InterConnect 12 - Imec
InterConnect 12 - Imec
InterConnect 12 - Imec
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INTERCONNECT<br />
N° <strong>12</strong> - halfjaarlijks / november 2002<br />
>> Human++, de mens van de toekomst<br />
In de intelligente omgeving van de toekomst zullen we een computer niet meer<br />
ervaren als een extern hulpmiddel, maar wel als een deel van onszelf.<br />
lees meer op pagina 3<br />
>> Magnetische sensoren veroveren de markt<br />
Magnetische sensoren tonen vandaag al hun kracht als discrete componenten voor<br />
positiebepaling, navigatie, stroommeting, magnetische beeldvorming,... Hun succes<br />
drijft het onderzoek naar geïntegreerde toepassingen.<br />
lees meer op pagina 6<br />
>> Loodvrij solderen: partners gezocht<br />
lees meer op pagina 9<br />
>> Interne herschikking om samenwerking<br />
met Vlaamse industrie te versterken<br />
lees meer op pagina 10<br />
>> IMEC: vernieuwing binnen uw bereik<br />
lees meer op pagina <strong>12</strong><br />
>> Reliability@imec<br />
lees meer op pagina 14<br />
>> Materiaalonderzoek voor de automobielsector<br />
en aanverwante sectoren lees meer op pagina 15<br />
>> APEX Intelli-Q op tournee met de<br />
Simple Minds<br />
lees meer op pagina 16<br />
1.
2.<br />
Colofon<br />
Verantwoordelijke uitgever:<br />
Prof. Gilbert Declerck<br />
Eindredactie:<br />
Els Parton<br />
Mieke Van Bavel<br />
Werkten mee aan dit nummer:<br />
Ben Beddegenoots<br />
Jo De Boeck<br />
Marc D’Olieslaeger<br />
Bert Gyselinckx<br />
Herman Maes<br />
Katrien Marent<br />
Jean Roggen<br />
Stéphanie Teughels<br />
Kris Van de Voorde<br />
Johan Van Helleputte<br />
Jan Wauters<br />
Voor meer informatie:<br />
Katrien Marent<br />
Corporate Communications<br />
IMEC<br />
Kapeldreef 75<br />
B-3001 Leuven<br />
Tel: 016/28 18 80<br />
Fax: 016/28 16 37<br />
E-mail: Katrien.Marent@imec.be<br />
www.imec.be<br />
Woord<br />
vooraf<br />
Vorig jaar werd IMEC grondig doorgelicht door externe consultants, in<br />
opdracht van de Vlaamse overheid. De beoordeling was zeer positief en ligt<br />
dan ook aan de basis van een nieuwe beheersovereenkomst tussen de Vlaamse<br />
overheid en IMEC. Met deze doorlichting werden meteen een aantal strategische<br />
accenten vastgelegd, die nu al hun impact hebben op de inhoudelijke<br />
en structurele organisatie van IMEC.<br />
Zo wordt er veel belang gehecht aan een versterking van de samenwerking<br />
met Vlaamse bedrijven en KMO’s. Met dit in het achterhoofd startte IMEC<br />
in juni van dit jaar een interne herschikking, waarbij de twee groepen die<br />
diensten aanbieden aan Vlaamse bedrijven werden samengebracht. Erg belangrijk<br />
hierbij zijn de zogenaamde AVO-cellen (Applicatie, Verspreiding en<br />
Ondersteuning). Dit nieuwe concept heeft tot doel de IMEC-knowhow,<br />
die 3 tot 10 jaar vooruitloopt op industriële toepassing, te ‘vertalen’ naar de<br />
KMO-wereld toe, dus naar een termijn van 0 tot 3 jaar. In dit nummer leest<br />
u meer over deze structurele veranderingen, maar ook wordt speciale aandacht<br />
besteed aan de vele mogelijkheden die vandaag al bestaan voor KMO’s en<br />
Vlaamse bedrijven om samen te werken met IMEC. Er is zeker voor ieder<br />
wat wils: productinnovatie, marktstudies, training(-op-maat), Europractice ICservice<br />
en betrouwbaarheidsanalyses in het nieuw opgerichte kenniscentrum<br />
reliability@imec.<br />
Ook inhoudelijk zijn er veranderingen op til waardoor de IMEC-technologie<br />
meer en meer van belang kan worden voor niet-ICT-bedrijven. Nieuwe<br />
technologieën, die verband houden met de intelligente omgeving, ontluiken.<br />
Een voorbeeld van zo’n ontluikende technologie vindt u beslist in het artikel<br />
over ‘de mens van de toekomst’ waarin toepassingen in de farmaceutische,<br />
textiel- en sportsector aan bod komen. En met wat fantasie bedenkt u waarschijnlijk<br />
nog 101 andere toepassingen die voor uw bedrijf interessant<br />
kunnen zijn…<br />
Veel leesplezier!<br />
Els Parton en Mieke Van Bavel,<br />
Wetenschappelijk redacteurs.<br />
De adviseurs van I&I (Incubatie & Industrialisatie)
De mens<br />
van de toekomst<br />
“In de intelligente omgeving van de toekomst zullen we een computer niet meer ervaren als een<br />
extern hulpmiddel, maar wel als een deel van onszelf. Op en in ons lichaam zullen we een netwerk van senso-<br />
ren dragen die ons medisch begeleiden en ons leven vergemakkelijken.” Dit is het rooskleurige idee dat<br />
wetenschappers hebben, maar voor mensen zoals u en ik klinkt het angstaanjagend dat computers zo’n grote<br />
impact zullen krijgen op ons leven. Als je echter kijkt naar de voorlopers van deze slimme toestellen en hun<br />
toepassing in de geneeskunde-, landbouw- en voedingssector, wordt het begrijpelijk waarom men spreekt van<br />
een ware wetenschappelijke ‘revolutie’. IMEC zette twee programma’s op, Human++ en M4, om mee te wer-<br />
ken aan dit nieuwe tijdperk.<br />
De intelligente omgeving<br />
Iedereen zal al wel gehoord hebben van het post-pc tijdperk<br />
en de intelligente omgeving. Wetenschappers van de<br />
meest uiteenlopende disciplines (biotechnologie, scheikunde,<br />
micro-elektronica) hebben het erover. Je kan het een<br />
beetje vergelijken met de evolutie van logge ‘mainframes’<br />
(eerste computertijdperk) naar ‘personal computers’<br />
(tweede computertijdperk). In het derde computertijdperk<br />
wordt de computer nog kleiner. Zo klein zelfs dat honderden<br />
computers ons zullen omringen en bijstaan in het<br />
dagelijkse leven zonder dat we er ons bewust van zijn.<br />
Indien dit idee je enigszins afschrikt, dan is dit omdat je aan<br />
een computer denkt zoals hij nu is: een werktuig dat je<br />
volledige aandacht vraagt waardoor je niet opmerkt wat<br />
er rondom jou gebeurt. Maar het zullen niet dit soort<br />
computers zijn die ons omringen in de toekomst. In plaats<br />
van te behoren tot een andere wereld dan de onze, zullen<br />
de computers van de toekomst menselijker moeten<br />
worden. Om dit te realiseren wordt onder andere gezocht<br />
naar een meer natuurlijke gebruikersinterface op basis van<br />
animatie en spraakherkenning. Op die manier zal het derde<br />
computertijdperk ons niet asociaal maken, maar zullen we<br />
integendeel meer tijd hebben voor vrienden, familie en<br />
hobby’s doordat de computers onze dagdagelijkse taken<br />
verlichten. Een aantal voorbeelden van dergelijke technologie<br />
kan je nu reeds bewonderen in de film “Minority<br />
Report”, die momenteel in de bioscopen loopt.<br />
Voorwaarden voor de intelligente omgeving<br />
Om een idee te krijgen van de intelligente ‘snufjes’ van de<br />
toekomst, moet je je een combinatie inbeelden van vier<br />
kenmerken: (1) alomtegenwoordige draagbare computersystemen<br />
(bv. in kleding, bril, schoenen,…); (2) draadloze<br />
communicatie tussen de verschillende systemen (bv. tussen<br />
de hartslagmeter van een marathonloper en de pc van de<br />
coach thuis); (3) gebruiksvriendelijke interface zonder<br />
gebruik van toetsenbord (bv. atleet ‘vraagt’ naar gemiddelde<br />
snelheid en computer ‘zegt’ het) en (4) een verspreid<br />
netwerk van MEMS (micro-elektromechanische systemen)en<br />
biosensoren. Het geheel vormt een ‘body area network’<br />
dat gedragen wordt op/in het lichaam. Bovendien zullen<br />
systemen zodanig flexibel zijn dat ze voor zeer uiteenlopende<br />
toepassingen kunnen gebruikt worden: één toestel<br />
zal kunnen gebruikt worden als gsm, elektronische agenda<br />
(PDA, personal digital assistant), om muziek te beluisteren<br />
of een film af te spelen. Ook kunnen nieuwe toepassingen<br />
gedownloaded worden van het internet. Een zee van<br />
mogelijkheden…<br />
IMEC creëerde twee programma’s die verschillende reeds<br />
bestaande onderzoeksactiviteiten overkoepelen. De bedoeling<br />
is een uitwisseling en samenwerking tot stand te brengen<br />
die kunnen leiden tot de futuristische systemen die<br />
hierboven beschreven staan. Het eerste programma,<br />
Human++, richt zich op het uitbouwen van een sensornetwerk<br />
dat op het lichaam gedragen wordt en dat lichaamsfuncties<br />
kan controleren, bijsturen, herstellen of zelfs bijmaken.<br />
Het tweede initiatief werd M4 genoemd en verwijst<br />
naar ‘Multi-Mode Multi-Media’ of hoe één systeem<br />
verschillende multimediatoepassingen kan leveren via verschillende<br />
soorten netwerken (satelliet, cellulair, adhoc,…).<br />
In deze Interconnect zullen we dieper ingaan op<br />
het Human++-programma terwijl het M4-programma in<br />
het volgende nummer zal beschreven worden.<br />
Het ultieme systeem dat alle bovengenoemde eigenschappen<br />
bezit, zal natuurlijk nog niet dadelijk op de markt<br />
beschikbaar zijn. Het kan nog wel 10 jaar of langer duren.<br />
3.
4.<br />
Maar in de zoektocht ernaar kunnen toch al interessante<br />
toepassingen onstaan die natuurlijk nog maar een voorsmaakje<br />
zijn van wat ons te wachten staat. Denk maar aan<br />
de glucosesensor, de muzikale jas en de gecombineerde<br />
toestellen die een MP3-speler, PDA en digitale camera in<br />
één zijn.<br />
Meer dan 100 sensoren op/in het lichaam<br />
Wetenschappers verwachten dat binnen 10 jaar het<br />
samengaan van micro-elektronica, biotechnologie en<br />
scheikunde de mogelijkheid zal bieden om ons leven<br />
drastisch te verbeteren. Dit zijn maar enkele voorbeelden<br />
die ze in gedachten hebben:<br />
• Een nano-bioprocessor die bacteriën/virussen kan opsporen<br />
in het bloed en ze vervolgens bestrijden met nanomedicijnen.<br />
Dezelfde denkpiste wordt reeds toegepast<br />
voor de combinatie van glucosebiosensor en insulinepomp<br />
die in de toekomst in staat zal zijn om de glucosespiegel<br />
te meten en insuline af te geven in het bloed. Zo<br />
kan een constante bloedsuikerspiegel gegarandeerd worden<br />
bij diabetespatienten.<br />
•Neuro-implantaten voor de besturing van prothesen, de<br />
behandeling van Alzheimer of het tegengaan van epileptische<br />
aanvallen.<br />
• Sensoren voor het herstellen van gehoor en zicht.<br />
• Verbeterde pacemakers en kunstorganen.<br />
• Sensoren voor ‘nieuwe’ zintuigen zoals infraroodzicht,<br />
ultrasoon gehoor.<br />
• Nanorobots die microchirurgische ingrepen kunnen uitvoeren<br />
zonder hiervoor grote wonden te maken.<br />
•De ‘slimme pil’ die rechtstreeks naar de plaats van werking<br />
gaat (het doelwitorgaan of –weefsel).<br />
• Een sensor die bij biologische en chemische oorlogvoering<br />
de vreemde substanties dadelijk kan detecteren.<br />
•Het creëren van virtuele omgevingen, bv. voor studenten<br />
geneeskunde die zo de menselijke anatomie, fysiologische<br />
functies en medische procedures kunnen visualiseren en<br />
met al hun zintuigen ervaren.<br />
Natuurlijk is dit alles nog niet voor morgen. Er is nog een<br />
hele weg af te leggen, de zogenaamde ‘roadmap’. Deze<br />
onderscheidt twee evoluties: deze naar ‘in vivo’-toepassingen<br />
(sensoren die ingeplant worden in het lichaam) en ‘in<br />
vitro’-toepassingen (externe systemen). Intermediaire<br />
systemen zijn ‘plakkers’ voor op de huid (te vergelijken<br />
met nicotinepleisters) of sensoren die worden geïntegreerd<br />
in de kleding.<br />
Van biosensor tot implanteerbaar<br />
therapeutisch systeem<br />
De eerste biosensoren zijn reeds op de markt. 90% van<br />
de markt van biosensoren wordt ingenomen door glucosebiosensoren<br />
voor het meten van de glucosespiegel in het<br />
bloed van diabetespatiënten. Naast hun gebruik voor<br />
farmaceutische toepassingen worden biosensoren ook al<br />
gebruikt voor het screenen van milieu, voeding en fermen-<br />
tatieprocessen, in de landbouw en voor militaire doeleinden.<br />
Voorbeelden hiervan zijn: bepaling van nitraat in<br />
water, ammoniak in lucht, suiker in dranken, Salmonella in<br />
voeding, versheid van vis, steriliteit, levensduur en on-line<br />
calibratie van het fermentatieproces, antibiotica in koeienmelk,<br />
plantenziekten, bodemvoedingsstoffen en pesticidencontrole<br />
in de landbouw, detectie van anthrax, enz.<br />
De volgende logische stap in de evolutie naar een implanteerbare<br />
biosensor is het volledig autonoom maken van<br />
het systeem: een eigen energiebevoorrading (bij een ingeplante<br />
biosensor kan je niet zomaar eventjes de batterijen<br />
vervangen!), draadloze communicatie met andere systemen<br />
en ingebouwde signaalverwerking. Vooraleer dit autonoom<br />
systeem kan ingeplant worden, moeten biocompatibele<br />
materialen ontwikkeld worden. Voor neuro-implantaten<br />
(elektroden verbonden met hersencellen) heeft men bijvoorbeeld<br />
roestvrij staal gebruikt, bekleed met teflon. Bij<br />
standaardelektroden merkte men dat ze na een tijdje niet<br />
meer werkten omdat de inhoud van de hersenscellen rond<br />
de elektrodetip verzamelde en het zo isoleerde. De ultieme<br />
droom is een therapeutisch implantaat dat niet alleen<br />
zal registreren (bv. DNA, proteïnen, ziektekiemen, glucose<br />
in bloed), maar ook zal handelen door het gepaste nanomedicijn<br />
in de bloedbaan te brengen.<br />
De zoektocht naar een ‘in vitro’-systeem heeft als doel een<br />
extern ‘point-of-care’-systeem (POC) te ontwikkelen dat<br />
testen kan uitvoeren bij de patiënt zelf (thuis, bij de huisdokter<br />
of in het ziekenhuis) en niet meer in een gespecialiseerd<br />
klinisch labo. Een eerste stap in deze richting is toegespitst<br />
op materiaalonderzoek. Men wil namelijk komen<br />
tot een goedkoop en wegwerpbaar systeem omwille van<br />
steriliteiteisen. De polymeerelektronica lijkt hier een<br />
oplossing te kunnen bieden. Eerst en vooral wil men<br />
bepaalde ziekten kunnen detecteren waar men de juiste<br />
merkers (antigenen) al van kent. Het komt er dan op aan<br />
om de juiste antilichamen te maken (herkennen de antigenen<br />
en binden ermee), ze te immobiliseren op het biosensoroppervlak<br />
en een gepaste transducer te ontwikkelen die<br />
het biochemische signaal kan omzetten in een elektrisch<br />
signaal. De ultieme droom van de farmaceutische industrie<br />
is een POC-systeem dat proteïnen in het bloed kan screenen<br />
(proteomica).<br />
Er werd hier voornamelijk gesproken over geneeskundige<br />
toepassingen, maar met een beetje verbeelding kan je de<br />
roadmap ook toepassen in andere domeinen. Bv. in de<br />
veeteelt zouden biosensoren kunnen ingeplant worden bij<br />
schapen zodat mond- en klauwzeer in een zeer vroeg stadium<br />
kan opgespoord worden en alleen de getroffen dieren<br />
moeten geslacht worden.
Testconcept<br />
Chemische<br />
Verbindingslaag<br />
Transducer<br />
configuratie<br />
Bio<br />
sensor<br />
2004<br />
Energielevering & Opslag<br />
Communicatie<br />
Autonome signaal<br />
verwerking<br />
autonome<br />
sensor<br />
Wegwerpbare<br />
sensor<br />
IMEC draagt zijn nano-steentje bij<br />
Het Human++-programma brengt zowel ontwerp- als<br />
microsysteemonderzoeksgroepen samen. Op het vlak<br />
van ontwerp is het vooral belangrijk om een ultralaag<br />
vermogenverbruik, een optimale integratie en een gepaste<br />
gebruikersinterface na te streven.<br />
Andere onderzoeksgroepen zijn op zoek naar een autonome<br />
energievoorziening voor de sensoren van het ‘body<br />
area network’. Flexibele plastiek zonnecellen die kunnen<br />
geïntegreerd worden in de kleding zijn hier aan de orde.<br />
Ook vermogen-MEMS kunnen hier zeker een oplossing<br />
bieden. Dit zijn MEMS-systemen die bv. mechanische energie<br />
van trillingen kunnen omzetten in elektrische energie.<br />
Materiaalonderzoek op polymeren is ook zeer belangrijk in<br />
het Human++-programma. Dit is immers essentieel om<br />
tot een goedkope wegwerpbiosensor te komen. Ook<br />
wordt het zo mogelijk om deze plooibare systemen in kleding<br />
te integreren. IMEC werkt technieken uit om organische<br />
halfgeleiderfilms te maken van een hoge kwaliteit. Een<br />
alternatief is echter om ultradunne en ultrakleine chips te<br />
maken, die zo klein zijn dat ze ook in flexibele oppervlakken<br />
zoals kleding kunnen geïntegreerd worden. IMEC<br />
slaagde erin om chips tot 15 µm dun te maken zonder verlies<br />
van functionaliteit.<br />
Een onderzoeksluik dat zeker tot de verbeelding spreekt is<br />
dat van de biosensoren. Allereerst zijn onderzoekers op<br />
zoek naar een geschikt transducersysteem dat het biochemisch<br />
signaal (binding van antigen en antilichaam) kan<br />
omzetten in een meetbaar elektronisch signaal. Zo werden<br />
er twee soorten biosensoren ontwikkeld die detecteren<br />
op basis van geluidsgolven en geleiding tussen elektroden.<br />
Ze worden gebruikt voor de detectie van antigenen en<br />
DNA-sequenties. Meer recent werd ook het magnetisch<br />
detectieprincipe toegepast met het extra voordeel dat<br />
biomoleculen niet enkel gedetecteerd kunnen worden<br />
maar ook getransporteerd (zie artikel over magnetische<br />
sensoren op paguna 6).<br />
Een tweede luik van IMEC’s biosensoronderzoek bestaat<br />
uit de ontwikkeling van de ‘verbindingslaag’ tussen de bio-<br />
Nieuwe<br />
biocompatible<br />
materialen<br />
implanteerbare<br />
sensor<br />
POC<br />
Ziekte<br />
merker<br />
Polymeer elektronica Nieuwe bioprobes,<br />
testen, transducers<br />
2006<br />
2008<br />
Therapeutica<br />
Intelligente<br />
plakker<br />
Intelligente<br />
kleding<br />
POC<br />
Proteomica<br />
2010<br />
logische en de elektronische component.<br />
Hiervoor worden zelf-assemblerende<br />
monolagen van thiolen of silanen<br />
gebruikt die slechts enkele nanometer<br />
dik zijn. Deze moleculen, die zich spontaan<br />
organiseren in een laag, dienen als<br />
‘linkers’ voor de immobilisatie van biomoleculen<br />
op respectievelijk goud en<br />
siliciumoxide. Een nieuwe doorbraak in<br />
het onderzoek is het gebruik van<br />
gemengde zelf-assemblerende monolagen.<br />
Hierdoor wordt een uiterst hoge<br />
gevoeligheid bereikt zodat de doelwitmoleculen<br />
reeds bij zeer lage concentratie<br />
kunnen gedetecteerd worden.<br />
Een nieuwe generatie van sensoren zijn<br />
zogenaamde ‘neuronen-op-een-chip’<br />
waarbij transistoren verbonden worden<br />
met neuronen. De moeilijkheid hierbij is<br />
opnieuw de verbinding tussen het biologische<br />
en elektronische materiaal, waarvoor<br />
maar liefst vier tussenlagen nodig<br />
zijn. Deze systemen kunnen gebruikt<br />
worden om tijdig te waarschuwen bij<br />
bv. epileptische aanvallen.<br />
Voor ieder wat wils in de<br />
intelligente omgeving<br />
Of je nu geïnteresseerd bent in geneeskunde,<br />
landbouw, mode, veiligheid of<br />
voeding, de slimme systemen van de<br />
toekomst kunnen in elk domein voor<br />
een ware revolutie zorgen. IMEC’s<br />
Human++-programma brengt alle<br />
technologieën samen die nodig zijn<br />
voor het uitbouwen van een sensornetwerk<br />
dat we in/op ons lichaam<br />
zullen dragen. In het volgend nummer<br />
van de Interconnect kom je meer<br />
te weten over de geheimen van het<br />
M4-programma…<br />
In vivo<br />
In vitro<br />
De evolutie van een biosensor, de zogenaamde ‘roadmap’.<br />
Wegwerpbiochip.<br />
Organische zonnecelmodule op<br />
een flexibel substraat.<br />
5.
6.<br />
Magnetische sensoren<br />
veroveren de markt<br />
Magnetische sensoren steken overal de kop op.Vandaag tonen ze al hun kracht als discrete componen-<br />
ten en worden ze ingezet voor positiebepaling, navigatie, stroommeting, magnetische beeldvorming… Hun<br />
succes drijft het onderzoek naar geïntegreerde toepassingen: de eerste prototypes van magnetische geheugens<br />
en magnetische biosensoren worden stilaan realiteit.<br />
Magnetische sensoren zijn alomtegenwoordig<br />
Magnetische sensoren worden vandaag de dag gebruikt in een<br />
brede waaier van toepassingen. De meest voor de hand liggende<br />
is het gebruik van de magnetische sensor voor het in<br />
beeld brengen van een magnetisch veld. Denk maar aan de<br />
bankkaarten met magnetische strip waarop persoonlijke gegevens<br />
worden weggeschreven. Wanneer deze kaart voorbij<br />
een magnetische sensor wordt gebracht, dan kan de informatie<br />
worden uitgelezen.<br />
Maar magnetische sensoren worden ook gebruikt in toepassingen<br />
waarbij een opgewekt magnetisch veld het mogelijk<br />
maakt om heel andere grootheden te meten. De magnetische<br />
velden worden hierbij opgewekt door een elektrische stroom<br />
of door de aanwezigheid van een permanente magneet. De<br />
sensoren zetten de magnetische flux dan om in een bruikbaar<br />
elektrisch signaal.<br />
Een mooi voorbeeld hiervan is een stroommeter. Deze<br />
detecteert een magnetisch veld dat door de stroom zelf<br />
wordt opgewekt. Het veld wordt door een open spoel<br />
(‘Yoke’) naar de sensor geleid. Het gemeten veld is evenredig<br />
met de elektrische stroom. Een andere toepassing is het<br />
gebruik van een kleine permanente magneet op een roterend<br />
wiel, die een signaal opwekt in de sensor bij elke omwenteling.<br />
Op deze wijze is het mogelijk om het aantal omwentelingen<br />
van het wiel te tellen zonder contact te maken met het<br />
roterende deel. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de sensor<br />
geen slijtage ondervindt.<br />
Permanente magneten worden ook gebruikt voor positiebepalingen.<br />
De permanente magneet wordt hierbij geplaatst op<br />
het voorwerp waarvan we de positie willen kennen. Indien<br />
het voorwerp zich van de sensor verwijdert, varieert het<br />
magnetisch veld ter hoogte van de sensor. Op die manier kan<br />
de positie van het voorwerp worden bepaald.<br />
Positie- en rotatiemetingen worden gebruikt in allerhande<br />
industriële toepassingen. In de automobielsector hebben ze<br />
hun nut al bewezen. ABS-antiblokkeerremsystemen, centrale<br />
vergrendeling van deuren en elektrische bediening van ruiten<br />
zijn hiervan typische voorbeelden. Verwacht wordt dat hun<br />
aandeel nog zal toenemen door de recente evolutie naar<br />
‘drive-by-wire’, ‘steer-by-wire’ en ‘brake-by-wire’, waarbij rij-<br />
den, sturen en remmen niet langer mechanisch zullen gebeuren.<br />
Hiermee wordt ingespeeld op de steeds toenemende<br />
eis naar meer veiligheid, comfort en gereduceerd energieverbruik.<br />
Magnetische sensoren vinden we ook terug in onze pc: de<br />
zogenaamde ‘metallische’ magnetische sensoren (zie verder in<br />
dit artikel) worden er gebruikt als leeskop voor de harde<br />
schijf. Alleen al hiervan werden in 2000 zo’n 2 miljoen eenheden<br />
verkocht, goed voor een omzet van 20 miljoen dollar.<br />
Tegen 2005 wordt een verkoop verwacht van 5 miljoen eenheden,<br />
met een bijhorende omzet van 50 miljoen dollar (bron:<br />
NEXUS 2002).<br />
Verwacht wordt dat metallische magnetische sensoren voor<br />
allerhande toepassingen in 2002 een omzet van 60 miljoen<br />
dollar zullen vertegenwoordigen, voor een verkoop van 60<br />
miljoen eenheden (NEXUS 1998).<br />
Achter de schermen: werkingsprincipes<br />
Wanneer we gaan kijken naar de werking van de magnetische<br />
sensoren, kunnen we verschillende types onderscheiden.<br />
Door hun verschillend werkingsprincipe heeft elk type sensor<br />
zijn eigen bereik en gevoeligheid. We belichten hier de werking<br />
van twee types sensoren, waarop binnen IMEC onderzoek<br />
werd verricht: halfgeleider magnetische sensoren en<br />
metallische magnetische sensoren.<br />
De halfgeleider magnetische sensor of Hallsensor<br />
Halfgeleidersensoren worden vooral ingezet wanneer relatief<br />
grote magneetvelden (van de orde van 10 tot zelfs 1000<br />
mTesla, of 100 tot 10000 Gauss) worden gemeten. Een courante<br />
toepassing is het gebruik van de sensoren voor nauwkeurige<br />
positiebepalingen.<br />
De werking van de halfgeleidersensor is gebaseerd op het<br />
klassieke Halleffect. Dit fysisch effect treedt op wanneer een<br />
uitwendig magneetveld wordt aangelegd loodrecht op de<br />
stroom van een geleider. Onder invloed van het magnetisch<br />
veld ondervinden de ladingsdragers een Lorentzkracht.<br />
Hierdoor wordt de baan die ze volgen in de stroomvoerende<br />
structuur, afgebogen. Afhankelijk van het soort component is
zo een verandering in weerstand meetbaar, of kan een spanning<br />
worden gedetecteerd, de zogenaamde Hallspanning. Dit<br />
signaal draagt dus informatie over het magnetisch veld.<br />
De meest gevoelige halfgeleidersensor is een dunnefilmstructuur<br />
van een materiaal waarin de ladingsdragers een hoge<br />
beweeglijkheid hebben. In de praktijk worden halfgeleidersensoren<br />
meestal vervaardigd uit silicium (Si) of galliumarsenide<br />
(GaAs). Hoewel deze materialen in ‘bulk’-vorm kunnen<br />
worden aangewend, worden de meest gevoelige sensoren<br />
gerealiseerd met behulp van moleculairebundelepitaxie (MBE),<br />
een techniek die toelaat om een dunne film atoomlaag per<br />
atoomlaag neer te zetten op een substraat. In meer geavanceerde<br />
structuren (zoals indium-arsenide (InAs)- of indiumantimonide<br />
(InSb)-structuren) leidt de hogere mobiliteit van het<br />
kleine aantal ladingsdragers tot een veel grotere gevoeligheid.<br />
De metallische magnetische sensor: spinvalve en<br />
magnetische tunneljunctie<br />
Nog gevoeliger zijn de magnetische multilaagsensoren, die<br />
operationeel zijn in het belangrijk werkingsgebied van betrekkelijk<br />
zwakke magnetische velden. Twee voorbeelden hiervan<br />
zijn de spinvalve en de magnetische tunneljunctie, die uitstekend<br />
geschikt zijn voor toepassingen waar kleine magneetvelden<br />
moeten worden gemeten (typisch van de orde van 1<br />
mTesla of 10 Gauss). Spinvalves worden bijvoorbeeld gebruikt<br />
in leeskoppen voor magnetische harde schijven in onze pc, die<br />
door de erg gevoelige spinvalve-leeskop een veel hogere<br />
opslagcapaciteit kan leveren. Magnetische tunneljuncties worden<br />
bijvoorbeeld gebruikt in magnetische niet-vluchtige geheugenchips<br />
(MRAM, magnetic random access memory). Ook<br />
hier geeft een weerstandsverandering informatie over de magnetische<br />
toestand van een component.<br />
Om hun werking te begrijpen, voeren we het concept in van<br />
de elektronenspin: elektronen hebben hun eigen magnetisch<br />
moment, vaak voorgesteld alsof ze rond hun as ‘spinnen’. We<br />
zeggen dat ze een spin hebben, met een welbepaalde oriëntatie.<br />
De richting van deze spin wordt beïnvloed door een<br />
extern magnetisch veld, en de oriëntatie van de elektronspin<br />
noemen we spin-op of spin-neer, waarbij de referentie de<br />
magnetisatie van het magnetisch materiaal is waarin ze zich<br />
bevinden, of een extern veld in andere omstandigheden.<br />
De Spinvalve<br />
Wat is nu een spinvalve? In zijn eenvoudigste vorm is het een<br />
drielagenstructuur die bestaat uit twee zeer dunne magneetlagen,<br />
met daartussen een niet-magnetische laag (bijvoorbeeld<br />
koper of een edelmetaal). De magnetische lagen kunnen parallel<br />
of antiparallel ten opzichte van elkaar georiënteerd zijn.<br />
Essentieel is verder dat een elektron met een spin georiënteerd<br />
volgens de magnetisatie van<br />
de magneetlaag, veel minder weerstand ondervindt in zijn<br />
beweging door het metaal, dan wanneer zijn spin tegengesteld<br />
georiënteerd is.<br />
Het Halleffect en zijn toepassing: de Hallsensor.<br />
Veronderstel dat de magnetische oriëntaties van beide magnetische<br />
materialen in dezelfde richting wijzen. Wanneer we een<br />
kleine spanning aanbrengen over de sandwichstructuur, dan<br />
ondervinden elektronen waarvan de spin in dezelfde richting<br />
wijst als de magneetvelden veel minder weerstand dan wanneer<br />
de magnetische lagen hun oriëntatie antiparallel hebben.<br />
De elektrische weerstand is dan een maat voor de relatieve<br />
magnetische oriëntatie. Deze oriëntatie kan op zijn beurt<br />
beïnvloed worden door een extern magnetisch veld. Bij<br />
kamertemperatuur kan het weerstandsverschil 4 tot 18%<br />
bedragen.<br />
De spinvalve-sensor. Een stroom loopt in horizontale<br />
richting. De elektronen met spin<br />
parallel aan de magnetische oriëntatie van<br />
beide magnetische lagen ondervinden minder<br />
elektrische weerstand dan die met antiparallelle<br />
spin (boven). Indien de magnetische oriëntaties<br />
van beide lagen antiparallel staan,<br />
ondervinden alle elektronen in de structuur<br />
een hogere weerstand (onder).<br />
De magnetische tunneljunctie<br />
Bij een magnetische tunneljunctie worden de twee magnetische<br />
lagen gescheiden door een zeer dunne isolatielaag. Net<br />
zoals bij de spinvalve bepaalt ook hier de onderlinge stand van<br />
de magnetisatie de grootte van de elektrische weerstand van<br />
de component. Alleen loopt de stroom in deze component<br />
loodrecht op de grensvlakken: de elektronen tunnelen als het<br />
ware door de isolatielaag, een quantum-mechanisch effect. De<br />
magnetisatie-afhankelijke weerstandsverandering bij tunneljuncties<br />
kan oplopen tot 50% bij kamertemperatuur.<br />
De magnetische tunneljunctie. Een stroom<br />
loopt nu in verticale richting. Bij magnetische<br />
tunneljuncties worden de ferromagnetische<br />
lagen gescheiden door een isolatielaag.<br />
De elektronen tunnelen gemakkelijker<br />
door de oxidelaag indien de magnetische<br />
oriëntaties van beide ferromagnetische<br />
lagen parallel staan (boven) dan indien<br />
ze antiparallel staan (onder).<br />
De technologie van metallische magnetische sensoren is relatief<br />
jong. In de praktijk worden de sensoren ontwikkeld als<br />
een multilaag van ferromagnetische materialen (bijvoorbeeld<br />
nikkelijzer (NiFe), cobalt (Co)), antiferromagnetische materialen<br />
(ijzermangaan (FeMn), nikkeloxide (NiO)) en niet-magnetische<br />
materialen. Deze materialen worden op een substraat<br />
neergezet door middel van sputtering.<br />
Van discrete componenten naar<br />
geïntegreerde sensoren<br />
De meeste commerciële toepassingen van magnetische sensoren<br />
kunnen we klasseren onder de noemer discrete compo-<br />
7.
De halfgeleider en metallische magnetische sensor:<br />
een overzicht van hun bereik en gevoeligheid.<br />
8.<br />
Detail van een geïntegreerde spinvalve-sensor<br />
en stroomvoerende geleiders<br />
in een magnetische biosensor.<br />
nenten. IMEC gaat een stap verder en bouwt zijn onderzoeksactiviteiten<br />
van magnetische sensoren vooral uit rond geïntegreerde<br />
toepassingen. Hiermee bedoelen we dat de componenten<br />
worden ingebed in een geïntegreerd circuit, dat voorzien<br />
wordt van de nodige uitleeselektronica. Een schoolvoorbeeld<br />
hiervan is de technologische ontwikkeling van de magnetische<br />
geheugenchip. De technologie die hier aan de basis<br />
ligt, wordt verder aangewend voor meer complexe toepassingen,<br />
bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van magnetische biosensoren.<br />
Magnetische geheugenchip, een waardige<br />
vervanger van uw harde schijf<br />
De magnetische tunneljunctie, die het mogelijk maakt om de<br />
magnetische toestand elektronisch uit te lezen, ligt aan de<br />
basis van de magnetische geheugenchip. Het is immers mogelijk<br />
om de magnetische oriëntatie van één van de magneetfilms<br />
van de junctie te verankeren, terwijl de andere vrij is om<br />
een aangelegd magneetveld te volgen. Door nu een klein magneetveldje<br />
op te wekken in de buurt van deze structuur, zal<br />
de vrije magneetfilm zijn magnetisatie draaien en zich, ook na<br />
het verdwijnen van het uitwendig veld, blijvend oriënteren<br />
volgens de richting van het laatst aangelegde veld. Aangezien<br />
de andere magneetfilm in dit proces onaangeroerd is gebleven,<br />
komen we tot ofwel een gelijk, ofwel een tegengesteld<br />
gerichte magnetische situatie. Hiermee komt een ‘1’ of een ‘0’<br />
overeen: de magnetische tunneljunctie wordt een geheugencel.<br />
Door deze structuren nu op een chip netjes in een<br />
rooster te plaatsen en te zorgen voor de nodige bedrading<br />
voor elektrische contacten en magnetische veldgeneratie,<br />
heeft men een magnetisch geheugen gebouwd. Dit geheugen,<br />
dat MRAM wordt genoemd, is niet vluchtig: ook als het apparaat<br />
wordt uitgeschakeld, wordt alle informatie bewaard. In<br />
tegenstelling tot die andere magnetische informatiedrager, de<br />
harde schijf, heeft een MRAM geen bewegende delen, is sneller<br />
toegankelijk en verbruikt minder vermogen. MRAM’s zijn<br />
kandidaat om de zogenaamde universele geheugenchip voor<br />
de toekomst te worden, snel en niet vluchtig. Vandaag worden<br />
er al industriële prototypes ontwikkeld. IMEC ontwikkelt<br />
teststructuren die worden getest op betrouwbaarheid en hun<br />
magnetisch schakelgedrag. Er worden stappen gezet naar de<br />
integratie van MRAM in de conventionele siliciumtechnologie,<br />
zoals een teststructuur in een 0.5 µm CMOS-proces.<br />
(a) Prototype van een magnetische geheugencel bestaande uit een magnetische<br />
tunneljunctie boven op een GaAs-diode. (b) Ontwerp van een MRAM geïntegreerd<br />
in het 0.5 µm CMOS-proces.<br />
MRAM-technologie… in biosensoren<br />
Het gebruik van magnetische multilagen kan ook in andere<br />
toepassingen erg interessant zijn. Een voorbeeld is de toepassing<br />
van het magnetische detectieprincipe in biosensoren.<br />
Voor de detectie van biomoleculen, die bijvoorbeeld specifiek<br />
zijn voor een bepaalde ziekte, worden meestal fluorescerende<br />
merktekens gebruikt. IMEC ontwikkelde een revolutionair<br />
alternatief, gebaseerd op de uiterst gevoelige detectie van<br />
magnetische merktekens. Dit zijn paramagnetische bolletjes<br />
met afmetingen tussen 300 nm en 3 µm, die aan biomoleculen<br />
kunnen worden vastgehecht. Deze merktekens kunnen worden<br />
verplaatst naar specifieke locaties op de chip. Dit gebeurt<br />
onder invloed van een magnetisch veld dat wordt opgewekt<br />
door twee stroomvoerende geleiders. Door het wisselend<br />
aansturen van de geleiders kunnen merktekens bijvoorbeeld<br />
over de spinvalve-sensor worden bewogen. Bij iedere passage<br />
genereert het magnetisch merkteken een (zeer klein) magnetisch<br />
veld op de plaats van de sensor, die het veld kan meten.<br />
Deze ontwikkeling opent perspectieven voor het zogenaamde<br />
‘lab-on-chip’, waarbij een staal van een te onderzoeken vloeistof<br />
naar verschillende plaatsen op een sensorchip wordt<br />
gebracht, om achtereenvolgens de aanwezigheid van verschillende<br />
merkers na te gaan. Het concept van de magnetische<br />
biosensor behoort niet langer tot de droomwereld van de<br />
enthousiaste onderzoeker: eerste metingen tonen al aan dat<br />
dit meetconcept gevoelig genoeg kan zijn voor de aanwezigheid<br />
van één enkel merkteken van 300 nm (en kleiner in de<br />
toekomst).<br />
Een mogelijke toepassing van de magnetische biosensortechnologie<br />
is het opsporen van bepaalde genetische ziekten<br />
die waarneembaar zijn als een mutatie van DNA/RNA.<br />
Geïntegreerde magnetische sensoren…<br />
voor Vlaamse KMO’s en bedrijven<br />
Bent u geïnteresseerd en wenst u meer informatie over de<br />
door u gewenste toepassing? IMEC levert technocommerciële<br />
studies waarin zowel de technologie als de markt bekeken<br />
worden. Samen met u kunnen we een demonstrator (prototype)<br />
ontwikkelen waarbij de magnetische sensor met andere<br />
componenten in een compacte verpakking geïntegreerd<br />
wordt. IMEC levert ook advies bij specifieke vragen over het<br />
ontwerp of over de productie van de geïntegreerde sensor.
IMEC nodigt Vlaamse bedrijven uit voor deelname aan een project rond<br />
loodvrij solderen. Met dit project wil IMEC de Vlaamse industrie helpen om de<br />
overstap te maken van het vertrouwde tin-lood-solderen naar nieuwe, loodvrije<br />
soldeertechnieken, conform de Europese richtlijnen.<br />
Loodvrij solderen:<br />
partners gezocht<br />
Tin-lood solderen: het einde van een tijdperk<br />
Vanaf 1 januari 2006 zal Europa een verbod heffen op het<br />
gebruik van onder meer loodhoudende soldeermaterialen<br />
in zowat alle elektronicatoepassingen. Zo staat het in een<br />
richtlijn van de Europese Commissie over afgedankte<br />
elektrische en elektronische apparatuur (de WEEE,<br />
‘EC directive on waste from electrical and electronic<br />
equipment’). Met deze richtlijn wil de Europese Commissie<br />
paal en perk stellen aan de alsmaar toenemende afvalberg<br />
van gevaarlijke stoffen uit elektrische en elektronische<br />
toestellen.<br />
Verwacht wordt echter dat heel wat grote bedrijven al<br />
veel vroeger zullen overschakelen op loodvrije producten<br />
(ten laatste in 2004) omwille van het ‘groene’ imago dat<br />
deze producten hebben.<br />
Daarom wordt er wereldwijd naarstig gezocht naar alternatieve,<br />
loodvrije soldeertechnieken. Meestal gaat men<br />
hierbij uit van het klassieke eutectisch tin-lood (SnPb) soldeerprincipe,<br />
waarbij lood dan vervangen wordt door één<br />
of meerdere metalen (bijvoorbeeld Ag, Cu, Au, Bi…).<br />
Maar ook (geleidende) lijmen kunnen een alternatief zijn.<br />
Loodvrij solderen: gevolgen voor<br />
de elektronica industrie<br />
Loodvrij solderen is echter meer dan het vervangen van<br />
het soldeermateriaal. Met de overgang naar loodvrij solderen<br />
gaan immers een aantal knelpunten gepaard, die hun<br />
weerslag hebben op de elektronische industrie. Zo ligt de<br />
smelttemperatuur van de meest geschikte loodvrije soldeermaterialen<br />
zo’n 30 tot 40°C hoger dan die van eutectisch<br />
SnPb (183°C). Niet alle huidige substraten, printplaten<br />
en componenten zijn hiertegen bestand. Ook de<br />
betrouwbaarheid van de nieuwe soldeerverbindingen is<br />
nog onvoldoende gekend. En de nieuwe loodvrije soldeermaterialen<br />
tenslotte, zijn vaak niet compatibel met de huidige<br />
assemblagetechnieken op niveau van de chip, de componenten<br />
of de substraten.<br />
De implementatie van loodvrij solderen op productniveau<br />
vraagt daarom een grondige analyse van alle stappen en<br />
componenten in het proces.<br />
IMEC start een gezamenlijk project op<br />
In samenwerking met de Vlaamse industrie zal IMEC een<br />
project starten om in de nabije toekomst de stap naar<br />
loodvrij solderen mogelijk te maken. Het project krijgt de<br />
naam TOLOSO (technologische ontwikkeling voor de<br />
implementatie van loodvrij soldeer in elektronische toepassingen)<br />
en heeft tot doel om via concrete onderzoeks-<br />
projecten de nodige technologische kennis te vergaren.<br />
Binnen het project zal de technologie niet alleen worden<br />
ontwikkeld; zij zal ook worden aangewend voor concrete<br />
toepassingen die belangrijk zijn voor de verschillende deelnemers<br />
aan het project. TOLOSO zal dan ook worden<br />
afgestemd op de noden van de verschillende bedrijven.<br />
Het project omvat volgende werkpakketten:<br />
• Een grondige literatuurstudie over mogelijke loodvrije<br />
soldeermaterialen, lijmen, substraten, componenten.<br />
Hierbij zullen ook de problemen in kaart worden<br />
gebracht.<br />
• Specifieke technologische ontwikkelingen, waar nodig<br />
(bijvoorbeeld optimalisatie van substraten, componenten,<br />
het assemblageproces, het ‘reflow’-proces…).<br />
• Demonstratoren of prototypes voor concrete toepassing<br />
van de nieuwe technologieën.<br />
• Het finaal testen van de demonstratoren op hun<br />
betrouwbaarheid en bedrijfszekerheid, en het uitvoeren<br />
van falingsanalyses op demonstratoren die de testen niet<br />
doorstaan.<br />
•Ontwikkeling van nieuwe modelleringstechnieken waarmee<br />
de betrouwbaarheid van loodvrije structuren kan<br />
worden gesimuleerd (bijvoorbeeld onder invloed van<br />
temperatuurcycli, vochtopname, trillingen, schokbelasting…).<br />
IMEC zoekt partners binnen de Vlaamse industrie<br />
IMEC zal de globale coördinatie van dit project op zich<br />
nemen. Om te beginnen zal een consortium worden<br />
samengesteld. Maar, naargelang het aantal deelnemers, kan<br />
het project ook opgedeeld worden in verscheidene deelprojecten.<br />
IMEC zoekt daarbij partners binnen de Vlaamse industrie.<br />
Het project is relevant voor<br />
• fabrikanten van soldeermaterialen, lijmen…;<br />
• producenten van ‘printed circuit boards (PCB’s) (surface<br />
finishes)’;<br />
• producenten van elektronische componenten die soldeersel<br />
bevatten, of die op andere substraten (bijvoorbeeld<br />
op PCB’s) moeten gesoldeerd worden;<br />
• assemblagebedrijven van elektronische componenten op<br />
PCB;<br />
• eindgebruikers van elektronische systemen.<br />
Voor meer informatie:<br />
Kris Van de Voorde<br />
Tel: 016/28 15 35<br />
e-mail: Kris.VandeVoorde@imec.be<br />
Verbinding tussen een ‘Polymer<br />
Stud Grid Array package’ en printed<br />
circuit board, gebruik makend<br />
van loodvrij soldeer (SnAgCu).<br />
9.
10.<br />
Interne herschikking<br />
om samenwerking met<br />
Vlaamse industrie te<br />
versterken<br />
In de nieuwe beheersovereenkomst tussen IMEC en de Vlaamse overheid ligt de nadruk op opleiding,<br />
verspreiding en overdracht van knowhow, en industrialisatie naar de Vlaamse industrie toe. Met dit in het<br />
achterhoofd startte IMEC in juni van dit jaar een interne herschikking. De twee groepen binnen IMEC die<br />
diensten aanbieden aan de Vlaamse bedrijven, namelijk opleidingen en industrialisatie van technologieën,<br />
werden samengebracht. Aan het hoofd van dit vernieuwde INVOMEC (industrialisatie en vorming in de<br />
micro-elektronica) staat ook een nieuwe directeur, Herman Maes.<br />
De nieuwe divisie INVOMEC groepeert alle activiteiten<br />
binnen IMEC die tot doel hebben de Vlaamse industrie te<br />
versterken en te beantwoorden aan hun specifieke noden.<br />
De wisselwerking die ontstaat door het samenbrengen van<br />
het vroegere INVOMEC en de I&I-groep (incubatie en<br />
industrialisatie) moet hun werking versterken en een bredere<br />
draagwijdte garanderen. Zo kunnen de opleidingen<br />
waar nodig meer afgestemd worden op de noden van de<br />
Vlaamse KMO’s en zal het zelfs mogelijk worden om<br />
onderwerpen-op-aanvraag in te lassen in het cursusaanbod.<br />
De groep rond ‘Incubatie en Industrialisatie’ heeft tot doel<br />
de Vlaamse industrie te versterken, door proces- en productinnovatie<br />
in bestaande Vlaamse bedrijven te stimuleren<br />
en door de oprichting van nieuwe bedrijven (spin-offs)<br />
te begeleiden. Voor de eerste doelstelling werden binnen<br />
de wetenschappelijke divisies van IMEC zogenaamde AVOcellen<br />
geïnstalleerd die moeten instaan voor de applicatie<br />
van IMEC’s technologie, de verspreiding van kennis en<br />
expertise en de ondersteuning bij innovatie. De opdracht<br />
van de AVO-medewerkers is het op maat brengen of aanpassen<br />
van de IMEC wetenschappelijke expertise (3 tot 10<br />
jaar vooruitlopend op industriële toepassing) naar de geïn-<br />
teresseerde Vlaamse bedrijven toe (geïnteresseerd in een<br />
termijn van 0 tot 3 jaar). Door de interactie tussen onderzoekers<br />
en AVO-medewerkers binnen de wetenschappelijke<br />
divisie zelf, is het mogelijk om deze twee verschillende<br />
missies op elkaar af te stemmen en een win-win situatie te<br />
bekomen voor alle betrokkenen. Een tweede doelstelling<br />
van de I&I-groep is het begeleiden (met startkapitaal, infrastructuur<br />
en IMEC-personeel) van IMEC-spin-offs in de<br />
eerste fase (incubatieperiode) van het commercialiseren<br />
van onderzoeksresultaten. Hiervoor werd het IMEC incubatiefonds<br />
(IIF) opgericht.<br />
Terwijl vroeger de nadruk vaak vooral lag op internationale<br />
samenwerking met grote micro-elektronica bedrijven, is<br />
de IMEC-technologie nu in een (marktrijp) stadium dat<br />
ook interessant kan zijn voor Vlaamse bedrijven, zelfs niet-<br />
ICT-bedrijven. Meer en meer doet IMEC inspanningen in<br />
deze richting. INVOMEC-directeur Herman Maes, die zelf<br />
meer dan 30 jaren onderzoekservaring heeft als onderzoeker<br />
en als directeur van de wetenschappelijke divisie rond<br />
proces- en device-integratie, zal met zijn divisie Vlaanderen<br />
erg goed van dienst zijn.
ITC<br />
IMEC’s training<br />
centrum<br />
Industriele vorming in micro-elektronica<br />
(het vroegere INVOMEC)<br />
Europractice<br />
prototype en<br />
small-volume<br />
manufacturing<br />
CAD<br />
INVOMEC<br />
(Industrialisatie en vorming in de micro-elektronica) – Herman Maes<br />
AVO<br />
Applicatie,<br />
verspreiding en<br />
ondersteuning<br />
De reorganisatie binnen IMEC brengt INVOMEC en I&I samen onder een nieuwe directeur, Herman Maes.<br />
Nieuwe beheersovereenkomst tussen de Vlaamse overheid en IMEC<br />
Incubatie<br />
van spin-offs<br />
Industrialisatie en Incubatie<br />
(I&I)<br />
Spin-ins<br />
Technocommerciële<br />
studies<br />
Onlangs ondertekende de Vlaamse overheid een nieuwe beheersovereenkomst met IMEC voor een<br />
looptijd van vijf jaar. Deze nieuwe beheersovereenkomst volgt op een zeer positieve beoordeling die<br />
IMEC in 2001 kreeg na een grondige externe doorlichting in opdracht van de Vlaamse overheid. Deze<br />
beheersovereenkomst legt IMEC een aantal objectieven op die moeten behaald worden gedurende de<br />
looptijd van de overeenkomst. Zo engageert IMEC zich om een centrum van uitmuntendheid te blijven<br />
op wereldniveau op het vlak van onderzoek in de micro-elektronica.<br />
Hierbij zal CMOS-technologie (of aanverwante activiteiten zoals biosensortechnologie) een vooraanstaande<br />
rol blijven spelen, maar ook activiteiten buiten CMOS (zoals polymeerelektronica) zullen verder<br />
worden ontwikkeld. Daarnaast zullen nieuwe ontluikende technologieën, met de slimme omgeving of<br />
‘ambient intelligence’ als motor, de IMEC-technologieën in toenemende mate in een breder toepassingsveld<br />
brengen.<br />
Een ander strategisch accent is een versterking van de samenwerking met Vlaamse bedrijven en KMO’s,<br />
zowel binnen als buiten de ICT-sector (conform de uitdeining van IMEC’s onderzoeksactiviteiten).<br />
Vooral naar Vlaamse KMO’s toe<br />
wil IMEC de bestaande samenwerking<br />
intensiveren en de toegangsdrempel<br />
voor KMO’s verlagen.<br />
IMEC engageert zich daarbij ook<br />
om in de komende jaren meer<br />
vorming aan te bieden aan bedrijven<br />
of instellingen in Vlaanderen.<br />
Ook via initiatieven zoals de visionaire<br />
workshops van<br />
IMEC/Leuven Inc. zullen KMO’s en<br />
andere Vlaamse bedrijven periodiek<br />
geïnformeerd worden over<br />
recente trends en ontwikkelingen.<br />
Netwerking<br />
11.
<strong>12</strong>.<br />
IMEC: vernieuwing<br />
binnen uw bereik<br />
Wist u dat driekwart van de Vlaamse bedrijven die samenwerken met IMEC KMO’s zijn; en dat één op drie<br />
van IMEC’s Vlaamse partners minder dan 10 mensen in dienst hebben? Zowel ICT- als niet-ICT-bedrijven kloppen<br />
aan bij IMEC, vaak omdat ze niet over een eigen research- of engineeringafdeling beschikken. U vraagt zich nu<br />
misschien wel af hoe uw bedrijf baat kan hebben bij een samenwerking met IMEC. Doe de test met onderstaande<br />
vragen en misschien mogen we u binnenkort welkom heten voor een ‘innovatief’ gesprek.<br />
U wilt vernieuwen, maar u zoekt een aantal<br />
ontbrekende schakels of competenties in uw<br />
technologieportfolio?<br />
De innovatie van uw productgamma of productieproces is<br />
belangrijk om de concurrentie een stapje voor te zijn.<br />
Eigen ontwikkeling kost echter tijd en geld en is vaak niet<br />
zonder risico. Het kan dan ook interessant zijn om samen<br />
met IMEC en zijn experten in o.a. multimedia, draadloze<br />
communicatie, sensoren en microsystemen, een onderzoeksprogramma<br />
op te starten. Of misschien is de vereiste<br />
knowhow reeds ontwikkeld en is een technologietransfer<br />
de beste oplossing voor uw bedrijf.<br />
U wilt groeien, maar u stelt zich vragen over<br />
de evolutie van de technologie in de markt van<br />
morgen?<br />
IMEC volgt de technologische ontwikkelingen en trends in<br />
de markt op de voet. Deze kennis wil IMEC graag met u<br />
delen in een technologie-oriënterende studie zodat u uw<br />
geplande innovatieproces correct kan inschatten.<br />
Indien u overweegt uw eigen knowhow te exploiteren<br />
binnen de halfgeleidersector, maar deze markt voor u<br />
nieuw is, kan een marktoriënteringsstudie helpen de juiste<br />
keuze te maken om al dan niet deze nieuwe markt te<br />
betreden. IMEC schetst u graag de mogelijkheden en<br />
trends in de ICT-sector op basis van haar expertise en<br />
contacten in de industrie.<br />
U wilt goed opgeleide mensen in uw bedrijf, maar<br />
u vindt de gepaste training niet?<br />
IMEC biedt een ruim aanbod aan industriële trainingscursussen<br />
als antwoord op de toenemende vraag naar<br />
geschoolde professionals in de micro-elektronica en<br />
aanverwante domeinen. Zowel op eigen initiatief als op<br />
vraag van bedrijven worden cursussen georganiseerd<br />
gaande van ontwerptechnieken tot procestechnologie<br />
en falingsanalyses. Indien gewenst kunnen ook cursussen<br />
op maat van uw bedrijf gemaakt worden.<br />
Voor meer informatie: Bart.Demey@imec.be of<br />
www.imec.be/mtc<br />
U wilt op de hoogte blijven van de nieuwste<br />
technologische ontwikkelingen?<br />
IMEC informeert u over de laatste evoluties tijdens de<br />
IMEC Vlaamse Bedrijvendag. Hierop worden zowel technische<br />
uitdagingen, toepassingen en evoluties op korte en<br />
lange termijn voorgesteld als concrete projectrealisaties,<br />
prototypes en producten. Regelmatig worden ook seminaries<br />
en workshops georganiseerd.<br />
U wenst gebruik te maken van IMEC’s diensten?<br />
De Europractice IC-service, gecoördineerd door IMEC,<br />
brengt de layout en productie van kleine volumes ASIC’s<br />
(application-specific integrated circuit) binnen het<br />
technische en financiële bereik van elk bedrijf.<br />
Voor meer informatie hierover kan u terecht bij<br />
Carl.Das@imec.be of www.europractice.imec.be.<br />
Recent werd ook een centrum opgericht voor<br />
betrouwbaarheidsanalyse van chips, chipverpakkingen<br />
en micro-systemen. Over dit Reliability@imec kan u<br />
meer lezen op pagina 14.<br />
Herkent u zich in één van deze vragen? En<br />
overweegt u om op die vragen een antwoord<br />
te zoeken bij IMEC?<br />
Aarzel dan niet en contacteer ons vrijblijvend via e-mail<br />
op vlaamseindustrie@imec.be of telefonisch op het nummer<br />
016/28 18 04. U kan er ook de gedetailleerde ‘Innovatie’brochure<br />
aanvragen.
Financiële steun van het IWT-Vlaanderen<br />
Vlaamse bedrijven kunnen financiële steun van het IWT-Vlaanderen (het instituut voor de aanmoediging<br />
van innovatie door wetenschap en technologie in Vlaanderen) verkrijgen voor de realisatie van hun innovatieproject<br />
met IMEC. Het IWT-Vlaanderen verleent immers steun aan Vlaamse bedrijven (van KMO tot<br />
multinational) die, al dan niet in samenwerking met een onderzoeksinstelling, innovatie wensen door te<br />
voeren, en die daartoe wetenschappelijk-technologische kennis willen verwerven door het uitvoeren van<br />
een onderzoeks- en ontwikkelingsproject. Ook met zijn ‘programma tot stimulering van technologische<br />
innovatie bij KMO’s’ verleent het IWT-Vlaanderen financiële steun aan Vlaamse KMO’s die willen innoveren<br />
in hun producten, processen of diensten.<br />
IMEC helpt zijn partners met het opstellen en indienen van de dossiers bij de bevoegde instanties. Voor<br />
meer informatie over de verschillende mogelijkheden die het IWT-Vlaanderen biedt, kan u ook terecht<br />
op de algemene website: www.iwt.be.<br />
Niet te missen: deelname aan het Zesde Kaderprogramma<br />
Onlangs werd het Europese Zesde Kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en<br />
demonstratieactiviteiten, kortweg KP6, officieel opgestart. Het KP6 (2002–2006) is het belangrijkste<br />
instrument van de Europese Unie om de Europese onderzoeksruimte (ERA, ‘European Research Area’)<br />
vorm te geven, een structuur die vergelijkbaar is met de gemeenschappelijke<br />
Europese markt van goederen en diensten. Bedrijven, universiteiten, onderzoeksinstituten,<br />
(lokale) overheden en onderzoekers die zich bezighouden met<br />
wetenschappelijk onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie kunnen<br />
een beroep doen op het KP6. De Europese Unie wil ook KMO’s aanmoedigen<br />
om deel te nemen aan het KP6.<br />
Het KP6 omvat een drietal hoofdactiviteiten, waaronder de bundeling en integratie<br />
van de ERA. Deze hoofdactiviteit is tweeledig. Enerzijds komen zeven<br />
prioritaire thematische onderzoeksgebieden aan bod, met een totaal budget<br />
van 11.285 Meuro. 15% van dit budget wordt voorbehouden aan KMO’s.<br />
Anderzijds is er ruimte voor specifieke activiteiten die een breder onderzoeksgebied<br />
beslaan. Een budget van 430 Meuro wordt hierbij gereserveerd voor<br />
KMO’s.<br />
Voor de uitvoering van het Kaderprogramma heeft de Europese Unie een aantal<br />
instrumenten ontwikkeld. Nieuw voor het KP6 zijn onder meer de geïntegreerde projecten (grootschalige<br />
projecten om de concurrentiepositie van de Europese Unie te versterken of belangrijke maatschappelijke<br />
problemen aan te pakken) en topnetwerken (waarmee de kennis over een specifiek onderwerp<br />
wordt bijeengebracht met het oog op duurzame integratie van onderzoekscapaciteiten). Daarnaast<br />
blijven de meeste klassieke instrumenten bestaan. Het gaat hier onder meer over specifieke onderzoeksprojecten<br />
die voorzien zijn voor KMO’s. Dit zijn coöperatieve of collectieve onderzoeksprojecten die<br />
kunnen worden uitgevoerd binnen het globale domein van wetenschap en technologie. Bij coöperatieve<br />
onderzoeksprojecten wordt het onderzoek uitbesteed aan een onderzoeksinstituut ten behoeve van een<br />
groep van KMO’s.<br />
Voor meer informatie over (deelname aan) het Zesde Kaderprogramma kan u<br />
terecht bij het Vlaams contactpunt voor het Europese Kaderprogramma, een gezamenlijk<br />
initiatief van het IWT-Vlaanderen en het AWI (de administratie wetenschap<br />
en innovatie van het ministerie van de vlaamse gemeenschap):<br />
www.vlaanderen.be/6kp.<br />
13.
Blech electromigratie-experiment - visualisatie van “hillocking” (verbuiging<br />
van een koperen verbinding door electromigratie ten gevolge van hoge<br />
stroomdichtheden).<br />
14.<br />
Reliability@IMEC<br />
IMEC creëert een nieuw kenniscentrum in betrouwbaarheid<br />
van geïntegreerde schakelingen en microsystemen<br />
Het kenniscentrum ‘Reliability@IMEC’ nodigt Vlaamse bedrijven uit voor gezamenlijk fundamenteel<br />
onderzoek naar betrouwbaarheidsproblemen en de onderliggende falingsmechanismen. Daarbuiten biedt<br />
Reliability@IMEC ook adviesverlening en gerichte opleiding aan. Het kenniscentrum groepeert deskundigen<br />
en toestellen uit diverse onderzoeksteams van IMEC, en richt zich tot Vlaamse fabrikanten van geïntegreerde<br />
schakelingen, micro-systemen en testuitrusting.<br />
Elektronische schakelingen en systemen worden gebruikt<br />
voor een brede waaier aan toepassingen, zoals computers<br />
(van servers over laptops tot spelconsoles…), telecommunicatie<br />
(vaste en mobiele telefonie, dataverkeer, lokale en<br />
draadloze netwerken…), auto-elektronica (van elektronische<br />
injectie tot gps), industrie (procescontrole, automatisering,<br />
logistiek…), huishoudtoestellen (van wasmachine<br />
tot dvd…) enz. Al deze toepassingen hebben één ding<br />
gemeenschappelijk: ze vergen alsmaar betere prestaties<br />
van de elektronica - krachtigere processoren, grotere<br />
geheugencapaciteit, lager energieverbruik, miniaturisatie,<br />
bijkomende functionaliteit, integratie van blokken en componenten<br />
in één chip (‘SOC’ – system-on-a-chip) of in één<br />
verpakking (‘SiP’ – system-in-a-package) enz.<br />
De halfgeleiderindustrie ontwikkelt daarom alsmaar sneller<br />
- typisch om de twee jaar - nieuwe technologiegeneraties.<br />
Een bekend voorbeeld in de informaticasector is de reeks<br />
Pentium ® -processoren van Intel: de recente Pentium ® 4processor<br />
bevat miljoenen CMOS-transistoren met een<br />
kritische afmeting van amper 0,13 µm. Terwijl voor elke<br />
nieuwe technologiegeneratie nieuwe procédés, materialen<br />
en concepten ontwikkeld worden die tot het uiterste van<br />
hun fysische mogelijkheden worden gedreven, integreert<br />
men ook vaak nieuwe technologieën in de elektronische<br />
systemen, zoals sensoren en MEMS (micro-electromechanische<br />
systemen).<br />
Dit leidt onvermijdelijk tot ernstige problemen inzake<br />
betrouwbaarheid, waarbij de elektronica voortijdig faalt<br />
om redenen die vaak moeilijk te achterhalen zijn. Dat<br />
beperkt de levensduur van de componenten en systemen,<br />
en veroorzaakt onvoorspelbare defecten die ernstige<br />
gevolgen kunnen hebben - bijvoorbeeld een ABS-remsysteem<br />
dat het plots zou laten afweten. Met de oprichting<br />
van het Center of Excellence Reliability@IMEC speelt<br />
IMEC in op de behoefte aan hogere betrouwbaarheid voor<br />
de volgende generaties van geïntegreerde schakelingen en<br />
microsystemen.<br />
TLP-tester (“TLP” – transmission linear pulse) - karakterisatie van<br />
innovatieve ESD-beschermingsstructuren op een zelf-ontwikkeld toestel.<br />
De sleutel tot een gestage verbetering van de betrouwbaarheid<br />
ligt in een fundamenteel inzicht in de falingsmechanismen<br />
die de levensduur van de elektronische<br />
structuren beperken. Op dat vlak heeft IMEC een unieke<br />
knowhow en een uitgebreid gamma aan hulpmiddelen<br />
opgebouwd, in het kader van de ontwikkeling van eigen<br />
technologie door onze multidisciplinaire onderzoeksteams.<br />
Deze expertise wordt nu gegroepeerd in een kenniscentrum,<br />
waardoor Vlaamse elektronicafabrikanten en onderzoeksinstituten<br />
toegang krijgen tot IMEC’s kennis en faciliteiten<br />
ter zake. Dit moet hen in staat stellen om de toenemende<br />
technologische uitdagingen inzake betrouwbaarheid<br />
het hoofd te bieden.<br />
De onderzoeksactiviteiten en expertise van<br />
Reliability@IMEC beslaan drie domeinen: (1) analyse van<br />
de elementaire falingsmechanismen, (2) betrouwbaarheid<br />
van specifieke technologieën en (3) hulpmiddelen en<br />
methoden voor betrouwbaarheidsonderzoek. De bestudeerde<br />
falingsmechanismen situeren zich zowel op het<br />
niveau van de transistoren, de elektrische verbindingen<br />
tussen transistoren en de verpakking, als op het niveau<br />
van de geïntegreerde circuits als geheel. Specifieke technologieën<br />
die onderzocht worden zijn bijvoorbeeld gemengde<br />
analoge/digitale schakelingen, niet-vluchtige Flash geheugens,<br />
toepassingen bij hoge spanning of temperatuur,<br />
MEMS en microsystemen. Daarbij worden geavanceerde<br />
test- en analysesystemen gebruikt en ontwikkeld, zoals<br />
falingsanalyse, versnelde veroudering, meting bij temperatuur-gradiënten,<br />
eindige-elementen-modellering, statistische<br />
data-analyse.<br />
Een gedetailleerde, engelstalige brochure<br />
“Reliability@IMEC - Join IMEC in advanced<br />
research on semiconductor reliability” is verkrijgbaar<br />
bij Ben Beddegenoots, tel. 016/28.83.53, e-mail<br />
‘ben.beddegenoots@imec.be’. Een digitale versie<br />
van de brochure kan gedownloaded worden van<br />
de IMEC website www.imec.be.<br />
Opleiding in ESD-bescherming voor<br />
hoogfrequente schakelingen (“ESD” –<br />
electrostatic discharge).
Materiaalonderzoek<br />
voor de automobielsector<br />
en aanverwante sectoren<br />
Bedrijven uit de Limburgse automobielsector en aanverwante sectoren die willen innoveren, kunnen<br />
aankloppen bij IMOMEC. Zowel KMO’s als grotere bedrijven die aan bepaalde voorwaarden voldoen, kunnen<br />
hiervoor subsidies krijgen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en van de Vlaamse<br />
regering (Limburgfonds).<br />
Binnen de divisie IMOMEC van IMEC, gevestigd op de<br />
universitaire campus te Diepenbeek, loopt sinds 1 januari<br />
2002 het project ‘geïntegreerd materiaalonderzoek ter<br />
ondersteuning van ontwikkeling en toepassingen van<br />
materiaalsystemen in de automobielsector’. Dit project<br />
wordt mede gefinancierd door het Europees fonds voor<br />
regionale ontwikkeling (EFRO) en de Vlaamse regering,<br />
en speelt in op de noden van de automobielindustrie om<br />
innovatie te introduceren via samenwerking tussen een<br />
bedrijf en een onderzoeksconsortium. In het verleden<br />
werden reeds succesrijke projecten met de lokale industrie<br />
uitgevoerd gedurende de periode 1996-2000, met de<br />
financiële steun van EFRO en de Vlaamse regering. Het<br />
project eindigt op 31 december 2003.<br />
Het project bestaat uit twee delen:<br />
•De kennis en expertise die binnen IMOMEC werden ontwikkeld<br />
op gebied van materiaalonderzoek, zullen worden<br />
afgestemd op de specifieke noden van de automobielsector<br />
en zijn toeleveringsbedrijven. Dit vereist een generisch<br />
basisonderzoek dat nauw aansluit bij de marktomstandigheden<br />
van de sector en waarvan de resultaten direct geïmplementeerd<br />
kunnen worden.<br />
•Directe kennisoverdracht naar ondernemingen in de vorm<br />
van contractonderzoek en demonstraties. De doelgroep<br />
bestaat hier in de eerste plaats uit toeleveranciers van de<br />
automobielconstructeurs. Contractonderzoek met<br />
Limburgse doelstelling-2-bedrijven uit andere sectoren<br />
wordt eveneens in aanmerking genomen. (Een doelstelling-<br />
2-gebied is een minder begunstigde regio in de Europese<br />
Unie waar een omschakelingsproces aan de gang is.)<br />
Hoe wordt een onderzoeksproject gedefinieerd?<br />
In overleg met de industriële partner wordt een werkprogramma<br />
geformuleerd rond een bepaalde probleemstelling,<br />
een verbeterde productperformantie, een nieuwe productontwikkeling,<br />
een nieuwe toepassing… Naast een grondige<br />
materiaal-analytische ondersteuning wordt eveneens aandacht<br />
besteed aan de technisch-economische aspecten van de probleemstelling.<br />
Hier kunnen de marktsituatie van het bedrijf,<br />
de mogelijkheden van nieuwe procestechnieken met nieuwe<br />
materialen voor nieuwe applicaties aan bod komen. Zodra de<br />
inhoud van het onderzoeksproject in overleg met de partner<br />
werd opgesteld, wordt een contract opgemaakt. Na goedkeuring<br />
kan het onderzoek starten. De administratie wordt<br />
hierbij tot het uiterste minimum beperkt.<br />
Welke bedrijven komen in aanmerking?<br />
Het project richt zich zowel op KMO’s als op grotere bedrijven.<br />
De sectoren die in aanmerking komen zijn o.a. de<br />
grondstofproducenten, toeleveringsbedrijven (voor de automobielsector,<br />
de elektronica…), de verwerkende industrie,<br />
oppervlaktebehandelingsbedrijven, eindproducenten,…<br />
Het bedrijf moet daarbij gelegen zijn in één van de volgende<br />
gemeenten in Limburg:<br />
• Doelstelling-2-gebied: Industriële zone: Heusden-Zolder en<br />
delen van de gemeenten Beringen, Diepenbeek, Dilsen-<br />
Stokkem, Genk, Ham, Houthalen-Helchteren, Lommel,<br />
Maasmechelen, Tessenderlo en Zutendaal.<br />
Plattelandszone: Bilzen, Borgloon, Heers, Hoeselt,<br />
Herstappe, Kortessem, Voeren, Tongeren en delen van<br />
Sint-Truiden.<br />
• Phasing-out-gebied (dit is een overgangsregeling voor de<br />
zone uit de programmatieperiode 1997-2000, welke niet<br />
langer erkend wordt in het kader van de nieuwe doelstelling-2):<br />
As, Hasselt, Leopoldsburg, Lummen,<br />
Nieuwerkereken, Opglabeek, Overpelt, Zonhoven en delen<br />
van de gemeenten Beringen, Diepenbeek, Dilsen-Stokkem,<br />
Genk, Ham, Houthalen-Helchteren, Lommel,<br />
Maasmechelen, Tessenderlo, Zutendaal en Sint-Truiden.<br />
Projectkosten en financiële steun<br />
De financiële steun die wordt toegekend is verschillend voor<br />
KMO's en grotere bedrijven. De algemene regel is dat een<br />
KMO 43% van de totale projectkost voor zijn rekening moet<br />
nemen. Een groot bedrijf moet 53% van de projectkost financieren.<br />
Het resterende bedrag wordt gefinancierd door<br />
EFRO en door de Vlaamse regering (Limburgfonds).<br />
Voor meer informatie:<br />
Marc D'Olieslaeger<br />
Tel.: 011/26 88 15<br />
e-mail : Marc.Dolieslaeger@luc.ac.be<br />
15.
16.<br />
APEX<br />
Intelli-Q<br />
op tournee met de<br />
Simple Minds<br />
Twee jaar geleden klopte de Vlaamse KMO<br />
APEX bij IMEC aan voor de ontwikkeling van<br />
een digitale audio equalizer voor de professionele<br />
markt (zie Interconnect nr. 8, nov. 2000).<br />
Audio ‘equalizing’ (egalisering) heeft als doel om<br />
de verstorende effecten van de omgeving bij<br />
luisteren naar spraak en/of muziek te compenseren.<br />
Voor de ontwikkeling kon IMEC een<br />
beroep doen op zijn jarenlange expertise op<br />
gebied van digitale signaalverwerking (DSP).<br />
Deze samenwerking wierp zijn vruchten af: er<br />
werd een digitale audio equalizer ontwikkeld die<br />
verschillende functies in één toestel combineert.<br />
Daarnaast heeft APEX via kennisoverdracht heel<br />
wat geleerd over DSP.<br />
Sindsdien heeft APEX zijn productengamma verder<br />
ontwikkeld. Als één van de eersten bracht<br />
het Limburgs bedrijf een ‘real-time’ digitale audio<br />
equalizer op de markt: de Intelli-Q. Deze digitale<br />
equalizer is erg krachtig: het is een 30-bands stereo<br />
equalizer met een bereik van –16 dB tot<br />
+16 dB, bevat 6 parametrische filters in stereo<br />
uitgevoerd, een vertragingstrap, een twee-bands<br />
compressor/limiter, een ‘real-time spectrum<br />
analyser’… Via een pc is de equalizer eenvoudig<br />
te bedienen.<br />
Deze digitale equalizer doorstond al een zware<br />
test tijdens de Night-of-the-Proms (editie 2001,<br />
en nu ook editie 2002). En onlangs nog leidde de<br />
APEX Intelli-Q de Simple Minds feilloos doorheen<br />
hun tournee…<br />
Seminaries<br />
APEX’ Intelli-Q<br />
IMEC organiseert wekelijks, op maandag (11.00u) en<br />
vrijdag (14.00u), seminaries over nieuwe ontwikkelingen<br />
in procestechnologieën en ontwerpmethodologieën.<br />
Deze seminaries gaan door in IMEC, duren ongeveer<br />
één uur en worden in het Engels gegeven. Vaak<br />
zijn er ook nog extra seminaries door internationale<br />
sprekers. Toegang tot de seminaries is gratis, wel<br />
dient u uw komst op voorhand aan te kondigen. De<br />
agenda vindt u op www.imec.be/mtc, stuur een e-mail<br />
naar Bart.DeMey@imec.be indien u aan onze mailing<br />
list wil worden toegevoegd.<br />
Agenda<br />
MTC-trainingsprogramma<br />
Next-generation multimedia productions<br />
Doelgroep: algemeen; grafische industrie zoals drukkers, website<br />
en tv-producenten<br />
Datum: 13 en 27 januari, en 3 februari 2003<br />
Inhoud: De opkomende multimedia code-standaarden die recent worden<br />
gestandaardiseerd door ISO en W3C, namelijk MPEG-4, JPEG2000, SMIL<br />
(synchronized multimedia integration language) en SVG (scalable vector<br />
graphics). De technologie achter deze standaarden zal uitgelegd worden. Er<br />
zullen interactieve multimediaproducties uitgewerkt worden die de sterke<br />
punten van elk van de standaarden combineren.<br />
Process technology training cycle<br />
Doelgroep: algemeen<br />
Datum: zie www.imec.be/mtc<br />
Inhoud: Een overzicht van alle aspecten van de meest recente CMOSprocestechnologie.<br />
C++-based hardware design of<br />
complex digital systems<br />
Doelgroep: ontwerpers van digitale systemen<br />
Datum: 20 – 24 januari 2003<br />
Inhoud: De pijlers voor een goede ontwerpefficiëntie zijn ‘high-level executable<br />
specification’ en ‘design reuse’. Om dit te bereiken is een object-georiënteerde<br />
benadering veel effectiever dan bestaande ‘event-driven’ HDL-omgevingen.<br />
In de cursus wordt uitgelegd hoe een C++-gebaseerde omgeving kan<br />
gebruikt worden voor het ontwerp van digitale systemen.<br />
Neem een kijkje op www.imec.be/mtc voor meer informatie over het<br />
MTC-trainingsprogramma en een lijst van seminaries!<br />
Kom IMEC bezoeken op de<br />
Open Technologiedag<br />
Datum: eind maart 2003<br />
IMEC neemt deel aan de Open Technologiedag, die eind maart 2003 voor het<br />
eerst wordt georganiseerd. De Open Technologiedag, een initiatief van de<br />
Vlaamse overheid, kan de opvolger genoemd worden van Flanders technology<br />
international (FTI). In tegenstelling tot FTI is de Open Technologiedag geen<br />
technologiebeurs: in analogie met de Open Bedrijvendag zullen honderd<br />
technologiebedrijven hun deuren openzetten voor het brede publiek.<br />
Kom ook IMEC bezoeken en leer er meer over nieuwe ontwikkelingen in<br />
procestechnologieën en ontwerpmethodes. U hoort er later vast meer over.<br />
Voor meer informatie weldra: www.imec.be/kiosk.