijn gebleken. Soms is het een ratjetoe geworden, waar eenduidigheid en harmonie<br />

met de directe omgeving ontbreken.<br />

Het is bovenal nodig omdat <strong>Oegstgeest</strong>, zeker in de kern die gebouwd is vóór de Tweede Wereldoorlog,<br />

een prachtige en unieke afwisseling kent van wisselende bebouwing en groen: voor en achter de<br />

woningen en in de straten en lanen. Verdere aantasting daarvan doet veel teniet aan belangrijke bebouwingskenmerken<br />

van onze gemeente.<br />

In de zogenoemde Paarse nota heeft de VOO al in 1987 een uitvoerige schets gegeven. 1) Voor de volledigheid<br />

is de Paarse nota hierbij gevoegd.<br />

De onderhavige notitie sluit ook aan op en laat onverlet wat is gesteld in onze ‘<strong>Notitie</strong> voorontwerp<br />

bestemmingsplan Oranje Nassau’ van 17 februari 2008.<br />

Achtergrond van deze notitie vormen voorts de komende wijzigingen in de richtlijnen in de<br />

Welstandsnota, het functioneren van de Welstandscommissie en de voorgenomen wijzigingen in de<br />

bestemmingsplannen in het algemeen en in het bijzonder voor zover in het bestemmingsplan mede<br />

een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> is opgenomen.<br />

Het meer concrete doel van deze notitie is het doen van praktische voorstellen voor het versterken van<br />

de ruimtelijke kwaliteit van <strong>Oegstgeest</strong>. De versterking is in het bijzonder bedoeld voor de beoordeling<br />

van bouw- en verbouwplannen in en van beschermde gebieden en gebouwen. Daartoe is het naar onze<br />

mening van groot belang, dat de beoordeling en advisering zoveel mogelijk vanuit een helder beoordelingskader<br />

wordt gedaan.<br />

Dat dient in de eerste plaats te gebeuren op het ambtelijke niveau, waar de plannen in eerste instantie<br />

worden beoordeeld en aanvragers worden geadviseerd.<br />

In tweede instantie zal een dergelijke beoordeling en advisering plaatsvinden op het niveau van de officiële<br />

beoordelingscommissies, voordat tot besluitvorming wordt overgegaan. Ook voor dit stadium zijn<br />

onze praktische voorstellen bedoeld.<br />

Zie verder hoofdstuk 3 en 4 hierna.<br />

Wij realiseren ons, dat de voorgestelde andere werkwijze hogere bestuurlijke lasten met zich meebrengt,<br />

c.q. kan brengen. Aan de andere kant geeft duidelijkheid in richtlijnen en beoordeling helderheid<br />

aan aanvragers en beslissers. We achten deze investering gewenst en verantwoord, omdat daarmee<br />

het karakter van de ruimtelijke inrichting van de gemeente wordt gehandhaafd en versterkt.<br />

1) Voorstel tot aanwijzing van waardevolle gebouwen c.a., <strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Oegstgeest</strong>, september 1987.<br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong>, juni 2008 3


2. Aan bouwprojecten te stellen eisen<br />

In de genoemde VOO-notitie van 17 februari 2008 is een aantal suggesties gedaan voor voorwaarden<br />

die kunnen worden gesteld aan het bouwen of verbouwen in een gebied van de gemeente dat is aangewezen<br />

als beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>. De VOO is nagegaan hoe elders in Nederland wordt omgegaan met<br />

kaders voor de beoordeling van een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>. Daarbij zijn wij uitgekomen bij de<br />

gemeente Haarlem. In de eerste plaats omdat deze gemeente een inzichtelijk en bruikbaar beleid heeft<br />

ontwikkeld. En bovendien omdat bepaalde wijken daar qua bouwperiode en uitstraling overeenkomen<br />

met wijken in <strong>Oegstgeest</strong>. In het bijzonder het gebied dat in Haarlem bekend staat als<br />

‘Koninginnebuurt en Bos en Vaart’ doet denken aan onze wijken Wilhelminapark en Oranjebuurt. Ook<br />

voor de andere <strong>Oegstgeest</strong>er wijken zijn in Haarlem equivalenten te vinden.<br />

In de gemeente Haarlem is een inzichtelijk systeem ontwikkeld van heldere voorschriften met een algemene<br />

gelding, die per individueel geval worden toegepast zoals ze volgens de toelichting bij de voorschriften<br />

bedoeld zijn. Hiertoe is een indeling in wijken gemaakt, waaraan de welstandsniveaus I, II en<br />

III zijn toegekend. Hierbij speelt ook het waardevolle groen in een gebied een rol. Daardoor kan de systematiek<br />

die daar is gevolgd ook worden toegepast in onze gemeente.<br />

3. Twee welstandsniveaus<br />

De VOO stelt voor om voor de wijken in <strong>Oegstgeest</strong> een indeling in niveaus te maken zoals dat in<br />

Haarlem is gebeurd. Daarbij is de vraag gerezen of ook in <strong>Oegstgeest</strong> een driedeling nodig is. De<br />

Haarlemse categorie II gaat over buitengebieden die <strong>Oegstgeest</strong> niet meer heeft, zodat deze voor<br />

<strong>Oegstgeest</strong> geen zinvolle toevoeging biedt.<br />

Daarom stelt de VOO voor de wijken in <strong>Oegstgeest</strong> in twee niveaus in te delen, te weten niveau I,<br />

waarin een gedetailleerde toets van toepassing is, en niveau II, waarin een reguliere toets van toepassing<br />

is.<br />

De twee toetsen worden als volgt omschreven.<br />

I. Gedetailleerde toets<br />

Deze wordt toegepast bij:<br />

beschermde <strong>dorpsgezicht</strong>en en rijks- en gemeentelijke monumenten;<br />

gebieden die op de nominatie staan om beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> te worden.<br />

In deze gebieden is het beleid gericht op het handhaven en versterken van de aanwezige hoge architectonische<br />

kwaliteit en de omgevings- en cultuurhistorische waarden.<br />

II. Reguliere toets<br />

De reguliere toets geldt voor alle overige gebieden. Hier is het beleid gericht op het handhaven en<br />

stimuleren van de verbetering van de bestaande kwaliteit.<br />

Bekijken wij de gemeente <strong>Oegstgeest</strong> als geheel, dan kunnen we naar onze mening de gemeente als<br />

volgt indelen in niveau I- en II-gebieden.<br />

Niveau I<br />

1. De Kerkbuurt;<br />

2. Landgoed <strong>Oud</strong>-Poelgeest met Ezelsveld en Poelgeesterweg met aansluitend deel Laan van<br />

Alkemade;<br />

3. Rijksbeschermd <strong>dorpsgezicht</strong> Wilhelminapark en Geesten;<br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong>, juni 2008 4


4. Gebied Bestemmingsplan Oranje Nassau (incl. beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> Oranjepark);<br />

5. Buitenlust;<br />

6. De Grunerie;<br />

7. Hofbrouckerpark met aansluitend deel Piet Heinlaan;<br />

8. Park Van Brouchovenlaan;<br />

9. De Rijks- en gemeentelijke monumenten in de gebieden van niveau II;<br />

10. De cultuurhistorisch waardevolle objecten in de gebieden van niveau II.<br />

Bij de definitieve vaststelling van bovenstaande gebieden wordt rekening gehouden met de in de Paarse<br />

Nota aangegeven grenzen.<br />

Niveau II<br />

De overige gebieden.<br />

De verschillende gebieden worden aangegeven op een samen te stellen cultuurhistorische waardenkaart.<br />

Aan de gebiedsomschrijvingen wordt een reeks foto’s toegevoegd van gebouwen en eventuele<br />

andere situaties die beeldbepalend worden geacht voor het desbetreffende gebied.<br />

4. Het toetsen van de bouw en verbouwplannen in <strong>Oegstgeest</strong><br />

Het toetsen of is voldaan aan de voorwaarden van niveau I of II, dient te gebeuren aan de hand van de<br />

voor de twee niveaus gestelde voorwaarden. Deze voorwaarden worden vertaald naar de omstandigheden<br />

van het individuele geval. Dit gebeurt door een daartoe nieuw in stellen Bouwzorgcommissie.<br />

Deze doet dat, evenals thans het geval is bij de huidige Monumenten- en de Welstandscommissie, in de<br />

vorm van een advies.<br />

Het college van B&W kan gemotiveerd van het advies afwijken. De adviezen zijn, evenals de<br />

Collegebesluiten, openbaar.<br />

Voor de twee niveaus zijn voor <strong>Oegstgeest</strong> de volgende criteria ontwikkeld. Het technische taalgebruik<br />

is onvermijdelijk om misverstanden bij de beoordeling te voorkomen.<br />

Criteria niveau I<br />

Algemeen<br />

• De bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder vergunningplichtig<br />

bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering de bestaande bouwkundige<br />

dorpsstructuur, de typologie van gebouwen en de detaillering, kleur- en materiaalgebruik<br />

ervan als uitgangspunt dient te nemen. Relevant hierbij is of de omringende bebouwing ontworpen<br />

is als architectonische eenheid per bouwblok of een individuele uitstraling op pandniveau<br />

heeft.<br />

• Ingeval de bebouwing een representatief karakter heeft, dient dit te worden gehandhaafd.<br />

Zichtbaarheid vanaf de straat<br />

• Gevels aan de straatzijde dienen representatief te zijn voor de omgeving waarin zij staan.<br />

• Het aan de buitenkant zichtbaar samenvoegen van panden is ongewenst.<br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong>, juni 2008 5


Massa en vorm<br />

• Aan- en uitbouwen alsmede bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.<br />

• De geleding van de bouwmassa behoort zich in maat en ritme naar de omliggende bebouwing te<br />

voegen.<br />

• Er is een architectonische eenheid tussen boven- en ondergevel.<br />

• De bestaande afwisseling in de vormgeving van de kappen blijft gehandhaafd.<br />

• De gevelopbouw en kapvorm van een pand worden gehandhaafd. Een uitzondering kan gelden<br />

voor het maken van een opbouw op een plat dak. In dat geval dient er voor het blok of de straat<br />

één passend type kap gedefinieerd te worden.<br />

• Technische voorzieningen, zoals trappenhuizen, vluchttrappen en dakopbouwen voor installatietechniek<br />

mogen niet zichtbaar zijn vanaf de straatzijde of openbare weg, noch vanaf rondom gesitueerde<br />

hogere bebouwing, tenzij zij passen in het beeld van het gebouw en de omgeving.<br />

Massa en vorm bij nieuwbouw<br />

• Er is een harmonische verhouding tussen open en gesloten gevelvelden. Blinde en grote blinde<br />

delen in gevels zijn niet toegestaan, evenmin als geheel of grotendeels open gevels. Dit betekent dat<br />

bergingen en parkeergarages boven het maaiveld niet tussen de straat en de voorgevel mogen<br />

liggen.<br />

• De gevels bezitten een zekere mate van verticaliteit.<br />

Detaillering, kleur en materiaal<br />

• Kenmerkende, oorspronkelijke ornamentiek en detaillering dienen bij verbouwingen te worden<br />

gerespecteerd.<br />

• Voor nieuw aan te brengen voordeuren, kozijnen, balkon- en ander hekwerk, gootbakken, boeiboorden,<br />

lateien boven vensters en deuren, windveren, enzovoort moeten uitgewerkte ontwerpen<br />

worden gemaakt, die aansluiten aan de aanwezige ornamentering en detaillering.<br />

• Bij het ontwerp dient er aandacht te worden besteed aan de details, waarbij wordt gestreefd naar<br />

eenzelfde mate van verfijning als gebruikelijk is bij bestaande gebouwen.<br />

• Indeling van raampartijen en kleurgebruik van kozijnen worden gehandhaafd of, indien mogelijk,<br />

teruggebracht in de oorspronkelijke staat.<br />

• Tenzij deze evident niet detoneren zijn materialen als betonsteen, grote oppervlakken (ongekleurd)<br />

beton, kunststof of aluminium beplating, volkernplaat, spiegelend glas, vlakke plaatdeuren, stalen<br />

dakpannen en dergelijke niet toegestaan voor zover zij in het zicht vallen. Kunststof, aluminium en<br />

dergelijke is wel toegestaan voor zover dit gelijkwaardig is aan natuurlijk materiaal, onder meer<br />

met betrekking tot dieptewerking en profilering.<br />

• Gevels sluiten wat betreft materiaal, kleur en uitstraling aan bij de omgeving. Zij dienen daarmee<br />

te harmoniëren, ook als het gebruikte materiaal afwijkend is.<br />

• Historisch voegwerk wordt zoveel mogelijk gehandhaafd. Het te dik uitslijpen en het wijzigen van<br />

de oorspronkelijke dikte van stoot- en lintvoegen is ongewenst.<br />

• Houtwerk dient te worden geschilderd in kleuren die harmoniëren met die van de direct aaneengesloten<br />

bebouwing. Signaalkleuren zijn niet toegestaan.<br />

• Gemetselde erfafscheidingen dienen gehandhaafd te blijven.<br />

Binnen een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> en voor monumenten geldt bovendien:<br />

• Bouwwerken die buiten het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> vergunningvrij zijn, zijn hier licht-vergunningplichtig.<br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong>, juni 2008 6


Criteria niveau II<br />

Algemeen<br />

• De bestaande gebouwde omgeving is het kwalitatieve referentiepunt voor ieder vergunningplichtig<br />

bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering de bestaande bouwkundige<br />

dorpsstructuur, de typologie van gebouwen en de detaillering, kleur- en materiaalgebruik<br />

ervan, als uitgangspunt dient te nemen.<br />

• Relevant is of de omringende bebouwing ontworpen is als complex of een individuele uitstraling<br />

op pandniveau heeft.<br />

Massa en vorm<br />

• Aan- en uitbouwen, alsmede bijgebouwen zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.<br />

Detaillering<br />

• Detaillering, kleur- en materiaalgebruik zijn per groep gebouwen gelijk.<br />

• Bij woongebouwen wordt de eenheid van de geveldetaillering gehandhaafd.<br />

• Kunststof en aluminium en dergelijke is slechts toegestaan voor zover dit gelijkwaardig is aan<br />

natuurlijk materiaal, onder meer met betrekking tot dieptewerking en profilering.<br />

Dakkapellen<br />

• Voor dakkapellen dient er voor het blok of de straat één passend type kapel gedefinieerd te<br />

worden.<br />

De toetsing<br />

De ambtelijke beoordeling in eerste instantie en daarna de Bouwzorgcommissie (zie onder 4.) passen<br />

de bovengenoemde criteria toe op basis van de toelichting die in de diverse relevante stukken en notities<br />

zijn neergelegd. Dit zijn in de eerste plaats de bestemmingsplannen. Daarnaast zijn voor de toetsing<br />

relevant onder meer de Welstandsnota, de ‘Paarse nota’ en de onderhavige notitie.<br />

De Bouwzorgcommissie slaat bij de toetsing tevens acht op de beeldbepalende foto’s.<br />

5. De Bouwzorgcommissie<br />

Thans kent de gemeente een eerste beoordeling van bouw- en verbouwplannen door het ambtelijk<br />

apparaat. Vervolgens gaan de in de meeste gevallen bijgestelde voorstellen voor beoordeling en advies<br />

naar de Welstandcommissie en, indien het gaat om gemeentelijke en Rijksmonumenten, naar de<br />

Monumentencommissie.<br />

Het functioneren van de Welstandcommissie is gebaseerd op de Welstandsnota. De welstandsnota<br />

wordt momenteel herzien, omdat uit de evaluatie het kader onvoldoende en onvoldoende duidelijk is<br />

gebleken. Daarom is de Welstandscommissie beperkt in zijn functioneren.<br />

Met betrekking tot de Monumentencommissie wordt het als een bezwaar gevoeld dat deze wordt voorgezeten<br />

door de voor het betreffende terrein verantwoordelijke wethouder. Dat past naar onze mening<br />

niet meer in een systeem waarin ‘dualisme’ in het gemeentebestuur is ingetreden. De voorzitter dient<br />

onafhankelijk te zijn.<br />

Wij kunnen ons voorstellen dat deze voorgestelde verandering ingaat met ingang van de nieuwe raadsperiode.<br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong>, juni 2008 7


Relevant in het kader van deze notitie is dat voor elke vergunningaanvraag in een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong><br />

een advies van de Monumentencommissie nodig is, en vanzelfsprekend ook voor vergunningaanvragen<br />

met betrekking tot een monument.<br />

De VOO stelt voor de twee commissies samen te voegen tot één Commissie, de zgn.<br />

Bouwzorgcommissie. Overigens is dat in de gemeente Leiden reeds nu het geval.<br />

Het voordeel van één Commissie is dat er vanuit een en hetzelfde beoordelingskader naar bouw- en<br />

verbouwaanvragen wordt gekeken en geoordeeld.<br />

In de praktijk kunnen de diverse taken worden verdeeld, zodat overbelasting van de leden wordt voorkomen.<br />

Cruciaal in een dergelijke opzet is dat de Bouwzorgcommissie haar eigen werkwijze kan bepalen, aan<br />

de hand van de vastgestelde Welstandsnota en de bepalingen van de Monumentencommissie. Dit zal<br />

betekenen dat bij de behandeling van alle bouwaanvragen niet altijd alle leden aanwezig hoeven te zijn.<br />

Daar waar het gaat om een aantal eenvoudige aanvragen buiten een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>, zullen de<br />

monumentenleden niet aanwezig behoeven te zijn. Vanzelfsprekend is hiervoor een daarop ingestelde<br />

agenda-indeling van belang.<br />

Cruciaal is ook dat de individuele leden voldoende tijd en gelegenheid krijgen een zaak op hun eigen<br />

wijze voor te bereiden voor bespreking in de finale openbare zitting. Het belang van openbaarheid van<br />

deze zitting is evident. Even evident is, vindt de VOO, dat de leden van de commissie zelf bepalen hoe<br />

en met wie zij de zaak voorafgaand aan die zitting voorbereiden. Dit impliceert dat zij daarvoor meer<br />

tijd krijgen dan thans het geval is. Vanzelfsprekend moet een en ander passen in de termijnen die er<br />

wettelijk staan voor de procedures van de bouwvergunning.<br />

Ook de ambtelijke ondersteuning en versterking dient aandacht te krijgen. Wij hebben begrepen dat<br />

onze gemeente in dit opzicht een (te) beperkte ambtelijke capaciteit heeft, maar dat er aan wordt<br />

gewerkt (samen met andere gemeenten in de regio) dit onderdeel van de organisatie te versterken.<br />

Tenslotte acht de VOO het van belang dat de Bouwzorgcommissie een duidelijk <strong>Oegstgeest</strong>er inbreng<br />

heeft. Het is wenselijk dat minimaal één lid geruime tijd in <strong>Oegstgeest</strong> woont of gewoond heeft.<br />

<strong>Notitie</strong> <strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong>, juni 2008 8


<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau<br />

Februari 2008<br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Oegstgeest</strong>


<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau<br />

<strong>Oegstgeest</strong>, 17 februari 2008<br />

1. Inleiding<br />

In deze notitie geeft de <strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Oegstgeest</strong> (hierna VOO) haar reactie op het Voorontwerp<br />

bestemmingsplan ‘Oranje Nassau’. Deze reactie is in onderdelen verdeeld:<br />

2. Algemene opmerkingen over het bestemmingsplan;<br />

3. Opmerkingen op hoofdlijnen over het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> Oranjewijk;<br />

4. Detailopmerkingen over het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> Oranjewijk;<br />

5. Aanverwante zaken;<br />

Bijlage 1: Opmerkingen van historische aard;<br />

Bijlage 2: Typefouten en dergelijke<br />

Op het ogenblik is tevens een herziening van de Welstandsnota aan de orde. De instrumenten die in de<br />

Welstandsnota worden ontwikkeld, dienen afgestemd te zijn op de inhoud van het onderhavige<br />

bestemmingsplan, alsmede op de overige binnenkort te wijzigen bestemmingsplannen. Met name waar<br />

het gaat om de invulling van het begrip ‘beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>’ is naadloze aansluiting over en weer<br />

een conditio sine qua non. Met het oog hierop behoort ons inziens met de inhoud van deze notitie ook<br />

rekening te worden gehouden bij de herziening van de Welstandsnota.<br />

2. Algemene opmerkingen over het bestemmingsplan<br />

De VOO is verheugd dat het Voorontwerp bestemmingsplan ‘Oranje Nassau’ nu op tafel ligt. Dit geldt<br />

temeer omdat hierdoor de invoering van maatregelen ter effectuering van het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong><br />

Oranjewijk een stap dichter bij is gekomen.<br />

De bescherming van de Oranjewijk is een zeer belangrijk element in het geheel. Van dit belang is in de<br />

inleidende paragrafen weinig te vinden. De VOO stelt voor in hoofdstuk 2, Beleidskader, het gemeentelijke<br />

beleid ten aanzien van het beschermen van <strong>dorpsgezicht</strong>en en van rijks- en gemeentelijke monumenten<br />

te verwoorden. Hierbij kunnen dan ook reeds de bijbehorende instrumenten worden<br />

genoemd. Die komen nu deels pas in hoofdstuk 9 ter sprake.<br />

Daarnaast leven er bij de VOO nog vele vragen en zijn er onduidelijkheden. Deze hebben onder meer<br />

betrekking op het beeldbepalend groen, de archeologische aspecten en vooral het onderscheid tussen<br />

de verschillende wijzen van bescherming van gebouwen.<br />

Beeldbepalend groen<br />

Bij het beeldbepalend groen (BG) staat in de tekst van de Toelichting, dat de beheermaatregelen gericht<br />

moeten zijn op de instandhouding en verbetering van het openbaar groen. Nu ligt een deel van dit BG<br />

in het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> (voorbeeld: plantsoen en vijver bij Koninginnelaan), een ander deel niet<br />

*2.1 (voorbeeld: Bos van Wijckerslooth, Emmaplein). Het is de VOO niet duidelijk of de bescherming van<br />

deze groengebieden nu van elkaar gaat verschillen, of dat voor alle BG-gebieden een vergelijkbare<br />

bescherming als voor het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> geldt.<br />

Voorts vraag de VOO zich af of het te beschermen groen wel allemaal op de ontwerpplankaart is opge<br />

*2.2 nomen. Het groen aan de Prinses Marijkelaan, naast en in het verlengde van het speeltuintje aldaar,<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 10


staat er bijvoorbeeld niet op. De VOO lijkt dit beeldbepalend. Ook het groen op de westhoek van de<br />

Hofdijck en de Hofbrouckerlaan staat er niet op. Het kan toch niet zo zijn dat dit groen op de plaats<br />

*2.3 waar voor de rechttrekking de Hofdijck liep, niet beeldbepalend zou zijn?<br />

*2.4 Merkwaardig is ook dat het westelijke deel van het ‘plantsoentje van Wyttenbach’ niet groen gekleurd<br />

*2.5 is, in afwijking van de actuele situatie. Daarnaast leent de huidige situatie zich ertoe om aan de oostkant<br />

een aantal meters bij het plantsoen te trekken, zodat weer iets meer van het oude ‘voorplein’<br />

*2.6 terugkomt en het grote inrijhek beter tot zijn recht komt. De driehoek ten zuiden van het plantsoen, op<br />

de hoek van de Terweeweg en de Louise de Colignylaan, is evenmin groen gekleurd, terwijl dit volgens<br />

het huidige bestemmingsplan wel zo zou moeten zijn. De VOO meent dat hier wel degelijk groen terug<br />

moet komen, ter vervanging van de huidige tegelwoestijn.<br />

Archeologie<br />

In de toelichting bij het voorontwerp is verslag gedaan van archeologische onderzoeken in het alge-<br />

*2.7 meen en is de beschermingsprocedure beschreven. In de tekst zijn echter geen gebieden genoemd en<br />

ook op de kaart zijn ze niet aangegeven, ofschoon de relevante arcering wel in de legenda is genoemd.<br />

*2.8 In de laatste alinea van paragraaf 8.3 staat dat via het bestemmingsplan waardevolle delen van het<br />

bodemarchief behouden kunnen worden. Verzuimd is echter te vermelden hoe dit kan en op grond<br />

van welke voorschriften van het plan dit moet gebeuren.<br />

*2.9 De VOO neemt aan dat met name de strandwalflanken in het onderhavige gebied op zijn minst zullen<br />

worden aangewezen als archeologisch waardevol gebied met een gematigde verwachting. Wij herinneren<br />

eraan dat bij de grondbooronderzoeken onder de recente nieuwbouw aan de Wijttenbachweg,<br />

ook op een dergelijke flank gelegen, er resten uit de IJzertijd naar boven zijn gekomen. Het valt zeker<br />

niet uit te sluiten dat dit elders op de flanken eveneens zal kunnen gebeuren.<br />

De VOO kan zich erin vinden dat dergelijk onderzoek alleen bij grootschalige ingrepen plaatsvindt.<br />

Bescherming gebouwen<br />

Met betrekking tot de bescherming van gebouwen in het plan wordt onderscheid gemaakt – in volgorde<br />

van het belang zoals dat door de VOO is begrepen – rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten,<br />

cultuurhistorisch waardevolle objecten, objecten in een rijksbeschermd <strong>dorpsgezicht</strong>, objecten<br />

in een gemeentelijk beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> en overige objecten. Deze veelheid van categorieën met<br />

ieder zijn eigen soort bescherming, maakt het niet gemakkelijk een overzicht te krijgen. Daarbij komt<br />

dat een gebouw tot meer dan één categorie kan behoren. Dat voor die situaties voorrangregels zijn ontworpen,<br />

accentueert de complexiteit van het geheel.<br />

De categorie cultuurhistorisch waardevolle objecten is relatief nieuw. De VOO is bij de samenstelling<br />

*2.10 van de lijst hiervan niet betrokken. Wij nemen aan dat de zogenoemde ‘Paarse nota’ van de VOO uit<br />

1987 hierbij een rol heeft gespeeld. 1 Niettemin ontbreken in de opsomming van cultuurhistorisch<br />

*2.11 waardevolle objecten een groot aantal panden die wel in de Paarse Nota staan. Andersom komen in de<br />

opsomming van cultuurhistorisch waardevolle objecten panden voor die in de Paarse Nota niet zijn<br />

opgenomen. Niet duidelijk wordt op welke gronden de gemeentelijke lijst een andere samenstelling<br />

heeft gekregen dan de VOO-lijst.<br />

Voorts is het de VOO niet duidelijk of, en zo ja door wie en hoe, de lijst van cultuurhistorisch waarde<br />

*2.12 volle objecten nog kan worden gemuteerd. Dit speelt temeer nu de VOO ernstig in overweging geeft<br />

een aantal panden toe te voegen die noch in de genoemde lijst, noch in de Paarse Nota voorkomen, te<br />

weten de rij huisjes aan de Terweeweg naast de Beukenhof. Deze rij, die vroeger bekend stond als ‘De<br />

Kaap,’ is zowel van cultuurhistorische waarde als van waarde voor het aanzien van het dorp bij het binnenkomen<br />

via de Terweeweg. Het zijn originele arbeiderswoningen, vlak na het begin van de 20 e eeuw<br />

gebouwd, vermoedelijk voor de werknemers van rijtuigbouwer/projectontwikkelaar/wethouder<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 11


Rübenkamp. Het markante uiterlijk van de woningen is verwonderlijk goed behouden gebleven. De<br />

uitstraling ervan op de omgeving is minstens zo evident als die van de Gevers-Deutz Terweeschool, die<br />

in het voorontwerp wordt genoemd. De Kaap is het zeker waard ongeschonden in stand te worden<br />

gehouden.<br />

*2.13 Uit het voorontwerp blijkt niet waarin de bescherming van een cultuurhistorisch waardevol object zich<br />

onderscheidt van de bescherming van een pand in een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>. Evenmin blijkt daaruit<br />

*2.14 of een cultuurhistorisch waardevol object in een <strong>dorpsgezicht</strong> een andere bescherming geniet dan een<br />

‘gewoon’ object in een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>. Over beide punten vinden wij het van belang dat duidelijkheid<br />

wordt gegeven.<br />

Niet meer sociaal-culturele voorzieningen?<br />

In hoofdstuk 5 wordt steeds als uitgangspunt gehanteerd dat het huidige gebruik binnen de diverse<br />

categorieën gehandhaafd moet blijven. Dit leidt tot de conclusie dat een toename van bedrijven, kan-<br />

*2.15 toren en sociaal-culturele voorzieningen niet mogelijk is. Vooral voor deze laatste categorie rijst de<br />

vraag of zover moet worden gegaan. Anderzijds is de doelstelling ‘handhaving’ door de gemeente niet<br />

*2.16 gehanteerd bij de panden aan de Geversstraat ten noorden van het Drieluik, waar de gemeente het<br />

mogelijk wil maken winkels te vestigen. Hoe men hierover ook denkt, de tekst van het voorontwerp is<br />

op dit punt in strijd met de ontwerpplankaart.<br />

Rijks- en gemeentelijke monumenten<br />

*2.17 Het is verwonderlijk dat in hoofdstuk 9 de gemeentelijke monumenten eerder zijn opgesomd dan de<br />

rijksmonumenten. Ligt de omgekeerde volgorde niet meer voor de hand?<br />

Terrein Zendingshuis<br />

In paragraaf 9.5 is een visie op de cultuurhistorische kenmerken en waarden in het plangebied gegeven.<br />

Bij de toelichting is aangegeven dat het terrein van de voormalige zendingsschool de waarde zeer hoog<br />

*2.18 heeft, en dat objecten daarbinnen beschermd moeten worden. Er is niet aangegeven hoe dit moet<br />

plaatsvinden.<br />

Hierbij zij opgemerkt dat de VOO het er gaarne mee eens is dat dit terrein een waarde ‘zeer hoog’ heeft<br />

gekregen, maar toch graag zou vernemen hoe deze waardering tot stand is gekomen. Immers, voor deze<br />

waardering is onder meer vereist (blz. 48) dat de historische bebouwing gaaf bewaard is gebleven; dat<br />

het aantal rijksmonumenten er betrekkelijk hoog is; en dat er weinig nieuwbouw tussen of achter de<br />

oorspronkelijke panden heeft plaatsgevonden. Aan geen van deze voorwaarden lijkt het terrein van het<br />

*2.19 Zendingshuis te voldoen. Zou het niet veeleer voor de hand liggen dit terrein aan te wijzen als gemeentelijk<br />

monument?<br />

Niet-uitgewerkte projecten<br />

In onderdeel 10.2 van het voorontwerp wordt gemeld dat het voorliggende plan op één uitzondering<br />

*2.20 na betrekking heeft op gerealiseerde projecten. De VOO telt er twee: het ASC-terrein en de grond naast<br />

de Beukenhof.<br />

Met betrekking tot het ASC-terrein merkt de VOO op dat niet is voorzien in de mogelijkheid dat de<br />

*2.21 uitplaatsing van ASC niet doorgaat. Zou voor dat geval niet de mogelijkheid moeten blijven bestaan<br />

ASC op de huidige plaats te handhaven?<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 12


3. Opmerkingen op hoofdlijnen over het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong><br />

Oranjewijk<br />

Oranjewijk beschermenswaardig<br />

Volgens het voorontwerp is de Oranjewijk beschermenswaardig vanwege<br />

• de parkachtige aanleg uit de periode 1915-1935;<br />

• het gebogen stratenverloop;<br />

• de qua sfeer en schaal samenhangende villa-achtige bebouwing;<br />

• de belangrijke rol van tuinen en plantsoenen in het straatbeeld.<br />

De VOO kan zich hiermee zonder meer verenigen. De Oranjewijk wordt gekenmerkt door een parkachtige<br />

aanleg met qua sfeer en schaal samenhangende villa-achtige bebouwing. Parkachtige aanleg,<br />

sfeer en samenhang zijn in de loop van bijna een eeuw bereikt door de bouw van de vrijstaande villa’s,<br />

twee onder één kapwoningen en blokjes zoals ze er nu staan. Daarin is tot ongeveer 20 jaar geleden<br />

geen verandering meer gekomen. Bijna overal buigt de straat en verspringt de rooilijn, overal zijn er<br />

doorkijkjes naar het groen achter de huizen, overal zijn er tuinen of tuintjes voor de huizen. Huizen die<br />

naast elkaar staan, hebben een op elkaar afgestemd uiterlijk en een op elkaar afgestemd formaat. Soms<br />

herhalen blokjes woningen zich op de een of andere manier. Een andere keer springt een grotere villa<br />

er uit om zich toch harmonieus te voegen in de verhoudingen van de kleinere gebouwen. De verhoudingen<br />

van de woningen zelf zijn evenwichtig, details zijn op elkaar afgestemd.<br />

Slechts door het handhaven van deze verworvenheden kunnen de parkachtige aanleg, sfeer en samenhang<br />

van de Oranjewijk bewaard blijven en kan worden voorkomen dat het karakter van een hele<br />

straat door de ingreep van één enkele eigenaar wordt veranderd. Daarom is het belangrijk dat maatregelen<br />

ter bescherming van gebieden aangewezen als beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> er komen.<br />

Duidelijk is echter dat een abstracte omschrijving als hierboven is gegeven, te weinig houvast biedt aan<br />

eigenaren van panden en verstrekkers van bouwvergunningen om te weten wat hier in de toekomst wel<br />

of niet mogelijk is. Men kan geen vergunning verlenen op grond van het feit dat het ontwerp in overeenstemming<br />

is met het gebogen straatverloop. De abstracte omschrijving moet worden ingevuld met<br />

concrete criteria. Hierop gaan wij in onderdeel 4 van deze notitie in.<br />

De omvang van het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong><br />

Het is de VOO niet duidelijk hoe de omvang van het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> is bepaald. Het gebied<br />

*3.1 binnen het voorgestelde beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> wijkt niet wezenlijk af van de rest van het plangebied<br />

ten zuiden van de Marelaan. Met name het gebied rond het Emmaplein en de daarop uitkomende<br />

straten wordt node gemist, wat ook kan worden gezegd van het gebied van en rond het Zendingshuis.<br />

Indien de gemeente de buitengrens van het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> wat dit betreft wenst te handhaven,<br />

zou hiervoor een inhoudelijke motivering moeten worden gegeven. Anderzijds kan de VOO<br />

zich voorstellen dat de gemeente niet te veel hooi ineens op de vork wil nemen en voor aanwijzing van<br />

de rest van het gebied als beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> wacht tot enige ervaring is opgedaan met het thans<br />

voorgestelde beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>. Het heeft echter onze voorkeur de grenzen van het gebied nu al<br />

ruimer te trekken.<br />

Het is verder niet zonder meer vanzelfsprekend dat de grens zowel bij de Juffermansstraat als bij de De<br />

*3.2 Kempenaerstraat in de as van de weg is gelegd. Even goed kan worden betoogd dat ook de ‘overzijde’<br />

van die straten in het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> moet worden betrokken. De motivering om dit niet te<br />

doen, wordt gemist.<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 13


4. Detailopmerkingen over het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> Oranjewijk<br />

Voorwaarden bij bouwvergunningen<br />

Bij het verlenen van bouwvergunningen in het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> moet worden gewaarborgd dat<br />

blijft worden voldaan aan de volgende kenmerken:<br />

• de parkachtige aanleg uit de periode 1915-1935;<br />

• de qua sfeer en schaal samenhangende villa-achtige bebouwing;<br />

• de belangrijke rol van tuinen en plantsoenen in het straatbeeld.<br />

Dit zal niet gemakkelijk zijn. Waar mogelijk zullen deze kenmerken moeten worden vertaald in voor de<br />

vergunningverlening te stellen voorwaarden. Dit moet in elk geval met betrekking tot de wijze waarop<br />

de betrokken panden (en eventueel te ontwikkelen nieuwbouw) zich manifesteren vanaf de openbare<br />

weg. Hierbij stelt de VOO voorop dat het niet de bedoeling kan zijn dat er ‘niets’ meer mogelijk is.<br />

Iedereen moet in beginsel zijn woning kunnen verbeteren, zoals een dakkapel op zijn huis zetten, een<br />

garage aanbouwen, zijn keuken vergroten, enzovoort. Daarbij zou slechts als voorwaarde moeten<br />

worden gesteld dat de wijziging qua sfeer past bij de bestaande bouw en geen verandering van het<br />

karakter van de bestaande bouw aanbrengt. Uitgangspunt moet bovendien zijn dat er aan de achterzijde<br />

van de woning, buiten het zicht van de straat, volgens de bestaande regels mag worden gebouwd.<br />

*4.1 Een en ander brengt mee dat de voorgevel en het dak aan de voorzijde niet naar voren mogen worden<br />

uitgebouwd, behoudens eventueel een dakkapel die past binnen het geheel, dat de hoogte van het pand<br />

moet worden gehandhaafd en dat uitbouwen opzij niet mogelijk moeten zijn binnen een bepaalde<br />

*4.2 afstand vanaf de voorgevel. De gevelindeling zou slechts in uitzonderingsgevallen moeten kunnen<br />

*4.3 worden gewijzigd, waarbij met materiaalgebruik en kleurstelling moet worden aangesloten bij die van<br />

de panden in de omgeving. Daar waar een woning deel uitmaakt van een reeks van twee of meer<br />

*4.4 woningen met dezelfde kenmerken, behoort de gelijkvormigheid te worden bewaard. Daar waar elders<br />

in die reeks reeds uitbouw heeft plaatsgevonden of een dakkapel is gebouwd, dient in beginsel een<br />

nieuwe uitbouw of dakkapel hetzelfde uiterlijk te krijgen.<br />

*4.5 Voor de panden in de omgeving waaraan men zich dient te spiegelen, zou in het bijzonder acht moeten<br />

worden geslagen op in de buurt aanwezige monumenten en cultuurhistorisch waardevolle objecten,<br />

alsmede de panden die zijn opgenomen in de eerder genoemde Paarse Nota van de VOO. Met het oog<br />

hierop is de Paarse Nota als bijlage bij deze notitie gevoegd.<br />

*4.6 De VOO zou gaarne vernemen of deze voorwaarden thans reeds zijn voorzien, en zo niet, in hoeverre<br />

die alsnog kunnen worden opgenomen. De VOO kan zich in het bijzonder voorstellen dat de tekst van<br />

artikel 15, lid 4, van de ontwerpvoorschriften ook wordt opgenomen in artikel 14.<br />

De parkachtige aanleg en de villa-achtige bebouwing zijn terug te vinden in de ruimten die tussen de<br />

woonblokken zijn uitgespaard, waardoor de ruimtelijke werking wordt bereikt en men zicht houdt op<br />

het achterliggende groen. De laatste tijd ziet men de neiging huizen naar opzij tot op de erfscheiding<br />

uit te bouwen. Indien ook de buurman dat doet, is de ruimte tussen de woningen volgebouwd en in<br />

*4.7 zoverre het parkachtige karakter verloren gegaan. De VOO zou gaarne vernemen hoe dit kan worden<br />

tegengegaan.<br />

De parkachtige aanleg en de villa-achtige bebouwing manifesteert zich ook aan de achterzijde van de<br />

woningen. Indien de ruimte achter de woningen maximaal wordt volgebouwd, verdwijnt aan de achterzijde<br />

het parkachtige karakter van de wijk. Dit kan moeilijk worden tegengegaan zolang wordt toe<br />

*4.8 gestaan tot 50% van de oppervlakte vol te bouwen en eventueel ook nog overschrijdingen van dat percentage<br />

worden toegestaan. Wij zien graag dat het maximaal te bebouwen percentage lager wordt<br />

gesteld.<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 14


De parkachtige aanleg en het groene karakter van de wijk komen niet voornamelijk tot uiting in het<br />

gemeentelijke groen. Dat is immers slechts schaars aanwezig. Het groene karakter hebben de bewoners<br />

vooral zelf aan hun wijk gegeven, door het vrijwel overal inrichten van voor- en zijtuinen die niet<br />

alleen fraai zijn aangelegd maar ook visueel toegankelijk voor de rest van de buurt. Een hek aan de<br />

voor- of straatzijde mag daarom niet hoger zijn dan een meter. Deze voorwaarde geldt niet voor<br />

heggen en andere hoger wordende planten, en evenmin voor bomen.<br />

Voor bomen wenst de VOO geen bijzondere regelgeving. Wat betreft heggen en andere hoge planten<br />

aan de straatkant rijst de vraag of ook daarvoor niet de voorwaarde van een maximale hoogte van een<br />

meter zou moeten gelden. Het wordt steeds meer gewoon een voortuin af te schutten met een hoge heg<br />

of iets dergelijks. Hiertegen behoeft in incidentele gevallen geen bezwaar te bestaan, men denke bijvoorbeeld<br />

aan de woningen aan de Warmonderweg. Indien dit echter op grote schaal gebeurt, wordt<br />

het parkachtige karakter van de Oranjewijk aangetast. De tuin achter de heg bepaalt immers mede het<br />

parkachtige karakter van de wijk. Ook overigens is niet goed in te zien waarom een hek wel een maxi-<br />

*4.9 male hoogte moet hebben en een heg niet. De functie is immers dezelfde. De VOO bepleit daarom een<br />

maximering van de hoogte van alle tuinafscheidingen. Dit in afwijking van het gestelde in onderdeel<br />

5.2, onder Groenelementen, van het voorontwerp.<br />

*4.10 In het verlengde hiervan zou de VOO gaarne vernemen in hoeverre het qua regelgeving mogelijk is de<br />

huidige trend van het verharden van voortuinen (en achtertuinen) te keren.<br />

Ontwerpplankaart<br />

*4.11 Voor alle woningen zou als maximale hoogte de huidige hoogte moeten worden opgenomen. Hierop is<br />

onder ‘Voorwaarden bij bouwvergunningen’ ingegaan.<br />

*4.12 Bij een woning aan de noordzijde van het eerste deel van de Nassaulaan is, in strijd met de feitelijke<br />

situatie, vermeld dat deze is bestemd voor maatschappelijke doeleinden. Wat is hiervoor de reden?<br />

De VOO kan zich vinden in het geven van een woonbestemming aan de grond tussen de woningen aan<br />

de Juffermansstraat en de Terweeweg ten noorden van de Gevers-Deutz Terweeschool. Gelet op de<br />

geringe bouwhoogte en de grote hoeveelheid overblijvend groen zal dit het karakter van het beschermd<br />

<strong>dorpsgezicht</strong> niet noemenswaardig aantasten.<br />

Bij gebouw Taberna aan de Julianalaan is vermeld dat dit een goot/nokhoogte mag hebben van 15/20.<br />

Dit betekent dat het dak even hoog zou mogen worden als de toren van de naastliggende kerk. De<br />

vraag rijst waarom dit zonder toelichting in het voorontwerp is opgenomen. In elk geval is dit in strijd<br />

*4.13 met het karakter van beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>. De VOO zou zich, gelet op de hoogte van die kerk en<br />

van andere in de buurt liggende gebouwen, wel kunnen vinden in een tussenpositie, namelijk een<br />

goot/nokhoogte van 10/15.<br />

De VOO kan zich wel vinden in de bestemming Gemengde Doeleinden voor de panden naast het<br />

*4.14 Drieluik. Voorwaarde zou wel moeten zijn, in het kader van het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>, dat het<br />

karakter van de woningen – behoudens de woonfunctie – niet wordt aangetast en het uiterlijk dus<br />

behouden blijft.<br />

5. Aanverwante zaken<br />

Hoewel dat niet rechtstreeks voortvloeit uit het voorontwerp, maakt de VOO nog enige opmerkingen<br />

over enkele onderwerpen die daarmee wel samenhangen en in een beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> een relatief<br />

groot belang hebben. De wethouder heeft gevraagd hierover na te denken. Het betreft aanvullende<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 15


egels voor de De Kempenaerstraat, parkeren en schuurtjes in de voortuin, straatnaam- en verkeersborden,<br />

overig straatmeubilair en de vraag of een klinkerbestrating of asfalt moet worden toegepast.<br />

Aanvullende regels voor de De Kempenaerstraat<br />

De regels voor het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> dienen ook te gelden voor de De Kempenaerstraat voor<br />

zover dit in het <strong>dorpsgezicht</strong> ligt. Bijzonder hier zijn de omstandigheden dat in veel gevallen het<br />

onderste gedeelte van het pand (de ingang/etalage) niet meer is afgestemd op het bovenste gedeelte, en<br />

dat waar verschillende panden aan elkaar zijn getrokken, de parcellering is komen te vervallen. Het is<br />

daardoor niet meer zichtbaar waar pand 1 ophoudt en pand 2 begint.<br />

Binnen het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> zou bij toekomstige verbouwingen de voorwaarde moeten worden<br />

gesteld dat de benedenbouw weer wordt afgestemd op de bovenbouw. In het recente verleden is dit in<br />

verschillende gevallen al met succes gedaan. Dit houdt niet in dat de benedenbouw niet modern zou<br />

mogen zijn; gevraagd wordt slechts de benedenbouw harmonieus op de bovenbouw af te stemmen.<br />

Bovendien zou bij toekomstige verbouwingen bij samengetrokken panden de voorwaarde moeten<br />

worden gesteld dat de parcellering, het optisch onderscheid maken tussen de verschillende panden, op<br />

de een of andere manier moet worden teruggebracht. Hiermee wordt bepaald niet bedoeld dat de<br />

samentrekking ongedaan moet worden gemaakt. Bedoeld wordt slechts dat het winkelend publiek duidelijk<br />

wordt gemaakt dat het vroeger twee of meer panden waren, waarbij de parcellering van de<br />

bovenbouw weer wordt doorgetrokken naar de benedenbouw. Er bestaat geen bezwaar tegen dat, waar<br />

de eigenaar dat nodig acht, op een speelse manier te doen. In andere gemeenten zijn hier goede resultaten<br />

mee bereikt die voor alle partijen bevredigend waren.<br />

Reclame-uitingen zijn in het algemeen in strijd met het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong>, maar in een winkelstraat<br />

in het algemeen juist niet. Hier komt eventuele strijd pas aan de orde als de reclames onbescheiden<br />

of brutaal zijn. Bezien kan worden welke regels hiervoor in bijvoorbeeld Noordwijk of<br />

Voorschoten gelden.<br />

Parkeren in de voortuin<br />

Parkeren in de voortuin, althans in het aan de straat gelegen deel van de tuin, is in strijd met het parkachtige<br />

karakter van de wijk. Dit behoort dan ook in beginsel niet te worden toegestaan, het groene<br />

karakter van de buurt zou er te veel door worden aangetast. De meeste voortuinen zijn er ook te klein<br />

voor.<br />

Een uitzondering zou kunnen worden gemaakt voor die gevallen waarin de auto in feite niet voor de<br />

voorgevel komt te staan maar opzij van (het verlengde van) de zijgevel. De auto staat dan als het ware<br />

voor de garage die er eventueel geweest zou kunnen zijn. In dat geval zou als voorwaarde moeten<br />

worden gesteld dat het onderscheid tussen tuin en trottoir of straat ten minste visueel wordt gehandhaafd.<br />

Dit zou bovendien alleen moeten worden toegestaan aan een straatzijde waaraan niet mag<br />

worden geparkeerd.<br />

Schuurtjes in de voortuin<br />

Schuurtjes en andere bouwsels in de voortuin, althans in het aan de straat gelegen deel van de tuin, zijn<br />

in beginsel in strijd met het parkachtige karakter van de wijk. Ook hier pleit de VOO er echter voor om<br />

voorzichtig met dit uitgangspunt uit te gaan. Men kan vandaag de dag niet verwachten dat bewoners<br />

met hun fiets en afvalcontainer door het huis zeulen om deze in de achtertuin op te bergen.<br />

De VOO bepleit een middenweg. Als hoofdregel zou moeten gelden dat schuren en dergelijke in de<br />

voortuin niet zijn toegestaan. Op deze regel kan een uitzondering worden gemaakt voor bewoners die<br />

niet beschikken over een achterom. Onder dergelijke bewoners worden niet verstaan de bewoners die<br />

wel een achterom hadden (of van wie voorgangers wel een achterom hadden) maar waar deze achterom<br />

onbruikbaar is gemaakt.<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 16


Bewoners zonder achterom mogen dus wel een schuurtje voor fietsen en/of containers in hun voortuin<br />

bouwen. Daarbij zal, om toch nog zoveel mogelijk recht te doen aan het parkachtige karakter van de<br />

wijk, een maximum hoogte moeten worden vastgesteld, bijvoorbeeld 100 cm. Dit zal in het algemeen<br />

betekenen dat de bodem moet worden verlaagd, hetgeen al op veel plaatsen met succes is gedaan.<br />

Straatnaam- en verkeersborden<br />

Vanzelfsprekend dienen de typisch <strong>Oegstgeest</strong>se roodgele straatnaamborden met de namen in hoofdletters<br />

te worden gehandhaafd. Het toeval wil dat juist in de Oranjewijk een deel van de namen met<br />

kleine letters is gespeld. De VOO verzoekt deze borden te vervangen: het zijn immers de kleine dingen<br />

die het hem doen. Hierbij merken wij op dat meer dan thans nog het geval is deze borden aan een<br />

huismuur kunnen worden bevestigd, zodat een ontsierende, in de weg staande en dure aparte paal<br />

overbodig is. In deze tijd van Tom Toms weegt het aantal mensen dat in het donker een straatnaambord<br />

niet kan vinden, niet op tegen het belang van het vervallen van een deel van het palenwoud.<br />

Dit laatste geldt ook voor verkeersborden. Wij willen niet treden in de noodzaak van het welhaast exorbitante<br />

aantal verkeersborden dat langzamerhand in onze straten is verschenen. Wel pleiten wij ervoor<br />

bij elk nieuw bord serieus na te gaan of dit niet aan een lantaarnpaal kan worden bevestigd of kan<br />

worden gecombineerd met bestaande borden. Wij zijn ervan overtuigd dat hierdoor een flink aantal<br />

palen zou kunnen vervallen.<br />

*5.1 Tot slot vragen wij na te gaan of in het beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> de karakteristieke oude paal met een<br />

boveneind in de vorm van een dennenappel of iets dergelijks in ere kan worden hersteld. Vroeger<br />

stonden ze overal.<br />

Overig straatmeubilair<br />

Het overige straatmeubilair, met name banken en lantaarnpalen, dient bij vervanging aan het karakter<br />

van beschermd <strong>dorpsgezicht</strong> te worden aangepast.<br />

Klinkers of asfalt<br />

De vraag of bij een herbestrating asfalt of klinkers moeten worden gebruikt, is een generatie geleden<br />

uitgekristalliseerd. Op veel plaatsen ligt asfalt met een slijtlaag van grit. Op enkele punten liggen meer<br />

historiserende klinkers, daar gelegd op aandringen van de VOO.<br />

*5.2 Op het punt van de bestrating pleit de VOO ervoor niet het wiel opnieuw uit te vinden. Op de enkele<br />

plekken waar betonklinkers liggen en waar deze detoneren, zouden ze door gebakken klinkers moeten<br />

worden vervangen.<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 17


Bijlage 1<br />

Opmerkingen van historische aard<br />

Appartementencomplex tegenover Deutzstraat<br />

Onderdeel 2.5.2, Van den Ameele locatie<br />

Van het appartementencomplex aan de Geversstraat tegenover de Deutzstraat wordt gezegd dat dit is<br />

gebouwd op de locatie van garagebedrijf Van den Ameele. Dit is onjuist, Van den Ameele lag aan de<br />

overkant daarvan. Het appartementencomplex is gebouwd op de plaats waar voorheen onder meer een<br />

café stond en in een verder verleden de wagenmakerij van Rübenkamp, waar later automobielbedrijf<br />

Kamsteeg werd gevestigd. Na afbraak van de toenmalige gebouwen heeft het intussen naar de overkant<br />

verhuisde automobielbedrijf Kamsteeg daar enige tijd auto’s gestald. Toen werd die plaats wel ‘het gat<br />

van Kamsteeg’ of ‘de Kamsteeglocatie’ genoemd.<br />

Leidse Buurt<br />

Onderdeel 3.1, Historische ontwikkeling<br />

Hier en elders wordt gesproken over de Leidse Buurt. Aan de noordzijde daarvan zou worden gestart<br />

met de ontwikkeling van de Oranjewijk. Dit berust kennelijk op een misverstand.<br />

Vóór de negentiende eeuw bestond <strong>Oegstgeest</strong> uit een aantal kernen. De naamgeving daarvan is niet<br />

altijd consistent geweest, in die zin dat verschillende benamingen voor hetzelfde gebied in gebruik zijn<br />

geweest. Duidelijk is echter wel dat in die tijd het bebouwde gebied tussen Leiden en de Kerkwijk (ook)<br />

werd aangeduid als de Leidse Buurt. Dat was grosso modo de spaarzame lintbebouwing langs de huidige<br />

Leidsestraatwg en Geversstraat alsmede twee daarop aansluitende, even spaarzaam bebouwde<br />

woongebieden. In het zuidoosten was dat de driehoek tussen Geversstraat, De Kempenaerstraat en<br />

Terweeweg, in het noordwesten de driehoek tussen Geversstraat, Rhijngeesterstraatweg en Deutzstraat.<br />

De eerste stond bekend als ‘de Pen,’ de laatste als ‘de Punt.’ De Pen en de Punt maakten dus deel uit van<br />

de Leidse Buurt. In het huidige spraakgebruik wordt de naam ‘Leidse Buurt’ veelal gereserveerd voor<br />

het gebied bij de Deutzstraat en rond de <strong>Oud</strong>e Rijnzichtweg.<br />

Waar in het voorontwerp wordt gesproken van de Leidse Buurt is kennelijk bedoeld: de Pen. Hierbij zij<br />

aangetekend dat deze naam tegenwoordig praktisch niet meer wordt gebruikt.<br />

Nassaupark<br />

Onderdeel 3.1, Historische ontwikkeling<br />

Verderop (en elders) wordt gezegd: ‘De Nassaulaan heet aanvankelijk Nassaupark, zoals nog te zien is in<br />

de bestaande entree.’ Ook dit berust kennelijk op een misverstand.<br />

De aanduiding ‘Nassaupark’ is voor zover ons bekend is, in de praktijk nooit door iemand gebezigd.<br />

Zeker is dat in de entree deze naam niet is te vinden. Op de zuilen is wel de naam ‘Julianapark’ aangebracht.<br />

Monument voor Wyttenbach<br />

In het stuk ‘<strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong> Oranjewijk ... concept maart 2006’ wordt in het onderdeel ‘Huidig<br />

ruimtelijk karakter,’ onder ‘Bebouwing,’ gesproken van een grafzerk op het voorplein van een verdwenen<br />

buitenplaats.<br />

Deze zuil is geen grafzerk – er ligt geen graf onder, dat ligt elders op het terrein – maar een herdenkingsmonument.<br />

Het zou kunnen worden aangeduid als ‘het monument van Wyttenbach’ of ‘de zuil<br />

van Wyttenbach.’<br />

Het bedoelde Rijksmonument ligt voorts nadrukkelijk niet aan de Louise de Colignylaan (zoals abusievelijk<br />

ook in het Monumentenregister is vermeld) maar aan de Hofdijck, waar deze uitkomt op de<br />

Wijttenbachweg (dus niet ‘nabij’ de Wijttenbachweg).<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 18


Bijlage 2<br />

Typefouten en dergelijke<br />

NB: het stuk is niet op dergelijke fouten bezien; hieronder zijn slechts de fouten vermeld die wij toevallig<br />

tegenkwamen.<br />

15 van 54, Historische ontwikkeling: ‘Vanaf de eeuwwisseling’ moet zijn: vanaf ongeveer 1900.<br />

‘Hofbrouckerlaan’ is verkeerd afgebroken.<br />

17 van 54: Onderdeel Groen, voorlaatste regel: ‘van’ moet vervallen. Laatste regel: ‘door’ moet vervallen.<br />

Onderdeel Openbare ruimte, derde regel: ‘de’ moet vervallen.<br />

44 van 54: ‘De Olinen’moet zijn ‘De Olmen’ en ‘Tuberna’ moet zijn ‘Taberna.’<br />

45 van 54: ‘Rose gaerde’ moet aan elkaar worden geschreven.<br />

47 van 54, Cultuurhistorische Hoofdstructuur: ‘2 de’ moet zijn: twee.<br />

48 van 54, Terrein voormalige zendingsschool: ‘De Kempenaerstraat’ moet zijn: de De<br />

Kempenaerstraat.<br />

49 van 54: ‘cutluurhistorisch’ moet zijn: cultuurhistorisch.<br />

3 van 51: paginanummering inhoudsopgave is niet juist.<br />

<strong>Beschermd</strong> <strong>dorpsgezicht</strong> Oranjewijk, onder Ontstaan en ontwikkeling Oranjewijk: in een citaat is ten<br />

onrechte ‘(sic)’ opgenomen.<br />

<strong>Notitie</strong> voorontwerp bestemmingsplan Oranje Nassau, februari 2008 19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!