ARGU_01_2013_NL - VSOA

defensie
ARGUMENT · JANUARI 2013 13 VSOA
editoriaalErwin DE STAELEN, Voorzitter
Over de toekomt van Defensie
In de Kamercommissie Landsverdediging van 14 november 2012 kregen de
vakbonden de gelegenheid om hun visie uiteen te zetten in verband met de
BeNeLux- en Europese samenwerking op Defensievlak.
VSOA-Defensie heeft onmiddellijk verwezen
naar onze vraag die al jaren
onbeantwoord blijft, namelijk dat de
verschillende partijen die belang
hebben bij de functionering van de strijdkrachten
eindelijk eens tot een akkoord komen over
de manier waarop de toekomst van Defensie
kan veiliggesteld worden.
Bij het personeel van Defensie groeit met de
dag het gevoel in de steek gelaten te worden
doordat de ter beschikking gestelde budgetten
minder en minder in verhouding staan tot de
operationele ambities. De regering gebruikt
Defensie tegenwoordig als budgettaire variabele.
De fundamentele en structurele investeringstekorten
dragen bij tot de ontbinding van
bepaalde capaciteiten, wat op zijn beurt leidt
tot de verdere ondermijning van de werking van
de strijdkrachten en tot de vergroting van het
gevoel van onbehagen bij het personeel.
Pooling & Sharing
Dat minister De Crem een groot voorstander is
van meer samenwerking tussen de krijgsmachten
van de EU is al lang geen geheim. Het principe
van ‘Pooling and Sharing’ legde hij op de
Europese politieke tafel in 2010 in Gent tijdens
het Belgische EU-voorzitterschap en sloot toen
al een principeakkoord met alle 27 defensieministers
van de Unie. In deze marge hebben de
Nederlandse minister Hans Hillen en de
Luxemburgse minister Jean-Marie Halsdorf op
18 april 2012 een intentieverklaring over
samenwerking op defensievlak ondertekend.
Minister De Crem noemde de ondertekening
dan ook "een belangrijke stap naar de toepassing
van het principe Pooling & Sharing binnen
de Benelux. En een krachtig signaal aan de
Europese Unie vanwege middelgrote landen als
België, Nederland en Luxemburg om via verregaande
samenwerking een dynamisch partnerschap
op te zetten onder meer in het kader van
vredesondersteunende missies”.
De samenwerkingsverklaring zou volgens hem
op korte termijn kunnen leiden tot gezamenlijke
oefening van de Nederlandse Luchtmobiele
brigade met de Belgische paracommando's en
luchttransporteenheid en een samenwerking op
vlak van logistiek, onderhoud, opleiding, training
en aankoop.
VSOA-Defensie, de grootste vakbond voor
Defensiepersoneel, onderschrijft het principe
van samenwerking met de andere legers, dat
hebben we trouwens al meermaals onderlijnd,
ook in onze eigen publicaties, wel op voorwaarde
dat de rechten van het betrokken personeel
worden gevrijwaard en goed opgevolgd.
Toepassing Arbowet
Ook mijn collega van VBM (vakbond voor burgers
en militairen), Jean Debie, voorzitter van
de grootste vakbond voor Nederlands
Defensiepersoneel met 30.000 leden, heeft
niets tegen internationale samenwerking en
zeker niets tegen meer samenwerking met de
krijgsmachten van België en Luxemburg.
Volgens de VBM kunnen de nationale stelsels
van regelgeving rond de arbeid, met name op
veiligheids- en gezondheidsgebied bij internationale
samenwerking een nog veel groter
struikelblok vormen.
Mijn Nederlandse collega vraagt bijgevolg uitdrukkelijk
aandacht voor de toepassing van
Arbowet (n.v.d.r. welzijnswet) en veiligheidsregelgeving
bij mogelijke verdergaande samenwerking
met andere krijgsmachten. Zeker nu
wellicht meer plaatsingen van Nederlandse
militairen op Belgische (vlieg)bases en kazernes
in zicht komen - en andersom, moet er goed
gekeken worden naar de voorzieningen en
regels op veiligheidsgebied en arbeidsomstandigheden.
Ik deel deze bezorgheid. Temeer door de ervaring
van het Belgische marinepersoneel dat, in
het kader van de maritieme samenwerking, tijdelijk
tewerkgesteld wordt in Den Helder.
Nationaal debat
Het ABNL-akkoord (Admiraliteit Benelux in Den
Helder) op marinevlak zou als basis dienen voor
samenwerking binnen andere krijgsmachtendisciplines
van de drie landen, volgens minister
De Crem. De organisatie, logistiek en materieel
is één zaak, de rechten van het betrokken personeel
een andere. Maar wel onze zaak als personeelsvertegenwoordiger
en sociale partner.
Het is dan ook van kapitaal belang dat de vakbonden
nauw worden betrokken en het vakbondsstatuut
wordt aangepast zodat wij ook in
het kader van internationale samenwerking
erkend worden als volwaardige sociale partners.
Het is hoog tijd voor een nationaal debat.
VSOA-Defensie zal er in elk geval op
toezien dat de belangen van het
personeel gevrijwaard blijven.
In naam van mijn team, wens ik u en uw
familie een hoopvol en gelukkig 2013 toe.
Erwin De Staelen
Voorzitter VSOA-Defensie
(n.v.d.r. de integrale tekst van de uiteenzetting tijdens de
Kamercommissie is beschikbaar op www.vsoa-defensie.be)